VROUWENSPIEGEL J303I12M3WU0RV Annemarietje (6 jaar) werd al beschadigd door haar schoo ljuffrouw - a a - Het boordeknoopje werd door een vrouw uitgevonden Nieuwste modelier» NIEUWE DEKENS Monogramstempeltje Op z'n Beiers naar het feest Recepten r Zou je zo n mens niet. Modernste dessins DAGBLAD DE STEM VAfï DONDERDAG 21 MAART 1957 Duitse uitvindsters vormden organisatie Verpakkingsbeurs Meisjes sport jumper in twee kleuren Leeftijd 10 - 12 - 14 jaar Baby wassen ennaar bed Moccaroom Ruim honderd vrouwen zijn thans in de Westduitse bonds republiek officieel als uitvindsters geregistreerd. Hun prestaties worden, evenals die hunner mannelijke collega's, regelmatig in het officiële orgaan van de „Duitse Uitvinders-Ring" gepubli ceerd. Iedere maand neemt het aantal uitvindingen en patenten in Duitsland toe. Dat wil echter nog niet zeggen, dat zij ook direct worden verwezenlijkt en voor handel en verbruiker toegankelijk gemaakt. Vaak zijn tal van moeilijkheden te overwinnen of komt de belangstelling maar zeer geleidelijk. Toch zijn de mogelijkheden om le ven en werken te vergemakkelijken, te vereenvoudigen en te versnellen, nog onbeperkt. En vooral in de jaren na de oorlog waren het steeds meer vrouwen, die patenten van hun door gaans zeer praktische suggesties, aanvroegen. Kleinigheden brachten fortuin De voorgangster van alle uit vindsters was die Engelse vrouw, die in het textielvak werkzaam zijnde, zich aldoor ergerde aan de vaak zo slecht zittende boor den der moeilijk te strijken heren overhemden. Zij ontdekte, dat de boord door middel van een klein knoopje kon worden bevestigd. Het overhemden dragende deel der bevolking werd voor deze verbetering getvonnen, het boordeknoopje werd internationaal aanvaard en bracht zijn uitvindster miljoenen op. Dit was ook het geval bij de vrouw, die de klachten van haar echtgenoot over koffiedik in zijn koffie beu zijn de, een trechtertje uit filterpapier ontwikkelde, dat nu in miljoenen huishoudingen wordt gebruikt. Toch denken uitvinders en uitvind sters niet in de eerste plaats aan de miljoenen, die hun ontdekkingen hun wel zouden kunnen opleveren. Vaak worden uitvindingen volkomen onver wachts gedaan. De door vrouwen ge dane uitvindingen liggen meestal op typisch vrouwelijke gebieden, en be treffen doorgaans huishoudelijke arti kelen en kantoorbenodigdheden. De in Duitsland georganiseerde vrouwe lijke uitvinders zijn tussen 30 en 60 jr. oud. Het merendeel van hen is of was gehuwd. Deze organisatie van vrouwelijke uitvinders, die in 1955 als „Werkgemeenschap van Duitse uitvindsters" in het leven werd ge roepen, onder leiding staat van An- nemarie Daniel-Stark cn in Neuren berg is gevestigd, telt thans honderd leden en is de eerste ter wereld. huidige resultaat. Thans legt deze weduwe van 57 jaar met behulp van een vluchtelingen-krediet de laatste hand aan een eigen bedrijf om haar madri-speciaal-naalden grotere be kendheid te geven. Benen bewegen Aan het meer van Starnberg bij München woont een andere uitvind ster. Eens was zij een bekende prima ballerina en balletleidster. Een vrouw dus, die steeds grote aandacht schonk aan haar lichaamshouding. Het viel haar op, dat haar medemen sen zulks maar weinig doen. ,,En wat geeft alle verzorging van het uiterlijk wanneer je een slechte lichaamshou ding hebt", zegt Lina Gerzer. Uit haar ervaringen en observaties, ge paard aan haar liefde voor knutselen, ontstond de ,,strecher", die uit rub ber en textiel bestaat, over schouders cn rug kan worden gegespt en zo het lichaam tot een goede en gezonde houding stimuleert. Bij het zwemmen in dit meer van Starnberg en het fiet sen op een waterfiets, kwam haar bovendien de inval voor haar nieuwe ,,thuis-fiets". Een toestel, dat aan iedere stoel kan worden bevestigd en dat vooral mensen, die zittend werk verrichten en dus hun benen veel te weinig gebruiken, er toe moet bren gen zulks wel te doen, terwijl zij bo vendien hun handen voor iets anders kunnen gebruiken. Snel-stopnaald Hoe komt een vrouw tot uitvinden en wat verwacht zij van haar ont dekkingen Vorig jaar werden op de uitvinders-tentoonstelling in Neuren berg voor het eerst onderscheidingen (een medaille en een diploma) uitge reikt. Het was Margarethe Driesner, die er na moeizaam knutselen met behulp van het handenar- beidgereedschap van haar zoontje in slaagde uit een stuk zilver draad en een oude taartschep een snel-stopnaald te construeren. Frau Driesner, die met haar twee kinderen als vluchtelingen-weduwe op het platteland in Beieren woont, heeft vroeger, toen zij in haar Silezische geboortestad huishond-leerlingen op leidde, al vastgesteld, dat de meeste van hen maar bar slecht met de stop naald overweg konden. Zij probeerde toen al de gewone stopnaald te ver beteren. Maar pas de jaren van nood en daardoor veroorzaakte zuinigheid na de oorlog brachten haar tot het Vindingrijk In het laboratorium van een dei- grootste fotofabrieken ter wereld zit een andere Duitse uitvindster. Dr. ir. Edith Weide. Dagelijks kreeg zij tal loze foto's onder ogen. Het was haar taak de reclamaties van foto's na te gaan. Zij kende de foto-techniek, was al op 13-jarige leeftijd in een foto laboratorium werkzaam en voltooide haar studie aan een technische hoge school. Het viel haar op, dat het maken van foto-copieën vaak veel te lang duurde en zo vond' zij het copy-rapid-procédé uit', dat al in 1941 werd gepatenteerd en thans- In de was raakt nog wel eens iets weg. Op de kostbare stukken, als la kens en handdoeken naaien wij na tuurlijk een naampje, maar op dwei len, poetsdoeken etc., wordt dit nog wel eens achterwege gelaten. Toch is het zonde als deze zaken weg ra ken. Er bestaan monogramstempel tjes die op alles houden en er met wassen of koken niet uitgaan. Prak tisch alle lettercombinaties zijn te krijgen, lijkt het u niet handig om in het bezit te zijn van zo'n stempel tje Het is ook een leuk cadeautje voor de schoolgaande kinderen, denkt u zich _>ens in hoe ontzettend ,,echt" zij het zullen vinden om op hun schriften en boekkaften hun eigen monogram te hebben. Het stempeltje met flesje inkt en kussentje kost 2.25 de inkt is zwart, maar stempelinkt kunt u in vele kleuren krijgen Zoetjes gaan de damesvoetjes, trip- Pel-trappel-trippel-trap. Ongetwijfeld zult u in deze een weinig aangepaste regels een van de bekende Neder landse Sinterklaasversjes herkennen. Het enige Nederlandse, dat op de schoenenshow van de Bata Interna tional te bespeuren viel. waren dan °ok de trippelende damesvoetjes. Toch roept het aangehaalde liedje £óg een min of meer juiste associatie bij ons op, namelijk het zonnige zui den: de show was aan Italiaanse schoenen gewijd. Een stroom van zoetklinkende namen kabbelde over ons heen; canoscio, brio, tossoni. lo- renzo. Lijkt het niet op een roman tisch gedicht De schoentjes, ontwor pen en gemaakt door Salvatore Fer ragamo verdiene: de toevoeging -poè+isch" zeker en de loopbaan van r erragamo is niet vrij van roman tiek. Toen hij dertien jaar oud was ging zijn zusje naar haar eerste bal. Daar er geen geld genoeg was voor een nieuw paar schoentjes, maakte Salvatore van een lapje wit leer, dat hij voor een zacht prijsje wist te bemachtigen, een schoentjes voor haar, en zette dit onder haar bed aan de vooravond van het feest. succes dat hij met deze ver assing oogstte bij zijn zusje, heeft Ferragamo, ondanks vele tegensla gen die hij te verwerken kreeÜ niet in de steek gelaten. Het resulteerde uiteindelijk in het bezit van het Pa leis Feroni te Florence, de klandizie van keizerin Soroya, Audry Hepburn, Greta Garbo, Isabella van Frankrijk, Rita Hayworth en vele andere be roemdheden, èn in het noemen van zijn naam in één adem met de grote haute-couture koningen. En terecht, want geen japon of pakje, hoe mooi ook, is af zonder bijpassende acces soires. De schoentjes van Ferragamo zijn geschikt om bij de fraaiste crea ties gedragen te worden. Vrij puntig De modellen zijn vrij puntig, met elegante dunne hakjes. Ferragamo is beroemd om het feit, dat ook de schoentjes met het hoogste hakje (9 1/2 cm) gemakkelijk zitten. Zij worden dan ook alle met de hand ge maakt. De kleuren-mode is mooi en plezierig; lama, Sahara, whisky, bei ge en nijlgroen, allemaal tinten die niet zo héél moeilijk te combineren zijn. De meeste schoentjes waren ge maakt van kalfsleer. Bij de platte mocassins was veel gewerkt met twee soorten en kleuren leer. Heel aardig was een elektrisch gekrompen kalfsleer, dat ook gebruikt werd voor modellen met naaldhakjes. Mooie, slanke Nederlandse voetjes in Ita liaanse schoentjes, geshowd met ja ponnen en pakjes met Franse namen (Offerman), pour vous Madame 1 overal wordt toegepast. Het bracht de uitvindster veel lof en waardering, maar heeft haar tot dusver nauwelijks een noemens waard vermogen opgeleverd. Een nieuwtje, dat aan de huiselijke haard werd geboren, draagt de veel betekenende naam „derde hand van de huisvrouw". Uitgevonden werd het door Else Wilbrandt-Hess, eveneens uit Beieren, een „gewone huisvrouw" zoals zij zelf zegt. Deze derde hand is een houder die verhindert, dat klei ne pannetjes en schaaltjes bij het roe ren meedraaien, en die grote pannen aan een 00.1- vasthoudt, wanneer zij moeten worden leeggegooid. En waar gewone huisvrouwen nog heel wat dingen in die huishouding vereenvou digd en veranderd willen zien, zal de organisatie der vrouwelijke uitvin ders ongetwijfeld steeds meer leden kunnen inschrijven. De vierde internationale verpak kingsbeurs, die van 14 tot en met 21 mei a.s. in het RAI-gebouw te Amsterdam wordt gehouden, staat in het teken van de mechanisatie en de automatisering van het verpak kingsproces. Steeds meer bedrijven in de ver pakkingsindustrie gaan zich bedienen van foto-elektrische controle en elek tronische besturing, zo deelt de lei ding van de beurs mee. Een per manente kwaliteits- en efficiency- controle tijdens de verpakkingsbehan deling doet verpakking noch materi aal verloren gaan. De beurs begon in 1951 met 106 inzendingen. Ze telt dit jaar ruim 400 inzendingen uit België. Frank rijk, West-Duitsland, Oost-Duitsland Denemarken. Zweden, Groot-Brittan- nië, de Verenigde Staten, Zwitserland Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk, Cana da en Nederland. De z.g. Beierse boerinnenkledij werd oorspronkelijk alleen gedra gen in Oostenrijk en Beieren (in de hoger gelegen delen). Tegenwoor dig ziet men ze ook op het platte land in noord-Duitsland en het Rijnland. Onder invloed van het toerisme is het steeds verder ver spreid en bijvoorbeeld in de TJSA een geliefd kledir Er zijn gaande weg modernise ringen in aange bracht, zodat het thans mogelijk is, van een tak van mode te spreken en het officieel '<e introduceren. In deze vorm kan Ie Beierse kleding gebruikt worden als cocktail- en (gedeeltelijk) avondkledij. Behal ve voor de winter, bij voorkeur uit te voeren in lichtere textielsoorten dan Ie oorspronkelijk gebruikelijke. Er zijn speciale weef sels voor gemaakt, van wol met cel wol, zuivere zij en brokaat, doch ook wel rayon. De voor de oorlog bestaan de vooroordelen tegen deze stoffen, zijn verdwenen. Wil men zich strikt houden aan. de kleuren van de klederdracht, dan moeten weefsels gekozen worden in oudrose, zachtgroen en lichtblauw. Voor de gemoderniseerde vorm gel den tamelijk felle, contrasterende tinten en pronkzuchtige garneringen. Er is mousseline bij van hoogver- edelde celwol. Stola's met handge knoopte franje passen uitstekend in dit gezelschap. Schouderdoeken van damast komen ervoor in de plaats, als men daar geen tijd voor heeft. Zo wordt Tirol, Salzburg of Miesbach binnengehaald op uw feestjes. Ziet u er ook wat in Veel succes Materiaal: 200-250 gram blauwe wol, 50 gram gele wol. Naalden no. 2 1/2. Haaknaald no. 2 1/2. Trekslui- ting van ca. 15 cm. 32 steken zijn 10 cm breed. 44 naalden zijn 10 cm hoog, gebreid in tricotsteek met naalden nq. 2 1/2. Voorpand. Met blauw opzetten 129- 135-143 steken en 2 1/2-3-3 1/2 cm in 1 st. recht, 1 st. averecht breien, daarna geheel tricotsteek met de ave rechte kant als goede kant. Aan het begin en einde van de 1ste naald 2 st. bijopzetten. Breien tot de totale hoog te 25-27-29 cm is, dan de middelste steek afkanten en per kant afbreien. Voor het armsgat 1x7, 1x2, 7x1 (1x7, 1x3, 7x1) - (1x7, 1x4, 7x1) st. afkanten. Aan de zijde van de splitsing na 4 naalden 1 st. mindé- ren, daarna na 4 naalden 2 st. min deren. Deze minderingen afwisselend na 4 naalden blijven herhalen tot er 6 st. over zijn, deze in 1 x afkanten, echter bij 10 cm hoogte van het armsgat aan de kant van het arms gat 1 st. meerderen en dit na elke 1 1/2 cm herhalen, totaal 4 x. Andere helft in spiegelbeeld breien. Voor het halve pasje met geel 4 st. opzetten, tricotsteek breien met de goede kant boven en aan 1 zijde afwisselend 1 en 2 st. bijopzetten, dit tot de schuine kant langs de schuine kant van de jumper past. Te beginnen bij de 12e naald en verder elke 6de naald, aan de sluitkant gaatjes breien als volgt: in de linkerhelft op de laatste 5 ste ken 2 st. recht verdr. samen, om slaan, 3 st. recht breien, in de rech terhelft op de 1ste 5 steken 3 st. recht, omslaan, 2 st. recht samen breien. Bij 15-16-16 1/2 cm hoogte a. d. rech te zijde voor de halsronding 7-8-9 st. afkanten, daarna nog 2x2, 4x1 - (5x1) - (6x1). Past de schuine lijn langs die van de jumper, dan de ste ken voor de schouder afkanten in 5 x 8, eventueel de resterende steken in eens. Andere helft in spiegelbeeld breien. 6 cm vanaf de onderste opzetpunt van het pasje met blauw 35 st. opnemen over een breedte van ca. 9 cm. (voor het zgn. zakklepje) en hierop 3 cm in 1 st. recht, 1 st. averecht breien, dan afkanten, de averechte steken ook averecht breien. Rug. Deze wordt 4 steken sfcialler gebreid dan het voorpand. In het pas je geen split breien en geen halsron ding. Het breedste punt van de pas is 110-114-118 steken. Zijn de steken voor de schouders afgekant, dan de over blijvende 30-34-38 st. op een draad rij gen. Mouwen. Met blauw opzetten 69-73- 77 steken en 2 1/2-3-3 1/2 cm in 1 st. recht, 1 st. averecht breien, in de laatste naald meerderen tot 76-80-84 st. Verder tricotsteek breien met de averechte kant als goede kant. Aan het begin en einde van de 1ste naald 2 st. bijopzetten, vervolgens aan het begin en einde van elke 4de naald 1 st. meerderen tot er 100-108-114 st. zijn. Breien tot de totale hoogte 12-14-15 cm is, dan voor de kop aan elke kant 2x4. 1x2, 10 x 1 st. afkanten. daar na steeds 2 st. tot de hoogte van de kop 10-11-12 cm is, dan de resterende steken ineens afkanten. Kraag. Schoudernaden met een stiksteek dichtnaaien. Nu rond de hals met geel breiend 80-84-88 st. op nemen, bij het split 2 cm vrij laten en tricotsteek breien. Aan het begin en einde van elke 4de naald 1 st. meerderen tot de hoogte 5-5 1/2-6 cm is. Nu langs de zijkanten breiend 16- 19-22 st. opnemen en over alle steken 1 st. recht, 1 st. averecht breien, met op de hoeken in elke 2de naald 2 st. meerderen. Na 2 cm afkanten, de averechte steken ook averecht breien. Afwerken. Het werk aan de ver keerde kant onder een vochtige doek luchtig persen. Naden met een stik steek dichtnaaien, boorden overhands. Het split omhaken met 1 toer vasten, daarna de Heksluiting niet zichtbaar inzetten. Een blauw koordje draaien en dit door de gaatjes rijgen en bo venaan dichtstrikken. Tot slot de na den even bijpersen. Er was eens een lief blond meisje. Het was zes jaar oud, Rooms- Katholiek en ze zou voor het eerst naar de grote school gaan die ook Rooms-Katholiek was. Maar tevoren was ze op een „chris telijke" kleuterschool geweest. Daar was 'n heel lieve juffrouw, die vaak vertelde over God en over de hemel en over Jezus. Het meisje, Annema- rie, luisterde daar aandachtig naar en ze vond, dat God erg goed was voor de kin deren, net als vader en moeder. Thuis ver telde ze altijd alles wat ze op school had geleerd en haar ma ma luisterde daar graag naar. Ook zong ze mooie liedjes. En 's avonds, voor ze in slaap viel, hoorde je haar altijd zingen met een ijl stemmetje: ..De heer is mijn her der, niets zal me ont breken". Of ook wel: „Hemelse Vader, ik dank U..." 't Was wel een beetje wijs, maar als haar papa en mama haar zo hoorden zingen, zei den ze: 't is net of zo'n kleine hummel dat allemaal al be grijpt! Het voornaam- naamste had Anne- marie ook wel begre pen, dat God heel goed is voor ons. In september ging ze naar de katholieke school. Ze zou nu nog veel meer gaan leren, ook katholieke theolo gie Wat dat is? Wel, ook weer over God en Jezus en de hemel, maar dan nog veel meer dan op de kleu terschool. Op de grote school kwam ze bij 'n juffrouw, die ook wel lief was, maar niet zo als die van de kleuter school. „Anders lief", zei Annemarie. Die juffrouw wist ook veêl meer. Luister maar. Toen \nnemarie een paar weken op school was, kwam ze op een middag thuis en ver telde aan haar moe der een heel verhaal over slechte engels. Ja, dat zei ze: „en gels", maar ze was dan ook pas zes jaar. Die slechte engels wa ren heel erg ongehoor zaam geweest aan God en toen heeft God een heel groot vuur gemaakt en toen kwa men er weer andere engels en die gooiden ze zo maar in het vuur. En als de men sen niet braaf zijn, worden ze ook in dat vuur gegooid. Haar moeder vond dat wel heel erg voor die engels en die men sen, maar de juffrouw had het toch gezegd, zei Annemarie ern stig. Die avond zong ze niet, voor ze ging slapen. Ze lag zeker aan die engels te den ken en zou misschien wel een beetje bang zijn voor God. Dat zou dom zijn. Maar ze was ook pas zes jaar.. Annemarie had ook 'n oom, die pater was. En toen die een paar dagen later op bezoek kwam, heeft Annema rie hem ook dat ver haal van die slechte engels verteld. Maar hij zei niet veel, al leen maar: „zo". En tegen mama zei hij: „de heerschappij van de angst", maar dat snapte Annemarie na tuurlijk niet, want die was pas zes jaar. Wel hebben ze samen heerlijk gestoeid, dat vond ze altijd tijn. Haar mama kon in die dagen moeilijk van huis; anders was ze even met die juf frouw gaan praten. Nu heeft ze maar 'n briefje geschreven. Ze schreef, dat ze Anne marie en al die ande re hummels van de eerste klas nog zo jong vond om met hen over dat moeilij ke mysterie van de hel te spreken. Heel veel grote mensen hadden daar zelfs moeite mee. Maar voor die kleintjes, die onmogelijk ook maar een vaag begrip van doodzonde kunnen hebben, moest dit ver warrend zijn voor hun onbevangen omgang met de goede God. Dat haar mama in die dagen moeilijk van huis kon, kwam hier vandaan, dat Anne marie binnenkort een broertje of zusje erbij zou krijgen. Daar was ze vol van. Ze zag mama bezig met de kleertjes voor de baby en het bekleden van de wièg. Dan praatten ze samen honderd uit. Annemarie wist ook, dat het kindje er eigenlijk al was. Dat had mama haar alle maal verteld. Maar 't was nog veel te teer voor de wieg die zij hadden. En daarom had het een heel zacht en warm wiegje bij mama. Daarin moest het nu groeien. Dat had God zo gemaakt. Als mama daarover vertelde, stond Anne marie vertrouwelijk tegenhaar aange leund. Dan streek ze met haar hand over de welving van ma ma's wiegje en ze stelde allerlei vragen. Ze wist nu ook, dat mama naar het zie kenhuis zou gaan, als de baby geboren werd en dat zij dan een paar dagen naar tan te Janny zou gaan. Toen kwam de grote dag. Het was een broertje en het heette Paul. Ze vertelde het 's morgens aan de juffrouw. Die vond liet geweldig en de ande re kinderen ook. En ter ere van Annema- ries broertje heeft de juffrouw die morgen verteld, dat kleine kindertjes op de we reld komen met vlek jes op de ziel. Die kun je niet zien. maar God ziet ze wel. Als ze dan gedoopt wor den dan wast de pries ter al die vlekjes er af. „Wanneer wordt jouw broertje ge doopt, Annemarie vroeg de juffrouw. Dat wist ze niet. Maar 's middags wist ze het te vertellen: „volgende week". Eerst moesten oom en tante van heel ver ko men en dan werd Paul gedoopt. Toen had de juffrouw ge zegd dat Annemarie dan 's avonds maar een weesgegroetje moest bidden, dat het kindje niet dood zou gaan voordat het ge doopt was. „Zul je dat doen?" had de juffrouw gevraagd en Annemarie had ja ge zegd, maar ze be greep er niets van: ze was ook pas zes jaar. Maar toen tante Jan ny haar 's avonds naarb ed bracht, zei Annemarie: „Eerst nog een weesgegroet je bidden, dat Paultje niet dood gaat." Ze keek tante Janny met grote angstige ogen aan en begon toen te schreien. Hortend en stotend kwam het er toen uit, wat de juf frouw allemaal ver teld had. Tante Janny heeft haar tegen zich aangedrukt en haar verzekerd dat Paultje niet dood zou gaan. „Malle meid" zei ze lachend en „morgen gaan we naar mama en dan gaan we naar Paultje kijken. Dan nemen we bloemen mee en een truitje voor de kleine Paul. En als hij dan volgen de week gedoopt wordt, dan komt oma en tante Chrisje en oom Nol en nog heel veel anderen. Dan is het feest, want dan wordt Paultje 'n kind van God, net als jij". Ze stopte haar warm in en hoopte dat An nemarie met deze blij de gedachten zou in slapen. Zo'n kind was door de omstandighe den wat uit haar doen, begreep ze, maar waar die onderwijze res haar verstand had zitten....? En nu is het verhaal uit, maar we sluiten met een kort gebedje: „Lieve Heer geef toch dat die juffrouw van Annemarie de laatste der Mohikanen zal zijn. Amen". Wat een raar gebed hè Maar dit was toch een waar ver haal, gebeurd in 1956. Uit: „Katholiek Leven" van maart 1957 door Th. Berkhout C.s.s.R. Baby'tjes wassen is altijd een ge zellig werkje. Dat het kleintje wel eens spartelt en daardoor onze kle ren nat maakt, is niet zo erg. Er be staan bovendien snoezige schortjes om dit nat worden van de kleding te voorkomen. Er zijn tegenwoordig zelfs geplisseerde schortjes van vro lijke imprimétjes die dit gezellige werkje nóg gezelliger maken. Als het kleine manneke of vrouw tje dan uit het badje komt, moeten wij het zo snel mogelijk in een grote handdoek wikkelen. Nu heb ik een heel handige speciale babyhanddoek gezien van jersey badstof met een capuchon er aan vast en een was' wantje met gebreid boord er bij. Het kleintje kan er helemaal in en om het hoofdje blijft de capuchon goed zitten. Kleine kinderen zijn eigenlijk het allerliefst als ze naar bed gaan, rozig en schoon gewassen komen ze dan in hun pyjamaatjes goedenacht zeggen, En wat is er leuker dan zo'n klein gevalletje te zien rondwandelen. Ik heb nu kindergoed ontdekt, dat kleur echt is, en zelfs uitgekookt kan wor den, bovendien zijn de modelletjes al leraardigst Een pakje met gebreide manchetjes en boordjes, en een voet je er aan vast. De deken, waaronder U slaapt of waaraan U plukt, is bij de modernisering van het woning interieur lang tenachter geble ven. Blijft nóg tenachter, als men de fantasie- en kleurloze dekens ziet, die over het alge meen over de bedden worden uitgespreid. In 1953 hebben de Leidsche Textielfabrieken gebr. Van Wijk en Co. N.V de eerste stap gezet naar een aanpassing van de deken aan het moderne in terieur. Zij kwamen met ge blokte dekens in sprekende, harde kleuren. De huivering van de win kelier werd door het publiek overwonnen. De geblokte deken werd een succes. Afgaande op het enthousiasme van het publiek, is Van Wijk verder ge gaan. Men nam contact op met jonge beeldende kunstenaars en binnenhuis architecten, die honderd moderne de ken-ontwerpen maakten. Vijftien ontwerpen werden uitgeko zen en in verschillende kleurstellin gen uitgevoerd. Felle, sterk contras terende kleuren, maar ook zachte in- cenvloeiende tinten. Neen, U zult ze nog niet in de winkel zien liggen. Reeds geruime tijd wordt deze collectie woüen de kens in de grote Nederlandse steden voor de zakenmensen tentoongesteld. Deze exposities dragen het karakter van een enquête. Naar het oordeel van deze zakenmensen zal opnieuw een keus gemaakt worden. Tenslotte zullen acht of negen ontwerpen in produktie genomen worden. Deze ge degen aanpak om ook de dekens een aparte harmoniërende plaats in de moderne slaapkamer te geven, is verheugend en al zal het nog even duren, eer deze dekens U vanuit de etalages toelachen, enkele van de beste ontwerpen mogen wij U niet onthouden. Het dessin, dat door de zakenmen sen tot nu toe het meest enthousiast is ontvangen, ziet U op de middelste foto. Dit motief zal dan ook zeker in produktie genomen worden. Links nummer twee uit de enquête; halve witte ovalen, in sterk contrast met de zwarte ondergrond. De breed- testreep is fel rood getind. Keert men deze deken om dan zijn de half-ovalen lijnen zwart en is de on dergrond wit. Dit komt, doordat de dekens dubbel-geweven zijn, zodat zij twee kleurkanten hebben. Tenslotte is het strakke wiskundige lijnenspel in zwart, grijs en wit (foto rechts) bij de zakenlieden als derde uit de bus gekomen. 2 eiwitten, een-vierde 1. slagroom, 125 gr. suiker, 1 dl. sterke koffie- extract. De eieren splitsen, het eiwit en ook de slagroom stijfslaan. De dooiers met de suiker roeren, het liefst hete, koffie-extract er door mengen en ia een heet waterbad al roerend binden. Het mengsel nu door het stijfgesla- gen eiwit roeren en daarna voor zichtig door de slagroom scheppen. Heeft de olijfoliedie u in een „buitenlandse" opwelling heeft ge kocht en te weinig gebruikt, een ranzig smaakje gekregen? Geen nood, brokkel er wat houtskool in, schudt het blikje goed en zeef de olie. U kunt er dan zelfs weer champignons in smoren. Ooit geprobeerd om hard gewor den boenwas te mengen met wat melk? Doosje sluiten, een dag laten staan en de was is weer bruikbaar. Schimmelplekken op boeken met kartonnen omslag kan men verjagen met een in slap bleekwater bevoch tigde spons. Balatum gaat lang mee, indien men de meest belopen plekken met een matje beschermt; niet te nat opnemen en behandelen met dunne was. Rubber en plastic vloeren op nemen met sop van zachte zeep. Droog een nat geworden leren jasje nooit bij hef vuur, maar onder een veranda of in een ongestookte kamer. Bewerk het, na droging, zorgvuldig en stevig met een in glycerine gedrenkte lap. Laat de glycerine een uur inwerken en wrijf het jasje dan goed na met een schone flanellen stofdoek. Voor de vele knoetminnenden zijn er al lang klippen, kammen en spel den in alle soorten en variëteiten, nu zijn er ook nog oorbellen bij ge maakt van hetzelfde materiaal, waar- van knoethouders gemaakt zijn. Een voudige plastic knoppen in vele kleu ren passend bij de kammen. Maar ook grote spelden met roosjes er op en oorbellen met dezelfde bloemetjes.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 7