ER
Kempen
hart van
Benelux
Koopman en markies
De slang van een Tsjech uit Soho
De schat van Matabonga
Boordmaat
De wezenlijkste kernen
van de stad Genua
Ne£iMHPO
TANKER GING TEN ONDER
Yoetbalprogram 17 maart 1957
RADIO
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 11 MAART 1957
ïld
x'DA
gen
Wijn en Olijfolie
In wurgende greep
van een python
Naar opheffing
maximumsnelheid
in België
iimiiminiii
TELEVISIEPROGRAMMA
door GEORGE F. WORTS
heeft om de
geboorte op te
an heel stevig
e stevig grijze
wol lijken te
dat ze bij je
ei komt en ze
knopen van je
zitten.
Oudste rus
rte ponies van
zijn precies
»nders, dan de
Vesey-Fitz-
Book of the
hetlandse pony
de Engelsen
wel tot een der
de Britse
e oude, antieke
'h de Breasy
n-achtig voort-
re, Christelijke
imen aan beide
n figuren vocy,
rd. Dit behoor-
3r het Keltisch
onder de inval
Uit een en an-
et paard in die
eilanden voor-
n maken in hun
malen melding
het paard in
het invoerden.
Orkney werd
foren genoemd,
d betekent, een
paard door de
ver ei gevonden,
m. Met een aan
waarschijnlijk-
mgenomen, dat
in de 6e eeuw
kwam en mis-
neter hoog
e verschilt wei-
Ier uit vroeger
ing doet daar
e leeftijd van 2
net zacht haar,
vol kan dragen,
ide schofthoogte
pony, welke op
er dan 104 cm.
chreven in het
tlandse ponyras
een eigen stam-
schillend, maar
de Engelsman
>ny met achter-
e dieren worden
einde der 18e
wagens op de
de wegen waren
oederen werden
inden, welke aan
ponies .hingen.
verbetering in
nden en werden
het zuiden inge-
tlandse ras bleef
iks hun kleine
en kunnen zeer
derland gebruikt
or trekwerk van
it hij weinig als
wijze van aan-
lande nogal eens
En zoals de
fhetlander leef-
e in vroeger
jden op de
hetlandse
ilanden, zo le
en zij heden
:n dage op het
tndgoed „De
ennen" in
lunspeet. Een
rok natuur op
en mooieplek
i Nederland.
ods schoonste
chepping in
en van zijn
tooie vormen,
raaraan het oog
e gast gaat in
en tijd, waar
e natuur te
eel verdrongen
rordt door de
aaterie.
T. Smeele.
iENS
JITEKS
te Goes werd
vijftien cursisten
kwaamheid in de
ct. Bij het uitrei
peer aanwezig de
J. van Liere en
en J. Weststrate
itter van de B.O.
ilgende cursisten
jitgereikt: A. Da-
ek en M. Dek uit
ker, Kloetinge; C.
ewegen; J. Hart-
C. Huissen, Ou-
en J. Lokerse uit
lort uit Goes; F.
3orssele en D. de
t uit Kamperland.
Orateerde meisjes
oma vsn Dijck 7,30
rde roos.
^vechtsklaar.
ebouw 8 u.: Levens-
Electro: Marcelinó
•houwburg: D-day.
1 8 uur: De hofnar.
Olympia 8 uur:
xor 8 uur: Duistere
hambra: De vrolijke
Het geweten van het
gebouw 8 uur: Le-
Olympia 8 uur: Zijn
kor 8 uur: Duistere
pn. Vlaamse Opera,
Naar aanleiding van de uit
gave van een propagandabro-
chure over de Belgische Kem
pen schrijft de Leuvense hoog
leraar prof. dr. F. van Mechelen
in „De Standaard" een hoogge
stemd artikel over de econo
mische toekomstmogelijkheden
van dit gebied, dat „het hart
vormt van Benelux".
Hij onderscheidt er drie elementen,
die van fundamentele betekenis zijn
voor een gunstige ontplooiing. Op
een onderlinge afstand van nog geen
100 km treft men er aan de randen
enerzijds de wereldhaven Antwerpen
en anderzijds het Kempische kolen
bekken en daartussen in strekt zich
de Kempische vlakte uit, welke een
groot reservoir vormt van arbeids
krachten. „Deze drie elementen vul
len elkaar geografisch en economisch
aan en moeten als één enkele groot-
ruimte worden beschouwd". Zij vol
doet aan de eisen van de klassieke
vestigingstheorie inzake industriële
bedrijvigheid.
Prof. Van Mechelen concludeert
dan ook, dat de grootscheepse indu
strialisatie van de Kempen bijna een
noodzakelijkheid is. Anders gezegd,
in de lijn van de inzichten van de
Hasseltse senator Leynen: omdat er
de klassieke of natuurlijke voorwaar
den voor aanwezig zijn, kan deze in
dustrialisatie niet uitblijven. Actie en
propaganda zullen haar echter wel
kunnen versnellen.
Deze taak hebben de Stichting voor
de Kempen, de Kempische en de
(Belgisch) Limburgse Economische
Baad en andere instanties dan ook op
zich genomen. Zij willen daarmee het
woord waar maken, dat dr. Frans
Van Cauwelaert eens tot de Kempi
sche studenten sprak:
„Noordbrabant, de Kempen en
Limburg zijn geroepen om in de loop
van de komende vijftig jaar een van
de grootste industriële complexen te
worden, welke in West-Europa zullen
bestaan".
De drie pijhers
Prof. dr. van Mechelen geeft dan
nader aan, hoe sterk de drie pijlers
zijn, waarop de toekomstige wel
vaart van de Kempen kan worden op
getrokken.
In de eerste plaats bevatten de
Kempische mijnen 80 procent van de
Belgische steenkoolreserve. Nu al le
veren zij een derde van de jaarlijkse
Belgische kolenproduktie, d.w.z. 10
miljoen ton. Het betreft hier dan ook
nog voornamelijk vette kolen of gas
kolen die onontbeerlijk zijn voor in
dustriële en chemische doeleinden.
Hiermee wordt een basis verschaft
voor nevenbedrijven zoals men ze in
Nederlands-Limburg kent.
De produktiviteit van de Kempische
mijnen is aanmerkelijk groter dan el
ders in België; zij beloopt voor de
Kempische mijnwerkers 1135 kg te
gen een Belgisch gemiddelde van
873 kg.
In de tweede plaats is het demogra
fische beeld van de Kempen het ge
zondste van heel het land. Men treft
er het hoogste geboorte- en het laag
ste sterftecijfer. In een kwart eeuw
nam de bevolking met de helft toe.
Jaarlijks groeit het aantal arbeids
krachten met 10.000 en over 50 jaar
zal de huidige bevolking van 1.800.000
zielen waarschijnlijk nog met een mil
joen vermeerderd zijn.
Tenslotte is er de verkeersaanslui-
ting van dat gebied op de buitenwe
reld, waaraan nog veel te verbeteren
valt. Maar de wereldhaven Antwer
pen is al vanouds een goede poort
naar deze streken en verder vormen
het Albertkanaal en de nu in aanleg
zijnde Boudewijnweg van Antwerpen
naar Luik verkeersaders van bete
kenis, die ook geroepen zijn industrie
zones te vormen.
Men kan dus wel terecht zeggen,
dat nu alle voorwaarden aanwezig
zijn voor de ontsluiting en ontwikke
ling van dit gebied en dat de propa
ganda in het buitenland voor indu
strievestiging aldaar terechtertijd is
aangevat en op degelijke grondslagen
berust.
V er keer sintegratie
Er is een wisselwerking tussen de
Belgische Kempen en het zuiden van
Nederland, de Brabantse Kempen en
Nederlands-Limburg. Dat brengt de
geografische en geologische struc
tuur alleen al mee. Nederlands en
Belgisch Limburg vormen één mijn-
gebied. De Brabantse en Turnhoutse
Kempen hebben eenzelfde karakter en
kennen dezelfde problemen. Daarbij
komt nog het streven naar Benelux
de toenadering en de contacten tus
sen deze gebieden versterken.
Van die wisselwerking getuigen ook
al industrievestigingen, zoals die van
Philips in Hasselt en Turnhout en om
gekeerd die van Antverpia in Bra
bants Etten. De Nederlandse belang
stelling voor de Kempen strekt zich
trouwens ook al tot het noorden uit,
zoals blijkt uit de stichting van een
fabriek voor elektrische apparaten
door de Rotterdamse N.V Blessing-
Etra te Beerse bij Turnhout, dus
langs het kanaal van deze Kempische
hoofdplaats naar Antwerpen, waar
zich reeds lang steenfabriek aan
steenfabriek rijt.
Het is daarom van belang, dat er
ook in verkeerstechnisch opzicht een
integratie tot stand komt van het ge
hele Kempisch gebied aan weerszij
den van de staatsgrens. Er moeten
goede zijwegen komen van de Boude
wijnweg door de Kempen tot in
Noordbrabant en beide Limburgen.
Er moet door het Postelkanaal een
schakel tot stand komen tussen het
Kempische kanalenstelsel en het Bra
bantse Wilhelminakanaal, dat zelf
een verlengstuk moet krijgen naar de
Maas.
Zo zal het betrekkelijk isolement,
waarin de. Kempen nog verkeren, zo
als prof. Van Mechelen zeer juist op
merkt, sterk doorbroken kunnen wor
den. Deze verkeersintegratie wordt
meer en meer gewenst en mag gezien
in het perspectief van Benelux op de
duur ook niet uitblijven.
Het jonge, pas vierjarige oli- t
jantje Murugan uit Artis te
Amsterdam is uit z'n boord ge-
groeid, of liever gezegd, uit de J
brede halsband, die hij altijd bij
zijn wandelingetjes in de tuin J
omheeft en waaraan de oppas
sers hem vasthouden. Dus
moest er een nieuwe komen,
waartoe men hem even de om
trek van de hals heeft geme
ten. Het is vanzelfsprekend, dat
men bij een grote, volwassen
olifant heel wat centimeters
kan verwachten, maar het sloeg
toch zelfs de mensen van Ar
tis met verbazing toen bleek,
dat de kleine Murugan er ook
al een boordwijdte van 1.75 me
ter op na houdt! Men heeft nu
•maar een riem besteld van zo'n
2,5 meter lengte op de groei
dus en men is benieuwd hoe
lang Murugan er mee toe kan.
Nu men toch bezig was met
meten, heeft men de maatlat
J ook langs andere delen van de
t „kleuter'' gelegd. Daarbij bleek
zijn lengte 2.05 en zijn hoogte
1.75 meter te bedragen dus J
evenveel als zijn halsomtrek. De
staart was 82, de slurf 90 en een
van zijn. slagtanden 18.5 centi
meter. De omtrek van het li
chaam, in het midden over de
rug gemeten, daar waar het li
chaam het dikste is, was 3.18
meter. En de taile-maat drie
meter precies.
En dat wordt dan een klein
olifantje genoemd
Voor het mensenslag van
reders, kooplieden, zeevaar
ders, zoals het zich in Genua
ontwikkelde was de zee een
goudmijn ook in een mijn
ligt het goud niet voor het
rapen. Voor hun handelson
dernemingen hebben zij zich
veel moeite geven. Deze strek
ten zich uit tot in de Levant,
tot in de Zwarte Zee, ja zelfs
op de Kaspische zee toonden
de schepen het witte veld met
het rode kruis van Genua. Niet
over hun armoede, maar over
hun welgesteldheid loopt een
pakkend, leerrlijk verhaa.l
Toen de Duitse keizer Karei V
eens over zee naar Genua kwam,
werd hij daar bij de landing be
groet door een gezantschap van jonge
kooplieden, die aan hun uiterlijke
verschijning de uiterste zorg hadden
besteed.- Uitgedost in prachtige ge
waden, die schitterden van edelge
steenten, verwonderde de Keizer zich
over een pracht, die hij alleen ge
wend was bij feodale heren, herto
gen, graven, baronnen en andere
edellieden aan te treffen, maar die
hij niet verwacht had bij burger
kooplieden. Karei V drukte dan ook
zijn verbazing uit in de met enige
spot of ergernis gemengde vraag:
„Estis omnes marcheses? Zijt gij al
len markiezen?"
De levensgrote portretten, die An
thony van Dijck bij zijn verblijf in
1621 tot 1625 schilderde van de nobili
van Genua, ten voeten uit, in rijk
gewaad, waaraan het velluto di Ge-
nova, het Genuees fluweel, niet was
gespaard en waaronder het zeer be
kende van Paolina Adorno Brignole
Aale, in welke naam dus drie adel
lijke familienamen zijn opgenomen,
getuigen er van, dat er met de op
merking van Karei V volop rekening
is gehouden.
Het schijnt echter in hoofdzaak
een uithangbord tegenover met titels
pronkende vreemdelingen gebleven te
zijn. De Genuezen bleven zakenlieden
die daarenboven voor hun stad heel
wat hebben over gehad Van de goede
gezindheid tegenover stad en bevol
king zouden vele bewijzen te geven
zijn. De met aardse goederen geze-
genden, met of zonder titel, hebben
steeds tot in de laatste tijd toe,
blijk gegeven van goede burgerzin.
Deze grootmeesters op het gebied
van financiën en van negotie, wed
ijveren met elkaar in de handel en
in liefdadigheidszin - hun vaderstad,
plukte de vruchten van beide. Er
zullen weinig steden zijn, waar door
het particulier initiatief aan de over
heid zo weinig terrein werd gelaten.
Natuurlijk moet ook dat gezien wor
den in de lijst van de tijd - de so
ciale wetten van tegenwoordig zouden
zonder ruime inschakeling van de
overheid onmogelijk zijn.
De tijden zijn veranderd: de palei
zen van Genua werden gemeentehuis,
universiteit, gerechtshof, museum,
zakenpand of worden door verschei
dene families bewoond. Handel en
scheepvaart zijn gebleven; nog al
tijd is er een kern van waarheid in
het oude: Genuenois ergo rpercator,
Genuees en dus koopman.
Het kloppend hart
De vreemdeling, die via een Alpen
spoorweg aan Stazione Principe aan
komt, wordt als vanzelf het eerste
geleid naar de opvolgende rij der pa-
leizenstraten met aan het einde de
Piazza di Ferrari, middelpunt van
het grootsteedse leven. Die straten
genieten een Europese vermaardheid
en verdienen dat ook. Maar laat de
reiziger dan vervolgens, en vooral
als hij Nederlander is, zijn schreden
richten naar het havenkwartier, het
volop levende hart van Genua. Dat
(Advertentie)
Als je over circussen schrijft, met ze meetrekt als perschef en
het harde, vaak avontuurlijke leven van deze mensen deelt,
wel, dan hoef je niet te klagen over gebrek aan stof. In dit
wereldje, waar mensen en hun natuurlijke vijanden, de roofdie
ren, samenleven, kunnen min of meer ernstige voorvallen niet
uitblijven en al loopt het vaak goed af, je zit 'm toch weieens
behoorlijk te knijpen.
Het zal nu een jaar of vijf geleden
zijn dat ik getuige was van een strijd
op leven en dood en - al zijn de af
gelopen jaren niet minder rijk aan
avonturen geweest - deze levensge
vaarlijke nacht staat me nog zeer
scherp voor de geest. Ik was in Lon
den tijdens de première van een der
grote Engelse Wintercircussen, in
welks programma ook 'n Tsjechische
slangenbezweerder was geplaatst. Op
een avond nodigde hij mij uit om mee
naar zijn kamer te gaan; ik róók
een goed verhaal en zo volgde ik
na de voorstelling mijn gastheer naar
een klein artiestenlogement in Soho.
Zodra wij het vertrek binnentraden,
rook ik de dieren. Fosforiserende
ogen lichtten groen op in het duis
ter en er waren vreemde geluiden.
Een kaketoe schold ons vanaf zijn
stokje uit voor alles wat lelijk was.
Een kefferig hondje liet mij zijn tan
den zien. De Tsjech stelde mij op
mijn gemak en toonde mij vervol
gens de inhoud van de rondom staan
de kisten en hokken. Voor het meren
deel waren ze gevuld met het nog
levende voedsel voor de reptielen, die
in hun manden opgerold lagen te
sluimeren.
Een python
Voorzichtig schoof de Tsjech
een grote mand in het midden en
hij beduidde mij, dat hier een
verrassing in verborgen zat. Met
een snelle beweging lichtte hij
het deksel op en onmiddellijk
schoot de grote, driehoekige kop
van een python omhoog.
Zacht fluisterend kalmeerde dé
dresseur het zich hoog oprichtende
en heen-en-weer wiegende dier, tot
het tenslotte volkomen gerustgesteld
was en de slangenbezweerder met
zijn oefeningen kon beginnen. Zonder
de minste aarzeling greep hij han
dig het weerzinwekkende dier ach
ter de kop en begon er mee te spe
len als was het een bontje. Een py
thon is zwaar, een volwassen exem
plaar weegt minstens 80 kilo. Boven
dien was het dier ontzaglijk glibbe
rig, het gleed dan ook voortdurend
uit zijn handen. Terwijl de man hier
mee bezig was, begon het hondje
plotseling als bezeten door de ka
mer te rennen. Het gehuil en ge
jank was vreselijk om aan te horen.
Zonder veel omhaal opende ik de
deur om het angstige keffertje de
vrijheid te geven.
In doodsgevaarj
Nauwelijks had ik mij weer I
naar de man gewend of ik zag 't
doodsgevaar waarin hij plotse
ling verkeerde. Na de verschil
lende manipulaties met de slang
had de Tsjech het geweldige
lichaam op zijn schouders gelegd
en, daar het dier er de behaag
lijke lichaamswarmte voelde, be
gon de python de nek van zijn
meester te omstrengelen.
De man trachtte zijn hoofd vrij te
houden, bewoog nog zijn armen doch
tevergeefs, de omhelzing van de
slang hacf hem volkomen overrom
peld! Wat kon ik doen? Geen wa
pen, geen mens, niets om de man
te hulp te komen. Ook mij had dit
ongeluk volkomen verrast en zo stond
ik nu weerloos tegenover het mon
ster dat zonder genade zijn dres
seur doodde.
Bij de eerste de beste beweging
zou het dier zich op mij geworpen
hebben. Er kwam achter andere
hulp. Terwijl het dier nog steeds de
Tsjech omknelde en de afschuwelijke
slangekop heftig siste, begon plot
seling de kaketoe, die tot nu toe
stille getuige geweest was, een ge
weldig misbaar te maken. Hij sloeg
wild met de vleugels, tripte op zijn
stokje en wierp een dusdanige stort
vloed scheldwoorden de kamer in, dat
de slang zich verrast omwendde.
Toen het stomme dier de venijnige
kop en het gespleten tongetje van de
tijgerslang op zich gericht zag, be
reikte zijn opgewondenheid haar top
punt. Weldra hadden de groene hyp
notiserende slangeogen de vogel vol
komen in hun macht.
Het gekrijs verstomde, de sna
vel zakte wat open en de bont
gekleurde vleugels hingen slap
neer. Het was doodstil in het ver
trek. Langzaam, tergend lang
zaam, gleed de slang langs de
rug van de man naar het ver
starde, weerloze dier
Doch nauwelijks had de Tsjech de
greep van zijn belagervoelèn ver-r
slappen of hij bukte zich en wierp het
gestreepte slangelijf op zijn bed.
Onmiddellijk verborg het dier zich
onder de dekens. De man herademde.
Zijn hoofd was dooi/ de omstrenge
ling paars aangelopen en het zweet
doorweekte zijn hemd. Hijgend stoot
te hij een paar woorden uit - naar
ik meende verontschuldigingen voor
het gevaar waarin hij ook mij ge
bracht had.
,The dingo.
Het pakte echter anders uit - wild
greep hij naar m'n revers en met
overslaande stem riep hij in gebro
ken Engels: „the dingo, where is the
dingo!!?" Ik begreep er niets van
op dat moment, de spanning had
mij behoorlijk te pakken, ik stond
te trillen op mijn benen en de man
zelf was door het dolle heen. Hij
gooide de deur open en rende naar
buiten, mij alleen latend in de ka
mer met een python in bed. Ik had
mijn portie sensatie voor die dag
wel gehad en nam ook de benen. La
ter vond ik een afdoende verklaring
voor het vreemde gedrag van de
Tsjech. Toen ik bij m'n ontbijt het
ochtendblad kreeg, las ik er met
grote koppen dat een ontsnapte Aus
tralische wilde hond, een zgn. dingo,
in Soho een paniek had ontketend en
er aan mens en dier wonden had toe
gebracht. De eigenaar, een Tsjechi
sche slangenbezweerder, zou persoon
lijk voor de schade verantwoordelijk
verklaard zijn. Voorts had de houd
ster van het artiestenpension hem op
staande voet buiten gezet, incluis de
vele manden en kooien met kleinere
dieren. Tevens had zij een eis tot
schadeloosstelling ingediend, dat zij
in 't bed een levende python had
gevonden. In haar angst was zij te
gen een op hoofdhoogte hangende
ara gelopen, waarop het dier haar
lelijk had toegetakeld. Tot zijn ver
dediging had de Tsjech bij de politie
aangevoerd, dat de python een vol
komen mak dier was, waarmee hij
bij zijn bezoekers stunts uithaalde....
Frits van Dixhoorn
deel daarvan, dat Sottaripa heet, ver
dient meer dan een enkel Genuese
vermaardheid. Het is een lange rij
van overdekte galerijen; ze hebben
niets van een achterbuurt, heel wat
geld heeft het gekost om die boog
gangen, die ten dele teruggaan op de
eeuw na 1200, opnieuw te verstevi
gen en te maken tot die drukke win
kelwijk, dat kleurig geheel van aller
lei neringdoenden, dat elke vreemde
ling, die oog heeft voor bont volks
tier met vaste greep geboeid houdt.
Winkels met daarachter kook- en
braadgelegenheden, echte gaarkeu
kens, waar de vaardigheid in koken
en braden voor ieder zichtbaar is,
het is alles, vooral in de avond vol
sprankelend leven en sfeer en iaat
een indruk na, waaraan elke volks
vriend met groot genoegen aan terug
denkt.
Van deze oudste kern van Genua,
marktplaats voor inheemse en uit
heemse voortbrengselen, over land
en over zee aangevoerd en vandaag
nog even fleurig als eeuwen her naar
onze slaapstee, een uitmuntend bed,
gaande, schoot ons het woord van
Plinius te binnen, waarmee we twin
tig eeuwen, nadat het geschreven
was, konden instemmen: „Even aan
genaam als de wijn ons van binnen
aandoet, zo de olijfolie van buiten".
Aan de olijfolie van binnen zou de
tong van menig Nederlander toch
eerst moeten wennen, olijfolie van
buiten als zeep of geparfumeerd tot
schoonheidsmiddel is bij de vrouw
en man geliefd. Bij alle gerechten
proeft men, tot men er aan gewend
is, de olijfolie; het is het gewone
bak- en braadmiddel. Aanplantingen
van olijfbomen zijn er in Ligurië le
gio, de olijfboom is de vruchtboom
bij uitstek. Deze weldoener onder
de bomen, die ook tiert op onvrucht
bare grond, heeft jaarlijks 'n hoeveel
heid vruchten ter grootte van een
abrikoos, die vers of ingemaakt door
rijk en arm worden gegeten of waar
uit zich 13 kilogram olijfolie laat per
sen, wat hier de plaats inneemt van
boter en vetten.
Groot koopman geëerd
Midden op de Piazza Caricamento,
naast de Sottaria staat het beeld van
een groot reder uit de vorige eeuw.
Het doet goed hier de wereld der
reders vertegenwoordigd te zien in
het standbeeld van één hunner. Zo
als hij in zijn leven de juiste man
op de juiste plaats was, zo staat
zijn uit erts gegoten beeltenis ook
op de juiste plaats: te midden van
het gewoel van vrachtkarren en
transportauto's. Piazza Caricamento
is de helder klinkende Italiaanse
naam voor wat plein voor het opla
den van goederen betekent. Raffaele
Rubattini is te midden van die
scheepvaartdrukte in zijn element.
Hij was het, die de eerste Italiaanse
stoomvaartmaatschappij oprichtte,
waardoor 't goederenvervoer zo zeer
werd versneld. Hij was het ook, die
in 1860 de twee schepen beschikbaar
stelde, waarmede Garibaldi naar Si
cilië voer en zijn zegetocht naar Na
pels kon beginnen.
Luctor.
Naar de K.N.A.C. van bevoegde
Belgische zijde verneemt, zullen vóór
het eind van deze maand alle beper
kende maatregelen op het benzine
verbruik in België worden opgeheven.
Thans zijn de Belgen nog gebonden
aan een maximumsnelheid van 80
km. Eerder is er een verplichte eco
nomische snelheidsbeperking tot 70
km geweest.
Advertentie)
ON«EPERKI£CftftAtU«
OP 06 VERING.
MAZETFABRIEKEN IE ZEVENBERdE*
EREDIVISIE.
GVAV—Eindhoven
SpartaMW
NAC—Rapid
NO ADElinkwijk
AjaxFeijenoord
DOS—Willem II
VVV—BW
Fortuna '54-Spcl. Enschede.
PSVAmsterdam
le DIVISIE A.
KFC—VSV; ADO—SW; De Vole-
wijekersAlkmaar; UmburgiaEm
ma; RODA SportHelmondia '55;
XerxesWageningen; De Graafschap
DWS; Haarlem—HVC.
le DIVISIE B
VitesseEBCXH; HelmondSittar-
dia- VolendamEDO; Blauw-Wit
AGOVV; DFC—Schev. Holl. Sport;
Hermes DVSFortuna VI.- Excelsior
RCH.
2e DIVISIE A.
OldenzaalLeeuwarden; Tuban-
tiaOosterparkers; HeerenveenRhe-
den; PECGo-Ahead; Veendam—
Velocitas; Enschedes BoysZwolse
Boys; Be QuickHeracles.
2e DIVISIE B.
Hilversum't Gooi
WilhelminaRBC
TOP—ONA
DOSKO—NEC
DHCBaronie
UVS—ZFC
Res. le klas C.
LONGA 2—NOAD 2; Emma 2—
NAC 2; EBOH 2Xerxe's 2; Baronie
2Willem II 2.
1© klïis Ak
UVV-HRC; CVV—Zeeburgia;
GoudaRFC; UnitasVelox.
le klas B.
WVC—Be-Quick Z.; WAVV—
Quick '20; SneekHengelo; Borne
WW.
le klas C.
KimbriaTSC
VlissingenWH '16
VSV '34—Alliance.
2e klas A.
BoxtelODC; BaardwijkWit Zw.;
DESKGemert.
2e klas B
RACTaxandria; InternosRoo
sendaal- BSCUNO Animo, Rood-
Wit—WVO.
3e klas B
SOB—Reusel Sport; GW—GUDOK
3e klas C
Zierikzee—RWB; RKC—RKDVC;
SchuttersVeerse Boys.
3e klas D.
ZeeiandiaTemeuzen; Corn. Boys
RKFC; Hontenisse—METO.
4e klas E
S V GRKTWNieuwkuijk—TAC;
ZEGOOirschot Vooruit; Óisterwijk
Ons VIOS.
4e klas F.
DVVCBreda; Groen WitMade-
se Boys; BoeimeerSCO.
4e klas G.
DHVKaaise Boys; BurghSteen
bergen; NoordhoekHalsteren.
4e klas H.
's Heer ArendskerkeOostburg;
LuctorBreskens; IersekeRIA;
SluiskiliHansweertse Boys.
Res. 2e klas B.
LONGA 3—Alliance 2; NOAD 3—
WSC 2; RKTW 2—DESK 2 Willem
II 3—Roosendaal 2; BW 3—NAC 3;
Res. 2e klas C.
RCS 2Middelburg 3; Vlissingen 3
Zeeland Sport 2, Temeuzen 2Hon
tenisse 2; Breskens 2Vlissingen 2;
Middelburg 2Goes 2.
Res. 3e klas.
BW 4—RKC 2. GW 2—St. Mi
chielsgestel 2- Schijndel 3Zwaluw
VFC 2; Concordia SVD 2—RKDVC 2.
Res. 3e klas C.
TSC 2—SET 2.
Op de rivier de Delaware, bij New
castle, in de Amerikaanse staat De
laware, is de olie-tanker „Mission
San Francisco" van de Amerikaan
se marine door een hevige explosie
in twee stukken gebroken en bran
dend gezonken. Een aantal opva
renden vond de dood. De bovenste
foto toont de beide helften, waar
van het achterschip nog brandt,
zinkend in de rivier. De onderste
foto toont het aan land brengen van
een overlevende.
DINSDAG, 12 MAART 1957
HILVERSUM I. 402 m. AVRO: 7,00
Nws. 7,10 Gym. 7.20 Gram. VPRO: 7.50
Dagopening AVRO: 8,00 Nws. 8,15
Gram. 9,00 Gym. v.d. vrouw 9,10 V.d.
vrouw 9,15 Gram. 9,35 Waterst. 9,40 Mor-
genw. 10,00 Gram. 10,50 V.d. kleuters 11,00
Lichte muz. 11,30 Sopr. en piano 12,00
Amus.muz, 12,30 Land- en tuinb.meded.
12,33 Hammondorgelspel 13,00 Nws. 13,15
Meded. en gram. 13,25 Metropole ork.
13,55 Beursber. 14,00 Gram. 14,40 School
radio 15,00 V.d. vrouw 15,30 Kamerork.
16,20 Gram, 16,30 V.d. jeugd 17,20 De die
renwereld én wij, caus. 17,30 Elektronisch,
mandoline ens. 18,00 Nws. 18,15 Piano
spel 18,30 RVU: Prof. Dr. M. A. Beek:
Langs de puinheuvels van Mesopotamië
19,00 V.d. kind. 19,05 Paris vous parle
19,10 Kamerkoor 19,45 Filmpraatje 20,00
Nws. 20,05 Gevar.progr. 22,15 De ant
woordman 22,30 Orgelconc. 22,55 Ik ge
loof, dat.... 23,00 Nws. 23,15 Beursber.
te New York 23,16 Act. en New York
calling 23,35-24,00 Gram.
HILVERSUM H. 298 m. KRO: 7,00
Nws. 7,10 Gram. 7,45 Morgengeb. en lit,
kal. 8,00 Nws. en weerber. 8,15 Gram.
8,50 V.d. huisvr. 9,40 Lichtbaken 10,00 V*
d. kleuters 10,15 Gram. 10,30 Schoolradio
10,50 Gram. 11,00 V.d. vrouw 11,30 Gram.
11,50 Als de ziele luistert 12,00 Middag
kloknoodklok 12,03 Gram. 12,15 V.d. boe
ren 12,30 Land- en tuinb.meded. 12,33
Gram. 12,55 Zonnewijzer 13,00 Nws. en
kath. nws. 13,20 Dansmuz. 13,45 Gram.
14,00 Schoolradio 14,20 Gram. 14,30 Wij
vrouwen van het land 14,40 Gevar.progr.
16,00 V.d. zieken 16,30 Ziekenlof 17,00 V.
d. jeugd 17,40 Beursber. 17,45 Regerings-
uitz.: Rijksdelen overzee. Missiewerk aan.
de Wisselmeren IV, door frater P. Stel
tenpool OFM. 18,00 Strijkork. 18,20 Sport-
praatje 18,30 Mil, onk. 19,00 Nws. 19,10
Uit het boek der boeken 19,20 Cello en
piano 19,45 Act. 20,00 Lijdensmeditatie
21,00 Radio Filharm. ork. 22,15 Pianorec.
22,40 Koor, trompetten en orgel 23,00
Nws. 23,15-24,00 Nouveautés
BRUSSEL, 324 m. 12,00 Gram. 12,30
Weerber. 12,34 Gram. 13,00 Nws. 13,11
Gram. 14,00 Schoolradio 16,00 Koersen
16,02 Orgelspel 16,30 Klarinet en piano
16,50 Gram. 17,00 Nws. 17,10 Gram. 17,15
Omr.ork. en sol. 17,45 Boekbespr. 18,00
Jeugd en muziek 18,30 V.d. sold. 19,00
Nws. 19.45 Gram. 19,50 Caus. 20.00 V.d.
vrouw 21,00 Omr.ork. en sol. 22,00 Nws.
22A1 Pianotrio 22,30 Gram. 22,55-23,00
Nws.
BRUSSEL, 484 m. 12,00 Gram. 13,00
Nws. 13,10 Lichte muz. 14,45 Omr.ork.
16,05 Lichte muz. 17,00 Nws. 17,10 Gram.
18,00 V.d. sold. 19,30 Nws. 20.00 Groot
Symf.-ork. en sol. 21,50 Gram. 22,00 Nws.
22,10 Vrije tijd 22,55 Nws.
DINSDAG, 12 MAART 1957
NTS: 20,30 Journ. en weeroverz. 20,45-
22,00 Filmprogr.
VLAAMS BELG.: 19,00 V.d. kind. 19,30
De kath. gedachte en actie 20,00 Nws.
20,30 Interv. 20,50 Gevallen vrouwen, film
22,10 Nws. en journ.
FRANS BELG.: 19.00 Les Aventures de
l'Aigle Noir 19.30 Kunst, literatuur en
wetenschap 20,00 Act. 20,40 Gevar.progr.
22,10 Dimanche matin, film. Hierna: We-
reldnws.
21)
„Zullen we nu maar ophouden met
er omheen te draaien en onze kaarten
voor elkaar open leggen?"
Haar hart begon sneller te klop
ten- „Wat hebt u dan voor kaarten,
Weneer Benders?"
„Uw kaarten samen met de mijne
vormen een volledig spel, juffrouw
Hussel. Elk spel op zichzelf is ech-
}er misère ouverte". U bent in het
bezit van de juiste aanwijzingen en
de nauwkeurige getallen, welke de
u(standen aangeven. Ik bezit de aan
wijzingen over het aantal duimen, of
voeten, of meters of schreden, of va
demen of roeden. Met andere woor
den, ieder van ons beiden heeft een
Sleutel, maar zonder beide sleutels
le samen is de juiste plek niet te
vinden". Hij begon zachtjes te la-
S A Lida, je overgrootmoe
der heeft tegen me gelogen".
„Grootmoeder", antwoordde Lida,
„is een verstandige oude vrouw. Ze
heeft je doorzien. Dat vind ik grap
pig. vind je ook niet? Jij was er zo
zeker van dat je grootmoeder wel in
het ootje kon nemen, en daarna ben
je vlug hierheen gegaan om haar
spaarpotje te legen".
Jack Benders lachte, als had hij
er werkelijk pret in.
„Ju. Ik ben wel wat al te voor
barig geweest... En nu staan we hier.
Wat nu verder?"
.-...Wel", antwoordde Lida terstond,
„jij schijnt te menen, dat er over
te praten valt. Ik ben van mening
dat al wat mijn overgrootvader hier
heeft achtergelaten in zijn geheel aan
mijn overgrootmoeder toebehoort".
Hij schudde vriendelijk afwerend
het hoofd.
„Neen, Lida. Het is een verborgen
schat en die behoort aan de vinder
toe. Ik weet, waar hij ligt en dat is
hier ergens. Ik kan je zelfs een uit
gangspunt aanwijzen en dat is dit
kruis hier. Maar we zullen de schat
nooit of nimmer vinden, als we onze
gegevens niet samenvoegen."
„Ik zie wel, waar je heen wilt",
zei Lida. „Zeg de rest nu ook maar".
„Lida" zei hij ernstig, „ik heb
nu al 3000 dollar aan dit geval be
steed. Ik heb die eraan gewaagd om
mezelf een fortuin te vinden. Ik wil
heel billijk zijn. Ik zal je een rede
lijk aanbod doen. We zullen samen
delen, half om half."
Langzaam aan begon ze iets te
snappen van het karakter van de
man, met wie ze te doen had, maar
ze wilde hem nog beter leren kennen.
„Neen", zei ze. „Ik weet nog hele
maal niet, wat het is, of wat het
waard kan zijn, maar half om half
is belachelijk!
„Ik weet wel, wat er is", ant
woordde hij. „Die ouwe lui hebben
mg een en ander verteld, ze heb
ben het gezien. Nooit hadden ze iets
dergelijks onder ogen gehad en ze
hebben me alles verteld wat ik nodig
heb te weten. Het is een vrij grote
bus, zowat twintig centimeter hoog
en tien in doorsnee, cylindervormig
en gesloten met een deksel, dat zo
precies past, dat er geen lucht bij
kan komen. Hij is van zacht, grauw
metaal, tin of lood, denk ik, en hele
maal gevuld met wat die onnozele in
landers „mooie keitjes" noemen,
blauwe en groene, rode en witte".
Er viel niet aan te twijfelen, of
hij wist heel goed wat hij vertel
de. Er zou heel wat tact voor nodig
zijn, om van hem te weten te komen,
wat ze weten wilde.
„Met andere woorden", vervolgde
Benders, „die bus zat vol met sma
ragden en saffieren, robijnen en dia
manten. En dat is een hele massa.
Lida! En bij de tegenwoordige prij
zen voor edelstenen heb je er om
fortuin te maken, niet eens zo heel
veel nodig.
Er valt heel wat te delen; zullen
we dus verstandig zijn en zakelijk?"
Hij vatte de zaak wel duidelijk en
nuchter samen. Ze besefte, dat hij
zich in een voordelige handelspositie
bevond. Ze hingen beiden van elkan
der af, dat was zo; maar hij had
een zekere voorsprong op haar, om
dat hij hier het eerst gekomen was en
hij zou daarvan zoveel mogelijk voor
deel trachten te trekken. Voordat ze
zich echter aan onderhandelingen
waagde, moest ze meer over hem
zien te weten te komen.
„Toen je bij ons thuis kwam, wist
je al van die schat af. Als je 'n
behoorlijke sportieve kerel was, dan
had - grootje van die schat moeten
vertellen, inplaats van.zo geslepen te
handelen. Zij is een royaal iemand.
Maar je dacht dat je een hulpbehoe
vend viaronnegentig-jarig mens wel
in de maling kon nemen."
„Kom nou, Lida", zei hij beris
pend. „Neen, een ogenblikje! Dat is
een erg gemene beschuldiging. Je
weet werkelijk niets van mijn be
weegredenen af. Ik heb altijd de be
doeling gehad, die bus aan je groot
moeder te geven, maar ik moest er
natuurlijk voor zorgen, dat ik er zelf
geen schade bij had. Ik moest om
eigen belang ook denken. We houden
het beiden voor zeker dat die bus
waardevolle stenen bevat en een
groot fortuin vertegenwoordigt. Maar
hoe is je overgrootvader eraan ge
komen? Op een rechtvaardige ma
nier?"
„Dat wil ik erop wagen", zei Lida
vinnig.
„Toch moet je mijn positie waar
deren Lida. Ik zag er natuurlijk te
gen op de kans te lopen, medeplich
tige aan een misdaad te worden".
„Maar over die angstvalligheid ben
je nu toch wel heen", zei Lida.
„Ik wil je behulpzaam zijn", ant
woordde de jonge man, „maar tege
lijkertijd wil ik mezelf niet benade
len".
„Dat snap ik. En, ben je er zo
zeker van, dat de helft van die schat
je voldoende waarborg biedt?"
„Toe, Lida, laten we nou niet sar
castisch worden. Ik heb je een heel
mooi aanbod gedaan".
„Laten we nou liever ophouden
met zo dwaas te doen!" zei Lida.
Hij loosde een zuchtje. „Ik begrijp
wat je voelt en ik voorzie wat je
doen zult. Je zult dit hele eiland
desnoods ondersteboven keren. Je
zult iedereen ondervragen. Maar je
zult de schat niet vinden, Lida, dat
weet ik zeker. Ik heb ook al ge
zocht. Ik heb al een heel jaar lang
gezocht. Ten ij wij onze gegevens
samenvoegen, zal geen van ons bei
den he.n vinden. En ik zit niet graag
op dit eiland, Lida. Het is hier af
schuwelijk eentonig en vervelend.
Geen bioscoop. Geen concerten. Geen
toneel. Geen enkel café! 's Nachts
zelfs geen lantaarn. Ik ben er niet
op gesteld, hier een dag langer te
blijven dan nodig is. Begrijp je dat?"
„Dat is merkwaardig", zei Lida.
„Ik vind Matabonga verrukkelijk. Zo
rustig en stil."
„De sloep is niet mijn eigendom",
zei hij. „Ik charter haar van dag tot
dag voor twintig dollar per etmaal.
Elke dag. die je langer aan het
schatzoeken besteedt, kost je geld.
Elke dag uitstel van je toegeven aan
mijn voorwaarden, die toch zo rede
lijk en billijk zijn, vraag ik vijf pro
cent meer als mijn aandeel. Van
daag is het vijftig procent. Als je
een week lang koppig blijft, stijgt
mijn aandeel tot vi,f en tachtig pro
cent".
„En na veertien dagen", merkte
Lida droogweg op, „is jouw aandeel
gestegen tot honderd en twintig pro
cent!" Ze begon te lachen. „Maar
ik begrijp heel goed, waar je heen
wilt".
„Mooi zo!" riep hij uit. Zullen we
dan zaken doen op een grondslag
van vijftig procent, zonder meer?"
„Neen!
„Je bent al te haastig en koppig,
Lida!
„Nou, goed, laat me er dan over
nadenken, meneer Benders. Ik zal
u vanavond mijn antwoord geven".
Hij zei glimlachend: „Dat is rede
lijk, Lida, heel redelijk. Ga je mee
naar beneden?"
„Neen", zei ze kortaf.
Toen hij tussen de struiken ver
dwenen was, zette zij zich neer op
het vlakke stenen voetstuk van het
kruis en deed haar best om koel en
rustig na te denken over het geval.
Ze twijfelde er geen ogenblik aan
of dit kruis was het punt, van waar
uit het onde -aek naar de schat een
aanvang moest nemen. Een rechte
lijn, getrokken over de beide kraters
en het kruis verdeelde het eiland
vrijwel precies in twee helften en die
lijn liep dan van zuid naar noord.
Ze zat met hei gelaat naar het noor
den en het schamele dorpje aan haar
rechterhand lag dus ten oosten van
het kruis. Links, waar de ruige hel
ling lag was dus het westen en ze
zat met haar rug naar het zuiden.
In haar gedachten ging ze de aan
wijzingen en getallen na, die haar
grootmoeder haar had gegeven. Bij
haar oefeningen in het schieten had
grootje in oostelijke richting ge
schoten. Dat zou dus in de richting
van het dorp zijn geweest. Peter
Fransen was naar de poolstreken ge
trokken.... naar het Noorden. Groot
moeder was getrouwd om drie uur
's middags. Dat uur en het aantal
dagen, dat de kleine Han geleefd had,
waren aanwijzingen van bepaalde af-
metingei of maten; maar, waren
die maten nu bedoeld als voeten, dui
men. ellen, vademen of schreden?
Lida had haar camera meegeno
men. Ze legde voor grootmoeder een
dagboek met foto's aan van heel
haar tocht. Ze maakte verscheidene
opnamen van het kruis en van het
uitzicht naar alle kanten rondom dat
kruis. Daarna daalde ze de helling
af en nam kiekjes van het dorp en
van enkele groepjes inboorlingen.
Hier kwam Tara haar opzoeken en
ze begon met zijn hulp als tolk, de
inwoners te ondervragen.
De mensen waren buitengewoon
vriendelijk en mededeelzaam. De
vrouwen hielden op met het maken
van „tapa" en de mannen met her
stellen van hun visnetten en ver
drongen zich rondom haar heen.
(Wordt vervolgd)