Het Landbouwschap zit
op
zwart
zaad
Biesboscharbeiders zijn
moeilijk te vinden
Gillette Jt
j[ete/L
Illegale kinderhandel in
Italiaanse dorpen
De
talmt
regering
met een beslissing
Geef Vader een
Gillette
Rocket!
Fotograferen vanaf een
van tien kilometer
hoogte
Stichting van
een
dorp
Betere verkeersverbindingen
Bouw arbeiderswoningen
Waar KING'S CROSS gerookt wordt
Ronselaars bijzonder actief in de Abruzzen
VIERDE BLAD
\"RIJDAG 14 JUNI 1957
Wat
is een
deel
OPLOSSING
Je proeft 't iedere dag
(Van onze landbouwkundige medewerker)
Het gaat met de centen van het Landbouwschap helemaal niet
goed. Wegens de trage gang van zaken bij de hoge overheid en
de besluiteloosheid van het kabinet heeft dit bedrijfschap zich
in de schuld moeten steken. En niet zo weinig. Zijn wij goed
ingelicht dan beloopt de bankschuld reeds acht miljoen gulden.
Dat betekent per iaar een rente van vier ton. 400.000 gulden,
die de boeren en tuinders in Nederland extra zullen moeten
opbrengen. En dit, terwijl de oorzaak van deze schuld noch bij
de boeren, noch bij het Landbouwschap zelf ligt, maar bij de
hoge overheid in Den Haag. En het einde van het leed is nog
niet te overzien.
De diepere oorzaak van deze ont
wikkeling is het verschil van mening
tussen de regering en het Landbouw
schap over de toepassing van de Wet
op de Bedrijfsorganisatie, en met
name van het hoofdstuk dat handelt
over de imanciën. Ten aanzien van de
heffingen zegt deze wet, dat voor le
den van bepaalde organisaties een
aftrek op de heffing mag worden toe
gepast wegens de contributie, die zij
aan hun organisatie betalen. Zij mo
gen een deel van de betaalde con
tributie aftrekken van de heffing;
doch deze aftrek mag niet meer be
dragen dan 50% van de heffingsaan
slag.
Over deze vraag loopt het menings
verschil tussen overheid en Land
bouwschap. Het klassieke antwoord
op deze vraag is: Een deel is een
deel. Dus 99% van de contributie is
ook een deel. Nu behoeft
niemand bang te zijn, dat in
derdaad 99% van de contributie zal
worden afgetrokken, want zoals
reeds gezegd deze aftrek is reeds
beperkt door de bepaling, dat zij
nooit meer dan de helft van de hef
fing mag bedragen.
In 1955 het eerste jaar waarin
het Landbouwschap een heffing heeft
opgelegd bedroeg de aftrek 90%
van de betaalde contributie, met een
maximum van 42% van de heffing.
Reeds hierover is toen verschil van
mening geweest tussen de Sociaal
Economische Raad en het Landbouw
schap. Zoals bekend moet de SER de
verordeningen van de bedrijfschap
pen goedkeuren. Deze Raad vond 90
van de contributie te hoog. Na enig
geharrewar werd de verordening
goedgekeurd. „Maar" zo werd er
bij gezegd ,dit is voor het eerste
jaar. Volggnd jaar doen we het niet
meer. Dan moet de contributie-aftrek
lager gestild worden."
In 1956 tyerd de heffingsverorde
ning anders geformuleerd. De aftrek
van 90% Had alleen maar fhëore-
tische betekenis, .behalve in een enkel
I uitzonderingsgeval. Daarom was het
niet nodig, deze 90% te handhaven.
Het Landbouwschap wilde wel aan
dit bezwaar van de SER tegemoet
komen. Maar de wet bepaalt uitdruk
kelijk, dat 50% van de heffing het
maximum is. Waarom dan de 42%
handhaven'? In 1956 werd dan ook be
paald, dat de contributieaftrek zou
mogen worden toegepast tot 70% der
betaalde contributie met een maxi
mum van' 50% van de heffingsaan
slag. Deze verordening werd aange
nomen in het voorjaar 1956.
Niet goedgekeurd
In het najaar 1956 liet de SER we
ten, dat hij deze verordening niet
kon goedkeuren. Als de wet spreekt
over een deel, bedoelt zij een rede
lijk deel. Als de aftrek voor de be
taalde contributie 70% van deze con
tributie bedraagt, worden de leden
der organisaties te veel bevoordeeld
en moeten de ongeorganiseerden een
onevenredig groot deel der totale hef
fing opbrengen. Daarom meende de
SER, dat 50% der contributiebedra
gen de hoogst toelaatbare aftrek kon
zijn. En of het Landbouwschap zijn
heffingsverordening maar wilde wij
zigen.
„Neen", zei het Landbouwschap,
„dat doen we niet. U. SER, bent aan
gewezen om te oordelen of een ver-
I ordening in strijd is met het alge
mene belang van de bedrijfstak.
Maar U bent niet aangewezen om de
wet te interpreteren. Wij wijzigen
niks en we gaan in beroep bij de
Kroon." Toen was de SER natuurlijk
uitgepraat, want over het menings
verschil zou op hoger niveau worden
beslist.
In oktober 1956 menen wij
heeft het Landbouwschap beroep aan
getekend bij de Kroon. Hoe dit for
meel allemaal in elkaar zit, weten
we niet, maar in werkelijkheid komt
het er op neer, dat de ministerraad
een beslissing moet nemen. Deze
vraagt eerst advies aan de Raad van
State. In het begin van dit jaar heeft
de Raad van State deze aangelegen
heid behandeld. Het is niet bekend,
wanneer het advies is doorgezonden
aan de regering, maar dit moet ze
ker al in het begin van mei zijn ge
weest.
Advies Raad van State
Het schijnt, dat dit advies luidt,
dat tegen de interpretatie van de
Wet op de Bedrijfsorganisatie, zoals
deze in de heffingverordening van
het Landbouwschap tot uiting komt,
niets is in te brengen. Als dit be
drijfschap dus 70% van de betaalde
contributie tot een maximum van
50%- van de heffingsaanslag wil af
trekken, is dit niet in strijd met de
wet. Het advies is weliswaar niet
openbaar gemaakt, maar ingewijden
schijnen er toch wel achter te zijn
gekomen.
Dit advies schijnt de regering
zwaar op de maag te liggen. In haar
hart was zij het namelijk eens met
de SER. Zij moet nu een beslissing
nemen, ofwel tegen haar overtuiging
ofwel tegen het advies van de
Raad van State in. En dit schijnt
moeite en pijn te kosten aan de rege
ring.
Maar de besluiteloosheid van de re
gering kost het Landbouwschap even
eens moeite en pijn en daarenboven
400.000 gulden. De heffingsaanslagen
die dit bedrijfschap in juni 1956 had
moeten verzenden, zijn thans nog niet
de deur uit. Ook de heffing over 1957
kan nog niet verzonden worden. De
heffingsverordening kan immers niet
worden vastgesteld voor het Land
bouwschap de beslissing van de
Kroon over de heffingsverordening
1956 kent. Want anders moet de ver
ordening 1957 dezelfde lijdensweg vol
gen als die van 1956. Het Landbouw
schap heeft thans dus geen inkom
sten. En wel uitgaven. Het kan im
mers zijn mensen niet tijdelijk gaan
ontslaan en zijn apparaat afbreken.
Daarbij geeft dit schap per jaar een
paar miljoen subsidie, waaronder zo
wat een miljoen aan het Landbouw
Economisch Instituut. Dit kan toch
ook niet ophouden.
Voorschotheffing
Het Landbouwschap is nu voorne
mens een voorschotheffing te gaan
opleggen om tenminste aan geld te
kunnen komen. Ook voor de boeren
is deze gang van zaken onaange-
ïaam, want zij zullen in één jaar
wee heffingen moeten betalen. Dit
.ordt langzamerhand een gecombi-
eerd bedrag, dat bij de huidige si-
latie in de landbouw voor sommigen
rij zwaar zal gaan drukken.
Overigens begint het Landbouw-
chap dezer dagen aan het laatste
tadium van de heffing 1955. en wel
et invorderen bij de onwillige hef-
ingsplichtigen. Er liggen een kleine
18.OOO dwangbevelen klaar. Dit lijkt
enorm veel, maar het valt mee. Er
zijn 250.000 heffingsplichtigen; 18.000
is dus ongeveer 7%. Men neemt aan,
dat zowat de helft van deze 7% niet
betaald heeft uit nalatigheid, of uit
onkunde, of wêllicht ook, omdat zij
een bezwaarschrift hebben ingediend,
waarop nog niet beslist is. Dit ont
slaat echter niet van de plicht tot be
talen.
Er zouden dan naar schatting on
geveer 9.000 wanbetalers uit onwil
overblijven, ofwel nog eeen 4% der
boeren en tuinders. Bij de verkiezin
gen blijkt telkens weer, dat het Ne
derlandse volk een procent of vijf
ruziemakers en dwarskoppen telt, die
op de communisten of andere gekke
partijen stemmen.
De boerenstand behoort bij het
Nederlandse volk en heeft dus
evenzeer het recht er een paar pro
cent dwarskoppen en onivilligen op
na te houden. Geen verontrustend
verschijnsel dus, en men moet al
zo dom zijn als een gans om hier
uit argumenten te gaan halen te
gen de P.B.O. in het algemeen en
ïet Landbouwschap in het bijzon
der.
(Advertentie)
Deze afdoende voorzieningen op het
gebied der verbindingen en de wo
ningbouw zullen echter eerst dan kun
nen worden getroffen, wanneer bet
hele gebied zal zijn bedijkt. De voor
bereidende werkzaamheden die nodig
zijn voor de afsluiting worden thans
uitgevoerd. Er is langs de noord-,
west-, en zuidkant een ringdijk om de
Brabantse Biesbosch ontworpen, die
zal aansluiten aan de bestaande dijk
van Werkendam via Nieuwendijk en
Hank naar de dijk ten noorden van de
Bergse Maas onder Dussen, die het
Land van Altena in liet westen tegen
bet buitenwater beschermt en de
oostgrens van de Brabantse Bies
bosch vormt. Een dergelijke ringdijk
zal voor het verkeer en dus ook voor
de arbeidsvoorziening van grote bete
kenis zijn.
1') heeft heus wel recht op zo'n
tiooi modern precisie-scheerappa-
■lat, met dispenser en 4 Blauwe
Gillette mesjes. Dan voelt hij zich
ong en fris. Met een GILLETTE
ROCKET is hij de gehele dag
goed geschoren, tot s'avonds toe.
DRAAI
U bent ktoor
om U portoet
e« snel schoren
Het blijkt, dat het, ook met toepassing van bijzondere maatrege
len, steeds moeilijker wordt arbeiders van buiten de Brabantse Bies
bosch aan te trekken. In het Land van Heusden en Altena is nl. de
werkgelegenheid de laatste jaren sterk toegenomen en dientengevolge
neemt de animo om onder minder ongunstige omstandigheden in de
Biesbosch te gaan werken af. In 1956 ivas de situatie zelfs zo, dat in
het Land van Heusden en Altena onvoldoende arbeidskrachten be
schikbaar waren, zodat voor de Biesbosch moest worden Overgegaan
tot aantrekking van arbeiders uit de omgeving van Etten, een kost
bare en tijdrovende aangelegenheid.
De Commissie van Advies inzake arbeidsvoorziening in de Brabantse
Biesboschdie in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en
Volksgezondheid een uitvoerig rapport heeft uitgebracht (wij schreven
hier reeds over) meent dan ook, dat er onoverkomelijke moeilijkheden
op het terrein van de arbeidsvoorziening in de Brabantse Biesbosch
zullen ontstaan, indien daarnaast geen andere voorzieningen worden
getroffen, voorzieningen die met name betrekking hebben op de aan
leg van verkeersverbindingen en de bouw van arbeiderswoningen.
Inmiddels is de doorgaande bedy-
king langs het noorden en westen tus
sen Werkendam en de Hoge Hofpolder
gereed gekomen. Binnenkort wordt
begonnen met de aanleg van het dijk-
gedeelte langs de zuidzijde tussen de
brug van Keizersveer en de mond
van het Spijkerboor.
Wanneer de volledige bedijking van
de Biesbosch een feit zal zijn is niet
te zeggen op dit ogenblik. Dit is o.m.
afhankelijk van de vraag hoe lang de
Biesbosch met het stroomgebied van
Donge en Oude Maasje de functie
van waterbergingsgebied bij storm
vloeden zal moeten blijven behouden
en de beantwoording van deze vraag
wordt weer bepaald door het tempo
waarmee de Deltawerken worden uit
gevoerd met name de afsluiting van
het Haringvliet en het Volkerak en
de invloed daarvan en van de afslui
ting van de Biesbosch en het stroom
gebied van Donge en Oude Maasje
op de waterbeweging op de beneden
rivieren. Deze aangelegenheid is bij
rijkswaterstaat nog in studie. Ook de
kwestie van de afwatering van het
gebied na de afsluiting is nog onder
werp van nadere studie. Zodra het
overleg over de bestemming van het
gebied is beëindigd kunnen de plan
nen m.b.t. de aanleg van wegen, wa
terlopen en bemalingen door de
C.T.D. worden vastgesteld en kan een
begin worden gemaakt met andere
werkzaamheden voor de definitieve
inrichting van het gebied, zoals de
woningbouw.
Het staat nagenoeg vast, dat
in het centrum van de Brabant
se Biesbosch op de grens van
de polders Malta en Ganzewei
een dorp wordt gesticht.
Intussen wordt niet verheeld, dat al
deze werken nog geruime tijd in be
slag zullen nemen. Maar intussen is
de situatie m.b.t. de arbeidsvoorzie
ning uitermate precair geworden.
Daarom zal de grootst mogelijke
spoed met de totstandkoming van be
doelde werken moeten worden be
tracht, alleen al op grond van de hui
dige arbeidssituatie. Intussen zullen
maatregelen nodig zijn, die reeds
vóór de afsluiting een gunstige in
vloed op de arbeidsvoorzieningen kun
nen uitoefenen. Men heeft daarbij het
oog dfc> bouw van landarbeiderswonin
gen in de Biesbosch en aanleg van
verkeersverbindingen.
de Biesbosch wordt niet verantwoord
geacht.
De tweede voorziening: aanleg van
verkeersverbindingen kan eveneens
passend in de plannen van de toe'
komstige status van de Biesbosch
worden getroffen.
De moeilijkheden kunnen voor wat
het oostelijk en een stuk van het zui
delijk gedeelte van de Biesbosch
goeddeels tot een oplossing worden
gebracht door de aanleg van een weg
vanaf de brug over de Bakkerskil
bij Werkendam, over de daar gelegen
polderkade naar het midden van het
Joachimsveld en vandaar tussen het
steurgat en de Nieuwe Kil tot en niet
de punt van Pauluszand. Vanaf de
zuidwestelijke punt van Pauluszand
kan door middel van een baileybrug
of een pont een verbinding worden
gecreëerd over het Steurgat. Verder
kan vanaf het noordoostelijke gedeel
te van de Moordplaat in oostelijke
richting een dam gelegd worden die
aansluit aan de verbinding van Pau
luszand over het Steurgat. Daardoor
krijgt niet alleen het oostelijk gedeel
te, maar krijgen ook de polders
Moordplaat, Lepelaar, Turfzak, De
Dood en Kwestieus een rechtstreekse
verbinding met Werkendam. Via een
weg vanuit Nieuwendijk in westelijke
richting tot aan de aan te leggen weg
tussen Werkendam en Pauluszand
krijgen de bedoelde gebieden ook van.
uit Hank en Nieuwendijk een directe
verbinding. Deze wegen passen in het
voorlopige ruilverkavelingsplan. Ten
einde ook de Petrusplaat, een polder
van ruim 150 ha gemakkelijker be
reikbaar te maken, kan deze polder
worden verbonden met een dam naar
de Kroonpolder en de Malta. Komt
deze verbinding tot stand dan kunnen
de arbeiders van buiten de Biesbosch
per bus worden vervoerd tot aan de
zuidwestelijke punt van de Malta
Vanaf de Kievitswaard wordt de Pe
trusplaat gemakkelijk per fiets be
reikbaar. Op dez^ wijze zal een tijd
besparing voor de arbeiders, die van
de verbinding gebruik zullen maken
van 3500 a 4000 man-uren kunnen
worden bereikt.
(Advertentie)
Overal in vacantieland waar mensen van
goede smaak elkaar ontmoeten accentueert
King's Cross de ware vacantiestemming
Ook daar hoort men het weer:
KINGS
CROSS
Talrijke dorpen in de Italiaanse Abruzzen worden sinds
enige tijd weer onveilig gemaakt door ronselaars. Zij zoeken
bouwvallige huizen op, onderhandelen bij voorkeur met vaders
van grote gezinnen, gooien een paar vuile lirebiljetten op tafel
en slepen dan een huilend kind achter zich aan naar hun auto.
Over smalle, stoffige wegen gaat de tocht in het onbekende.
Wat speelt zich hier af? Wat gebeurt er met deze kinde
ren en wie zijn de ronselaars? De film ,.La Strada" speelde zich
af in het milieu van deze kinderhandel.
de individuen, die vooral in de lente
bijzonder actief zijn.
Ongelofelijk
In de Abruzzen en de Zuiditali-
aanse dorpen heerst een ontzettende
armoede. Een familielid minder be
tekent voor vele gezinnen een kolos
sale verlichting vooral daar, waar
de ouders met zeven tot tien kinde
ren zitten opgescheept. Deze nood
toestand wordt door talloze misdadi
gers uit Noorditaliaanse industrieste
den op de meest schaamteloze ma
nier uitgebuit. Zij weten, dat meni
ge vader niet neen zegt, als hem
de mogelijkheid open staat zijn kind
in den vreemde te sturen, opdat het
een „eerlijk beroep" leert. Van de
ze slagzin bedienen zich de onbeken-
36 woningen
■t.en goede Vaderdag begint met Gillette!
Met woningbouw in de Biesbosch
was reeds een bescheiden begin ge
maakt. Bij de v.m. suikerfabriek en
kele kilometers westelijk van Wer
kendam zijn zo pas een 12-tal wonin
gen door landarbeiders betrokken.
Voor de arbeidsverlichting is dit aan
tal echter van te geringe betekenis.
Er staat thans een plan op stapel
voor de bouw van 36 woningen in de
Biesbosch op het grondgebied van
Werkendam, waarvan er 26 aan de
Kievitswaard en 10 by genoemde sui
kerfabriek zullen komen. Woningbouw
op korte termyn in andere delen van
In verband met de
voorstellen van Wash
ington aan het Krem
lin om tot wederzijdse
luchtinspectie over te
gaan, komt de lucht
fotografie eens wat
meer in het daglicht
te staan. De Verenigde
Staten nemen ook hier
weer een voorname
plaats in en specialis
ten hebben zich daar al
tot in de finesses in be
kwaamd. Op een hoog
te van 10.000 meter is
men in staat een voor
werp te fotograferen
niet alleen, maar ook
tot op enkele centi
meters na de afmetin
gen te bepalen.
In de oorlog hebben lucht-
verkenningen altijd al een
grote rol gespeeld en mee
geholpen een overwinning
te bevechten. De Duitse
stafchef Von Fritz zei al
vóór de laatste wereldoor
log uitbrak, dat de natie
die dver de beste verken
ningsmiddelen beschikte,
een volgende oorlog zou
winnen. En dit is een waar
woord gebleken, want in
de afgelopen oorlog heb
ben de geallieerden hun
deels door middel van de
inlichtingen over de posi
ties van de vijand groten-
luchtverkenning verkre
gen. Ook in Korea heeft dit
middel onfeilbaar gewerkt.
In Noord-Amerika bestaan
hele teams van deze ex
perts, met aan het hoofd
van elke ploeg een verken
ningspiloot. Zo'n verken
ningspiloot nu moet over
bijzondere eigenschappen
beschikken en goed zijn
ogen de kost geven. Klei
nigheden kunnen aanlei
ding geven tot de ontdek
king van belangrijke vijan
delijke doelen. Dan komt
de luchtfotograaf in actie
en neemt foto's. Horizon
taal vliegend op een hoog
te van 10-13 kilometer gaat
dat goed; evenwel is het
soms gewenst het lager op
te zoeken en nu wordt het
uitkijken, daar men dan in
de gevaarlijke zone be
landt.
De verradende
schaduw
Een man, die een niet
minder belangrijke scha
kel vormt is de meer op de
achtergrond verblijvende
„foto-lezer", oftewel de
man, die uit de foto alles
moet weten op te maken.
Gewapend met zijn in
strumenten, waaronder
een stereoscoop, die vier
maal vergroot en een
foto in drie dimensies
weergeeft, begint hij zijn
werk. Hij kijkt dan of er
hem bekende voonoer-
pen op voorkomen voor
het bepalen van de af
metingen, waarnaar hij
de onbekende voorwer
pen kan toetsen.
In dit opzicht zijn ook
schaduwen van groot be
lang. Aan de hand van een
schema, dat door de lucht
macht is samengesteld
over de positie van de zon
en berekend van elk deel
der aarde voor elke mi
nuut van elke dag, kan de
fotolezer de schaduw be
rekenen. Op elke foto staat
n.l. vermeld op welke
plaats hij werd genomen.
Uit een en ander blijkt
wel, dat zo iemand geen
domme jongen is. Hij moet
wel wat in zijn mars heb
ben en o.a. praktische wis
kunde paren aan een grote
dosis kennis van het trans
portwezen en militaire en
industriële centra. Voorts
moet hij brandstofopslag
plaatsen, radarposten, ba
ses voor watervliegtuigen
en vliegvelden kunnen op
sporen. Het spreekt van
zelf. dat een uitgebreide
technische bibliotheek de
deskundigen ten dienste
staat, maar een algemene
ontwikkeling dienaangaan
de moet men toch wel heb
ben, wil men bij een vluch
tige blik op een foto kun
nen constateren, dat deze
een bijzondere studie
waard is.
Atoominstallaties blijken
gemakkelijk te ontdekken
te zijn, aangezien de stra
ling hiervan op de gevoeli
ge plaat inwerkt, ongeacht
de beschermende maatre
gelen hiertegen. Troepen
bewegingen, scheepsactivi-
teiten, toestellen voor het
lanceren van geleide pro
jectielen, concentraties op
vliegvelden, dit alles pluist
de „foto-vertaler" uit.
Aan de lopende
film
Het fotovliegtuig, voor
zien van straalmotoren,
bevat een vrij kostbaar
instrumentarium. Het foto
toestel is automatisch op
snelheid afgesteld en voor
komt vaagheid van een fo
to, ook al gaat men sneller
dan het geluid. Men heeft
zelfs machines, die van
verscheidene camera's zijn
voorzien, welke aan de lo
pende band fotograferen,
waarbij elke foto een stuk
je van de vorige overlapt.
Bij donker weer verkent
men met behulp van ra
dar, waarbij een speciaal
fototoestel van het radar
scherm af kiekt. De mo
dernste ontwikkelappara-
ten maken de negatieven
snel gereed en kunnen da
gelijks duizenden foto's af
leveren. En ook hier heeft
men het volmaakte sta
dium nog niet bereikt en
worden de prestaties nog
verder opgevoerd.
Waar dat alles toe zal
leiden, indien werkelijk
een akkoord over een in
spectie vanuit de lucht tus
sen de grote mogendheden
tot stand komt Dan is de
verwachting allicht gewet
tigd, dat een plotselinge
aanval van het ene land
op het andere vrijwel uit
gesloten zou zijn in ver
band met de voortdurende
aanwezigheid van verken
ningsvliegtuigen in de
lucht, aldus een oorlogs
dreiging sterk verminde
rend.
„Uw zoon komt in Milaan di
rect in de opleiding. Laat hem
gaan, hg zal daar een beroep Ie
ren en u geen last meer berokke
nen. Later zal hij u zelfs nog
geld sturen en u een prettige ou
de dag bezorgen".
Zulke woorden klinken verlokkend
vooral ais ze worden bekrachtigd
door valse contracten en schijnad-
ressen. Hoe welgemeend hun bedoe
lingen toch wel zijn, laten de ronse
laars blijken door het toekennen van
zg. „scheidingstoelagen".
In de grote steden staat de kin
deren een verschrikkelijks toekomst
te wachten. Het beroep, dat tien
tot veertienjarigen hier leren, is dat
van bedelaar. Kleine, haveloae
straatjongens, die met uitgestoken
hand 't medelijden van voorbijgan
gers moeten opwekken en speciaal
zijn opgeleid om geld van de n»en»
sen los te krijgen, dat dan aan dé
chef wordt overhandigd.
Deze chefs hebben een apart sys
teem uitgewerkt waarvan de begin»
nelingen zich moeten bedienen, Hou»
ding van de hand, stem en uitdruk
king van de
de grootste
fend. Zijn de
tuigd, dat het kind zijn taak ka Tl
vervullen, dan wordt het voor een
maand de straat opgestuurd. Wie na
deze proeftijd een dagelijkse op
brengst van 3000 lire verzamelt, is ge
slaagd en wordt opgenomen in het
bedelaarsgilde. 500 lire mag het kind
houden, de rest moet aan de baas
worden overgedragen. Wie de 3000
lire niet haalt krijgt niets.
Winstgevend
Dat de organisatoren van deze la
ge praktijken goed verdienen be
hoeft geen betoog. De Italiaanse po
litie neemt aan, dat de bedelaartjes
van een ronselaar per maand ruim
drie miljoen lire ophalen. Met zijn
drie of vier handlangers kan da chef
daarvan een zeer royaal leven lei
den. Het werkprogramma zit aldus
in elkaar: de „afdelingschef" brengt
12 tot 14 kinderen 's morgens vroeg
naar het operatiegebied. Vanuit zijn
auto oefent hij toezicht uit. Drie- of
viermaal per dag wordt op een van
te voren afgesproken plaats afgere
kend. De chef belast zich met da
boekhouding.
Als een jaar is verstreken, moe
ten de ronselaars naar jongere krach
ten uitzien. Dan treden namelijk twee
steeds terugkerende verschijnselen
op het overgrote gedeelte van de
bedeljongens heeft zich „zelfstandig"
gemaakt, ze werken voor eigen re
kening en zijn dus voor de chef ver
loren. De overigen, die niet in hun
nieuwe omgeving konden wennen,
vormen geen bron van inkomst
meer.
Ze worden geleidelijk aan uitge
stoten, verjaagd uit de armoedige
barakken, waar ze tot nu toe on
derdak hadden gevonden. Hier be
gint de ellende en de misdaad. De
ronselaars echter trekken er zon
der het minste gewetensbezwaar
weer op uit, op zoek naar jong»
krachten.