Twintig jaar uiterste termijn voor herstel VAN NELLE Onze lastige moedertaal Zeker 'n Witte Kerstmis Dc draaiende schijf Shag die vóór iigtl it voor an! DERDE BLAD WOENSDAG 19 DECEMBER 1956 - Bergen op Zoom's Grote Kerk in verval Mooiste monument HOOFDPIJN? WEG HOOFDPIJN! Historisch belang Markant silhouet Liederen Tentoonstelling van textiel in Den Bosch BOEKENPLANK De grote verleiding Een wandeling langs Antwerpse winkels en drankhuizen Niet voor de jeugd De tocht naar het onbekende Waarom i het duurt niet lang ridder hoort een tsel. Vlakbij hem rachtig hert tussen Aram heft zijn op hetzelfde ogen- een pijl rakelings gezicht en begraaft 1 in de eikenstam! (Van onze speciale verslaggever) sou Als Bergen op Zoom eens miljoenen bezat. Dan het de binnenstad met de vele smalle straatjes en steegjes saneren. Dan zou het een grootse haven bezitten, een rian te schoutvburg, een nieuw ziekenhuis, maar Bergen op Zoom heeft geen miljoenen. En toch zal straks het Mar kiezenhof ingericht moeten ivorden. En toch gaan de ge dachten uit naar de restauratie van de oude, in verval zijnde Sint Gertrudiskerk. Er is nog zo veel te doen in het grijze Bergen! Gij moet, om volledig mee te le ven met het verhaal, dat op deze bladzijde verteld gaat worden, met de historicus teruggaan naar de der tiende eeuw en gij treft dan in het Brabantse land reeds een aantal mensen aan, die de lof van God wil len verkondigen in kerkgebouwen en omdat zij hun godsdienst lief heb ben slaan zij aan de arbeid en cre ëren zij over een reeks van tiental len jaren kerken, die ook in de twin tigste eeuw de lof van deze vrome mensen nog luid verkondigen. Want de dichters van deze dagen dopen hun pen nog altijd in de inktpot om de glorie te zingen van de kerken en katedralen, om te juichen over de zuivere klanken van het carillon en de schrijvers van het zachte en tere proza zoeken ook in deze mecha nische en dynamische twintigste eeuw naar welluidende zinnen om roem te schenken aan een aantal mensen, die het wonderlijke talent bezaten om met primitieve middelen een monument te scheppen. Een monument, zoals de Sint Ger- truidiskerk van Bergen op Zoom, die een rijke historie met veel ups en downs heeft geschreven, maar altijd een monument is gebleven en het ook zal blijven, indien de middelen worden gevonden om de kerk te res taureren. Er is een gerechtvaardig de en trotse hoop, dat dit zal gebeu ren, want een volk, dat zijn voor ouders lief heeft, laat geen monu menten verloren gaan. Gij zult op deze bladzijden niet veel jaartallen lezen, want het is een ver moeiende bezigheid daarmee aan de gang te blijven en bovendien kunt gij ze vinden in de diverse boekjes en geschriften, die er over de kerk bestaan. Maar om aan de kritiek van de historici te ontsnappen kan het nuttig zijn te vermelden, dat de in de aanhef geciteerde dertiende eeuw een uit de lucht gegrepen zaak is, want het is met geen mogelijkheid te zeggen, wanneer precies aan de bouw van de Sint Gertrudiskerk is begonnen en het is bovendien voor de strekking van deze regels niet zo belangrijk, want zij hebben geen ander doel dan de aandacht van het publiek te richten op een kerk, die door de eeuwen heen de trots van Bergen op Zoom is geweest en die op dit moment in een zodanige staat verkeert, dat de technici in alle ge moedsrust durven te verklaren, dat de kerk over een goede vijfentwintig jaar een ruine zal zijn, wanneer er niet op zeer korte termijn maat regelen worden genomen. Wanneer gij het woord maatregelen tegenkomt denkt gij toch onwillekeu rig weer terug aan het verleden van die kerk, eenmaal het eigendom van de katholieken, die honderden en zelfs duizenden guldens hebben uit gegeven om dit gebouw tot stand te brengen. En gij denkt vooral ook aan de middelen, die de mensen in die oude tijd bezaten om een kerk te bouwen of te herbouwen. Voer den zij stenen niet aan over verre afstanden en over hobbelige wegen, die in de tegenwoordige tijd de naarri ,,weg" niet eens zouden krijgen? En met hoeveel mensen werkten zij niet aan het tot stand brengen van een Godshuis, dat de giorie moest wor den van stad en streek Offers, ont zettende offers brachten de brave burgers uit de vroegere eeuwen voor het bezit van hun kerken, offers van een omvang en allure, die in deze tijd niet meer mogelijk schijnen. Maar genoeg over dit chapiter. Eenmaal hebben de katholieken de Sint Gertrudiskerk van Bergen in be zit gehad. Het fraaie bouwwerk is in handen van de protestanten overge gaan. Ook dat is geschiedenis, zo als er nu opnieuw historie zal wor den geschreven, indien de kerk ge restaureerd wordt hetgeen zo bitter noodzakelijk is. De technicus, die Bergen liet we ten, dat de kerk over vijfentwintig laar een ruine zal zijn, indien niet direct een aantal maatregelen wordt Êenomen, heette ir. J. de Wilde uit reda. En hij vertelde waarom de kerk in een ruine zal veranderen als er niets aan wordt gedaan. Hij deed dat kort en krachtig. Er zijn honder den leien gesneuveld en het is vol doende één tik tegen het dak te ge ven om opnieuw honderden leien on klaar te maken. De gevolgen zijn de sastreus, want het regent overal De steunberen groot verval, zo groot, dat restaura tie van het gehele gebouw binnen een tijdsbestek van twintig jaar nodig is. Dat zijn de feiten, die herstel en herstel vragen. Maar de technicus zou niet ir. J. de Wilde heten, indien hij niet ook aandacht had voor het andere punt, dat herstel zo wenselijk maakt.Bergen op Zoom bezit niet zo veel monumenten en het moet er dus zuinig op zijn. De stad heeft het stadhuis weten te restaureren en te vens de gevangenpoort. Het zal straks een beurt geven aan het Markiezen hof, maar er is ook nog een kerk, die de aandacht verdient en krijgt. „We leven in een periode van hoog conjunctuur", zei de ingenieur. „We hebben in deze tijd toch vooral ook de taak de cultuur te beschermen. Deze kerk is een brok cultuur. Hoe kunnen we de cultuur beter verdedi gen dan door deze kerk te restaure ren. Deze kerk in oude glorie te her stellen. Het is het mooiste monu ment van Bergen. En natuurlijk is daar een kapitaal voor nodig, een groot kapitaal zelfs. Ik sehat drie tot vier miljoen te moeten uittrekken voor een volledig herstel. Is dat ech ter veel voor een restauratie die on geveer twintig jaar in beslag zal ne men?" In gedachten was de technicus, de vriend van de oude kerken reeds aan het herstellen toe. Eerst het dak want de spanten zijn opengereten, tja door de worm! Daarna komen de muren aan de beurt. Die moeten ge zond gemaakt worden. En de ramen oei die ramen. Hier doen zich stijl problemen voor rondom gotische tra- (Advertentie) ceringen. Het interieur. Het her scheppen van de wandelkerk, het op halen van de vloeren en dan de oost- wand. Die moet worden ontdaan van een lelijke, een zeer lelijke bemetse- ling. Het is een geweldige taak, maar heel misschien komen er nog be schilderingen tevoorschijn. Deze oude kerk moet ergens beschilderingen rijk zijn. Inderdaad, er moet met jaren plannen worden gewerkt. En zodra het woord jarenplan er uit is moet de architect denken aan de grote kerk in Breda Wanneer werd ook weer begonnen met de restau ratie van die kerk? Was dat niet in 1904? Waarachtig, meer dan vijftig jaar geleden. En nog is het werk niet af. Er verlopen nog minstens zeven a acht jaren alvorens deze kerk zijn oude luister volledig zal be zitten. Er is zo veel te doen. Zeker, ook in Bergen op Zoom. want liggen in deze kerk niet 'n aantal oude graf monumenten, die een betere inde ling verdienen? Als het geld er maar komt, zoals er de vier-en-een-half miljoen voor de Bredase kerk zijn gekomen. Dan zal het wel lukken! Geld. Een. magisch woord. Maar wat betekent het tegenover het mooiste monument?" Gij kunt u voorstellen, dat het niet op de eerste plaats de architect is, die met restauratiegedachten rond loopt. Ook dominee O. Elseman, de predikant van de hervormden, denkt na over het herstel van de Sint Ger- trudis, die te groot is om helemaal door zijn gemeente bruikt,maar die toch hersteld moet worden, want het is een historisch en traditioneel belang. De oude Sint Gertrudis, thans in gesloten door een groot aantal pan den was altijd dè verfraaiing van het Bergse stadsbeeld. Aan ontmanteling valt niet de denken, maar wel aan restauratie, want dan kan de kerk het stadsbeeld toch opnieuw ver fraaien. Zullen er niet meer toeris ten naar het Scheldestadje komen, indien de kerk zijn oude luister be zit? O ja, welke oude luister. Hoe moet er nu gerestaureerd gaan wor den. Dat is niet zo gemakkelijk, want er zijn vele tekeningen van hoe eens de kerk is geweest. Moet de kerk zijn vorm krijgen zoals die na 1747 is geweest of moet de kerk een oudere vorm krijgen, zoals die van 1475 bijvoorbeeld? Dat lijkt een la tere zorg te zijn, maar het is toch wel een boeiend probleem, dat niet zo gemakkelijk is op te lossen, want het een kost meer dan het ander en hoe zal het met de financien zijn? De hervormde gemeente staat een zware last te wachten. Natuurlijk, monumentenzorg helpt en van een comité mag ook wel iets worden ver wacht. En daarnaast eigen acties. Misschien een nationale loterij en na tuurlijk plaatselijk ook beweging brengen. Hoe zullen de katholieken van Bergen reageren? Zullen zij de ze kerk mee helpen opbouwen? De hervormden kunnen niet de gehele kerk gebruiken. Te groot, te moei lijk te verwarmen, alles veel te kost baar. Vandaar het alternatief van en kele jaren geleden. Restaureren of verkopen. Het is restaureren gewor den, maar het is een lastige opga ve. Wat zal er met de rest van de kerk gebeuren? Wordt er een con certgelegenheid geschapen? Er zitten mogelijkheden in! Misschien een mu seumruimte? De tijd zal het leren, maar het belangrijkste.. ..Het belangrijkste is het herstel", zegt de dominee. ,,Een daarbij stel ik uitdrukkelijk op de voorgrond 't his torisch en traditioneel belang van de ze kerk". En deze gedachte bezat deze do minee niet alleen. Want ook zijn col lega, ds. J.C. Wisse, uit zich in de zelfde geest". Deze kerk is een van de belangrijkste zaken, die ons voor geslacht ons heeft achtergelaten. Het is derhalve onze duurzame plicht die zaak te behoeden voor verval". En als gij het woord voorgeslacht leest dan komt gij weer terug op de Brabanders van vroeger eeuwen, die kerken konden bouwen en gij vraagt u opnieuw af hoe zij ooit in staat zijn geweest zulke fraaie vor men te geven aan de toren, die door een smet in zijn bestaan de lelijke (en populaire) naam Peperbus' heeft ge kregen. Dat hebben die werkers uit de dertiende en andere eeuwen toch waarachtig niet verdiend, maar het is nu eenmaal zo geworden. Er staat ergens in het boek „Land en Volk van Brabant" een artikel van de han den van de heren Joan Willems en Frans van der Ven, waarin gelezen kan worden: ,.hoog en weelderig rijst de toren van Breda machtig en zwaar regeert hij over de kleurig-rode da ken van Bergen op Zoom. Over die toren behoeven zich de ingenieur en de dominees geen zor gen meer te maken, want nog slechts vier jaren geleden werd de restau ratie van de Peperbus" voltooid. Het markante silhouet van de oude stad wérd behouden door architect ir. A. van der Steur uit Rotterdam. Zal in 1957 ir. J. de Wilde met de restauratie van de kerk zelf kunnen n£ Deutsche Grammophon Gesell- schaft laat op 17004 LPE de bas Kim Borg een drietal liederen zin gen van Schubert (an die Leier, Grenzen der Menschheit, der König in Thule), een van Schumann (diens beroemde toonzetting van „Die beiden Grenadierevan Hein- rich Heine met de formidabele ver werking van de Marseillaise) en een tweetal van de onvolprezen Carl Loewe (kleine Haushalt en Hochzeitslied)De plaat biedt een goede gelegenheid om de beroemde liederencomponist Schubert te ver gelijken met de minder beroemde, althans minder algemeen bekende Carl Loewe en die vergelijking voert alras tot de conclusie, dat er voor de achterstelling van Loewe niet de minste reden is. Integen deel; het is toch wel duidelijk, dat Loewe beslist beter is. Hij is man nelijker, draait er minder om heen en is pakkender in zijn muziek, die de tekst op de voet volgt, waardoor de wijdlopigheid van Schubert die overigens wel de kunst verstaat om iemand op zoete tonen „mee te nemen" wordt vermeden. Ik schreef daarover een vorige maal; het lijkt goed nu op deze uitgave de aandacht te vestigen. Ook hem wiens belangstelling nu niet op de eerste plaats naar het lied uitgaat, zal Loewe iets doen. f^OONT het de moeite op dit plaatje twee Duitse tijdgenoten met elkaar te vergelijken; zo loont het evenzeer het L.W. 5246 plaatje van Decca te leggen naast A00748R van Philips. Het eerste bevat lie deren van Ravel en wel vijf Griekse volksliederen en de drie Chansons Madecasses, liederen uit Madagas kar. De tweede plaat bevat wel is waar geen liederen, doch geeft een werk van de tijdgenoot van Ravel, Albert Roussel, nl. de 2 suiten uit het ballet „Bacchus en Ariadne". Men constateert hetzelfde als bij Schubert-Loewe. Ravel is een stuk beroemder dan Roussel, maar is dit gerechtvaardigd? Feit is, dat de beide suites van Roussel ge bracht door het orkest des Concerts Lamoureux o.l.v. Jean Ma-rtinon een aaneenschakeling zijn van kleurrijke en zeer markante muziek die een persoonlijke stijl verraadt, afwijkend van de vloeiender en meer gevooisde stijl van Ravel, maar juist als bij Loewe mannelij ker, meer recht op het doel afgaand. Ook hier wordt men niet meege nomen op vloeiende tonen, doch door dramatische kracht, terwijl als Roussel er zin in heeft, zijn kleurenpalet niet onder doet voor het raffinement ter zake van Ravel. Waarmee niets ten nadele van de laatste worde gezegd, maar waar mee wel worde gevraagd, hoe het komt, dat ook hier een bij uitstek mannelijke componist het in de waardering zozeer moet afleggen tegen de zachter ingestelde, die over het algemeen meer lyrisch schrijft. Over het algemeen, doch het minst in zijn liederen, of in alle werk, dat op een tekst is gebaseerd. Daarin is merkwaardig genoeg ook Ravel van een grote direktheid, zonder franje, met overigens fijne klankkleur (hier van piano, fluit, cello). Daarom kennen slechts wei nigen zijn liederen, wat een niet te onderschatten verlies is. (Advertentie) (Advertentie) De nieuwe BM shag van VAN NELLE ligt vooraan. In smaak, in geur, in kwaliteit De pure (lange!) Virginia tabak rolt gemakkeliik. zult genieten van deze nieuwe VAN NELLE shag ëa Hl Van 20 december tot en met 6 januari wordt in de koninklijke school voor kunst en kunstnijverheid te 's-Hertogenbosch een tentoonstelling gehouden van internationale woning en kledingtextiel. De expositie, die is samengesteld en ingericht in sa menwerking met het tijdschrift „In ternationale Textiles" en het ge meentebestuur van 's-Hertogenbosch, wordt geopend op donderdagmiddag 20 december te 15.30 uur en inge leid door de textiel - dessin - ont werper J. J. Huigen, docent aan de koninklijke school. (O als 't ..«'"qSJ moet zijn Richard Llewellyn, de schrijver, die vooral bekendheid kreeg door „Hoe groen is mijn dal", heeft in dit boek een poging gedaan om psycho logisch te verklaren, hoe een Burgess en Maclean tot hun verraad aan En geland en aan het Westen zijn geko men. Hij schildert ons de wereld van de Britse buitenlandse dienst, waar oude tradities wrokken tegen de nieu we evoluties, waar de macht van Amerika allerlei wrevel opwekt tegen de topfiguren, die Washington te veel naar de ogen zoudén zien, waar ook de immoraliteit de goede begrippen ondergraaft. Hoofdpersoon is de amb tenaar Hamish Gleave, die door zijn vader reeds was opgezet tegen het Lot, dat hem de pas afsneed naar de hogere kringen van de society. Dit vergiftigt zijn denken, al heeft hij dan een behoorlijk bestaan, een har telijke vrouw en een paar aardige kin deren, een vriendelijk huis. Handige agenten spinnen hem in met „toeval lige" ontmoetingen en gesprekken, met discussies, die Westerse begrip pen op een gevaarlijke helling zet ten. De verleiding van luxe en vrou wen doet de rest. Llewellyn heeft dit proces van morele desintegratie heel knap geschilderd. Men moet zeggen: loodnpï^HrifJf ZT^n aanêetas}: en de In de stad Antwerpen", P dreigt. De kerk verkeert in' Opvallend is hoe de meeste taal- In verband met bedenkingen tegen het steeds toenemend aantal winkels in Antwerpen, die Franse opschriften op hun uitstalramen plaatsen, gaf een lezer aan het Handelsblad van Antwerpen de raad eens een wandeling te maken langs de zaken en cafés. „U zult er Versteld van staan", zo schreef hij, „hoe weinig Vlaamse zakenlui er In slagen hun Nederlandse opschrif ten correct neer te kalken". en schrijffouten gemaakt worden door handelaars en cafébazen in de uitgesproken volkswijken. We den ken hierbij aan de buurt van de Vee markt, de Vlaamse kaai, de Seefhoek Jodenkwartier enz. De taaipiraten zijn daar gewoonlijk mensen van de buiten met slechts een primaire scho ling. Toch moet er eerlijkheidshalve aan toegevoegd worden, dat ook in de „betere" middens wel eens bokken geschoten worden en er is in Ant werpen zelfs een apotheek met „s'Zondags gesloten". De apostrof is er achter de s geplaatst. En on getwijfeld vindt men ook minder taal fouten op de elegantere uitstalramen, omdat deze doorgaans geschilderd worden in opdracht van publiciteits bureaus of door gevestigde reclame schilders. Het leeuweaandeel aan fouten eisen de volkscafébazen met hun uit hangborden én de kruideniers en slagers met inderhaast volgekalkte zwarte bordjes waar bijvoorbeeld het „kwalitteitsartiekel" van de dag op aangeprezen wordt. Tot de meest gebruikte varianten van beefsteak behoren: biefstuk, bief- steek, biefsteak, bifsteck en bufstek. Ook de roastbeef ontsnapt niet aan de Een redacteur van het blad is in derdaad op stap gegaan. De tocht langs de Antwerpse winkels en drank tempels heeft hem vaak hartelijk doen lachen, maar toch heeft hij na derhand met bitterheid in het hart bedacht hoe moeilijk de Antwerpse jeugd het wel moet hebben als ze op weg naar de school de haar in geprente wijze lessen wil toetsen aan de etalage-opschriften. Toen de schrijver zelf nog op de schoolbanken zat, waarschuwde zijn leraar hem al voor bedrieglijke op schriften zoals „Hier zet men koffie en over" aan de Schelde te Antwer pen en „Hier zet men koffie en fiet sen" aan de basiliek van Scherpen- heuvel. Voor dergelijke leuzen, zei de leraar, moest hij steeds „zijn neus en zijn broek optrekken". De com merciële taalvirtuositeit is er sinds dien niet op vooruitgegaan en zoals sinds eeuwen het geval is vindt men haast in alle straten vitrines, waar op de S achterstevoren staat, zoals taaifantasie van de Antwerpse sla ger. De simpelste versie ervan is wel „rosbuf". Waarom zovele handelaars hun naam op hun gevel doen voorafgaan met „Huis" blijft een raadsel. Nie mand zou b.v. toch kunnen denken dat het om een vliegdekschip gaat. Debrasserij Herbergiers kunnen met hun moe dertaal ook wel eens een loopje ne men. Talloos zijn de drankgelegen heden die „In DEN Anker" gedoopt werden. Langs de Scheldekaaien vindt men een tempel van Bacchus, waar van dc eigenaar de tweetaligheid na streefde. door op het ene uitstalraam te schrijven „Brasserie" en op het andere „Brasserij". Elders ontliep een snuggere pompier alle taaihinder palen door zijn uithangbord een oud- Nederlands cachet te geven, hij schreef ,,,,In 't vligend peert". Duivenmelkers drinken bij voor keur bier onder het opschrift „De geplakte Duif". Een verkeerd begre pen propaganda voor aan mekaar ge lijmde snelwiekige vogels! Niet ver daar vandaan deed een herbergier een poging tot taaivereen voudiging, hij woont in „De stad Roeselaar". Zijn buurman, houder van een duistere garage, doet „repa raties bij dag en nagt". Elders leest men „t'Hoefijzer". We begrijpen best dat niet iedereen Latijn studeerde. Vandaar dat „In de coneurent" ook al eens voor de verandering met slechts één r geschreven wordt. Ant werpen is een stad waar etablisse menten met „kamers voor rijzigers" op volle toeren draaien. Toch is het zo dat zij meer „confort" dan com- 1 fort aan hun klanten aanbieden. Waar zelfs personen op de hoogste sport van de maatschappelijke ladder dagelijks zondigen tegen de regel van dt uit de lagere school, mag het nie mand verwonderen dat de brave krui denier zijn zaak meer allures geeft met aan te kondigen „men besteld ten huize". Ook „Hier aanvaard men schilderwerken" getuigt van die grammaticale leemte. „Electrishe uitrustingen" worden in Antwerpen bij de vleet te koop aange boden en legio zijn de handelszaken wier opschrift „In de kleinen bazaar" regen en wind trotseert. In de omgeving van de Kievitstraat ervaart men dat het Duits toch een invloed heeft op het Nederlands, daar is alles „per stuck" getekend. „Twedehandsch artiekelen" doen het nog steeds, evenals de taaie „sluiting 1 dezer dagen". De voorbije hamsterwoede bracht in vele etalages plakkaten met ..Extra rijs" en „Japaneesche reyst" De meesten hebben als enige lei draad de fonetika, die hen er toe aanzet te spreken van superproduk- ten" en „kwalitteit-handoeken". Reggeloten De meeste openbare W.C.'s in de sinjorenstad zijn niet toegankelijk voor dames maar wel voor „damen" Zeer belangwekkend zijn gans het jaar door de dagelijse opschriften in de groentenwinkels. Daar wordt ge zwind gesproken van „salaad" en „sarlaad", van parei en parij, van witloof i.p.v. witlof, van schorsenee- len i.p.v. schorseneren, en welke groentenman durft met krijt op zijn bordje schrijven „reine claude" in plaats van reggeloten of zelfs rein- kloten? Maar ja. wat wilt ge de steen wer pen naar die eenvoudige mensen als zelfs in het parlement de vertegen woordigers van het volk Montalem- bert verwarren met Camenbert en het zwaard van Damocles met 't zwaard van Damascus? Zo heeft het kunnen gebeuren. Ver schillende personen, die tot dit ver raad bewust of onbewust bijdragen, zijn ook levensecht neergezet. Bij an dere heeft hij er het te dik opgelegd zoals bij de vampier Magril. In ieder geval krijgt men geen hoge dunk van de personen, die het Foreign Office bevolken. Voor levenservarenen een interessant boek. Elsevier gaf het uit. In een aantrekkelijke Heldenserie, door de Boekdr. Helmond op sta pel gezet, is nu ook een boekje over Columbus verschenen. Sandor Kiss wederom de schrijver. Het leven van de avontuurlijke Genuees, wiens ont dekking zulk een ontzaglijke invloed heeft gehad en heeft op de verdere geschiedenis der mensheid, wordt hier in bevattelijke taal verteld Toch dunkt ons de schrijver hier riitt zo geïnspireerd geweest als in andere deeltjes. Niettemin zal ook dit boek je, mede door de handzame uitvoe ring zijn weg wel vinden. (Advertenties) zou U bij de pakken neerzitten i Weet U dan niet dat U met de nieuwe supersnelle Perutz-Peromnia-25 ook nt» haarscherpe, heldere foto's maakt By huiskamerlicht, al9 U eens geen flits- apparaat by de band hebt Maar ook bij zon- en flitslicht. Flits op 1 meter afstand, op 2 meter, op 8zelfs met de eenvoudigste box behoudt U een mooie doortekening. De supersnelle film die in het „donkere" jaargetij alles kan I yT« belichten als 28 o DIN bij daglicht als 30 o DIN by kunstlicht No t ONDER DE J binnen of buiten. 2 SNELLE FILMS, J of U fUtrt of wol! Wie er straks ook te mopperen zal hebben omdat hij geen „witte Kerstmis" heeft gehad, zeker niet de mannen die zich aan boord be vinden van een van de olietankers, van de Amerikaanse marine, welke deelneemt aan de „operatie diep vries", een grootscheepse marine oefening in het Zuidpoolgebied. De tanker is nl. tijdens een sneeuw storm in maart van dit jaar vastge lopen in sneeuw en ijs en zit sinds dien onwrikbaar. De foto laat het schip zien temidden van de witte woesteny. i| j

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 9