Zondag weer interland tegenj I.„eeuwige'5 tegenstanderBelgië Landbouwluchtvaart groeit Francoise glimlacht alweer IN ROBERT SAUDEK- Reginald Rudorf, jazz-deskundige uit Oost-Duitsland, in arrest Balans in evenwicht Tsjech. die in Nederland naam maakte Familie-bandèn 12 DERDE BLAD VRIJDAG 26 APRIL 1957 ET ER OP, Snelle ontwikkeling sinds de dertiger jaren Een kostbare geschiedenis Grote tijdsbesparing Duizelingwekkend die de grafologie de beoordeling van het tot karakter uit het handschrift wetenschap wist te verheffen een Talenwonder Communisten bang voor jam-sessions j Maand van de grote kuis \N DER STEEN Zondag wordt de wedstrijd van het jaar gespeeld. Men kan de Nederlandse voetballiefhebbers vergasten op duels tussen de duurste buitenlandse profclubs, op interlands tegen welke natie dan ook, op de heftigste wedstrijden van de eigen competitie, maar er blijft één match, die boven alles gaat: Dat is NederlandBelgië- Zondag is het te doen Een nederlaag tegen de Belgen doet meer „pijn". Het schijnt, dat een overwinning, op onze zuiderburen behaald, méér zegt dan andere zegepralen. Deze zondag zou een overwinning nog veel meer waard zijn, omdat Oranje dan in de na-oorlogse wedstrijden precies evenveel match- punten zou bereiken als de Belgen. De balans zou dan in evenwicht zijn en alles, dat Nederlands is, hoopt uiteraard, dat het zo zal zijn. De nobele voetbal-traditie tussen de Lage Landen is ingeluid door de Rotterdammer Kees van Hasselt. Hij was de man, die na de eeuwwisse ling met Rotterdamse ploegen er op uittrok om zich met sterke Belgische tegenstanders te meten. Toen die Roterdamse ploegen maar niets an ders schenen te kunnen dan zwaar verliezen, haalde van Hasselt de beste spelers uit de verschillende clubs en formeerde zo vertegenwoor digende Rotterdamse elftallen de zogenaamde van Hasseltploegen. In Antwerpen zorgde de heer van de Abeele voor het pioierswerk. Hij stelde een wisselbeker voor de wed strijden beschikbaar die befaamd werd onder de bijnaam „het Koperen Dingetje". Kees van Hasselt wist op de lange duur de NVB van het belang van dit soort wedstrijden te overtuigen, zo dat men in 1905 met de officiële tel ling van interlandwedstrijden is be gonnen. Het Nederlands elftal werd niet meer uit Rotterdammers ge kozen, doch uit de sterkste spelers in den lande. En dus toog op 30 april 1905 het volgende keurteam naar Antwerpen om er de eerste officiële interland te spelen: Beeuwkes (DFC) Stol (Haarlem) en Stom (Velocitas Br.) de Korver (Sparta), Gleenewinc. kei Kamperdijk (HBS) en Dolf Kess- ler (HW); Boomsma (Sparta), Dirk Lotsy (DFC),, de Neve en Lutjens (beiden Velocitas Br.) en de Vos (DFC). Onder leiding van scheidsrechter König eindigde dit treffen in een 11 gelijkspel, maar na verlenging bezorgde Eddy de Neve ons met een hattrick een 41 zege. Ook Nederland Reeds 14 dagen later nam de heer Sijthoff de organisatie van de eerste officiële Nederland-België op zich. Deze op het Schuttersveld gespeelde ontmoeting werd met 40 gewon- Door dit succes besloot de NVB schielijk voortaan zelf de regeling van interlands ter hand te nemen, vanwege de verdiensten. Rotterdam beschouwde de Inter lands al min of meer als zijn eigen dom en was begrijpelijk zeer teleur- Dit is een historische foto uit de rij van interlands tussen Nederland en België. Coen Dillen scoort de enige goal, waarmee wij in maart 1955 eindelijk weer eens een wed strijd tegen onze zuiderburen in winst wisten om te zetten. De volgende dag schreven de kranten: Het Nederlands elftal is herboren. Zondag zal moeten blij ken of Oranje dit compliment nog steeds waard, is. gesteld, dat de zesde interland tus sen beide landen op het Haarlemse HFC-terrein werd gespeeld. Daar echter HFC en ook HBS en HW fi- nanciëel te hoge eisen stelde, werd Rotterdam weer het toneel van de strijd. De laatste van de Rotterdamse reeks op 24 april 1909 bracht dank zij een hattrick van Snethlage een 41 zege. Eerst 28 jaar later werd Rotterdam weer uitverkoren. Niet helemaal juist, want op 5 juni 1928 vochten Nederland en België op het door 20.000 toeschouwers om zoomde Spangen een Olympische troostprijs uit, welke door Oranje met 3i werd gewonnen. Het was tevens de 50e interland van ir. Harry Denis. Wisselend succes Vóór de eerste wereldoorlog speel den we 20 wedstrijden tegen België, we wonnen 14 maal en verloren 5 maal. Tussen de twee wereldoorlogen in waren we zo gelukkig niet meer; van de 40 ontmoetingen stonden te gen 17 zegepralen 13 nederlagen. Jarenlang was de uitslag 11 een veel voorkomende dank zij het be kende backstel Dénisvan Kol, dat de sterkere Belgen een zege in de weg stond. Het zou na 1914 zelfs 11 jaar duren eer we weer eens van België wonnen. Dat was in maart 1925 toen we in Antwerpen met 10 zegevierden, maar het was een zege met een bij smaak, daar de Nederlandse back Cees van Dijke een Belgisch schot met zijn hand uit het doel sloeg. De scheidsrechter zag het niet, zodat Bel gië een strafschop en de gelijkmaker onthouden werd. Op 3 mei daarop deden we het beter en zag een van enthousiasme geladen Amsterdams Stadion de mannen van Dénis met 50 over Swartenbroeks en de zijnen zegevieren. Nadien werden de Belgen weer superieur, totdat in 1932 het Rotter damse kanon Lagendaal met succes egen de Rode Duivels fn stelling werd gebracht In die jaren bezaten we een uiter mate sterke ploeg; zelfs een weer door Raimond Braine versterkt Rode Duivelsteam kon maar niet meer van ALS ER EEN BEDRIJFSTAK IS, die zich na de nnrlne u held, dan is dat wel de landbouwluchtvaart geweest HH dit» r 0"«W^" dertiger jaren en feitelijk is men in Amerika met ^e eerste exnerim-»^ begonnen door de katoenplantages, die veel van in«eet<J!ru„experimenten hadden, vanuit de lucht te bespuiten door middel van vliegtuigfn" Het hleek toen echter nog een kostbare geschiedenis, aangezien van rió ho M. oo insectendodende middelen per ha een grote hoeveelheid hiervoor nodig was® worden bewerkt. Ook het bespuiten van bossen zoals men dit o.a in Canada pleegt te doen levert op 1 r,™."1'" geen moeilijkheden op, aangezien men aldus niet met spui ma'enaal tussen de bomen be- hoert te manoeuvreren, voor zover zulks tenminste nog mogelijk zou zijn. Van zeer veel belang is voorts het feit, dat de vliegtuigen de te oenanaelen ingrediënten veel zui- verder weten te verspreiden als ge volg van het in beroering brengen van de lucht achter het toestel waardoor een betere verdeling plaats heeft. Dat de vliegkosten nog vrij hoog zijn is begrijpelijk, maar zij worden ruimschoots ver goed door grotere produktie-capa- citeit. Natuurlijk speelt in dit op zicht de oppervlakte een belang rijke rol, want hoe groter deze is des te minder zullen de kosten drukken. Verschillende oorzaken droegen er na de oorlog toe bij, dat een plot selinge uitbreiding mogelijk werd. Noemen wij alleen als enkel feit dat mét de afgedankte vliegtuigen uit de verschillende legerdumps ook tientallen oorlogsvliegers in deze be drijfstak een nieuw emplooi zagen, terwijl nieuwe insecticiden werden ontwikkeld, die de bestrijding goed koper maakten. Men pakte de zaak meteen goed aan en begon ook de strijd tegen vi russen en bacteriën, hetgeen een gro. tere intensiviteit aan werk vergde. Vooral voor dit werk bleek het vlieg tuig het probate middel te zijn. Men breidde deze bedrijfstak nog uit met kunstmest zaaien en onkruidbestrij- ding. Reeds is gebleken, dat de bewer ing door vliegtuigen vele voordelen biedt. In de eerste plaats kan de ge weldige snelheid, waarmee een en ander geschiedt, onmogelijk door het grond-apparatuur worden bereikt en kan men dus in enkele uren werk verzetten, dat anders een paar da gen vergde. Zelfs in een land als Nederland wisselvallig klimaat kan toch altijd nog ca. 100 ha per dag ria't" ™"n8e'i,cllle kringen is gezegd, per uur heeft gehaald. v-„ pro)ectiel zou bij vorige proe- reikt, gte van 960 hebben be- grediënten zoveel mogelijk tegen te gaan. Het is voor de vlieger uitkijken voor obstakels, die in de weg staan, terwijl hij daarnevens moet letten op de werking van zijn „spuit", hem be dienen en tevens een oog houden op zijn moter en vlieginstrumenten. Een goed uitzicht vanuit zijn cockpit is dus een van de eerste vereisten. Een en ander heeft de volle aandacht van de Rijksluchtvaartdienst, die voor het vliegen met landbouwvliegtuigen schema's heeft uitgewerkt om even tuele ongelukken zo veel mogelijk te voorkomen. Ook bij ons Inmiddels heeft de landbouwlucht vaart zich het meest in de Verenigde Staten ontwikkeld, met daarnaast Nieuw-Zeeland als belangrijke twee de. In Nederland begint hij op toe ren te komen. Naar men ons van bevoegde zijde meedeelde, heeft men hier nu in totaal een vijftien vliegtui gen voor dat doel, deel uitmakend van een zestal spuitbedrijven. Het is wel aardig te vernemen, dat ons land hiervoor eigen vliegtuig-typen gaat ontwikkelen, zoals een ram-jet heli kopter NHI H-3 en een speciaal groot- vleugelig landbouwvliegtuig. Tenslotte nog iets over het navige ren. Het besturen van zo'n vliegende spuit vereist wel bijzondere capaci teiten. Er moet op vrij geringe hoog te worden gevlogen om een doelma tige goede verdeling in de hand te werken en het wegwaaien van de in- Oranje winnen. Zelfs wisten we in 1936 die arme Belgen met 80 te kloppen. En op 2 mei 1937 kreeg Rotterdam door de verrijzenis van het Feyenoordstadion na 28 jaar weers eens een interland te verwer ken. En zondag? De laatste voor-oorlogse op 21 april 1940 werd met 42 gewonnen, zo ook de eerste na-oorlogse op 12 mei 1946 met 63. Vooral Faas Wil kes had een groot aandeel in deze zege. Tot 1949 wisten we ongeslagen te blijven tegen de Belgen, doch na dien was het vele jaren mis met ons interlandvoetbal en kregen we de ene nederlaag na de andere te slik ken. Sedert Oktober 1954 leden we tegen de Belgen geen nederlaag meer. En zondag? Het is een tamelijk roekeloze be zigheid op de uitslag van een Neder landBelgië te gokken, maar ons elftal heeft in ieder geval genoeg „spirit" en eerzucht, genoeg om zich tegen de Belgen de „eeuwige" te genstanders te weren voor wat het waard Is. En dat, vermoeden wij, is heel veel.... ~7 i De merkwaardige Tsjech, Robert Saudek, die behalve een voortreffe lijk romanschrijver een zeer bereisd journalist was, heeft vooral naam gemaakt als grafoloog en was in deze wetenschap een groot geleerde: beter gezegd: hij wist de grafologie beoordeling van het karakter uit het handschrift tot een wetenschap te verheffen en hem werd zelfs een leer stoel in dit vak toegewezen aan de universiteit van Praag. Het is interessant, dat gelijktijdig te Wenen optrad de grafoloog Rapha el Schermann, die alleen door het handschrift van iemand te voelen, al lermerkwaardigste karakterbijzon derheden opmerkte. Robert Saudek verwierf hier te lande bekendheid en belangstelling door zijn Haagse en grafologische ro man. ..Diplomaten" (W.C. J. Brus- se's Uitg. Mij. Rotterdarh), welke hij in de Tsjechische, Duitse en Neder landse taal schreef. Saudek liet na melijk zijn werken nimmer vertalen, maar schreef ze zelf in diverse ta len. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Saudek verbonden aan het Oos tenrijks-Hongaarse gezantschap in Den Haag. In de zomer van 1926 hield hij te Amsterdam in de Ge meente-universiteit een reeks lezin gen over wetenschappelijke hand schriftkunde, nadat een nieuw werk van zijn hand over „karakterlezen uit schrift" bij H. P. Leopold's Uitg. (Advertentie) Mij. te Den Haag was verschenen. Zijn voornaamste werk is wellicht „Wetenschappelijke Grafologie", de psychologie van het schrift, eveneens door voornoemde Mij. uitgegeven. Saudek was toen reeds een der (drie) erkende autoriteiten op grafologisch gebied en de eerste, wiens methode niet slechts van toepassing was op schrift van een bepaalde nationali teit, doch op elk schrift, van welke landaard ook. Karakteranalyse Bij het aantonen Van de juistheid zijner theorie, dat er een zuiver- wetenschappelijke methode bestaat om door bestudering van het schrift tot karakter-ontleding van de schrij ver te komen, kreeg Saudek gelegen heid een uitvoerige, beredeneerde karakpteranalyse te geven van vele bekende staatslieden en schrijvers, die ten behoeve van dit belangwek kende boek hun handschrift ter be schikking hadden gesteld. Een der staatslieden was mr. P. W. A. Cort van der Linden, Minis ter van Staat en oud-Minister-Presi dent (1913-1918, die aan de schrij ver de volgende brief zond: ,,'s-Gravenhage, 1 juli 1925, Zeer geachte Heer, Staatslieden, man nen van zaken, rechtsgeleerden, die zich rekenschap geven van de moeilijkheden, die zij in hun prak tijk ondervinden, zullen wel toege ven dat het succes van hun arbeid grotendeels afhangt van de gave om zich een juist inzicht te vor men in het karakter van hen met wie zij te doen hebben. Maar ook in het gewone dage lijks leven is het niet anders. Ik weet niet of het schrift inderdaad die psychologische betekenis heeft, die gij er blijkbaar aan toeschrijft en of het inderdaad de verborgen heden van het bewustzijn verraadt, maar ik geef U gaarne het mijne als een bijdrage tot het materiaal voor Uw belangrijke studie. Hoog achtend, Uw dw. Cort v.d. Linden." Grafoloog, geen schriftkundige Van andere Nederlanders, uit wier schrift Saudek een conclusie trok, noemen we Rembrandt, mr. Visse ring, en Jhr. Van Karnebeek. Uiterst diepgaande analysen maakte hij voorts uit het schrift van mannen als Kant, Newton, Dickens, Shaw, De regering van Oost-Duits land zet langzaam maar zeker de vernietiging van de liberale oppositie in de schoot van de Oostduitse socialistische een heidspartij (communistisch) voort. Het jongste slachtoffer is de deskundige op jazzgebied Reginald Rudorf; Rudorf werd zo pas aangehouden. en nam de jazz-uitzendingen op band op. Volksmuziek In september 1954 sprak Rudorf in Oost-Berlijn een volle zaal jonge ren beneden de twintig toe: „Waar om de partij tot hiertoe de jazz ver- Rudorf was belast met het geven oordeelde? Wel, dit was de fout van van cursussen in jazz aan de uni- de slechte Marxisten, die de mening versiteit van Leipzig; hij mocht heel wilden doen ingang vinden, dat alles r)nstH,',n\endin|en verz°rgen voor de f r? .°KDe COIT>munistische leiders in Oost-Duitsland waren na- !?e)? verschrikt door 't feit dat de Oostduitse radioluisteraars de Oost- jazz ging echter niet van een leien dakje; in de praktijk is het vaak tot botsingen gekomen. De plaatselijke overheid liet eerst toe, verbood na dien en liet toen weer opnieuw toe wat men ,,jam sessions" noemt. Leipzig was radicaal „tegen" In de grote steden als Leipzig wa ren de autoriteiten „tegen". Daar kwamen in de „jazz-kelders" erg rumoerige jongelui tezamen die niet steeds de nodige eerbied aan de dag legden jegens de partijleiders. Dit eeuwige in zigzag-varen had tot ge volg. dat er heel wat jazz-solisten van Oost-Duitsland naar het westen uit weken. Om dezelfde reden „de vrees voor ongecontroleerde bijeenkom sten" verzette de Oostduitse mi- in de V.S. slecht is omdat de V.S. het land van het kapitalisme zijn." Rudorf legde uit, dat de jazz een eerbiedwaardig iets is (vergelijk de M..^|ls>lelaars Qp unst. blues van de verdrukte negers in duitse radio niet aanzetten en maar Amerika), en dat men de jazz moest £er„-v?fn„ Cultuurzaken, Bechter, liever de uitzendingen van de West bestuderen daar zij een waarachtige Z!CR niettegenstaande een eerste be- ae"ders rie >zz beluis terden, daaiom hadden die Oostduitse ccu ...„„.ti. „ia,.- c leiders drie jaar geleden besloten tisch verdwenen is, moet aan der- {^er 2R®* 2 Bechet als ster-so- nnir in u„n -„-uoesioten gel.jke worden gedaan, list. Dit verbod was echter niet af- D e Sovjet-Unie, zo vervolgde Ru pok in hun radioprogramma's de jazz n ruim deel toe te meten. Ru- er-itis^een fbtstpklnH61 Eev°"deij om dorf, die nog een echte rijke volks- giatis een uitstekende jazz-discotheek - aan te leggen; u:- u'i vrmuziek heeft, heeft geen jazz van Jl':L beluisterde stel- doen, maar bij ons ligt het geval selmatig de zenders van de Ameri- anders, aanse strijdkrachten in Duitsland, Dit weer in ere herstellen van de list. Dit verbod was echter niet af doend; overal in Oost-Duitsland wer den nog immer jam-sessions" ge houden. Dergelijke manifestaties lijken de autoriteiten in Oost-Duitsland te ge vaarlijk, gezien de huidige spannin gen tussen de partij en de jeugd. Darwin, Mac Donald, Masarijk, Be- nesj, Byron, Wilde, Rathenau en ve le andere beroemdheden van vele landen. Saudek was dus voor ons land geen onbekende. Hij vertrok dertig jaar geleden naar Engeland, waarna zijn werken ook in de Engelse taal het licht zagen. Vele jaren later werd Saudek uitgenodigd voor de Amster damse Rechtbank te verschijnen om als schriftdeskundige op te treden in de moordzaak-Eschauzier. De President van de Rechtbank sprak hem aan in de Engelse taal Tien dagen geleden had de beken de Franse schrijfster Frangoise Sagan, met een van haar snelle sportwagens een zo ernstig onge luk, dat voor haar leven het ergste werd gevreesd, maar nu is zij dan toch weer zover hersteld, dat zij, ondanks een grote pleister op haar hoofd en een blauw oog, een beetje kan glimlachen tegen het leven, vanuit haar bed in de Maillot-kli niek in Parijs. Over een week zal zij, de gebroken pols uiteraard nog in het gips, het ziekenhuis kunnen verlaten. en tot grote verbazing van de aanwezigen antwoordde hij in het Nederlands. De magistratuur was blijkbaar niet op de hoogte van de fameuze talenkennis van de grafoloog. Een andere bijzonder heid op deze rechtszitting was de verklaring van Saudek, dat hij geen schriftkundige was en dus de gewenste expertise niet kon geven. Hij kon wel karakterlezen uit het schrift, maar dat werd door de rechtbank niet verlangd. Van de hand van Saudek is in da twintiger jaren verschenen „De Dis tel", een zeer onschuldig blijspel, vertaald door Jan Fabrcius. Saudek, die kort voor de Tweede Wereldoorlog in Engeland overleed, was adviseur van vele grote firma's in ons land. OOST-ROZEBEKE Ja, de Paasmaand is ier de maand van de grote kuis. Eerst en vooral natuurlijk van bin nen. Ge mot nie peizen, dat 't plezant is Paas-Paster te zijn. Gehele dagen achtereen zit ge achter 't roosterke van uwen biechtstoel en krijgt ge gratis boeren-odeurs te snuiven. En dad ies geen violette de parme, zulle. Onze jonge mannen en jonge deernen zouden dat beter moeten beseffen, dan zouden ze eerst 'nne keer onder de stal- pomp gaan hangen alvorens d'n biechtstoel binnen te stappen. Want 't is geen wonder dat onzen Onderpaster nu en dan z'nnen biecht stoel uitvlucht: ,,'n Ogenblikse ge duld, brave zielen, eerst 'n menuutje verse lucht happen". En dan hebt ge nog onnozelaars die zeggen: „julliejen biechtstoel, da's 'n uitvin ding van de priesters." Kan 't zotter? Ja, de priesters vinden stroppen uit voor hunnen eigen nek! Ze gaan daar voor hun plezier dagen lank in 'n donker kotje zitten luisteren naar 't gewauwel van ons lummels en mei den, die ze bijkans de woorden uit den, die ze bijkans de woorden uit de mond motten trekken. 'Nnen Vlaam sen boer in de stammenee óf in de biechtstoel, da zijn twie boeren. In de stammenee, met de pint ind'rre vuist, schreeuwen ze 't hele dorp bij een, in de biechtstoel zitten ze te zuchten as snotpegels. En ons deer nen voelen d'r eigen as katjes die ze de oren wassen. Ik heb daar met onzen Onderpaster dikkels over ge sproken: „Ge meugt me geloven. Sus, er zijn er die liever 'nnen helen dag diepspitten dan één menuutje biechten. Nochtans, als 't gepasseerd is, zijn zo zodanig content en opge lucht. da ze wel zouen wUlen zingen." En dan lachen ze d'r eigen uit: hoe heeft 't kunnen bestaan, dat ik daar zo'nnen schrik van heb gehad? Dat doet de grote Paas-kuis. 't Is of dat aan 't hele dorp te zien is. Oost- en West-Rozebeke vóór of na de Goede Week, da maakt 'n groot verschil. De mensen, na Pasen, zien er veul vrolijker, veul gelukkiger uit en ook veul properder. Want de Paas-maand is ook de maand van de grote kuis van buiten, 't Verkenskot, 't kieken kot, de stallingen, ze worden gekalkt en, al wa kapot is, wordt gerepa reerd. Ging da nu ook zo maar met onze schone Vlaamse taal, dan zou België pas 'nnen oprechte kuis onder gaan. Maar, ik mot 't tot veler schande zeggen: onze Vlaamse taal, zoals die door de hoogste persoonlijk heden op d'n dag van vandaag ge sproken wordt, b 1 ij f t ongekuist. Ge kunt dat nu nog, élken dag consta teren. Ktvali-kwali Ge hebt natuurlijk van ons ramp zalig Marcinelle gehoord en gelezen. Ze zijn er hier nog nie over uitge schreven en uitgeklapt. En dad ies begrijpelijk. Alles mot worden inge spannen, om 'n tweede ramp van zo- danigen omvang in het toekomende onmogelijk te maken. Onze Radio zwijgt er nóg nie van en 't ies be grijpelijk dat de direkteur-genuraal van 't mijnwezen nog dikkels deur de microfoon 't woord tot ons Vlaamse volk richt. Maar, dat volk, waaruit hij is voort gekomen en dat 't groot ste deel van de Belgische bevolking vertegenwoordigt.... kan hem nie ver staan. Diejen direkteur-generaal kan 'n heel geleerde meneer zijn, maar hij is heel slordig in z'n moe dertaal, zodanig slordig, dat 'm be ter in een of ander kwali-kwali-neger- taaltje zou kunnen spreken. Zeer te recht zeggen de Vlamingen hier: Is het niet bedroevend te moeten horen, dat 'n Vlamink, die tot het zó hoge post heeft weten te brengen, z'n eigen taal zodanig massacreert, dat men meent ze te horen komen uit de mond van de minste koolputter? En ge hebt er van nog hogere positie die onze schone Vlaamse taal nóg vrie- der massacreren. Ge moet de Vlaam se toespraak van de Belgische mi nister van economische zaken maar 'nne keer beluisteren. Als het ons niet zo vernederde, zouden wij er hartelijk bij staan lachen. En, dan moet gij Nederlanders, goed weten, dat zó'n minister vindt dat hij, aldus uw taal radbrakend, ons Vlamingen 'n grote eer aandoet. Gij, Nederlanders hebt 'n zeer schone provincie.... Friesland. Uw Friezen hebben hun eigen taaL Maar, wat zoudt gij er nu van zeg gen, als zó'n Fries minister voor uw microfoon uw Nederlands zodanig ging staan kapot maken, dat het me rendeel van uw bevolking er niets van verstond? Zoudt ge dan in uwen Gazet ook nie openlijk protesteren? Hij durft da nie En dan hebt ge bij ons 'nne minis ter van arbeid, van wie ge zoudt mo gen verwachten, dat hij de eerste zou zijn, die de slachtoffers, de weduwen en wezen, in 't Vlaams zou toespre ken. Awel, hij durft da nie. Hij zou da nie doen. al vielen er duuzenden slachtoffers te betreuren. Nochtans laat hij zijn ministers jaarwedde voor hem neertellen met grotendeels Vlaamse centen. En, wat doet ge daar tegen? Met dergelijke toestan den moet ge maar tevreden blijven. En dan verwondert het de vader landslievende heren in de Wetstraat te Brussel, dat wij, Vlamingen, zulke slechte Belgen worden. In in de taalkwestie ook geen grote Kuis van doen? 't Hoeft daar geen Pasen voor te zijn. Wij schreeuwen datte 't hele jaar deur. Maar 't helpt nie. Maar wij zeggen: zolank iemand Belgisch minister kan worden zonder de grondige kennis van beide lands talen kan er van 'n „goed" België geen sprake zijn en zeker nie van goede Vlamingen. De tijd, waarin 'n kolonel ons Vlaamse soldaten toe sprak met: ,,'t Is kjj moeder skrjjft? 't Is kjj content zjjn hier" ligt al wel achter ons. Maar het kan toch nog gebeuren dat ge uit de mond van uw majoor te horen krijgt: ,,'t Is kjj zjjt van Leuv'? In Leuv'koet bier, dono k|j koet soldaat!" En daarom... grote kuis, astablief. 'n Taal is gans 'n volk en geen gan- zenvolk. Suske van Testelt. In het jaarboek van de Britse adel schrijft John Hankinson dat prins Rainier van Monaco verwant is aan koningin Elizabeth van Groot-Brit- tannië en aan Sir Winston Churchill, De prins, de koningin en Churchill hebben gemeenschappelijke voor ouders.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9