„ZWAKKE PLEKKEN"
moeten verdwijnen, met
of zonder Deltaplan
GEWATTEERDE
DEKENS
9.
LONG RUN
ZOMER PRIJZEN
95
95
Minister Samkalden heeft er geen
bewondering
voor
En nu.... de eindstrijd
U spaart guldens,
als U NU Uw gewatteerde
deken koopt.
Dank zij het
samenspel van Long Run's Fresh Flavor Filter
en koel-rokende Amerikaanse tabakken
11
VIERDE BLAD
VRIJDAG 5 JULI 1957
Benauwend vraagstuk voor het Zuidwesten
Zwakke theorie
Oordeelt U zelf.
NU..
De geënsceneerde inbraak te Valkenswaard
Tijdschrift voor ontheemden
Nieuwe Verten"
Te grote risico 's
ij#
7iJrol/l ra vOoIt" *7/^11 7iin 1-110+ 1 rnl <-] aqI nn r\ 0 wino+o €i_ I
Een zwakke plek zou zijn, wat niet voldoet aan de maatsta-1
ven, die vóór de stormvloedramp van 1 februari 1953 golden. Daar
echter de normen van vóór 1953 zeer in het vage verkeerden en
de grondslag van die normen de hoogst voorgekomen stand
bovendien door de leidende functionarissen van Rijkswaterstaat
niet meer als zodanig wordt erkend en naar het vergeetboek is
verwezen, hadden de Kamerleden aan deze omschrijving weinig
houvast en richtten zij hun vragen er op, wat toch eigenlijk de
inhoud van die maatstaven was.
In de Memorie van Antwoord bij
de begroting voor 1957 heet het dan:
,,De vraag welke maatstaven voor
de stormramp van 1 februari 1953
golden bij de beoordeling van de
stand der zeedijken is in haar alge
meenheid bezwaarlijk te beantwoor
den" (blz. 15). Bij een geschrift van
Rijkswaterstaat of van de Deltacom
missie zou de lezer gezien hun on
toegankelijkheid bij zo'n nietszeg
gend antwoord weinig resten dan te
berusten in het democratisch be
stel van een volksvertegenwoordi
ging kan daarmede niet worden vol
staan.
Ondanks de bezwaren kwam er dan
ook een iets meer zeggend antwoord,
zij het dat dit belast bleef met zwa
re slagen om de arm:
„Aangenomen wordt, dat alle wa
terkeringen grotendeels voldeden aan
de eisen, welke voortvloeien uit de
ervaringen van de vóór 1953 bekende
stormvloeden".
Aangenomen" is hier het juiste
woord: wat men aanneemt is zo bij
wijze van veronderstelling; van een
bestaande feitelijkheid kan dan niet
gesproken worden. De werkelijkheid
was zo, dat „alle waterkeringen gro
tendeels „een bont geheel vormden,
boordevol met erge en minder erge
afwijkingen om bovengenoemde eisen
en dat na de opheffing van de Nood
wet Dijkherstel het dijkenstelsel op
vele plaatsen riep ja kreunde om een
grotere of minder grote mate van
herstel tot een peil. dat er van de
kant van de waterschapsbesturen ge
sproken kon worden van een aan
vaardbaar risico. Goedkope gerust
stellingen van niet-onmiddellijk be
langhebbenden houden er geen of te
weinig rekening mee, dat er gemid
deld om de 2 jaar 'n stormvloed is,
al behoeft dat geen over een groot
gebied gevaarlijke stormvloed te zijn.
Zo waren er bv. polders in Zuidwest,
die on 23 december 1954 en 16 janua
ri 1955 een schade hadden door wa
teroverlast, die liep in de duizenden.
Aanvaardbaar risico ligt anders,
al naar men binnen of buiten de ge
varenzone vertoeft ook moeten de
rschapsbestureni er rekening mee
hor-:dat lang niet altijd een ge-
hee. gewest of een geheel eiland,
maar soms één enkel waterschap ge
teisterd wordt. Hieruit vloeit duidelijk
voort, dat met de plaatselijke deskun
digen uit Zuidwest votop rekening
moet worden gehouden en dat men
éoze niet tot een bevredigende op-
lof kan komen, wanneer door De-
pa r - of Rijkswaterstaat niet van
de ju.: beginselen wordt uitgegaan.
Een thr r:e die er zich op toelegt niet
de zwakke plekken te onderkennen,
maar 't aantal erkende zwakke plek
ken zo klein mogelijk te maken kan
in een land me: een kritisch volk en
'n stemhebbende volksvertegenwoor
diging nooit trbevrediging leiden.
De ministeriële theorie leert ver
der:
„Indien echter in een dergelijke
waterkering (een dijk, die staande
is gebleven) plaatselijk een vak voor
komt, dat aan die eisen niet vol
doet, wordt het bestaan van een
„zwakke plaats" aangenomen".
Dat moet dan precies de lage plek
zijn, die intact is gebleven, waar dus
de stormvloed niet door of over is
geslagen immers de door de storm
vloed wel getroffen plekken vielen in
het algemeen reeds onder de Nood
wet-Dij ksher stel Zulke bijzonder zwak
ke maar niet getroffen plekken, ge
legen in een toevallig niet getroffen
dijk, zijn er niet veel en het gevolg
van deze omschrijving is dat er aan
herstel van zwakke plekken in de
praktijk niet veel behoeft te worden
gedaan cn de kosten natuurlijk laag
blijven. Met deze theorie, „dat een
zwakke plaats wordt gevormd door
een dijkvak, dat in die mate in min
dere conditie verkeert dan de rest
van de waterkering, dat de betere
staat van het overgrote deel niet tot
zijn recht komt" welke rest echter
ook zeer wel onvoldoende kan zijn, zij
het in een mindere graad, zo voegen
wij toe is slechts een klein deel
van het veel uitgebreidere euvel ver
holpen.
Langs kunstmatige weg is zo het
aantal hinkende paarden, die achter
aan komen, tot veel kleiner aantal
teruggebracht, die dan zullen worden
gecureerd. Van de vele andere, die
hinkende blijven en van welke toch
dezelfde diensten gevraagd worden
als van de gezonde en herstelde,
trekt men zich verder niets aan. Het
gaat hier voor de bevolking om dijk
vakken, die groot gevaar opleveren
en die men nog een kwarteeuw, die
gemakkelijk tot een halve eeuw of
langer kan uitdijen aan hun lot wil
overlaten. Zo schrijft de Memorie van
Antwoord op het Ontwerp-Deltaplan
onder dagtekening van 22 mei 1957 op
blz. 9:
Met de in het Voorlopig Verslag
gemaakte opmerking dat geduren
de de lange periode, dat de werken
tot afsluiting van de zeegaten nog
niet gereed zullen zijn, de dijken
bestand zullen moeten zijn tegen
stormvloeden, kan in deze vorm
bezwaarlijk worden ingestemd
Al ontbreekt er aan de vorm van
deze zin niets: wat er wordt bedoeld
is duidelijk weergegeven. Even dui
delijk is ook, dat een bewindsman
neft als iedereen, maar toch altijd nog
iets sterker bewust, er mee moet in
stemmen, dat zwakke plaatsen in dij
ken. willen ze bestand zijn tegen
stormvloeden, zo dienen te worden
versterkt, dat zij ook in de langduri
ge overgangsperiode een voldoend
waterkerend vermogen hebben.
Uit het ooguit het hart
De vergelijking dringt zich op, dat
het kan voorkomen, dat wat aan de
kinderkens duidelijk is, aan de wij
zen wordt onthouden. Er moeten eni
ge gronden zijn, die het begripsver
mogen zo traag doen werken.
De mate van stuwkracht, die in
deze van het centrale gezag uitgaat,
is in overeenstemming met de op
vatting, waarvan de Memorie van
Toelichting bij het ontwerp-delta
wet op blz. 23 blijk geeft: „Zo valt
het belang van het land, dat een
gedeelte van zijn gebied door een
overstroming ziet geteisterd
waardoor 'n o'ngundtige terugslag op
de gehele nationale economie volgt
zich niet in dezelfde categorie als dat
van de ondernemer, wiens gehele be
drijf door een ramp in enige minuten
kan worden vernietigd. „Het landsbe
lang wordt dan verder aangegeven
als „indirect en verwijderd", dat
van de in de omgeving gelegen goe
deren en bedrijven als „onmiddel
lijk".
Al slaat deze aanhaling op econo
mische belangen, ook dan getuigt ze
van een onjuiste opvatting. De staat
mag niet gerust zijn, zolang in zuid
west nog verscheidene polders groot
(Advertentie)
gevaar lopen van overstroming, al
zullen daarbij dan ook verscheidene
provincies en vele landstreken onge
moeid blijven. Dat het landsbelang
daarbij slechts indirect en verwijderd
zou zijn betrokken, doet denken aan
de tijd van: Wie water deert, die wa
ter keert. Tussen een sentimentele,
overgevoelige vadertje Staat en een
afzijdige, onverschillige stiefvader
Staat ligt de juiste opvatting. Temeer
nu toezicht en oppertoezicht in han
den van de staat zijn, moet het zo
gezien worden dat de staat bij ramp
spoeden, die te voorzien waren, on
middellijk en van nabij is betrokken.
Als door onvoldoende verzorging van
dijken „het gehele bedrijf van een
ondernemer in enige uren wordt ver
nietigd", dan blijft het natuurlijk niet
bij dat ene slachtoffer, dan wordt een
landstreek geteisterd, 't Landsbelang
is daarbij zozeer betrokken, dat het
plicht is. dat de staat vooropgaat en
voorop blijft gaan bij het in werking
stellen van de middelen om die pol
ders, waar door zwakke plekken de
veiligheid nog veel te wensen over
laat, met spoed te helpen. Echter
wordt de afstand van dit gezonde
standpunt eer groter dan kleiner.
Een tweede gta-in.de.weg
Zou men zich dus de gezindheid
anders wensen ruimer en brandend
van algemene vaderlandsliefde een
grotere sta-in-de-weg zijn de exclu-
Het grootse Deltaplan, dat
pas over enkele tientallen ja
ren zijn beslag kan krijgen,
mag de aandacht niet doen
verliezen voor het heden. Een
heden, dat ruim vier jaar na
de watersnoodramp, nog altijd
moet tobben met zwakke plek
ken in de waterkeringen. Wel
iswaar wordt er het een en an
der aan gedaan. Nog onlangs
is er een persexcursie geweest
naar de dijkversterkingswer-
ken langs de Westerschelde,
waar men op een aantal plaat
sen nu druk bezig is. Betekent
dit, dat men tevreden en ge
rust kan zijn? Onze medewer
ker Luctor heeft de zaak aan
de hand van de thans versche
nen Kamerstukken nauwkeurig
nageplozen. In een paar arti
kelen doet hij verslag van zijn
bevindingen.
Deze fahriekspartij hi eden wij l
TIJDELIJK aan voor fantastisch
LAGE PRIJZEN!
Heerlijk warm
Gevuld met 100% nieuw materiaal
Overtrokken met:
bovenkant, fraai glanzend satijn
onderkant, stevige katoen
In de kleuren: groen, terra of goud
Snijmaat 120 x 180 cm
éénpersoons voor divan
bedden en 1 pers: ledikan
ten. Normale prijs 14.50
Snijmaat 160 x 210 er-
zeer royale een pers. maa'
voor brede ledikanten o'
voor smalle 2 persoon;
De lengte is royaal.
Normale prijs 21
Snijmaat: 180 x 210 cm.
De grote tweepersoons deken.
Normale prijs23.75
OO A l> IC t: KH n A A A
BREDA
BERGEN OP ZOOM
sieve gevoelens door Rijkswaterstaat
gekoesterd voor haar Deltaplan. Lo
gisch staat de zaak der zwakke plek
ken geheel op zich zelf, zodat voor-
en tegenstanders van het Deltaplan
daarop een gelijke kijk kunnen heb
ben. Maar vaak ziet men, dat een
zeer sterk subjectief gevoel voor
het één zich moeilijk met objectivi
teit voor het ander verdraagt. Men
heeft zich nu eenmaal vastgebeten
in de grondstelling, dat veiligheid
moet uitgaan van het Deltaplan. Dat
en dat alleen kan veiligheid brengen.
Ook voor de Minister is het Delta
plan alpha en omega; op 4 april 1957
gaf hij daarvan in de Eerste Kamer
nogmaals blijk door op te merken,
„dat aan de bezwaren die in 1953
zijn gebleken, zijn tegemoet gekomen
wordt door de uitvoering van het Del
taplan.
Men moet dus centraal stellen, dat
het Deltaplan de centrale oplossing
voor het gehele vraagstuk geeft".
Dat standpunt kan door Zuidwest
onmogelijk worden aanvaard, het zou
een kwarteeuw van een groot tekort
aan veiligheid betekenen.
Onnodig ingewikkeld
De gehele gang van zaken is een
schoolvoorbeeld, hoe een eenvoudige
en klare zaak tot een netelig pro
bleem kan worden gemaakt. Door
gaande op het voetspoor van de nood-
wet-dijkherstel hadden de zwakke
plekken onverwijld versterkt moeten
zijn. Daarvoor was alleen nodig ge
weest, dat bij Verkeer en Waterstaat
de zaken beter in perspectivisch en
logisch verband werden gezien. Hoe
zeer het daaraan ontbreekt blijkt uit
de volgende uitspraak bij de begro
ting voor 1957 in de Eerste Kamer.
„Maar om deze dijken te brengen
op zodanig peil als gewenst zou zijn,
wanneer men het alternatief van de
afsluiting zou nemen, zou niet juist
zjjn. Wij moeten dus met een zekere
marge werken".
Het gaat echter bij deze zaak niet
om de keuze van het Deltaplan of
Dijkenplan. Het gaat er slechts om
dat de veiligheid na de les van 1 fe
bruari 1953 ook in de eerstvolgende
kwarteeuw zo goed mogelijk gewaar
borgd moet zijn en dat de marge
van de ministér niet zijn mag de mar
ge tussen leven en dood van onschul
diger!. Het spelen met mensenlevens
is om te beginnen ontoelaatbaar en
bovendien behoeft bij het volgen van
een logische en perspectivische ge-
dachtengang daarvan ook in het ge
heel geen sprake te zijn. Gezien in
het grote verband vah< verleden, he
den en toekomsthet laatste met
inbegrip daarvan of^het- Deltaplan
zou worden uitgevoerd of niet zou
worden uitgevoerd dus de zaak
geheel behandeld naar eigen wezen,
zou er bij onverwijlde verbetering
van alle zwakke plekken alleen werk
worden gedaan, dat toch gebeu
ren moet: wordt he t Dijken
plan gekozen, dan moeten de
zwakke plekken verdwijnen en zou
het Deltaplan worden gekozen, dan
moeten die zwakke plekken ook ver
dwijnen, daar het Deltaplan geen
voet aan de grond kan krijgen zon
der aanmerkelijke dijkverhogingen in
het gehele deltagebied. Met het weg
werken van die zwakke plekken zou
dus voor het heden iets zijn gekozen,
dat gebiedend noodzakelijk is en dat
ook in de toekomst niets overbodigs
zou inhouden.
Gouverner c'est prévoir regeren
is vooruitzien.
LUCTOR
King Size Filter
Cork Tipped
55
„In Nederland verblijven met in
begrip van de Hongaren, die na de
oktober-revolutie asiel hebben gekre
gen, ca. 17000 ontheemden, afkomstig
uit vrjjwel alle landen achter het
ijzeren gordijn.
Meerderen onder hen verwachten
dat vroeg of .laat de politieke situa
tie achter het ijzeren gordijn zal
veranderen en stellen zich voor als
dan naar hun land terug te keren.
Deze ontheemden staan geestelijk als
het ware met de ene voet in Neder
land en met de andere in het land,
waar zij zijn geboren en getogen.
Vele anderen beschouwen hun tegen
woordig verblijf als niet van voorbij
gaande aard, maar gevoelen even
als de hiervoor genoemde categorie
de behoefte hun nationale tradities en
cultuur te beleven en uit te dragen"
aldus lezen we in het eerste num
mer van „Nieuwe Verten", het on
langs verschenen tijdschrift voor ont-
.heemden.
Dit tijdschrift, dat correct is uit
gevoerd, verschijnt onder auspiciën
van de Stichting Nederlandse Fede
ratie voor Vluchtelingenhulp en is ge
dacht als contactorgaan tussen Neder
landers en ontheemden en tussen ont
heemden onderling.
Door verbreding van inzicht en ken
nis zullen deze betrekkingen worden
verdiept en verrijkt en kunnen wel
licht nieuwe banden worden gelegd.
Dat dit voor beide partijen van on
schatbare waarde kan zijn, valt bui
ten twijfel en daarom is het initia
tief van de raad van Overleg van de
Nederlandse Federatie voor Vluchte
lingenhulp en de daarin samenwer
kende ontheemden organisaties, zeer
te prijzen.
In de redactie-raad hebben o.a. zit
ting de vertegenwoordigers van de
volgende ontheemden organisaties:
De Vereniging van Poolse Oudstrij
ders, Bond van Hongaren. Poolse
Katholieke Vereniging in Nederland,
de Bond van Letten, de Vereniging
van Estlanders in Nederland, de Bond
van Oekrainers, de Russische Vereni
ging en andere.
De redactie van ..Nieuwe Verten"
bestaat uit twee Nederlanders en drie
ontheemden. Een der redacteuren is
de Poolse journalist, Billy Strenk.
Doel
De redactie stelt zich als doel zich
te richten tot de ontheemden maar
evenzeer tot Nederlanders, opdat een
ontmoetingsplaats wordt gecreëerd
alwaar eerbied, begrip en waarde
ring voor elkander kunnen worden ge
kweekt. Hierop wijst in het eerste
nummer met name het artikel van
de Hongaarse redacteur over de gees
tesgesteldheid van de Hongaarse
vluchtelingen.
In de .toekomst stelt de redactie
zich voor o.m. aandacht te schenken
aan de culturele verworvenheden zo
wel van Nederland als van de landen
waaruit de ontheemden stammen:
aan de wijzigingen welke zich heb
ben voorgedaan voor de bevolking
van de landen, sedert het ijzeren gor
dijn is gevallen;
aan de „eigen-aardige" positie,
waarin de ontheemden in Nederland
zich bevinden;
de voorlichting van de ontheem
den op juridisch-, sociaal- economisch
en algemeen maatschappelijk terrein:
en ook aan de propaganda van ach
ter het ijzeren gordijn onder de ont
heemden in het vrije westen. De re
dactie staat op de bres voor de vrij
heid van de menselijke persoon, om
dat dit beginsel de ideologieën in
het westen en in het oosten wezen
lijk van elkaar onderscheidt.
De minister van Justitie, prof. dr. I. Samkalden, heeft in
antwoord op door het Tweede Kamerlid de heer Berkhouwer ge
stelde vragen over de geënsceneerde inbraak in de nacht van 25
op 26 april j.l. in het notariskantoor van notaris J. J. Sch. te
Valkenswaard, medegedeeld, dat hij, hoewel hij begrip heeft voor
het streven van de officier van Justitie naar een zo volledig moge
lijke bewijsconstructie, de gehele enscenering toch niet kan be
wonderen. De minister vindt deze wel zeer zwaar van opzet,
en meent dat het plan, al kan niet van provocatie tot misdrijf
gesproken worden, te veel provocatieve elementen bevat.
Het komt hem tevens onjuist voor
dat het plan voor de arrestatie van
de 70-jarige P. de J. uit Amsterdam
zodanig was opgesteld, dat het wel
slagen voor een belangrijk deel afhan
kelijk was van de medewerking van
een particulier burger. Ook hebben
de politie-ambtenaren zich niet in een
zodanige gevaarlyke situatie bevon
den, dat het lossen van pistoolschoten
gerechtvaardigd was.
Wel moet het in de gegeven omstan
digheden gerechtvaardigd worden ge
acht, dat zij met een pistool bewapend
waren. Gezien de resultaten van het
ingestelde uitvoerige onderzoek, mag
als vaststaand worden aangenomen,
dat niet opzettelijk is geschoten. Ver
moed wordt, dat de brigadier, die
gevuurd heeft, is aangestoten of zich
gestoten heeft en dat daardoor het
eerste schot is afgegaan. Het onmid
dellijk daarop afgevuurde tweede
schot zou dan het gevolg van een re
flexbeweging zijn geweest. Wat hier
van zij, naar het oordeel van de mi
nister leverde in de gegeven situatie
waarin verscheidene personen binnen
een betrekkelijk kleine ruimte bijeen
waren, een optreden van de betrok
kene, waarbij hij een pistool in de
hand had, dat niet op veilig was ge
steld, te grote risico's op.
Aangezien het hier mede betreft
optreden van gemeentepolitie, heeft
de minister zich te dezer zake ver
staan met zijn ambtgenoot van bin
nenlandse zaken, bezitsvorming en pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie,
met het verzoek hieraan de nodige
aandacht te schenken.
Het wettig bewijs
Volgens minister Samkalden is het
plan, om in het notariskantoor van de
notaris J.J.Sch. waarin de praktijk
Tijdens de halve finales heren en
kelspel in het Wimbledon tennis
toernooi in Engeland, versloeg de
Australiër Lew Hoad de Zweed
Sven Davidson en de Australiër
Ishley Cooper zijn landgenoot
leale Frase, zodat in de finale de
Uistraliërs Cooper en Hoad tegen
zlkaar uitkomen. Op de foto ziet
men de Zweed Davidson, die zijn
tegenstander Hoad geluk wenst
met zijn overwinningnadat hij
met 64, 64, 7S tiara hem had
gewonnen.
wordt uigteoefend door de kandidaat
notaris J.F.J.M. uit Eindhoven, in te
breken, de brandkast te forceren en
dan voor te wenden dat een groot
geldbedrag was ontvreemd om dit
van de verzekeringsmaatschappij te
rug te krijgen, door P. de J. eigener
beweging voorgelegd aan de kandi
daat-notaris.
Deze heeft belangstelling voor dit
plan voorgewend ten einde details te
vernemen en aldus de politie zo vol
ledig mogelijk te kunnen inlichten.
Na het eerste gesprek met de J. heeft
de kandidaat-notaris daarvan aan
stonds kennis gegeven aan de plaat
selijke politie, die vervolgens ter
stond de officier van justitie te Den
Bosch op de hoogte heeft gesteld.
Dé politie heeft, in overleg met de
genoemde officier van justitie, de kan-
didaat-notaris aangeraden het con
tact met de J. voort te zetten en een
tijdstip voor de door deze beraamde
pseudo-inbraak te bepalen.
De bedoeling hiervan was wettig
bewijs te kunnen leveren van het
door de J. bij diens eerste gesprek
met de kandidaat-notaris reeds ge
pleegde misdrijf, omschreven in ar
tikel 134 bis,- eerste lid, van het
wetboek van strafrecht. Bij dit ge
sprek waren geen derden aanwezig
zodat in geval van ontkenning door
de verdachte het bewijsmateriaal
onvoldoende zou zijn geweest.
Acht de minister het dan juist, zo
had de heer Berkhouwer gevraagd,
dat door leden van het openbaar mi
nisterie, tezamen met politieambtena
ren een persoon, die het notarisambt
beoefent, plannen worden beraamd,
door de uitvoering waarvan iemand
wordt gebracht tot, althans hem hulp
wordt verleend bij het plegen van
hetzij het misdrijf ex artikel 134 bis
wetboek van strafrecht, hetzij enig
ander misdrijf?
De feitelijke situatie lag echter enigs
zins anders dan in deze vraag wordt
verondersteld, aldus het antwoord van
de minister.
Met name is de J. niet door de
uitvoering van een door anderen be
raamd plan tot het misdrijf gebracht.
De minister is overigens van oor
deel, dat reeds voldoende bewijs
geleverd had kunnen worden in
dien de J. zou zijn gearresteerd
toen hij overeenkomstig de gemaak
te afspraak laat in de avond voor
het plegen van de pseudo-inbraak
op het erf van het notariskantoor
was verschenen.
De officier van justitie heeft er ech
ter teneinde elke mogelijkheid
van een aan het tweede lid van ge
noemd artikel van het wetboek van
strafrecht (vrijwillig terugtreden)
ontleend verweer uit te sluiten de
voorkeur aan gegeven, dat met de
arrestatie werd gewacht, totdat de J.
binnen het notariskantoor alle voor
bereidingen voor de uitvoering van
zijn plan had getroffen.
Incidenten
De minister bevestigt voorts, dat
het bij ds uitvoering van het plan tot
ernstige incidenten is gekomen, zoda
nig dat de persoon P. de J. gedood is
door brigadier O. en deze laatste de
hoofdagent V. eveneens door 'n schot
uit een politiepistool, zwaar verwond
heeft. Tevens is een lid van het par
ket een ogenblik met een pistool be
dreigd door een politieambtenaar in
burger, die hem niet kende en hem
voor een medeplichtige van de J.
aanzag.