Epos van dr. M. K. E. Gottschalk
over Zeeuwse strijd tegen zee
Belgie betwist recht op
eigenmachtig afdammen
NISPEN
j 1000 jaar dorp
800 jaar kerk
NOG EENS MOORD
OP EEN PASTOOR
De clochards worden verbannen
Moeilijkheden
Goede resultaten bij MTS
te Vlissingen in 1956-1957
Het is nu de tijd van de
industrie-aardbeien
HISTORISCHE GEOGRAFIE IN TWEE DELEN
Alleen eerste deel als dissertatie
V (slot)
Gedwongen naar
Nispen te komen
Goudvondst in
Australië
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 JUNI 1957
Benzinerantsoenering
in Frankrijk
geëindigd
DELTAPLAN EN BINNENWATEREN
Verdere ontplooiing
Zuivering van de Seine-oevers aanhangig gemaakt
Een hinkend leger
Mevrouw Roosevelt
mag niet naar
Rood-China
Noordafrikaanse
café's in Parijs
gesloten
De Nederlandse organisatie voor zuiver-
wetenschappelijk onderzoek heeft mejuffrouw
dr. M. K. E. Gottschalk, lerares in de aardrijks
kunde aan een middelbare school voor meisjes
te Rotterdam, een subsidie verleend voor de uit
gave van het tweede deel van haar „Historische
geografie van westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen".
Het eerste deel van dit werk verscheen in 1955
Mejuffrouw dr. Gottschalk was allereerst van plan geweest beide delen
harer studie als proefschrift uit te geven, maar bij nader inzien zou de
dissertatie daardoor toch te omvangrijk en te kostbaar zijn geworden. Dit
is dan ook de reden, waarom zij het eerste deel van deze historische geo
grafie afsloot bij de St, Elisabethsvloed van 1404. Het tweede deel begint
bij de vijftiende eeuw en eindigt met de inundaties tijdens de tachtigjarige
oorlog.
De nieuwere polders die relatief ho
ger lagen en goed bedijkt waren, had
den weinig hinder van de aanvallen
der zee. In 1530 en 1532 richtten ver-
schiükkelijke stormvloeden veel scha
de aan in het kustgebied, welke ech
ter snel hersteld kon worden. Vervol
gens werd door een lichte regressie
van de zee veel nieuw land aange
wonnen. Deze regressie kwam vooral
in de zeventiende eeuw tot uiting, een
periode waarin ook veel inpolderin
gen geschiedden.
Na een inleiding wijst de schrijf
ster er in deel twee op, hoe tussen
de stormvloeden van 1404 en 1421
het herstel van het in westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen verloren gega-
ne land krachtig ter hand werd ge
nomen, hetgeen wegens geldgebrek
de nodige moeilijkheden opleverde.
Vermeld dient daarbij te worden dat
de St. Elisabethsvloed van 1421, die
o.a. de Biesbosch deed ontstaan, voor
westelijk Zeeuwsch - Vlaanderen
slechts geringe schade meebracht en
de inpolderingen, welke kort te vo
ren hadden plaats gevonden. Dit zelf
de was het geval met de St. Elisa
bethsvloed van 1424.
Ware ramp
Een ware ramp voor de kust
streek betekende de inval der En
gelsen in 1436, die met brandstich
tingen, inundaties en het doorste
ken van de dijken gepaard ging. De
toenmaals ontstane schade kon
slechts heel langzaam en met
vreemde hulp worden hersteld.
De opstand van de Gentenaars te
gen Philips de Goede bracht nieuwe
ellende over de kuststreek, waarbij
brandstichting, plundering en het ver
drijven van de bevolking schering en
inslag waren. Geen wonder dus, dat
in de daarop volgende jaren de in
heemse bevolking weinig energie kon
opbrengen en dat de inpolderingen
steeds meer door buitenstaanders ter
hand werden genomen.
Veel verloren
De stormvloed van 1477 richtte
ernstige schade aan, die veel van het
gepresteerde werk verloren deed
gaan en ook de laatste decenniën
van de vijftiende eeuw waren wegens
burgeroorlogen en stormvloeden een
uiterst zorgelijke tijd voor westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen. Omstr. 1500
leek een betere tijd aan te breken,
toen Maximiliaan en Philips de Scho
ne maatregelen namen om de gevol
gen van stormvloeden binnen het
financieel beheer van Vlaanderen te
brengen, waardoor het gehele land
en niet alleen meer de aan zee gren
zende polders verantwoordelijk zou
zijn voor de verdediging van het
kustgebied. Ook kregen ambtenaren
van Philips de Schone toen het recht
inpolderingen te verrichten en daar
deze nog al kapitaalkrachtig waren,
werden belangrijke werken uitge
voerd.
Scherp contrast
In de eerste helft van de zes
tiende eeuw ontstond een scherp
contrast tussen het oudere land
en de nieuwere polders, die uit
het in 1404 verdronken land
waren teruggewonnen. In deze
tijd werd het oudere land sterk
bedreigd door de zee en de zee
armen, waardoor de eilanden
Kadzand, Wulpen-Koezand, als
mede het waterschap Gaternes
se en het eiland Biervliet ern
stige verliezen leden.
als dissertatie, waarop mejuffrouw Gottschalk
aan de rijksuniversiteit te Utrecht cum laude
de doctorstitel heeft behaald. Het werk is niet
alleen van belang voor de geschiedenis en de
geografie, maar evenzeer voor de Waterstaat,
het Deltaplan, de Bodemkartering, de Geologi
sche Dienst, de Rijksdienst voor het oudheid
kundig bodemonderzoek en andere instanties.
de Provincies kwam terugwinnen,
werden voorlopig nog geen pogin
gen in het werk gesteld het geïnun
deerde kustgebied van westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen droog te leg
gen, daar dit een uitstekende verde
digingslinie vormde.
Een begin van herdijking werd pas
gemaakt tijdens het twaalfjarig be
stand (1609-1621). Uitgestrekte gebie
den bleven echter nog tientallen ja
ren onder water staan, zodat het mid
deleeuwse landschap met een dikke
laag klei werd bedekt. De herdijking
geschiedde uiteindelijk volgens een
geheel nieuw patroon.
Opmars van Parma
Na de Allerheiligenvloed van 1570
begon men in westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen de tachtigjarige oorlog
actief te voeren. Om tenslotte de op
mars van Parma, die de ene stad
na de andere veroverde, te stuiten,
werden tal van dijken doorgestoken.
Toen Maurits hier in 1604 het ver
loren gegane gebied voor de Verenig-
Omlopers
De schrijfster besluit het tweede
deel harer studie dat evenals het
eerste van een Frans resumé is voor
zien met een beschouwing over
de omlopers der waterschappen de
kaart van Pieter Pourbus. Ten be
hoeve der waterschapsbelasting stel
den beëdigde landmeters boeken sa
men, waarin de diverse percelen
groepsgewijs werden beschreven. De
ze boeken, omlopers genoemd, vorm
den als het ware het kadaster der
watering. Zij leren ons tal van de
tails van het landschap kennen, voor
dat oorlogsinundaties diep ingrijpen
de wijzigingen brachten. Op de kaart,
die Pieter Pourbus in 1571 van het
gehele platteland in de omgeving van
Brugge voltooide, zijn vele van deze
details te vinden. Uit de omlopers
valt af te leiden, dat het oude land
sedert de ontginningsperiode weinig
veranderingen had ondergaan. De
grond was sterk versnipperd en alleen
waar grote kloosters en wereldlijke
heren vanouds grondbezit hadden
gehad, trof men grotere percelen aan.
De talrijke verlaten hofsteden, die
in de omlopers worden gesignaleerd,
geven een indruk van de achteruit
gang der bevolking. Merkwaardig
zijn ook de gegevens omtrent de
verspreiding van uitgeveende perce
len. Op deze wijze komt het verschil
in karakter tussen het oude en het
nieuwe land duidelijk in de omlopers
naar voren.
Te Parijs is bekendgemaakt, dat de
benzinerantsoenering vrijdag zal ein
digen.
Frankrijk heeft voorts besloten tot
,,soberheids"-maatregelen, welke on
der meer inhouden kredietbeperkin
gen en strengere bepalingen ten aan
zien van de aankopen op afbetaling.
Een woordvoerder van de nationale
krediet-raad deelde mede, dat beslo
ten was tot de volgende maatregelen:
1) het plafond voor de herdisconte-
ringen van handelszaken zal voor juli
en augustus met 10 procent verlaagd
worden, met het doel de banken te
noodzaken de voorschotten aan haar
cliëntele te beperken.
2) de banken zullen dit plafond
mogen overschrijden, als zij wissels
herdisconteren voor de financiering
van de Franse export. Het doel hier
van is de exporthandelte bevorde
ren.
3) de eerste betaling bij aankoop
oi afbetaling werd verhoogd van 30
tot 35 procent. De periode, waarover
de afbetalingen zich kunnen uitstrek
ken, is met 3 maanden verkort.
IV
Het Deltaplan zal zijn stem
pel ook drukken op de binnen
wateren achter de afsluitdam -
men, omdat er met het oog op
de veiligheid van de werken en
terwille van verbeteringen in
het waterstaatkundig regime
binnendammen zijn ontworpen.
De Brusselse Standaard toont be
grip rVddr Aeze constructies, maar is
speciaal geïnteresseerd in de Volke-
rakdam. welke midden in de Rijn-
vaartweg van Antwerpen komt te lig
gen.
Me? de Volkerakdam wil men de
Nederlandse binnenwateren in twee
bekkens verdelen terwille van de wa
terhuishouding. Met de veiligheid, die
door de afdamming wordt nagestreefd,
heeft hij niets te maken, zo merkt het
Brusselse blad op.
Zijn belangstelling geldt dan vooral
de bevaarbaarheid van de Zeeuwse
wateren als internationale vaarweg
tussen het Schelde-bekken en dat van
de Rijn.
Om die bevaarbaarheid in stand te
houden hebben de promotoren van het
Deltaplan scheepvaartsluizen van gro
te capaciteit in de Volkerakdam voor
zien, terwijl daartegenover het schut
ten van schepen te Wemeldinge zou
komen te vervallen.
Theoretisch zou dit een directe ver
betering van de Rijnverbinding kun
nen betekenen, aldus De Standaard,
maar als men zijn oren bij de schip
pers te luisteren legt, dan zitten er
in de praktijk van meetaf stekelige
kanten aan deze vernieuwing.
De schippers zien het nl. zo, dat
het verdwijnen van de getij va art
het varen duurder zal maken, ter-
In het jaarverslag van de Vlissing-
se M.T.S. die geëxploiteerd wordt
door de vereniging ,de Ruijterschool'
constateert het bestuur met voldoe
ning, dat in 1956 de school gelegen
heid kreeg zich verder te ontplooien.
Bij de aanvang van de cursus 1956-
'57 kon de houten hulpschool, die
naast kantoor- en archiefruimte acht
leslokalen bevat in gebruik worden
genomen.
Voor de medewerking, die men bij
deze bouw mocht ondervinden van
het departement van O.K. W.. van
de rijksgebouwendienst, van de ge
meente Vlissingen, van het architec
tenbureau Rothuijzen en 't Hooft te
Middelburg, van de aannemer en de
diverse onder-leveranciers is het be
stuur zeer erkentelijk.
De officiële opening van het ge
bouw vond plaats op woensdag 28
november 1956 door de inspecteur
van het nijverheidsonderwijs, ir. v.
den Hoek. Vele autoriteiten uit de
kringen van de provincie, gemeente,
onderwijs en het bedrijfsleven ifaven
blijk van hun belangstelling.
Ondanks de opening van deze hulp-
school moeten nog diverse lokalen
van de ,,de Ruijterschool" worden
gebruikt, t.w. 1 tekenzaal, 1 leslokaal,
het laboratorium natuur- en scheikun
de, het laboratorium elektrotechniek,
het laboratorium machines en de
werkplaats metaalbewerking.
Voorlopig kon nog geen toestem
ming verkregen worden om tot de
bouw van een definitief schoolge
bouw over te gaan. Er zullen daar
om verdere maatregelen moeten wor
den getroffen om te voorkomen dat
de beperkte huisvesting als remmen
de factor optreedt bij de verdere
groei van de M.T.S.
In 1956 kon de werkplaats-metaal
bewerking worden uitgebreid en ver
beterd door de aanschaffing van ver
schillende draaibanken sterke-arm-
schaafbanken, boormachines en der
gelijke, terwijl de smederij en de
lasinstallatie geheel werden ver
nieuwd.
Helaas kon ook in dit verslagjaar
nog niet worden overgegaan tot het
aanschaffen van een trekbank voor
het laboratorium materiaalonderzoek.
Dank zij de medewerking van de di
rectie van de N.V. Kon. Mij. ,,De
Schelde" te Vlissingen, die haar la
boratorium wederom ter beschikking
stelde, konden deze praticumlessen
toch doorgang vinden.
Het laboratorium machines werd
verder aangevuld. Afgeleverd werden
o.a. een stoominstallatie, een instal
latie voor ventilatorproeven en een
3-cilinder .Bolnes" motor.
De M.T.S. te Haarlem schonk ten
behoeve van dit laboratorium een
verticale stoommachine met direct
aangedreven gelijkstroomdynamo.
Met voldoening meldt verder het
bestuur dat door het aantrekken van
enkele bevoegde leraren de bezetting
van het korps leerkrachten sterk ge
noeg is.
Groeiend
leerlingenaantal
De Vlissingse M.T.S. bewijst haar
bestaansrecht ook door het groeiend
aantal leerlingen. De cijfers over de
laatste vijf jaren zijn: 1952: 111;
1953: 115; 1954: 140; 1955: 152 en 1956
164.
De meeste leerlingen komen uit
Vlissingen nl. 44; Middelburg levert
er 21 op; Goes 14 en Souburg 11. Z.
VI. is vertegenwoordigd met 24 leer
lingen.
Door de minister van Onderwijs
werd aan elf leerlingen een rijks-sub-
sidie-toelage verleend.
wij] liet varen op een afgesloten
zoetwatermeer bij felle wind eer
der gevaarlijker zal worden, zoals
de vaart op het IJsselmeer getuigt;
in de winter wordt de vaarmoge-
lijkheid vanwege het sneller bevrie
zen van zoet water ook problema
tischer.
Overgangsperiode
De Standaard brengt ook weer de
overgangsperiode bij de uitvoering
van het Deltaplan in het geding. De
duur daarvan zou ook grote moei
lijkheden meebrengen. Hier zal wei
vooral gedacht zijn aan de tijd. waar
in de schepen op deze weg drie slui
zen moeten passeren.
Het Brussels orgaan komt clan met
beschouwingen aandragen over in
ternationaal recht in verband met
de verplichting voor de territoriale
staat om de natuurlijke schikking
van waterlopen niet te wijzigen door
werken, die de rechtmatige belan
gen van andere oeverbewoners in
het geding kunnen brengen.
Het blad verwyst hier naar „zeer
volledig juridisch materiaal", dat de
directeur der Antwerpse havenbe
drijven, ir. de Kesel, heeft verza
meld.
Hierin heet het dan o.m., dat de Oos-
terschelde en haar verbindingen met
de Westerschelde deel uitmaken van
de Schelde en daarom als internati
onale stroom onderhevig zijn aan
schikkingen van internationaal recht.
Verregaande pretentie
Dit is de welbekende Belgische
rechtspretentie, waarmee een Bel
gische medezeggenschap over het Del
taplan verdedigd wordt. Zij blijkt
hier echter nog veel verder te gaan
dan een mogelijkheid van Belgische
inmenging in het regime van de Oos-
terschelde, omdat die Oosterschelde
zgn. ook tot de Schelde behoort,
waarover in tractaten. sprake is.
Er wordt hier nl. ook beweerd, dat
het Haringvliet ais uitmonding van
de Maas onder een internationaal sta
tuut valt en dat het Hollands Diep en
het Haringvliet onder de acte van
Mannheim voor de Rijn vallen, waar
door het aan Nederland verboden is
op de verbindingsweg van de Rijn
naar de Noordzee andere kunstwer
ken tot stand te brengen dan bruggen.
Overigens zouden Rijn en Maas even
zeer als de Schelde krachtens de in
ternationale regelen zonder hinder
voor de scheepvaart bevaren moeten
kunnen worden vanaf de plaatsen,
waar ze bevaarbaar worden tot in
volle zee.
En De Standaard besluit dan ook:
„Daaruit volgt, dat Nederland niet
eigenmachtig afdammingen mag
aanleggen, noch in de Oosterschelde,
noch in het Haringvliet. Het enige
zeegat, waarop Nederland onbe
grensd souverein recht heeft, is de
Grevelingen
En om het nog wat benauwender te
maken voor Nederland, wordt hier
aan dan nog toegevoegd, „dat in het
onderhavige geval niet alleen België,
maar ook Frankrijk. Duitsland en
Zwitserland (Maas, Schelde en Rijn)
hun zeg moeten hebben in deze aan
gelegenheid".
Zo bezien blijft er van de Neder
landse souvereiniteit over de Delta
wateren hoegenaamd niets over. Het
is natuurlijk een argumentatie en
rechtsinterpretatie ..pour besion de la
caux", om de Belgische aanspra
ken te verdedigen die door juristen
aangevochten en weerlegd kunnen
worden en welke de Nederlandse re
gering niet erkennen zal.
Maar het is met dat al wel duide
lijk, dat de Belgische vrees voor on
gunstige beïnvloeding van de Ant
werpse zeevaartweg en Rijnvaartweg
er toe kan leiden, dat België allerlei
werkelijke en vermeende rechten in
het geding gaat brengen, die de uit
voering der Deltawerken, kunnen ver
hinderen of vertragen.
De Brusselse Standaard
heeft in een uitvoerige beschou
wing de Belgische vrees ver
tolkt over de gevolgen van de
uitvoering van het Deltaplan
voor het regime van de Wes
terschelde.
Wij gaven in vórige artikelen
reeds weer, ibelke' ongunstige
invloed men in Antwerpen ver
wacht van de afsluiting der zee
gaten op de waterstanden in
de Westerschelde Bij de gewo
ne getijbeweging en bij storm
vloed en hoe ongerust men in
België is over de mogelijke ver
zanding van de Scheldemond,
met name van het Oostgat.
In dit slotartikel behandelen
we de bezwaren welke „De
Standaard" tenslotte ook nog
van het Deltaplan voor de Ant
werpse Rijnvaartweg in de Tus
senwateren verwacht.
Vooral het vraagstuk van de
afsluiting der Ooster-Schelde
kan een bron worden van fan
tastische eisen voor schadever
goeding aan Antwerpen.
De vriendelijke en religieuze overpeinzingen over het oude
Nispen werden in een vorige bijdrage verstoord door het ver
haal over pastoor Wilhelmus van Gestel, die op zulk een gewel-
dadige wijze om het leven werd gebracht. Hij is echter niet de
enige Nispense pastoor geweest, die op een dergelijke tragi
sche wijze aan zijn einde kwam. Pastoor Henricus Bosch werd
vermoord, kort nadat hij zijn abt verslag had uitgebracht over
een priestermoord in Klein-Zundert.
In een cijnsboek van Tongerloo
staat vermeld, dat de pastoor van
Nispen in 1463 op het kasteeltje van
Esschen woonde. De inwoners van
het goede dorp vonden dit een zeer
onaangename aangelegenheid. Zij
verzochten de pastoor bij herhaling
in Nispen te komen wonen. In 1527
bereikte dit verzoek een hoogtepunt.
De parochianen schreven een indruk
wekkende brief naar hun pastoor,
waarin zij vertelden, dat indien de
pastoor niet genegen was naar Nis
pen te komen, zij zelf een pastorie
zouden bouwen. Dertig jaar later, in
1557, woonde de Nispense pastoor in
derdaad in het dorp, waar hij thuis
hoorde. Spoedig stond hij voor een
verbluffend voorval.
Op de 19e juli 1557 hadden baan-
stropers zich toegang verschaft tot
de pastorie van Klein-Zundert. Zij
haalden 's nachts al het geld en het
grootste deel van de huisraad van
de pastoor weg. De priester zelf had
den zij op zijn bed vermoord. Zij
brachten hem meer dan twintig snij-
wonden toe.
De pastoor van Nispen, Henricus
Bosch geheten, hoorde van de Zun-
dertse gebeurtenissen. Hij vertrok on
middellijk om zich van de toestand
op de hoogte te stellen. Hij schreef
naar zijn abt: ..Zolang ik leef zal ik
nooit het gruwelijke vergeten, van
wat ik daar heb gezien".
De pastoor kon op dat moment niet
vermoeden, dat de bende ook hem
naar het leven stond. In de nacht
van de 23e augustus werd hij het
slachtoffer van een overval. Rond
twaalf uur werd hij door dieven over
vallen en op een onmenselijke wijze
gedood. Zijn voornaamste bezittingen
werden meegenomen.
Henricus -Bosch was een Roosenda
ler van geboorte. Hij werd in de
abdij van Tongerloo opgenomen op
de feestdag van Sint Jan de Doper
in 1516. Hij was een zeer rechtscha
pen man. Hij was prior van de ab
dij geweest en in 1540 kwam hij als
pastoor naar Nispen. Het verhaal
gaat, dat zijn bloed ^dertien jaar na
zijn dood nog op de stenen vloer van
de pastorie zichtbaar was. De paro
chianen' beschouwden dit als - een te
ken, dat de herinnering aan deze
moord, waarbij onschuldig bloed
werd vergoten, moest blijven voort
leven.
Doordat een gerechterlijk onder
zoek plaats greep is het bekend ge
worden hoe de pastorie er in die tijd
uitzag. Voor het complex was een
poortgel^uw met bovenkamer, daar
achter bevonden zich een kapel, eet
kamer, slaapkamer, 'n comptoir,
neerkamer,' knapenkamer, keuken,
kleine keuken, koestal, schuur, ach
terhuis, brouWerij en bakhuis.
Na de dood van de pastoor zorgde
de abt van Tongerloo er voor. dat
een van de paters als herder over
de gelovigen werd aangesteld. Er
verstrijken zeer vele jaren. De his
torie vermeldt geen merkwaardighe
den meer omtrent de besturende
pastoors. Alles zal waarschijnlijk zijn
rustige gang hebben gegaan.
Tongeloo,s triomf
In grove trekken is de oudste ge
schiedenis van Nispen geschilderd.
Er viel veel over te schrijven, want
in de archieven van Tongerloo is een
schat aan gegevens bewaard geble
ven. De invloed van de abdij in het
westen van Brabant is enorm groot
geweest. Vele triomfen heeft Tonger
loo voor de bevolking behaald. De
schoonste triomf is de kerstèning der
mensen.
In de 17e eeuw op het toppunt van
Tongerloo's macht, liggen over Bra
bant meer dan honderd abdijhoeven
over ruim zestig dorpen verspreid.
Tweeduizend lieden betalen hun cijns
aan de witheren. In de 18e eeuw ont
bindt de Franse republiek deze gro
te macht. De abdij verkocht de bes
te hoeven publiek. Krimpte de eco
nomische macht in, doch de geeste
lijke kracht, die door de abdij werd
gegeven bleef en zet zich voort tot
in onze dagen.
Daarom.... als straks in augustus
de Nispenaren de vlaggen uithan-
•v.~
S3*
i
1 r
-im
gen om de eeuwfeesten te vieren
zullen in dankbaarheid de daden
worden gememoreerd die door Ton
gerloo in een onafzienbare reeks
van jaren werden gesteld. In de
feeststoet, die zal uittrekken, zo
verzekerde voorzitter Jozef Haane
zal een eresaluut worden gebracht
aan Tongerloo en zyn witheren.
Nispen werd overvleugeld door de
dorpen in de buurt, die betekenisvol
le steden werden. Toch blijft het een
waarheid, dat west-Brabant veel,
zeer veel aan Nispen heeft te dan
ken.
Deze reeks artikelen over de geschie
denis van Nispen kon worden samenge
steld aan de hand van de volgende uit
gaven en artikelen: Geschiedenis van
Esschen door G. Meeusen en A. Tirelie-
ren; Tussen dal en donken door de eerw.
broeder Al'bertinus: De Ghulden Roos,
jaarboeken 8, 11 en 12; Uit de geschie
denis van Roosendaal en Omstreken, een
verzameling artikelen van dr. Ev. J.
Derikx, ir. A. J. Juten, R. v. Hasselt,
P. Braat e.a.; Voorts werden geraad
pleegd artikelen van pastoor G. C. A.
Juten, enkele exemplaren van de Sint
Geertruidsbronnen en de Katholieke
Encyclopedie.
Het is weer al veertien dagen geleden dat het volop seizoen was voor
de aardbeienkweker welke een produkt teelde voor verse consumptie. Dat
bracht toen vooral in Kapelle en omgeving een grote drukte met zich mee
want hier heeft zich een belangrijk centrum ontwikkelt van vroege aard
beienteelt. Het is nog steeds aardbeientijd in deze plaats en de omgeving
hiervan. Alleen is het nu gebeurd met de vroege aardbeien en ook groten
deels met de aanvoer van aardbeien voor verse consumptie. Het zijn nu de
aardbeien voor de fabriek welke elke dag opnieuw in grote kwantums hun
weg vinden naar de veiling en vandaar naar de conservenfabrieken in
binnen- en buitenland.
de oogst zeer goed was, terwijl het er
nu naar uitziet dat de kg opbrengst
van de industrie-aardbeien erg zal
tegenvallen in onze provincie. Vele
percelen hebben geleden van het
koude voorjaar en de droogte in de
afgelopen weken. De vruchten zijn
erg klein van stuk en groeien niet
uit.
Uit Breda en omgeving komen ech
ter berichten welke spreken van een
goede oogst. Men heeft daar belang
rijk minder last van de droogte dan
in Zeeland.
Door dit alles kan niet gezegd wor
den dat de aardbeienteelt dit jaar
geen goede teelt is, maar het ver
schil met het vorig jaar is toch voor
de Zeeuwse kwekers wel erg groot.
Verwacht mag worden dat de aard
beienoogst in de komende week in
Zeeland wel haar hoogtepunt zal be
reiken. Daarna kan er nog wel wat
aanvoer komen maar of dit nog een
groot kwantum zal zijn, zal afhangen
van de weersomstandigheden. Voor
alles zouden de aardbeien in Zeeland
dankbaar zijn voor een fikse regen
bui, maar hier ziet het op het ogen
blik nog niet naar uit.
Voorlopig lijkt het er op dat de te
lers van vroege aardbeien voor verse
consumptie dit jaar betere resultaten
zullen behalen in Zeeland dan zij die
late aardbeien telen voor de indus
trie. Er moet echter direct worden
bijgezegd dat geen enkel jaar een
dere resultaten geeft. Het is ook al
dikwijls anders geweest.
Op het ogenblik zit men volop in
de pluk van Jucunda en Madame
Moutot. Deze twee rassen zijn bij uit.
stek geschikt om zonder dop geplukt
te worden en daarna in de fabriek te
worden verwerkt. Dat kan gebeuren
door middel van inpulpen om later
verwerkt te worden tot jams. Het kan
ook gebeuren door middel van in
maken in flessen of blik of op vele
andere manieren. De pluk van indus
trie-aardbeien geeft aan vele handen
werk. Er zijn op het ogenblik in Ka
pelle dagaanvoeren.. van rond 40 ton
aardbeien en er komt heel wat kijken
voo? deze allemaal zijn geplukt. Dan
zijn er vele handen in de weer ge
weest.
Overigens is de aanvoer in Kapelle
nog maar een peuleschilletje vergele
ken met de aanvoer in het belang
rijkste centrum van industrie-aard
beien, de streek rond Breda. Op de
veilingen van Breda en Zundert sa
men zijn op het ogenblik dagaanvoe
ren van rond 400 ton. Dat is dus nog
heel wat anders. Hier wordt dan ook
de prijs voor aardbeien bepaald. Het
al of niet slagen van de teelt in deze
omgeving maakt of de prijs van de
aardbeien in ons land hoog of laag is,
Prijzen
Op het ogenblik is de prijs van de
aardbeien zeer bevredigend maar
toch belangrijk lager dan het vorig
jaar. Voor de goede kwaliteiten Ju
cunda ligt de prijs nog boven een
gulden per kg maar de Madame Mou
tot kan op het ogenblik geen gulden
per kg meer halen.
Dat is wel een groot verschil met
het vorig jaar want toen lag de prijs
voor de industrie-aardbeien in Ka
pelle gemiddeld rond f 1,50 per kg
en daarbij komt bovendien dat toen
Menselijk verval, merendeels veroorzaakt door te grote
liefde voor Bacchus, schrikbarende luiheid, ruzie met onze ge
compliceerde gemeenschap en een ziekelijke drang naar een ons
onbekende „vrijheid" zijn de vier afgoden, die Parijs hebben ge
zegend met een naamloos leger haveloze zwervers, de ongeveer
tienduizend clochards.
Hun paspoort bestaat uit hun knap
zak, inhoudende een stuk brood en
een liter wijn, hun hele garderobe
hangt om hun lijf en de rust hunner
aardse bezittingen zit in de diepe
broekzakken. Heel Parijs is hun wo
ning; onder iedere brug over de gril
lige Seine, op iedere bank en, in ieder
portiek vinden ze hun slaapkamers.
En als de koude komt genieten ze
centrale verwarming boven op de
metrorooster. Hun betrekkelijke wel
stand diepen ze uit de vuilnisemmers
of uit de zakken der voorbijgangers
en hun gezondheid danken ze alleen
aan hun ijzersterk gestel, dat noch
tans al in de negentiende eeuw niet
sterk genoeg bleek tegen de reuma-
tiekaanvallen, veroorzaakt door het
buiten slapen. Indien we Victor Hugo
mogen geloven hielden dè clochards
destijds hele Parijse wijken bezet,
waar hun leiders een ongekroonde
koning was. Het was een leger reu-
matieklijders, waarvan de helft mank
liep. Mank lopen of hinken betekent
in goed Frans ,,clocher". Vandaar
dat destijds de naam „clochards" in
de litteratuur verscheen.
Geen reclame
De clochards zijn een onderdeel
geioorden van het Parijse stads
beeld. Ze horen er evengoed thuis
als de Eifeltoren en de Madeleine.
Voor miljoenen toeristen vormen
ze een bezienswaardigheid. Van
daar, dat velen het betreuren, dat
Parijs het spoedig zonder vagebon
den zal moeten stellen
Slapende lieden op metro-roosters,
op banken, onder de Seine-bruggen
die soms zelfs een handige greep
durven doen in andermans zakken
maar toch merendeels hun inkomsten
putten uit de vuilnisemmers, hun
maaltijd bij elkaar vegen op de
Hallen en hun „natje" bij elkaar be
delen of op het platteland verdienen
met het plukken van doperwten of
het rooien van aardappelen, maken
geen reclame voor Frankrijk, aldus
vijf onafhankelijke volksvertegen
woordigers. gekozen door de bewo
ners van de hoofdstad. We moeten
ze verbannen. Maar er zit een aar
dige leemte in de wet op de vage-
bopdage en de heren Dupont, Isorni,
Vigier, Tardieu en Féron hebben
daarom een wijziging van paragraaf
270 voorgesteld. Volgens de bestaande
paragraaf kan de politie slechts op
treden tegen landlopers als ze geen
vaste woonplaats hebben, geen be
roep uitoefenen en geen middelen
van bestaan hebben. Iemand met 200
frs. op zak wordt geacht een middel
van bestaan te hebben, zodat de po
litie in dit geval machteloos staat.
De vijf afgevaardigden willen nu
aan de betreffende paragraaf de vol
gende toevoeging hebben: „eveneens
worden als landlopers beschouwd de
lieden, die in een stad van meer dan
vijftig duizend inwoners vertoevende,
hoewel over middelen van bestaan be
schikkende of gelegenheidswerk heb
bende regelmatig in de open
lucht overnachten."
In feite betekent dit dat de Seine-
oevers radicaal worden gezuiverd en
Parijs een bezienswaardigheid gaat
verliezen.
Tevens verliest de Franse hoofd
stad met deze voorgenomen verban
ning een stukje romantiek, maar....
het is nog niet zo ver.
Protesten
Diverse organisaties van toeristen-
bedrijven hebben inmiddels al gepro
testeerd omdat de clochards langs de
Seine-oevers tot de „monumenten"
zouden moeten worden gerekend. De
clochards zelf hebben een beleefd
verzoekschrift gericht tot de presi
dent van de republiek, waarin onder
meer de volgende zin voorkomt:
„Wij doen nog geen kind kwaad.
We zijn nette lieden of brave onge-
lukkigen, die nog altijd meenden te
mogen speculeren op de vrijheid om
te sterven zoals we verkiezen..."
Dan zijn er de communisten, die
zich zwaar verzetten tegen ieder actie
tegen de clochards, waarin ze ver
moedelijk geheel ten onrechte een
mobiele stoottroep zien en tenslotte
is er de gemiddelde Parijzenaar, die
het in feite ook maar sneu vindt, dat
nu al die vagebonden hun heil elders
moeten zoeken. Omdat ze zelf Parijs
beminnen kunnen ze begrijpen, dat
de clochards nergens anders ter we
reld willen „wonen".
Dezer dagen is er een nieuw pro
test gekomen van de omliggende ge
meenten, die terecht aanvoeren, dat
zij genoodzaakt zullen zijn als op
vangcentrum te dienen.
Inderdaad...
Het nieuwe wetje zal de clochards
niet kunnen verleiden hun heil te zoe
ken onder de bruggen van de Rhöne
of in de stille portiekjes van Bor
deaux. Hooguit zullen ze overdag in
Parijs zwerven, clandestiene „onder
komens" zoeken of de nacht door
brengen in één der vele rond Parijs
liggende gemeenten van minder dan
50.000 inwoners.
De volgelingen van Esmaralda zijn
dan ook nog niet in alarmstemming
en een oude baas, die al jaren vlak
bij de Notre Dame zijn slaapkamer
heeft zeven talen spreekt, over Hegel
en Nietsche kan vertellen alsof het
zijn broers waren zei ons:
„Iedereen weet, meneer, dat ik in
geen zes jaar in een bed heb gesla
pen. Ik heb me ook in geen zes
jaar gewassen. En als ze me de ge
vangenis in smijten, omdat ik de
blauwe hemel prefeer boven een lek
dak zweer ik zelfs in de oei naast
mijn krib te gaan liggen. En boven
dien, als we moeten verhuizen zullen
we geen wagens nodig hebben. Onze
hele bagage kan in de broekzakken.'
Mevrouw Eleanor Roosevelt, de
weduwe van president Roosevelt,
heeft om een visum voor communis-
tisch-China verzocht, waar zij voor
een New Yorks blad gesprekken wil
voeren met regeringsleiders. Zij heeft
echter te horen gekregen, dat de
Amerikaanse regering voorlopig aan
correspondenten geen toestemming
geeft om communistisch-China te be
zoeken.
De Franse autoriteiten hebben dins
dag in Parijs 25 eafé's van Noord-
afrikanen gesloten na een schietpartij
in een café, waarbij twee mensen
werden gedood en één gewond.
De overheid heeft gedreigd met in
trekking van de vergunning van ea
fé's waar „elementen bijeenkomen
die anti-nationale propaganda voeren
of dergelijke activiteiten ontplooien".
In het gebied van Parijs wonen
meer dan 100.000 Noordafrikanen. Er
zijn ongeveer 1500 eafé's, waar zij
bijeen plegen te komen.
Be
ten
Het vroegere goudmijnstadje
alibe", ongeveer 190 kilometer
noordwesten van Melbourne, is plot
seling gegrepen door een soort van
goudkoorts na de ontdekking van een
goudklomp ter waarde van ongeveer
drie duizend gulden. In dezelfde
plaats werd 88 jaren geleden de
grootste goudklomp ter wereld ge
vonden, die toen een waarde had van
ruim 100.000 gulden.
Een inwoner van het stadje vond
de goudklomp toen hij gisteren van
zijn fiets afstapte, om zijn ketting te
repareren. Zijn oog viel toen op iets
glinsterends langs de weg, hetgeen
de goudklomp bleek te zijn. Na het
bekend worden van deze vondst trok
ken andere bewoners van het stadje
er op uit om naar goud te zoeken,
doch de vinder houdt de plaats, waar
hij het goud heeft gevonden geheim
totdat hij zijn claim zal hebben vast
gelegd.