Bij het jubileum van mgr. Baeten De zwaarte van het ambt Markante persoonlijkheid Uit oorlogs-ruïnes bloeit nieuw leven Nescafe mi llagMaü ï??Stetu De feestelijkheden Postzegels in Oost- Duitslandecht en bedrieglijk vals 24 DOE MEE DE GROTE Verzet helpt zichzelf Zoals een rijzende dageraad PRIJSVRAAG WIE... WENST... WAT? Arrestaties in Spanje WOENSDAG 29 MEI 1957 VA6AÏ De geringste VRAAG UW WINKELIER 'T WEDSTRIJDFORMULIER «mm BRINTA is zo gemakkelijk. U maakt aan tafel snel klaar! Konijnen op Yeluwe immuun voor myxomatose Bisschop is men niet voor zijn genoegen. Dat lijkt een nogal van zelfsprekende waarheid. Maar hebt U wel eens nagedacht over de lasten die aan het bisschops ambt verbonden zijn? Ik peins er soms over, als ik een feestverga- dering bijwoon en de bisschop weer zie zitten op de eerste rij, of wanneer ik met een groep an deren wacht op zijn audiëntie. Zo'n feestvergadering is door gaans een langdurig geval. Ik heb er meegemaakt met twaalf niets anders is dan één der vele belangstellenden, valt dat niet zo zwaar; soms is het zelfs genoeg lijk: men luistert geïnteresseerd als daar aanleiding toe is, en laat het overige rustig langs zich heengaan. Voor een bisschop is het anders. Hij zit op een ere plaats: op zijn reacties wordt ge let. Hij moet voortdurend scherp toeluisteren, want straks zal hij op de gemaakte opmerkingen, die soms speciaal voor hem bedoeld zijn, moeten antwoorden. Aan het einle der bijeenkomst behoort hij immers zelf het woord te voeren. Nu weet ik niet, of U ervaring hebt van bijeenkomsten die met een woord van U moeten worden besloten. Ik geloof, dat ze voor de meeste mensen die er wél gere geld ervaring van hebben, een kwelling zijn. Burgemeester Prin sen, die een boeiend spreker was, heeft mij eens toevertrouwd, dat ieder genoegen hem bij voorbaat ontzegd was, wanneer hij wist, dat er nog een toespraak van hem op het programma stond. Hoe dikwijls maakt een bis schop dat alles mee? Naar hoe veel redevoeringen luistert hij, Z. Hi. EXCELLENTIE MGR. JOS. BAETEN die zondag 2 juni zijn veertigjarig priesterjubileum viert denkend aan wat hij had kunnen doen, als hij hier niet bij moest zijn? Hoe vaak dwalen zijn ge dachten a.' naar de corresponden tie die thuis onbeantwoord ligt, naar de beslissingen die vandaag nog genomen moeten worden, naar de rapporten over interdio cesane kwesties (hele boekdelen soms, naar ik meen), die hij vóór de bisschoppenvergadering nog moet doorwerken? Hoeveel tijd besteedt hij aan deze represen taties, terwijl hij die tijd zo graag zou wijden aan zijn bestuurlijke taak? Het zijn niet alleen bisschoppen die zich door zulke plichten be zwaard voelen. Ministers en bur gemeesters hebben reden tot de zelfde klacht. Maar er is, dunkt me, toch een verschil. Allereerst omdat een bisschop behalve zijn taak als bestuurder ook nog zijn priesterlijke functies heeft: vorm reizen, priesterwijdingen, religi euze professies, die soms dagen achtereen beslag op hem leggen. Maar er is nog een andere om standigheid die men in het oog moet houden. U kunt daar iets van beseffen, als U een geregeld bezoeker bent van de spreekuren die de bisschop, wanneer hij niet op dienstreis is, vrijwel dagelijks houdt. U ziet dan in de wachtka mer, wie hem zoals hun zorgen en moeilijkheden voorleggen. Er zijn pastoors en kapelaans, over sten van religieuze congregaties, bestuurders van organisaties, maar ook mensen die kennelijk niets anders vertegenwoordigen dan hun eigen gezin of hun per soonlijke nood. Al deze mensen staat hij te woord, en wie een aantal uren in die wachtkamer gesleten heeft, weet, hoe uitvoe rig dat gebeurt. Waar ligt nu het onderscheid tussen een bisschop en andere bestuurders? De ande ren kunnen doorgaans verwijzen naar ondergeschikte instanties, zij kunnen de vragen en bezwaren doorgeven aan hen die speciaal met deze zaken belast zijn. Een bisschop kan dat meestal niet. Over een uitgebreide staf van deskundigen beschikt hij niet. Hij heeft geen eerste, tweede, derde bureau. Maar vooral: men ver wacht het verlossende woord hoe betekenisvol is hier dat ver lossend"! van hem persoonlijk. Iedere dag vraagt van hem be slissingen en adviezen waardoor mensen worden geraakt in het diepste van hun bestaan. Nu is het tot op zekere hoogte mogelijk de zwaarte van zulk een taak te verlichten. Men kan het bezoek aan allerlei officiële bij eenkomsten tot het hoogst nood zakelijke beperken. Men kan ook een strak en eenvormig beleid uitzetten, waardoor vele kwes ties al bij voorbaat zijn opgelost. Wie bijvoorbeeld vernieuwingen en hervormingen in beginsel af wijst of tegenhoudt, maakt zich het besturen veel eenvoudiger. Men kan verder alle besprekin gen strikt zakelijk houden, geen afwijking en onnodige uitweiding dulden, geen aanleiding geven tot een vrijer gesprek; met deze tac tiek zijn \£le bezoeken in korte tijd af te handelen. Het zij met grote dankbaarheid vastgesteld. dat de bisschop wiens jubileum wij gaan vieren, deze methodes nooit heeft toege past. Hoe gemakkelijk is hij te winnen tot het bijwonen van een bijeenkomst! Soms zou men zelfs gaan geloven, dat hij niets liever doet. Hij kent ook geen starheid. Hij toont niet de neiging zijn on dergeschikten tot elke prijs af te remmen. Integendeel: hij prikkelt voortdurend tot nieuwe activitei ten en gedurfder ondernemin gen. Hij doet dat vooral door zijn bezoekers de kans te geven om te praten en bijzonder door ook zelf te praten. Hij lokt plannen uit door op een verrassend open hartige wijze zijn eigen geestdrift, zijn eigen verlangens en ergernis sen bloot te leggen. Hij waagt het in zijn gesprekken meer mens te zijn dan bestuurder. Hij doet daardoor vanzelf een beroep op de mens in zijn bezoeker en op al diens mogelijkheden. Is het de bedoeling van deze beschouwing voor zijn houding bewondering te f vragen? Hijzelf zou het daar, geloof ik, niet mee eens zijn. Hij zou zeggen, dat dit alles vanzelfsprekend is en dat hij niet anders kan en mag doen. Met dat laatste zou hij nog gelijk hebben ook. Want als de levende vertegenwoordiger van Christus onder ons moet hij zijn taak in derdaad zó vervullen en niet an ders. Maar wij mogen toch wel vast stellen, dat die taak, op deze wijze opgevat, bovenmenselijk zwaar is en dus een bijzondere genade vordert. Die genade moe ten wij allen, die toch op een of andere wijze van zijn werk voor deel trekken, over hem afroepen. Laat daarom de conclusie alleen maar deze zijn, dat een geregeld gebed voor de bisschop ons aller plicht is. Iets waar wij misschien te weinig aan denken. de L. MGR. BAETEN in zijn kapelaansjaren Een bisschopswijding heeft iets huiveringwekkends. Een Kathedraal vol volk uit alle rangen en standen. Bisschop pen, abten en provinciale over sten, een schare kloosterzusters, een groot gedeelte van de clerus, de lekenwereld in al haar gele dingen en schakeringen, overheid en onderdanen. De nieuwe bisschop wordt ju belend binnengeleid in zijn kathe draal, het lijkt op de intocht van -Jezus in Jeruzalem: verheerlij- r^iaar tevens eenzaamheid, opoffering, kruis. die mens die daar voor net altaar neerligt, die daar neer- ?n Sroot en vol is de ka thedraal, alle mensen kijken, al len verwachten alles. Ook de heiligen scharen zich bij de menigte en kijken en bidden Uilige Moedermaagd, alle heilige apostelen en marte laren, kluizenaars, belijders, maagden en weduwen. ,,Dat Gij deze uitverkorene moogt zege nen, heiligen en wijden." t Pmhsterwonder herhaalt *ch, de Geest des Heren stort zich in zvenvoudige genade over vloedig neer op de mens, die daar knielt. „Gij zult mijn getui ge zijn, gij Bruidegom van mijn £erK, gij Herder van Mijn Kud de. Niemand heeft groter liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden." De ceremoniën ontrollen zich in al hun pracht. Aan het einde ervan staat de oisschop op het altaar, in de geur e zalving, die Gods diepe aanwezigheid in hem betekent; hu. v, v.ln6er de bruidegomsring, cue hem tot doodsbeproefde trouw bindt aan zijn kerk; de stal die nem tot herderen maant in goed- ïf'1 eP.. ge^echtigheid. Eenzaam staat hij hij daalt af en trekt k?rLz;jn katlledraal zegenend en overt? a j- van de goddelijke aï. adle ln hem kwam. „Zo- Ti. Vader Mij zond, zo zend h„h;~ volk zingt „Te Deum eëdatmUS Hij wordt uitgeleide heven VWaaar ^aden met ver- tfuT maa 1 en volmach- htri ktnf. zwaar beladen met riet en verantwoordelijkhe den cn eenzaamheid dieD onder- kerkem^herri" de ™r aUe wu. herder van alle schapen. niet g"oei.1"W 6eër8"d, dat ik Afging het de priester Jo seph Baeten, die de zesde Bis- schop van Breda werd. 1 ïjdens de dagen van zijn Bis schopsbenoeming. toen hij mid den in de publiciteit stond, heeft hij gezegd, dat, als hij geen bis schop geworden was, de kranten nooit over hem geschreven zou den hebben. We zijn er niet zo zeker van. Feit is, dat sinds ja ren veel over hem gesproken werd en op het laatst gefluisterd. Was hij praktisch niet de enige, die hoe langer hoe meer werd genoemd als eventuele opvolger van de zo nauw, zo ongeveer blij vend met zijn bisdom vergroeide mgr. Hopmans? Overigens moet gezegd zijn dat de pers moeite met hem gehad zou hebben, want hier raken we aan een van de meest markante eigenschappen van monseigneur Baeten: zijn eenvoud en echtheid, wars van alle uiterlijk vertoon. De grond hiervan vinden we in zijn sterk priesterlijke instelling, zijn bovennatuurlijke gerichtheid. Dit is bij hem zo vanzelfsprekend, zo echt, dat zijn menselijkheid niet geforceerd wordt, haar een voud en toegankelijkheid bewaart en tevens zo waardig en voor naam is. Het bisschopsambt wordt in ge loof beleefd en daarom cirkelt het altijd om het wezenlijke, daarom is wat hij doet- en ook wat hij vraagt, altijd vanzelfsprekend. Het Evangelie dat tijdens de wijding op zijn schouders lag, is ook vanzelfsprekend, hij gaat er recht op af en gaat er radicaal van uit. De ring' is voor hem de band van de dagelijkse trouw en onver droten arbeidzaamheid. Het west- Brabantse en het oost-Brabantse karakter van onze beide laatste bisschoppen komen hierin wel sterk overeen. Geen van beiden kent vakantie. Te verklaren hoe ver nauur en bovennatuur in deze eenheid een rol spelen, zou ons te ver voeren. Het geloof, dat de heilige Geest in overvloedige ma te aan de bisschop is meegedeeld, geeft hem een kenmerkende rust in zijn regelmatige activiteit en vele zorgen, maar zijn echtheid doet hem ook overtuigd zijn, dat de heilige Geest niet hardop spreekt, dat hij om zo te zeggen niet in voortdurend telefonisch contact staat en dat de heilige Geest ook hemzelf inschakelt en van hem moeizaam zoeken en overleg, luisteren en tasten vraagt. Daarom ook dat we in zijn staf de trilling voelen van de klop van waarachtige meevoelende menselijkheid, en als de staf werkelijk staf wordt, dan is dit uit diep verantwoordelijkheidsbe- sef en uit gelovige eerbied voor zijn zending en opdracht. Me dunkt ook, dat het geloof onze bisschop door het goud heen doet kijken naar de echtheid van zijn Bisschopskruis. De gelukkige parochieherder, die na zoveel ja ren van secretariaatswerk de schoonheid van het priesterschap onder de mensen mocht ervaren en zich aan zijn parochie gaf met de toewijding van een pasgewijd priester, heeft enkel de troon be stegen, omdat hij geroepen werd door de Heer, Die de troon ver bindt met het drinken van de lij denskelk. De zesde bisschop van Breda herdert de Bredase kudde in tot nu toe een van de meest kritieke periodes van het bisdom. Zorgen voor een voldoend aantal pries ters, voor de vorming van pries ters die deze tijd begrijpen en in deze tijd het Evangelie beleven en verkondigen, zorgen om zoveel ouds en waardevols dat opnieuw bekeken wordt, om zoveel nieuws dat zich hartstochtelijk aanbiedt en wijs en breed oordeel vraagt. Zorgen om noden op allerlei ge bieden en in alle delen van het bisdom. Ieder, die hier maar even na denkt, ervaart het huiveringwek kende van de zwaarte van het bisschopsambt in deze tijd. Het geloof leert ons, dat zo een tijd geladen is met goddelijke zin, dat overvloedig zaad aan het kiemen is en dat een witte oogst wacht. Het geloof leert, dat juist over de chaos de Geest Gods zweeft. En daarom is het bemoedigend, dat het kompas van de Episcoop, die het geheel overziet, juist het ge loof is en dat hij in dat geloof door de duisternis de dageraad ziet rijzen. Waar Maria zovelen riep, daar weten we dat Christus nabij is. 7" „Te Deum laudamus" zongen wij. Toen hij voor de eerste maal door de kathedraal trok om te zegenen. Nu hij zoveel jaren ze genend door zijn kerk van Breda trekt en zijn pontificaat onder ons werkelijk zo zegenvol is, nu past weer een ,,Te Deum". En de Bisschop in zijn echtheid zal mèt ons danken, want hij kan er niet onderuit als man van geloof, dat een bisschopsambt een zegen- vol ambt is, maar in zijn echt heid voegt hij er zeker aan toe: Bidt broeders. Bidden we voor hem dat zijn geloof steeds overvloediger worde in rijke vrucht. Mgr. J. Plasschaert. Het 40-jarig priesterjubileum van Mgr. Jos. Baeten tvordt zondag a.s. gevierd met: 1. Een receptie op het Bisschoppelijk Paleis van 13.14 uur. 2. Een Pontificale H. Mis, op te dragen door Mgr. Baeten in de kathedraal, des avonds om 18 uur, Als feestgave zal de jubilerende Bisschop worden aangeboden een som gelds, bestemd voor de uitbrei. ding van het Seminarie Ypelaar. ihnj-u-Lru1 f coadjutor met recht van opvol ging. De plechtige bisschopswij ding op 27 december is tallozen in de herinnering gegrift als een weergaloze gloriedag. De jonge bisschop wachtte naast de vergrijsde en door de zorgen vermoeide monseigneur P. Hopmans een gigantische taak van geestelijke en materiële we deropbouw. Wat de oorlog aan schade op geestelijk terrein had aangericht laat zich nu eenmaal niet gemakkelijk beschrijven, al zal vrijwel eenieder de omvang van deze schade kunnen bevroe den. Materieel gesproken kan men indrukwekkende cijfers ge ven: Geheel of grotendeels werden verwoest 29 kerken, 17 pastorie- en, 30 kloosters en 3 seminaries. Bovendien liepen 24 kerken zwa re schade op. Sindsdien zijn alweer bijna twaalf jaar voorbijgegaan. Op de ruïnes van de oorlog zijn nieuwe gebouwen, maar vooral ook nieu we uitingen van godsdienstig le ven opgebloeid. Voor het mariale leven van de gelovigen wij zen we op de grote ommegangen van het beeld van O.L. Vrouw van Fatima, op de herderlijke brieven van hem die onder het devies „Aurora consurgens" (De rijzende dageraad) zijn persoon lijke priesterleven en de hem toe vertrouwde kudde in de meest (Advertentie) groot Godsvertrou wen aanvaarden wij deze hogepriesterlijke taak want het blijft God vol komen gelijk zijn werk te volbrengen door machti gen of door zwakken. In een en hetzelfde Godsver trouwen ook zien wij op naar de door God zegevie rende Vrouwe, die zoals eenmaal ook nu nog in staat is de nacht van de duisternis te vedrijven, zo als een rijzende dageraad, liefelijk als de maan, uit gelezen als de zon en schik- wekkend als een strijdvaar dig leger". junior bus f 1.43 Normale bus f 2.55 Familie bus 9.20 Coffeïnevrij Normale bus f 2.90 Familie bus f 10.45 Op 2 juni 1917 begon voor Joseph Wilhelmus Maria Baeten, geboren op 8 april 1893 te Alphen, de priesterlijke loopbaan. Niemand ver moedde toen nog dat de eenvoudige zoon van de leerlooier-landbouwer Johannes Baeten tot de hoogste waardigheid zou worden geroepen. Wel ging reeds vanuit zijn geboorteplaats en van uit het seminarie de priester, die spoedig na zijn eerste plechtige H. Mis als kapelaan naar Sas van Gent vertrok, een ongemeen „goede roep" vooraf. Ook gedurende de tijd die de jonge priester nadien doorbracht als conrector te Ouden bosch trokken zijn bijzondere begaafdheden de aandacht en het verbaasde niemand dat de bis schop hem als secretaris aan zich verbond. Twaalf jaar lang bekleedde monseigneur Baeten deze delicate post. Het was zeker toen een klinkend bewijs van de bisschoppelijke waardering voor de priester en de organisator dat reeds in 1933 de be noeming volgde tot bouwpastoor in Ginneken. Een in vele opzichten zware taak. Hier ont moetten immers stad en land elkaar, waardoor in de kiem reeds tal van grote toekomst-proble men voor de zielzorg aanwezig waren. Boven dien drukten de financiële lasten ontzettend zwaar en minder sterke schouders dan die van de bekwame bouwpastoor zouden daaronder wellicht spoedig zijn bezweken. Inzicht en wijs overleg, voor zichtigheid en onvermoeide ijver brachten echter in de nieuwe parochie met Gods hulp tot stand wat velen voor onmogelijk hielden. Een aan Maria toegewijde kerk werd voor de parochianen een waar centrum van geestelijke rust en godsdienstig leven; een voor beeldig scholencomplex, eveneens toegewijd aan de Koningin der engelen, verrees voor de kinderen. Nog altijd spreken zijn vroegere parochianen met eerbied en bewondering over pastoor Baeten: zijn heiligheid en zijn plichtsbetrachting werken ook heden nog als stimulerend voorbeeld na. Grootsere daden Toen de bisschop hem na deze volbrachte taak tot nog grootsere daden riep, hem benoemde tot ka nunnik en hem als vicaris-generaal (1945) naar de verstilde eenzaamheid van het Begijnhof deed komen, moet het voor pastoor en parochianen van de Maria^ kerk een zware dag zijn geweest. Maar de Bisschop vroeg dit offer welbewust en in het belang van het ge hele diocees. Waar immers zou hij een priester moe ten vinden die zo bij uitstek geschikt leek om de door de oorlog ontstane noden van het bisdom te lenigen? Wat ieder verwacht had, geschiedde reeds aan het einde van datzelfde jaar: de vicaris-generaal werd bisschop volkomen zin van het woord wijd de aan de Moeder van God en van alle mensen. Toen in de twee de maand van het jaar 1951 mon seigneur Hopmans na ruim 36 jaar het diocees te hebben be stuurd in de leeftijd van 85 jaar zijn ziel aan de Schepper terug gaf, aanvaardde monseigneur Jos. Baeten de hogepriesterlijke taak met de voor hem zo karakteris tieke woorden: „Een taak, zelfs voor engelenschouders te duch ten' 'is neergelegd op mij, de ge ringste onder de apostelen: In het eerste herderlijke schrijven zegt hij o.m. letterlijk: „In MEER DAN 1000 PRIJZEN - WAARDE F 40.000 MÉrii Iedere maand smokkelen Oostduitse verzetsgroepen van West-Berlijn, uit een groot aan tal vlugschriften over de grens. Een aanzienlijk deel daarvan wordt in Oost-Berlijn op de post gedaan en verzonden. Daar door echter komt het frankeer- geld ook ten goede aan de Oost duitse staat en dat is meer dan de illegaliteit kan verdragen. Vandaar dat men enige tijd gele den begonnen is met het uitgeven van valse postzegels, die bedrieglijk nauw keurig op de echte lijken, maar door een kritisch oog niettemin direct kun nen worden herkend. De nagebootste zegels namelijk dragen niet de oor spronkelijke opschriften, maar leu zen van de verzetsgroepen. De zegel van 24 pfennig toont de zelfde Stalin-Allee als het origineel, maar tegen de achtergrond van de pompeuze bouwwerken ziet men een tafereel van de juni-opstand. De op schriften zijn hierbij aangepast. Op de zegels van de Wilhelm Pieck- serie draagt de president inplaats van boord en stropdas, een vastgetrokken strik om de hals en in plaats van SUfmtSf H M Pieck-zegel: officieel en illegaal. Dag der mensenrechten: de oor spronkelijke en de nagebootste zegel. „Deutsche Demokratische Republik" kan men „Undeutsche undemokrati- sche Diktatur" lezen. Een andere zegel symboliseert de hereniging van Duitsland na vrije verkiezingen. Een zegel, waarop het beeld van een verzetsgroep, had als opschrift: „Werk zo langzaam moge lijk in de ondemocratische republiek" Ook de tekst van een feestzegel: „In ternationale rijwieltocht voor de vre de", werd in „Vrije, geheime ver kiezingen" veranderd. Een zegel, uitgegeven bij het 500- jarig bestaan van de universiteit Greifswald, die tijdens de gebeurte nissen te Boedapest in omloop was, gaf plotseling het beeld te zien van een met een knuppel gewapend, Sov jet-soldaat en daarbij een spreuk, dia van toepassing was op de Hongaarse vrijheidsstrijd. Éen klap die aankwam, was de vervalsing van de zegel, die uitgege ven was om de „Tag der Menschen- rechte" te vieren. Overal in Oost- Duitsland doken postzegels op, met als opschrift „Tag der Menschen ohne Rechte" en „Deutschen sind Sklaven der Sovjets". De Oostduitse cen suur heeft op dracht gekregen, alle brieven met valse postzegels achter te houden. Niettemin blijken ze telkens weer door het controle- net heen te glip pen. Sinds enige maanden verzendt de illegaliteit haar paperassen zelfs met nagemaakte „dienstzegels" van de Oostduitse rege ringsbureaus. Ze zijn van de echte te onderscheiden 1 'UfttfVt'Kttt*' zegels nauwelijks en... de censuur durft er niet goed aam Een aantal personen is, volgens be richten te Madrid, door de politie ge arresteerd in verband met een tegen het regime gericht manifest. Naar verluidt behoren Francisco Herrera Oria, broeder van de bis schop van Amalaga, en Lopez Apa- l ricio, voormalig majoor in het repu blikeinse leger, tot de gearresteer den. Volgens de berichten heeft de poli tie verklaard, dat sommige gearres teerden contacten onderhielden met ballingen in Frankrijk. (Advertentie) Ongeveer een jaar geleden kwam de gevreesde konijnenziekte myxo matose op de west-VeluWe en in het bijzonder in Voorthuizen, Barneveld, Terschuur, Appel en Nijkerk, veelvul dig voor. Deskundigen verklaarden zelfs dat op de landgoederen „de Schaffelaar" bij Barneveld, „het Pa radijs" tussen Barneveld en Ter- schuur, alsmede in de omgeving van Appel (tussen Voorthuizen en Nij kerk) praktisch geen konijn meer voorkwam. De myxomatose had de konijnen totaal uitgeroeid. Tevens verklaarden jachtopzieners en vee artsen in die tijd, dat het gevaar van een totale uitsterving van het konij nenras op de Veluwe, niet zo groot was als aanvankelijk werd aangeno men. Het konijn teelt bijzonder snel aan en de mogelijkheid dat op de duur de konijnengeneraties immuun zouden worden voor de myxomatose was niet denkbeeldig. Thans schijnt dit een feit geworden te zijn, want de jongere konijnengeneraties zijn in derdaad immuun voor deze afschu welijke ziekte geworden. In de bloe- menwijk, vlak bij het oude kerkhof te Barneveld wordt de laatste tijd tenminste veel last van konijnen on dervonden. De diertjes doen zich te goed aan de malse jonge groente in de volkstuintjes en vernielen de bloe men en planten.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9