Claudio Corti vertelt van de onheilstocht Grote toekomst voor de haven van B. op Zoom Jaarlijkse kanaalkoorts weer uitgebroken Inspectie-gebied Slechts een Nederlander jPa®Wa? «««h nrraMUNRKP f Dicht bij de top door een steen geveld Ga verder vriendwij kunnen niet meer iVan Folkestone! naar Margate I De aanvulling voor Antwerpen en Rotterdam Vierkante of ronde kaas DERDE BLAD VRIJDAG 16 AUGUSTUS 1957 Het is erfelijk Geen zelfmoordpoging Vreselijke dorst Het drama Brief van K.L.M.-directeur aan gouverneur BOEKENPLANK Vlucht naar de IJshaaienjagers Onrust in Oxford HET NIEUWE GELAAT VAN W EST-BRABANT II (Advertentie; Claudio Corti, de 29-jarige Italiaanse bergbeklimmer, die op de Eiger aan de dood ontsnapt is, ligt in een ziekenhuis te Inter laken. Zijn hoofd omzwachteld met verbanden. Zijn handen door de touwen gesneden, bezeerd en verbrand tot op de beenderen; zijn vingers en voeten bev en. Een correspondent van de Gazet van Antwerpen heeft hem bezocht. Ik was de enige journalist, schrijft hij, die met hem mocht spreken. Corti's liPpen gezwollen en gespleten na twee dagen niets dan sneeuw gegeten te hebben zetten zich uit tot een glimlach, toen ik een grote mand fruit in zijn kamer van het hos pitaal te Interlaken bracht. „Grazia, grazia", fluisterde hij. Hij trok zichzelf recht aan een stokje boven zijn bed en vertelde voor de eerste maal het verhaal van zijn acht dagen en nachten in de witte hel van de Eiger. „Ik moet bergen beklimmen zoals andere mannen eten en drinken. Het is erfelijk in mijn familie; het zit in ons bloed. Dat is de reden waarom Longhi en ik de noordelijke flank van de Eiger trachtten te beklimmen. Wij wisten dat hij bijna verticaal was. Wij wis ten dat hij al dozijnen levens gevraagd heeft, maar we bezagen dagenlang een foto van de berg en op een gege ven ogenblik wisten we, dat we het werkelijk eens moesten proberen. De Eiger was als een tiran, die ons heel de tijd uitdaagde en wij wilden trachten hem op de hardst mogelijke wijze mores te leren. De Zwitsers van Kleine Scheidegg een hooggelegen Alpendorp nabij de Eiger, waarschuwden ons, maar Lon ghi en ik keken naar de spits van de (Advertentie) Gebruik ODO-RO-NO ge durende enkele seconden en U bent 24 uur per dag-vol komen veilig tegen over matig transpireren. Geen vlekken op Uw kleding, geen hinderlijke geur. Zelfs bij de grootste warmte blijft Ufris,ODO-RO-NO werd samengesteld door'n doktet! ODO-RO-NO Cream in potf0.75 - i .10 - 1.75 Spray handige verstuiver) f 2.- Eiger en zwoeren: „Wij zullen u ver slaan". Zaterdag 3 augustus vertrokken wij in de beste stemming. Wij hadden nog nooit de twee jonge Duitsers ont moet, die later met Longhi op de noordelijke flank zouden sterven. Het weer bleef de eerste vier dagen ken waren gevuld met brood, kaas, sardines en cognac. Dit was geen zelfmoordpoging. Longhi en jk waren bergbeklimmers met zeer veel ondervinding. Ik begon bergen te bestijgen toen ik 17 jaar was en heb de Dolomieten, de Allien op de Zwitsers-Italiaanse en op de Franse grens overwonnen. Longhi had evenveel pijlen op zijn boog. Het weerb leef de eerste vier dagen goed. 's Nachts sliepen we op het ijs doch tijdens de dag klommen we steeds hoger. Verleden dinsdag ontmoetten wij voor de eerste maal de Duitsers Maier en Nothdurft-Hoelz. Het was een ontmoeting van bergbeklimmers en enkel als ge zelf alpinist zijt, kunt ge begrijpen wat ik bedoel. Ge zijt onmiddellijk kameraden. Ge vecht te gen de slechtse zijde van de natuur en onder zulke omstandigheden kun je veel voor elkaar doen." Corti zuchtte. Èr kwamen tranen in zijn ogen. Hij zag er oud uit, ver slagen en wanhopig vermoeid. Toch zette hij zijn verhaal voort. „Wij maaktên grapjes over wie het eerst de spits, .zou bereiken. Wij vernamen dat de Duitsers ook verwittigd waren betreffende het ge vaar van deze klimpartij. Nothdurft- IIoelz vertelde mij, dat zijn blinde va- der met hem tot aan de voetheuvels I van de Eiger was gewandeld en (zodra hij de waarschuwingen dei- Zwitsers hooide zijn zoon smeekte niet door te gaan. Maar de Duitsers waren bergbe klimmers, juist zoals wij en zij moes ten doorzetten. Wij klommen voort met de Italianen aan de leiding. i Toen werd het weer slecht en ons geluk keerde. Het sneeuwde en regende geweldig en het werd koud. Op de rotsen werd ijs gevormd terwijl onze vingers steun zochten. Onze handen waren ge wond en gevoelloos. Wij moesten allen onze rugzak achterlaten. We konden niet voldoende bewegen on der die last. We stopten de kaas in onze zakken en wierpen de ballast toen naar beneden. Longhi viel woensdagochtend tussen 5.30 en 6.00 uur en dat was het begin van het einde. Hij was aan mij vastgesnoerd. Zijn handen waren bevroren en hij gleed van het ijs. Hij kon zichzelf niet meer behelpen. Steeds schoof hij verder naar beneden 36 meter en daar bleef hij bengelen aan het uiteinde van zijn touw. Wij konden hem zien, doch niet bereiken. Men kan niet afdalen van de noordelijke flank. Ge kunt hem enkel bestijgen. Het sneeuwde fel en de wind woel met een verschrikkelijke kracht. Steeds opnieuw werd Longhi tegen de rotsmuur geslagen. Heel de dag overlegden wij en poogden hem naar boven te trekken, doch onze krachten waren aan het afnemen. Juist voor het donker werd riep Longhi: Claudio, ga hulp voor mij halen. Wees niet bang, ik zal je vol gen. Geef mij wat eten en vertrek dan. Wij slaagden erin hem het groot ste deel van ons eten te geven. Het was toen al niet heel veel meer en lieten hem dan achter, vastgeknoopt aan het touw. Ik zei tot mijzelf: „Wees niet bang, Stefano ik zal hulp voor je halen". De Duitsers en ik ploeterden voort. Wij waren toen op de Spider (een ijs- formatie op 3.400 m hoogte van de noordelijke flank) en dwongen onze lichamen voort te klimmen. Wegens de koude was elke stap, elke greep die we moesten doen een ware marteling. De Duitsers begon nen te verzwakken. Thans ondergin gen wij de volledige kracht van wind en hagel, ijs en sneeuw. De hagel was zo geweldig, dat hij onze huis door boorde. Donderdagmiddag gaven de Duit sers de strijd op; zij waren volledig uitgeput. Zij lagen samen neer en maakten met hun lichamen in de sneeuw een bivak. Ik liet hen niet graag achter, maar zij riepen: „Ga door, baan de weg. Wij geven het op, vriend, wij zijn uit geput. Het is met ons gedaan, wij kunnen niet bewegen. Maak voort, maak voort! Breng hulp!" De sneeuwstorm raasde om ons heen en ik had een voorgevoel dat de Duitsers zouden sterven. En in derdaad, ik heb hen nooit meer te ruggezien. Ik kon zelfs niet naar hen terug keren, naar mijn kameraden. Ge kunt niet van de noordelijke flank afda len. Ik had geen eten meer om hen te geven. Toen de vliegtuigen over vlogen slaagde ik er in mijn rode pullover uit te trekken om naar de piloten te wuiven. Zekere dag wanneer was het kwam er een helikopter en wierp voedsel uit. Ik voelde mijzelf reeds als een dode, toen ik, vastge klampt aan het ijs, het kostbare eten langs mij heen zag glijden van de Eiger-helling. Ik kon bijna niet meer bewegen. Gedurende drie dagen had ik niets meer gegeten, niets, helemaal niets. Ik wist dat ik geen sneeuw mocht eten, maar op het einde had ik zo'n vreselijke dorst dat ik het toch deed. Ik stopte er mijn mond mee vol, zoals een gulzige jongen snoepjes eet, steeds meer en meer, om mijn vre selijkste dorst te lessen. Het was al les wat ik had. Toen het licht was, kon het nogal gaan. Centimeter na centimeter schoof ik voort, tot ik op nog slechts 138 meter van de bergtop was. Dat is alles. Ik zei: „Claudio, gij zult de Eiger verslaan en uw kameraden redden". Doch toen, terwijl ik wuifde naar een opsporings vlieg tuig, viel er een steen neer, die door de zware sneeuw val was losgeraakt, kwam op mijn hoofd terecht en sloeg mij bewuste loos. Ik stortte ineen Waar ik was, 138 meter verwijderd van de over winning en slechts vastgehouden door een touw dat ik rond een rots had geknoopt. Toen ik tot het bewustzijn terug keerde, zag ik paars van de kou. Mijn vingers vonden juist genoeg macht om een zakdoek opgerold rond mijn gewond hoofd te binden en een klein stukje pleister op een snede te plak- en lmaar zb hadden niet langer kracht meer om de Eiger te verslaan. ik bad. Ik ben een zeer gelovig man. Ik bad God, dat hij mij sterkte zou geven om vol te houden. Op zondagochtend nadat ik dagen lang sneeuw gegeten had, werd ik gered door Alfred Heiepart, de Duit se bergbeklimmer uit Miinchen Hoe goed was het hem te kunnen begroeten. Ik zal nooit vergeten wat hij en de andere moedige mannen gedaan hebben om mij te redden. P f ov-}wcpeningsconferentie thans een Ameri cans plan ter bestudering voor <gl. wederzijdse luchtverkenning. De verkenning van de z.g. „grote zone omvat de verkenning van net gehele gebied van de Verenigde i>tatert, Canada en de Sovjet-Unie met het daartussen gelegen noord- Pool-gebied. Ruwweg geschat 19 °fra vierkante meter westelijk en 20 miljoen vierkante kilometer communistisch gebied, de zg. kleine zone" gaat uit van de be grenzing van de poolcirkel met in het oosten Alaska, Aleoeten en de Koerilen hieraan toegevoegd, in het westen praktisch geheel West- Europa en Europees Rusland. Tot nu toe is nog niet gebleken dat de Sovjet-Unie veel instem ming betoont met dit plan. Zolang echter nog geen definitief ant woord van Russische zijde is ont vangen blijft deze kioestie uiter aard actueel. De gouverneur van Nederlands Nw.- Guinea heeft, naar aanleiding van de vliegramp met de „Neutron" het volgende schrijven ontvangen van de president-directer van de KLM, de heer I. A. Aler. „Het is mij een behoefte u te schrij ven na het ernstig ongeval te Biak, om u te zeggen hoezeer wij meele ven in het leed dat de Nederlands- Nieuwguineese gemeenschap heeft ge troffen. Wij beseffen welk een diepe indruk een dergelijke ramp moet ma ken, juist omdat het gaan en komen van de leden van uw gemeenschap per KLM voor u allen een levend en vertrouwd begrip is geworden. Met grote dankbaarheid hebben wij ook vernomen welk aandeel terstond in prauwen toegesnelde leden van de bevolking in de redding van de over levenden hebben gehad. De KLM is er trots op Nederlands- Nieuw-Guinea de verbinding door de lucht met Nederland te kunnen aan bieden en daarmede haar deel in de taak, welke Nederland in dit deel van de wereld op zich genomen heeft, te mogen bijdragen. Van harte geef ik u de verzekering dat wij deze taak zullen blijven ver vullen in een geest van verbonden heid. welke wij na de slag die ons getroffen heeft, nog sterker gevoe len." Naar onze smaak is dit een van de beste boeken uit de Kranz-serie: avontuurlijk, spannend, zonder een overdreven wit-zwart-tekening held- schurk, vol menselijkheid en humor. De mannen van de Compagnie „Waar ook ter wereld" trokken dit maal naar Groenland op jacht naar een belangrijke uitvinding, die in ver keerde handen dreigt te vallen. De eerste belevenissen vallen voor in Kopenhagen en er is een levendige beschrijving van de bedrijvigheid op een groot vliegveld. Ook omtrent het leven en de geaardheid van de Eski mo's komen we heel wat te weten. De Compagnie slaagt weer in haar opdracht, maar er is toch ook een tragische trek in de afloop. Een boek, dat niet alleen de opgroeiende jeugd, doch ook een bredecategorie van ouderen zal weten te genieten. (Uitgeverij „Helmond"). Een van de beste romans van Do rothy Sayers, Gaudy Night, is thans in de Prisma-serie onder bovenstaan de titel verschenen. Het is meer dan een detectiveroman, al heeft Lord Pe ter Wimsey dan ook een heel raad selachtig geval tot klaarheid te bren gen. Het boek geeft een zeer boeien de beschrijving van de sfeer in het aloude Oxford en ook de geheimen van Harriet Vanes hart moeten door grond worden. De intrige draait hier om, dat er in een meisjescollege in Oxford door een onbekende scabreu ze tekeningen en smaadbriefjes wor den verspreid, dat er later ook ge vaarlijke grappen en baldadigheden worden uitgehaald. De onruststoker moet in het college zelf huizen. Har riet Vane, oud alumna van Oxford, schrijfster van detectiveboeken wordt erbij gehaald, maar de door haar ver zamelde gegevens zijn slechts leg- Stukken in een puzzel, die niet bij elkaar te passen zijn. Haar vriend Lord Peter slaagt er tenslotte in licht te brengen in de duisternis. En ook het raadsel van Harriet Vanes hart wordt hem eindelijk ontsluierd. Een knap boek, een „detective" op hoog peil. J Nevenstaande beschouwing is van de hand van onze eigen verslaggever, die het S vorige jaar de kanaalrace i versloeg en die Maria S Meesters aan het werk zag. Onze verslaggever is I als deze regels onder de ogen van de lezers komen J reeds naar Engeland ver- S trokken om opnieuw het evenement mee te maken. Hij belt de belevenissen der zwemmers en zwem- i sters nu niet door vanuit Folkestone, maar vanuit I Margate, het stadje, waar- in het hoofdkwartier van I de race nu is gevestigd. S In dezelfde zitting van de Brabantse Staten, waarin de Com missaris der Koningin het plan ontvouwde om de noodzakelijke waterstaatkundige werken in west-Brabant in drie fasen uit te voeren, hebben de Staten aan Bergen op Zoom een subsidie van 30 pet in de kosten van aanleg voor een nieuwe haven verstrekt. Het ging hier om een bedrag van f 1.770.000, bijna twee mil joen, waarover ondanks de bestedingsbeperking echter nauwelijks is gepraat. Zo zeer was men overtuigd van het belang van deze uitgave, Ook het rijk subsidieert dit werk en wel voor 40 pet, zo dat de gemeente zelf nog 30 pet. van de kosten zal moeten dragen. Een bedrag van ruim een half mil joen gulden blijft een belangrijke uit gave voor het Scheldestadje dat Bergen op Zoom thans nog is; te meer omdat de bijkomende kosten o.a. voor demping en verplaatsing van de binnenhaven, de gemeente nog drie tot viermaal zoveel zullen vragen. Daarvandaan heeft de Commissa ris, prof de Quay, Bergen op Zoom in de Staten ook de steun der pro vincie toegezegd bij de financiering van het gemeentelijk kostenaandeel. Men wil de stad helpen bij het vin den der noodzakelijke middelen en daarvoor ook een extra beroep doen op het rijk, dat uit het gemeente fonds kan putten. Deze behandeling van Bergen op Zoom getuigt evenals de reeds toe gezegde subsidie van het uitzonder lijk belang, dat door het provinci aal bestuur aan de nieuwe haven wordt gehecht. En dit geschiedt te recht, want de nieuwe haven van Ber gen op Zoom is niet alleen maar van lokale betekenis; zij zal de be langen v;;a een streek van het ede Markiezaatsgebied en van geheel west-Brabant gaan dienen. Men moet de haven van Bergen op Zoom zien tegen de achtergrond van het groeiende Brabant met zyn toenemende bevolking en z'n voort gaande industrialisatie, in het pers pectief van een zich aaneensluiten de Delta en van Benelux en de Europese integratie. Dan ziet men, dat deze haven niet alleen regio nale, maar ook nationale beteke nis kan krijgen. Verbinding Het Statenlid burgemeestér P. Al berts heeft gepleit voor een verbin ding van de haven van Bergen op Zoom met de Westerschelde. Bergen op Zoom moet niet alleen in ver keer staan met het noorden, maar ook met het zuiden en westen. Langs een heropend Kreekrak of een ver bindingskanaal is betrekkelijk een voudig een aansluiting van de haven op de Westerschelde en een behoor lijk contact met open zee tot stand te brengen. Men moet bij de plannen rekening houden met deze ontwikkeling van groei van het achterland en de ex pansie van het Delta-gebied stuwen Bergen op Zoom tot zeehaven. De in die richting. Hoe sterk dit gebied in ontwikkeling raakt, bewijzen de nieuwe Belgische plannen weer voor uitbreiding en modernisering van de havens van Antwerpen en Zeebrug- ge. Bij een natuurlijke groei van de Bergse haven behoeven Antwerpen noch Rotterdam concurrentie te vrezen. Het Deltagebied sluit zich meer en meer aaneen. Antwerpen reikt binnenkort tot de schorren van Ossendreeht. Tussen de twee we reldhavens geeft een zich uitbrei dend Bergen op Zoom een zuidelijke opvulling. Een verbinding met de Wes- terschelde voor Bergen op Zoom zal deze stroom voor Ne derland tevens nog belangrijker maken. Dat is op zich zelf ook een aansporing te meer voor Nederland om deze zeearm goed bevaarbaar te houden, wat een geruststelling inhoudt voor België, dat zich zorgen maakt over Nederlandse veronachtza ming van de Westerschelde bij de uitvoering van het DeltaPlan. De ontwikkeling van Bergen op Zoom tot zeehaven geeft zeker ook aanleiding tot de vorming van een havenschap, waarin meteen de om ringende gemeenten bij de uitbrei dingen worden betrokken. In dit ka der kan de industrialisatie ten zuiden van de stad in de richting van Woens. drecht ook worden bevorderd. Met de nieuwe haven gaat Bergen op Zoom een nieuwe toekomst tege moet. Het kan eenmaal met een aansluiting op de Westerschelde en een kanaalverbinding met het achter land de haven bij uitstek van Bra bant worden. Bergen op Zoom gaat herrijzen. Het kan nog een opbloei te zien geven, die aan die van Eind hoven herinneren zal. Dit kaartje geeft het beeld van een onderdeel van het plan, dat ir. van Konijnenburg in de dertiger jaren lanceerde. Het is illustratief voor denkbeelden, ivelke thans iceer naar voren komen in verband met de havenplannen van Bergen op Zoom. Een doorsteek van de Kreekrak- dam wordt nu namelijk weer gepropageerd, om Bergen op Zoom ook een verbinding te geven met de Westerschelde. Als men dan niettemin de Oosterschelde na een eventuele afsluiting „zoet" wil houden, zal er een dam gebouiod moeten worden, daar waar ir. Konijnenburg een kanaal ontivierp. (Van onze redacteur) Sam Rockett noemde het een obsessie. De man, die enkele ja ren gelden zelf Het Kanaal over zwom had niet duidelijker kunnen zijn. Een zwemmer of een zwem ster, eenmaal door de kanaal koorts gegrepen, komt terug na elke mislukte poging. Zo is het ook met Maria Meesters. Zij werd het vorige jaar in een race losgelaten, die alleen maar nut tig was voor de meerdere eer en glorie van organisator-miljonair Billy Butlin. Als de omstandigheden redelijk zijn valt in de nacht van maandag op dinsdag het startschot voor 'n race, die qua inspanning verge leken kan worden met het beklim men van een Mount Everest of het tweemaal achter elkaar fiet sen van een Bordeaux-Parijs. Moeilijkheden Sam Rockett. die het vorige jaar de racers trainde, durfde geen uitspraak te doen. Uit zijn gehele logge lichaam kwam geen enkele verklaring, die in het voordeel of het nadeel van het meisje was. Zijn enige commen taar luidde, dat Maria Meesters een verduveld aardig stukje kon zwemmen. Maar Rockett, die een boek heeft geschreven over de kanaalraces, voegde er altijd een stereotiep „maar" aan toe. Hij bracht daarmee de duizenden moeilijkheden voldoende tot uit drukking. Vorig jaar waren de moeilijkheden voor iedereen te groot. Van de 22 zwemmers en zwemsters konden er maar acht van start. Er was er geen, die de race tot een goed einde bracht. Clarence Gonza een potige Nieuwzeelandse, verdween na 'n goed uur zwemmen van het to neel. De knappe Greta Marie Andersen (eens overladen met Olympische medailles) had er kort daarop genoeg van. Maria Meesters was het derde meisje, dat in de boot stapte. Zij zwom meer dan vijf barre uren en legde negen mijl af. De omstan digheden waren onmenselijk. Er woei een harde wind. De golven sloegen hoog de lucht in. Maar Billy Butlin's naam cir culeerde in de wereldpers. Hij slaagde in zijn commerciële op zet. Hij wilde dat uiteraard niet toegeven. Met zijn gulle hand deelde hij de volgens de papieren niet-verdiende prijzen uit. Er sreek ondanks dat een heleboel kritiek op zijn dure Rolls Royce neer. Billy kon die kritiek niet hele maal laten passeren. Hij timmer de zijn organisatie iets anders in elkaar, maar daarover direct. Te jong De uitspraken van Sam Rockett omtrent de kansen van Maria Meesters waren diplomatiek. Heel wat duidelijker waren de verklaringen van dokter John At- tard uit de Dinglistreet van het goede dorp Silemna op Malta. Hij was met zijn pupil Arthur Rizzo voor de kanaalrace in Folkestone. Deze expert geloofde helemaal niet in een kans voor Maria Meesters. Hij gaf toe, dat zij goed zwom. Hij achtte het Bergse meisje echter veel te jong om deel te nemen, 't Zou voor Ma ria en haar trainer Ad Vriens al een hele eer zijn als zij de helft haalde. Het is praktisch uitgesloten, aldus de dokter, dat iemand bij een eerste poging slaagt. Dokter John Attard was in 1956 niet de enige, die met een klinkende volzin twijfelde aan Maria's kansen. Ook dokter Griffith Puch (een man, die niets anders doet dan het menselijk uithoudingsvermo gen bestuderen en die met Sir Edmund Hillary de Mount Eve rest beklom) geloofde ook niet in het Nederlandse meisje. Tegenover deze uitlatingen stond die van een andere kenner. Veteraan Ned Barnie, kampioen op alle mogelijke en onmogelijke afstanden, geloofde vast, dat Ma ria de race tot een goed einde zou brengen. Het was zeker niet de schuld van de Bergse typiste, dat zij niet ver kwam. Zij hield het re latief gezien zeer lang vol. Zij maakte met de regelmaat van een klok 53 slagen per minuut. Dat, deed zij 330 minuten aan één stuk. Daar keken én Sam Rockett én dokter John Attard én dokter Griffith Puch een beetje van op. Ook Billy Butlin and his boys. Zij besloten hun waardering in klinkende munt om te zetten. Maria Meesters verdiende circa tweeduizend gulden. „Zij komt terug", zei Sam Roc kett: Het Kanaal is een obsessie. Ook voor Maria. Zij wil haar doel bereiken. Daarom trainde zij de laatste maanden en weken, keihard. Zij zwom grote afstanden, vergezeld door trainer Ad Vriens, die aan zijn zoveelste kanaalexperiment gaat beginnen. Ook hij is door de kanaalkoorts gegrepen. Er gens in zijn hart schuilt er een ideaal. Hij wil een van zijn pu pillen de race zien voltooien. De omstandigheden lijken gunstiger. Want Billy Butlin nam bijzondere maatregelen. Toen het vorige jaar de club van 22 uit de haven van Folkestone vertrok stond er een matige wind, die echter in hevig veranderde voor dat Calais was bereikt. De helft van de deelnemers was zeeziek, niet in staat om te vertrekken. Zeeziekte zal op 19 augustus uitgesloten zijn. De hele bups wordt op kosten van de organi satie van Margate (het ontmoe tingspunt van de racers dit jaat) naar Calais gevlogen. Duizenden personen hebben ge tracht Het Kanaal over te zwem men. Slechts zeventig slaagden in hun opzet. Jan van Hemsbergen was de enige Nederlander, die het ooit haaide. Hij zwom op 16 augus tus 1951 de afstand van circa 32 kilometer. Hij deed er 14 uur en 30 minuten over. Hij voltooide de race met vijftien anderen. Het was de meest gunstigste wed strijd welke ooit was gehouden. Captain Matthew Webb was de eerste, die Het Kanaal wist te bedwingen. Hij vertrok op de 24e augustus 1875 van de Engelse kust. De volgende dag kwam hij in Frankrijk aan. Hij zwom 21 uur en 45 minuten. Slechts tien personen slaagden er in van Engeland naar Frank rijk te zwemmen. De Engelsman T. Blower deed het tweemaal. Florence Chadwick haalde het driemaal. Zij zwom bovendien nog een keer van Frankrijk naar Engeland. De recordhouder van Engeland- Frankrijk is de Egyptenaar Abd el Latif Houf, die op de 2e augus tus 1953 de afstand aflegde in 13 uur 45 minuten. Florence Chadwick houdt het damesrecord met 13 uur 55 minuten. Meer in de mode is het Frank rijk - Engeland zwemmen. Ook hier een Egyptenaar als record houder. Op 22 augustus 1950 had Hassan Abd el Rehim niet meer dan 10 uur en 50 minuten nodig. Brenda Fisher, ook in de nieuwe race van de partij, is de dames- recordhoudster. Zij zwom 12 uur en 42 minuten. Een andere Egyptenaar Fahmy Attallah houdt een ander record. Hij zwom in 1950 niet minder dan 27 uur en 30 minuten. Hij „dreef" veel, maar hij haalde de over steek. Tragisch is de geschiedenis van de kanaalzwemmer Ted May, een Engelsman. Hij wilde zonder enige hulp Het Kanaal overste ken. In 1951 deed hij een eerste poging. Hij werd gered. Maar het jaar daarop trok hij er op nieuw stiekum tussenuit. Hij werd nooit levend weergezien. Voor deze vader van negen kinderen was Het Kanaal een te grote obsessie. Greta Marie Andersen en Bren da Fisher mogen tot de favorie ten worden gerekend van de nieu we race. Bij de heren is 't de Portugees Baptisti Pereira (in 1954 winnaar in 12.25). Antonio Albertondo, een Argentijn vol toog de race eveneens in 1954 (16.53) Ook hij hoort tot de fa vorieten. De vereniging van Westduitse klein handelaren heeft een brief gepubli ceerd van de Nederlandse ambassa de te Bonn. Daarin wordt medege deeld, dat er nog geen definitieve beslissing is genomen ten aanzien van de vorm van de Goudse kazen. De Duitse kleinhandelaren hebben aangedrongen op een vierkante vorm van de kazen, daar deze economi scher is in het vervoer, b(j de opslag en bij de verkoop. Zij zijn van me ning, dat de Nederlanders slechts uit liefde voor de traditie de ronde vorm handhaven. Volgens het schrijven worden de proefnemingen door de zuivelproducenten voortgezet.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9