Epos van dr. M. K. E. Gottschalk over Zeeuwse strijd tegen zee Belgie betwist recht op eigenmachtig afdammen NISPEN j 1000 jaar dorp 800 jaar kerk NOG EENS MOORD OP EEN PASTOOR De clochards worden verbannen Moeilijkheden Goede resultaten bij MTS te Vlissingen in 1956-1957 Het is nu de tijd van de industrie-aardbeien HISTORISCHE GEOGRAFIE IN TWEE DELEN Alleen eerste deel als dissertatie V (slot) Gedwongen naar Nispen te komen Goudvondst in Australië DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 JUNI 1957 Benzinerantsoenering in Frankrijk geëindigd DELTAPLAN EN BINNENWATEREN Verdere ontplooiing Zuivering van de Seine-oevers aanhangig gemaakt Een hinkend leger Mevrouw Roosevelt mag niet naar Rood-China Noordafrikaanse café's in Parijs gesloten De Nederlandse organisatie voor zuiver- wetenschappelijk onderzoek heeft mejuffrouw dr. M. K. E. Gottschalk, lerares in de aardrijks kunde aan een middelbare school voor meisjes te Rotterdam, een subsidie verleend voor de uit gave van het tweede deel van haar „Historische geografie van westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen". Het eerste deel van dit werk verscheen in 1955 Mejuffrouw dr. Gottschalk was allereerst van plan geweest beide delen harer studie als proefschrift uit te geven, maar bij nader inzien zou de dissertatie daardoor toch te omvangrijk en te kostbaar zijn geworden. Dit is dan ook de reden, waarom zij het eerste deel van deze historische geo grafie afsloot bij de St, Elisabethsvloed van 1404. Het tweede deel begint bij de vijftiende eeuw en eindigt met de inundaties tijdens de tachtigjarige oorlog. De nieuwere polders die relatief ho ger lagen en goed bedijkt waren, had den weinig hinder van de aanvallen der zee. In 1530 en 1532 richtten ver- schiükkelijke stormvloeden veel scha de aan in het kustgebied, welke ech ter snel hersteld kon worden. Vervol gens werd door een lichte regressie van de zee veel nieuw land aange wonnen. Deze regressie kwam vooral in de zeventiende eeuw tot uiting, een periode waarin ook veel inpolderin gen geschiedden. Na een inleiding wijst de schrijf ster er in deel twee op, hoe tussen de stormvloeden van 1404 en 1421 het herstel van het in westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen verloren gega- ne land krachtig ter hand werd ge nomen, hetgeen wegens geldgebrek de nodige moeilijkheden opleverde. Vermeld dient daarbij te worden dat de St. Elisabethsvloed van 1421, die o.a. de Biesbosch deed ontstaan, voor westelijk Zeeuwsch - Vlaanderen slechts geringe schade meebracht en de inpolderingen, welke kort te vo ren hadden plaats gevonden. Dit zelf de was het geval met de St. Elisa bethsvloed van 1424. Ware ramp Een ware ramp voor de kust streek betekende de inval der En gelsen in 1436, die met brandstich tingen, inundaties en het doorste ken van de dijken gepaard ging. De toenmaals ontstane schade kon slechts heel langzaam en met vreemde hulp worden hersteld. De opstand van de Gentenaars te gen Philips de Goede bracht nieuwe ellende over de kuststreek, waarbij brandstichting, plundering en het ver drijven van de bevolking schering en inslag waren. Geen wonder dus, dat in de daarop volgende jaren de in heemse bevolking weinig energie kon opbrengen en dat de inpolderingen steeds meer door buitenstaanders ter hand werden genomen. Veel verloren De stormvloed van 1477 richtte ernstige schade aan, die veel van het gepresteerde werk verloren deed gaan en ook de laatste decenniën van de vijftiende eeuw waren wegens burgeroorlogen en stormvloeden een uiterst zorgelijke tijd voor westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Omstr. 1500 leek een betere tijd aan te breken, toen Maximiliaan en Philips de Scho ne maatregelen namen om de gevol gen van stormvloeden binnen het financieel beheer van Vlaanderen te brengen, waardoor het gehele land en niet alleen meer de aan zee gren zende polders verantwoordelijk zou zijn voor de verdediging van het kustgebied. Ook kregen ambtenaren van Philips de Schone toen het recht inpolderingen te verrichten en daar deze nog al kapitaalkrachtig waren, werden belangrijke werken uitge voerd. Scherp contrast In de eerste helft van de zes tiende eeuw ontstond een scherp contrast tussen het oudere land en de nieuwere polders, die uit het in 1404 verdronken land waren teruggewonnen. In deze tijd werd het oudere land sterk bedreigd door de zee en de zee armen, waardoor de eilanden Kadzand, Wulpen-Koezand, als mede het waterschap Gaternes se en het eiland Biervliet ern stige verliezen leden. als dissertatie, waarop mejuffrouw Gottschalk aan de rijksuniversiteit te Utrecht cum laude de doctorstitel heeft behaald. Het werk is niet alleen van belang voor de geschiedenis en de geografie, maar evenzeer voor de Waterstaat, het Deltaplan, de Bodemkartering, de Geologi sche Dienst, de Rijksdienst voor het oudheid kundig bodemonderzoek en andere instanties. de Provincies kwam terugwinnen, werden voorlopig nog geen pogin gen in het werk gesteld het geïnun deerde kustgebied van westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen droog te leg gen, daar dit een uitstekende verde digingslinie vormde. Een begin van herdijking werd pas gemaakt tijdens het twaalfjarig be stand (1609-1621). Uitgestrekte gebie den bleven echter nog tientallen ja ren onder water staan, zodat het mid deleeuwse landschap met een dikke laag klei werd bedekt. De herdijking geschiedde uiteindelijk volgens een geheel nieuw patroon. Opmars van Parma Na de Allerheiligenvloed van 1570 begon men in westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen de tachtigjarige oorlog actief te voeren. Om tenslotte de op mars van Parma, die de ene stad na de andere veroverde, te stuiten, werden tal van dijken doorgestoken. Toen Maurits hier in 1604 het ver loren gegane gebied voor de Verenig- Omlopers De schrijfster besluit het tweede deel harer studie dat evenals het eerste van een Frans resumé is voor zien met een beschouwing over de omlopers der waterschappen de kaart van Pieter Pourbus. Ten be hoeve der waterschapsbelasting stel den beëdigde landmeters boeken sa men, waarin de diverse percelen groepsgewijs werden beschreven. De ze boeken, omlopers genoemd, vorm den als het ware het kadaster der watering. Zij leren ons tal van de tails van het landschap kennen, voor dat oorlogsinundaties diep ingrijpen de wijzigingen brachten. Op de kaart, die Pieter Pourbus in 1571 van het gehele platteland in de omgeving van Brugge voltooide, zijn vele van deze details te vinden. Uit de omlopers valt af te leiden, dat het oude land sedert de ontginningsperiode weinig veranderingen had ondergaan. De grond was sterk versnipperd en alleen waar grote kloosters en wereldlijke heren vanouds grondbezit hadden gehad, trof men grotere percelen aan. De talrijke verlaten hofsteden, die in de omlopers worden gesignaleerd, geven een indruk van de achteruit gang der bevolking. Merkwaardig zijn ook de gegevens omtrent de verspreiding van uitgeveende perce len. Op deze wijze komt het verschil in karakter tussen het oude en het nieuwe land duidelijk in de omlopers naar voren. Te Parijs is bekendgemaakt, dat de benzinerantsoenering vrijdag zal ein digen. Frankrijk heeft voorts besloten tot ,,soberheids"-maatregelen, welke on der meer inhouden kredietbeperkin gen en strengere bepalingen ten aan zien van de aankopen op afbetaling. Een woordvoerder van de nationale krediet-raad deelde mede, dat beslo ten was tot de volgende maatregelen: 1) het plafond voor de herdisconte- ringen van handelszaken zal voor juli en augustus met 10 procent verlaagd worden, met het doel de banken te noodzaken de voorschotten aan haar cliëntele te beperken. 2) de banken zullen dit plafond mogen overschrijden, als zij wissels herdisconteren voor de financiering van de Franse export. Het doel hier van is de exporthandelte bevorde ren. 3) de eerste betaling bij aankoop oi afbetaling werd verhoogd van 30 tot 35 procent. De periode, waarover de afbetalingen zich kunnen uitstrek ken, is met 3 maanden verkort. IV Het Deltaplan zal zijn stem pel ook drukken op de binnen wateren achter de afsluitdam - men, omdat er met het oog op de veiligheid van de werken en terwille van verbeteringen in het waterstaatkundig regime binnendammen zijn ontworpen. De Brusselse Standaard toont be grip rVddr Aeze constructies, maar is speciaal geïnteresseerd in de Volke- rakdam. welke midden in de Rijn- vaartweg van Antwerpen komt te lig gen. Me? de Volkerakdam wil men de Nederlandse binnenwateren in twee bekkens verdelen terwille van de wa terhuishouding. Met de veiligheid, die door de afdamming wordt nagestreefd, heeft hij niets te maken, zo merkt het Brusselse blad op. Zijn belangstelling geldt dan vooral de bevaarbaarheid van de Zeeuwse wateren als internationale vaarweg tussen het Schelde-bekken en dat van de Rijn. Om die bevaarbaarheid in stand te houden hebben de promotoren van het Deltaplan scheepvaartsluizen van gro te capaciteit in de Volkerakdam voor zien, terwijl daartegenover het schut ten van schepen te Wemeldinge zou komen te vervallen. Theoretisch zou dit een directe ver betering van de Rijnverbinding kun nen betekenen, aldus De Standaard, maar als men zijn oren bij de schip pers te luisteren legt, dan zitten er in de praktijk van meetaf stekelige kanten aan deze vernieuwing. De schippers zien het nl. zo, dat het verdwijnen van de getij va art het varen duurder zal maken, ter- In het jaarverslag van de Vlissing- se M.T.S. die geëxploiteerd wordt door de vereniging ,de Ruijterschool' constateert het bestuur met voldoe ning, dat in 1956 de school gelegen heid kreeg zich verder te ontplooien. Bij de aanvang van de cursus 1956- '57 kon de houten hulpschool, die naast kantoor- en archiefruimte acht leslokalen bevat in gebruik worden genomen. Voor de medewerking, die men bij deze bouw mocht ondervinden van het departement van O.K. W.. van de rijksgebouwendienst, van de ge meente Vlissingen, van het architec tenbureau Rothuijzen en 't Hooft te Middelburg, van de aannemer en de diverse onder-leveranciers is het be stuur zeer erkentelijk. De officiële opening van het ge bouw vond plaats op woensdag 28 november 1956 door de inspecteur van het nijverheidsonderwijs, ir. v. den Hoek. Vele autoriteiten uit de kringen van de provincie, gemeente, onderwijs en het bedrijfsleven ifaven blijk van hun belangstelling. Ondanks de opening van deze hulp- school moeten nog diverse lokalen van de ,,de Ruijterschool" worden gebruikt, t.w. 1 tekenzaal, 1 leslokaal, het laboratorium natuur- en scheikun de, het laboratorium elektrotechniek, het laboratorium machines en de werkplaats metaalbewerking. Voorlopig kon nog geen toestem ming verkregen worden om tot de bouw van een definitief schoolge bouw over te gaan. Er zullen daar om verdere maatregelen moeten wor den getroffen om te voorkomen dat de beperkte huisvesting als remmen de factor optreedt bij de verdere groei van de M.T.S. In 1956 kon de werkplaats-metaal bewerking worden uitgebreid en ver beterd door de aanschaffing van ver schillende draaibanken sterke-arm- schaafbanken, boormachines en der gelijke, terwijl de smederij en de lasinstallatie geheel werden ver nieuwd. Helaas kon ook in dit verslagjaar nog niet worden overgegaan tot het aanschaffen van een trekbank voor het laboratorium materiaalonderzoek. Dank zij de medewerking van de di rectie van de N.V. Kon. Mij. ,,De Schelde" te Vlissingen, die haar la boratorium wederom ter beschikking stelde, konden deze praticumlessen toch doorgang vinden. Het laboratorium machines werd verder aangevuld. Afgeleverd werden o.a. een stoominstallatie, een instal latie voor ventilatorproeven en een 3-cilinder .Bolnes" motor. De M.T.S. te Haarlem schonk ten behoeve van dit laboratorium een verticale stoommachine met direct aangedreven gelijkstroomdynamo. Met voldoening meldt verder het bestuur dat door het aantrekken van enkele bevoegde leraren de bezetting van het korps leerkrachten sterk ge noeg is. Groeiend leerlingenaantal De Vlissingse M.T.S. bewijst haar bestaansrecht ook door het groeiend aantal leerlingen. De cijfers over de laatste vijf jaren zijn: 1952: 111; 1953: 115; 1954: 140; 1955: 152 en 1956 164. De meeste leerlingen komen uit Vlissingen nl. 44; Middelburg levert er 21 op; Goes 14 en Souburg 11. Z. VI. is vertegenwoordigd met 24 leer lingen. Door de minister van Onderwijs werd aan elf leerlingen een rijks-sub- sidie-toelage verleend. wij] liet varen op een afgesloten zoetwatermeer bij felle wind eer der gevaarlijker zal worden, zoals de vaart op het IJsselmeer getuigt; in de winter wordt de vaarmoge- lijkheid vanwege het sneller bevrie zen van zoet water ook problema tischer. Overgangsperiode De Standaard brengt ook weer de overgangsperiode bij de uitvoering van het Deltaplan in het geding. De duur daarvan zou ook grote moei lijkheden meebrengen. Hier zal wei vooral gedacht zijn aan de tijd. waar in de schepen op deze weg drie slui zen moeten passeren. Het Brussels orgaan komt clan met beschouwingen aandragen over in ternationaal recht in verband met de verplichting voor de territoriale staat om de natuurlijke schikking van waterlopen niet te wijzigen door werken, die de rechtmatige belan gen van andere oeverbewoners in het geding kunnen brengen. Het blad verwyst hier naar „zeer volledig juridisch materiaal", dat de directeur der Antwerpse havenbe drijven, ir. de Kesel, heeft verza meld. Hierin heet het dan o.m., dat de Oos- terschelde en haar verbindingen met de Westerschelde deel uitmaken van de Schelde en daarom als internati onale stroom onderhevig zijn aan schikkingen van internationaal recht. Verregaande pretentie Dit is de welbekende Belgische rechtspretentie, waarmee een Bel gische medezeggenschap over het Del taplan verdedigd wordt. Zij blijkt hier echter nog veel verder te gaan dan een mogelijkheid van Belgische inmenging in het regime van de Oos- terschelde, omdat die Oosterschelde zgn. ook tot de Schelde behoort, waarover in tractaten. sprake is. Er wordt hier nl. ook beweerd, dat het Haringvliet ais uitmonding van de Maas onder een internationaal sta tuut valt en dat het Hollands Diep en het Haringvliet onder de acte van Mannheim voor de Rijn vallen, waar door het aan Nederland verboden is op de verbindingsweg van de Rijn naar de Noordzee andere kunstwer ken tot stand te brengen dan bruggen. Overigens zouden Rijn en Maas even zeer als de Schelde krachtens de in ternationale regelen zonder hinder voor de scheepvaart bevaren moeten kunnen worden vanaf de plaatsen, waar ze bevaarbaar worden tot in volle zee. En De Standaard besluit dan ook: „Daaruit volgt, dat Nederland niet eigenmachtig afdammingen mag aanleggen, noch in de Oosterschelde, noch in het Haringvliet. Het enige zeegat, waarop Nederland onbe grensd souverein recht heeft, is de Grevelingen En om het nog wat benauwender te maken voor Nederland, wordt hier aan dan nog toegevoegd, „dat in het onderhavige geval niet alleen België, maar ook Frankrijk. Duitsland en Zwitserland (Maas, Schelde en Rijn) hun zeg moeten hebben in deze aan gelegenheid". Zo bezien blijft er van de Neder landse souvereiniteit over de Delta wateren hoegenaamd niets over. Het is natuurlijk een argumentatie en rechtsinterpretatie ..pour besion de la caux", om de Belgische aanspra ken te verdedigen die door juristen aangevochten en weerlegd kunnen worden en welke de Nederlandse re gering niet erkennen zal. Maar het is met dat al wel duide lijk, dat de Belgische vrees voor on gunstige beïnvloeding van de Ant werpse zeevaartweg en Rijnvaartweg er toe kan leiden, dat België allerlei werkelijke en vermeende rechten in het geding gaat brengen, die de uit voering der Deltawerken, kunnen ver hinderen of vertragen. De Brusselse Standaard heeft in een uitvoerige beschou wing de Belgische vrees ver tolkt over de gevolgen van de uitvoering van het Deltaplan voor het regime van de Wes terschelde. Wij gaven in vórige artikelen reeds weer, ibelke' ongunstige invloed men in Antwerpen ver wacht van de afsluiting der zee gaten op de waterstanden in de Westerschelde Bij de gewo ne getijbeweging en bij storm vloed en hoe ongerust men in België is over de mogelijke ver zanding van de Scheldemond, met name van het Oostgat. In dit slotartikel behandelen we de bezwaren welke „De Standaard" tenslotte ook nog van het Deltaplan voor de Ant werpse Rijnvaartweg in de Tus senwateren verwacht. Vooral het vraagstuk van de afsluiting der Ooster-Schelde kan een bron worden van fan tastische eisen voor schadever goeding aan Antwerpen. De vriendelijke en religieuze overpeinzingen over het oude Nispen werden in een vorige bijdrage verstoord door het ver haal over pastoor Wilhelmus van Gestel, die op zulk een gewel- dadige wijze om het leven werd gebracht. Hij is echter niet de enige Nispense pastoor geweest, die op een dergelijke tragi sche wijze aan zijn einde kwam. Pastoor Henricus Bosch werd vermoord, kort nadat hij zijn abt verslag had uitgebracht over een priestermoord in Klein-Zundert. In een cijnsboek van Tongerloo staat vermeld, dat de pastoor van Nispen in 1463 op het kasteeltje van Esschen woonde. De inwoners van het goede dorp vonden dit een zeer onaangename aangelegenheid. Zij verzochten de pastoor bij herhaling in Nispen te komen wonen. In 1527 bereikte dit verzoek een hoogtepunt. De parochianen schreven een indruk wekkende brief naar hun pastoor, waarin zij vertelden, dat indien de pastoor niet genegen was naar Nis pen te komen, zij zelf een pastorie zouden bouwen. Dertig jaar later, in 1557, woonde de Nispense pastoor in derdaad in het dorp, waar hij thuis hoorde. Spoedig stond hij voor een verbluffend voorval. Op de 19e juli 1557 hadden baan- stropers zich toegang verschaft tot de pastorie van Klein-Zundert. Zij haalden 's nachts al het geld en het grootste deel van de huisraad van de pastoor weg. De priester zelf had den zij op zijn bed vermoord. Zij brachten hem meer dan twintig snij- wonden toe. De pastoor van Nispen, Henricus Bosch geheten, hoorde van de Zun- dertse gebeurtenissen. Hij vertrok on middellijk om zich van de toestand op de hoogte te stellen. Hij schreef naar zijn abt: ..Zolang ik leef zal ik nooit het gruwelijke vergeten, van wat ik daar heb gezien". De pastoor kon op dat moment niet vermoeden, dat de bende ook hem naar het leven stond. In de nacht van de 23e augustus werd hij het slachtoffer van een overval. Rond twaalf uur werd hij door dieven over vallen en op een onmenselijke wijze gedood. Zijn voornaamste bezittingen werden meegenomen. Henricus -Bosch was een Roosenda ler van geboorte. Hij werd in de abdij van Tongerloo opgenomen op de feestdag van Sint Jan de Doper in 1516. Hij was een zeer rechtscha pen man. Hij was prior van de ab dij geweest en in 1540 kwam hij als pastoor naar Nispen. Het verhaal gaat, dat zijn bloed ^dertien jaar na zijn dood nog op de stenen vloer van de pastorie zichtbaar was. De paro chianen' beschouwden dit als - een te ken, dat de herinnering aan deze moord, waarbij onschuldig bloed werd vergoten, moest blijven voort leven. Doordat een gerechterlijk onder zoek plaats greep is het bekend ge worden hoe de pastorie er in die tijd uitzag. Voor het complex was een poortgel^uw met bovenkamer, daar achter bevonden zich een kapel, eet kamer, slaapkamer, 'n comptoir, neerkamer,' knapenkamer, keuken, kleine keuken, koestal, schuur, ach terhuis, brouWerij en bakhuis. Na de dood van de pastoor zorgde de abt van Tongerloo er voor. dat een van de paters als herder over de gelovigen werd aangesteld. Er verstrijken zeer vele jaren. De his torie vermeldt geen merkwaardighe den meer omtrent de besturende pastoors. Alles zal waarschijnlijk zijn rustige gang hebben gegaan. Tongeloo,s triomf In grove trekken is de oudste ge schiedenis van Nispen geschilderd. Er viel veel over te schrijven, want in de archieven van Tongerloo is een schat aan gegevens bewaard geble ven. De invloed van de abdij in het westen van Brabant is enorm groot geweest. Vele triomfen heeft Tonger loo voor de bevolking behaald. De schoonste triomf is de kerstèning der mensen. In de 17e eeuw op het toppunt van Tongerloo's macht, liggen over Bra bant meer dan honderd abdijhoeven over ruim zestig dorpen verspreid. Tweeduizend lieden betalen hun cijns aan de witheren. In de 18e eeuw ont bindt de Franse republiek deze gro te macht. De abdij verkocht de bes te hoeven publiek. Krimpte de eco nomische macht in, doch de geeste lijke kracht, die door de abdij werd gegeven bleef en zet zich voort tot in onze dagen. Daarom.... als straks in augustus de Nispenaren de vlaggen uithan- •v.~ S3* i 1 r -im gen om de eeuwfeesten te vieren zullen in dankbaarheid de daden worden gememoreerd die door Ton gerloo in een onafzienbare reeks van jaren werden gesteld. In de feeststoet, die zal uittrekken, zo verzekerde voorzitter Jozef Haane zal een eresaluut worden gebracht aan Tongerloo en zyn witheren. Nispen werd overvleugeld door de dorpen in de buurt, die betekenisvol le steden werden. Toch blijft het een waarheid, dat west-Brabant veel, zeer veel aan Nispen heeft te dan ken. Deze reeks artikelen over de geschie denis van Nispen kon worden samenge steld aan de hand van de volgende uit gaven en artikelen: Geschiedenis van Esschen door G. Meeusen en A. Tirelie- ren; Tussen dal en donken door de eerw. broeder Al'bertinus: De Ghulden Roos, jaarboeken 8, 11 en 12; Uit de geschie denis van Roosendaal en Omstreken, een verzameling artikelen van dr. Ev. J. Derikx, ir. A. J. Juten, R. v. Hasselt, P. Braat e.a.; Voorts werden geraad pleegd artikelen van pastoor G. C. A. Juten, enkele exemplaren van de Sint Geertruidsbronnen en de Katholieke Encyclopedie. Het is weer al veertien dagen geleden dat het volop seizoen was voor de aardbeienkweker welke een produkt teelde voor verse consumptie. Dat bracht toen vooral in Kapelle en omgeving een grote drukte met zich mee want hier heeft zich een belangrijk centrum ontwikkelt van vroege aard beienteelt. Het is nog steeds aardbeientijd in deze plaats en de omgeving hiervan. Alleen is het nu gebeurd met de vroege aardbeien en ook groten deels met de aanvoer van aardbeien voor verse consumptie. Het zijn nu de aardbeien voor de fabriek welke elke dag opnieuw in grote kwantums hun weg vinden naar de veiling en vandaar naar de conservenfabrieken in binnen- en buitenland. de oogst zeer goed was, terwijl het er nu naar uitziet dat de kg opbrengst van de industrie-aardbeien erg zal tegenvallen in onze provincie. Vele percelen hebben geleden van het koude voorjaar en de droogte in de afgelopen weken. De vruchten zijn erg klein van stuk en groeien niet uit. Uit Breda en omgeving komen ech ter berichten welke spreken van een goede oogst. Men heeft daar belang rijk minder last van de droogte dan in Zeeland. Door dit alles kan niet gezegd wor den dat de aardbeienteelt dit jaar geen goede teelt is, maar het ver schil met het vorig jaar is toch voor de Zeeuwse kwekers wel erg groot. Verwacht mag worden dat de aard beienoogst in de komende week in Zeeland wel haar hoogtepunt zal be reiken. Daarna kan er nog wel wat aanvoer komen maar of dit nog een groot kwantum zal zijn, zal afhangen van de weersomstandigheden. Voor alles zouden de aardbeien in Zeeland dankbaar zijn voor een fikse regen bui, maar hier ziet het op het ogen blik nog niet naar uit. Voorlopig lijkt het er op dat de te lers van vroege aardbeien voor verse consumptie dit jaar betere resultaten zullen behalen in Zeeland dan zij die late aardbeien telen voor de indus trie. Er moet echter direct worden bijgezegd dat geen enkel jaar een dere resultaten geeft. Het is ook al dikwijls anders geweest. Op het ogenblik zit men volop in de pluk van Jucunda en Madame Moutot. Deze twee rassen zijn bij uit. stek geschikt om zonder dop geplukt te worden en daarna in de fabriek te worden verwerkt. Dat kan gebeuren door middel van inpulpen om later verwerkt te worden tot jams. Het kan ook gebeuren door middel van in maken in flessen of blik of op vele andere manieren. De pluk van indus trie-aardbeien geeft aan vele handen werk. Er zijn op het ogenblik in Ka pelle dagaanvoeren.. van rond 40 ton aardbeien en er komt heel wat kijken voo? deze allemaal zijn geplukt. Dan zijn er vele handen in de weer ge weest. Overigens is de aanvoer in Kapelle nog maar een peuleschilletje vergele ken met de aanvoer in het belang rijkste centrum van industrie-aard beien, de streek rond Breda. Op de veilingen van Breda en Zundert sa men zijn op het ogenblik dagaanvoe ren van rond 400 ton. Dat is dus nog heel wat anders. Hier wordt dan ook de prijs voor aardbeien bepaald. Het al of niet slagen van de teelt in deze omgeving maakt of de prijs van de aardbeien in ons land hoog of laag is, Prijzen Op het ogenblik is de prijs van de aardbeien zeer bevredigend maar toch belangrijk lager dan het vorig jaar. Voor de goede kwaliteiten Ju cunda ligt de prijs nog boven een gulden per kg maar de Madame Mou tot kan op het ogenblik geen gulden per kg meer halen. Dat is wel een groot verschil met het vorig jaar want toen lag de prijs voor de industrie-aardbeien in Ka pelle gemiddeld rond f 1,50 per kg en daarbij komt bovendien dat toen Menselijk verval, merendeels veroorzaakt door te grote liefde voor Bacchus, schrikbarende luiheid, ruzie met onze ge compliceerde gemeenschap en een ziekelijke drang naar een ons onbekende „vrijheid" zijn de vier afgoden, die Parijs hebben ge zegend met een naamloos leger haveloze zwervers, de ongeveer tienduizend clochards. Hun paspoort bestaat uit hun knap zak, inhoudende een stuk brood en een liter wijn, hun hele garderobe hangt om hun lijf en de rust hunner aardse bezittingen zit in de diepe broekzakken. Heel Parijs is hun wo ning; onder iedere brug over de gril lige Seine, op iedere bank en, in ieder portiek vinden ze hun slaapkamers. En als de koude komt genieten ze centrale verwarming boven op de metrorooster. Hun betrekkelijke wel stand diepen ze uit de vuilnisemmers of uit de zakken der voorbijgangers en hun gezondheid danken ze alleen aan hun ijzersterk gestel, dat noch tans al in de negentiende eeuw niet sterk genoeg bleek tegen de reuma- tiekaanvallen, veroorzaakt door het buiten slapen. Indien we Victor Hugo mogen geloven hielden dè clochards destijds hele Parijse wijken bezet, waar hun leiders een ongekroonde koning was. Het was een leger reu- matieklijders, waarvan de helft mank liep. Mank lopen of hinken betekent in goed Frans ,,clocher". Vandaar dat destijds de naam „clochards" in de litteratuur verscheen. Geen reclame De clochards zijn een onderdeel geioorden van het Parijse stads beeld. Ze horen er evengoed thuis als de Eifeltoren en de Madeleine. Voor miljoenen toeristen vormen ze een bezienswaardigheid. Van daar, dat velen het betreuren, dat Parijs het spoedig zonder vagebon den zal moeten stellen Slapende lieden op metro-roosters, op banken, onder de Seine-bruggen die soms zelfs een handige greep durven doen in andermans zakken maar toch merendeels hun inkomsten putten uit de vuilnisemmers, hun maaltijd bij elkaar vegen op de Hallen en hun „natje" bij elkaar be delen of op het platteland verdienen met het plukken van doperwten of het rooien van aardappelen, maken geen reclame voor Frankrijk, aldus vijf onafhankelijke volksvertegen woordigers. gekozen door de bewo ners van de hoofdstad. We moeten ze verbannen. Maar er zit een aar dige leemte in de wet op de vage- bopdage en de heren Dupont, Isorni, Vigier, Tardieu en Féron hebben daarom een wijziging van paragraaf 270 voorgesteld. Volgens de bestaande paragraaf kan de politie slechts op treden tegen landlopers als ze geen vaste woonplaats hebben, geen be roep uitoefenen en geen middelen van bestaan hebben. Iemand met 200 frs. op zak wordt geacht een middel van bestaan te hebben, zodat de po litie in dit geval machteloos staat. De vijf afgevaardigden willen nu aan de betreffende paragraaf de vol gende toevoeging hebben: „eveneens worden als landlopers beschouwd de lieden, die in een stad van meer dan vijftig duizend inwoners vertoevende, hoewel over middelen van bestaan be schikkende of gelegenheidswerk heb bende regelmatig in de open lucht overnachten." In feite betekent dit dat de Seine- oevers radicaal worden gezuiverd en Parijs een bezienswaardigheid gaat verliezen. Tevens verliest de Franse hoofd stad met deze voorgenomen verban ning een stukje romantiek, maar.... het is nog niet zo ver. Protesten Diverse organisaties van toeristen- bedrijven hebben inmiddels al gepro testeerd omdat de clochards langs de Seine-oevers tot de „monumenten" zouden moeten worden gerekend. De clochards zelf hebben een beleefd verzoekschrift gericht tot de presi dent van de republiek, waarin onder meer de volgende zin voorkomt: „Wij doen nog geen kind kwaad. We zijn nette lieden of brave onge- lukkigen, die nog altijd meenden te mogen speculeren op de vrijheid om te sterven zoals we verkiezen..." Dan zijn er de communisten, die zich zwaar verzetten tegen ieder actie tegen de clochards, waarin ze ver moedelijk geheel ten onrechte een mobiele stoottroep zien en tenslotte is er de gemiddelde Parijzenaar, die het in feite ook maar sneu vindt, dat nu al die vagebonden hun heil elders moeten zoeken. Omdat ze zelf Parijs beminnen kunnen ze begrijpen, dat de clochards nergens anders ter we reld willen „wonen". Dezer dagen is er een nieuw pro test gekomen van de omliggende ge meenten, die terecht aanvoeren, dat zij genoodzaakt zullen zijn als op vangcentrum te dienen. Inderdaad... Het nieuwe wetje zal de clochards niet kunnen verleiden hun heil te zoe ken onder de bruggen van de Rhöne of in de stille portiekjes van Bor deaux. Hooguit zullen ze overdag in Parijs zwerven, clandestiene „onder komens" zoeken of de nacht door brengen in één der vele rond Parijs liggende gemeenten van minder dan 50.000 inwoners. De volgelingen van Esmaralda zijn dan ook nog niet in alarmstemming en een oude baas, die al jaren vlak bij de Notre Dame zijn slaapkamer heeft zeven talen spreekt, over Hegel en Nietsche kan vertellen alsof het zijn broers waren zei ons: „Iedereen weet, meneer, dat ik in geen zes jaar in een bed heb gesla pen. Ik heb me ook in geen zes jaar gewassen. En als ze me de ge vangenis in smijten, omdat ik de blauwe hemel prefeer boven een lek dak zweer ik zelfs in de oei naast mijn krib te gaan liggen. En boven dien, als we moeten verhuizen zullen we geen wagens nodig hebben. Onze hele bagage kan in de broekzakken.' Mevrouw Eleanor Roosevelt, de weduwe van president Roosevelt, heeft om een visum voor communis- tisch-China verzocht, waar zij voor een New Yorks blad gesprekken wil voeren met regeringsleiders. Zij heeft echter te horen gekregen, dat de Amerikaanse regering voorlopig aan correspondenten geen toestemming geeft om communistisch-China te be zoeken. De Franse autoriteiten hebben dins dag in Parijs 25 eafé's van Noord- afrikanen gesloten na een schietpartij in een café, waarbij twee mensen werden gedood en één gewond. De overheid heeft gedreigd met in trekking van de vergunning van ea fé's waar „elementen bijeenkomen die anti-nationale propaganda voeren of dergelijke activiteiten ontplooien". In het gebied van Parijs wonen meer dan 100.000 Noordafrikanen. Er zijn ongeveer 1500 eafé's, waar zij bijeen plegen te komen. Be ten Het vroegere goudmijnstadje alibe", ongeveer 190 kilometer noordwesten van Melbourne, is plot seling gegrepen door een soort van goudkoorts na de ontdekking van een goudklomp ter waarde van ongeveer drie duizend gulden. In dezelfde plaats werd 88 jaren geleden de grootste goudklomp ter wereld ge vonden, die toen een waarde had van ruim 100.000 gulden. Een inwoner van het stadje vond de goudklomp toen hij gisteren van zijn fiets afstapte, om zijn ketting te repareren. Zijn oog viel toen op iets glinsterends langs de weg, hetgeen de goudklomp bleek te zijn. Na het bekend worden van deze vondst trok ken andere bewoners van het stadje er op uit om naar goud te zoeken, doch de vinder houdt de plaats, waar hij het goud heeft gevonden geheim totdat hij zijn claim zal hebben vast gelegd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 13