BRYLC WINNAAR EPSOM-DERBY Johnny Kraaykamp, ernstig zoeker naar rare mannetjes Monumenten voor Gotthard-pioniers Twee en half miljoen huizen kaas BRYLCREEM Het Nederlands Zurwlbureau Den Hug. ...I 10 DERDE BLAD VRIJDAG 7 JUNI 1957 Doe m éér met Zijn vrouw is zijn impressario Voor een zorgeloze vakantie: VAKANTIEPAKKET Voorlopige cijfers woningtelling door steekproef Meerderheid gewoon achter ewonden Daar Arams teigeren kijkt rich- (Advertentie) W»j bopen <kt LH» lunch metgevaar komt, tijdens de feestdagen. Hond* vootal ééadin gin's oogde KAAS I Ons etgeo tand biedt zoved kostelijke kaassoorten, dat U op deze voosdege lekkernij nooit uitgekeken raakt! vV°A Pinkster-picnic „Ha. dat lust ik'' Jammer zeg. lunch weg' Toch voldaan: op de KAAS komt het aanf ..Wacht eens effe, jongen.... ik zal eens kijkenwaar is mijn boekie nou?" Aldus horen we de ietwat schorre stem van de door televisi en radio in korte tijd bekend geworden komiek Johnny Kraaykamp aan de andere kant van de lijn, nadat we hem om een „interview" gevraagd hebben. Maar we krijgen met het „boekie" niets te maken, want we horen ineens een vrouwen stem die vriendelijk verkondigt, „alles voor haar man te rege len." We maken dus met haar de afspraak en wanneer we het kline bovenhuis aan de Kinkerstraat te Amsterdam binnen stappen, is Johnny inderdaad thuis: hij zit aan een tafeltje in tijd schriften te bladeren, terwijl de gedienstige het meubilair om hem heen opstapelt en de hele atmosfeer met boenwasgeuren be zwangert. De driejarige Johnny Kraaykamp II zit onder een stoel allerlei rare grimassen te trekkenvoorstudies om de „rare mannetjes" van pa te imiteren. We beginnen met de heer des huizes te praten over allerlei da gelijkse zaken des levens terwijl de gedienstige met haar werk zaamheden doorgaat, alsof ze al leen in de kamer is. Neen we hadden niet ver wacht, dat Johnny ons geheel in zijn kolderieke stijl zou ontvan gen (b.v. over stoelen sprin gen, de tong uitsteken, weg rennen en zeggen: „Pak me maar als je mij krijgen kunt"), maar het frappeerde ons toch, dat hij zo doodernstig kan zijn. Het karakteristieke hoofd met 't borstelkuifje bood tijdens ons ge sprek eerder de suggestie, aan een filosoof te behoren dan aan een komiek. Misschien kwam dit ook mede door het feit, dat zijn jonge charmante vrouw Riémal- da (een donkerogig, Italiaans aandoend type) juist op deze dag zoals later bleek haar middenstandsexamen gedaan had en dus onder „zware druk" ge zet was.. Toen ze beladen met boodschappen binnenkwam en be gon te spreken, deed het Johnny kennelijk goed, zich enige tijd in „donkere stilte" te mogen hullen. „Ja, middenstandsexamen, want roem duurt niet eeuwig, we gaan daarom een zaak opzetten. Ik weet nog niet, of we in sigaren, eieren of iets anders gaan han delen. Wanneen we aan Riémalda vra gen of zij inderdaad het „admini stratief geweten" van haar man is, zegt ze: „Ja, dat moet wel.... ik ben eigenlijk zijn impressario. Hij is zo slordig als een hond...." Inmiddels zingt de spruit van de familie vrolijk op een been tus sen het thans weer op orde zijn de meubilair heen en weer dan send: „Oh Johnny, zing een lied- Je voor mij.." Wij wenden ons tot Johnny en zeggen: „Een liedje hoeft niet, maar we willen wel een wat uit gebreider praatje. Wat wilde u vroeger worden?" „Tja, wat wilde ik vroeger wor den? Ik ben eerst naar de am bachtsschool gegaan en dacht aan zoiets als machinebankwer ker. Ik heb er overigens twee Imker handen van overgehouden, want ik kan nog geen spijker in de muur slaan. Als ik het doe, hoer ik al gauw van de andere kant: ho - ho - ho Later kwam ik in een suiker fabriek". "Wat deed u daar?" „Nou gewoon., ze hadden daar h die balletjes.." is .de stap van werkzaam- neden bij het vervaardigen van suikerballetjes naar het veelge- z™?en „Agnes Dei" en het „atandchen" van Schubert geen ipeinigheid, maar we moeten wel: Johnny vertelt namelijk aanslui tend, dat hij reeds vroeg „in de kunst" wilde. Hij was ongeveer 15 jaar, toen hij syn stem in het openbaar verhief en in een Amsterdams theater pro- nÜn °P te bieden tegen zijn ,?Jea!a,Willy Alberti, die „uit bluf neeas hoger en hoger ging zingen." J„y'fi om de hoogste toppen ein- V}°tseling met een bittere ïronrt w' Joen Jonnny op een en h- e baard in de keel schoot hy overhaast van het toneel Johnny I en II met „impressario" Rim Er zou een tweede kans volgen: hij ontmoette haar toevallig op straat en ze bezweek ter hoogte van een zonnig terrasje voor de verleiding van koffie met taart. Bij deze gelegenheid kwam Johnny meteen maar met zijn huwelijks aanzoek en commentarieert thans „Ja, ik moest opschieten, want an ders was een ander mij voor...." Riémalda glimlacht en zegt: „Ja, hij verdient goed bij mij, want Ik ben kei-hard in zaken doen en dat is hij helemaal niet". Johnny is thans avond aan avond wel dan niet in com binatie met zijn vriend Rijk de Gooyer, met wie hij samen on der de titel „Nederlands twee zingende dwazen" reeds verschil lende grammofoonplaten maakte volgeboekt: hij zwerft van het ene podium naar het andere, ter wijl de repetities voor radio en televisie hem vaak in tijdnood brengen. En bij deze drukte kan een instrument als de telefoon soms erg lastig worden voor al, wanneer allerlei onbekende grappenmakers het oor van John ny zoeken om er met verdraai de stemmetjes onzin in te toete ren. „Spreek ik met die nar van de televisie?" werd er enige tijd geleden gevraagd. En toen kwam er 'n heel verhaal, dat natuurlijk afgesneden werd door de hoorn op de haak te hangen. Men ver geet, dat Kraaykamp-privé het liefst maar met rust gelaten wordt en thuis zeer stil is., want hij moet tenslotte nadenken over nieuwe creaties. Toen zijn vader nog bij het jonge gezin inwoon de, sloot hij zich soms hele avon den ook wel nachten met de schrijfmachine in de keuken op Hij is een man, die ieder woord en ieder gebaar weegt en soms rammelt hij midden in de nacht aan de arm van zijn vrouw: Er schiet me wat te binnen, kijk eens even.." „Ja", zegt zij „dan gaat hij mij ineens wat voordoen en dan moet ik met mijn slaperige hoofd maar kritiek geven. Nou, dat valt niet altijd mee maar vaak moet ik ook verschrikkelijk lachen. Hoe dan ook.hij werkt hard dat moet ik zeggen". Johnny zucht. Echt angstig Naast alle inspanningen kan de populariteit hoe prettig dit ook moge zijn ook wel eens zijn bezwaren hebben. Want toen hij b.v. onlangs in het kader van de Goed zo-actie met enkele an dere prominenten ging voetbal len, raakte het publiek door het dolle heen en schreeuwde in vele toonaarden: „Johnny Johnny." Er werd aan zijn borstelkuifje en aan zijn jasje gerukt., ontel bare handen probeerden een stuk je „souvenir" van hem af te plukken. „Het was echt angstig", zegt zijn vrouw, wier naam in de wandeling meestal „Rim" is, „ik ben maar met het kind van het veld gevlucht.." Dan neemt Johnny weer het gesprek over en begint met veel „affijns" over „lekker daas" te praten, over het genot van het vissen, zijn afschuw van drank en de gewoonte om zeer matig te roken. Hij toont ons een folder, die de vele mogelijkheden van 'n kleine kampeeraanhangwagen achter de auto bewijst: „Dat ding hebben we nu gekocht en volgen de week gaan we met vakantie. via België en Frankrijk naar Spanje. De telefoon rinkelt en wanneer Johnny opneemt, krijt een duide lijk hoorbare stem vanaf de an dere kant: „Waar blijf je nou?" Het is Rijk de Gooyer: Johnny moet weer gaan repeteren. Ook Johnny II begrijpt, wie er op belt. want hij jubelt: „Dat is Ome Lijk". Maar aangezien de tijd roept, nemen we maar afscheid. (Advertentie) De verwezenlijking van een geweldige onderneming, een rechtstreekse spoorwegver binding noord - zuid, dwars door de Zwitserse Alpen te maken, eiste van allen die daarbij betrokken waren een enorme prestatie en wils kracht, moed en volharding. Vergeten zijn thans de orga nisatorische en financiële moeilijkheden die zich toen voordeden, maar wat deze pioniers en hun leger van helpers destijds hebben ge presteerd, is zeker waard om in het Gotthard-jubileumjaar 1957 gereleveerd te worden. Op de Bannhofplatz in Zurich staat een hoog monument van de staatsman en econoom Alfred Escher (1819-1882). Hij stamde uit een Züricher patriciërsfamilie en stond als grondvester van de „Schweizerische Kreditanstalt" en van de „Schweizerische Nordost- bahn-Geselschaft", -die de eerste rechtstreekse spoorwegverbinding van Zürich naar Zwitserlahds noor delijke grens tot stand bracht, in hoog aanzien en in het middel punt van de publieke belangstel ling. Met grote energie nam hij deel aan de voorbereiding van de Gotthard-onderneming, die hij ver volgens zeven jaar lang leidde. Op de sokkel van zijn gedenkteken staat in een rotsblok uit brons dat ene woord „Gotthard" Dit symboliseert een groot deel van het levenswerk van Alfred Escher. Louis Favre In Chene-Bourg. een vlak bij de Franse grens gelegen voorstadje van Genève, verheft zich het stand beeld van de grote ingenieur Louis Favre (1826-1879). 'de bouwer van de Gotthard-tunnel. Nadat Louis Favre reeds als ondernemer ver schillende tunnels in Frankrijk en Kans op GRATIS reis-voor-twee naar zonnig Italië! Trakteer uzelf! Twee grote tubes Brylcreem om geen „haarzorgen" mee te nemen op vakantie. Ook in zon, zand en zee blijft uw haar glanzend en gezond met Engelands beroemde Brylcreem. Zorgeloze vakantie! En als u twee van die droomreizen naar gondels, palmen en blauwe zee wint Dan wordt uw vakantie helemaal een féést! Doe mee: ieder Brylcreem vakantiepakket geeft u gratis recht op deelname, 't Kost zelfs geen postzegel Het cadeau voor Vaderdag 1957 een zorgeloze vakantie met een Brylcreem vakantiepakket! De vakantie op de bekende perfecte wijze verzorgd door Neerlands oudste reisbureau LISSONE/LINDEMAN Tfie perfect hairdressing Beecham (Nederland) N.V. - Voor engros: Jacq. Mot N.V. - Amsterdam moest verdwijnen. Je' j'H had wat n mooi stemme- bedroéefd5'aart Johnny thans nog Snelle liefde dag' dat hÜ als vrÜ- effL_ ekende bassist in een Am- se gelegenheid door zijn sterdam: trekkenapri0len de, aandacht ging riit u", IS er veeI gebeurd. Ook "'J.zag op een avond, al maar zijn instrument bedienend, d9. donkere ogen van de m ,e Riémalda toen nog foto- ïïfn ^erd verl'efd, maar koel- T 2Hensief stuitte op een "Je doet me te gek". Woensdagmiddag vonden te Epsom tn Engeland de beroemde jaarlijkse paardenrennen, de „Derby", plaats. Up de foto ziet men Crepello, die de finish passeert voor Ballymoss (tweede) en Pipe 0f peace (derde). (Telejoto) West-Zwitserland had gebouwd, sloot Alfred Escher als president van de Gotthard-Gesellsehaft op 7 augustus 1872 met hem een over eenkomst voor de bouw van de hoofdtunnel door het Gotthard-ge- bergte, waarvoor een tijd van acht jaar werd vastgesteld. Reeds spoedig stapelden zich de moeilijkheden op: het binnenste van de berg b.v. plaatste de hoor ders voor enorme en onverwach te hindernissen. Het gesteente bood aan de toentertijd als mo dern beschouwde slag-boorma chines, die ons nu als hoogst primitief voorkomen, geweldige tegenstand. Ook het binnendringen van wa ter en grote, door de druk van het gebergte veroorzaakte instortin gen maakte het werken in de bei de gangen veel moeilijker dan men zich aanvankelijk had voorgesteld. En al spoedig bleek - mede door deze moeilijkheden - de noodzake lijkheid van het verstrekken van een groot aanvullend krediet. Louis Favre, die zich bij de tunnelbouw tot het uiterste heeft gegeven, overleed geheel onverwacht tenge volge van een hartaanval op 19 juli 1879, zes maanden voor de doorboring van de Gotthard en de voltooiing van zijn levenswerk. In Göschenen, vlak bij de noordelijke ingang van de tunnel, is voor deze dappere mens een gedenkteken opgericht. De bouw van de Gotthardtunnel heeft totaal aan 117 mensen het le ven gekost. De herinnering aan de ze „offers van de arbeid" is nog niet vervaagd. Naast het station Airoio staat ter nagedachtenis en ter ere van deze 117 slachtoffers een monument uit graniet met een reliëf van de Tessinees Vincenzo Velo. Deze bekende uit Ligoretto afkomstige beeldhouwer, die voor al in Italië naam maakte, heeft hier een van zijn beste werken geschapen. Het hoge reliëf laat op volkomen natuurgetrouwe wijze zien hoe 2 tunnelarbeiders 'n dode kameraad op een brancard weg dragen. Een derde richt het zwak ke schijnsel van een mijnlamp op het slachtoffer; andere arbeiders begeleiden hun dode makker in diepe verslagenheid. Het zien van dit kunstwerk maakt onmiddellijk grote indruk op de Gotthard-reizi- ger. Een ogenblik neemt hij in gedachten deel aan de eer, die met dit monument aan de 117 slachtoffers van de Gotthardtunnel wordt bewezen. Een grote tech nische prestatie is ook steeds een groot mensenwerk en nief allen die daaraan deel hebben, beleven ook het resultaat, waar de dank naar uitgaat. E. H. Stockar In Flüelen, waar eens de Got- thard-reizigers van de boot, die hen over het Vierwoudstedenmeer hierheen bracht, in de postkoets moesten overstappen, staat op een klein gazon bij het station een ge denksteen ter ere van dr. h.c. Emil Huber-Stockar (1865-1939) uit Zü rich, wie grote dank verschuldigd is voor zijn aandeel in de elektri ficatie van de Gotthardspoorlijn, die sinds 1909 door de Zwitserse Bondsspoorwegen wordt geëxploi teerd. De overschakeling van deze Al penspoorweg op elektrische trac tie kwam in 1922 tot stand en leidde de elektrificatie van het gehele Zwitserse spoorwegnet in. Voor de Gotthardspoorweg wordt Aan de zuidzijde van de St. Gott hard rijdt men een land binnen van zon en palmen, het prachtige Tessino, waarvan deze foto een impressie geeft. de stroom geleverd door de cen trales Amsteg (in het Reussdal) en Ritom (aan de bovenloop van de Ticico), die men beide vanuit de trein kan zien. Hoofdingenieur Hubert-Stockar was technisch ad viseur van de Zwitserse Bonds spoorwegen voor de elektrificatie en hij bleek iemand met een voor uitziende blik te zijn. Aan de hoge verwachtingen die men van de elektrificatie van de Gotthard spoorweg koesterde, is volledig be antwoord. Door de grotere snel heid, die de treinen op de stijgende baanvakken (tot 26 o 100 daardoor konden bereiken, werd een bedui dend kortere rijtijd verkregen. Machtige elektrische locomotieven zijn in staat de langste personen- en goederentreinen tot een hoogte van 1150 meter te trekken. (Advertentie) B(j de algemene woningtelling 1956 zijn in totaal 2.549.000 bewoonde woonverblijven aangetroffen waarvan 2 1/2 miljoen bewoonde woningen en 49.000 bewoonde andere ruimten. Dit blijkt uit een mededeling van het centraal bureau voor de statistiek, waarin enige uitkomsten worden ver meld van een steekproef van 1 op 30 van het grondmateriaal van de wo ningtelling. Van de 2 1/2 miljoen bewoonde wo ningen vormen de gewone woningen (2.134.000) de overgrote meerderheid naast de 194.000 boerderijen en tuin derswoningen, 161.000 andere bedrijfs woningen en bijna 11.000 bijzondere wooneenheden. Uit een onderscheiding naar bouw wijze blijkt, dat onze bevolking over wegend is gehuisvest in eengezins huizen. De totale voorraad bewoonde en onbewoonde woningen telde nl. 1.730.000 eengezinshuizen (waarvan 580.000 of een derde vrijstaand). In meergezinshuizen zijn 780.000 wonin gen geteld. Eigendom Bijna 80% (nl. ruim 1,9 miljoen) van de 2.5 miljoen bewoonde wonin gen waren eigendom van particuliere personen en instellingen. Van de ove rige bewoonde woningen waren bijna 265.000 in het bezit van gemeenten en ruim 307.000 eigendom van woning bouwcorporaties. Van het totaal aantal bewoonde wo ningen werden 730.000 of bijna 30% bewoond door de eigenaar. Voor hoof den van huishoudens en alleenstaan den met een inkomen per jaar van 6.000 of hoger bedraagt dit percen tage ruim 40 tegen 25 bij inkomens beneden genoemde grens. In totaal bestond de woningvoor raad op 30 juni 1956 voor ruim 500.000 of 20% uit na 1945 gebouwde wonin gen. Voorts dateerden ruim 800.000 van voor 1906, d.w.z. dat ruim 30% van de huidige woningvoorraad 50 jaar of ouder is. De rest van de wo ningvoorraad, 1.2 miljoen of bijna 50% is gebouwd tussen 1906 en 1946 waar bij de beide oorlogsperioden (ruim 80.000 in de jaren 1915 t.e.m. 1918 en nog geen 30.000 in de jaren 1941 t.e.m. 1945) minimum cijf°rs vertonen. Huurwaarde Van de gewone woningen zonder bedrijf valt ruim 30% in huurklas- sen beneden 300, bijna de helft of 50% in de klassen van 300 tot 500. Voor de na-oorlogse t.o.v. de vooroor logse woningen blijkt een duidelijke verschuiving naar hogere klassen en tegelijkertijd een concentratie in de middenklassen. Van de voor 1946 ge bouwde woningen hadden 56% een huur van 300 tot 600, van de in 1946 of later gebouwde niet minder dan 70%. Huishoudens Ten aanzien van de grootte der bJJ- na 2.6 miljoen huishoudens ban wor den opgemerkt, dat de helft daarvan wordt gevormd door de huishoudens van 2 personen (byna 725.000) en van 3 personen (ruim 575.000). Onder de overige huishoudens zijn er 510.000 van 4, 324.000 van 5 en bijna 460.000 van 6 en meer personen. Alle huis houdens tezamen telden in totaal 10.175.000 personen, hetgeen neerkomt op een gemiddelde van 3.9 personen per huishouden. Let men in dit opzicht in de eerst» plaats op de 2.6 miljoen huishoudens dan blijkt, dat daarvan 2.1 miljoen of rond 80% zonder inwoning alleen in een woning wonen. Voorts zijn er ruim 225.000 huishou dens, die wel inwoning hebben, doch waarvan, volgens hun opgave, bijna 100.000 om andere redenen dan d» woningnood. Daarnaast zijn eveneens ruim 225.000 inwonende huishoudens geteld, waarvan, eveneens volgens hun opgave ruim 165.000 inwoonden ten gevolge van de woningnood en ruim 60.000 om andere redenen,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9