Twintig jaar uiterste
termijn voor
herstel
VAN NELLE
Onze lastige moedertaal
Zeker 'n Witte Kerstmis
Dc draaiende schijf
Shag die vóór iigtl
it voor
an!
DERDE BLAD
WOENSDAG 19 DECEMBER 1956
- Bergen op Zoom's Grote Kerk in verval
Mooiste monument
HOOFDPIJN?
WEG HOOFDPIJN!
Historisch belang
Markant silhouet
Liederen
Tentoonstelling van
textiel in Den Bosch
BOEKENPLANK
De grote verleiding
Een wandeling langs Antwerpse
winkels en drankhuizen
Niet voor de jeugd
De tocht naar het
onbekende
Waarom
i
het duurt niet lang
ridder hoort een
tsel. Vlakbij hem
rachtig hert tussen
Aram heft zijn
op hetzelfde ogen-
een pijl rakelings
gezicht en begraaft
1 in de eikenstam!
(Van onze speciale verslaggever)
sou
Als Bergen op Zoom eens miljoenen bezat. Dan
het de binnenstad met de vele smalle straatjes en steegjes
saneren. Dan zou het een grootse haven bezitten, een rian
te schoutvburg, een nieuw ziekenhuis, maar Bergen op
Zoom heeft geen miljoenen. En toch zal straks het Mar
kiezenhof ingericht moeten ivorden. En toch gaan de ge
dachten uit naar de restauratie van de oude, in verval
zijnde Sint Gertrudiskerk. Er is nog zo veel te doen in het
grijze Bergen!
Gij moet, om volledig mee te le
ven met het verhaal, dat op deze
bladzijde verteld gaat worden, met
de historicus teruggaan naar de der
tiende eeuw en gij treft dan in het
Brabantse land reeds een aantal
mensen aan, die de lof van God wil
len verkondigen in kerkgebouwen en
omdat zij hun godsdienst lief heb
ben slaan zij aan de arbeid en cre
ëren zij over een reeks van tiental
len jaren kerken, die ook in de twin
tigste eeuw de lof van deze vrome
mensen nog luid verkondigen. Want
de dichters van deze dagen dopen
hun pen nog altijd in de inktpot om
de glorie te zingen van de kerken
en katedralen, om te juichen over
de zuivere klanken van het carillon
en de schrijvers van het zachte en
tere proza zoeken ook in deze mecha
nische en dynamische twintigste
eeuw naar welluidende zinnen om
roem te schenken aan een aantal
mensen, die het wonderlijke talent
bezaten om met primitieve middelen
een monument te scheppen.
Een monument, zoals de Sint Ger-
truidiskerk van Bergen op Zoom, die
een rijke historie met veel ups en
downs heeft geschreven, maar altijd
een monument is gebleven en het
ook zal blijven, indien de middelen
worden gevonden om de kerk te res
taureren. Er is een gerechtvaardig
de en trotse hoop, dat dit zal gebeu
ren, want een volk, dat zijn voor
ouders lief heeft, laat geen monu
menten verloren gaan.
Gij zult op deze bladzijden niet veel
jaartallen lezen, want het is een ver
moeiende bezigheid daarmee aan de
gang te blijven en bovendien kunt
gij ze vinden in de diverse boekjes
en geschriften, die er over de kerk
bestaan. Maar om aan de kritiek van
de historici te ontsnappen kan het
nuttig zijn te vermelden, dat de in
de aanhef geciteerde dertiende eeuw
een uit de lucht gegrepen zaak is,
want het is met geen mogelijkheid
te zeggen, wanneer precies aan de
bouw van de Sint Gertrudiskerk is
begonnen en het is bovendien voor
de strekking van deze regels niet
zo belangrijk, want zij hebben geen
ander doel dan de aandacht van
het publiek te richten op een kerk,
die door de eeuwen heen de trots van
Bergen op Zoom is geweest en die
op dit moment in een zodanige staat
verkeert, dat de technici in alle ge
moedsrust durven te verklaren, dat
de kerk over een goede vijfentwintig
jaar een ruine zal zijn, wanneer er
niet op zeer korte termijn maat
regelen worden genomen.
Wanneer gij het woord maatregelen
tegenkomt denkt gij toch onwillekeu
rig weer terug aan het verleden van
die kerk, eenmaal het eigendom van
de katholieken, die honderden en
zelfs duizenden guldens hebben uit
gegeven om dit gebouw tot stand te
brengen. En gij denkt vooral ook
aan de middelen, die de mensen in
die oude tijd bezaten om een kerk
te bouwen of te herbouwen. Voer
den zij stenen niet aan over verre
afstanden en over hobbelige wegen,
die in de tegenwoordige tijd de naarri
,,weg" niet eens zouden krijgen? En
met hoeveel mensen werkten zij niet
aan het tot stand brengen van een
Godshuis, dat de giorie moest wor
den van stad en streek Offers, ont
zettende offers brachten de brave
burgers uit de vroegere eeuwen voor
het bezit van hun kerken, offers van
een omvang en allure, die in deze
tijd niet meer mogelijk schijnen.
Maar genoeg over dit chapiter.
Eenmaal hebben de katholieken de
Sint Gertrudiskerk van Bergen in be
zit gehad. Het fraaie bouwwerk is in
handen van de protestanten overge
gaan. Ook dat is geschiedenis, zo
als er nu opnieuw historie zal wor
den geschreven, indien de kerk ge
restaureerd wordt hetgeen zo bitter
noodzakelijk is.
De technicus, die Bergen liet we
ten, dat de kerk over vijfentwintig
laar een ruine zal zijn, indien niet
direct een aantal maatregelen wordt
Êenomen, heette ir. J. de Wilde uit
reda. En hij vertelde waarom de
kerk in een ruine zal veranderen als
er niets aan wordt gedaan. Hij deed
dat kort en krachtig. Er zijn honder
den leien gesneuveld en het is vol
doende één tik tegen het dak te ge
ven om opnieuw honderden leien on
klaar te maken. De gevolgen zijn de
sastreus, want het regent overal
De steunberen
groot verval, zo groot, dat restaura
tie van het gehele gebouw binnen een
tijdsbestek van twintig jaar nodig is.
Dat zijn de feiten, die herstel en
herstel vragen. Maar de technicus
zou niet ir. J. de Wilde heten, indien
hij niet ook aandacht had voor het
andere punt, dat herstel zo wenselijk
maakt.Bergen op Zoom bezit niet zo
veel monumenten en het moet er dus
zuinig op zijn. De stad heeft het
stadhuis weten te restaureren en te
vens de gevangenpoort. Het zal straks
een beurt geven aan het Markiezen
hof, maar er is ook nog een kerk,
die de aandacht verdient en krijgt.
„We leven in een periode van hoog
conjunctuur", zei de ingenieur. „We
hebben in deze tijd toch vooral ook
de taak de cultuur te beschermen.
Deze kerk is een brok cultuur. Hoe
kunnen we de cultuur beter verdedi
gen dan door deze kerk te restaure
ren. Deze kerk in oude glorie te her
stellen. Het is het mooiste monu
ment van Bergen. En natuurlijk is
daar een kapitaal voor nodig, een
groot kapitaal zelfs. Ik sehat drie tot
vier miljoen te moeten uittrekken
voor een volledig herstel. Is dat ech
ter veel voor een restauratie die on
geveer twintig jaar in beslag zal ne
men?"
In gedachten was de technicus, de
vriend van de oude kerken reeds
aan het herstellen toe. Eerst het dak
want de spanten zijn opengereten, tja
door de worm! Daarna komen de
muren aan de beurt. Die moeten ge
zond gemaakt worden. En de ramen
oei die ramen. Hier doen zich stijl
problemen voor rondom gotische tra-
(Advertentie)
ceringen. Het interieur. Het her
scheppen van de wandelkerk, het op
halen van de vloeren en dan de oost-
wand. Die moet worden ontdaan van
een lelijke, een zeer lelijke bemetse-
ling. Het is een geweldige taak, maar
heel misschien komen er nog be
schilderingen tevoorschijn. Deze oude
kerk moet ergens beschilderingen rijk
zijn. Inderdaad, er moet met jaren
plannen worden gewerkt.
En zodra het woord jarenplan er
uit is moet de architect denken aan
de grote kerk in Breda Wanneer werd
ook weer begonnen met de restau
ratie van die kerk? Was dat niet in
1904? Waarachtig, meer dan vijftig
jaar geleden. En nog is het werk
niet af. Er verlopen nog minstens
zeven a acht jaren alvorens deze
kerk zijn oude luister volledig zal be
zitten. Er is zo veel te doen. Zeker,
ook in Bergen op Zoom. want liggen
in deze kerk niet 'n aantal oude graf
monumenten, die een betere inde
ling verdienen? Als het geld er maar
komt, zoals er de vier-en-een-half
miljoen voor de Bredase kerk zijn
gekomen. Dan zal het wel lukken!
Geld. Een. magisch woord.
Maar wat betekent het tegenover
het mooiste monument?"
Gij kunt u voorstellen, dat het niet
op de eerste plaats de architect is,
die met restauratiegedachten rond
loopt. Ook dominee O. Elseman, de
predikant van de hervormden, denkt
na over het herstel van de Sint Ger-
trudis, die te groot is om helemaal
door zijn gemeente
bruikt,maar die toch hersteld moet
worden, want het is een historisch
en traditioneel belang.
De oude Sint Gertrudis, thans in
gesloten door een groot aantal pan
den was altijd dè verfraaiing van het
Bergse stadsbeeld. Aan ontmanteling
valt niet de denken, maar wel aan
restauratie, want dan kan de kerk
het stadsbeeld toch opnieuw ver
fraaien. Zullen er niet meer toeris
ten naar het Scheldestadje komen,
indien de kerk zijn oude luister be
zit? O ja, welke oude luister. Hoe
moet er nu gerestaureerd gaan wor
den. Dat is niet zo gemakkelijk,
want er zijn vele tekeningen van hoe
eens de kerk is geweest. Moet de
kerk zijn vorm krijgen zoals die na
1747 is geweest of moet de kerk een
oudere vorm krijgen, zoals die van
1475 bijvoorbeeld? Dat lijkt een la
tere zorg te zijn, maar het is toch
wel een boeiend probleem, dat niet
zo gemakkelijk is op te lossen, want
het een kost meer dan het ander en
hoe zal het met de financien zijn?
De hervormde gemeente staat een
zware last te wachten. Natuurlijk,
monumentenzorg helpt en van een
comité mag ook wel iets worden ver
wacht. En daarnaast eigen acties.
Misschien een nationale loterij en na
tuurlijk plaatselijk ook beweging
brengen. Hoe zullen de katholieken
van Bergen reageren? Zullen zij de
ze kerk mee helpen opbouwen? De
hervormden kunnen niet de gehele
kerk gebruiken. Te groot, te moei
lijk te verwarmen, alles veel te kost
baar. Vandaar het alternatief van en
kele jaren geleden. Restaureren of
verkopen. Het is restaureren gewor
den, maar het is een lastige opga
ve. Wat zal er met de rest van de
kerk gebeuren? Wordt er een con
certgelegenheid geschapen? Er zitten
mogelijkheden in! Misschien een mu
seumruimte? De tijd zal het leren,
maar het belangrijkste..
..Het belangrijkste is het herstel",
zegt de dominee. ,,Een daarbij stel ik
uitdrukkelijk op de voorgrond 't his
torisch en traditioneel belang van de
ze kerk".
En deze gedachte bezat deze do
minee niet alleen. Want ook zijn col
lega, ds. J.C. Wisse, uit zich in de
zelfde geest". Deze kerk is een van
de belangrijkste zaken, die ons voor
geslacht ons heeft achtergelaten. Het
is derhalve onze duurzame plicht die
zaak te behoeden voor verval".
En als gij het woord voorgeslacht
leest dan komt gij weer terug op de
Brabanders van vroeger eeuwen,
die kerken konden bouwen en gij
vraagt u opnieuw af hoe zij ooit in
staat zijn geweest zulke fraaie vor
men te geven aan de toren, die door
een smet in zijn bestaan de lelijke (en
populaire) naam Peperbus' heeft ge
kregen. Dat hebben die werkers uit
de dertiende en andere eeuwen toch
waarachtig niet verdiend, maar het
is nu eenmaal zo geworden. Er staat
ergens in het boek „Land en Volk
van Brabant" een artikel van de han
den van de heren Joan Willems en
Frans van der Ven, waarin gelezen
kan worden: ,.hoog en weelderig rijst
de toren van Breda machtig en zwaar
regeert hij over de kleurig-rode da
ken van Bergen op Zoom.
Over die toren behoeven zich de
ingenieur en de dominees geen zor
gen meer te maken, want nog slechts
vier jaren geleden werd de restau
ratie van de Peperbus" voltooid.
Het markante silhouet van de oude
stad wérd behouden door architect
ir. A. van der Steur uit Rotterdam.
Zal in 1957 ir. J. de Wilde met de
restauratie van de kerk zelf kunnen
n£ Deutsche Grammophon Gesell-
schaft laat op 17004 LPE de bas
Kim Borg een drietal liederen zin
gen van Schubert (an die Leier,
Grenzen der Menschheit, der König
in Thule), een van Schumann
(diens beroemde toonzetting van
„Die beiden Grenadierevan Hein-
rich Heine met de formidabele ver
werking van de Marseillaise) en
een tweetal van de onvolprezen
Carl Loewe (kleine Haushalt en
Hochzeitslied)De plaat biedt een
goede gelegenheid om de beroemde
liederencomponist Schubert te ver
gelijken met de minder beroemde,
althans minder algemeen bekende
Carl Loewe en die vergelijking
voert alras tot de conclusie, dat er
voor de achterstelling van Loewe
niet de minste reden is. Integen
deel; het is toch wel duidelijk, dat
Loewe beslist beter is. Hij is man
nelijker, draait er minder om heen
en is pakkender in zijn muziek, die
de tekst op de voet volgt, waardoor
de wijdlopigheid van Schubert
die overigens wel de kunst verstaat
om iemand op zoete tonen „mee te
nemen" wordt vermeden. Ik
schreef daarover een vorige maal;
het lijkt goed nu op deze uitgave
de aandacht te vestigen. Ook hem
wiens belangstelling nu niet op de
eerste plaats naar het lied uitgaat,
zal Loewe iets doen.
f^OONT het de moeite op dit
plaatje twee Duitse tijdgenoten
met elkaar te vergelijken; zo loont
het evenzeer het L.W. 5246 plaatje
van Decca te leggen naast A00748R
van Philips. Het eerste bevat lie
deren van Ravel en wel vijf Griekse
volksliederen en de drie Chansons
Madecasses, liederen uit Madagas
kar. De tweede plaat bevat wel is
waar geen liederen, doch geeft een
werk van de tijdgenoot van Ravel,
Albert Roussel, nl. de 2 suiten uit
het ballet „Bacchus en Ariadne".
Men constateert hetzelfde als bij
Schubert-Loewe. Ravel is een stuk
beroemder dan Roussel, maar is dit
gerechtvaardigd? Feit is, dat de
beide suites van Roussel ge
bracht door het orkest des Concerts
Lamoureux o.l.v. Jean Ma-rtinon
een aaneenschakeling zijn van
kleurrijke en zeer markante muziek
die een persoonlijke stijl verraadt,
afwijkend van de vloeiender en
meer gevooisde stijl van Ravel,
maar juist als bij Loewe mannelij
ker, meer recht op het doel afgaand.
Ook hier wordt men niet meege
nomen op vloeiende tonen, doch
door dramatische kracht, terwijl
als Roussel er zin in heeft, zijn
kleurenpalet niet onder doet voor
het raffinement ter zake van Ravel.
Waarmee niets ten nadele van de
laatste worde gezegd, maar waar
mee wel worde gevraagd, hoe het
komt, dat ook hier een bij uitstek
mannelijke componist het in de
waardering zozeer moet afleggen
tegen de zachter ingestelde, die
over het algemeen meer lyrisch
schrijft.
Over het algemeen, doch het
minst in zijn liederen, of in alle
werk, dat op een tekst is gebaseerd.
Daarin is merkwaardig genoeg ook
Ravel van een grote direktheid,
zonder franje, met overigens fijne
klankkleur (hier van piano, fluit,
cello). Daarom kennen slechts wei
nigen zijn liederen, wat een niet
te onderschatten verlies is.
(Advertentie)
(Advertentie)
De nieuwe BM shag van VAN NELLE ligt vooraan.
In smaak, in geur, in kwaliteit
De pure (lange!) Virginia tabak rolt gemakkeliik.
zult genieten van deze
nieuwe VAN NELLE shag
ëa
Hl
Van 20 december tot en met 6
januari wordt in de koninklijke school
voor kunst en kunstnijverheid te
's-Hertogenbosch een tentoonstelling
gehouden van internationale woning
en kledingtextiel. De expositie, die
is samengesteld en ingericht in sa
menwerking met het tijdschrift „In
ternationale Textiles" en het ge
meentebestuur van 's-Hertogenbosch,
wordt geopend op donderdagmiddag
20 december te 15.30 uur en inge
leid door de textiel - dessin - ont
werper J. J. Huigen, docent aan de
koninklijke school.
(O als 't ..«'"qSJ
moet zijn
Richard Llewellyn, de schrijver,
die vooral bekendheid kreeg door
„Hoe groen is mijn dal", heeft in dit
boek een poging gedaan om psycho
logisch te verklaren, hoe een Burgess
en Maclean tot hun verraad aan En
geland en aan het Westen zijn geko
men. Hij schildert ons de wereld van
de Britse buitenlandse dienst, waar
oude tradities wrokken tegen de nieu
we evoluties, waar de macht van
Amerika allerlei wrevel opwekt tegen
de topfiguren, die Washington te veel
naar de ogen zoudén zien, waar ook
de immoraliteit de goede begrippen
ondergraaft. Hoofdpersoon is de amb
tenaar Hamish Gleave, die door zijn
vader reeds was opgezet tegen het
Lot, dat hem de pas afsneed naar
de hogere kringen van de society.
Dit vergiftigt zijn denken, al heeft hij
dan een behoorlijk bestaan, een har
telijke vrouw en een paar aardige kin
deren, een vriendelijk huis. Handige
agenten spinnen hem in met „toeval
lige" ontmoetingen en gesprekken,
met discussies, die Westerse begrip
pen op een gevaarlijke helling zet
ten. De verleiding van luxe en vrou
wen doet de rest. Llewellyn heeft dit
proces van morele desintegratie heel
knap geschilderd. Men moet zeggen:
loodnpï^HrifJf ZT^n aanêetas}: en de In de stad Antwerpen",
P dreigt. De kerk verkeert in' Opvallend is hoe de meeste taal-
In verband met bedenkingen tegen het steeds toenemend aantal winkels
in Antwerpen, die Franse opschriften op hun uitstalramen plaatsen, gaf een
lezer aan het Handelsblad van Antwerpen de raad eens een wandeling te
maken langs de zaken en cafés. „U zult er Versteld van staan", zo schreef
hij, „hoe weinig Vlaamse zakenlui er In slagen hun Nederlandse opschrif
ten correct neer te kalken".
en schrijffouten gemaakt worden
door handelaars en cafébazen in de
uitgesproken volkswijken. We den
ken hierbij aan de buurt van de Vee
markt, de Vlaamse kaai, de Seefhoek
Jodenkwartier enz. De taaipiraten
zijn daar gewoonlijk mensen van de
buiten met slechts een primaire scho
ling. Toch moet er eerlijkheidshalve
aan toegevoegd worden, dat ook in
de „betere" middens wel eens bokken
geschoten worden en er is in Ant
werpen zelfs een apotheek met
„s'Zondags gesloten". De apostrof
is er achter de s geplaatst. En on
getwijfeld vindt men ook minder taal
fouten op de elegantere uitstalramen,
omdat deze doorgaans geschilderd
worden in opdracht van publiciteits
bureaus of door gevestigde reclame
schilders.
Het leeuweaandeel aan fouten
eisen de volkscafébazen met hun uit
hangborden én de kruideniers en
slagers met inderhaast volgekalkte
zwarte bordjes waar bijvoorbeeld het
„kwalitteitsartiekel" van de dag op
aangeprezen wordt.
Tot de meest gebruikte varianten
van beefsteak behoren: biefstuk, bief-
steek, biefsteak, bifsteck en bufstek.
Ook de roastbeef ontsnapt niet aan de
Een redacteur van het blad is in
derdaad op stap gegaan. De tocht
langs de Antwerpse winkels en drank
tempels heeft hem vaak hartelijk
doen lachen, maar toch heeft hij na
derhand met bitterheid in het hart
bedacht hoe moeilijk de Antwerpse
jeugd het wel moet hebben als ze
op weg naar de school de haar in
geprente wijze lessen wil toetsen aan
de etalage-opschriften.
Toen de schrijver zelf nog op de
schoolbanken zat, waarschuwde zijn
leraar hem al voor bedrieglijke op
schriften zoals „Hier zet men koffie
en over" aan de Schelde te Antwer
pen en „Hier zet men koffie en fiet
sen" aan de basiliek van Scherpen-
heuvel. Voor dergelijke leuzen, zei de
leraar, moest hij steeds „zijn neus
en zijn broek optrekken". De com
merciële taalvirtuositeit is er sinds
dien niet op vooruitgegaan en zoals
sinds eeuwen het geval is vindt men
haast in alle straten vitrines, waar
op de S achterstevoren staat, zoals
taaifantasie van de Antwerpse sla
ger. De simpelste versie ervan is
wel „rosbuf".
Waarom zovele handelaars hun
naam op hun gevel doen voorafgaan
met „Huis" blijft een raadsel. Nie
mand zou b.v. toch kunnen denken
dat het om een vliegdekschip gaat.
Debrasserij
Herbergiers kunnen met hun moe
dertaal ook wel eens een loopje ne
men. Talloos zijn de drankgelegen
heden die „In DEN Anker" gedoopt
werden. Langs de Scheldekaaien vindt
men een tempel van Bacchus, waar
van dc eigenaar de tweetaligheid na
streefde. door op het ene uitstalraam
te schrijven „Brasserie" en op het
andere „Brasserij". Elders ontliep
een snuggere pompier alle taaihinder
palen door zijn uithangbord een oud-
Nederlands cachet te geven, hij
schreef ,,,,In 't vligend peert".
Duivenmelkers drinken bij voor
keur bier onder het opschrift „De
geplakte Duif". Een verkeerd begre
pen propaganda voor aan mekaar ge
lijmde snelwiekige vogels!
Niet ver daar vandaan deed een
herbergier een poging tot taaivereen
voudiging, hij woont in „De stad
Roeselaar". Zijn buurman, houder
van een duistere garage, doet „repa
raties bij dag en nagt". Elders leest
men „t'Hoefijzer". We begrijpen best
dat niet iedereen Latijn studeerde.
Vandaar dat „In de coneurent" ook
al eens voor de verandering met
slechts één r geschreven wordt. Ant
werpen is een stad waar etablisse
menten met „kamers voor rijzigers"
op volle toeren draaien. Toch is het
zo dat zij meer „confort" dan com-
1 fort aan hun klanten aanbieden.
Waar zelfs personen op de hoogste
sport van de maatschappelijke ladder
dagelijks zondigen tegen de regel van
dt uit de lagere school, mag het nie
mand verwonderen dat de brave krui
denier zijn zaak meer allures geeft
met aan te kondigen „men besteld
ten huize". Ook „Hier aanvaard men
schilderwerken" getuigt van die
grammaticale leemte.
„Electrishe uitrustingen" worden in
Antwerpen bij de vleet te koop aange
boden en legio zijn de handelszaken
wier opschrift „In de kleinen bazaar"
regen en wind trotseert.
In de omgeving van de Kievitstraat
ervaart men dat het Duits toch een
invloed heeft op het Nederlands, daar
is alles „per stuck" getekend.
„Twedehandsch artiekelen" doen het
nog steeds, evenals de taaie „sluiting
1 dezer dagen".
De voorbije hamsterwoede bracht
in vele etalages plakkaten met
..Extra rijs" en „Japaneesche reyst"
De meesten hebben als enige lei
draad de fonetika, die hen er toe
aanzet te spreken van superproduk-
ten" en „kwalitteit-handoeken".
Reggeloten
De meeste openbare W.C.'s in de
sinjorenstad zijn niet toegankelijk
voor dames maar wel voor „damen"
Zeer belangwekkend zijn gans het
jaar door de dagelijse opschriften in
de groentenwinkels. Daar wordt ge
zwind gesproken van „salaad" en
„sarlaad", van parei en parij, van
witloof i.p.v. witlof, van schorsenee-
len i.p.v. schorseneren, en welke
groentenman durft met krijt op zijn
bordje schrijven „reine claude" in
plaats van reggeloten of zelfs rein-
kloten?
Maar ja. wat wilt ge de steen wer
pen naar die eenvoudige mensen als
zelfs in het parlement de vertegen
woordigers van het volk Montalem-
bert verwarren met Camenbert en het
zwaard van Damocles met 't zwaard
van Damascus?
Zo heeft het kunnen gebeuren. Ver
schillende personen, die tot dit ver
raad bewust of onbewust bijdragen,
zijn ook levensecht neergezet. Bij an
dere heeft hij er het te dik opgelegd
zoals bij de vampier Magril. In ieder
geval krijgt men geen hoge dunk van
de personen, die het Foreign Office
bevolken. Voor levenservarenen een
interessant boek. Elsevier gaf het uit.
In een aantrekkelijke Heldenserie,
door de Boekdr. Helmond op sta
pel gezet, is nu ook een boekje over
Columbus verschenen. Sandor Kiss
wederom de schrijver. Het leven van
de avontuurlijke Genuees, wiens ont
dekking zulk een ontzaglijke invloed
heeft gehad en heeft op de verdere
geschiedenis der mensheid, wordt
hier in bevattelijke taal verteld Toch
dunkt ons de schrijver hier riitt zo
geïnspireerd geweest als in andere
deeltjes. Niettemin zal ook dit boek
je, mede door de handzame uitvoe
ring zijn weg wel vinden.
(Advertenties)
zou U
bij de pakken neerzitten i
Weet U dan niet dat U met de nieuwe
supersnelle Perutz-Peromnia-25 ook nt»
haarscherpe, heldere foto's maakt By
huiskamerlicht, al9 U eens geen flits-
apparaat by de band hebt Maar ook
bij zon- en flitslicht. Flits op 1 meter
afstand, op 2 meter, op 8zelfs met
de eenvoudigste box behoudt U een
mooie doortekening. De supersnelle film
die in het „donkere" jaargetij alles kan I
yT« belichten als 28 o DIN bij daglicht
als 30 o DIN by kunstlicht
No t ONDER DE J binnen of buiten. 2
SNELLE FILMS, J of U fUtrt of wol!
Wie er straks ook te mopperen zal
hebben omdat hij geen „witte
Kerstmis" heeft gehad, zeker niet
de mannen die zich aan boord be
vinden van een van de olietankers,
van de Amerikaanse marine, welke
deelneemt aan de „operatie diep
vries", een grootscheepse marine
oefening in het Zuidpoolgebied. De
tanker is nl. tijdens een sneeuw
storm in maart van dit jaar vastge
lopen in sneeuw en ijs en zit sinds
dien onwrikbaar. De foto laat het
schip zien temidden van de
witte woesteny.
i|
j