Bij het jubileum van mgr. Baeten
De zwaarte
van het ambt
Markante persoonlijkheid
Uit oorlogs-ruïnes
bloeit nieuw leven
Nescafe
mi
llagMaü ï??Stetu
De feestelijkheden
Postzegels in Oost-
Duitslandecht en
bedrieglijk vals
24
DOE MEE
DE GROTE
Verzet helpt zichzelf
Zoals een rijzende dageraad
PRIJSVRAAG
WIE... WENST... WAT?
Arrestaties
in Spanje
WOENSDAG 29 MEI 1957
VA6AÏ
De geringste
VRAAG UW WINKELIER 'T WEDSTRIJDFORMULIER
«mm
BRINTA is zo gemakkelijk.
U maakt aan tafel snel klaar!
Konijnen op Yeluwe
immuun voor
myxomatose
Bisschop is men niet voor zijn
genoegen. Dat lijkt een nogal van
zelfsprekende waarheid. Maar
hebt U wel eens nagedacht over
de lasten die aan het bisschops
ambt verbonden zijn? Ik peins er
soms over, als ik een feestverga-
dering bijwoon en de bisschop
weer zie zitten op de eerste rij,
of wanneer ik met een groep an
deren wacht op zijn audiëntie.
Zo'n feestvergadering is door
gaans een langdurig geval. Ik
heb er meegemaakt met twaalf
niets anders is dan één der vele
belangstellenden, valt dat niet zo
zwaar; soms is het zelfs genoeg
lijk: men luistert geïnteresseerd
als daar aanleiding toe is, en laat
het overige rustig langs zich
heengaan. Voor een bisschop is
het anders. Hij zit op een ere
plaats: op zijn reacties wordt ge
let. Hij moet voortdurend scherp
toeluisteren, want straks zal hij
op de gemaakte opmerkingen, die
soms speciaal voor hem bedoeld
zijn, moeten antwoorden. Aan het
einle der bijeenkomst behoort hij
immers zelf het woord te voeren.
Nu weet ik niet, of U ervaring
hebt van bijeenkomsten die met
een woord van U moeten worden
besloten. Ik geloof, dat ze voor de
meeste mensen die er wél gere
geld ervaring van hebben, een
kwelling zijn. Burgemeester Prin
sen, die een boeiend spreker was,
heeft mij eens toevertrouwd, dat
ieder genoegen hem bij voorbaat
ontzegd was, wanneer hij wist,
dat er nog een toespraak van
hem op het programma stond.
Hoe dikwijls maakt een bis
schop dat alles mee? Naar hoe
veel redevoeringen luistert hij,
Z. Hi. EXCELLENTIE
MGR. JOS. BAETEN
die zondag 2 juni zijn veertigjarig
priesterjubileum viert
denkend aan wat hij had kunnen
doen, als hij hier niet bij moest
zijn? Hoe vaak dwalen zijn ge
dachten a.' naar de corresponden
tie die thuis onbeantwoord ligt,
naar de beslissingen die vandaag
nog genomen moeten worden,
naar de rapporten over interdio
cesane kwesties (hele boekdelen
soms, naar ik meen), die hij vóór
de bisschoppenvergadering nog
moet doorwerken? Hoeveel tijd
besteedt hij aan deze represen
taties, terwijl hij die tijd zo graag
zou wijden aan zijn bestuurlijke
taak?
Het zijn niet alleen bisschoppen
die zich door zulke plichten be
zwaard voelen. Ministers en bur
gemeesters hebben reden tot de
zelfde klacht. Maar er is, dunkt
me, toch een verschil. Allereerst
omdat een bisschop behalve zijn
taak als bestuurder ook nog zijn
priesterlijke functies heeft: vorm
reizen, priesterwijdingen, religi
euze professies, die soms dagen
achtereen beslag op hem leggen.
Maar er is nog een andere om
standigheid die men in het oog
moet houden. U kunt daar iets
van beseffen, als U een geregeld
bezoeker bent van de spreekuren
die de bisschop, wanneer hij niet
op dienstreis is, vrijwel dagelijks
houdt. U ziet dan in de wachtka
mer, wie hem zoals hun zorgen
en moeilijkheden voorleggen. Er
zijn pastoors en kapelaans, over
sten van religieuze congregaties,
bestuurders van organisaties,
maar ook mensen die kennelijk
niets anders vertegenwoordigen
dan hun eigen gezin of hun per
soonlijke nood. Al deze mensen
staat hij te woord, en wie een
aantal uren in die wachtkamer
gesleten heeft, weet, hoe uitvoe
rig dat gebeurt. Waar ligt nu het
onderscheid tussen een bisschop
en andere bestuurders? De ande
ren kunnen doorgaans verwijzen
naar ondergeschikte instanties,
zij kunnen de vragen en bezwaren
doorgeven aan hen die speciaal
met deze zaken belast zijn. Een
bisschop kan dat meestal niet.
Over een uitgebreide staf van
deskundigen beschikt hij niet. Hij
heeft geen eerste, tweede, derde
bureau. Maar vooral: men ver
wacht het verlossende woord
hoe betekenisvol is hier dat ver
lossend"! van hem persoonlijk.
Iedere dag vraagt van hem be
slissingen en adviezen waardoor
mensen worden geraakt in het
diepste van hun bestaan.
Nu is het tot op zekere hoogte
mogelijk de zwaarte van zulk een
taak te verlichten. Men kan het
bezoek aan allerlei officiële bij
eenkomsten tot het hoogst nood
zakelijke beperken. Men kan ook
een strak en eenvormig beleid
uitzetten, waardoor vele kwes
ties al bij voorbaat zijn opgelost.
Wie bijvoorbeeld vernieuwingen
en hervormingen in beginsel af
wijst of tegenhoudt, maakt zich
het besturen veel eenvoudiger.
Men kan verder alle besprekin
gen strikt zakelijk houden, geen
afwijking en onnodige uitweiding
dulden, geen aanleiding geven tot
een vrijer gesprek; met deze tac
tiek zijn \£le bezoeken in korte
tijd af te handelen.
Het zij met grote dankbaarheid
vastgesteld. dat de bisschop
wiens jubileum wij gaan vieren,
deze methodes nooit heeft toege
past. Hoe gemakkelijk is hij te
winnen tot het bijwonen van een
bijeenkomst! Soms zou men zelfs
gaan geloven, dat hij niets liever
doet. Hij kent ook geen starheid.
Hij toont niet de neiging zijn on
dergeschikten tot elke prijs af te
remmen. Integendeel: hij prikkelt
voortdurend tot nieuwe activitei
ten en gedurfder ondernemin
gen. Hij doet dat vooral door zijn
bezoekers de kans te geven om
te praten en bijzonder door ook
zelf te praten. Hij lokt plannen
uit door op een verrassend open
hartige wijze zijn eigen geestdrift,
zijn eigen verlangens en ergernis
sen bloot te leggen. Hij waagt het
in zijn gesprekken meer mens te
zijn dan bestuurder. Hij doet
daardoor vanzelf een beroep op
de mens in zijn bezoeker en op al
diens mogelijkheden.
Is het de bedoeling van deze
beschouwing voor zijn houding
bewondering te f vragen? Hijzelf
zou het daar, geloof ik, niet mee
eens zijn. Hij zou zeggen, dat dit
alles vanzelfsprekend is en dat
hij niet anders kan en mag doen.
Met dat laatste zou hij nog gelijk
hebben ook. Want als de levende
vertegenwoordiger van Christus
onder ons moet hij zijn taak in
derdaad zó vervullen en niet an
ders.
Maar wij mogen toch wel vast
stellen, dat die taak, op deze
wijze opgevat, bovenmenselijk
zwaar is en dus een bijzondere
genade vordert. Die genade moe
ten wij allen, die toch op een of
andere wijze van zijn werk voor
deel trekken, over hem afroepen.
Laat daarom de conclusie alleen
maar deze zijn, dat een geregeld
gebed voor de bisschop ons aller
plicht is. Iets waar wij misschien
te weinig aan denken.
de L.
MGR. BAETEN
in zijn kapelaansjaren
Een bisschopswijding heeft iets
huiveringwekkends.
Een Kathedraal vol volk uit
alle rangen en standen. Bisschop
pen, abten en provinciale over
sten, een schare kloosterzusters,
een groot gedeelte van de clerus,
de lekenwereld in al haar gele
dingen en schakeringen, overheid
en onderdanen.
De nieuwe bisschop wordt ju
belend binnengeleid in zijn kathe
draal, het lijkt op de intocht van
-Jezus in Jeruzalem: verheerlij-
r^iaar tevens eenzaamheid,
opoffering, kruis.
die mens die daar voor
net altaar neerligt, die daar neer-
?n Sroot en vol is de ka
thedraal, alle mensen kijken, al
len verwachten alles.
Ook de heiligen scharen zich bij
de menigte en kijken en bidden
Uilige Moedermaagd,
alle heilige apostelen en marte
laren, kluizenaars, belijders,
maagden en weduwen. ,,Dat Gij
deze uitverkorene moogt zege
nen, heiligen en wijden."
t Pmhsterwonder herhaalt
*ch, de Geest des Heren stort
zich in zvenvoudige genade over
vloedig neer op de mens, die
daar knielt. „Gij zult mijn getui
ge zijn, gij Bruidegom van mijn
£erK, gij Herder van Mijn Kud
de. Niemand heeft groter liefde
dan hij die zijn leven geeft voor
zijn vrienden." De ceremoniën
ontrollen zich in al hun pracht.
Aan het einde ervan staat de
oisschop op het altaar, in de geur
e zalving, die Gods diepe
aanwezigheid in hem betekent;
hu. v, v.ln6er de bruidegomsring,
cue hem tot doodsbeproefde trouw
bindt aan zijn kerk; de stal die
nem tot herderen maant in goed-
ïf'1 eP.. ge^echtigheid. Eenzaam
staat hij hij daalt af en trekt
k?rLz;jn katlledraal zegenend en
overt? a j- van de goddelijke
aï. adle ln hem kwam. „Zo-
Ti. Vader Mij zond, zo zend
h„h;~ volk zingt „Te Deum
eëdatmUS Hij wordt uitgeleide
heven VWaaar ^aden met ver-
tfuT maa 1 en volmach-
htri ktnf. zwaar beladen met
riet en verantwoordelijkhe
den cn eenzaamheid dieD onder-
kerkem^herri" de ™r aUe
wu. herder van alle schapen.
niet g"oei.1"W 6eër8"d, dat ik
Afging het de priester Jo
seph Baeten, die de zesde Bis-
schop van Breda werd.
1 ïjdens de dagen van zijn Bis
schopsbenoeming. toen hij mid
den in de publiciteit stond, heeft
hij gezegd, dat, als hij geen bis
schop geworden was, de kranten
nooit over hem geschreven zou
den hebben. We zijn er niet zo
zeker van. Feit is, dat sinds ja
ren veel over hem gesproken
werd en op het laatst gefluisterd.
Was hij praktisch niet de enige,
die hoe langer hoe meer werd
genoemd als eventuele opvolger
van de zo nauw, zo ongeveer blij
vend met zijn bisdom vergroeide
mgr. Hopmans?
Overigens moet gezegd zijn dat
de pers moeite met hem gehad
zou hebben, want hier raken we
aan een van de meest markante
eigenschappen van monseigneur
Baeten: zijn eenvoud en echtheid,
wars van alle uiterlijk vertoon.
De grond hiervan vinden we in
zijn sterk priesterlijke instelling,
zijn bovennatuurlijke gerichtheid.
Dit is bij hem zo vanzelfsprekend,
zo echt, dat zijn menselijkheid
niet geforceerd wordt, haar een
voud en toegankelijkheid bewaart
en tevens zo waardig en voor
naam is.
Het bisschopsambt wordt in ge
loof beleefd en daarom cirkelt het
altijd om het wezenlijke, daarom
is wat hij doet- en ook wat hij
vraagt, altijd vanzelfsprekend.
Het Evangelie dat tijdens de
wijding op zijn schouders lag, is
ook vanzelfsprekend, hij gaat er
recht op af en gaat er radicaal
van uit.
De ring' is voor hem de band
van de dagelijkse trouw en onver
droten arbeidzaamheid. Het west-
Brabantse en het oost-Brabantse
karakter van onze beide laatste
bisschoppen komen hierin wel
sterk overeen. Geen van beiden
kent vakantie. Te verklaren hoe
ver nauur en bovennatuur in deze
eenheid een rol spelen, zou ons
te ver voeren. Het geloof, dat de
heilige Geest in overvloedige ma
te aan de bisschop is meegedeeld,
geeft hem een kenmerkende rust
in zijn regelmatige activiteit en
vele zorgen, maar zijn echtheid
doet hem ook overtuigd zijn, dat
de heilige Geest niet hardop
spreekt, dat hij om zo te zeggen
niet in voortdurend telefonisch
contact staat en dat de heilige
Geest ook hemzelf inschakelt en
van hem moeizaam zoeken en
overleg, luisteren en tasten
vraagt.
Daarom ook dat we in zijn staf
de trilling voelen van de klop
van waarachtige meevoelende
menselijkheid, en als de staf
werkelijk staf wordt, dan is dit
uit diep verantwoordelijkheidsbe-
sef en uit gelovige eerbied voor
zijn zending en opdracht.
Me dunkt ook, dat het geloof
onze bisschop door het goud heen
doet kijken naar de echtheid van
zijn Bisschopskruis. De gelukkige
parochieherder, die na zoveel ja
ren van secretariaatswerk de
schoonheid van het priesterschap
onder de mensen mocht ervaren
en zich aan zijn parochie gaf met
de toewijding van een pasgewijd
priester, heeft enkel de troon be
stegen, omdat hij geroepen werd
door de Heer, Die de troon ver
bindt met het drinken van de lij
denskelk.
De zesde bisschop van Breda
herdert de Bredase kudde in tot
nu toe een van de meest kritieke
periodes van het bisdom. Zorgen
voor een voldoend aantal pries
ters, voor de vorming van pries
ters die deze tijd begrijpen en in
deze tijd het Evangelie beleven
en verkondigen, zorgen om zoveel
ouds en waardevols dat opnieuw
bekeken wordt, om zoveel nieuws
dat zich hartstochtelijk aanbiedt
en wijs en breed oordeel vraagt.
Zorgen om noden op allerlei ge
bieden en in alle delen van het
bisdom.
Ieder, die hier maar even na
denkt, ervaart het huiveringwek
kende van de zwaarte van het
bisschopsambt in deze tijd. Het
geloof leert ons, dat zo een tijd
geladen is met goddelijke zin, dat
overvloedig zaad aan het kiemen
is en dat een witte oogst wacht.
Het geloof leert, dat juist over de
chaos de Geest Gods zweeft. En
daarom is het bemoedigend, dat
het kompas van de Episcoop, die
het geheel overziet, juist het ge
loof is en dat hij in dat geloof
door de duisternis de dageraad
ziet rijzen. Waar Maria zovelen
riep, daar weten we dat Christus
nabij is. 7"
„Te Deum laudamus" zongen
wij. Toen hij voor de eerste maal
door de kathedraal trok om te
zegenen. Nu hij zoveel jaren ze
genend door zijn kerk van Breda
trekt en zijn pontificaat onder
ons werkelijk zo zegenvol is, nu
past weer een ,,Te Deum". En
de Bisschop in zijn echtheid zal
mèt ons danken, want hij kan er
niet onderuit als man van geloof,
dat een bisschopsambt een zegen-
vol ambt is, maar in zijn echt
heid voegt hij er zeker aan toe:
Bidt broeders.
Bidden we voor hem dat zijn
geloof steeds overvloediger worde
in rijke vrucht.
Mgr. J. Plasschaert.
Het 40-jarig priesterjubileum van Mgr. Jos. Baeten
tvordt zondag a.s. gevierd met:
1. Een receptie op het Bisschoppelijk Paleis van
13.14 uur.
2. Een Pontificale H. Mis, op te dragen door
Mgr. Baeten in de kathedraal, des avonds om 18 uur,
Als feestgave zal de jubilerende Bisschop worden
aangeboden een som gelds, bestemd voor de uitbrei.
ding van het Seminarie Ypelaar.
ihnj-u-Lru1
f
coadjutor met recht van opvol
ging. De plechtige bisschopswij
ding op 27 december is tallozen
in de herinnering gegrift als een
weergaloze gloriedag.
De jonge bisschop wachtte
naast de vergrijsde en door de
zorgen vermoeide monseigneur
P. Hopmans een gigantische taak
van geestelijke en materiële we
deropbouw. Wat de oorlog aan
schade op geestelijk terrein had
aangericht laat zich nu eenmaal
niet gemakkelijk beschrijven, al
zal vrijwel eenieder de omvang
van deze schade kunnen bevroe
den. Materieel gesproken kan
men indrukwekkende cijfers ge
ven:
Geheel of grotendeels werden
verwoest 29 kerken, 17 pastorie-
en, 30 kloosters en 3 seminaries.
Bovendien liepen 24 kerken zwa
re schade op.
Sindsdien zijn alweer bijna
twaalf jaar voorbijgegaan. Op de
ruïnes van de oorlog zijn nieuwe
gebouwen, maar vooral ook nieu
we uitingen van godsdienstig le
ven opgebloeid. Voor het mariale
leven van de gelovigen wij
zen we op de grote ommegangen
van het beeld van O.L. Vrouw
van Fatima, op de herderlijke
brieven van hem die onder het
devies „Aurora consurgens" (De
rijzende dageraad) zijn persoon
lijke priesterleven en de hem toe
vertrouwde kudde in de meest
(Advertentie)
groot Godsvertrou
wen aanvaarden wij deze
hogepriesterlijke taak
want het blijft God vol
komen gelijk zijn werk te
volbrengen door machti
gen of door zwakken. In
een en hetzelfde Godsver
trouwen ook zien wij op
naar de door God zegevie
rende Vrouwe, die zoals
eenmaal ook nu nog in
staat is de nacht van de
duisternis te vedrijven, zo
als een rijzende dageraad,
liefelijk als de maan, uit
gelezen als de zon en schik-
wekkend als een strijdvaar
dig leger".
junior bus f 1.43
Normale bus f 2.55
Familie bus 9.20
Coffeïnevrij
Normale bus f 2.90
Familie bus f 10.45
Op 2 juni 1917 begon
voor Joseph Wilhelmus
Maria Baeten, geboren
op 8 april 1893 te
Alphen, de priesterlijke
loopbaan. Niemand ver
moedde toen nog dat
de eenvoudige zoon van
de leerlooier-landbouwer
Johannes Baeten tot de
hoogste waardigheid zou
worden geroepen. Wel
ging reeds vanuit zijn
geboorteplaats en van
uit het seminarie de
priester, die spoedig na
zijn eerste plechtige H.
Mis als kapelaan naar
Sas van Gent vertrok,
een ongemeen „goede
roep" vooraf. Ook gedurende de tijd die de jonge
priester nadien doorbracht als conrector te Ouden
bosch trokken zijn bijzondere begaafdheden de
aandacht en het verbaasde niemand dat de bis
schop hem als secretaris aan zich verbond.
Twaalf jaar lang bekleedde monseigneur Baeten
deze delicate post. Het was zeker toen een klinkend
bewijs van de bisschoppelijke waardering voor de
priester en de organisator dat reeds in 1933 de be
noeming volgde tot bouwpastoor in Ginneken. Een
in vele opzichten zware taak. Hier ont
moetten immers stad en land elkaar, waardoor
in de kiem reeds tal van grote toekomst-proble
men voor de zielzorg aanwezig waren. Boven
dien drukten de financiële lasten ontzettend
zwaar en minder sterke schouders dan die van
de bekwame bouwpastoor zouden daaronder wellicht
spoedig zijn bezweken. Inzicht en wijs overleg, voor
zichtigheid en onvermoeide ijver brachten echter in
de nieuwe parochie met Gods hulp tot stand wat velen
voor onmogelijk hielden. Een aan Maria toegewijde
kerk werd voor de parochianen een waar centrum
van geestelijke rust en godsdienstig leven; een voor
beeldig scholencomplex, eveneens toegewijd aan de
Koningin der engelen, verrees voor de kinderen. Nog
altijd spreken zijn vroegere parochianen met eerbied
en bewondering over pastoor Baeten: zijn heiligheid
en zijn plichtsbetrachting werken ook heden nog als
stimulerend voorbeeld na.
Grootsere daden
Toen de bisschop hem na deze volbrachte taak
tot nog grootsere daden riep, hem benoemde tot ka
nunnik en hem als vicaris-generaal (1945) naar de
verstilde eenzaamheid van het Begijnhof deed komen,
moet het voor pastoor en parochianen van de Maria^
kerk een zware dag zijn geweest. Maar de Bisschop
vroeg dit offer welbewust en in het belang van het ge
hele diocees. Waar immers zou hij een priester moe
ten vinden die zo bij uitstek geschikt leek om de door de
oorlog ontstane noden van het bisdom te lenigen? Wat
ieder verwacht had, geschiedde reeds aan het einde
van datzelfde jaar: de vicaris-generaal werd bisschop
volkomen zin van het woord wijd
de aan de Moeder van God en
van alle mensen. Toen in de twee
de maand van het jaar 1951 mon
seigneur Hopmans na ruim 36
jaar het diocees te hebben be
stuurd in de leeftijd van 85 jaar
zijn ziel aan de Schepper terug
gaf, aanvaardde monseigneur Jos.
Baeten de hogepriesterlijke taak
met de voor hem zo karakteris
tieke woorden: „Een taak, zelfs
voor engelenschouders te duch
ten' 'is neergelegd op mij, de ge
ringste onder de apostelen: In
het eerste herderlijke schrijven
zegt hij o.m. letterlijk:
„In
MEER DAN 1000 PRIJZEN - WAARDE F 40.000
MÉrii
Iedere maand smokkelen
Oostduitse verzetsgroepen van
West-Berlijn, uit een groot aan
tal vlugschriften over de grens.
Een aanzienlijk deel daarvan
wordt in Oost-Berlijn op de
post gedaan en verzonden. Daar
door echter komt het frankeer-
geld ook ten goede aan de Oost
duitse staat en dat is meer dan
de illegaliteit kan verdragen.
Vandaar dat men enige tijd gele
den begonnen is met het uitgeven van
valse postzegels, die bedrieglijk nauw
keurig op de echte lijken, maar door
een kritisch oog niettemin direct kun
nen worden herkend. De nagebootste
zegels namelijk dragen niet de oor
spronkelijke opschriften, maar leu
zen van de verzetsgroepen.
De zegel van 24 pfennig toont de
zelfde Stalin-Allee als het origineel,
maar tegen de achtergrond van de
pompeuze bouwwerken ziet men een
tafereel van de juni-opstand. De op
schriften zijn hierbij aangepast.
Op de zegels van de Wilhelm Pieck-
serie draagt de president inplaats van
boord en stropdas, een vastgetrokken
strik om de hals en in plaats van
SUfmtSf
H M
Pieck-zegel: officieel en illegaal.
Dag der mensenrechten: de oor
spronkelijke en de nagebootste
zegel.
„Deutsche Demokratische Republik"
kan men „Undeutsche undemokrati-
sche Diktatur" lezen.
Een andere zegel symboliseert de
hereniging van Duitsland na vrije
verkiezingen. Een zegel, waarop het
beeld van een verzetsgroep, had als
opschrift: „Werk zo langzaam moge
lijk in de ondemocratische republiek"
Ook de tekst van een feestzegel: „In
ternationale rijwieltocht voor de vre
de", werd in „Vrije, geheime ver
kiezingen" veranderd.
Een zegel, uitgegeven bij het 500-
jarig bestaan van de universiteit
Greifswald, die tijdens de gebeurte
nissen te Boedapest in omloop was,
gaf plotseling het beeld te zien van
een met een knuppel gewapend, Sov
jet-soldaat en daarbij een spreuk, dia
van toepassing was op de Hongaarse
vrijheidsstrijd.
Éen klap die aankwam, was de
vervalsing van de zegel, die uitgege
ven was om de „Tag der Menschen-
rechte" te vieren. Overal in Oost-
Duitsland doken postzegels op, met
als opschrift „Tag der Menschen ohne
Rechte" en „Deutschen sind Sklaven
der Sovjets".
De Oostduitse cen
suur heeft op
dracht gekregen,
alle brieven met
valse postzegels
achter te houden.
Niettemin blijken
ze telkens weer
door het controle-
net heen te glip
pen. Sinds enige
maanden verzendt
de illegaliteit haar
paperassen zelfs
met nagemaakte
„dienstzegels" van
de Oostduitse rege
ringsbureaus. Ze
zijn van de echte
te onderscheiden
1 'UfttfVt'Kttt*'
zegels nauwelijks
en... de censuur durft er niet goed aam
Een aantal personen is, volgens be
richten te Madrid, door de politie ge
arresteerd in verband met een tegen
het regime gericht manifest.
Naar verluidt behoren Francisco
Herrera Oria, broeder van de bis
schop van Amalaga, en Lopez Apa-
l ricio, voormalig majoor in het repu
blikeinse leger, tot de gearresteer
den.
Volgens de berichten heeft de poli
tie verklaard, dat sommige gearres
teerden contacten onderhielden met
ballingen in Frankrijk.
(Advertentie)
Ongeveer een jaar geleden kwam
de gevreesde konijnenziekte myxo
matose op de west-VeluWe en in het
bijzonder in Voorthuizen, Barneveld,
Terschuur, Appel en Nijkerk, veelvul
dig voor. Deskundigen verklaarden
zelfs dat op de landgoederen „de
Schaffelaar" bij Barneveld, „het Pa
radijs" tussen Barneveld en Ter-
schuur, alsmede in de omgeving van
Appel (tussen Voorthuizen en Nij
kerk) praktisch geen konijn meer
voorkwam. De myxomatose had de
konijnen totaal uitgeroeid. Tevens
verklaarden jachtopzieners en vee
artsen in die tijd, dat het gevaar van
een totale uitsterving van het konij
nenras op de Veluwe, niet zo groot
was als aanvankelijk werd aangeno
men. Het konijn teelt bijzonder snel
aan en de mogelijkheid dat op de
duur de konijnengeneraties immuun
zouden worden voor de myxomatose
was niet denkbeeldig. Thans schijnt
dit een feit geworden te zijn, want
de jongere konijnengeneraties zijn in
derdaad immuun voor deze afschu
welijke ziekte geworden. In de bloe-
menwijk, vlak bij het oude kerkhof
te Barneveld wordt de laatste tijd
tenminste veel last van konijnen on
dervonden. De diertjes doen zich te
goed aan de malse jonge groente in
de volkstuintjes en vernielen de bloe
men en planten.