ERICH KLANT_ OLIFANTENJAGER, DOMPTEUR
HEMELVAART
„In goederentreinen en
Zeeuwse kleding55
Op iedere bladzijde: sensatie
Boeren moeten 6200 tot
8200 gulden verdienen
's nachts pijn
Tien jaar geleden begon hij in Valkenburg
met een dierentuin en dressuurschool
11
11
Een en ander over het perswezen in Australië
j\jiet leiding-gevend binnen hun interesse-sfeer getrokken.
Mevrouw Polderdijk (Heinkenszand):
Concertgebouworkest
speelt in Den Bosch
Museumstukken
AKKERTJES"
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 29 MEI 1957
Rond de arena houdt een
duizendkoppig publiek de
adem in. Felle schijnwerpers
priemen witte lichtcirkels over
het zaagsel. Het orkest staakt
zijn vrolijke walsmuziek en
dreigend zwellen de tromrof-
fels aan tot een angstaanja
gend tempo.
Langs de tralies van de kooi
grommen kwaadaardig de konings
tijgers. „Hoog, Nero", dwingt de een
zame man „hoog!" Hij heft beve
lend zijn dressuurstok naar het dier
op het smeedijzeren voetstuk. Onver
wacht slaat Nero zijn klauw uit en
spert zijn kaken, waarin de gele tan
den als stalen messen blikkeren.
„Hoog, Nero", dwingt de dompteur
nogmaals.
Dan spant de tijger zijn spieren
gelijk een kat, die haar prooi beloert.
„Op", klinkt het dan krachtig en
onder daverend applaus springt het
dier lenig door een opgeheven hoe
pel. De spanning is gebroken. Fan
fares schetteren en glimlachend buigt
de man in de zwarte rijbroek naar
het hooggeëerd publiek. Het pro
gramma vermeldt bij dit nummer:
de bekende dompteur Erich Klant
met zijn groep koningstijgers.
Tot ver in Duitsland, België en
Nederland is Erich Klant geen on
bekende. Tienduizenden toeristen be
zoeken jaarlijks de Zoo op de top van
de Valkenburgse Cauberg, tiendui
zenden genoten van de fantastische
dressuurdemonstraties, die daar wor
den gegeven.
Op 10 mei, tien jaren geleden,
werd Klants dierentuin te Valken
burg officieel geopend. Daarmee
ging een hartewens voor de oerwoud-
jager van Hagenbeek, de artiest van
het circus Althof, de inspecteur van
Diergaarde Blijdorp in vervulling.
Avontuur in het bloed
Reeds vanaf zijn dertiende jaar
zwierf de jonge Klant onder de can-,
vasdaken der rondtrekkende circus
sen. Al zijn vakanties, zijn uren na
schooltijd'bracht hij door in de ge
heimzinnige wereld van slangenbe
zweerders, jongleurs, clowns en ho
geschoolrijders.
Geen circus kon Zeist bezoeken, of
Erich meldde zich als eerste hulp
krachtje present. Voor het vak van
zijn vader, textielfabrikant te Breda,
was de jongeman niet in de wieg
gelegd. Het avontuur zat in zijn
bloed. Als zevenjarige jongen hielp
hij des winters trouw in de manege
Lodder en mocht er de paarden af
rijden.
inboorlingen voor Hagenbeek op groot
wild.
Zijn beste vriend zou de directeur
van de Brusselse Zoo worden; Henri
Robert. Hij droeg de 24-jarige op
voor hem een expeditie naar Afrika
te maken. Met een schip vol ka
melen. olifanten, apen, hyena's, gie
ren, zebra's, antilopen enz. enz. keer
de de jager naar België terug.
Op advies van Robert werd Klant
in 1939 benoemd tot directeur van de
Dierentuin in Lille. Dan brak de oor
log uit. In 1941 stond de dompteur
groot-wild-jager, zoo-directeur zonder
emplooi in Nederland. Een tijdlang
werkte hij in de dierentuin te Was
senaar en kreeg toen de functie van
inspecteur in de Diergaarde Blijdorp.
Een jaar later moest de inspecteur
onderduiken. Hij kwam pas boven
water met het bevrijdingsleger, dat
Zuid-Limburg binnenrukte.
Beren in de kelder
Tijdens een kampement boven op
de Cauberg ontdekte de militair het
Landgoed Philips. ..Hier is een ide
aal punt voor een dierentuin", schoot
hem door het hoofd, „en degene, die
dat moet doen, ben ik".
Met medewerking van het Valken
burgse gemeentebestuur kon de zaak
een jaar later administratief worden
geregeld. Zijn oude vriend uit Brus
sel leende hem de eerste dieren.
Zo startte Klants dierentuin. En
meteen ook de dressuurschool. In de
kelder van de enorme villa werden
vijf beertjes gehuisvest, in een aan
tal kuipen acht zeeleeuwen.
Maar dit bescheiden begin, groeide
uit tot een unieke bezienswaardig
heid, een dompteurschool van for
maat.
In Frankrijk, Engeland, Nederland
en Duitsland werken op het ogenblik
de lieftallige dompteuses en de stoere
temmers, die in Valkenburg hun op-
111»
leiding genoten. Dagelijks komen er
brieven van adspirant-leerlingen.
„Ze moeten minstens een jaar lang
schrijven, voordat ik antwoord" ver
telt de heer Klant. „Als ze het in
die tijd hebben opgegeven, bezitten
ze niet het echte temmersbloed. Aan
hun verontwaardiging of hun beschei
denheid in de brieven bij het uitblij
ven van mijn antwoord, kan ik hun
temperament aflezen".
„In vijf jaar tijd maak ik mijn
leerlingen klaar voor de schijnwer-
De 45-jarige Erich Klant met een
baviaantje op de arm.
pers. Het is wel een gevaarlijk be
roep, maar het wordt goed betaald.
Een dierentemmer, die zijn nummer
goed brengt, kan makkelijk duizend
gulden per maand verdienen. Maar
het vergt zeeën van geduld en voor
al liefde voor de dieren. Het is geen
vak, dat je komt aanwaaien. Je moet
er voor geboren zijn."
Verdenk me niet van chauvinisme, wanneer ik maar meteen zeg
verre de voorkeur te geven aan een Hollandse krant boven een Austra-
Als later zijn vrienden gingen kam-lisch exemplaar. Ik weet hierbij wel in gezelschap te verkeren van
peren, reisde de jonge Klant de cir- onze bijna honderdduizend landgenoten hier, voorzover zij althans in
custreinen achterna. staat zijn een Australische krant te lezen,
Op zeventienjarige leeftijd werd
hij stalknecht bij Circus Hagen- -
beek. Hij werkte wat hij kon en
keek tijdens de nummers de dieren
temmers letterlijk op hun vingers.
Hij leerde alle fijne knepen van
het vak. Spoedig mocht hij met een
Ponynummer optreden. Dat was
voor hem een der grootste dagen
in zijn leven.
Enkele jaren later trad hij met
ijsberen en leeuwen in de arena.
In Afrika s oerwouden
Hij zwierf door he'el het' Europese
vasteland. Op de schreeuwende re
clamebiljetten der circussen Altho-f,
in Duitsland, van Bever, Henny en,
Amar in Frankrijk, stond met grot ei
letters zijn nummer vermeld. In het
stille seizoen maakte hij enkele ex-j'
pedities naar Afrika en joeg met de
T. ï.-i. ineer dat" gaat trouwen, zijn nog niet
Er is eigenlijk onder onze land
genoten die wel in staat zijn kennis
te nemen van het „nieuws" dat de
bladen hier aan hun lezers voorzet-
gen, een zekere onwil daartegen waar
te nemen.
Hen interesseert al heel weinig de
schandaaltjes, moorden en politieke
intriges, welke openbaar worden ge
maakt.
Dat is begrijpelijk, het duurt lang
alvorens men zich in dat alles heeft
ingeleefd, laat staan er belang in
gaat stellen.
De pagina's met „society news",
waarin verteld wordt dat „mevrouw
zus" gisteren lunchte met „mevrouw
zo", of dat „mejuffrouw dit" 'n thee
middagje had omdat ze met „me-
Maria sprak bedroefd en moe:
Mijn Zoon, waar moet ik nu naar toe
Ik treur en klaag de ganse dag
als ik U niet meer volgen mag.
En Hij: „Neen, lieve Moeder, neen,
Ik laat U niet bedroefd alleen.
Ik wees U al mijn liefste vrind,
Sint Jan, in wie gij vreugde vindt.
Zijn liefde zal Uw aardse pad
verlichten als Uw grootste schat.
Hij zal U minnen, eren:
niets hoeft gij nog begeren.
En ook het vrome vrouwental
neemt weg al wat U deren zal."
Maria sprak: „Die troost is kleir
moet ik van U gescheiden zijn."
En Hij: „O, Moeder, neen,
Ik laat U niet alleen.
Tot troost U allermeest
zend Ik de Heilige Geest,
die uit Gods wijde hemelzalen
op deze aarde neer zal dalen
om met zijn leer en wijze troost
Uw hart te sterken, onverpoosd."
Gabriël Smit. (Uitg. Het Spectrum)
Uit: „Het Jaar van de Heer"
Duits, dertiende eeuw
Voor de rest; de kranten brengen
niet waaraan we in Holland zo ge
woon waren, nl. behalve de „gewcr
ne" nieuwtjes, ook wat van culture
le aard: leiding-gevend en opinie'
vormend. Men krijgt hier een alle
gaartje voorgezet, dat door een nor
male lezersmaag niet kan worden
verwerkt. Men weet nimmer duide
lijk waar men aan toe is
Indien vandaag een hoofdartikel
verschijnt over zeker onderwerp,
dan wordt dat de volgende dag rus
tig door inzenders uit elkaar ge
plukt, waarop dan redactioneel geen
enkel commentaar of repliek volgt,
zodat men verder in de duisternis
wordt gelaten.
Acht eigenaars
Er zijn momenteel in Australië
veertien dagbladen met acht eigena
ren. Hiermee bedoel ik, dat er veer
tien grote dagbladen zijn, die dus
over een groot gebied verschijnen
en betekenende oplagen hebben. In
grotere country-plaatsjes vindt men
nog wel een lokaal blad, dat dus
eigenlijk alleen maar van betekenis
is voor degenen die in de betrokken
stad wonen.
Doch vele van die kleine kranten
zijn gebundeld in ,The Country Press'
en bezitten geen zelfstandigheid. In
het algemeen zijn deze kleine kran
ten wel iets gezelliger en minder sen
sationeel ingesteld dan haar zusters
uit de grote stad: zij brengen ook
meer het plaatselijk nieuws en soms
verslagen van vergaderingen, hetgeen
men in de grote bladen absoluut
mist. Doch de invloed van deze lo
kale bladen is gering,
Er is in de laatste tijd een zeke
re ongerustheid ontstaan over 't feit,
dat steeds meer kranten verdwijnen
en het aantal eigenaren vermindert.
In 1930 waren er in de zes grote
steden van Australië, 21 dagbladen
met 17 verschillende eigenaren.
Tussen 1941 en 1952 was het aan
tal dagbladen verminderd tot 15 en
dat van de eigenaren tot 10.
Thans bestaan er nog 14 dagbladen
en is het aantal eigenaren tot 8 ge
reduceerd. Het jongste „slachtoffer"
is de min of meer befaamde „Ar
gus" in Melbourne; het werd gekocht
en opgeheven. Behalve aan drukke-
rijpersoneel, kostte dat aan honderd
journalisten hun baan.
Inmiddels zijn voor hen allen nieu
we mogelijkheden geschapen, 't Ver
dwijnen van „The Argus" veroorzaak
te, dat men plots een open oog kreeg
voor de gevaren welke op maatschap
pelijk en politiek opzicht dreigden,
terwijl ook het zakenleven adverten
tie-monopolie vreesde.
Dat alles heeft er toe geleid, dat
door samenwerking een nieuw onaf
hankelijk dagblad is gesticht.
Niettemin, er zijn momenteel in
Australië dus slechts acht krante
eigenaren, waarvan in de miljoenen
steden als Sydney en Melbourne, elk
twee. De journalist die daar ontsla
gen wordt, kan gerust de stad verla
ten en zijn geluk in de country probe
ren, of een ander beroep kiezen.
De „reorganisaties" zetten zich nog
voort; een concern 'in Adelaide ver
zekerde zich vorig jaar van bijna
alle kranten in West-Australië; in
Brisbane gaat het dezelfde kant uit
voor wat Queensland betreft.
Gebrek aan kunde
Zoals hiervoor reeds opgemerkt fa
len de Australische kranten in het
geven van leiding en voorlichting op
maatschappelijk cultureel of enig
ander terrein. De redactionele ver
zorging is in het algemeen naar
Europese maatstaven gerekend - min
der dan matig. Er kan niet worden
ontkend dat de Australische journa
list zijn vak verstaat, hetgeen ech
ter allerminst betekent, dat hij daar
voor intellectueel gesproken berekend
is.
Uit Brisbane komt de klacht, dat
van de dertig candidaten voor het
journalistendiploma, er zes niet kwa
men opdagen; er tien werden af
gewezen; elf „gewoon" slaagden en
slechts drie „met lof". Zes van de
elf die het diploma behaalden, kwa
men met slechts 60 procent van het
aantal punten uit de bus.
In het algemeen is de standaard
van journalist en journalistiek in
Australië niet erg hoog. Bovendien
is er een zeer sterke specialisatie
hetgeen niet direct meewerkt om de
blik van de journalist te verruimen.
De man die het „moordwerk" doet,
rijdt in een auto door de stad of
luistert op zijn bureau naar de ra
diozender van de politie, zodat hij
van alle gebeurtenissen op de hoogte
blijft.
Op een vrü belangrijke verga
dering zag ik dezer dagen het op
drachtbriefje van een collega; er
stond op: 12 uur, tien regels. Dat
wil zeggen, de man zat er de hele
ochtend te wachten op iets sensa
tioneels of zo, teneinde om twaalf
uur tien regels paar z'n krant te
kunnen telefoneren
Dat is dan hetgeen het publiek van
de vergadering te weten komt! Is
het wonder dat de Nederlandse emi
grant, gewoon als hij is aan de vas
te leiding in zijn krant, aan onop
gesmukt nieuws, aan al hetgeen we
tenswaardig is uit zijn omgeving een
zekere onwil betoont bij wat hem
hier door de krant, die hij voor vier
of vijf pennies op straat koopt, wordt
voorgezet.
Geen wonder ook, dat de journa
listiek, dus evenmin de journalist,
hier de standaard en het aanzien
heeft, welke hij behoort te bezitten
om invloed te laten gelden.
Groot en klein
Hetgeen geldt voor de „grote
pers" is eveneens voor een deei
van toepassing op die met het lo
kaal *of plaatselijk karakter. Men
vindt er soms de meest onbenulli
ge „nieuwtjes" in vermeld; zoals
dat mevrouw Jansen een weekje bij
haar getrouwde dochter is wezen lo
geren of dat mijnheer Pieterse blin
dedarmontsteking heeft.
Onnodig te zeggen dat in zulke
gevallen eigenlijk alleen maar van
een advertentie-orgaan sprake is en
van enige betekenis in het gemeen
schapsleven niet kan worden ge
sproken. Indien het Franse gezeg
de, dat elk land zijn pers heeft wel
ke het verdient, als maatstaf wordt
genomen, dan moet zulks beslist
iets onvriendelijks jegens Australië
betekenen.
(Advertentie)
Vraag uw winkelier de
folder met 15 patronen.
Brei al uw ondergoed met
Neveda Reumanon - anti
reuma wol. Let op de „R"!
Nieuwe Veilingcomplex
te Goes
Op de algemene vergadering der
Veilingsvereniigng Zuid-Beveland te
Goes komt aan de orde het belang
rijke voorstel om het bestuur mach
tiging te verlenen tot de bouw van
een nieuw veilingcomplex aan de
zuidzijde van het spoorweg-emplace
ment. tot een bedrag van ten hoogste
f 1.500.000 en daarvoor geldleningen
aan te gaan.
Als uitgangspunt voor de be
loning van de arbeid van de
boer bij de kostprijsberekenin
gen heeft de minister van
Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening genomen een be
drag van f 6400 voor het ge
mengde bedrijf, f 8200 voor de
akkerbouwbedrijven en f 7200
ven1 de zuivere weidebedrij-
mer6r^ifisteJ heett de Tweede Ka
lme v»n j da' voor de bepa-
is cp7nrht ze bedragen aansluiting
de bedrëk? v? de bcl°ningen, welke
bouwbedrijven 6in d°P staatsland"
en in de li de Wleringermeer
ongeveer «^hk°lder ontvan<!en. voor
richt wn-/ kke prestaties als ver-
worden door de boer op het ge-
Hierbij is !r-
gegaan, dat in deze belonin-
den mcfTf ,?lent te worden gehou
den met het brutoloon, dat deze be-
nntva *n ongeveer zullen
ontvangen exclusief de loontoeslag,
wordt lnSang van I januari 1957
voerinï^-itVr IeJ,b,!,nd met de in- gezet op welke wijze deze»toepassing
derd Lt' 2, A.O.W. vermeer-lheeft plaats gevonden,
aero met de kosten van de sociale!
voorzieningen en de door de staat in
het pensioenfonds gestorte bijdrage,
verminderd met het aandeel, dat
door de bedrijfsleider wordt gedra
gen. Met deze kosten, verbonden aan
de voorzieningen van sociale aard. is
rekening gehouden, omdat ervan
wordt uitgegaan, dat de boer zich ook
moet kunnen voorzien van een pen
sioenverzekering en hem hiervoor
de nodiee middelen ter beschikking
moeten staan. Geen rekening
werd gehouden met de verschillende
emolumenten, welke de bedrijfslei
ders op de staatslandbouwbedrijven
ontvangen, terwijl eveneens buiten
beschouwing is gelaten een eventuele
uitkering uit de winst.
Nadat de streefbedragen voor de
verschillende bedrljfstypen en -groot
ten waren bepaald, stelt de minister
zich voor in overleg met het land
bouwschap en in samenwerking met
het landbouw-economisch instituut
een beslissing te nemen over de uit
werking hiervan voor de verschillen
de gebieden en produkten. Voor de
oogst 1957 werd in verband met de
wenselijkheid, zo snel mogelijk de
garantieprijzen bekend te maken, een
voorlopige uitwerking opgesteld. In
de 1 e i-rapporten wordt nader uiteen-
Het concertgebouworkest zal, be
halve de gebruikelijke abonnements
concerten en volksconcerten in de
hoofdstad, dit jaar ook weer uitvoe
ringen geven in andere steden. Op
het programma staat o.a. een concert
in Den Bosch.
George Szell,, dirigent van het
Clevelandorkest in Amerika, zal in
het begin van het komend seizoen
enige tijd als gastdirigent optreden.
(Van onze speciale verslaggever).
Over het leven en werken van
mevrouw Anna Polderdijkvan
Loenihout zijn minstens twee ver
halen te vertellen. Allereerst is
deze nijvere vrouw uit Heinkens
zand contractante van de Neder
landse Spoorwegen, een functie,
die direct wat duidelijker wordt
omschreven en vervolgens werkt
zij in opdracht van het ministerie
van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen aan het verzamelen
van Zeeuwse klederdrachten. Zij
knapt de beide baantjes met
evenveel liefde en plezier op.
Maar haar dagen zijn goed ge
vuld. ofschoon zij het in deze tijd
van het jaar nogal gemakkelijk
heeft Dat komt, omdat de pro
dukten de boerderijen in het na-
en voorjaar reeds hebben verla
ten, Maar in september krijgt
mevrouw Polderdijk haar handen
weer vol. Zij zorgt, dat de goe
derentrein, die van Goes in een
kringetje door Zuid-Beveland
puft, iets heeft te vervoeren.
Dat zit zo! Sinds vele jaren ex
ploiteert de N.S. het ringlijntje.
De oude lijnontwerpers, die een
maal in Utrecht zaten, waren
van mening, dat in het land ten
zuiden van Goes zoveel werd ge
wonnen, dat er onmogelijk een
treintje kon worden gemist. Tien
tallen jaren geleden floreerde het
spoortje, dat langs Nisse, Kwa-
dendamme, Ovezande, Borssele,
's-Heerenhoek, Heinkenszand en
's Heer Arendskerke loopt opper
best, Naarmate er wat betere
wegen kwamen te liggen en er
meer auto's verschenen, werd het
minder druk. Het is nu zelfs zo,
dat het treintje per dag nog
maar één toertje maakt. Dat dit
mogelijk is, danken de spoorwe
gen voor een niet gering gedeel
te aan mevrouw Polderdijk, die
zich uitslooft om de wagons vol
geladen te krijgen. Haar activi
teit is Utrecht niet ontgaan. Niet
voor niets kreeg zij enkele we
ken geleden van de president-
directeur, dr. ir. Frans den Hol
lander, de uitnodiging om de fees
telijkheden rondom de opening
van de geëlektrificeerde Zeeuw
se lijn mee te maken. Uiteraard
is zij door de aanwezigheid van 't
lijntje sterk aan huis en haard
gebonden.
„Er komt nog slechts één
trein per dag", vertelde zij, ter
wijl zij door het raam naar de
loc wees. die voor haar woning
stond. „En U ziet, er is vandaag
niet veel te beleven. Er is wat
stro, dat naar Rotterdam moet.
Maar dat is alles. Maar straks is
het bietencampane. Dan is het
druk en dan moet ik de ene
wagon na de andere bestellen.
Uien en aardappelen zijn dan
eveneens volop in trek. Dan is
er leven op het station Heinkens
zand.
De bedienden van het treintje
konden zich waarachtig de weel
de permitteren om een kaartje
te leggen. Er viel niets meer te
verhapstukken. Maar zelfs dit
treintje rijdt volgens een onver
biddelijk NS-schema. Het mocht
niet eerder vertrekken dan half
drie. Er was uiteraard geen man
met een rooie pet om het ding
uitgeleide te doen. Een armzwaai
van mevrouw was voldoende. Het
treintje kroop de vlakte in. Over
4
t Behalve het spoortje hebben de
klederdrachten de liefde van me-
vrouw Polderdijk. Er gaan niet f
veel dagen voorbij of er bereiken 4
i haar verzoeken om iets op te
sporen of te maken. In het Arn- J
J hemse klederdrachtmuseum zijn f
i zodoende tientallen werkstukken i
4 van haar hand terecht gekomen. J
een paar uur zou het in Goes zijn.
Toen eenmaal de loc was ver
dwenen stapte mevrouw over op
haar tweede onderwerp, de
Zeeuwse klederdrachten.
Uit een kast toverde de con
tractante een aantal papieren te
voorschijn, die zelfs op de redac
tie van een dagblad niet zouden
hebben misstaan. Het waren er
een hele massa en daar plukte zij
een achtbare rits bruine enve
loppen uit: brieven van het de
partement, allemaal geschreven
in 1957. Mevrouw toonde er en
kele en las de vraag of zij nog
in staat zou zijn vier Zeeuwse
kostuums te achterhalen uit het
jaar 1880. De „tabbertjes" dienden
er bij te zijn.
„Dat is natuurlijk gemakkelijk
gevraagd", zei mevrouw, „maar
niet zo snel afgewerkt. Ik b enbij
vrienden en kennissen op zoek
gegaan. Ik heb oude foto's te pak
ken gekregen, de stof in een
Goese winkel op de kop getikt en
ik ben de kostuums na gaan ma
ken. Ik heb er enkele weken
werk aan gehad. Maar mijn belo
ning is toch, dat zij deze zomer
te zien zullen zijn in het Arnhem
se klederdrachtmuseum".
Zij nam een andere brief, van
recente datum. Zij had hetzelfde
museum poepinnèmutsjes gele
verd: mutsjes, die de kinderen in
het begin van deze eeuw nog veel
droegen, maar die zoals de ge
hele dracht langzaam uit de mode
geraken. Men vroeg of zij wist of
de geleverde poepinnetjes aan
een protestant of een katholiek
toebehoorden.
Mevrouw Polderdijk was hier
mee meteen op een hoofdstuk
gekomen, waarover zeer veel te
vertellen valt. Zij heeft in de
loop der jaren allerlei kostuums
J Een keer per dag komt het trein-
i tje naar Heinkenszand. Maar dan J
4 is mevrouw Polderdijk er ook bij t
om te kyken of alles naar wens i
J verloopt. J
in huis gehad en gepast, gemeten
en bekeken. Ofschoon zij zelf
katholiek is, vindt zij de protes
tantse dracht toch mooier. „Ik
zie liever een schelpmuts, de
kralen wat losser om de hals",
zei zij.
Van alle kanten krijgt mevrouw
verzoeken. In het bijzonder na
tuurlijk van museumdirecteuren.
Maar ook van een comité, dat
Nederlandse volksklederdrachten
verzamelt En van het Neder
landse Padvindersgilde, dat ook
om enkele Zeeuwse kostuums
verlegen zat. Tientallen en nog
eens tientallen werkstukken van
haar zijn er in Arnhem aan
wezig.
„Jammer", zo besloot zij: „dat
er zoveel naar dd musea gaat en
er nog zo weinig Zeeuws ge
dragen wordt.
(Advertentie)
en aldoor wakker
helpen direct
Statutenwijziging bij
Zeeuwsche confectie
In de gisteren te Amsterdam ge
houden tweede buitengewone verga
dering van de N. V. Zeeuwse con
fectiefabrieken, gevestigd te Mid
delburg, werden de statutenwijzigin
gen met algemene stemmen aan
genomen. Deze houden in, dat de
oprichtersbewijzen worden ingetrok
ken. De tien procent, die volgens de
statuten aan de oprichtersbewijzen
toekwamen, komen na deze wijzigin
gen voortaan ten goede aan aandeel
houders en het reservefonds ieder
voor de helft. Van de gelegenheid der
statutenwijzigingen is tevens ge
bruik gemaakt, om het maatschappe
lijk kapitaal te verhogen, waardoor 't
plafond naar boven werd gebracht.
Een verhoging van het geplaatste ka
pitaal ligt, aldus de voorzitter, niet
in de bedoeling van de vennoot
schap.
(Advertentie)