Ander licht op Nieuw-Guinea
uws Portret
;er
Kolenreserves zijn nog voldoende
voor ongeveer dertiü eeuwen
Luchtfotograaf van
schepen
BETER BEGRIP GEVRAAGD
Wageningens
rapport
verwaarloosd
A/en make er geen etnografisch museum
maar een leefbaar land van
van
Nieuw beroep
Nogmaals:
Rock- h-roll
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 17 DECEMBER 1956
LIMBURGS DESKUNDIGE KEERDE TERUG
Verbroederingsmaand
DIRECTEUR „INICHAR" IS VAN OORDEEL
Kempcnmijnen
ver vooruit
Gedeputeerde
A. Schout
Van het onderwijs
in de politiek
Symbolen
Massa-psychologie
Ontmenselij king
Oorlogsgeneratie
TELEFUNKEN
Hoogwaterstanden
Hf-J
a
afdeling:
houden, al
lve winst
Zeeuwen
n.
singen in
ondertus-
de vierde
het giste-
wist te
punten te-
mdalers in
slaan.
16
24-12
19
20-8
14
26-15
12
21-17
11
25-27
10
18-23
9
17-13
9
21-21
8
9-13
7
14-19
6
18-24
1
11-34
n m'no^ U clöI nnrmaal ie /ia
Na drie jaar als landbouwconsulent in west-Nieuw-Guinea
werkzaam te zijn geweest is ir. A. P. G. Poyck uit de Poststraat
te Kerkrade, sinds kort in Nederland teruggekeerd. Op 1 okto
ber jl. vertrok hij met zijn familie per vliegtuig uit Manokwari,
een klein stadje in de „Vogelkop" van Nederlands Nieuw-Gui-
nea, welk gebied drie jaar zijn werkterrein is geweest. De terug
reis was geen kleinigheid. „Twee dagen en twee nachten hebben
wij gevlogen. Ondanks alle K.L.M.-service is dit toch een hele
onderneming" verzekerde ons de heer Poyck in een onder
houd, waarin wij naar zijn bevindingen vroegen.
aldus de heer Poyck zijn we bezig
van Nieuw-Guinea een etnografisch
museum te maken, inplaats van een
leefbaar land. Dat dit niet alleen mijn
mening is, bewijzen met mij de vele
jonge deskundigen, die, evenals ik,
het eiland verlaten en het maar over
laten aan de „sociaal" georriënteerde
bestuursambtnaren in Hollandia.
De salariëring der deskundigen is
bovendien zó laag, dat het in Nieuw-
Guinea heel normaal is, dat inge
nieurs- en doktersvrouwen gaan
werken om een bijverdienste te heb
ben.
Al is ir. Poyck nu ook terug in Ne
derland, hij blijft erbij, dat dit grote
overzeese rijksdeel 'n grote toekomst
kan hebben, wanneer men eindelijk
zou inzien, dat alleen een economische
basis Nièuw-Guinea straks eigen
zelfstandigheid kar. bieden. Hiervoor
zijn thans Europees geleide bedrijven
nodig, waarop ook de Papoea het
vak kan leren, om dit straks zelfstan
dig voort te zetten.
De ervaringen van deze jeugdige
Kerkradenaar, die als jong landbouw
kundig ingenieur o.a. reeds grote de
len van Noord-Amerika en Europa
verkende, werden voor ons een grote
verrassing. „Het gaat in Nieuw-Gui
nea verkeerd", zo verzekerde hij ons
Ir Poyck was drie jaar contractueel
verplicht om in west-Nieuw-Guinea
de landbouw „op poten te zetten".
Hij heeft er echter teveel onprettige
ervaringen opgedaan, om dit contract
dat dit jaar afliep, weer te verlen
gen.
Ambtenaren-dictatuur
"Het verblijf van ir. Poyck in Nieuw-
Guinea is „één grote strijd geweest
tegen de machtige ambtenaren-dicta
tuur". Zelfs als deskundige in de tro
pische landbouw, in welke hoedanig
heid hij immers naar Nieuw-Guinea
was gehaald, had ir. Poyck en al zijn
collega's, tegen het ambtenarenregiem
niets in te brengen. „In Nieuw-Gui
nea staan op het ogenblik 75 procent
ambtenaren tegen 25 procent particu
lieren. De stad Hollandia is hun bol
werk. Dagelijks komen er nog ambte
naren bij, zogenaamd om de ontwik
keling van Nieuw-Guinea te admi
nistreren. In feite zijn ze een doel ia
zichzelf geworden..." Deze ambte
naren, aldus ir. Poyck, zijn behalve
bemoeiziek ook nog oppermachtig Ze
weten alles beter en trekken zich
niets van onze adviezen aan. Zet dit
maar gerust in de krant, lachte onze
zegsman, ze kunnen dat onmogelijk
ontkennen.
Machtsstrijd
Op het ogenblik kan men in Nieuw-
Guinea volgens onze zegsman dan ook
„Mijn inziens zijn toe bezig
van Nieuw-Guinea een etno-
grafisch museum te maken in
plaats van een leefbaar land".
Aldus de bittere klacht van een
Limburgs deskundige in tropi
sche landbouw, die na een drie
jarige werkzaamheid te Mano
kwari e.o., naar Nederland is
teruggekeerd.
Als aanvullende belichting
van het vraagstuk Nieuw-Gui
nea, naast de verhalen van
Anthony van Kampen, plaatsen
wij hiernaast een kritische ont-
boezeming van ir. A. Poyck uit
J Kerkrade.
Cacao
Het arbeidsterrein rond Manokwari
van ir. Poyck lag in de zg. Vogel
kop van wect-Nieuw-Guinea, een ge
bied, driemaal zo groot als Neder
land. Van de drie jaar dat onze Lim
burgse landbouwkundige hier bleef,
heeft hij alles bijeen ruim één jaar
met exploratietochten doorgebracht.
„Ik moest immers eerst mijn gebied
verkennen, voordat ik adviezen voor
de landbouw kon geven." In totaal
bevat de Vogelkop van west-Nieuw-
Guinea circa 100.0C0 ha welke vuor
cultuurgrond geschikt zijn te maken.
Om dit enorme gebied tot ontwikke
ling te brengen zouden echter uitge
strekte wegen moeten worden aange
legd en daarvoor werd weinig of geen
geld beschikbaar gesteld.
Op een proefcentrum van 40 ha
kwam ir. Poyck tot de conclusie, dat
vooral de cacao grote kansen bood.
Ondanks tegenwerking (in het begin
ook van een groep Indo-Eurpese
boeren, die vanuit Indonesië naar
Nieuw-Guinea was gevlucht), speelde
hij het klaar om 100 ha cacao in te
zetten. De resultaten gaven hem ach
teraf gelijk „Als ik echter de mede
werking van de ambtenaren in Hol
landia had gehad, waren er misschien
al 500 ha geweest, in navolging van
OOST-ROZEBEKE
Ge zult zeggen: ja, ja, da soort
verbroederen in deez november-
maand, zit ons nog in de knieën van
't bibberen dat we gedaan hebben,
surtout op de eerste zondag van
deez maand. Waar ziet ge nog ver
broedering? 't Is al verknoebeling
en verbroddeling, wat ge ziet en
leest en deur d'n T.S.F. hoort. En,
ik mot u gelijk geven. Ik heb deur
d'n T.S.F. van dat concert gehoord,
dat ze in Londen gegeven hebben
om de Engelse zenuwen te ontspan
nen de olie-zenuwen aan 't Suez-
kanaal, waarin Boelganin z'n han
den in onschuld wilde gaan wassen.
Da concert in Londen Dad ies
daar 'n symfonie geworren op drei
stofzuigers, 'n dozaan stenen bed-
kruiken. 'nne vuilwatereemer en twee
geweerschoten, allemaal op de mu
ziek van Haydn en Wagner. Is de
wereld aan 't stapelzot worren of
nie Figureert u, dat ge, achter de
trommelslager op de Nachtwacht van
uwen Rembrandt, 'n mekaniek maakt.
Stopt er 'n dubbeltje in. en... de
trommelaar begint te roffelen om uw
hamsterzenuwen te ontspannen. Zoudt
ge nie peizen dat uwe Rembrandt
z'n eigen in z'n graf zou omdraaien
Wa zeg ik 'Nne ventilator zoudt
ge van 'm maken. En. in Londen
heeft 't publiek geapplaudisseerd met
handen en voeten, 't Grote concert
gebouw was binnen 'n kwartier uit
verkocht. As ge ergens 'n vitrine-
ruit kapot smijt wordt ge in uwen
kraag gepakt en naar d'n bureau de
police gebracht, maar. daar in Lon
den laten ze de klassieke kunst ka
pot trappen en.... ze spuiten de zaal
nie leeg. zulle. Ze schreeuwen nog:
bis, bis, bis Verheffing van de cul
tuur is toch maar alles. Die kan nie
genog gesubsidieerd worren. Ziede
gij daar Wagner al zitten compone
ren: „Vrouw, zet de stofzuiger es
aan
klauwen uit. Op dieje zondag hebben
ze zich verbroederd. Dat is 't goede
in België, geboren uit de moord op
Hongarije. Ge moogt me geloven,
als ik u schrijf, dat er tientallen men
sen die da zagen hebben staan
schreien. En dan Awel dan zijn
Vlaams en Waals naar de Russische
Ambassade getrokken om er zo broe
derlijk mogelijk al de ruiten in te
smijten, en as de Rijkswacht er nie
te perd en met getrokken sabel op
was afgestoven, 't hele kot af te bre
ken tot de leste steen. Dan stonden
de wandelaars niet te schreien, maar
ze trapten af zo rap as ze maar kon
den.
duidelijk een machtsstrijd onderschei- I Australisch Nieuw-Guinea, waar ze
den tussen het ambtenarenregiem
enerzijds en de uitvoerende deskun
digen anderzijds. Het gouvernement
vertegenwoordigde in deze strijd het
sociaal-ethische element, terwijl de
deskundigen samen met het particu
liere volksdeel een snelle economische
ontwikkeling voorstaan.
De ervaringen van de Limburgse
deskundige werpen wel een veront
rustend licht op de taak, waarvoor
Nederland in Nieuw-Guinea is ge
steld. Deze taak, in tal van rapporten
omschreven, is immers het (vooral
economisch) tot ontwikkeling brengen
van dit grotendeels nog volslagen on
bekende, uitgestrekte eiland met zijn
handjevol Papoea's. „Ik ben in mijn
werk angstvallig uitgegaan van de
conclusies, welke het rapport: De
agrarische ontwikkelingsmogelijkhe
den van Ned. Nieuw-Guinea, bevat.
Aan dit rapport hebben verschillende
Wageningense hoogleraren, waarbij ik
zelf heb gestudeerd, meegewerkt, in
de praktijk kwam er volgens ir. Poyck
echte niet van terecht, wat redelijker
wijze mocht worden verwacht. Dit
rapport vraagt nl. een snelle uitvoe
ring van de ontwikkelingsmogelijk
heden, van het ambtenarenappa
raat. En hierin zat juist de knoop.
,,In Nieuw-Guinea is niets zonder de
ambtenaren mogelijk", aldus ir. Poyck
Hun tegenwerking en traagheid wa
ren om rebels te worden.
thans al 15.000 ha cacao hebben staan"
zuchtte onze zegsman.
Ondanks alles heeft de Kerkraad=e
pionier toch veel succes gehad. Bij
ambtenaren en boeren stond hij al
gauw bekend als een wildeman", die
niet met zich liet sollen. Meermalen
is hij met bloedneuzen cn blauwe
ogen thuisgekomen, wanneer hij zijn
argumenten een beetje te hardhandig
uiteenzette. Bij zijn vertrek in sep
tember jl. hebben de Indo-Europese
boeren en inlanders, die drie jaar
geleden een ontevreden er. chaotische
troep vormden, hem echter gesmeekt
om terug te komen. Ze organiseerden
een groot afscheidsfeest en schon
ken ir. Poyck een horloge als herin
nering.
Zelfs gouverneur Van Baal wist de
jonge ingenieur naar waarde te schat
ten, door hem een nieuw contract
aan te bieden. Ir. Poyck is hierop
echter niet ingegaan.
Ongewisheid
Naar zijn vaste overtuiging ligt er
een druk op Nieuw-Guinea, omdat
men niet weet, of dit gebied wel bij
Nederland zal blijven. Er is geen po-
litiek-rustig klimaat. Men is bang dat
het buitenland ons aanziet voor kolo
nisators en drijft daarom een half
slachtige politiek. Mijns inziens
Maar eerst mot ik u nog iet veul
frappanter vertellen. Voor dat ze 't
kot wilden gaan afbreken en nadat
ze mekaar hadden geëmbrasseerd,
knielden die jonge studenten neer op
de keien en baden hardop in 't
Vlaams en 't Frans. Da was touchant
zulle. Zoudt ge dat achter die jonge
mannen gezocht bebben, die wel es
anders over de keien leggen, as ze
uit hun clubhuis naar hun kamer
willen waggelen
Zo ziet ge weeral, dat er uit iets
slechts altijd nog iets goeds kan ko
men, as Onze Lieven Heer 't maar
in de hand houdt. Maar of er uit
't gehamster dat ze in Brussel gedaan
hebben, iets goeds te voorschijn kan
komen, dat weet ook de goeie God
allenig. Ge hebt er hier, die hun
slaapkamer vol zakken anthraciet
hebben getast, want zeggen ze, komt
er oorlog, dan brengen de kolenmar-
chands hun vracht nie meer de trap
pen op.
t
Op die zondag
Allee, laat ons naar de verbroede
ring terug stappen. Die heeft plaats
gehad te Brussel op diejen bibber-
zondag in november 1956. Nu moet
ge u, in uw fantasie bevinden <?p d'n
groten Brusselsen Boulevard, in d'n
achternoen, as er heel veul volk
op de been is. Ge ziet me daar 'n
paar duuzend Waalse studenten van
de vrije Universiteit. Ze hebben hun
studentenklak op de kop. Ze komen
in dichte rijen zingend, Frans zingend
aangemarcheerd van de kant van de
Midi. En ziet, van de kant van de
Nord, komen ook studenten, ook 'n
paar duuzend, ook in dichte rijen,
ook zingend, maar in 't Vlaams. Dat
stapt op mekaar af en ge peist, lijk
alle man die dat ziet: Seffes komen
de boksijzers en de gummiknuppels
voor d'n dag en dan beleven we 'n
tweede Boeda-Pest. Alleman hield z'n
hart vast. Maar, dat zingen had iets
plechtigs, iets serieus, 't Waren va
derlandse liederen. As de studenten-
drommen op enkele meters van me
kaar staan, houden ze op eene keer
halt. Er komen enkele Walen en Vla
mingen naar voren en... embrasseren
mekaar. En dan volgen honderden
hun voorbeeld. En, nu moet ge nie
peizen: da's maar weer 'n gefan
taseerde farce van Sus van Testelt.
't Is historique, 'n ware gebeurtenis.
Zo iets schoons, zo iets unieks is er
nooit in heel België gepasseerd. Ge
meenlijk piekt de Haan de Leeuw
op z'nne kop of slaat de leeuw z'n
De kolenreserves van de wereld liggen in de buurt van 5000 miljard
ton, hetgeen betekent, dat er, gerekend naar de huidige produktie, nog
voorraad is voor minstens 3000 jaar. Dit verklaarde dezer dagen de direc
teur van het Belgische Nationale Instituut voor de Kolenmijnbouw
(INICHAR) op een bijeenkomst van de Belgische Koninklijke Maatschappij
van Ingenieurs en Industriëlen. De reserves van West-Europa, aldus de
heer Venter, bedragen meer dan 320 miljard ton, waarvan 130 miljard ton
in West-Duitsland liggen en 170 miljard ton in Engeland. Noord-Amerika is
goed voor ruim 2100 miljard ton, waarvan de Verenigde Staten 2000 miljard
ton voor hun rekening nemen, de Sowjet-Unie voor 1200 miljard en China
voor 1100 miljard ton. De rest is over andere landen verdeeld. En hoe
staat België ervoor? De heer Venter behandelde in zijn voordracht heden
en toekomst van de mijnbouw in België tegen de achtergrond van de
wereldmijnbouw.
gen. De gemiddelde dagproduktie van
de zeven Kempenmijnen bedraagt
tussen 4000 en 6500 ton! De gemid
delde schachtdiepte van de Belgi
sche mijnen beloopt 800 meter, na
genoeg hetzelfde als die van de
Ruhrmijnen. Jaarlijks neemt zij met
5 tot 6 meter toe. Een vergelijking
van de produktie en produktiviteit
tussen de zuidelijke bekkens en het
Kempenbekken valt ten voordele van
de Kempen uit. Daar was de pro
duktie in 1939 in totaal 7 miljoen ton
en in 1955 10 miljoen ton. De Zui
delijke bekkens dolven in 1938 nog
23 miljoen ton, maar waren in het
afgelopen jaar tot 19,5 miljoen ton
teruggelopen. Ook wat het onder
gronds effect betreft moeten de
Kempenmijnen het landelijke cijfer
redden. Het effect is in de Kempen
1500 kg per man en per gewerkte
dag, ongeveer even hoog als bij ons
dus.
Met betrekking tot de toekomsti
ge ontwikkeling van de Belgische
mijnen, zeide de heer Venter, dat
men hier dezelfde doelen nastreeft
als in de andere kolenlanden van
West-Europa: verdere mechanisatie
en rationalisatie. De Kempenmijnen
hebben in dit opzicht een grote
voorsprong op de mijnen van de zui-
België heeft een steenkoolreserve
van 5 miljard ton, waarvan 3 mil
jard ton in de Kempen en de rest
m de vier zuidelijke hekkens: Bori-
nage, Centrum, Charleroi cn Luik,
de voorraad is samengesteld uit al
le soorten kolen van prima kwali
teit, van de allermagerste tot de
gasrijkste. Je voorraad huisbrand
kolen is niet bijzonder groot. Gere
kend naar de huidige jaarproduk-
«e van huisbrandkolen is de voor
raad binnen veertig jaar opgesou
peerd.
Daarentegen is het land bijzonder
rijk aan vetkool en gasvlamkool; de
laatste steenkoolsoort is in het land
nog nergens ontgonnen.
De Kempen
In de vier zuidelijke bekkens zijn
momenteel 120 mijnzetels in produk
tie, waarvan er 80 tussen 300
finn i 1 vuursprong op ae mijnen van oe zui
kolen per dag omhoog bren-delijke bekkens. Men heeft er grote
mijnen, die reeds sterk gemechani
seerd zijn. Toch zal ook in het zui
den naar concentratie van de win
ning ondergronds en samenvoeging
van verscheidene kleine mijnzetels
tot grotere produktie-eenheden moe-
centratie zal ook de veiligheid gun-
ten worden gestreefd. Door deze con
centratie zal ook de veiligheid gun
stig worden beinvloed. Reeds kunnen
enkele voorbeelden van concentratie
in de zuidelijke bekkens worden ge
signaleerd.
Steenkoolveredeling
Steenkoolveredehng zal in alle
West-Europese kolenlanden in de
toekomst steeds meer in de belang
stelling komen te staan. Ook in Bel
gië zijn er op dit punt plannen op kor
te en op langere termijn. Onder de
eerste is de fabricage van syntheti
sche huisbrand bijzonder klemmend.
De Dehoefte aan huisbrand stijgt
voortdurend en de voorraden wor
den steeds kleiner. Een ander be
langrijk punt is de noodzaak het
aaniai soorten steenkool, die voor
verkooksing geschikt zijn, te vergro
ten. Verder zal de produktie van
stadsgas moeten worden opgevoerd,
en zullen de elektrische centrales
moeten worden verbeterd. Het stoken
van minderwaardige steenkool ten
behoeve van de stoomproduktie moet
in dit verband worden bevorderd. Mo
menteel is men daarmee al flink be
zig doordat steenstorten voor dit doel
worden uitgekamd.
Voor de verdere toekomst moet
vorden rekening gehouden met pro
cédés welke thans in België om eco
nomische redenen nog niet kunnen
worden toegepast, maar waarvan de
ontwikkeling elders met belangstelling
moet worden gevolgd en voorbeeld
hiervan is de steenkoolhydrogenering
maar het is slechts één uit vele.
(Foto J. Henning, Vlissingen)
Tot zijn 49e jaar was
de heer A. Schout een aan
school en beroep verknoch
te onderwijsman en wie
hem toen voorspeld zou
hebben, dat hij na kort
verloop van tijd tot over
de oren in de poletiek zou
zitten had geen geloof bij
hem gevonden.
In 1916 was de heer Schout.
Vlissinger van geboorte, in het
bezit gekomen van de onderwijs
akte. Te Vlissingen was geen va
cature waarom hij een benoe
ming aan de christelijke school te
Zaltbommel aannam. Drie jaar
hield hij het in het stadje aan de
Waal vol, maar toen hij in 1919
kans kreeg op een aanstelling in
de Scheldestad, aarzelde hij geen
moment en accepteerde.
Van 1919 tot 1944 werkte hij aan
de christelijke school te Vlissin
gen. Eerst als onderwijzer en la
ter als hoofd. Hoewel hij in de
loop der jaren bestuurslid werd
van de centrale van A.R.-kiesver
enigingen. pakte de politiek hem
veel minder dan de pedagogie en
tot november 1944 liet nog niets
vermoeden dat hij het voor het
eerste zou verlaten. Maar de be
vrijding van Vlissingen, dat zo ge
schonden uit de moordende strijd
vandaan kwam, bracht de nood
zakelijkheid met zich mee om, nu
het N.S.B.-bewind ineengezakt
was, een nieuw gemeentebestuur
te vormen. Toen vestigde zich de
aandacht op hoofdonderwijzer
Schout, die tijdens de bezetting
had getoond uit het goede hout
gesneden te zijn. Men zocht hem
dringend aan om als wethouder te
willen fungeren, mede omdat de
stad met haar vele geschonden
scholen midden in de onderwijs
kwesties zat.
Het was geen gemakkelijk
dilemma waarvoor de heer
Schout toen stond. Tenslotte liut
hij wat het zwaarst was hei
zwaarste wegen en gaf toe aan de
op hem uitgeoefende druk. Vol
energie pakte de kersverse wet
houder zijn nieuwe taak aan. Hij
bleek over krachten te beschik
ken, welke hij misschien zelf ook
niet in zich vermoed had. Wethou
der Schout kreeg in ieder geval
ook als bestuurder faam en dit
bracht weer mee, dat men hem in
de Prov. Staten van Zeeland koos
en dit was op 3 juli 1946 be
noemde tot lid van Gedeputeerde
Staten van Zeeland; 'n ambt dat
hij dus al tien jaar bekleedt.
Natuurlijk was de heer Schout
de aangewezen man voor de on
derwijssector, wat geen sinecure
was en is, want het aantal door
oorlogsgeweld en later door de
watersnood verwoeste scholen
was groot in onze provincie. De j
ervaring met het herstel daarvan
opgedaan in het klein te Vlissin-
gen kwam hem te stade nu hij dit
herstel in groter verband had te
stimuleren. Tientallen scholen zijn
door hem heropend en nog deze
week was dit weer het geval te
Nieuwerkerk.
Druk leven
De tijd dat een lid van Ged.
Staten meer vrije- dan werkdagen
had, behoort tot het verleden. Op
zoveel meer gebieden is de pro-
vincie werkzaam, dat het pro-
vinciaal bestuur tijd te kort komt.
In talloze provinciale of semi-
provinciale instellingen heeft een
lid van G. S. ambtshalve zitting;
de representatieve taak is ook 1
omvangrijk en praktisch is het zo
dat van de ochtend tot de avond S
een lid van G. S. aan het verga- S
deren of op reis is. De heer J
Schout heeft om iets te noemen
veel bemoeienis met de stichting
Zeeland voor maatschappelijk en
cultureel werk, waarvan hij vice-
voorzitter is, wat een zee van
werk met zich brengt, omdat ook
van deze stichting de invloeds-
sfeer zich immer uitbreidt.
Voor het aandeel dat de heer I
Schout destijds had in het arran- J
geren van de kunsttentoonstelling
„Zeeland vlagt in België", be-
noemde de Belgische koning hem
tot officier in de Leopoldsorde.
Voorts is de heer Schout vice-
voorzitter der bibliotheek-com-
missielid der commissie van
overleg ambtenaarszaken; eva-
cuatie-commissaris enz. S
Ondanks al die beslommeringen J
draagt gedeputeerde Schout zijn J
62 jaren met ere en zijn goed hu-
meur heeft er evenmin onder ge-
leden. Gemakkelijk spreker weet
hij zijn woorden op tijd te krui-
den met een geestig woord of
kwinkslag.
In de Statenzaal is zijn bon-
hommie bekend en de vinnigste
vraag brengt hem nog niet uit i
zijn evenwicht. Vrienden heeft de- J
ze provinciale bestuurder genoeg, J
vijanden van hem ontmoetten we
nog niet.
Hele groepen
En nou ziet ge er hier met hele
groepen, die hun gehamsterde goe
deren proberen te ruilen tegen... Sin
terklaas- of Kerstmis-surprises. Maar
da ga nie zo coulant, als 't hamste
ren, zulle. De mannen van de com
merce schijnen hier ook te weten, dat
er geen oorlog komt, vermits ze hun
etalages weer volproppen met aller--
lei Sinterklaas-goed. En ze maken ze zefcer wisten, dat er oorlog kwam
daar straf reclame voor. In enkele zoudt ge die complaisance daar nie
magasins ziet ge, door bijkans le- zien.
stukken opgevoerd. Alles mekaniek.
'n Mamzelleke in de etalage, drukt
maar op 'nne knop en de poppen be
ginnen te speulen. En ze zorgen wel,
dat hun artikelen, duidelijk geprijsd
goed gezien worren. Een van de ma
gasins vertoont Tyl Uilenspiegel en
Lamme Goetzak.
Buiten voor de vitrine is 'n ba
lustrade gemaakt. Daar motten de
grote mensen achter blijven. En
tussen die balustrade en de etalage
loopt 'n helling op en af. Da's voor
de kinderen en die staan daar dan
nog wel op 'nne schone loper. Als
vensgrote poppen, hele volks-theater-1
De techniek schrijdt voort in deze
moderne tyd. En deze techniek schept
ook nieuwe mogelijkheden. Een nieuw
beroep ii dat van luchtfotograaf van
schepen. Nu is het beroep op zich
zelf al zo nieuw niet meer. We ken-
SUSK EVAN TESTELT nen de zg. luchtkartering en het ne-
(Van een bijzondere medewerker)
In de rij van noviteiten, die de
laatste jaren furore hebben ge
maakt, heeft zich een nieuw feno
meen rrp?„tv-,ard: de rorV-'n-roli. Ft
is geen café, waar niet de juke-box
tri en
elke bioscoopdirectie is van haar
omz t zoker tls zij een reck-film
brengt. Bill Haley vergezelt U de i sa treden naar voren een verhoog-
ganse dag, vanaf" uw eerste kopje I de emotionaliteit, een sterk machts
thee tot aan het uur, waarop gij I fey?el en een verlaagd verantwoor-
wprlprom fileer,a* delijkheidsbesefMen ziet dan ook bi)
n de S'adde lak :!,s betogingen, opstanden, panieken en
schuift. Van s mensen trommelvlies revoluties de massa daden stellen,
w'"(' v"n ""verr 4 m daten, die slechts verklaarbaar zijn op
Het mensdom van heden kan men g.ond van vermelde eigenschappen,
in twee helften verdelen: zij die er Het individu wordt a.h.w. door de
voor zijn en zij die er tegen zijn. Als „massageest" gehypnotiseerd. Het is
ge tot de tweede categorie de te- i de ervaring, dat ook de sterkste per-
genstanders behoort, zult ge Uw I soonlijkheden „bezwijken",
hoofd schudden, -anneer ge ze tegen 1
komt, de beoefenaren van rock-and-
roll, verlate existentialisten in teddy-
jas en spijkerbroek, bonte hemden
en gele schoenen. Overal ontmoet ge
ze. Het rock-'n-roll-genootschap is in
ternationaal. Op de trottoirs van Lon
den heten zij teddy-boys, in Parijs
„les-7-trois", en Halbstarke of row
dies is hun Berlijnse naam. Doch
even goed als in Tokio en San Fran
cisco ziet ge ze op het Leidseplein,
waar ze „nozems" heten.
En met de eerste groep is daar
ook steeds haar complementaire we
derhelft, die met gevelde lans in het
strijdperk treedt tegen wat men heeft
genoemd „de generatie van de dege
neratie". Plotseling is men ont
waakt, eeuw-oude cultuurwaarden
ziet men bedreigd. Het eind der
Westerse beschaving is in zicht. Ver
ontruste vroede vaderen doen nog
wat in hun vermogen ligt, zenuw
achtige ouders slaan in paniek het
gedoe hunner zonen en dochteren ga
de.
In deze omstandigheden lijkt het
niet zonder nut een poging te wa
gen om de achtergrond van het rock-
and-roll verschijnsel te achterhalen.
Bij een massale nerveusiteit rond de
ze dingen vindt niemand baat.
Wie rock-and-roll zegt vandaag, be
doelt meer dan een bepaalde vorm
van amusementsmuziek. De term
dekt een twijfelachtige lading van
gangsterachtige activiteiten als in
braak, verkrachting feestrijderij, ver
nieling. Meestal legt men tussen de
ze muziek en de genoemde driftuit
barstingen een oorzakelijk verband,
waarmee dan de laatste restloos ver
klaard moeten zijn. De schuldige is
het wilde, opzwepende ritme, dat de
jeugd, onvolwassen oog en vandaar
meer ontvankelijk en minder tot
weerstand in staat, tot die irratio
nele explosies brengen zou, die met
rock-and-roll gepaard gaan. Hoewel
deze verklaring zeer zeker niet ge
heel bezijden de waarheid ligt, me
nen wij toch dat er méér is.
Wanneer men het rock-and-roll-
verschijnsel nader in ogenschouw
neemt, valt een frappante overeen
komst op met bepaalde massapsy-
chologische verschijningsvormen. In
zekere omstandigheden vertoont de
massa een opeenhoping van nieuwe
re kenmerken, die geheel afwijken
van de eigenschappen der afzonder
lijke individuen. De eenling verliest
in deze massa zijn gezicht. De ver
worvenheden van opvoeding en op
leiding waardoor alle bewustzijnsla
gen, ook de meer primitieve, in een
menselijk, d.w.z. door de rede gedo
mineerd kader worden geïntegreerd,
komen in de massa te vervallen. De
enigheid van deze persoon verdwijnt,
de individuen worden gelijkgescha
keld, de primitieve lagen van ras
en volk gaan het handelen bepalen.
Als speciale kenmerken van de mas-
Aangezien in de massa de intel
lectuele capaciteiten van de eenling
wegvallen „denkt" de massa in beel
den. Steeds ziet men dan ook sym
bolen optreden, die bepaalde denk
beelden vertegenwoordigen, maar die
meer nog een sterk bindende func
tie bezitten, 't Kruis, de halve maan,
de gebalde vuist, het hakenkruis, het
V-teken zijn even zovele code-tekens
van de massa. Telkens wanneer het
individu het symbool ontmoet, wordt
het wederom in contact gebracht met
de geest van de massa. Ruimtelijke
tegenwoordigheid, die men veelal
voor massapsychologische verschijn
selen als een noodzakelijk vereiste
vooronderstelt, lijkt niet persé ge
vraagd te worden. Wij denken in dit
verband aan de kruistochten, de hek
senwaan. een beurspaniek.
Al liggen de gebruikte symbolen
doorgaans in het visuele vlak, er is
geen reden om aan te nemen, dat
zij niet even goed op het gebied van
de andere zintuigen zouden kunnen
liggen, b.v. op dat van het gehoor.
De muziek, die men rock-and-roll
noemt, is een dergelijk auditief sym
bool. bij welks confrontatie de een
ling in de massa verdwijnt en de
typische kenmerken van de massa
vertoont. Bovendien gaat er dan van
deze muziek een sterke motorische
prikkeling uit. Dit verklaart dan ook
zij het gedeeltelijk, het gedrag, dat
met rock-'n-roll gepaard gaat.
Doch er is meer. Het is immers
juist de jongere generatie die bij de
ze dingen betrokken is. Zijn er in de
jeugd van vandaag niet bepaalde dis
posities aanwezig, die aanleiding ge-
van tot of oorzaak zijn van de roek-
uitspattingen?
Bij een beschouwing van de tal
loze veranderingen in de structuur
van de samenleving, die zich in de
laatste halve eeuw in een schier on
navolgbaar tempo hebben doorgezet
en nog doorzetten, treft men wel als
„Leitmotiv" en „ont-menselijking"
van het leven. De toenemende ver-
technisering is hier c' -bet. De ma
chine en het cijfer hebben de mens
overvleugeld. Dit is een zeer merk
waardige ontwikkeling geweest, want
wie in 1900 juist door de hoge vlucht
die de techniek nam, de toekomst
van het mensdom met een lichtend
optimisme tegemoet zag, zal thans
nu we vijftig jaar verder zijn met
een geheel andere blik de ontwikke
ling gadeslaan De techniek heeft het
bestaan overwoekerd. De oude zeker
heid is verdwenen en heeft plaats ge
maakt voor een gevoel van „Un-
heimlichkeit", een zekere angstige
ongerustheid De ellende van twee
wereldoorlogen met geautomatiseerde
massale vernietigingsmethoden, wel
ke met de atoomkracht nog geper
fcctionecrd zijn, zijn hier niet vreemd
aan. Ook in het normale leven dreigt
de algehele triomf der techniek. In
het bedrijf „bedient" de mens de
machine, niet omgekeerd. En het
onderscheid tussen be-dienaar en die
naar is zo groot niet. De moderne
efficiency heeft van de dorpswinkel
met het praatje over de toonbank
een onpersoonlijk winkelbedrijf ge
maakt. waarin ge nog slechts de
kassa-juffrouw ontmoet, die spoe
dig ook wel door een robot vervan
gen zal worden. Het dictaat aan Uw
secretaresse gaat via een tape-recor
der, brieven schrijft ge niet meer,
doch ge tikt ze in een onpersoonlijk
lettertype, of ge grijpt naar de tele
foon. Ge zijt lid van organisaties,
maar ge zijt er niet meer dan een
kaart, bedrukt met cijfers in een
enorm pons-systeem. Arbeid, vrije
tijd en amusement, het verkeer, de
liefdadigheid, ja alles is georgani
seerd, geschoeid op de mathema
tische leest der efficiency naar het
voorbeeld der techniek. De spon
taneïteit kan zich in het menselijk
contact niet meer doen gelden, zij
wordt teruggedrongen tot de meest
intieme relaties als die van gezin en
familie en ook daar nog wordt zij
bedreigd.
Tot de technische vooruitgang be
hoort ook de verbetering der com
municatiemiddelen. De gesloten ge
meenschap bestaat niet meer. Door
het moderne verkeerswezen, de pers,
telex, radio, televisie, de film, zijn
alle grenzen overspannen. Naast vele
goede zaken, kleven hier echter ook
bezwaren aan. Dagelijks wordt het
individu gesteld voor meningen en
opvattingen van de meest uiteenlo
pende aard. Geesteshoudingen en le
vensbeschouwingen, sterk afwijkend
van of zelfs lijnrecht in strijd met de
traditionele visie op allerhande zaken.
De band met de leidende Kerk, in
de vorige eeuw uit het leven van
alledag verdrongen, is veelal verbro
ken of toch verslapt. Het centrale
gezichtspunt van waaruit men zijn
plaats bepaalt tegenover de proble
men en vragen van het leven, is ver
dwenen. Het gevolg is een niet-meer-
weten. een vervaging van het
ethische normbesef.
Deze generatie is voortkomstig uit
de oorlogstijd. Veelal heeft bij deze
jeugd de basis voor een gezonde af
fectieve ontwikkeling ontbroken. Ver
groeiingen moeten hieruit volgen. De
ze jongeren zyn gedesillusioneerd en
sceptisch gestemd ten overstaan van
idealen op politiek, sociaal en reli
gieus terrein Zij hebben teveel ge
zien en meegemaakt om zich te kun
nen engageren. Waar idealen ont
breken verliest het leven zijn zin.
De verveling en de lusteloosheid
poogt men te ontvluchten in film,
sigaretten, sensatieblaadjes en wat al
niet meer.
Stuurloos geworden zoekt deze
jeugd voor haar spontaneïteit een
uitlaat in de drift-explosies van de
rock-and-roll, die echter niet meer
is dan een aanleiding. De oorzaak
ligt dieper dan een opzwepend rit
me. Die moeten we zoeken in de on
zekerheid van het bestaan, de crisis
der cultuur.
Het is de vraag of verwijten hier
op hun plaats zijn. De wereld van
nu heeft de jeugd gevonden, niet ge
maakt. We willen de excessen, waar
aan zij zich te buiten gaat, niet
goedpraten. Dit zou verdacht veel
lijken op struisvogel-politiek. Laten
wij echter wel proberen te begrijpen,
want alleen begrip kan een uitgangs
punt zijn voor wie hier de helpende
hand wil reiken. En dat dit nood
zakelijk is, staat buiten alle kjjf.
C. B.
men van luchtfoto's van bepaalde
objecten. Al tijdens de eerste wereld
oorlog begon men reeds met het
nemen van foto's van vijandelijke
stellingen. Op de duur ging men zich
echter steeds meer op bepaalde ge
bieden specialiseren.
Zo bestaat sinds vijf jaar in Enge
land op het vliegveld Lympne in het
graafschap Kent een maatschappij
„Skyfotos", opgericht door de wing
commander Hugh Kennard D.F.C.
en de gewezen fotograaf van de
R.A.F. Ronald Gott, die zich speciaal
bezig houdt met het maken van lucht
foto's van schepen. Jaarlijks levert
men een legio aantal foto's af in
opdracht van scheepvaartmaatschap
pijen. scheepsbouwers, cargadoors,
dagbladen en „verzamelaars". Voorts
bezit de bibliotheek der maatschap
pij een hele collectie foto's van wel
10.000 verschillende schepen en elk
jaar wordt de voorraad met enkele
duizenden aangevuld.
Werden oorspronkelijk luchtfoto's
gemaakt van kastelen en fabrieken,
spoedig trokken de foto's van sche
pen in het Kanaal door hun bijzonde
re stijl de aandacht en ging men
zich hierop specialiseren. Het regen
de opdrachten.
In totaal heeft „Skyfotos" drie
luchtfotografen in dienst, terwijl Ro
nald Gott de leiding heeft als chief
photographer. Een van hen is een
ondernemende jonge vrouw, Jean
Ball, die op dit gebied heel wat
„mans" is.
Jean vliegt - gewapend met een
grote luchtcamera - in een Auster
Autocrat, steeds gereed om schepen,
die door het Kanaal varen te „schie
ten". Soms moet ze verder van huis.
Ze heeft op speciaal verzoek bv. van
uit Tanger geopereerd om daar drie
maanden in de Straat van Gibraltar
te fotograferen. Ook stormweer
schrikt de mensen niet af om op
namen te maken van schepen, die in
nood verkeren en van de aangewen
de reddingspogingen.
Zo vloog Ronald Gott eens helemaal
naar Singapore, speciaal voor mooie
plaatjes, omdat een scheepvaart
maatschappij dat wilde. Het Ka
naal is nu eenmaal niet de Straat
van Malakka... Overigens maakt men
dagelijks drie tot vier vluchten en
heeft men vooral in de zomermaan
den druk werk.
De lichten brandden
Dat zulke foto's nog biezonder nut
kunnen hebben, bewees onlangs het
volgende voorval. Kort nadat een Ita
liaans schip was gefotografeerd,
kwam het in botsing met een ander.
Bij het hieruit ontstane proces kwam
de vraag naar voren of de navigatie-
lichten van genoemd schip wel goed
brandden. De inmiddels ontvangen
foto's toonden aan. dat dit inderdaad
in orde bleek te zijn.
Om te voorkomen, dat men een
schip in de lens neemt, dat reeds
een beurt heeft gehad, voert men
een ..catalogus" mee in de kist, be
vattende de namen van alle gefoto
grafeerde schepen. Komt er nu een
in zicht, dan wordt laag overgevlo
gen om de naam af te lezen, waar
na de namenlijst wordt geraadpleegd.
In 1951 vrij simpel begonnen, is
..Skyfotos" nu al op weg om naam
te maken over de gehele wereld.
(Advertentie)
Voor de provincie Zeeland gelden
voor morgen, dinsdag 18 december,
de volgende hoogwaterstanden: te
Hansweert om 3.04 en 15,22 uur; te
Terneuzen om 2.21 en 14.38 en te Vlis
singen om 1.49 en 14.09 uur.