„ZWAKKE PLEKKEN" moeten verdwijnen, met of zonder Deltaplan GEWATTEERDE DEKENS 9. LONG RUN ZOMER PRIJZEN 95 95 Minister Samkalden heeft er geen bewondering voor En nu.... de eindstrijd U spaart guldens, als U NU Uw gewatteerde deken koopt. Dank zij het samenspel van Long Run's Fresh Flavor Filter en koel-rokende Amerikaanse tabakken 11 VIERDE BLAD VRIJDAG 5 JULI 1957 Benauwend vraagstuk voor het Zuidwesten Zwakke theorie Oordeelt U zelf. NU.. De geënsceneerde inbraak te Valkenswaard Tijdschrift voor ontheemden Nieuwe Verten" Te grote risico 's ij# 7iJrol/l ra vOoIt" *7/^11 7iin 1-110+ 1 rnl <-] aqI nn r\ 0 wino+o €i_ I Een zwakke plek zou zijn, wat niet voldoet aan de maatsta-1 ven, die vóór de stormvloedramp van 1 februari 1953 golden. Daar echter de normen van vóór 1953 zeer in het vage verkeerden en de grondslag van die normen de hoogst voorgekomen stand bovendien door de leidende functionarissen van Rijkswaterstaat niet meer als zodanig wordt erkend en naar het vergeetboek is verwezen, hadden de Kamerleden aan deze omschrijving weinig houvast en richtten zij hun vragen er op, wat toch eigenlijk de inhoud van die maatstaven was. In de Memorie van Antwoord bij de begroting voor 1957 heet het dan: ,,De vraag welke maatstaven voor de stormramp van 1 februari 1953 golden bij de beoordeling van de stand der zeedijken is in haar alge meenheid bezwaarlijk te beantwoor den" (blz. 15). Bij een geschrift van Rijkswaterstaat of van de Deltacom missie zou de lezer gezien hun on toegankelijkheid bij zo'n nietszeg gend antwoord weinig resten dan te berusten in het democratisch be stel van een volksvertegenwoordi ging kan daarmede niet worden vol staan. Ondanks de bezwaren kwam er dan ook een iets meer zeggend antwoord, zij het dat dit belast bleef met zwa re slagen om de arm: „Aangenomen wordt, dat alle wa terkeringen grotendeels voldeden aan de eisen, welke voortvloeien uit de ervaringen van de vóór 1953 bekende stormvloeden". Aangenomen" is hier het juiste woord: wat men aanneemt is zo bij wijze van veronderstelling; van een bestaande feitelijkheid kan dan niet gesproken worden. De werkelijkheid was zo, dat „alle waterkeringen gro tendeels „een bont geheel vormden, boordevol met erge en minder erge afwijkingen om bovengenoemde eisen en dat na de opheffing van de Nood wet Dijkherstel het dijkenstelsel op vele plaatsen riep ja kreunde om een grotere of minder grote mate van herstel tot een peil. dat er van de kant van de waterschapsbesturen ge sproken kon worden van een aan vaardbaar risico. Goedkope gerust stellingen van niet-onmiddellijk be langhebbenden houden er geen of te weinig rekening mee, dat er gemid deld om de 2 jaar 'n stormvloed is, al behoeft dat geen over een groot gebied gevaarlijke stormvloed te zijn. Zo waren er bv. polders in Zuidwest, die on 23 december 1954 en 16 janua ri 1955 een schade hadden door wa teroverlast, die liep in de duizenden. Aanvaardbaar risico ligt anders, al naar men binnen of buiten de ge varenzone vertoeft ook moeten de rschapsbestureni er rekening mee hor-:dat lang niet altijd een ge- hee. gewest of een geheel eiland, maar soms één enkel waterschap ge teisterd wordt. Hieruit vloeit duidelijk voort, dat met de plaatselijke deskun digen uit Zuidwest votop rekening moet worden gehouden en dat men éoze niet tot een bevredigende op- lof kan komen, wanneer door De- pa r - of Rijkswaterstaat niet van de ju.: beginselen wordt uitgegaan. Een thr r:e die er zich op toelegt niet de zwakke plekken te onderkennen, maar 't aantal erkende zwakke plek ken zo klein mogelijk te maken kan in een land me: een kritisch volk en 'n stemhebbende volksvertegenwoor diging nooit trbevrediging leiden. De ministeriële theorie leert ver der: „Indien echter in een dergelijke waterkering (een dijk, die staande is gebleven) plaatselijk een vak voor komt, dat aan die eisen niet vol doet, wordt het bestaan van een „zwakke plaats" aangenomen". Dat moet dan precies de lage plek zijn, die intact is gebleven, waar dus de stormvloed niet door of over is geslagen immers de door de storm vloed wel getroffen plekken vielen in het algemeen reeds onder de Nood wet-Dij ksher stel Zulke bijzonder zwak ke maar niet getroffen plekken, ge legen in een toevallig niet getroffen dijk, zijn er niet veel en het gevolg van deze omschrijving is dat er aan herstel van zwakke plekken in de praktijk niet veel behoeft te worden gedaan cn de kosten natuurlijk laag blijven. Met deze theorie, „dat een zwakke plaats wordt gevormd door een dijkvak, dat in die mate in min dere conditie verkeert dan de rest van de waterkering, dat de betere staat van het overgrote deel niet tot zijn recht komt" welke rest echter ook zeer wel onvoldoende kan zijn, zij het in een mindere graad, zo voegen wij toe is slechts een klein deel van het veel uitgebreidere euvel ver holpen. Langs kunstmatige weg is zo het aantal hinkende paarden, die achter aan komen, tot veel kleiner aantal teruggebracht, die dan zullen worden gecureerd. Van de vele andere, die hinkende blijven en van welke toch dezelfde diensten gevraagd worden als van de gezonde en herstelde, trekt men zich verder niets aan. Het gaat hier voor de bevolking om dijk vakken, die groot gevaar opleveren en die men nog een kwarteeuw, die gemakkelijk tot een halve eeuw of langer kan uitdijen aan hun lot wil overlaten. Zo schrijft de Memorie van Antwoord op het Ontwerp-Deltaplan onder dagtekening van 22 mei 1957 op blz. 9: Met de in het Voorlopig Verslag gemaakte opmerking dat geduren de de lange periode, dat de werken tot afsluiting van de zeegaten nog niet gereed zullen zijn, de dijken bestand zullen moeten zijn tegen stormvloeden, kan in deze vorm bezwaarlijk worden ingestemd Al ontbreekt er aan de vorm van deze zin niets: wat er wordt bedoeld is duidelijk weergegeven. Even dui delijk is ook, dat een bewindsman neft als iedereen, maar toch altijd nog iets sterker bewust, er mee moet in stemmen, dat zwakke plaatsen in dij ken. willen ze bestand zijn tegen stormvloeden, zo dienen te worden versterkt, dat zij ook in de langduri ge overgangsperiode een voldoend waterkerend vermogen hebben. Uit het ooguit het hart De vergelijking dringt zich op, dat het kan voorkomen, dat wat aan de kinderkens duidelijk is, aan de wij zen wordt onthouden. Er moeten eni ge gronden zijn, die het begripsver mogen zo traag doen werken. De mate van stuwkracht, die in deze van het centrale gezag uitgaat, is in overeenstemming met de op vatting, waarvan de Memorie van Toelichting bij het ontwerp-delta wet op blz. 23 blijk geeft: „Zo valt het belang van het land, dat een gedeelte van zijn gebied door een overstroming ziet geteisterd waardoor 'n o'ngundtige terugslag op de gehele nationale economie volgt zich niet in dezelfde categorie als dat van de ondernemer, wiens gehele be drijf door een ramp in enige minuten kan worden vernietigd. „Het landsbe lang wordt dan verder aangegeven als „indirect en verwijderd", dat van de in de omgeving gelegen goe deren en bedrijven als „onmiddel lijk". Al slaat deze aanhaling op econo mische belangen, ook dan getuigt ze van een onjuiste opvatting. De staat mag niet gerust zijn, zolang in zuid west nog verscheidene polders groot (Advertentie) gevaar lopen van overstroming, al zullen daarbij dan ook verscheidene provincies en vele landstreken onge moeid blijven. Dat het landsbelang daarbij slechts indirect en verwijderd zou zijn betrokken, doet denken aan de tijd van: Wie water deert, die wa ter keert. Tussen een sentimentele, overgevoelige vadertje Staat en een afzijdige, onverschillige stiefvader Staat ligt de juiste opvatting. Temeer nu toezicht en oppertoezicht in han den van de staat zijn, moet het zo gezien worden dat de staat bij ramp spoeden, die te voorzien waren, on middellijk en van nabij is betrokken. Als door onvoldoende verzorging van dijken „het gehele bedrijf van een ondernemer in enige uren wordt ver nietigd", dan blijft het natuurlijk niet bij dat ene slachtoffer, dan wordt een landstreek geteisterd, 't Landsbelang is daarbij zozeer betrokken, dat het plicht is. dat de staat vooropgaat en voorop blijft gaan bij het in werking stellen van de middelen om die pol ders, waar door zwakke plekken de veiligheid nog veel te wensen over laat, met spoed te helpen. Echter wordt de afstand van dit gezonde standpunt eer groter dan kleiner. Een tweede gta-in.de.weg Zou men zich dus de gezindheid anders wensen ruimer en brandend van algemene vaderlandsliefde een grotere sta-in-de-weg zijn de exclu- Het grootse Deltaplan, dat pas over enkele tientallen ja ren zijn beslag kan krijgen, mag de aandacht niet doen verliezen voor het heden. Een heden, dat ruim vier jaar na de watersnoodramp, nog altijd moet tobben met zwakke plek ken in de waterkeringen. Wel iswaar wordt er het een en an der aan gedaan. Nog onlangs is er een persexcursie geweest naar de dijkversterkingswer- ken langs de Westerschelde, waar men op een aantal plaat sen nu druk bezig is. Betekent dit, dat men tevreden en ge rust kan zijn? Onze medewer ker Luctor heeft de zaak aan de hand van de thans versche nen Kamerstukken nauwkeurig nageplozen. In een paar arti kelen doet hij verslag van zijn bevindingen. Deze fahriekspartij hi eden wij l TIJDELIJK aan voor fantastisch LAGE PRIJZEN! Heerlijk warm Gevuld met 100% nieuw materiaal Overtrokken met: bovenkant, fraai glanzend satijn onderkant, stevige katoen In de kleuren: groen, terra of goud Snijmaat 120 x 180 cm éénpersoons voor divan bedden en 1 pers: ledikan ten. Normale prijs 14.50 Snijmaat 160 x 210 er- zeer royale een pers. maa' voor brede ledikanten o' voor smalle 2 persoon; De lengte is royaal. Normale prijs 21 Snijmaat: 180 x 210 cm. De grote tweepersoons deken. Normale prijs23.75 OO A l> IC t: KH n A A A BREDA BERGEN OP ZOOM sieve gevoelens door Rijkswaterstaat gekoesterd voor haar Deltaplan. Lo gisch staat de zaak der zwakke plek ken geheel op zich zelf, zodat voor- en tegenstanders van het Deltaplan daarop een gelijke kijk kunnen heb ben. Maar vaak ziet men, dat een zeer sterk subjectief gevoel voor het één zich moeilijk met objectivi teit voor het ander verdraagt. Men heeft zich nu eenmaal vastgebeten in de grondstelling, dat veiligheid moet uitgaan van het Deltaplan. Dat en dat alleen kan veiligheid brengen. Ook voor de Minister is het Delta plan alpha en omega; op 4 april 1957 gaf hij daarvan in de Eerste Kamer nogmaals blijk door op te merken, „dat aan de bezwaren die in 1953 zijn gebleken, zijn tegemoet gekomen wordt door de uitvoering van het Del taplan. Men moet dus centraal stellen, dat het Deltaplan de centrale oplossing voor het gehele vraagstuk geeft". Dat standpunt kan door Zuidwest onmogelijk worden aanvaard, het zou een kwarteeuw van een groot tekort aan veiligheid betekenen. Onnodig ingewikkeld De gehele gang van zaken is een schoolvoorbeeld, hoe een eenvoudige en klare zaak tot een netelig pro bleem kan worden gemaakt. Door gaande op het voetspoor van de nood- wet-dijkherstel hadden de zwakke plekken onverwijld versterkt moeten zijn. Daarvoor was alleen nodig ge weest, dat bij Verkeer en Waterstaat de zaken beter in perspectivisch en logisch verband werden gezien. Hoe zeer het daaraan ontbreekt blijkt uit de volgende uitspraak bij de begro ting voor 1957 in de Eerste Kamer. „Maar om deze dijken te brengen op zodanig peil als gewenst zou zijn, wanneer men het alternatief van de afsluiting zou nemen, zou niet juist zjjn. Wij moeten dus met een zekere marge werken". Het gaat echter bij deze zaak niet om de keuze van het Deltaplan of Dijkenplan. Het gaat er slechts om dat de veiligheid na de les van 1 fe bruari 1953 ook in de eerstvolgende kwarteeuw zo goed mogelijk gewaar borgd moet zijn en dat de marge van de ministér niet zijn mag de mar ge tussen leven en dood van onschul diger!. Het spelen met mensenlevens is om te beginnen ontoelaatbaar en bovendien behoeft bij het volgen van een logische en perspectivische ge- dachtengang daarvan ook in het ge heel geen sprake te zijn. Gezien in het grote verband vah< verleden, he den en toekomsthet laatste met inbegrip daarvan of^het- Deltaplan zou worden uitgevoerd of niet zou worden uitgevoerd dus de zaak geheel behandeld naar eigen wezen, zou er bij onverwijlde verbetering van alle zwakke plekken alleen werk worden gedaan, dat toch gebeu ren moet: wordt he t Dijken plan gekozen, dan moeten de zwakke plekken verdwijnen en zou het Deltaplan worden gekozen, dan moeten die zwakke plekken ook ver dwijnen, daar het Deltaplan geen voet aan de grond kan krijgen zon der aanmerkelijke dijkverhogingen in het gehele deltagebied. Met het weg werken van die zwakke plekken zou dus voor het heden iets zijn gekozen, dat gebiedend noodzakelijk is en dat ook in de toekomst niets overbodigs zou inhouden. Gouverner c'est prévoir regeren is vooruitzien. LUCTOR King Size Filter Cork Tipped 55 „In Nederland verblijven met in begrip van de Hongaren, die na de oktober-revolutie asiel hebben gekre gen, ca. 17000 ontheemden, afkomstig uit vrjjwel alle landen achter het ijzeren gordijn. Meerderen onder hen verwachten dat vroeg of .laat de politieke situa tie achter het ijzeren gordijn zal veranderen en stellen zich voor als dan naar hun land terug te keren. Deze ontheemden staan geestelijk als het ware met de ene voet in Neder land en met de andere in het land, waar zij zijn geboren en getogen. Vele anderen beschouwen hun tegen woordig verblijf als niet van voorbij gaande aard, maar gevoelen even als de hiervoor genoemde categorie de behoefte hun nationale tradities en cultuur te beleven en uit te dragen" aldus lezen we in het eerste num mer van „Nieuwe Verten", het on langs verschenen tijdschrift voor ont- .heemden. Dit tijdschrift, dat correct is uit gevoerd, verschijnt onder auspiciën van de Stichting Nederlandse Fede ratie voor Vluchtelingenhulp en is ge dacht als contactorgaan tussen Neder landers en ontheemden en tussen ont heemden onderling. Door verbreding van inzicht en ken nis zullen deze betrekkingen worden verdiept en verrijkt en kunnen wel licht nieuwe banden worden gelegd. Dat dit voor beide partijen van on schatbare waarde kan zijn, valt bui ten twijfel en daarom is het initia tief van de raad van Overleg van de Nederlandse Federatie voor Vluchte lingenhulp en de daarin samenwer kende ontheemden organisaties, zeer te prijzen. In de redactie-raad hebben o.a. zit ting de vertegenwoordigers van de volgende ontheemden organisaties: De Vereniging van Poolse Oudstrij ders, Bond van Hongaren. Poolse Katholieke Vereniging in Nederland, de Bond van Letten, de Vereniging van Estlanders in Nederland, de Bond van Oekrainers, de Russische Vereni ging en andere. De redactie van ..Nieuwe Verten" bestaat uit twee Nederlanders en drie ontheemden. Een der redacteuren is de Poolse journalist, Billy Strenk. Doel De redactie stelt zich als doel zich te richten tot de ontheemden maar evenzeer tot Nederlanders, opdat een ontmoetingsplaats wordt gecreëerd alwaar eerbied, begrip en waarde ring voor elkander kunnen worden ge kweekt. Hierop wijst in het eerste nummer met name het artikel van de Hongaarse redacteur over de gees tesgesteldheid van de Hongaarse vluchtelingen. In de .toekomst stelt de redactie zich voor o.m. aandacht te schenken aan de culturele verworvenheden zo wel van Nederland als van de landen waaruit de ontheemden stammen: aan de wijzigingen welke zich heb ben voorgedaan voor de bevolking van de landen, sedert het ijzeren gor dijn is gevallen; aan de „eigen-aardige" positie, waarin de ontheemden in Nederland zich bevinden; de voorlichting van de ontheem den op juridisch-, sociaal- economisch en algemeen maatschappelijk terrein: en ook aan de propaganda van ach ter het ijzeren gordijn onder de ont heemden in het vrije westen. De re dactie staat op de bres voor de vrij heid van de menselijke persoon, om dat dit beginsel de ideologieën in het westen en in het oosten wezen lijk van elkaar onderscheidt. De minister van Justitie, prof. dr. I. Samkalden, heeft in antwoord op door het Tweede Kamerlid de heer Berkhouwer ge stelde vragen over de geënsceneerde inbraak in de nacht van 25 op 26 april j.l. in het notariskantoor van notaris J. J. Sch. te Valkenswaard, medegedeeld, dat hij, hoewel hij begrip heeft voor het streven van de officier van Justitie naar een zo volledig moge lijke bewijsconstructie, de gehele enscenering toch niet kan be wonderen. De minister vindt deze wel zeer zwaar van opzet, en meent dat het plan, al kan niet van provocatie tot misdrijf gesproken worden, te veel provocatieve elementen bevat. Het komt hem tevens onjuist voor dat het plan voor de arrestatie van de 70-jarige P. de J. uit Amsterdam zodanig was opgesteld, dat het wel slagen voor een belangrijk deel afhan kelijk was van de medewerking van een particulier burger. Ook hebben de politie-ambtenaren zich niet in een zodanige gevaarlyke situatie bevon den, dat het lossen van pistoolschoten gerechtvaardigd was. Wel moet het in de gegeven omstan digheden gerechtvaardigd worden ge acht, dat zij met een pistool bewapend waren. Gezien de resultaten van het ingestelde uitvoerige onderzoek, mag als vaststaand worden aangenomen, dat niet opzettelijk is geschoten. Ver moed wordt, dat de brigadier, die gevuurd heeft, is aangestoten of zich gestoten heeft en dat daardoor het eerste schot is afgegaan. Het onmid dellijk daarop afgevuurde tweede schot zou dan het gevolg van een re flexbeweging zijn geweest. Wat hier van zij, naar het oordeel van de mi nister leverde in de gegeven situatie waarin verscheidene personen binnen een betrekkelijk kleine ruimte bijeen waren, een optreden van de betrok kene, waarbij hij een pistool in de hand had, dat niet op veilig was ge steld, te grote risico's op. Aangezien het hier mede betreft optreden van gemeentepolitie, heeft de minister zich te dezer zake ver staan met zijn ambtgenoot van bin nenlandse zaken, bezitsvorming en pu bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie, met het verzoek hieraan de nodige aandacht te schenken. Het wettig bewijs Volgens minister Samkalden is het plan, om in het notariskantoor van de notaris J.J.Sch. waarin de praktijk Tijdens de halve finales heren en kelspel in het Wimbledon tennis toernooi in Engeland, versloeg de Australiër Lew Hoad de Zweed Sven Davidson en de Australiër Ishley Cooper zijn landgenoot leale Frase, zodat in de finale de Uistraliërs Cooper en Hoad tegen zlkaar uitkomen. Op de foto ziet men de Zweed Davidson, die zijn tegenstander Hoad geluk wenst met zijn overwinningnadat hij met 64, 64, 7S tiara hem had gewonnen. wordt uigteoefend door de kandidaat notaris J.F.J.M. uit Eindhoven, in te breken, de brandkast te forceren en dan voor te wenden dat een groot geldbedrag was ontvreemd om dit van de verzekeringsmaatschappij te rug te krijgen, door P. de J. eigener beweging voorgelegd aan de kandi daat-notaris. Deze heeft belangstelling voor dit plan voorgewend ten einde details te vernemen en aldus de politie zo vol ledig mogelijk te kunnen inlichten. Na het eerste gesprek met de J. heeft de kandidaat-notaris daarvan aan stonds kennis gegeven aan de plaat selijke politie, die vervolgens ter stond de officier van justitie te Den Bosch op de hoogte heeft gesteld. Dé politie heeft, in overleg met de genoemde officier van justitie, de kan- didaat-notaris aangeraden het con tact met de J. voort te zetten en een tijdstip voor de door deze beraamde pseudo-inbraak te bepalen. De bedoeling hiervan was wettig bewijs te kunnen leveren van het door de J. bij diens eerste gesprek met de kandidaat-notaris reeds ge pleegde misdrijf, omschreven in ar tikel 134 bis,- eerste lid, van het wetboek van strafrecht. Bij dit ge sprek waren geen derden aanwezig zodat in geval van ontkenning door de verdachte het bewijsmateriaal onvoldoende zou zijn geweest. Acht de minister het dan juist, zo had de heer Berkhouwer gevraagd, dat door leden van het openbaar mi nisterie, tezamen met politieambtena ren een persoon, die het notarisambt beoefent, plannen worden beraamd, door de uitvoering waarvan iemand wordt gebracht tot, althans hem hulp wordt verleend bij het plegen van hetzij het misdrijf ex artikel 134 bis wetboek van strafrecht, hetzij enig ander misdrijf? De feitelijke situatie lag echter enigs zins anders dan in deze vraag wordt verondersteld, aldus het antwoord van de minister. Met name is de J. niet door de uitvoering van een door anderen be raamd plan tot het misdrijf gebracht. De minister is overigens van oor deel, dat reeds voldoende bewijs geleverd had kunnen worden in dien de J. zou zijn gearresteerd toen hij overeenkomstig de gemaak te afspraak laat in de avond voor het plegen van de pseudo-inbraak op het erf van het notariskantoor was verschenen. De officier van justitie heeft er ech ter teneinde elke mogelijkheid van een aan het tweede lid van ge noemd artikel van het wetboek van strafrecht (vrijwillig terugtreden) ontleend verweer uit te sluiten de voorkeur aan gegeven, dat met de arrestatie werd gewacht, totdat de J. binnen het notariskantoor alle voor bereidingen voor de uitvoering van zijn plan had getroffen. Incidenten De minister bevestigt voorts, dat het bij ds uitvoering van het plan tot ernstige incidenten is gekomen, zoda nig dat de persoon P. de J. gedood is door brigadier O. en deze laatste de hoofdagent V. eveneens door 'n schot uit een politiepistool, zwaar verwond heeft. Tevens is een lid van het par ket een ogenblik met een pistool be dreigd door een politieambtenaar in burger, die hem niet kende en hem voor een medeplichtige van de J. aanzag.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 7