Het Landbouwschap zit op zwart zaad Biesboscharbeiders zijn moeilijk te vinden Gillette Jt j[ete/L Illegale kinderhandel in Italiaanse dorpen De talmt regering met een beslissing Geef Vader een Gillette Rocket! Fotograferen vanaf een van tien kilometer hoogte Stichting van een dorp Betere verkeersverbindingen Bouw arbeiderswoningen Waar KING'S CROSS gerookt wordt Ronselaars bijzonder actief in de Abruzzen VIERDE BLAD \"RIJDAG 14 JUNI 1957 Wat is een deel OPLOSSING Je proeft 't iedere dag (Van onze landbouwkundige medewerker) Het gaat met de centen van het Landbouwschap helemaal niet goed. Wegens de trage gang van zaken bij de hoge overheid en de besluiteloosheid van het kabinet heeft dit bedrijfschap zich in de schuld moeten steken. En niet zo weinig. Zijn wij goed ingelicht dan beloopt de bankschuld reeds acht miljoen gulden. Dat betekent per iaar een rente van vier ton. 400.000 gulden, die de boeren en tuinders in Nederland extra zullen moeten opbrengen. En dit, terwijl de oorzaak van deze schuld noch bij de boeren, noch bij het Landbouwschap zelf ligt, maar bij de hoge overheid in Den Haag. En het einde van het leed is nog niet te overzien. De diepere oorzaak van deze ont wikkeling is het verschil van mening tussen de regering en het Landbouw schap over de toepassing van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, en met name van het hoofdstuk dat handelt over de imanciën. Ten aanzien van de heffingen zegt deze wet, dat voor le den van bepaalde organisaties een aftrek op de heffing mag worden toe gepast wegens de contributie, die zij aan hun organisatie betalen. Zij mo gen een deel van de betaalde con tributie aftrekken van de heffing; doch deze aftrek mag niet meer be dragen dan 50% van de heffingsaan slag. Over deze vraag loopt het menings verschil tussen overheid en Land bouwschap. Het klassieke antwoord op deze vraag is: Een deel is een deel. Dus 99% van de contributie is ook een deel. Nu behoeft niemand bang te zijn, dat in derdaad 99% van de contributie zal worden afgetrokken, want zoals reeds gezegd deze aftrek is reeds beperkt door de bepaling, dat zij nooit meer dan de helft van de hef fing mag bedragen. In 1955 het eerste jaar waarin het Landbouwschap een heffing heeft opgelegd bedroeg de aftrek 90% van de betaalde contributie, met een maximum van 42% van de heffing. Reeds hierover is toen verschil van mening geweest tussen de Sociaal Economische Raad en het Landbouw schap. Zoals bekend moet de SER de verordeningen van de bedrijfschap pen goedkeuren. Deze Raad vond 90 van de contributie te hoog. Na enig geharrewar werd de verordening goedgekeurd. „Maar" zo werd er bij gezegd ,dit is voor het eerste jaar. Volggnd jaar doen we het niet meer. Dan moet de contributie-aftrek lager gestild worden." In 1956 tyerd de heffingsverorde ning anders geformuleerd. De aftrek van 90% Had alleen maar fhëore- tische betekenis, .behalve in een enkel I uitzonderingsgeval. Daarom was het niet nodig, deze 90% te handhaven. Het Landbouwschap wilde wel aan dit bezwaar van de SER tegemoet komen. Maar de wet bepaalt uitdruk kelijk, dat 50% van de heffing het maximum is. Waarom dan de 42% handhaven'? In 1956 werd dan ook be paald, dat de contributieaftrek zou mogen worden toegepast tot 70% der betaalde contributie met een maxi mum van' 50% van de heffingsaan slag. Deze verordening werd aange nomen in het voorjaar 1956. Niet goedgekeurd In het najaar 1956 liet de SER we ten, dat hij deze verordening niet kon goedkeuren. Als de wet spreekt over een deel, bedoelt zij een rede lijk deel. Als de aftrek voor de be taalde contributie 70% van deze con tributie bedraagt, worden de leden der organisaties te veel bevoordeeld en moeten de ongeorganiseerden een onevenredig groot deel der totale hef fing opbrengen. Daarom meende de SER, dat 50% der contributiebedra gen de hoogst toelaatbare aftrek kon zijn. En of het Landbouwschap zijn heffingsverordening maar wilde wij zigen. „Neen", zei het Landbouwschap, „dat doen we niet. U. SER, bent aan gewezen om te oordelen of een ver- I ordening in strijd is met het alge mene belang van de bedrijfstak. Maar U bent niet aangewezen om de wet te interpreteren. Wij wijzigen niks en we gaan in beroep bij de Kroon." Toen was de SER natuurlijk uitgepraat, want over het menings verschil zou op hoger niveau worden beslist. In oktober 1956 menen wij heeft het Landbouwschap beroep aan getekend bij de Kroon. Hoe dit for meel allemaal in elkaar zit, weten we niet, maar in werkelijkheid komt het er op neer, dat de ministerraad een beslissing moet nemen. Deze vraagt eerst advies aan de Raad van State. In het begin van dit jaar heeft de Raad van State deze aangelegen heid behandeld. Het is niet bekend, wanneer het advies is doorgezonden aan de regering, maar dit moet ze ker al in het begin van mei zijn ge weest. Advies Raad van State Het schijnt, dat dit advies luidt, dat tegen de interpretatie van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, zoals deze in de heffingverordening van het Landbouwschap tot uiting komt, niets is in te brengen. Als dit be drijfschap dus 70% van de betaalde contributie tot een maximum van 50%- van de heffingsaanslag wil af trekken, is dit niet in strijd met de wet. Het advies is weliswaar niet openbaar gemaakt, maar ingewijden schijnen er toch wel achter te zijn gekomen. Dit advies schijnt de regering zwaar op de maag te liggen. In haar hart was zij het namelijk eens met de SER. Zij moet nu een beslissing nemen, ofwel tegen haar overtuiging ofwel tegen het advies van de Raad van State in. En dit schijnt moeite en pijn te kosten aan de rege ring. Maar de besluiteloosheid van de re gering kost het Landbouwschap even eens moeite en pijn en daarenboven 400.000 gulden. De heffingsaanslagen die dit bedrijfschap in juni 1956 had moeten verzenden, zijn thans nog niet de deur uit. Ook de heffing over 1957 kan nog niet verzonden worden. De heffingsverordening kan immers niet worden vastgesteld voor het Land bouwschap de beslissing van de Kroon over de heffingsverordening 1956 kent. Want anders moet de ver ordening 1957 dezelfde lijdensweg vol gen als die van 1956. Het Landbouw schap heeft thans dus geen inkom sten. En wel uitgaven. Het kan im mers zijn mensen niet tijdelijk gaan ontslaan en zijn apparaat afbreken. Daarbij geeft dit schap per jaar een paar miljoen subsidie, waaronder zo wat een miljoen aan het Landbouw Economisch Instituut. Dit kan toch ook niet ophouden. Voorschotheffing Het Landbouwschap is nu voorne mens een voorschotheffing te gaan opleggen om tenminste aan geld te kunnen komen. Ook voor de boeren is deze gang van zaken onaange- ïaam, want zij zullen in één jaar wee heffingen moeten betalen. Dit .ordt langzamerhand een gecombi- eerd bedrag, dat bij de huidige si- latie in de landbouw voor sommigen rij zwaar zal gaan drukken. Overigens begint het Landbouw- chap dezer dagen aan het laatste tadium van de heffing 1955. en wel et invorderen bij de onwillige hef- ingsplichtigen. Er liggen een kleine 18.OOO dwangbevelen klaar. Dit lijkt enorm veel, maar het valt mee. Er zijn 250.000 heffingsplichtigen; 18.000 is dus ongeveer 7%. Men neemt aan, dat zowat de helft van deze 7% niet betaald heeft uit nalatigheid, of uit onkunde, of wêllicht ook, omdat zij een bezwaarschrift hebben ingediend, waarop nog niet beslist is. Dit ont slaat echter niet van de plicht tot be talen. Er zouden dan naar schatting on geveer 9.000 wanbetalers uit onwil overblijven, ofwel nog eeen 4% der boeren en tuinders. Bij de verkiezin gen blijkt telkens weer, dat het Ne derlandse volk een procent of vijf ruziemakers en dwarskoppen telt, die op de communisten of andere gekke partijen stemmen. De boerenstand behoort bij het Nederlandse volk en heeft dus evenzeer het recht er een paar pro cent dwarskoppen en onivilligen op na te houden. Geen verontrustend verschijnsel dus, en men moet al zo dom zijn als een gans om hier uit argumenten te gaan halen te gen de P.B.O. in het algemeen en ïet Landbouwschap in het bijzon der. (Advertentie) Deze afdoende voorzieningen op het gebied der verbindingen en de wo ningbouw zullen echter eerst dan kun nen worden getroffen, wanneer bet hele gebied zal zijn bedijkt. De voor bereidende werkzaamheden die nodig zijn voor de afsluiting worden thans uitgevoerd. Er is langs de noord-, west-, en zuidkant een ringdijk om de Brabantse Biesbosch ontworpen, die zal aansluiten aan de bestaande dijk van Werkendam via Nieuwendijk en Hank naar de dijk ten noorden van de Bergse Maas onder Dussen, die het Land van Altena in liet westen tegen bet buitenwater beschermt en de oostgrens van de Brabantse Bies bosch vormt. Een dergelijke ringdijk zal voor het verkeer en dus ook voor de arbeidsvoorziening van grote bete kenis zijn. 1') heeft heus wel recht op zo'n tiooi modern precisie-scheerappa- ■lat, met dispenser en 4 Blauwe Gillette mesjes. Dan voelt hij zich ong en fris. Met een GILLETTE ROCKET is hij de gehele dag goed geschoren, tot s'avonds toe. DRAAI U bent ktoor om U portoet e« snel schoren Het blijkt, dat het, ook met toepassing van bijzondere maatrege len, steeds moeilijker wordt arbeiders van buiten de Brabantse Bies bosch aan te trekken. In het Land van Heusden en Altena is nl. de werkgelegenheid de laatste jaren sterk toegenomen en dientengevolge neemt de animo om onder minder ongunstige omstandigheden in de Biesbosch te gaan werken af. In 1956 ivas de situatie zelfs zo, dat in het Land van Heusden en Altena onvoldoende arbeidskrachten be schikbaar waren, zodat voor de Biesbosch moest worden Overgegaan tot aantrekking van arbeiders uit de omgeving van Etten, een kost bare en tijdrovende aangelegenheid. De Commissie van Advies inzake arbeidsvoorziening in de Brabantse Biesboschdie in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid een uitvoerig rapport heeft uitgebracht (wij schreven hier reeds over) meent dan ook, dat er onoverkomelijke moeilijkheden op het terrein van de arbeidsvoorziening in de Brabantse Biesbosch zullen ontstaan, indien daarnaast geen andere voorzieningen worden getroffen, voorzieningen die met name betrekking hebben op de aan leg van verkeersverbindingen en de bouw van arbeiderswoningen. Inmiddels is de doorgaande bedy- king langs het noorden en westen tus sen Werkendam en de Hoge Hofpolder gereed gekomen. Binnenkort wordt begonnen met de aanleg van het dijk- gedeelte langs de zuidzijde tussen de brug van Keizersveer en de mond van het Spijkerboor. Wanneer de volledige bedijking van de Biesbosch een feit zal zijn is niet te zeggen op dit ogenblik. Dit is o.m. afhankelijk van de vraag hoe lang de Biesbosch met het stroomgebied van Donge en Oude Maasje de functie van waterbergingsgebied bij storm vloeden zal moeten blijven behouden en de beantwoording van deze vraag wordt weer bepaald door het tempo waarmee de Deltawerken worden uit gevoerd met name de afsluiting van het Haringvliet en het Volkerak en de invloed daarvan en van de afslui ting van de Biesbosch en het stroom gebied van Donge en Oude Maasje op de waterbeweging op de beneden rivieren. Deze aangelegenheid is bij rijkswaterstaat nog in studie. Ook de kwestie van de afwatering van het gebied na de afsluiting is nog onder werp van nadere studie. Zodra het overleg over de bestemming van het gebied is beëindigd kunnen de plan nen m.b.t. de aanleg van wegen, wa terlopen en bemalingen door de C.T.D. worden vastgesteld en kan een begin worden gemaakt met andere werkzaamheden voor de definitieve inrichting van het gebied, zoals de woningbouw. Het staat nagenoeg vast, dat in het centrum van de Brabant se Biesbosch op de grens van de polders Malta en Ganzewei een dorp wordt gesticht. Intussen wordt niet verheeld, dat al deze werken nog geruime tijd in be slag zullen nemen. Maar intussen is de situatie m.b.t. de arbeidsvoorzie ning uitermate precair geworden. Daarom zal de grootst mogelijke spoed met de totstandkoming van be doelde werken moeten worden be tracht, alleen al op grond van de hui dige arbeidssituatie. Intussen zullen maatregelen nodig zijn, die reeds vóór de afsluiting een gunstige in vloed op de arbeidsvoorzieningen kun nen uitoefenen. Men heeft daarbij het oog dfc> bouw van landarbeiderswonin gen in de Biesbosch en aanleg van verkeersverbindingen. de Biesbosch wordt niet verantwoord geacht. De tweede voorziening: aanleg van verkeersverbindingen kan eveneens passend in de plannen van de toe' komstige status van de Biesbosch worden getroffen. De moeilijkheden kunnen voor wat het oostelijk en een stuk van het zui delijk gedeelte van de Biesbosch goeddeels tot een oplossing worden gebracht door de aanleg van een weg vanaf de brug over de Bakkerskil bij Werkendam, over de daar gelegen polderkade naar het midden van het Joachimsveld en vandaar tussen het steurgat en de Nieuwe Kil tot en niet de punt van Pauluszand. Vanaf de zuidwestelijke punt van Pauluszand kan door middel van een baileybrug of een pont een verbinding worden gecreëerd over het Steurgat. Verder kan vanaf het noordoostelijke gedeel te van de Moordplaat in oostelijke richting een dam gelegd worden die aansluit aan de verbinding van Pau luszand over het Steurgat. Daardoor krijgt niet alleen het oostelijk gedeel te, maar krijgen ook de polders Moordplaat, Lepelaar, Turfzak, De Dood en Kwestieus een rechtstreekse verbinding met Werkendam. Via een weg vanuit Nieuwendijk in westelijke richting tot aan de aan te leggen weg tussen Werkendam en Pauluszand krijgen de bedoelde gebieden ook van. uit Hank en Nieuwendijk een directe verbinding. Deze wegen passen in het voorlopige ruilverkavelingsplan. Ten einde ook de Petrusplaat, een polder van ruim 150 ha gemakkelijker be reikbaar te maken, kan deze polder worden verbonden met een dam naar de Kroonpolder en de Malta. Komt deze verbinding tot stand dan kunnen de arbeiders van buiten de Biesbosch per bus worden vervoerd tot aan de zuidwestelijke punt van de Malta Vanaf de Kievitswaard wordt de Pe trusplaat gemakkelijk per fiets be reikbaar. Op dez^ wijze zal een tijd besparing voor de arbeiders, die van de verbinding gebruik zullen maken van 3500 a 4000 man-uren kunnen worden bereikt. (Advertentie) Overal in vacantieland waar mensen van goede smaak elkaar ontmoeten accentueert King's Cross de ware vacantiestemming Ook daar hoort men het weer: KINGS CROSS Talrijke dorpen in de Italiaanse Abruzzen worden sinds enige tijd weer onveilig gemaakt door ronselaars. Zij zoeken bouwvallige huizen op, onderhandelen bij voorkeur met vaders van grote gezinnen, gooien een paar vuile lirebiljetten op tafel en slepen dan een huilend kind achter zich aan naar hun auto. Over smalle, stoffige wegen gaat de tocht in het onbekende. Wat speelt zich hier af? Wat gebeurt er met deze kinde ren en wie zijn de ronselaars? De film ,.La Strada" speelde zich af in het milieu van deze kinderhandel. de individuen, die vooral in de lente bijzonder actief zijn. Ongelofelijk In de Abruzzen en de Zuiditali- aanse dorpen heerst een ontzettende armoede. Een familielid minder be tekent voor vele gezinnen een kolos sale verlichting vooral daar, waar de ouders met zeven tot tien kinde ren zitten opgescheept. Deze nood toestand wordt door talloze misdadi gers uit Noorditaliaanse industrieste den op de meest schaamteloze ma nier uitgebuit. Zij weten, dat meni ge vader niet neen zegt, als hem de mogelijkheid open staat zijn kind in den vreemde te sturen, opdat het een „eerlijk beroep" leert. Van de ze slagzin bedienen zich de onbeken- 36 woningen ■t.en goede Vaderdag begint met Gillette! Met woningbouw in de Biesbosch was reeds een bescheiden begin ge maakt. Bij de v.m. suikerfabriek en kele kilometers westelijk van Wer kendam zijn zo pas een 12-tal wonin gen door landarbeiders betrokken. Voor de arbeidsverlichting is dit aan tal echter van te geringe betekenis. Er staat thans een plan op stapel voor de bouw van 36 woningen in de Biesbosch op het grondgebied van Werkendam, waarvan er 26 aan de Kievitswaard en 10 by genoemde sui kerfabriek zullen komen. Woningbouw op korte termyn in andere delen van In verband met de voorstellen van Wash ington aan het Krem lin om tot wederzijdse luchtinspectie over te gaan, komt de lucht fotografie eens wat meer in het daglicht te staan. De Verenigde Staten nemen ook hier weer een voorname plaats in en specialis ten hebben zich daar al tot in de finesses in be kwaamd. Op een hoog te van 10.000 meter is men in staat een voor werp te fotograferen niet alleen, maar ook tot op enkele centi meters na de afmetin gen te bepalen. In de oorlog hebben lucht- verkenningen altijd al een grote rol gespeeld en mee geholpen een overwinning te bevechten. De Duitse stafchef Von Fritz zei al vóór de laatste wereldoor log uitbrak, dat de natie die dver de beste verken ningsmiddelen beschikte, een volgende oorlog zou winnen. En dit is een waar woord gebleken, want in de afgelopen oorlog heb ben de geallieerden hun deels door middel van de inlichtingen over de posi ties van de vijand groten- luchtverkenning verkre gen. Ook in Korea heeft dit middel onfeilbaar gewerkt. In Noord-Amerika bestaan hele teams van deze ex perts, met aan het hoofd van elke ploeg een verken ningspiloot. Zo'n verken ningspiloot nu moet over bijzondere eigenschappen beschikken en goed zijn ogen de kost geven. Klei nigheden kunnen aanlei ding geven tot de ontdek king van belangrijke vijan delijke doelen. Dan komt de luchtfotograaf in actie en neemt foto's. Horizon taal vliegend op een hoog te van 10-13 kilometer gaat dat goed; evenwel is het soms gewenst het lager op te zoeken en nu wordt het uitkijken, daar men dan in de gevaarlijke zone be landt. De verradende schaduw Een man, die een niet minder belangrijke scha kel vormt is de meer op de achtergrond verblijvende „foto-lezer", oftewel de man, die uit de foto alles moet weten op te maken. Gewapend met zijn in strumenten, waaronder een stereoscoop, die vier maal vergroot en een foto in drie dimensies weergeeft, begint hij zijn werk. Hij kijkt dan of er hem bekende voonoer- pen op voorkomen voor het bepalen van de af metingen, waarnaar hij de onbekende voorwer pen kan toetsen. In dit opzicht zijn ook schaduwen van groot be lang. Aan de hand van een schema, dat door de lucht macht is samengesteld over de positie van de zon en berekend van elk deel der aarde voor elke mi nuut van elke dag, kan de fotolezer de schaduw be rekenen. Op elke foto staat n.l. vermeld op welke plaats hij werd genomen. Uit een en ander blijkt wel, dat zo iemand geen domme jongen is. Hij moet wel wat in zijn mars heb ben en o.a. praktische wis kunde paren aan een grote dosis kennis van het trans portwezen en militaire en industriële centra. Voorts moet hij brandstofopslag plaatsen, radarposten, ba ses voor watervliegtuigen en vliegvelden kunnen op sporen. Het spreekt van zelf. dat een uitgebreide technische bibliotheek de deskundigen ten dienste staat, maar een algemene ontwikkeling dienaangaan de moet men toch wel heb ben, wil men bij een vluch tige blik op een foto kun nen constateren, dat deze een bijzondere studie waard is. Atoominstallaties blijken gemakkelijk te ontdekken te zijn, aangezien de stra ling hiervan op de gevoeli ge plaat inwerkt, ongeacht de beschermende maatre gelen hiertegen. Troepen bewegingen, scheepsactivi- teiten, toestellen voor het lanceren van geleide pro jectielen, concentraties op vliegvelden, dit alles pluist de „foto-vertaler" uit. Aan de lopende film Het fotovliegtuig, voor zien van straalmotoren, bevat een vrij kostbaar instrumentarium. Het foto toestel is automatisch op snelheid afgesteld en voor komt vaagheid van een fo to, ook al gaat men sneller dan het geluid. Men heeft zelfs machines, die van verscheidene camera's zijn voorzien, welke aan de lo pende band fotograferen, waarbij elke foto een stuk je van de vorige overlapt. Bij donker weer verkent men met behulp van ra dar, waarbij een speciaal fototoestel van het radar scherm af kiekt. De mo dernste ontwikkelappara- ten maken de negatieven snel gereed en kunnen da gelijks duizenden foto's af leveren. En ook hier heeft men het volmaakte sta dium nog niet bereikt en worden de prestaties nog verder opgevoerd. Waar dat alles toe zal leiden, indien werkelijk een akkoord over een in spectie vanuit de lucht tus sen de grote mogendheden tot stand komt Dan is de verwachting allicht gewet tigd, dat een plotselinge aanval van het ene land op het andere vrijwel uit gesloten zou zijn in ver band met de voortdurende aanwezigheid van verken ningsvliegtuigen in de lucht, aldus een oorlogs dreiging sterk verminde rend. „Uw zoon komt in Milaan di rect in de opleiding. Laat hem gaan, hg zal daar een beroep Ie ren en u geen last meer berokke nen. Later zal hij u zelfs nog geld sturen en u een prettige ou de dag bezorgen". Zulke woorden klinken verlokkend vooral ais ze worden bekrachtigd door valse contracten en schijnad- ressen. Hoe welgemeend hun bedoe lingen toch wel zijn, laten de ronse laars blijken door het toekennen van zg. „scheidingstoelagen". In de grote steden staat de kin deren een verschrikkelijks toekomst te wachten. Het beroep, dat tien tot veertienjarigen hier leren, is dat van bedelaar. Kleine, haveloae straatjongens, die met uitgestoken hand 't medelijden van voorbijgan gers moeten opwekken en speciaal zijn opgeleid om geld van de n»en» sen los te krijgen, dat dan aan dé chef wordt overhandigd. Deze chefs hebben een apart sys teem uitgewerkt waarvan de begin» nelingen zich moeten bedienen, Hou» ding van de hand, stem en uitdruk king van de de grootste fend. Zijn de tuigd, dat het kind zijn taak ka Tl vervullen, dan wordt het voor een maand de straat opgestuurd. Wie na deze proeftijd een dagelijkse op brengst van 3000 lire verzamelt, is ge slaagd en wordt opgenomen in het bedelaarsgilde. 500 lire mag het kind houden, de rest moet aan de baas worden overgedragen. Wie de 3000 lire niet haalt krijgt niets. Winstgevend Dat de organisatoren van deze la ge praktijken goed verdienen be hoeft geen betoog. De Italiaanse po litie neemt aan, dat de bedelaartjes van een ronselaar per maand ruim drie miljoen lire ophalen. Met zijn drie of vier handlangers kan da chef daarvan een zeer royaal leven lei den. Het werkprogramma zit aldus in elkaar: de „afdelingschef" brengt 12 tot 14 kinderen 's morgens vroeg naar het operatiegebied. Vanuit zijn auto oefent hij toezicht uit. Drie- of viermaal per dag wordt op een van te voren afgesproken plaats afgere kend. De chef belast zich met da boekhouding. Als een jaar is verstreken, moe ten de ronselaars naar jongere krach ten uitzien. Dan treden namelijk twee steeds terugkerende verschijnselen op het overgrote gedeelte van de bedeljongens heeft zich „zelfstandig" gemaakt, ze werken voor eigen re kening en zijn dus voor de chef ver loren. De overigen, die niet in hun nieuwe omgeving konden wennen, vormen geen bron van inkomst meer. Ze worden geleidelijk aan uitge stoten, verjaagd uit de armoedige barakken, waar ze tot nu toe on derdak hadden gevonden. Hier be gint de ellende en de misdaad. De ronselaars echter trekken er zon der het minste gewetensbezwaar weer op uit, op zoek naar jong» krachten.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 13