ER Kempen hart van Benelux Koopman en markies De slang van een Tsjech uit Soho De schat van Matabonga Boordmaat De wezenlijkste kernen van de stad Genua Ne£iMHPO TANKER GING TEN ONDER Yoetbalprogram 17 maart 1957 RADIO DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 11 MAART 1957 ïld x'DA gen Wijn en Olijfolie In wurgende greep van een python Naar opheffing maximumsnelheid in België iimiiminiii TELEVISIEPROGRAMMA door GEORGE F. WORTS heeft om de geboorte op te an heel stevig e stevig grijze wol lijken te dat ze bij je ei komt en ze knopen van je zitten. Oudste rus rte ponies van zijn precies »nders, dan de Vesey-Fitz- Book of the hetlandse pony de Engelsen wel tot een der de Britse e oude, antieke 'h de Breasy n-achtig voort- re, Christelijke imen aan beide n figuren vocy, rd. Dit behoor- 3r het Keltisch onder de inval Uit een en an- et paard in die eilanden voor- n maken in hun malen melding het paard in het invoerden. Orkney werd foren genoemd, d betekent, een paard door de ver ei gevonden, m. Met een aan waarschijnlijk- mgenomen, dat in de 6e eeuw kwam en mis- neter hoog e verschilt wei- Ier uit vroeger ing doet daar e leeftijd van 2 net zacht haar, vol kan dragen, ide schofthoogte pony, welke op er dan 104 cm. chreven in het tlandse ponyras een eigen stam- schillend, maar de Engelsman >ny met achter- e dieren worden einde der 18e wagens op de de wegen waren oederen werden inden, welke aan ponies .hingen. verbetering in nden en werden het zuiden inge- tlandse ras bleef iks hun kleine en kunnen zeer derland gebruikt or trekwerk van it hij weinig als wijze van aan- lande nogal eens En zoals de fhetlander leef- e in vroeger jden op de hetlandse ilanden, zo le en zij heden :n dage op het tndgoed „De ennen" in lunspeet. Een rok natuur op en mooieplek i Nederland. ods schoonste chepping in en van zijn tooie vormen, raaraan het oog e gast gaat in en tijd, waar e natuur te eel verdrongen rordt door de aaterie. T. Smeele. iENS JITEKS te Goes werd vijftien cursisten kwaamheid in de ct. Bij het uitrei peer aanwezig de J. van Liere en en J. Weststrate itter van de B.O. ilgende cursisten jitgereikt: A. Da- ek en M. Dek uit ker, Kloetinge; C. ewegen; J. Hart- C. Huissen, Ou- en J. Lokerse uit lort uit Goes; F. 3orssele en D. de t uit Kamperland. Orateerde meisjes oma vsn Dijck 7,30 rde roos. ^vechtsklaar. ebouw 8 u.: Levens- Electro: Marcelinó •houwburg: D-day. 1 8 uur: De hofnar. Olympia 8 uur: xor 8 uur: Duistere hambra: De vrolijke Het geweten van het gebouw 8 uur: Le- Olympia 8 uur: Zijn kor 8 uur: Duistere pn. Vlaamse Opera, Naar aanleiding van de uit gave van een propagandabro- chure over de Belgische Kem pen schrijft de Leuvense hoog leraar prof. dr. F. van Mechelen in „De Standaard" een hoogge stemd artikel over de econo mische toekomstmogelijkheden van dit gebied, dat „het hart vormt van Benelux". Hij onderscheidt er drie elementen, die van fundamentele betekenis zijn voor een gunstige ontplooiing. Op een onderlinge afstand van nog geen 100 km treft men er aan de randen enerzijds de wereldhaven Antwerpen en anderzijds het Kempische kolen bekken en daartussen in strekt zich de Kempische vlakte uit, welke een groot reservoir vormt van arbeids krachten. „Deze drie elementen vul len elkaar geografisch en economisch aan en moeten als één enkele groot- ruimte worden beschouwd". Zij vol doet aan de eisen van de klassieke vestigingstheorie inzake industriële bedrijvigheid. Prof. Van Mechelen concludeert dan ook, dat de grootscheepse indu strialisatie van de Kempen bijna een noodzakelijkheid is. Anders gezegd, in de lijn van de inzichten van de Hasseltse senator Leynen: omdat er de klassieke of natuurlijke voorwaar den voor aanwezig zijn, kan deze in dustrialisatie niet uitblijven. Actie en propaganda zullen haar echter wel kunnen versnellen. Deze taak hebben de Stichting voor de Kempen, de Kempische en de (Belgisch) Limburgse Economische Baad en andere instanties dan ook op zich genomen. Zij willen daarmee het woord waar maken, dat dr. Frans Van Cauwelaert eens tot de Kempi sche studenten sprak: „Noordbrabant, de Kempen en Limburg zijn geroepen om in de loop van de komende vijftig jaar een van de grootste industriële complexen te worden, welke in West-Europa zullen bestaan". De drie pijhers Prof. dr. van Mechelen geeft dan nader aan, hoe sterk de drie pijlers zijn, waarop de toekomstige wel vaart van de Kempen kan worden op getrokken. In de eerste plaats bevatten de Kempische mijnen 80 procent van de Belgische steenkoolreserve. Nu al le veren zij een derde van de jaarlijkse Belgische kolenproduktie, d.w.z. 10 miljoen ton. Het betreft hier dan ook nog voornamelijk vette kolen of gas kolen die onontbeerlijk zijn voor in dustriële en chemische doeleinden. Hiermee wordt een basis verschaft voor nevenbedrijven zoals men ze in Nederlands-Limburg kent. De produktiviteit van de Kempische mijnen is aanmerkelijk groter dan el ders in België; zij beloopt voor de Kempische mijnwerkers 1135 kg te gen een Belgisch gemiddelde van 873 kg. In de tweede plaats is het demogra fische beeld van de Kempen het ge zondste van heel het land. Men treft er het hoogste geboorte- en het laag ste sterftecijfer. In een kwart eeuw nam de bevolking met de helft toe. Jaarlijks groeit het aantal arbeids krachten met 10.000 en over 50 jaar zal de huidige bevolking van 1.800.000 zielen waarschijnlijk nog met een mil joen vermeerderd zijn. Tenslotte is er de verkeersaanslui- ting van dat gebied op de buitenwe reld, waaraan nog veel te verbeteren valt. Maar de wereldhaven Antwer pen is al vanouds een goede poort naar deze streken en verder vormen het Albertkanaal en de nu in aanleg zijnde Boudewijnweg van Antwerpen naar Luik verkeersaders van bete kenis, die ook geroepen zijn industrie zones te vormen. Men kan dus wel terecht zeggen, dat nu alle voorwaarden aanwezig zijn voor de ontsluiting en ontwikke ling van dit gebied en dat de propa ganda in het buitenland voor indu strievestiging aldaar terechtertijd is aangevat en op degelijke grondslagen berust. V er keer sintegratie Er is een wisselwerking tussen de Belgische Kempen en het zuiden van Nederland, de Brabantse Kempen en Nederlands-Limburg. Dat brengt de geografische en geologische struc tuur alleen al mee. Nederlands en Belgisch Limburg vormen één mijn- gebied. De Brabantse en Turnhoutse Kempen hebben eenzelfde karakter en kennen dezelfde problemen. Daarbij komt nog het streven naar Benelux de toenadering en de contacten tus sen deze gebieden versterken. Van die wisselwerking getuigen ook al industrievestigingen, zoals die van Philips in Hasselt en Turnhout en om gekeerd die van Antverpia in Bra bants Etten. De Nederlandse belang stelling voor de Kempen strekt zich trouwens ook al tot het noorden uit, zoals blijkt uit de stichting van een fabriek voor elektrische apparaten door de Rotterdamse N.V Blessing- Etra te Beerse bij Turnhout, dus langs het kanaal van deze Kempische hoofdplaats naar Antwerpen, waar zich reeds lang steenfabriek aan steenfabriek rijt. Het is daarom van belang, dat er ook in verkeerstechnisch opzicht een integratie tot stand komt van het ge hele Kempisch gebied aan weerszij den van de staatsgrens. Er moeten goede zijwegen komen van de Boude wijnweg door de Kempen tot in Noordbrabant en beide Limburgen. Er moet door het Postelkanaal een schakel tot stand komen tussen het Kempische kanalenstelsel en het Bra bantse Wilhelminakanaal, dat zelf een verlengstuk moet krijgen naar de Maas. Zo zal het betrekkelijk isolement, waarin de. Kempen nog verkeren, zo als prof. Van Mechelen zeer juist op merkt, sterk doorbroken kunnen wor den. Deze verkeersintegratie wordt meer en meer gewenst en mag gezien in het perspectief van Benelux op de duur ook niet uitblijven. Het jonge, pas vierjarige oli- t jantje Murugan uit Artis te Amsterdam is uit z'n boord ge- groeid, of liever gezegd, uit de J brede halsband, die hij altijd bij zijn wandelingetjes in de tuin J omheeft en waaraan de oppas sers hem vasthouden. Dus moest er een nieuwe komen, waartoe men hem even de om trek van de hals heeft geme ten. Het is vanzelfsprekend, dat men bij een grote, volwassen olifant heel wat centimeters kan verwachten, maar het sloeg toch zelfs de mensen van Ar tis met verbazing toen bleek, dat de kleine Murugan er ook al een boordwijdte van 1.75 me ter op na houdt! Men heeft nu •maar een riem besteld van zo'n 2,5 meter lengte op de groei dus en men is benieuwd hoe lang Murugan er mee toe kan. Nu men toch bezig was met meten, heeft men de maatlat J ook langs andere delen van de t „kleuter'' gelegd. Daarbij bleek zijn lengte 2.05 en zijn hoogte 1.75 meter te bedragen dus J evenveel als zijn halsomtrek. De staart was 82, de slurf 90 en een van zijn. slagtanden 18.5 centi meter. De omtrek van het li chaam, in het midden over de rug gemeten, daar waar het li chaam het dikste is, was 3.18 meter. En de taile-maat drie meter precies. En dat wordt dan een klein olifantje genoemd Voor het mensenslag van reders, kooplieden, zeevaar ders, zoals het zich in Genua ontwikkelde was de zee een goudmijn ook in een mijn ligt het goud niet voor het rapen. Voor hun handelson dernemingen hebben zij zich veel moeite geven. Deze strek ten zich uit tot in de Levant, tot in de Zwarte Zee, ja zelfs op de Kaspische zee toonden de schepen het witte veld met het rode kruis van Genua. Niet over hun armoede, maar over hun welgesteldheid loopt een pakkend, leerrlijk verhaa.l Toen de Duitse keizer Karei V eens over zee naar Genua kwam, werd hij daar bij de landing be groet door een gezantschap van jonge kooplieden, die aan hun uiterlijke verschijning de uiterste zorg hadden besteed.- Uitgedost in prachtige ge waden, die schitterden van edelge steenten, verwonderde de Keizer zich over een pracht, die hij alleen ge wend was bij feodale heren, herto gen, graven, baronnen en andere edellieden aan te treffen, maar die hij niet verwacht had bij burger kooplieden. Karei V drukte dan ook zijn verbazing uit in de met enige spot of ergernis gemengde vraag: „Estis omnes marcheses? Zijt gij al len markiezen?" De levensgrote portretten, die An thony van Dijck bij zijn verblijf in 1621 tot 1625 schilderde van de nobili van Genua, ten voeten uit, in rijk gewaad, waaraan het velluto di Ge- nova, het Genuees fluweel, niet was gespaard en waaronder het zeer be kende van Paolina Adorno Brignole Aale, in welke naam dus drie adel lijke familienamen zijn opgenomen, getuigen er van, dat er met de op merking van Karei V volop rekening is gehouden. Het schijnt echter in hoofdzaak een uithangbord tegenover met titels pronkende vreemdelingen gebleven te zijn. De Genuezen bleven zakenlieden die daarenboven voor hun stad heel wat hebben over gehad Van de goede gezindheid tegenover stad en bevol king zouden vele bewijzen te geven zijn. De met aardse goederen geze- genden, met of zonder titel, hebben steeds tot in de laatste tijd toe, blijk gegeven van goede burgerzin. Deze grootmeesters op het gebied van financiën en van negotie, wed ijveren met elkaar in de handel en in liefdadigheidszin - hun vaderstad, plukte de vruchten van beide. Er zullen weinig steden zijn, waar door het particulier initiatief aan de over heid zo weinig terrein werd gelaten. Natuurlijk moet ook dat gezien wor den in de lijst van de tijd - de so ciale wetten van tegenwoordig zouden zonder ruime inschakeling van de overheid onmogelijk zijn. De tijden zijn veranderd: de palei zen van Genua werden gemeentehuis, universiteit, gerechtshof, museum, zakenpand of worden door verschei dene families bewoond. Handel en scheepvaart zijn gebleven; nog al tijd is er een kern van waarheid in het oude: Genuenois ergo rpercator, Genuees en dus koopman. Het kloppend hart De vreemdeling, die via een Alpen spoorweg aan Stazione Principe aan komt, wordt als vanzelf het eerste geleid naar de opvolgende rij der pa- leizenstraten met aan het einde de Piazza di Ferrari, middelpunt van het grootsteedse leven. Die straten genieten een Europese vermaardheid en verdienen dat ook. Maar laat de reiziger dan vervolgens, en vooral als hij Nederlander is, zijn schreden richten naar het havenkwartier, het volop levende hart van Genua. Dat (Advertentie) Als je over circussen schrijft, met ze meetrekt als perschef en het harde, vaak avontuurlijke leven van deze mensen deelt, wel, dan hoef je niet te klagen over gebrek aan stof. In dit wereldje, waar mensen en hun natuurlijke vijanden, de roofdie ren, samenleven, kunnen min of meer ernstige voorvallen niet uitblijven en al loopt het vaak goed af, je zit 'm toch weieens behoorlijk te knijpen. Het zal nu een jaar of vijf geleden zijn dat ik getuige was van een strijd op leven en dood en - al zijn de af gelopen jaren niet minder rijk aan avonturen geweest - deze levensge vaarlijke nacht staat me nog zeer scherp voor de geest. Ik was in Lon den tijdens de première van een der grote Engelse Wintercircussen, in welks programma ook 'n Tsjechische slangenbezweerder was geplaatst. Op een avond nodigde hij mij uit om mee naar zijn kamer te gaan; ik róók een goed verhaal en zo volgde ik na de voorstelling mijn gastheer naar een klein artiestenlogement in Soho. Zodra wij het vertrek binnentraden, rook ik de dieren. Fosforiserende ogen lichtten groen op in het duis ter en er waren vreemde geluiden. Een kaketoe schold ons vanaf zijn stokje uit voor alles wat lelijk was. Een kefferig hondje liet mij zijn tan den zien. De Tsjech stelde mij op mijn gemak en toonde mij vervol gens de inhoud van de rondom staan de kisten en hokken. Voor het meren deel waren ze gevuld met het nog levende voedsel voor de reptielen, die in hun manden opgerold lagen te sluimeren. Een python Voorzichtig schoof de Tsjech een grote mand in het midden en hij beduidde mij, dat hier een verrassing in verborgen zat. Met een snelle beweging lichtte hij het deksel op en onmiddellijk schoot de grote, driehoekige kop van een python omhoog. Zacht fluisterend kalmeerde dé dresseur het zich hoog oprichtende en heen-en-weer wiegende dier, tot het tenslotte volkomen gerustgesteld was en de slangenbezweerder met zijn oefeningen kon beginnen. Zonder de minste aarzeling greep hij han dig het weerzinwekkende dier ach ter de kop en begon er mee te spe len als was het een bontje. Een py thon is zwaar, een volwassen exem plaar weegt minstens 80 kilo. Boven dien was het dier ontzaglijk glibbe rig, het gleed dan ook voortdurend uit zijn handen. Terwijl de man hier mee bezig was, begon het hondje plotseling als bezeten door de ka mer te rennen. Het gehuil en ge jank was vreselijk om aan te horen. Zonder veel omhaal opende ik de deur om het angstige keffertje de vrijheid te geven. In doodsgevaarj Nauwelijks had ik mij weer I naar de man gewend of ik zag 't doodsgevaar waarin hij plotse ling verkeerde. Na de verschil lende manipulaties met de slang had de Tsjech het geweldige lichaam op zijn schouders gelegd en, daar het dier er de behaag lijke lichaamswarmte voelde, be gon de python de nek van zijn meester te omstrengelen. De man trachtte zijn hoofd vrij te houden, bewoog nog zijn armen doch tevergeefs, de omhelzing van de slang hacf hem volkomen overrom peld! Wat kon ik doen? Geen wa pen, geen mens, niets om de man te hulp te komen. Ook mij had dit ongeluk volkomen verrast en zo stond ik nu weerloos tegenover het mon ster dat zonder genade zijn dres seur doodde. Bij de eerste de beste beweging zou het dier zich op mij geworpen hebben. Er kwam achter andere hulp. Terwijl het dier nog steeds de Tsjech omknelde en de afschuwelijke slangekop heftig siste, begon plot seling de kaketoe, die tot nu toe stille getuige geweest was, een ge weldig misbaar te maken. Hij sloeg wild met de vleugels, tripte op zijn stokje en wierp een dusdanige stort vloed scheldwoorden de kamer in, dat de slang zich verrast omwendde. Toen het stomme dier de venijnige kop en het gespleten tongetje van de tijgerslang op zich gericht zag, be reikte zijn opgewondenheid haar top punt. Weldra hadden de groene hyp notiserende slangeogen de vogel vol komen in hun macht. Het gekrijs verstomde, de sna vel zakte wat open en de bont gekleurde vleugels hingen slap neer. Het was doodstil in het ver trek. Langzaam, tergend lang zaam, gleed de slang langs de rug van de man naar het ver starde, weerloze dier Doch nauwelijks had de Tsjech de greep van zijn belagervoelèn ver-r slappen of hij bukte zich en wierp het gestreepte slangelijf op zijn bed. Onmiddellijk verborg het dier zich onder de dekens. De man herademde. Zijn hoofd was dooi/ de omstrenge ling paars aangelopen en het zweet doorweekte zijn hemd. Hijgend stoot te hij een paar woorden uit - naar ik meende verontschuldigingen voor het gevaar waarin hij ook mij ge bracht had. ,The dingo. Het pakte echter anders uit - wild greep hij naar m'n revers en met overslaande stem riep hij in gebro ken Engels: „the dingo, where is the dingo!!?" Ik begreep er niets van op dat moment, de spanning had mij behoorlijk te pakken, ik stond te trillen op mijn benen en de man zelf was door het dolle heen. Hij gooide de deur open en rende naar buiten, mij alleen latend in de ka mer met een python in bed. Ik had mijn portie sensatie voor die dag wel gehad en nam ook de benen. La ter vond ik een afdoende verklaring voor het vreemde gedrag van de Tsjech. Toen ik bij m'n ontbijt het ochtendblad kreeg, las ik er met grote koppen dat een ontsnapte Aus tralische wilde hond, een zgn. dingo, in Soho een paniek had ontketend en er aan mens en dier wonden had toe gebracht. De eigenaar, een Tsjechi sche slangenbezweerder, zou persoon lijk voor de schade verantwoordelijk verklaard zijn. Voorts had de houd ster van het artiestenpension hem op staande voet buiten gezet, incluis de vele manden en kooien met kleinere dieren. Tevens had zij een eis tot schadeloosstelling ingediend, dat zij in 't bed een levende python had gevonden. In haar angst was zij te gen een op hoofdhoogte hangende ara gelopen, waarop het dier haar lelijk had toegetakeld. Tot zijn ver dediging had de Tsjech bij de politie aangevoerd, dat de python een vol komen mak dier was, waarmee hij bij zijn bezoekers stunts uithaalde.... Frits van Dixhoorn deel daarvan, dat Sottaripa heet, ver dient meer dan een enkel Genuese vermaardheid. Het is een lange rij van overdekte galerijen; ze hebben niets van een achterbuurt, heel wat geld heeft het gekost om die boog gangen, die ten dele teruggaan op de eeuw na 1200, opnieuw te verstevi gen en te maken tot die drukke win kelwijk, dat kleurig geheel van aller lei neringdoenden, dat elke vreemde ling, die oog heeft voor bont volks tier met vaste greep geboeid houdt. Winkels met daarachter kook- en braadgelegenheden, echte gaarkeu kens, waar de vaardigheid in koken en braden voor ieder zichtbaar is, het is alles, vooral in de avond vol sprankelend leven en sfeer en iaat een indruk na, waaraan elke volks vriend met groot genoegen aan terug denkt. Van deze oudste kern van Genua, marktplaats voor inheemse en uit heemse voortbrengselen, over land en over zee aangevoerd en vandaag nog even fleurig als eeuwen her naar onze slaapstee, een uitmuntend bed, gaande, schoot ons het woord van Plinius te binnen, waarmee we twin tig eeuwen, nadat het geschreven was, konden instemmen: „Even aan genaam als de wijn ons van binnen aandoet, zo de olijfolie van buiten". Aan de olijfolie van binnen zou de tong van menig Nederlander toch eerst moeten wennen, olijfolie van buiten als zeep of geparfumeerd tot schoonheidsmiddel is bij de vrouw en man geliefd. Bij alle gerechten proeft men, tot men er aan gewend is, de olijfolie; het is het gewone bak- en braadmiddel. Aanplantingen van olijfbomen zijn er in Ligurië le gio, de olijfboom is de vruchtboom bij uitstek. Deze weldoener onder de bomen, die ook tiert op onvrucht bare grond, heeft jaarlijks 'n hoeveel heid vruchten ter grootte van een abrikoos, die vers of ingemaakt door rijk en arm worden gegeten of waar uit zich 13 kilogram olijfolie laat per sen, wat hier de plaats inneemt van boter en vetten. Groot koopman geëerd Midden op de Piazza Caricamento, naast de Sottaria staat het beeld van een groot reder uit de vorige eeuw. Het doet goed hier de wereld der reders vertegenwoordigd te zien in het standbeeld van één hunner. Zo als hij in zijn leven de juiste man op de juiste plaats was, zo staat zijn uit erts gegoten beeltenis ook op de juiste plaats: te midden van het gewoel van vrachtkarren en transportauto's. Piazza Caricamento is de helder klinkende Italiaanse naam voor wat plein voor het opla den van goederen betekent. Raffaele Rubattini is te midden van die scheepvaartdrukte in zijn element. Hij was het, die de eerste Italiaanse stoomvaartmaatschappij oprichtte, waardoor 't goederenvervoer zo zeer werd versneld. Hij was het ook, die in 1860 de twee schepen beschikbaar stelde, waarmede Garibaldi naar Si cilië voer en zijn zegetocht naar Na pels kon beginnen. Luctor. Naar de K.N.A.C. van bevoegde Belgische zijde verneemt, zullen vóór het eind van deze maand alle beper kende maatregelen op het benzine verbruik in België worden opgeheven. Thans zijn de Belgen nog gebonden aan een maximumsnelheid van 80 km. Eerder is er een verplichte eco nomische snelheidsbeperking tot 70 km geweest. Advertentie) ON«EPERKI£CftftAtU« OP 06 VERING. MAZETFABRIEKEN IE ZEVENBERdE* EREDIVISIE. GVAV—Eindhoven SpartaMW NAC—Rapid NO ADElinkwijk AjaxFeijenoord DOS—Willem II VVV—BW Fortuna '54-Spcl. Enschede. PSVAmsterdam le DIVISIE A. KFC—VSV; ADO—SW; De Vole- wijekersAlkmaar; UmburgiaEm ma; RODA SportHelmondia '55; XerxesWageningen; De Graafschap DWS; Haarlem—HVC. le DIVISIE B VitesseEBCXH; HelmondSittar- dia- VolendamEDO; Blauw-Wit AGOVV; DFC—Schev. Holl. Sport; Hermes DVSFortuna VI.- Excelsior RCH. 2e DIVISIE A. OldenzaalLeeuwarden; Tuban- tiaOosterparkers; HeerenveenRhe- den; PECGo-Ahead; Veendam— Velocitas; Enschedes BoysZwolse Boys; Be QuickHeracles. 2e DIVISIE B. Hilversum't Gooi WilhelminaRBC TOP—ONA DOSKO—NEC DHCBaronie UVS—ZFC Res. le klas C. LONGA 2—NOAD 2; Emma 2— NAC 2; EBOH 2Xerxe's 2; Baronie 2Willem II 2. 1© klïis Ak UVV-HRC; CVV—Zeeburgia; GoudaRFC; UnitasVelox. le klas B. WVC—Be-Quick Z.; WAVV— Quick '20; SneekHengelo; Borne WW. le klas C. KimbriaTSC VlissingenWH '16 VSV '34—Alliance. 2e klas A. BoxtelODC; BaardwijkWit Zw.; DESKGemert. 2e klas B RACTaxandria; InternosRoo sendaal- BSCUNO Animo, Rood- Wit—WVO. 3e klas B SOB—Reusel Sport; GW—GUDOK 3e klas C Zierikzee—RWB; RKC—RKDVC; SchuttersVeerse Boys. 3e klas D. ZeeiandiaTemeuzen; Corn. Boys RKFC; Hontenisse—METO. 4e klas E S V GRKTWNieuwkuijk—TAC; ZEGOOirschot Vooruit; Óisterwijk Ons VIOS. 4e klas F. DVVCBreda; Groen WitMade- se Boys; BoeimeerSCO. 4e klas G. DHVKaaise Boys; BurghSteen bergen; NoordhoekHalsteren. 4e klas H. 's Heer ArendskerkeOostburg; LuctorBreskens; IersekeRIA; SluiskiliHansweertse Boys. Res. 2e klas B. LONGA 3—Alliance 2; NOAD 3— WSC 2; RKTW 2—DESK 2 Willem II 3—Roosendaal 2; BW 3—NAC 3; Res. 2e klas C. RCS 2Middelburg 3; Vlissingen 3 Zeeland Sport 2, Temeuzen 2Hon tenisse 2; Breskens 2Vlissingen 2; Middelburg 2Goes 2. Res. 3e klas. BW 4—RKC 2. GW 2—St. Mi chielsgestel 2- Schijndel 3Zwaluw VFC 2; Concordia SVD 2—RKDVC 2. Res. 3e klas C. TSC 2—SET 2. Op de rivier de Delaware, bij New castle, in de Amerikaanse staat De laware, is de olie-tanker „Mission San Francisco" van de Amerikaan se marine door een hevige explosie in twee stukken gebroken en bran dend gezonken. Een aantal opva renden vond de dood. De bovenste foto toont de beide helften, waar van het achterschip nog brandt, zinkend in de rivier. De onderste foto toont het aan land brengen van een overlevende. DINSDAG, 12 MAART 1957 HILVERSUM I. 402 m. AVRO: 7,00 Nws. 7,10 Gym. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening AVRO: 8,00 Nws. 8,15 Gram. 9,00 Gym. v.d. vrouw 9,10 V.d. vrouw 9,15 Gram. 9,35 Waterst. 9,40 Mor- genw. 10,00 Gram. 10,50 V.d. kleuters 11,00 Lichte muz. 11,30 Sopr. en piano 12,00 Amus.muz, 12,30 Land- en tuinb.meded. 12,33 Hammondorgelspel 13,00 Nws. 13,15 Meded. en gram. 13,25 Metropole ork. 13,55 Beursber. 14,00 Gram. 14,40 School radio 15,00 V.d. vrouw 15,30 Kamerork. 16,20 Gram, 16,30 V.d. jeugd 17,20 De die renwereld én wij, caus. 17,30 Elektronisch, mandoline ens. 18,00 Nws. 18,15 Piano spel 18,30 RVU: Prof. Dr. M. A. Beek: Langs de puinheuvels van Mesopotamië 19,00 V.d. kind. 19,05 Paris vous parle 19,10 Kamerkoor 19,45 Filmpraatje 20,00 Nws. 20,05 Gevar.progr. 22,15 De ant woordman 22,30 Orgelconc. 22,55 Ik ge loof, dat.... 23,00 Nws. 23,15 Beursber. te New York 23,16 Act. en New York calling 23,35-24,00 Gram. HILVERSUM H. 298 m. KRO: 7,00 Nws. 7,10 Gram. 7,45 Morgengeb. en lit, kal. 8,00 Nws. en weerber. 8,15 Gram. 8,50 V.d. huisvr. 9,40 Lichtbaken 10,00 V* d. kleuters 10,15 Gram. 10,30 Schoolradio 10,50 Gram. 11,00 V.d. vrouw 11,30 Gram. 11,50 Als de ziele luistert 12,00 Middag kloknoodklok 12,03 Gram. 12,15 V.d. boe ren 12,30 Land- en tuinb.meded. 12,33 Gram. 12,55 Zonnewijzer 13,00 Nws. en kath. nws. 13,20 Dansmuz. 13,45 Gram. 14,00 Schoolradio 14,20 Gram. 14,30 Wij vrouwen van het land 14,40 Gevar.progr. 16,00 V.d. zieken 16,30 Ziekenlof 17,00 V. d. jeugd 17,40 Beursber. 17,45 Regerings- uitz.: Rijksdelen overzee. Missiewerk aan. de Wisselmeren IV, door frater P. Stel tenpool OFM. 18,00 Strijkork. 18,20 Sport- praatje 18,30 Mil, onk. 19,00 Nws. 19,10 Uit het boek der boeken 19,20 Cello en piano 19,45 Act. 20,00 Lijdensmeditatie 21,00 Radio Filharm. ork. 22,15 Pianorec. 22,40 Koor, trompetten en orgel 23,00 Nws. 23,15-24,00 Nouveautés BRUSSEL, 324 m. 12,00 Gram. 12,30 Weerber. 12,34 Gram. 13,00 Nws. 13,11 Gram. 14,00 Schoolradio 16,00 Koersen 16,02 Orgelspel 16,30 Klarinet en piano 16,50 Gram. 17,00 Nws. 17,10 Gram. 17,15 Omr.ork. en sol. 17,45 Boekbespr. 18,00 Jeugd en muziek 18,30 V.d. sold. 19,00 Nws. 19.45 Gram. 19,50 Caus. 20.00 V.d. vrouw 21,00 Omr.ork. en sol. 22,00 Nws. 22A1 Pianotrio 22,30 Gram. 22,55-23,00 Nws. BRUSSEL, 484 m. 12,00 Gram. 13,00 Nws. 13,10 Lichte muz. 14,45 Omr.ork. 16,05 Lichte muz. 17,00 Nws. 17,10 Gram. 18,00 V.d. sold. 19,30 Nws. 20.00 Groot Symf.-ork. en sol. 21,50 Gram. 22,00 Nws. 22,10 Vrije tijd 22,55 Nws. DINSDAG, 12 MAART 1957 NTS: 20,30 Journ. en weeroverz. 20,45- 22,00 Filmprogr. VLAAMS BELG.: 19,00 V.d. kind. 19,30 De kath. gedachte en actie 20,00 Nws. 20,30 Interv. 20,50 Gevallen vrouwen, film 22,10 Nws. en journ. FRANS BELG.: 19.00 Les Aventures de l'Aigle Noir 19.30 Kunst, literatuur en wetenschap 20,00 Act. 20,40 Gevar.progr. 22,10 Dimanche matin, film. Hierna: We- reldnws. 21) „Zullen we nu maar ophouden met er omheen te draaien en onze kaarten voor elkaar open leggen?" Haar hart begon sneller te klop ten- „Wat hebt u dan voor kaarten, Weneer Benders?" „Uw kaarten samen met de mijne vormen een volledig spel, juffrouw Hussel. Elk spel op zichzelf is ech- }er misère ouverte". U bent in het bezit van de juiste aanwijzingen en de nauwkeurige getallen, welke de u(standen aangeven. Ik bezit de aan wijzingen over het aantal duimen, of voeten, of meters of schreden, of va demen of roeden. Met andere woor den, ieder van ons beiden heeft een Sleutel, maar zonder beide sleutels le samen is de juiste plek niet te vinden". Hij begon zachtjes te la- S A Lida, je overgrootmoe der heeft tegen me gelogen". „Grootmoeder", antwoordde Lida, „is een verstandige oude vrouw. Ze heeft je doorzien. Dat vind ik grap pig. vind je ook niet? Jij was er zo zeker van dat je grootmoeder wel in het ootje kon nemen, en daarna ben je vlug hierheen gegaan om haar spaarpotje te legen". Jack Benders lachte, als had hij er werkelijk pret in. „Ju. Ik ben wel wat al te voor barig geweest... En nu staan we hier. Wat nu verder?" .-...Wel", antwoordde Lida terstond, „jij schijnt te menen, dat er over te praten valt. Ik ben van mening dat al wat mijn overgrootvader hier heeft achtergelaten in zijn geheel aan mijn overgrootmoeder toebehoort". Hij schudde vriendelijk afwerend het hoofd. „Neen, Lida. Het is een verborgen schat en die behoort aan de vinder toe. Ik weet, waar hij ligt en dat is hier ergens. Ik kan je zelfs een uit gangspunt aanwijzen en dat is dit kruis hier. Maar we zullen de schat nooit of nimmer vinden, als we onze gegevens niet samenvoegen." „Ik zie wel, waar je heen wilt", zei Lida. „Zeg de rest nu ook maar". „Lida" zei hij ernstig, „ik heb nu al 3000 dollar aan dit geval be steed. Ik heb die eraan gewaagd om mezelf een fortuin te vinden. Ik wil heel billijk zijn. Ik zal je een rede lijk aanbod doen. We zullen samen delen, half om half." Langzaam aan begon ze iets te snappen van het karakter van de man, met wie ze te doen had, maar ze wilde hem nog beter leren kennen. „Neen", zei ze. „Ik weet nog hele maal niet, wat het is, of wat het waard kan zijn, maar half om half is belachelijk! „Ik weet wel, wat er is", ant woordde hij. „Die ouwe lui hebben mg een en ander verteld, ze heb ben het gezien. Nooit hadden ze iets dergelijks onder ogen gehad en ze hebben me alles verteld wat ik nodig heb te weten. Het is een vrij grote bus, zowat twintig centimeter hoog en tien in doorsnee, cylindervormig en gesloten met een deksel, dat zo precies past, dat er geen lucht bij kan komen. Hij is van zacht, grauw metaal, tin of lood, denk ik, en hele maal gevuld met wat die onnozele in landers „mooie keitjes" noemen, blauwe en groene, rode en witte". Er viel niet aan te twijfelen, of hij wist heel goed wat hij vertel de. Er zou heel wat tact voor nodig zijn, om van hem te weten te komen, wat ze weten wilde. „Met andere woorden", vervolgde Benders, „die bus zat vol met sma ragden en saffieren, robijnen en dia manten. En dat is een hele massa. Lida! En bij de tegenwoordige prij zen voor edelstenen heb je er om fortuin te maken, niet eens zo heel veel nodig. Er valt heel wat te delen; zullen we dus verstandig zijn en zakelijk?" Hij vatte de zaak wel duidelijk en nuchter samen. Ze besefte, dat hij zich in een voordelige handelspositie bevond. Ze hingen beiden van elkan der af, dat was zo; maar hij had een zekere voorsprong op haar, om dat hij hier het eerst gekomen was en hij zou daarvan zoveel mogelijk voor deel trachten te trekken. Voordat ze zich echter aan onderhandelingen waagde, moest ze meer over hem zien te weten te komen. „Toen je bij ons thuis kwam, wist je al van die schat af. Als je 'n behoorlijke sportieve kerel was, dan had - grootje van die schat moeten vertellen, inplaats van.zo geslepen te handelen. Zij is een royaal iemand. Maar je dacht dat je een hulpbehoe vend viaronnegentig-jarig mens wel in de maling kon nemen." „Kom nou, Lida", zei hij beris pend. „Neen, een ogenblikje! Dat is een erg gemene beschuldiging. Je weet werkelijk niets van mijn be weegredenen af. Ik heb altijd de be doeling gehad, die bus aan je groot moeder te geven, maar ik moest er natuurlijk voor zorgen, dat ik er zelf geen schade bij had. Ik moest om eigen belang ook denken. We houden het beiden voor zeker dat die bus waardevolle stenen bevat en een groot fortuin vertegenwoordigt. Maar hoe is je overgrootvader eraan ge komen? Op een rechtvaardige ma nier?" „Dat wil ik erop wagen", zei Lida vinnig. „Toch moet je mijn positie waar deren Lida. Ik zag er natuurlijk te gen op de kans te lopen, medeplich tige aan een misdaad te worden". „Maar over die angstvalligheid ben je nu toch wel heen", zei Lida. „Ik wil je behulpzaam zijn", ant woordde de jonge man, „maar tege lijkertijd wil ik mezelf niet benade len". „Dat snap ik. En, ben je er zo zeker van, dat de helft van die schat je voldoende waarborg biedt?" „Toe, Lida, laten we nou niet sar castisch worden. Ik heb je een heel mooi aanbod gedaan". „Laten we nou liever ophouden met zo dwaas te doen!" zei Lida. Hij loosde een zuchtje. „Ik begrijp wat je voelt en ik voorzie wat je doen zult. Je zult dit hele eiland desnoods ondersteboven keren. Je zult iedereen ondervragen. Maar je zult de schat niet vinden, Lida, dat weet ik zeker. Ik heb ook al ge zocht. Ik heb al een heel jaar lang gezocht. Ten ij wij onze gegevens samenvoegen, zal geen van ons bei den he.n vinden. En ik zit niet graag op dit eiland, Lida. Het is hier af schuwelijk eentonig en vervelend. Geen bioscoop. Geen concerten. Geen toneel. Geen enkel café! 's Nachts zelfs geen lantaarn. Ik ben er niet op gesteld, hier een dag langer te blijven dan nodig is. Begrijp je dat?" „Dat is merkwaardig", zei Lida. „Ik vind Matabonga verrukkelijk. Zo rustig en stil." „De sloep is niet mijn eigendom", zei hij. „Ik charter haar van dag tot dag voor twintig dollar per etmaal. Elke dag. die je langer aan het schatzoeken besteedt, kost je geld. Elke dag uitstel van je toegeven aan mijn voorwaarden, die toch zo rede lijk en billijk zijn, vraag ik vijf pro cent meer als mijn aandeel. Van daag is het vijftig procent. Als je een week lang koppig blijft, stijgt mijn aandeel tot vi,f en tachtig pro cent". „En na veertien dagen", merkte Lida droogweg op, „is jouw aandeel gestegen tot honderd en twintig pro cent!" Ze begon te lachen. „Maar ik begrijp heel goed, waar je heen wilt". „Mooi zo!" riep hij uit. Zullen we dan zaken doen op een grondslag van vijftig procent, zonder meer?" „Neen! „Je bent al te haastig en koppig, Lida! „Nou, goed, laat me er dan over nadenken, meneer Benders. Ik zal u vanavond mijn antwoord geven". Hij zei glimlachend: „Dat is rede lijk, Lida, heel redelijk. Ga je mee naar beneden?" „Neen", zei ze kortaf. Toen hij tussen de struiken ver dwenen was, zette zij zich neer op het vlakke stenen voetstuk van het kruis en deed haar best om koel en rustig na te denken over het geval. Ze twijfelde er geen ogenblik aan of dit kruis was het punt, van waar uit het onde -aek naar de schat een aanvang moest nemen. Een rechte lijn, getrokken over de beide kraters en het kruis verdeelde het eiland vrijwel precies in twee helften en die lijn liep dan van zuid naar noord. Ze zat met hei gelaat naar het noor den en het schamele dorpje aan haar rechterhand lag dus ten oosten van het kruis. Links, waar de ruige hel ling lag was dus het westen en ze zat met haar rug naar het zuiden. In haar gedachten ging ze de aan wijzingen en getallen na, die haar grootmoeder haar had gegeven. Bij haar oefeningen in het schieten had grootje in oostelijke richting ge schoten. Dat zou dus in de richting van het dorp zijn geweest. Peter Fransen was naar de poolstreken ge trokken.... naar het Noorden. Groot moeder was getrouwd om drie uur 's middags. Dat uur en het aantal dagen, dat de kleine Han geleefd had, waren aanwijzingen van bepaalde af- metingei of maten; maar, waren die maten nu bedoeld als voeten, dui men. ellen, vademen of schreden? Lida had haar camera meegeno men. Ze legde voor grootmoeder een dagboek met foto's aan van heel haar tocht. Ze maakte verscheidene opnamen van het kruis en van het uitzicht naar alle kanten rondom dat kruis. Daarna daalde ze de helling af en nam kiekjes van het dorp en van enkele groepjes inboorlingen. Hier kwam Tara haar opzoeken en ze begon met zijn hulp als tolk, de inwoners te ondervragen. De mensen waren buitengewoon vriendelijk en mededeelzaam. De vrouwen hielden op met het maken van „tapa" en de mannen met her stellen van hun visnetten en ver drongen zich rondom haar heen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 3