ERICH KLANT_ OLIFANTENJAGER, DOMPTEUR HEMELVAART „In goederentreinen en Zeeuwse kleding55 Op iedere bladzijde: sensatie Boeren moeten 6200 tot 8200 gulden verdienen 's nachts pijn Tien jaar geleden begon hij in Valkenburg met een dierentuin en dressuurschool 11 11 Een en ander over het perswezen in Australië j\jiet leiding-gevend binnen hun interesse-sfeer getrokken. Mevrouw Polderdijk (Heinkenszand): Concertgebouworkest speelt in Den Bosch Museumstukken AKKERTJES" DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 29 MEI 1957 Rond de arena houdt een duizendkoppig publiek de adem in. Felle schijnwerpers priemen witte lichtcirkels over het zaagsel. Het orkest staakt zijn vrolijke walsmuziek en dreigend zwellen de tromrof- fels aan tot een angstaanja gend tempo. Langs de tralies van de kooi grommen kwaadaardig de konings tijgers. „Hoog, Nero", dwingt de een zame man „hoog!" Hij heft beve lend zijn dressuurstok naar het dier op het smeedijzeren voetstuk. Onver wacht slaat Nero zijn klauw uit en spert zijn kaken, waarin de gele tan den als stalen messen blikkeren. „Hoog, Nero", dwingt de dompteur nogmaals. Dan spant de tijger zijn spieren gelijk een kat, die haar prooi beloert. „Op", klinkt het dan krachtig en onder daverend applaus springt het dier lenig door een opgeheven hoe pel. De spanning is gebroken. Fan fares schetteren en glimlachend buigt de man in de zwarte rijbroek naar het hooggeëerd publiek. Het pro gramma vermeldt bij dit nummer: de bekende dompteur Erich Klant met zijn groep koningstijgers. Tot ver in Duitsland, België en Nederland is Erich Klant geen on bekende. Tienduizenden toeristen be zoeken jaarlijks de Zoo op de top van de Valkenburgse Cauberg, tiendui zenden genoten van de fantastische dressuurdemonstraties, die daar wor den gegeven. Op 10 mei, tien jaren geleden, werd Klants dierentuin te Valken burg officieel geopend. Daarmee ging een hartewens voor de oerwoud- jager van Hagenbeek, de artiest van het circus Althof, de inspecteur van Diergaarde Blijdorp in vervulling. Avontuur in het bloed Reeds vanaf zijn dertiende jaar zwierf de jonge Klant onder de can-, vasdaken der rondtrekkende circus sen. Al zijn vakanties, zijn uren na schooltijd'bracht hij door in de ge heimzinnige wereld van slangenbe zweerders, jongleurs, clowns en ho geschoolrijders. Geen circus kon Zeist bezoeken, of Erich meldde zich als eerste hulp krachtje present. Voor het vak van zijn vader, textielfabrikant te Breda, was de jongeman niet in de wieg gelegd. Het avontuur zat in zijn bloed. Als zevenjarige jongen hielp hij des winters trouw in de manege Lodder en mocht er de paarden af rijden. inboorlingen voor Hagenbeek op groot wild. Zijn beste vriend zou de directeur van de Brusselse Zoo worden; Henri Robert. Hij droeg de 24-jarige op voor hem een expeditie naar Afrika te maken. Met een schip vol ka melen. olifanten, apen, hyena's, gie ren, zebra's, antilopen enz. enz. keer de de jager naar België terug. Op advies van Robert werd Klant in 1939 benoemd tot directeur van de Dierentuin in Lille. Dan brak de oor log uit. In 1941 stond de dompteur groot-wild-jager, zoo-directeur zonder emplooi in Nederland. Een tijdlang werkte hij in de dierentuin te Was senaar en kreeg toen de functie van inspecteur in de Diergaarde Blijdorp. Een jaar later moest de inspecteur onderduiken. Hij kwam pas boven water met het bevrijdingsleger, dat Zuid-Limburg binnenrukte. Beren in de kelder Tijdens een kampement boven op de Cauberg ontdekte de militair het Landgoed Philips. ..Hier is een ide aal punt voor een dierentuin", schoot hem door het hoofd, „en degene, die dat moet doen, ben ik". Met medewerking van het Valken burgse gemeentebestuur kon de zaak een jaar later administratief worden geregeld. Zijn oude vriend uit Brus sel leende hem de eerste dieren. Zo startte Klants dierentuin. En meteen ook de dressuurschool. In de kelder van de enorme villa werden vijf beertjes gehuisvest, in een aan tal kuipen acht zeeleeuwen. Maar dit bescheiden begin, groeide uit tot een unieke bezienswaardig heid, een dompteurschool van for maat. In Frankrijk, Engeland, Nederland en Duitsland werken op het ogenblik de lieftallige dompteuses en de stoere temmers, die in Valkenburg hun op- 111» leiding genoten. Dagelijks komen er brieven van adspirant-leerlingen. „Ze moeten minstens een jaar lang schrijven, voordat ik antwoord" ver telt de heer Klant. „Als ze het in die tijd hebben opgegeven, bezitten ze niet het echte temmersbloed. Aan hun verontwaardiging of hun beschei denheid in de brieven bij het uitblij ven van mijn antwoord, kan ik hun temperament aflezen". „In vijf jaar tijd maak ik mijn leerlingen klaar voor de schijnwer- De 45-jarige Erich Klant met een baviaantje op de arm. pers. Het is wel een gevaarlijk be roep, maar het wordt goed betaald. Een dierentemmer, die zijn nummer goed brengt, kan makkelijk duizend gulden per maand verdienen. Maar het vergt zeeën van geduld en voor al liefde voor de dieren. Het is geen vak, dat je komt aanwaaien. Je moet er voor geboren zijn." Verdenk me niet van chauvinisme, wanneer ik maar meteen zeg verre de voorkeur te geven aan een Hollandse krant boven een Austra- Als later zijn vrienden gingen kam-lisch exemplaar. Ik weet hierbij wel in gezelschap te verkeren van peren, reisde de jonge Klant de cir- onze bijna honderdduizend landgenoten hier, voorzover zij althans in custreinen achterna. staat zijn een Australische krant te lezen, Op zeventienjarige leeftijd werd hij stalknecht bij Circus Hagen- - beek. Hij werkte wat hij kon en keek tijdens de nummers de dieren temmers letterlijk op hun vingers. Hij leerde alle fijne knepen van het vak. Spoedig mocht hij met een Ponynummer optreden. Dat was voor hem een der grootste dagen in zijn leven. Enkele jaren later trad hij met ijsberen en leeuwen in de arena. In Afrika s oerwouden Hij zwierf door he'el het' Europese vasteland. Op de schreeuwende re clamebiljetten der circussen Altho-f, in Duitsland, van Bever, Henny en, Amar in Frankrijk, stond met grot ei letters zijn nummer vermeld. In het stille seizoen maakte hij enkele ex-j' pedities naar Afrika en joeg met de T. ï.-i. ineer dat" gaat trouwen, zijn nog niet Er is eigenlijk onder onze land genoten die wel in staat zijn kennis te nemen van het „nieuws" dat de bladen hier aan hun lezers voorzet- gen, een zekere onwil daartegen waar te nemen. Hen interesseert al heel weinig de schandaaltjes, moorden en politieke intriges, welke openbaar worden ge maakt. Dat is begrijpelijk, het duurt lang alvorens men zich in dat alles heeft ingeleefd, laat staan er belang in gaat stellen. De pagina's met „society news", waarin verteld wordt dat „mevrouw zus" gisteren lunchte met „mevrouw zo", of dat „mejuffrouw dit" 'n thee middagje had omdat ze met „me- Maria sprak bedroefd en moe: Mijn Zoon, waar moet ik nu naar toe Ik treur en klaag de ganse dag als ik U niet meer volgen mag. En Hij: „Neen, lieve Moeder, neen, Ik laat U niet bedroefd alleen. Ik wees U al mijn liefste vrind, Sint Jan, in wie gij vreugde vindt. Zijn liefde zal Uw aardse pad verlichten als Uw grootste schat. Hij zal U minnen, eren: niets hoeft gij nog begeren. En ook het vrome vrouwental neemt weg al wat U deren zal." Maria sprak: „Die troost is kleir moet ik van U gescheiden zijn." En Hij: „O, Moeder, neen, Ik laat U niet alleen. Tot troost U allermeest zend Ik de Heilige Geest, die uit Gods wijde hemelzalen op deze aarde neer zal dalen om met zijn leer en wijze troost Uw hart te sterken, onverpoosd." Gabriël Smit. (Uitg. Het Spectrum) Uit: „Het Jaar van de Heer" Duits, dertiende eeuw Voor de rest; de kranten brengen niet waaraan we in Holland zo ge woon waren, nl. behalve de „gewcr ne" nieuwtjes, ook wat van culture le aard: leiding-gevend en opinie' vormend. Men krijgt hier een alle gaartje voorgezet, dat door een nor male lezersmaag niet kan worden verwerkt. Men weet nimmer duide lijk waar men aan toe is Indien vandaag een hoofdartikel verschijnt over zeker onderwerp, dan wordt dat de volgende dag rus tig door inzenders uit elkaar ge plukt, waarop dan redactioneel geen enkel commentaar of repliek volgt, zodat men verder in de duisternis wordt gelaten. Acht eigenaars Er zijn momenteel in Australië veertien dagbladen met acht eigena ren. Hiermee bedoel ik, dat er veer tien grote dagbladen zijn, die dus over een groot gebied verschijnen en betekenende oplagen hebben. In grotere country-plaatsjes vindt men nog wel een lokaal blad, dat dus eigenlijk alleen maar van betekenis is voor degenen die in de betrokken stad wonen. Doch vele van die kleine kranten zijn gebundeld in ,The Country Press' en bezitten geen zelfstandigheid. In het algemeen zijn deze kleine kran ten wel iets gezelliger en minder sen sationeel ingesteld dan haar zusters uit de grote stad: zij brengen ook meer het plaatselijk nieuws en soms verslagen van vergaderingen, hetgeen men in de grote bladen absoluut mist. Doch de invloed van deze lo kale bladen is gering, Er is in de laatste tijd een zeke re ongerustheid ontstaan over 't feit, dat steeds meer kranten verdwijnen en het aantal eigenaren vermindert. In 1930 waren er in de zes grote steden van Australië, 21 dagbladen met 17 verschillende eigenaren. Tussen 1941 en 1952 was het aan tal dagbladen verminderd tot 15 en dat van de eigenaren tot 10. Thans bestaan er nog 14 dagbladen en is het aantal eigenaren tot 8 ge reduceerd. Het jongste „slachtoffer" is de min of meer befaamde „Ar gus" in Melbourne; het werd gekocht en opgeheven. Behalve aan drukke- rijpersoneel, kostte dat aan honderd journalisten hun baan. Inmiddels zijn voor hen allen nieu we mogelijkheden geschapen, 't Ver dwijnen van „The Argus" veroorzaak te, dat men plots een open oog kreeg voor de gevaren welke op maatschap pelijk en politiek opzicht dreigden, terwijl ook het zakenleven adverten tie-monopolie vreesde. Dat alles heeft er toe geleid, dat door samenwerking een nieuw onaf hankelijk dagblad is gesticht. Niettemin, er zijn momenteel in Australië dus slechts acht krante eigenaren, waarvan in de miljoenen steden als Sydney en Melbourne, elk twee. De journalist die daar ontsla gen wordt, kan gerust de stad verla ten en zijn geluk in de country probe ren, of een ander beroep kiezen. De „reorganisaties" zetten zich nog voort; een concern 'in Adelaide ver zekerde zich vorig jaar van bijna alle kranten in West-Australië; in Brisbane gaat het dezelfde kant uit voor wat Queensland betreft. Gebrek aan kunde Zoals hiervoor reeds opgemerkt fa len de Australische kranten in het geven van leiding en voorlichting op maatschappelijk cultureel of enig ander terrein. De redactionele ver zorging is in het algemeen naar Europese maatstaven gerekend - min der dan matig. Er kan niet worden ontkend dat de Australische journa list zijn vak verstaat, hetgeen ech ter allerminst betekent, dat hij daar voor intellectueel gesproken berekend is. Uit Brisbane komt de klacht, dat van de dertig candidaten voor het journalistendiploma, er zes niet kwa men opdagen; er tien werden af gewezen; elf „gewoon" slaagden en slechts drie „met lof". Zes van de elf die het diploma behaalden, kwa men met slechts 60 procent van het aantal punten uit de bus. In het algemeen is de standaard van journalist en journalistiek in Australië niet erg hoog. Bovendien is er een zeer sterke specialisatie hetgeen niet direct meewerkt om de blik van de journalist te verruimen. De man die het „moordwerk" doet, rijdt in een auto door de stad of luistert op zijn bureau naar de ra diozender van de politie, zodat hij van alle gebeurtenissen op de hoogte blijft. Op een vrü belangrijke verga dering zag ik dezer dagen het op drachtbriefje van een collega; er stond op: 12 uur, tien regels. Dat wil zeggen, de man zat er de hele ochtend te wachten op iets sensa tioneels of zo, teneinde om twaalf uur tien regels paar z'n krant te kunnen telefoneren Dat is dan hetgeen het publiek van de vergadering te weten komt! Is het wonder dat de Nederlandse emi grant, gewoon als hij is aan de vas te leiding in zijn krant, aan onop gesmukt nieuws, aan al hetgeen we tenswaardig is uit zijn omgeving een zekere onwil betoont bij wat hem hier door de krant, die hij voor vier of vijf pennies op straat koopt, wordt voorgezet. Geen wonder ook, dat de journa listiek, dus evenmin de journalist, hier de standaard en het aanzien heeft, welke hij behoort te bezitten om invloed te laten gelden. Groot en klein Hetgeen geldt voor de „grote pers" is eveneens voor een deei van toepassing op die met het lo kaal *of plaatselijk karakter. Men vindt er soms de meest onbenulli ge „nieuwtjes" in vermeld; zoals dat mevrouw Jansen een weekje bij haar getrouwde dochter is wezen lo geren of dat mijnheer Pieterse blin dedarmontsteking heeft. Onnodig te zeggen dat in zulke gevallen eigenlijk alleen maar van een advertentie-orgaan sprake is en van enige betekenis in het gemeen schapsleven niet kan worden ge sproken. Indien het Franse gezeg de, dat elk land zijn pers heeft wel ke het verdient, als maatstaf wordt genomen, dan moet zulks beslist iets onvriendelijks jegens Australië betekenen. (Advertentie) Vraag uw winkelier de folder met 15 patronen. Brei al uw ondergoed met Neveda Reumanon - anti reuma wol. Let op de „R"! Nieuwe Veilingcomplex te Goes Op de algemene vergadering der Veilingsvereniigng Zuid-Beveland te Goes komt aan de orde het belang rijke voorstel om het bestuur mach tiging te verlenen tot de bouw van een nieuw veilingcomplex aan de zuidzijde van het spoorweg-emplace ment. tot een bedrag van ten hoogste f 1.500.000 en daarvoor geldleningen aan te gaan. Als uitgangspunt voor de be loning van de arbeid van de boer bij de kostprijsberekenin gen heeft de minister van Landbouw, Visserij en Voedsel voorziening genomen een be drag van f 6400 voor het ge mengde bedrijf, f 8200 voor de akkerbouwbedrijven en f 7200 ven1 de zuivere weidebedrij- mer6r^ifisteJ heett de Tweede Ka lme v»n j da' voor de bepa- is cp7nrht ze bedragen aansluiting de bedrëk? v? de bcl°ningen, welke bouwbedrijven 6in d°P staatsland" en in de li de Wleringermeer ongeveer «^hk°lder ontvan<!en. voor richt wn-/ kke prestaties als ver- worden door de boer op het ge- Hierbij is !r- gegaan, dat in deze belonin- den mcfTf ,?lent te worden gehou den met het brutoloon, dat deze be- nntva *n ongeveer zullen ontvangen exclusief de loontoeslag, wordt lnSang van I januari 1957 voerinï^-itVr IeJ,b,!,nd met de in- gezet op welke wijze deze»toepassing derd Lt' 2, A.O.W. vermeer-lheeft plaats gevonden, aero met de kosten van de sociale! voorzieningen en de door de staat in het pensioenfonds gestorte bijdrage, verminderd met het aandeel, dat door de bedrijfsleider wordt gedra gen. Met deze kosten, verbonden aan de voorzieningen van sociale aard. is rekening gehouden, omdat ervan wordt uitgegaan, dat de boer zich ook moet kunnen voorzien van een pen sioenverzekering en hem hiervoor de nodiee middelen ter beschikking moeten staan. Geen rekening werd gehouden met de verschillende emolumenten, welke de bedrijfslei ders op de staatslandbouwbedrijven ontvangen, terwijl eveneens buiten beschouwing is gelaten een eventuele uitkering uit de winst. Nadat de streefbedragen voor de verschillende bedrljfstypen en -groot ten waren bepaald, stelt de minister zich voor in overleg met het land bouwschap en in samenwerking met het landbouw-economisch instituut een beslissing te nemen over de uit werking hiervan voor de verschillen de gebieden en produkten. Voor de oogst 1957 werd in verband met de wenselijkheid, zo snel mogelijk de garantieprijzen bekend te maken, een voorlopige uitwerking opgesteld. In de 1 e i-rapporten wordt nader uiteen- Het concertgebouworkest zal, be halve de gebruikelijke abonnements concerten en volksconcerten in de hoofdstad, dit jaar ook weer uitvoe ringen geven in andere steden. Op het programma staat o.a. een concert in Den Bosch. George Szell,, dirigent van het Clevelandorkest in Amerika, zal in het begin van het komend seizoen enige tijd als gastdirigent optreden. (Van onze speciale verslaggever). Over het leven en werken van mevrouw Anna Polderdijkvan Loenihout zijn minstens twee ver halen te vertellen. Allereerst is deze nijvere vrouw uit Heinkens zand contractante van de Neder landse Spoorwegen, een functie, die direct wat duidelijker wordt omschreven en vervolgens werkt zij in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen aan het verzamelen van Zeeuwse klederdrachten. Zij knapt de beide baantjes met evenveel liefde en plezier op. Maar haar dagen zijn goed ge vuld. ofschoon zij het in deze tijd van het jaar nogal gemakkelijk heeft Dat komt, omdat de pro dukten de boerderijen in het na- en voorjaar reeds hebben verla ten, Maar in september krijgt mevrouw Polderdijk haar handen weer vol. Zij zorgt, dat de goe derentrein, die van Goes in een kringetje door Zuid-Beveland puft, iets heeft te vervoeren. Dat zit zo! Sinds vele jaren ex ploiteert de N.S. het ringlijntje. De oude lijnontwerpers, die een maal in Utrecht zaten, waren van mening, dat in het land ten zuiden van Goes zoveel werd ge wonnen, dat er onmogelijk een treintje kon worden gemist. Tien tallen jaren geleden floreerde het spoortje, dat langs Nisse, Kwa- dendamme, Ovezande, Borssele, 's-Heerenhoek, Heinkenszand en 's Heer Arendskerke loopt opper best, Naarmate er wat betere wegen kwamen te liggen en er meer auto's verschenen, werd het minder druk. Het is nu zelfs zo, dat het treintje per dag nog maar één toertje maakt. Dat dit mogelijk is, danken de spoorwe gen voor een niet gering gedeel te aan mevrouw Polderdijk, die zich uitslooft om de wagons vol geladen te krijgen. Haar activi teit is Utrecht niet ontgaan. Niet voor niets kreeg zij enkele we ken geleden van de president- directeur, dr. ir. Frans den Hol lander, de uitnodiging om de fees telijkheden rondom de opening van de geëlektrificeerde Zeeuw se lijn mee te maken. Uiteraard is zij door de aanwezigheid van 't lijntje sterk aan huis en haard gebonden. „Er komt nog slechts één trein per dag", vertelde zij, ter wijl zij door het raam naar de loc wees. die voor haar woning stond. „En U ziet, er is vandaag niet veel te beleven. Er is wat stro, dat naar Rotterdam moet. Maar dat is alles. Maar straks is het bietencampane. Dan is het druk en dan moet ik de ene wagon na de andere bestellen. Uien en aardappelen zijn dan eveneens volop in trek. Dan is er leven op het station Heinkens zand. De bedienden van het treintje konden zich waarachtig de weel de permitteren om een kaartje te leggen. Er viel niets meer te verhapstukken. Maar zelfs dit treintje rijdt volgens een onver biddelijk NS-schema. Het mocht niet eerder vertrekken dan half drie. Er was uiteraard geen man met een rooie pet om het ding uitgeleide te doen. Een armzwaai van mevrouw was voldoende. Het treintje kroop de vlakte in. Over 4 t Behalve het spoortje hebben de klederdrachten de liefde van me- vrouw Polderdijk. Er gaan niet f veel dagen voorbij of er bereiken 4 i haar verzoeken om iets op te sporen of te maken. In het Arn- J J hemse klederdrachtmuseum zijn f i zodoende tientallen werkstukken i 4 van haar hand terecht gekomen. J een paar uur zou het in Goes zijn. Toen eenmaal de loc was ver dwenen stapte mevrouw over op haar tweede onderwerp, de Zeeuwse klederdrachten. Uit een kast toverde de con tractante een aantal papieren te voorschijn, die zelfs op de redac tie van een dagblad niet zouden hebben misstaan. Het waren er een hele massa en daar plukte zij een achtbare rits bruine enve loppen uit: brieven van het de partement, allemaal geschreven in 1957. Mevrouw toonde er en kele en las de vraag of zij nog in staat zou zijn vier Zeeuwse kostuums te achterhalen uit het jaar 1880. De „tabbertjes" dienden er bij te zijn. „Dat is natuurlijk gemakkelijk gevraagd", zei mevrouw, „maar niet zo snel afgewerkt. Ik b enbij vrienden en kennissen op zoek gegaan. Ik heb oude foto's te pak ken gekregen, de stof in een Goese winkel op de kop getikt en ik ben de kostuums na gaan ma ken. Ik heb er enkele weken werk aan gehad. Maar mijn belo ning is toch, dat zij deze zomer te zien zullen zijn in het Arnhem se klederdrachtmuseum". Zij nam een andere brief, van recente datum. Zij had hetzelfde museum poepinnèmutsjes gele verd: mutsjes, die de kinderen in het begin van deze eeuw nog veel droegen, maar die zoals de ge hele dracht langzaam uit de mode geraken. Men vroeg of zij wist of de geleverde poepinnetjes aan een protestant of een katholiek toebehoorden. Mevrouw Polderdijk was hier mee meteen op een hoofdstuk gekomen, waarover zeer veel te vertellen valt. Zij heeft in de loop der jaren allerlei kostuums J Een keer per dag komt het trein- i tje naar Heinkenszand. Maar dan J 4 is mevrouw Polderdijk er ook bij t om te kyken of alles naar wens i J verloopt. J in huis gehad en gepast, gemeten en bekeken. Ofschoon zij zelf katholiek is, vindt zij de protes tantse dracht toch mooier. „Ik zie liever een schelpmuts, de kralen wat losser om de hals", zei zij. Van alle kanten krijgt mevrouw verzoeken. In het bijzonder na tuurlijk van museumdirecteuren. Maar ook van een comité, dat Nederlandse volksklederdrachten verzamelt En van het Neder landse Padvindersgilde, dat ook om enkele Zeeuwse kostuums verlegen zat. Tientallen en nog eens tientallen werkstukken van haar zijn er in Arnhem aan wezig. „Jammer", zo besloot zij: „dat er zoveel naar dd musea gaat en er nog zo weinig Zeeuws ge dragen wordt. (Advertentie) en aldoor wakker helpen direct Statutenwijziging bij Zeeuwsche confectie In de gisteren te Amsterdam ge houden tweede buitengewone verga dering van de N. V. Zeeuwse con fectiefabrieken, gevestigd te Mid delburg, werden de statutenwijzigin gen met algemene stemmen aan genomen. Deze houden in, dat de oprichtersbewijzen worden ingetrok ken. De tien procent, die volgens de statuten aan de oprichtersbewijzen toekwamen, komen na deze wijzigin gen voortaan ten goede aan aandeel houders en het reservefonds ieder voor de helft. Van de gelegenheid der statutenwijzigingen is tevens ge bruik gemaakt, om het maatschappe lijk kapitaal te verhogen, waardoor 't plafond naar boven werd gebracht. Een verhoging van het geplaatste ka pitaal ligt, aldus de voorzitter, niet in de bedoeling van de vennoot schap. (Advertentie)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 7