Pagblat) pe£>cm DE TOUR...DAT IS DE TOUR... Louison Bobet dit jaar toeschouwer GODDET: „In onze Tour is alles mogelijk5' J Schooljongensbroeken en groene hemden laatste restant van het avontuur Allerlaatste Favorieten Brabants Tour-deel Fransen met de dag ongeruster.... WAAROM GEEN NEDERLANDSE TOUR-ZEGE Over prijsvraag gesproken.... VIJFDE BLAD ZATERDAG 22 JUNI 1957 TOUR per radio Veel rivaliteit onder Fransen Zie onze prijsvraag pagina Bergbedwingers u„ De mannen met de ernstige gezichten die als nuchtere, zakelijke fabrieksdirec. teuren de Tour hebben voorbereid, staan op het punt hun deftige, zwarte pakken uit te trekken om er schooljongensbroekjes en groene sporthemden voor aan te doen. De vlotte kleding, waarin ztvaar betaalde, voor. name en invloedrijke knapen als Goddet en Garnault zich door Frankrijk laten rij. den, valt eigenlijk een beetje uit de toon. Eigenlijk zouden ze in rok in startplaats Nantes moeten verschijnen om daar toe. spraken te houden en handen te schudden van de autoriteiten, zoa slbij de tewaterla. ting van een schip of bij de opening van een nieuuj gebouw. AVRO, KRO, VARA en Wereld omroep zullen ook dit jaar ge zamenlijk dagelijkse reportages uitzenden van de Tour de France. Evenals in de voorafgaande jaren geeft Jan Cottaar tussen 16.00- 18.00 uur een direct verslag van de dagétappe. Deze uitzending wordt 's avonds herhaald, waar na later op de avond een nabe schouwing volgt. Jan Cottaar opent dinsdag 25 juni deze repor tagereeks met een inleiding. Maar ze komen in schooljongensbroekjes en groene hemden, al zou het er uit vijf lage druk gebieden tegelijk regenen. Het is het allerlaatste restant van het speelse in de Tour. Voor het overige is de Ronde bedrijf geworden, industrie, een harde wereld, vol van eigen wetten, een mobiele fabriek, waarin wordt gewerkt om het geld. Alleen maar om het geld.... Die schooljongensbroekjes en groene hemden houden er nog iets in van de sfeer van geïmproviseerd avontuur (Van onze Parijse correspondent) In een prettige „auberge" tussen Chartres en Rambouillet konden we enkele ogenblikken van gedachten wisselen met Louison Bobet, drie maal winnaar van de Tour de France. „Betreur je het, Louison, dat de Tour deze maal zonder u zal ver trekken?" „Ja! Ik had graag meegedaan, want ik voel me ook na de Ronde van Italië heel goed in vorm. Maar mijns inziens is er dit jaar bij ons te veel ongezonde rivaliteit. Ik had al tevoren verklaard, dat ik alleen zou starten als ik zelf overtuigd was te kunnen winnen." „Dus nu wordt u toeschouwer?" „Ja. Ik zal ze minstens vier keer zien passeren tijdens mijn zomervakantie, die ongeveer even lang gaat duren als de Tour. Toeschouwer spelen bevalt me overigens wel." „Wie gaat deze Tour nu winnen?" ,,Ik vrees dat het geen Fransman zal zijn! De B'èlgeri ziijn m.i. momenteel sterk favoriet." „Wat denkt u van Wagtmans?" „Ik heb met Wagtmans in de Giro gereden. Hij is sterk en regelmatig genoeg om een prima plaats te behalen in het eindklassement mits hij op de volledige steun van de ploeg kan rekenen. En mits hij al niet halver wege de Tour leeg is!" „Hoe zo?" „Wagtmans heeft dit voorjaar veel van zich geëist. Dat wreekt zich vaak. Overigens moet ik er bij vertellen, dat Wagtmans ieder jaar soepeler begint te klimmen. Hij is nog zeker geen kandidaat voor het bergklassement maar evenmin hoort hij dit jaar tot de categorie die in de bergen vernietigend wordt verslagen. Bovendien heb ik de indruk dat hij dit jaar heel anders zal rijden dan in 1956." „Wat bedoel u daarmee?" „Ik bedoel daarmee dat de gele trui een ongelooflijk zware ballast is, die je pas op je kunt nemen als drie kwart is afgelegd. Hoe velen hebben zich al leeg gereden voor de gele trui? En hoevele anderen zien een te duur behaalde etappeoverwinning veranderen in verlies. Maar het zou me ver wonderen als er dit jaar niet een twintig renners tussen de wielen blijven zitten tot ze denken, dat hun ogenblik is gekomen!" „Twintig? Ziet u zoveel kanshebbers." „Ja. Minstens. De pW^en zijn prachtig in evenwicht en ik reken op een heel spannende Tour. Goddet trouwens ook!" „Hoe vindt u de Franse nationalen?" „Prima. Maar ze heeft te veel heren en te weinig knechten!" „En de Belgen?" „Die zullen in de rivaliteit van de Fransen hun voordeel zoeken. Ik heb met broer Jean gewed, dat een Belg deze Tour wint en dat de Belgen ook het ploegenklassement mee naar huis nemen." „Is het waar Louison, dat u de fiets binnenkort aan de kapstok gaat hangen?" „Iedere week is er wel een of andere sportredactie die deze „primeur" brengt en op een goede dag zullen ze wel gelijk krijgen. Maar zelf weet ik niet of dat „binnenkort" volgend jaar is of in 1960... Niet alleen de kleding van de vol gers natuurlijk.... Als tijdens deze Tour ergens op een gestrekte landweg in Bretagne of op een kronkelweg in de Ballon d'Alsac of op een col in de Pyreneeën het bericht van een ontsnappingspoging bekend wordt, zal het avontuur OOK herleven. Dan is het niet „glad", niet „georganiseerd" meer. Dan is er opeens het onstui mige, het wilde van een durver, die de moeilijkheden uitdaagt en van het program kleurig, maar strak ge regeld als in een circus vermetel avontuur maakt. Van „bedrijf" is dan onverhoeds niets meer over. Goddet kruipt met al zijn dure leden achter op een mo torfiets, Garnault wordt wild als een Spanjaard bij een arena, de journalis ten vergeten hun slaap en langs de route grijpt een koorts om zich heen, snel en alles verterend als een bos brand, die langs zijn weg alleen maar licht ontvlambaar materiaal vindt.. „Er zitten renners weg"... „Wie?" ....„Die".... Dat zijn de toverspreu ken, die de Tour boven het onper soonlijke van een voortreffelijk ge organiseerde kermis verheffen. Dit schijnt het geheim van de Tour te zijn. Er is geen mens, die zich bijzonder druk maakt over een min stens zo spectaculair gebeuren als de Ronde van Italië (uitgezonderd dan de Italianen zelf, die trouwens van elk rennersshirt in hun buurt een sterk oplopende lichaamstemperatuur plegen te krijgen). Er is geen mens die vlammend geestdriftig wordt voor de Ronde van Zwitserland, voor die van België of voor welk indrukwek kend fietsers-evenement ook. In Ne derland zelf met name kijkt men naar de nationale Ronde alsof het een verregende, mislukte optocht is. Maar met de Tour wordt het over al anders. Want de Tour, dat is... de Tour... Dat is het goed bewaar de restant van alle legendes, die over de fietssport bekend zijn, dat is het allerlaatste „echte", het In het jaar 1933 werd de grote bergprijs ingesteld. Hieronder volgt een lijstje van de winnaars, waarvan sommige tevens zegevierden in de Tour. 1933: Trueba (Sp.)1934: Vietto (Fr.); 1935: Vervaecke (B.); 1936: Berrendcro (Sp.)1937: Vervaecke (B.); 1938 Bartali (I.)Tourwinner; 1939: Sylveer Maes (B.), Tour-win ner; 1947: Brambilla (I.); 1948: Bartali (I.), Tour-winner; 1949: Coppi (I.), Tour-winner; 1950: Loui son Bobet; 1951: Geminiani (Fr.); 1952: Coppi, Tour-winnaar; 1953: Lorono (Sp.)1954: Bahamontes (Sp.), 1955: Charlie Gaul (Lux.); 1956: Gaul. pure man-tegen-man, het verlate toernooi-veld, waarop in vroeger eeuwen ridders gemeend, met al lure, met prachtig en eerlijk ver toon vochten en vochten om te win nen. Het schijnt, dat dit nog slechts in de Tour mogelijk is. En het zal mogelijk blijven, zo lang zelfs nuch tere Nederlanders zich met record geestdrift bezig houden met wat in Frankrijk als een niet meer te mis sen natuurverschijnsel ..Ah ca, le Tour...." wordt genoemd... De deskundigen zijn het er over eens, dat de Spaanse ploeg dit jaar een uitzonderlijk toonaange vende rol zal gaan spelen in de Tour. Ze hebben daarbij niet in de laat ste plaats het oog op Miguel Poblet. Hij blonk, naast Rik van Steenbergen niet alleen uit in de sprint, maar deed ook van zich spreken in de bergen tijdens de jongste Giro. Met Bahamontes en Lorono, die deel uitmaken van de Spaanse ploeg mèt de Catalaan Poblet, gaat Spanje een hartig woordje meespreken. De Italianen hebben een uitste kend kanspaard in Nencini, de winnaar van de Ronde van Ita lië '57, een troef van betekenis. Franrijk durft Jacques Anquetil als mede-gegadigde voor het ko mende Ronde-duel presenteren. Tenslotte is er ditmaal geen Loui son Bobet om als nationale wie- lerheld te poneren. Anquetil is overigens geen klein mannetje, maar of hij de klimcapaciteiten bezit, die nodig zijn voor een Tour-winner? Intussen zijn reeds twee coureurs als favoriet genoemd, dat wil zeggen door het organiserende sportblad l'Equipe, te weten Charlie Gaul en de Spanjaard Bahamontes. Als Frankrijks out sider tipt hetzelfde blad: Valen tin Huot. de man, die vorig jaar pas in de twee laatste cols ver slagen werd door Gaul en Ba hamontes. Huot is gekozen is de regionale zuid-oostploeg. Voorlopig is de naam van een Ne derlander nog niet genoemd. Dat kan geen kwaad. Vfagtmans c.s. zullen zich straks zelf wel komen melden.... Wout Wagtmans Wim van Est (Van onze Parijse correspondent) EEN PRIMA Bordeaux - Parijs is geen garantie voor een goede Tour de France, aldus Marcel Bidot en hoewel Bernard Gauthier er op re kende opgenomen te worden in de nationale ploeg heeft Bidot hem gepasseerd, evenals trouwens Du- pont. DAARENTEGEN werden Bergaud en Jean Stablinsky resp. uit Zuid-West en Noord-Oost-Centrum getrokken en in de nationale ploeg geplaatst. Is deze formatie sterk, zwak of matig? De meeste Franse sport journalisten markeren de nationa- de ploeg als „matig". INDIVIDUEEL zijn de renners tot prestaties in staat, maar er is geen uitgesproken leider bij, geen Loui son Bobet, geen Van Steenbergen en evenmin een Wagtmans. DE GEWESTELIJKE Franse ploe gen hebben begrepen dat ze dit jaar hun kans krijgen en de Tour clown Hassenforder, opgenomen in Noord-Oost-Centrum heeft al be loofd met de gele trui aan het Prinsenpark binnen te rijden. ZIJN PLOEG is beslist niet de sterk ste Franse vertegenwoordiging want noch Hassen. noch Cohen zijn in topvorm. Veel eerder zou men gro te verrassingen kunnen verwach ten van Zuid-Oost, dat o.a. met Dot- to, Faure, Lauredi, Remy en Rol land op papier ongetwijfeld een ploeg van formaat bezit. ROBIC, de Bretonse pechvogel mag dit jaar niet mee doen. DE RONDE is een typisch Franse vertoning ondanks het feit. dat bij tijd en wijle een buitenlandse ren ner met de hoogste eer ging strij ken. Het ligt dan ook voor de hand dat de Fransen in eerste instantie een Franse overwinnaar zoeken, maar dit jaar zien ze die niet. ALGEMEEN is de vrees, dat een Belg deze Tour zal winnen. De Pa rijse sportjournalisten tippen mo menteel meer buitenlanders dan Fransen en velen geven zelfs een ernstige kans aan Woutje Wagt mans. HET voortreffelijke rijden van Piet van Est en de Jongh heeft hier eveneens de aandacht getrokken. Eén der wielerspecialisten van „L'Equipe" zei ons woordelijk: „Ik heb die jongens zien rijden en het zou me verwonderen als ze niet van zich zulien doen spreken en min stens een etappe op hun naam zul len schrijven.. Frankrijk is plotseling midden in de jaarlijks terugkerende Tourkoorts ge ploft en in het grote gebouw van ..L'Equipe", het Parijse Sportdag blad. dat samen met „Le Parisiën" het grote circus organiseert, is het drukker dan ooit tevoren. Of we enkele ogenblikken de heer Goddet kunnen spreken? De charmante secretaresse, die in het grote voorvertrek angstvallig waakt over de dagindeling van de di recteur vreest van niet, maar hoopt van wel en leidt ons enkele ogenblik ken later toch in het heiligdom van de Franse sportwereld. Jacques Goddet, gekleed in een tweedkostuum van de zelfde kleur als zijn spaarzaam wordende peper en zoutkleurige haren duikt te voor schijn vanachter een monsterachtig grote bureaulamp en schuift ons een fijn besneden ivoren kistje si garetten toe. Hij poogt als goed journalist de zaken om te draaien en stelt ons vragen over Nederland. Daarna antwoordt hij ons vriende lijk, kort en soms vaag. Iedere zin onderstreept hij met gebaren van armen en handen. Jongh. Kerstens, v. Wetten en Stolker een belangrijke partij zal blazen, geloof ik beslist dat jullie ploeg weer „Ziet u er een winnaar in zitten?" Goddet kijkt ons aarzelend aan en antwoordt: „Waarom niet Hoevelen hebben er vorig jaar niet genoten van Wagtmans in de gele trui Wie had toen Walkowiak durven tippen? In onze Tour is alles mogelijk. beduidend zwaarder of lichter is dan die van het vorige jaar. Ook nu weer zijn de moeilijkheden evenredig ver deeld. Mannen zoals Wagtmans, van Est en Voorting kunnen deze moeilijk heden overwinnen mits de ploeggeest honderd percent is en mits de ach terhoede voldoende stuwende kracht heeft. Ik zou haast zeggen dat het niet de renner is die telt, maar de ploeg". „Gelooft u, nu Louison Bobet ver stek laat gaan, dat de Belgen sterk zullen domineren?" „Neen België heeft momenteel 'n uiterst sterk rennersveld met diverse kanshebbers. Maar ik zie ze nog niet veel sterker dan de Franse nationale ..Wat denkt u van de Nederlandse ploeg?" „Heel Frankrijk kent Wagtmans, van Est en Voorting als knappe, steeds vechtlustige renners, die tel en sedert Wagtmans verliefd is ge worden op de gele trui moeten we wel ke7s"%pVnieuw "de"aandacht op zich ™et„de Nederlanders reke- weten te vestigen. De Groot en Van g ouden. der Pluym hebben hun sporen ook „Wat is uw persoonlijke mening al verdiend. Hoewel ik nog maar wei- over het parkoers?" nig weet omtrent Piet van Est, de „Ik geloof niet dat de Tour 1957 De beste kanshebber kan ergens ploeg en ik zie ook nog geen groot een klap met de hamer kiijgen en krachtsverschil op papier tussen de worden uitgeschakeld. Waarom dit Nederlandse ploeg en de Belgische, jaar geen Nederlander? Wagtmans Maar overigens weet u natuurlijk ook rijdt momenteel sterk. Wim van Est dat vele sportliefhebbers een Belgi- heeft zich duidelijk gespaard. Sedert sche overwinning tippen." Nederland het ploegenklassement won „Kunt u ons ook nog zeggen hoeveel de organisatie dit jaar zal kosten?" „Ja! We proberen ieder jaar rond te komen met tweehonderd miljoen frs. (twee miljoen gulden). In 1956 schoten we er helaas iets over heen. En dit jaar zal dat „iets" weer wel wat meer zijn." Gerrit Voorting Piet de Jongh Leo v. d. Pluym Piet van Est SS® ÉTAPK s ffOUSAtX'CHAHLEACH W ÉTA M€TZ - COLA1AR \BSSAtKOti-THC Witsmm\ In de Ronde van Frankrijk 1957 komen de navolgende cols, die vorig jaar befaamde obstakels vormden, niet voor: Aspin en Peyresourde, Latrape, La Vayè- de, Le Pointu, La Croix de l'Hom- me, -Mort. La Sentinelle, Izoard, Montgenèvre, Sestrières, Mont Cenis, Croix de Fer, Luitel, l'Oeil- lon, les Grands Bois, La Luère en Beaulois. Dit jaar moeten opnieuw wor den „genomen": Telegraphe, Ga bbier en Vars, op dezelfde wijze als in 1955; de Alios, die voor de laatste maal in 1949 in de route voorkwam; de Puymorens, na de laatste oorlog niet meer gereden en de Tourmalet, die in 1955 in de bergreeks was opgenomen. De Tamié, een middelgrote berg. vaak ingelast voor de oor log de Luens, de Col de Port en de Portret-d'aspet werden even eens weer „uit het stof" gehaald. Gloednieuwe cols zijn: de Gram- monlberg, de Schlucht en de col- let du Ligne, de Saint Cézaire, de Faron, de Espigoulier, de To- sas en de Portillon. De eigenlijke bergen dienen zich aan in de Vogezen. Dan volgen de klimpartijen in de Jura tna een voorproefje op de „muur van Grammont" bekend uit de Ronde van Vlaanderen), doch pas later te beginnen in de zevende etap pe komen de beruchte scherp rechters. Hier volgt de berg-route: 5e etappe: Roubaix-Charleroi: Grammont-berg: 43 meter (3e cat.) 7e etappe: Metz-Colmar: La Schlucht: 1159 m (3e cat.); Collet du Ligne 1040 m (2e cat.). 9e etappe: Besancon-Thonon-Les -Bains: Les Rousses 1140 m (3e cat.). 10e etappe: Thonon-Brancon: Col du Tamié 908 m (3e cat.); Col du Telegraphe 1570 m (2e cat.); Col du Gabbier 2556 m (le cat.). lie etappe: Briancon-Cannes: Col de Vars 2111 m (le cat.); Col d'AUos 2250 m (le cat); Col de Luens 1054 m (3e cat.); Col Saint Nazaire 500 m (3e cat.). 12e etappe: Cannes-Marseibe: Col du Mont Faron 665 m (le cat.); Col d'Espigouber 728 m 2e cat.). 16e etappe: Barcelona-Ax Les- Thermes: Col du Tosas 1800 m (2e cat.); Col du Puymorens 1915 m (2e cat.). 17e etappe: Ax Les Thermes- Saint Gaudens: Col du Port 1249 m (3e cat.); Col du Portet d'As- pet 1069 m (3e cat.); Col du Por tillon 1308 m (2e cat.). 18e etappe: Saint Gaudens-Pau: Col du Tourmalet 2115 m (le cat.); Col d'Aubisque 1704 m (le cat.). Te verwerven punten in de gro te bergprijs, die ruim 2,5 mil joen Franse francs bedraagt (ruim 25 duizend gulden). Voor de cols der le categorie wor den tien renners geklasseerd (10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1 pun ten); voor de cols der 2e ca tegorie komen 6 renners in aan merking (6, 5, 4, 3, 2, 1 punt), voor de cols der 3e categorie respectievelijk 3, 2 en 1 punt.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 7