VROUWENSPIEGEL
J303I12M3WU0RV
Annemarietje (6 jaar)
werd al beschadigd
door haar schoo ljuffrouw
- a
a -
Het boordeknoopje werd door een
vrouw uitgevonden
Nieuwste modelier»
NIEUWE
DEKENS
Monogramstempeltje
Op z'n Beiers
naar het feest
Recepten
r
Zou je
zo n mens niet.
Modernste
dessins
DAGBLAD DE STEM VAfï DONDERDAG 21 MAART 1957
Duitse uitvindsters
vormden organisatie
Verpakkingsbeurs
Meisjes sport jumper in twee kleuren
Leeftijd 10 - 12 - 14 jaar
Baby wassen
ennaar bed
Moccaroom
Ruim honderd vrouwen zijn thans in de Westduitse bonds
republiek officieel als uitvindsters geregistreerd. Hun prestaties
worden, evenals die hunner mannelijke collega's, regelmatig in
het officiële orgaan van de „Duitse Uitvinders-Ring" gepubli
ceerd.
Iedere maand neemt het aantal uitvindingen en patenten in
Duitsland toe. Dat wil echter nog niet zeggen, dat zij ook direct
worden verwezenlijkt en voor handel en verbruiker toegankelijk
gemaakt. Vaak zijn tal van moeilijkheden te overwinnen of komt
de belangstelling maar zeer geleidelijk.
Toch zijn de mogelijkheden om le
ven en werken te vergemakkelijken,
te vereenvoudigen en te versnellen,
nog onbeperkt. En vooral in de jaren
na de oorlog waren het steeds meer
vrouwen, die patenten van hun door
gaans zeer praktische suggesties,
aanvroegen.
Kleinigheden
brachten fortuin
De voorgangster van alle uit
vindsters was die Engelse vrouw,
die in het textielvak werkzaam
zijnde, zich aldoor ergerde aan
de vaak zo slecht zittende boor
den der moeilijk te strijken heren
overhemden. Zij ontdekte, dat de
boord door middel van een klein
knoopje kon worden bevestigd.
Het overhemden dragende deel der
bevolking werd voor deze verbetering
getvonnen, het boordeknoopje werd
internationaal aanvaard en bracht
zijn uitvindster miljoenen op.
Dit was ook het geval bij de vrouw,
die de klachten van haar echtgenoot
over koffiedik in zijn koffie beu zijn
de, een trechtertje uit filterpapier
ontwikkelde, dat nu in miljoenen
huishoudingen wordt gebruikt.
Toch denken uitvinders en uitvind
sters niet in de eerste plaats aan de
miljoenen, die hun ontdekkingen hun
wel zouden kunnen opleveren. Vaak
worden uitvindingen volkomen onver
wachts gedaan. De door vrouwen ge
dane uitvindingen liggen meestal op
typisch vrouwelijke gebieden, en be
treffen doorgaans huishoudelijke arti
kelen en kantoorbenodigdheden. De
in Duitsland georganiseerde vrouwe
lijke uitvinders zijn tussen 30 en 60 jr.
oud. Het merendeel van hen is of
was gehuwd. Deze organisatie van
vrouwelijke uitvinders, die in 1955
als „Werkgemeenschap van Duitse
uitvindsters" in het leven werd ge
roepen, onder leiding staat van An-
nemarie Daniel-Stark cn in Neuren
berg is gevestigd, telt thans honderd
leden en is de eerste ter wereld.
huidige resultaat. Thans legt deze
weduwe van 57 jaar met behulp van
een vluchtelingen-krediet de laatste
hand aan een eigen bedrijf om haar
madri-speciaal-naalden grotere be
kendheid te geven.
Benen bewegen
Aan het meer van Starnberg bij
München woont een andere uitvind
ster. Eens was zij een bekende prima
ballerina en balletleidster. Een
vrouw dus, die steeds grote aandacht
schonk aan haar lichaamshouding.
Het viel haar op, dat haar medemen
sen zulks maar weinig doen. ,,En wat
geeft alle verzorging van het uiterlijk
wanneer je een slechte lichaamshou
ding hebt", zegt Lina Gerzer. Uit
haar ervaringen en observaties, ge
paard aan haar liefde voor knutselen,
ontstond de ,,strecher", die uit rub
ber en textiel bestaat, over schouders
cn rug kan worden gegespt en zo het
lichaam tot een goede en gezonde
houding stimuleert. Bij het zwemmen
in dit meer van Starnberg en het fiet
sen op een waterfiets, kwam haar
bovendien de inval voor haar nieuwe
,,thuis-fiets". Een toestel, dat aan
iedere stoel kan worden bevestigd en
dat vooral mensen, die zittend werk
verrichten en dus hun benen veel te
weinig gebruiken, er toe moet bren
gen zulks wel te doen, terwijl zij bo
vendien hun handen voor iets anders
kunnen gebruiken.
Snel-stopnaald
Hoe komt een vrouw tot uitvinden
en wat verwacht zij van haar ont
dekkingen Vorig jaar werden op de
uitvinders-tentoonstelling in Neuren
berg voor het eerst onderscheidingen
(een medaille en een diploma) uitge
reikt.
Het was Margarethe Driesner,
die er na moeizaam knutselen
met behulp van het handenar-
beidgereedschap van haar zoontje
in slaagde uit een stuk zilver
draad en een oude taartschep
een snel-stopnaald te construeren.
Frau Driesner, die met haar twee
kinderen als vluchtelingen-weduwe op
het platteland in Beieren woont, heeft
vroeger, toen zij in haar Silezische
geboortestad huishond-leerlingen op
leidde, al vastgesteld, dat de meeste
van hen maar bar slecht met de stop
naald overweg konden. Zij probeerde
toen al de gewone stopnaald te ver
beteren. Maar pas de jaren van nood
en daardoor veroorzaakte zuinigheid
na de oorlog brachten haar tot het
Vindingrijk
In het laboratorium van een dei-
grootste fotofabrieken ter wereld zit
een andere Duitse uitvindster. Dr. ir.
Edith Weide. Dagelijks kreeg zij tal
loze foto's onder ogen. Het was haar
taak de reclamaties van foto's na te
gaan. Zij kende de foto-techniek, was
al op 13-jarige leeftijd in een foto
laboratorium werkzaam en voltooide
haar studie aan een technische hoge
school.
Het viel haar op, dat het maken
van foto-copieën vaak veel te
lang duurde en zo vond' zij het
copy-rapid-procédé uit', dat al in
1941 werd gepatenteerd en thans-
In de was raakt nog wel eens iets
weg. Op de kostbare stukken, als la
kens en handdoeken naaien wij na
tuurlijk een naampje, maar op dwei
len, poetsdoeken etc., wordt dit nog
wel eens achterwege gelaten. Toch
is het zonde als deze zaken weg ra
ken. Er bestaan monogramstempel
tjes die op alles houden en er met
wassen of koken niet uitgaan. Prak
tisch alle lettercombinaties zijn te
krijgen, lijkt het u niet handig om
in het bezit te zijn van zo'n stempel
tje
Het is ook een leuk cadeautje voor
de schoolgaande kinderen, denkt u
zich _>ens in hoe ontzettend ,,echt" zij
het zullen vinden om op hun schriften
en boekkaften hun eigen monogram
te hebben. Het stempeltje met flesje
inkt en kussentje kost 2.25 de inkt
is zwart, maar stempelinkt kunt u
in vele kleuren krijgen
Zoetjes gaan de damesvoetjes, trip-
Pel-trappel-trippel-trap. Ongetwijfeld
zult u in deze een weinig aangepaste
regels een van de bekende Neder
landse Sinterklaasversjes herkennen.
Het enige Nederlandse, dat op de
schoenenshow van de Bata Interna
tional te bespeuren viel. waren dan
°ok de trippelende damesvoetjes.
Toch roept het aangehaalde liedje
£óg een min of meer juiste associatie
bij ons op, namelijk het zonnige zui
den: de show was aan Italiaanse
schoenen gewijd. Een stroom van
zoetklinkende namen kabbelde over
ons heen; canoscio, brio, tossoni. lo-
renzo. Lijkt het niet op een roman
tisch gedicht De schoentjes, ontwor
pen en gemaakt door Salvatore Fer
ragamo verdiene: de toevoeging
-poè+isch" zeker en de loopbaan van
r erragamo is niet vrij van roman
tiek.
Toen hij dertien jaar oud was ging
zijn zusje naar haar eerste bal.
Daar er geen geld genoeg was
voor een nieuw paar schoentjes,
maakte Salvatore van een lapje
wit leer, dat hij voor een zacht
prijsje wist te bemachtigen, een
schoentjes voor haar, en
zette dit onder haar bed aan de
vooravond van het feest.
succes dat hij met deze ver
assing oogstte bij zijn zusje, heeft
Ferragamo, ondanks vele tegensla
gen die hij te verwerken kreeÜ niet
in de steek gelaten. Het resulteerde
uiteindelijk in het bezit van het Pa
leis Feroni te Florence, de klandizie
van keizerin Soroya, Audry Hepburn,
Greta Garbo, Isabella van Frankrijk,
Rita Hayworth en vele andere be
roemdheden, èn in het noemen van
zijn naam in één adem met de grote
haute-couture koningen. En terecht,
want geen japon of pakje, hoe mooi
ook, is af zonder bijpassende acces
soires. De schoentjes van Ferragamo
zijn geschikt om bij de fraaiste crea
ties gedragen te worden.
Vrij puntig
De modellen zijn vrij puntig, met
elegante dunne hakjes. Ferragamo is
beroemd om het feit, dat ook de
schoentjes met het hoogste hakje
(9 1/2 cm) gemakkelijk zitten. Zij
worden dan ook alle met de hand ge
maakt. De kleuren-mode is mooi en
plezierig; lama, Sahara, whisky, bei
ge en nijlgroen, allemaal tinten die
niet zo héél moeilijk te combineren
zijn. De meeste schoentjes waren ge
maakt van kalfsleer. Bij de platte
mocassins was veel gewerkt met
twee soorten en kleuren leer. Heel
aardig was een elektrisch gekrompen
kalfsleer, dat ook gebruikt werd voor
modellen met naaldhakjes. Mooie,
slanke Nederlandse voetjes in Ita
liaanse schoentjes, geshowd met ja
ponnen en pakjes met Franse namen
(Offerman), pour vous Madame 1
overal wordt toegepast. Het
bracht de uitvindster veel lof en
waardering, maar heeft haar tot
dusver nauwelijks een noemens
waard vermogen opgeleverd.
Een nieuwtje, dat aan de huiselijke
haard werd geboren, draagt de veel
betekenende naam „derde hand van
de huisvrouw". Uitgevonden werd het
door Else Wilbrandt-Hess, eveneens
uit Beieren, een „gewone huisvrouw"
zoals zij zelf zegt. Deze derde hand
is een houder die verhindert, dat klei
ne pannetjes en schaaltjes bij het roe
ren meedraaien, en die grote pannen
aan een 00.1- vasthoudt, wanneer zij
moeten worden leeggegooid. En waar
gewone huisvrouwen nog heel wat
dingen in die huishouding vereenvou
digd en veranderd willen zien, zal de
organisatie der vrouwelijke uitvin
ders ongetwijfeld steeds meer leden
kunnen inschrijven.
De vierde internationale verpak
kingsbeurs, die van 14 tot en met
21 mei a.s. in het RAI-gebouw te
Amsterdam wordt gehouden, staat
in het teken van de mechanisatie en
de automatisering van het verpak
kingsproces.
Steeds meer bedrijven in de ver
pakkingsindustrie gaan zich bedienen
van foto-elektrische controle en elek
tronische besturing, zo deelt de lei
ding van de beurs mee. Een per
manente kwaliteits- en efficiency-
controle tijdens de verpakkingsbehan
deling doet verpakking noch materi
aal verloren gaan.
De beurs begon in 1951 met 106
inzendingen. Ze telt dit jaar ruim
400 inzendingen uit België. Frank
rijk, West-Duitsland, Oost-Duitsland
Denemarken. Zweden, Groot-Brittan-
nië, de Verenigde Staten, Zwitserland
Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk, Cana
da en Nederland.
De z.g. Beierse boerinnenkledij
werd oorspronkelijk alleen gedra
gen in Oostenrijk en Beieren (in de
hoger gelegen delen). Tegenwoor
dig ziet men ze ook op het platte
land in noord-Duitsland en het
Rijnland. Onder invloed van het
toerisme is het steeds verder ver
spreid en bijvoorbeeld in de TJSA
een geliefd kledir
Er zijn gaande
weg modernise
ringen in aange
bracht, zodat het
thans mogelijk is,
van een tak van
mode te spreken
en het officieel
'<e introduceren.
In deze vorm kan
Ie Beierse kleding
gebruikt worden
als cocktail- en
(gedeeltelijk)
avondkledij. Behal
ve voor de winter,
bij voorkeur uit te
voeren in lichtere
textielsoorten dan
Ie oorspronkelijk
gebruikelijke. Er
zijn speciale weef
sels voor gemaakt,
van wol met cel
wol, zuivere zij en
brokaat, doch ook
wel rayon. De voor
de oorlog bestaan
de vooroordelen
tegen deze stoffen,
zijn verdwenen.
Wil men zich
strikt houden aan.
de kleuren van de
klederdracht, dan
moeten weefsels gekozen worden in
oudrose, zachtgroen en lichtblauw.
Voor de gemoderniseerde vorm gel
den tamelijk felle, contrasterende
tinten en pronkzuchtige garneringen.
Er is mousseline bij van hoogver-
edelde celwol. Stola's met handge
knoopte franje passen uitstekend in
dit gezelschap. Schouderdoeken van
damast komen ervoor in de plaats,
als men daar geen tijd voor heeft.
Zo wordt Tirol, Salzburg of Miesbach
binnengehaald op uw feestjes. Ziet
u er ook wat in Veel succes
Materiaal: 200-250 gram blauwe
wol, 50 gram gele wol. Naalden no.
2 1/2. Haaknaald no. 2 1/2. Trekslui-
ting van ca. 15 cm. 32 steken zijn 10
cm breed.
44 naalden zijn 10 cm hoog, gebreid
in tricotsteek met naalden nq. 2 1/2.
Voorpand. Met blauw opzetten 129-
135-143 steken en 2 1/2-3-3 1/2 cm in
1 st. recht, 1 st. averecht breien,
daarna geheel tricotsteek met de ave
rechte kant als goede kant. Aan het
begin en einde van de 1ste naald 2 st.
bijopzetten. Breien tot de totale hoog
te 25-27-29 cm is, dan de middelste
steek afkanten en per kant afbreien.
Voor het armsgat 1x7, 1x2, 7x1
(1x7, 1x3, 7x1) - (1x7, 1x4,
7x1) st. afkanten. Aan de zijde van
de splitsing na 4 naalden 1 st. mindé-
ren, daarna na 4 naalden 2 st. min
deren. Deze minderingen afwisselend
na 4 naalden blijven herhalen tot er 6
st. over zijn, deze in 1 x afkanten,
echter bij 10 cm hoogte van het
armsgat aan de kant van het arms
gat 1 st. meerderen en dit na elke
1 1/2 cm herhalen, totaal 4 x. Andere
helft in spiegelbeeld breien. Voor het
halve pasje met geel 4 st. opzetten,
tricotsteek breien met de goede kant
boven en aan 1 zijde afwisselend 1 en
2 st. bijopzetten, dit tot de schuine
kant langs de schuine kant van de
jumper past. Te beginnen bij de 12e
naald en verder elke 6de naald, aan
de sluitkant gaatjes breien als volgt:
in de linkerhelft op de laatste 5 ste
ken 2 st. recht verdr. samen, om
slaan, 3 st. recht breien, in de rech
terhelft op de 1ste 5 steken 3 st.
recht, omslaan, 2 st. recht samen
breien.
Bij 15-16-16 1/2 cm hoogte a. d. rech
te zijde voor de halsronding 7-8-9 st.
afkanten, daarna nog 2x2, 4x1 -
(5x1) - (6x1). Past de schuine lijn
langs die van de jumper, dan de ste
ken voor de schouder afkanten in 5 x
8, eventueel de resterende steken in
eens.
Andere helft in spiegelbeeld breien.
6 cm vanaf de onderste opzetpunt van
het pasje met blauw 35 st. opnemen
over een breedte van ca. 9 cm. (voor
het zgn. zakklepje) en hierop 3 cm in
1 st. recht, 1 st. averecht breien, dan
afkanten, de averechte steken ook
averecht breien.
Rug. Deze wordt 4 steken sfcialler
gebreid dan het voorpand. In het pas
je geen split breien en geen halsron
ding. Het breedste punt van de pas is
110-114-118 steken. Zijn de steken voor
de schouders afgekant, dan de over
blijvende 30-34-38 st. op een draad rij
gen.
Mouwen. Met blauw opzetten 69-73-
77 steken en 2 1/2-3-3 1/2 cm in 1 st.
recht, 1 st. averecht breien, in de
laatste naald meerderen tot 76-80-84
st. Verder tricotsteek breien met de
averechte kant als goede kant. Aan
het begin en einde van de 1ste naald
2 st. bijopzetten, vervolgens aan het
begin en einde van elke 4de naald
1 st. meerderen tot er 100-108-114 st.
zijn.
Breien tot de totale hoogte 12-14-15
cm is, dan voor de kop aan elke kant
2x4. 1x2, 10 x 1 st. afkanten. daar
na steeds 2 st. tot de hoogte van de
kop 10-11-12 cm is, dan de resterende
steken ineens afkanten.
Kraag. Schoudernaden met een
stiksteek dichtnaaien. Nu rond de
hals met geel breiend 80-84-88 st. op
nemen, bij het split 2 cm vrij laten
en tricotsteek breien. Aan het begin
en einde van elke 4de naald 1 st.
meerderen tot de hoogte 5-5 1/2-6 cm
is. Nu langs de zijkanten breiend 16-
19-22 st. opnemen en over alle steken
1 st. recht, 1 st. averecht breien, met
op de hoeken in elke 2de naald 2 st.
meerderen. Na 2 cm afkanten, de
averechte steken ook averecht breien.
Afwerken. Het werk aan de ver
keerde kant onder een vochtige doek
luchtig persen. Naden met een stik
steek dichtnaaien, boorden overhands.
Het split omhaken met 1 toer vasten,
daarna de Heksluiting niet zichtbaar
inzetten. Een blauw koordje draaien
en dit door de gaatjes rijgen en bo
venaan dichtstrikken. Tot slot de na
den even bijpersen.
Er was eens een lief
blond meisje. Het was
zes jaar oud, Rooms-
Katholiek en ze zou
voor het eerst naar de
grote school gaan die
ook Rooms-Katholiek
was. Maar tevoren
was ze op een „chris
telijke" kleuterschool
geweest. Daar was 'n
heel lieve juffrouw,
die vaak vertelde
over God en over de
hemel en over Jezus.
Het meisje, Annema-
rie, luisterde daar
aandachtig naar en ze
vond, dat God erg
goed was voor de kin
deren, net als vader
en moeder. Thuis ver
telde ze altijd alles
wat ze op school had
geleerd en haar ma
ma luisterde daar
graag naar. Ook zong
ze mooie liedjes. En
's avonds, voor ze in
slaap viel, hoorde je
haar altijd zingen met
een ijl stemmetje:
..De heer is mijn her
der, niets zal me ont
breken". Of ook wel:
„Hemelse Vader, ik
dank U..."
't Was wel een beetje
wijs, maar als haar
papa en mama haar
zo hoorden zingen, zei
den ze: 't is net of
zo'n kleine hummel
dat allemaal al be
grijpt! Het voornaam-
naamste had Anne-
marie ook wel begre
pen, dat God heel
goed is voor ons.
In september ging ze
naar de katholieke
school. Ze zou nu nog
veel meer gaan leren,
ook katholieke theolo
gie Wat dat is? Wel,
ook weer over God en
Jezus en de hemel,
maar dan nog veel
meer dan op de kleu
terschool. Op de grote
school kwam ze bij 'n
juffrouw, die ook wel
lief was, maar niet zo
als die van de kleuter
school. „Anders lief",
zei Annemarie.
Die juffrouw wist ook
veêl meer.
Luister maar.
Toen \nnemarie een
paar weken op school
was, kwam ze op een
middag thuis en ver
telde aan haar moe
der een heel verhaal
over slechte engels.
Ja, dat zei ze: „en
gels", maar ze was
dan ook pas zes jaar.
Die slechte engels wa
ren heel erg ongehoor
zaam geweest aan
God en toen heeft God
een heel groot vuur
gemaakt en toen kwa
men er weer andere
engels en die gooiden
ze zo maar in het
vuur. En als de men
sen niet braaf zijn,
worden ze ook in dat
vuur gegooid.
Haar moeder vond
dat wel heel erg voor
die engels en die men
sen, maar de juffrouw
had het toch gezegd,
zei Annemarie ern
stig. Die avond zong
ze niet, voor ze ging
slapen. Ze lag zeker
aan die engels te den
ken en zou misschien
wel een beetje bang
zijn voor God. Dat zou
dom zijn. Maar ze
was ook pas zes jaar..
Annemarie had ook 'n
oom, die pater was.
En toen die een paar
dagen later op bezoek
kwam, heeft Annema
rie hem ook dat ver
haal van die slechte
engels verteld. Maar
hij zei niet veel, al
leen maar: „zo". En
tegen mama zei hij:
„de heerschappij van
de angst", maar dat
snapte Annemarie na
tuurlijk niet, want die
was pas zes jaar. Wel
hebben ze samen
heerlijk gestoeid, dat
vond ze altijd tijn.
Haar mama kon in
die dagen moeilijk
van huis; anders was
ze even met die juf
frouw gaan praten.
Nu heeft ze maar 'n
briefje geschreven. Ze
schreef, dat ze Anne
marie en al die ande
re hummels van de
eerste klas nog zo
jong vond om met
hen over dat moeilij
ke mysterie van de
hel te spreken. Heel
veel grote mensen
hadden daar zelfs
moeite mee. Maar
voor die kleintjes, die
onmogelijk ook maar
een vaag begrip van
doodzonde kunnen
hebben, moest dit ver
warrend zijn voor hun
onbevangen omgang
met de goede God.
Dat haar mama in die
dagen moeilijk van
huis kon, kwam hier
vandaan, dat Anne
marie binnenkort een
broertje of zusje erbij
zou krijgen. Daar was
ze vol van. Ze zag
mama bezig met de
kleertjes voor de baby
en het bekleden van
de wièg. Dan praatten
ze samen honderd uit.
Annemarie wist ook,
dat het kindje er
eigenlijk al was. Dat
had mama haar alle
maal verteld. Maar 't
was nog veel te teer
voor de wieg die zij
hadden. En daarom
had het een heel zacht
en warm wiegje bij
mama. Daarin moest
het nu groeien. Dat
had God zo gemaakt.
Als mama daarover
vertelde, stond Anne
marie vertrouwelijk
tegenhaar aange
leund. Dan streek ze
met haar hand over
de welving van ma
ma's wiegje en ze
stelde allerlei vragen.
Ze wist nu ook, dat
mama naar het zie
kenhuis zou gaan, als
de baby geboren werd
en dat zij dan een
paar dagen naar tan
te Janny zou gaan.
Toen kwam de grote
dag. Het was een
broertje en het heette
Paul. Ze vertelde het
's morgens aan de
juffrouw. Die vond liet
geweldig en de ande
re kinderen ook. En
ter ere van Annema-
ries broertje heeft de
juffrouw die morgen
verteld, dat kleine
kindertjes op de we
reld komen met vlek
jes op de ziel. Die
kun je niet zien. maar
God ziet ze wel. Als
ze dan gedoopt wor
den dan wast de pries
ter al die vlekjes er
af. „Wanneer wordt
jouw broertje ge
doopt, Annemarie
vroeg de juffrouw.
Dat wist ze niet.
Maar 's middags wist
ze het te vertellen:
„volgende week".
Eerst moesten oom en
tante van heel ver ko
men en dan werd
Paul gedoopt. Toen
had de juffrouw ge
zegd dat Annemarie
dan 's avonds maar
een weesgegroetje
moest bidden, dat het
kindje niet dood zou
gaan voordat het ge
doopt was. „Zul je
dat doen?" had de
juffrouw gevraagd en
Annemarie had ja ge
zegd, maar ze be
greep er niets van:
ze was ook pas zes
jaar.
Maar toen tante Jan
ny haar 's avonds
naarb ed bracht, zei
Annemarie: „Eerst
nog een weesgegroet
je bidden, dat Paultje
niet dood gaat." Ze
keek tante Janny met
grote angstige ogen
aan en begon toen te
schreien. Hortend en
stotend kwam het er
toen uit, wat de juf
frouw allemaal ver
teld had. Tante Janny
heeft haar tegen zich
aangedrukt en haar
verzekerd dat Paultje
niet dood zou gaan.
„Malle meid" zei ze
lachend en „morgen
gaan we naar mama
en dan gaan we naar
Paultje kijken. Dan
nemen we bloemen
mee en een truitje
voor de kleine Paul.
En als hij dan volgen
de week gedoopt
wordt, dan komt oma
en tante Chrisje en
oom Nol en nog heel
veel anderen. Dan is
het feest, want dan
wordt Paultje 'n kind
van God, net als jij".
Ze stopte haar warm
in en hoopte dat An
nemarie met deze blij
de gedachten zou in
slapen. Zo'n kind was
door de omstandighe
den wat uit haar doen,
begreep ze, maar
waar die onderwijze
res haar verstand had
zitten....?
En nu is het verhaal
uit, maar we sluiten
met een kort gebedje:
„Lieve Heer geef toch
dat die juffrouw van
Annemarie de laatste
der Mohikanen zal
zijn. Amen".
Wat een raar gebed
hè Maar dit was
toch een waar ver
haal, gebeurd in 1956.
Uit:
„Katholiek Leven"
van maart 1957
door Th. Berkhout
C.s.s.R.
Baby'tjes wassen is altijd een ge
zellig werkje. Dat het kleintje wel
eens spartelt en daardoor onze kle
ren nat maakt, is niet zo erg. Er be
staan bovendien snoezige schortjes
om dit nat worden van de kleding te
voorkomen. Er zijn tegenwoordig
zelfs geplisseerde schortjes van vro
lijke imprimétjes die dit gezellige
werkje nóg gezelliger maken.
Als het kleine manneke of vrouw
tje dan uit het badje komt, moeten
wij het zo snel mogelijk in een grote
handdoek wikkelen. Nu heb ik een
heel handige speciale babyhanddoek
gezien van jersey badstof met een
capuchon er aan vast en een was'
wantje met gebreid boord er bij. Het
kleintje kan er helemaal in en om
het hoofdje blijft de capuchon goed
zitten.
Kleine kinderen zijn eigenlijk het
allerliefst als ze naar bed gaan, rozig
en schoon gewassen komen ze dan in
hun pyjamaatjes goedenacht zeggen,
En wat is er leuker dan zo'n klein
gevalletje te zien rondwandelen. Ik
heb nu kindergoed ontdekt, dat kleur
echt is, en zelfs uitgekookt kan wor
den, bovendien zijn de modelletjes al
leraardigst Een pakje met gebreide
manchetjes en boordjes, en een voet
je er aan vast.
De deken, waaronder U slaapt
of waaraan U plukt, is bij de
modernisering van het woning
interieur lang tenachter geble
ven. Blijft nóg tenachter, als
men de fantasie- en kleurloze
dekens ziet, die over het alge
meen over de bedden worden
uitgespreid.
In 1953 hebben de Leidsche
Textielfabrieken gebr. Van
Wijk en Co. N.V de eerste stap
gezet naar een aanpassing van
de deken aan het moderne in
terieur. Zij kwamen met ge
blokte dekens in sprekende,
harde kleuren.
De huivering van de win
kelier werd door het publiek
overwonnen. De geblokte deken
werd een succes.
Afgaande op het enthousiasme van
het publiek, is Van Wijk verder ge
gaan. Men nam contact op met jonge
beeldende kunstenaars en binnenhuis
architecten, die honderd moderne de
ken-ontwerpen maakten.
Vijftien ontwerpen werden uitgeko
zen en in verschillende kleurstellin
gen uitgevoerd. Felle, sterk contras
terende kleuren, maar ook zachte in-
cenvloeiende tinten.
Neen, U zult ze nog niet in de
winkel zien liggen. Reeds geruime
tijd wordt deze collectie woüen de
kens in de grote Nederlandse steden
voor de zakenmensen tentoongesteld.
Deze exposities dragen het karakter
van een enquête. Naar het oordeel
van deze zakenmensen zal opnieuw
een keus gemaakt worden. Tenslotte
zullen acht of negen ontwerpen in
produktie genomen worden. Deze ge
degen aanpak om ook de dekens een
aparte harmoniërende plaats in de
moderne slaapkamer te geven, is
verheugend en al zal het nog even
duren, eer deze dekens U vanuit de
etalages toelachen, enkele van de
beste ontwerpen mogen wij U niet
onthouden.
Het dessin, dat door de zakenmen
sen tot nu toe het meest enthousiast
is ontvangen, ziet U op de middelste
foto. Dit motief zal dan ook zeker in
produktie genomen worden.
Links nummer twee uit de enquête;
halve witte ovalen, in sterk contrast
met de zwarte ondergrond. De breed-
testreep is fel rood getind. Keert
men deze deken om dan zijn de
half-ovalen lijnen zwart en is de on
dergrond wit. Dit komt, doordat de
dekens dubbel-geweven zijn, zodat zij
twee kleurkanten hebben.
Tenslotte is het strakke wiskundige
lijnenspel in zwart, grijs en wit (foto
rechts) bij de zakenlieden als derde
uit de bus gekomen.
2 eiwitten, een-vierde 1. slagroom,
125 gr. suiker, 1 dl. sterke koffie-
extract.
De eieren splitsen, het eiwit en ook
de slagroom stijfslaan. De dooiers
met de suiker roeren, het liefst hete,
koffie-extract er door mengen en ia
een heet waterbad al roerend binden.
Het mengsel nu door het stijfgesla-
gen eiwit roeren en daarna voor
zichtig door de slagroom scheppen.
Heeft de olijfoliedie u in een
„buitenlandse" opwelling heeft ge
kocht en te weinig gebruikt, een
ranzig smaakje gekregen? Geen
nood, brokkel er wat houtskool in,
schudt het blikje goed en zeef de
olie. U kunt er dan zelfs weer
champignons in smoren.
Ooit geprobeerd om hard gewor
den boenwas te mengen met wat
melk? Doosje sluiten, een dag laten
staan en de was is weer bruikbaar.
Schimmelplekken op boeken met
kartonnen omslag kan men verjagen
met een in slap bleekwater bevoch
tigde spons.
Balatum gaat lang mee, indien
men de meest belopen plekken met
een matje beschermt; niet te nat
opnemen en behandelen met dunne
was. Rubber en plastic vloeren op
nemen met sop van zachte zeep.
Droog een nat geworden leren
jasje nooit bij hef vuur, maar onder
een veranda of in een ongestookte
kamer. Bewerk het, na droging,
zorgvuldig en stevig met een in
glycerine gedrenkte lap. Laat de
glycerine een uur inwerken en wrijf
het jasje dan goed na met een
schone flanellen stofdoek.
Voor de vele knoetminnenden zijn
er al lang klippen, kammen en spel
den in alle soorten en variëteiten, nu
zijn er ook nog oorbellen bij ge
maakt van hetzelfde materiaal, waar-
van knoethouders gemaakt zijn. Een
voudige plastic knoppen in vele kleu
ren passend bij de kammen. Maar
ook grote spelden met roosjes er op
en oorbellen met dezelfde bloemetjes.