Ander licht op Nieuw-Guinea uws Portret ;er Kolenreserves zijn nog voldoende voor ongeveer dertiü eeuwen Luchtfotograaf van schepen BETER BEGRIP GEVRAAGD Wageningens rapport verwaarloosd A/en make er geen etnografisch museum maar een leefbaar land van van Nieuw beroep Nogmaals: Rock- h-roll DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 17 DECEMBER 1956 LIMBURGS DESKUNDIGE KEERDE TERUG Verbroederingsmaand DIRECTEUR „INICHAR" IS VAN OORDEEL Kempcnmijnen ver vooruit Gedeputeerde A. Schout Van het onderwijs in de politiek Symbolen Massa-psychologie Ontmenselij king Oorlogsgeneratie TELEFUNKEN Hoogwaterstanden Hf-J a afdeling: houden, al lve winst Zeeuwen n. singen in ondertus- de vierde het giste- wist te punten te- mdalers in slaan. 16 24-12 19 20-8 14 26-15 12 21-17 11 25-27 10 18-23 9 17-13 9 21-21 8 9-13 7 14-19 6 18-24 1 11-34 n m'no^ U clöI nnrmaal ie /ia Na drie jaar als landbouwconsulent in west-Nieuw-Guinea werkzaam te zijn geweest is ir. A. P. G. Poyck uit de Poststraat te Kerkrade, sinds kort in Nederland teruggekeerd. Op 1 okto ber jl. vertrok hij met zijn familie per vliegtuig uit Manokwari, een klein stadje in de „Vogelkop" van Nederlands Nieuw-Gui- nea, welk gebied drie jaar zijn werkterrein is geweest. De terug reis was geen kleinigheid. „Twee dagen en twee nachten hebben wij gevlogen. Ondanks alle K.L.M.-service is dit toch een hele onderneming" verzekerde ons de heer Poyck in een onder houd, waarin wij naar zijn bevindingen vroegen. aldus de heer Poyck zijn we bezig van Nieuw-Guinea een etnografisch museum te maken, inplaats van een leefbaar land. Dat dit niet alleen mijn mening is, bewijzen met mij de vele jonge deskundigen, die, evenals ik, het eiland verlaten en het maar over laten aan de „sociaal" georriënteerde bestuursambtnaren in Hollandia. De salariëring der deskundigen is bovendien zó laag, dat het in Nieuw- Guinea heel normaal is, dat inge nieurs- en doktersvrouwen gaan werken om een bijverdienste te heb ben. Al is ir. Poyck nu ook terug in Ne derland, hij blijft erbij, dat dit grote overzeese rijksdeel 'n grote toekomst kan hebben, wanneer men eindelijk zou inzien, dat alleen een economische basis Nièuw-Guinea straks eigen zelfstandigheid kar. bieden. Hiervoor zijn thans Europees geleide bedrijven nodig, waarop ook de Papoea het vak kan leren, om dit straks zelfstan dig voort te zetten. De ervaringen van deze jeugdige Kerkradenaar, die als jong landbouw kundig ingenieur o.a. reeds grote de len van Noord-Amerika en Europa verkende, werden voor ons een grote verrassing. „Het gaat in Nieuw-Gui nea verkeerd", zo verzekerde hij ons Ir Poyck was drie jaar contractueel verplicht om in west-Nieuw-Guinea de landbouw „op poten te zetten". Hij heeft er echter teveel onprettige ervaringen opgedaan, om dit contract dat dit jaar afliep, weer te verlen gen. Ambtenaren-dictatuur "Het verblijf van ir. Poyck in Nieuw- Guinea is „één grote strijd geweest tegen de machtige ambtenaren-dicta tuur". Zelfs als deskundige in de tro pische landbouw, in welke hoedanig heid hij immers naar Nieuw-Guinea was gehaald, had ir. Poyck en al zijn collega's, tegen het ambtenarenregiem niets in te brengen. „In Nieuw-Gui nea staan op het ogenblik 75 procent ambtenaren tegen 25 procent particu lieren. De stad Hollandia is hun bol werk. Dagelijks komen er nog ambte naren bij, zogenaamd om de ontwik keling van Nieuw-Guinea te admi nistreren. In feite zijn ze een doel ia zichzelf geworden..." Deze ambte naren, aldus ir. Poyck, zijn behalve bemoeiziek ook nog oppermachtig Ze weten alles beter en trekken zich niets van onze adviezen aan. Zet dit maar gerust in de krant, lachte onze zegsman, ze kunnen dat onmogelijk ontkennen. Machtsstrijd Op het ogenblik kan men in Nieuw- Guinea volgens onze zegsman dan ook „Mijn inziens zijn toe bezig van Nieuw-Guinea een etno- grafisch museum te maken in plaats van een leefbaar land". Aldus de bittere klacht van een Limburgs deskundige in tropi sche landbouw, die na een drie jarige werkzaamheid te Mano kwari e.o., naar Nederland is teruggekeerd. Als aanvullende belichting van het vraagstuk Nieuw-Gui nea, naast de verhalen van Anthony van Kampen, plaatsen wij hiernaast een kritische ont- boezeming van ir. A. Poyck uit J Kerkrade. Cacao Het arbeidsterrein rond Manokwari van ir. Poyck lag in de zg. Vogel kop van wect-Nieuw-Guinea, een ge bied, driemaal zo groot als Neder land. Van de drie jaar dat onze Lim burgse landbouwkundige hier bleef, heeft hij alles bijeen ruim één jaar met exploratietochten doorgebracht. „Ik moest immers eerst mijn gebied verkennen, voordat ik adviezen voor de landbouw kon geven." In totaal bevat de Vogelkop van west-Nieuw- Guinea circa 100.0C0 ha welke vuor cultuurgrond geschikt zijn te maken. Om dit enorme gebied tot ontwikke ling te brengen zouden echter uitge strekte wegen moeten worden aange legd en daarvoor werd weinig of geen geld beschikbaar gesteld. Op een proefcentrum van 40 ha kwam ir. Poyck tot de conclusie, dat vooral de cacao grote kansen bood. Ondanks tegenwerking (in het begin ook van een groep Indo-Eurpese boeren, die vanuit Indonesië naar Nieuw-Guinea was gevlucht), speelde hij het klaar om 100 ha cacao in te zetten. De resultaten gaven hem ach teraf gelijk „Als ik echter de mede werking van de ambtenaren in Hol landia had gehad, waren er misschien al 500 ha geweest, in navolging van OOST-ROZEBEKE Ge zult zeggen: ja, ja, da soort verbroederen in deez november- maand, zit ons nog in de knieën van 't bibberen dat we gedaan hebben, surtout op de eerste zondag van deez maand. Waar ziet ge nog ver broedering? 't Is al verknoebeling en verbroddeling, wat ge ziet en leest en deur d'n T.S.F. hoort. En, ik mot u gelijk geven. Ik heb deur d'n T.S.F. van dat concert gehoord, dat ze in Londen gegeven hebben om de Engelse zenuwen te ontspan nen de olie-zenuwen aan 't Suez- kanaal, waarin Boelganin z'n han den in onschuld wilde gaan wassen. Da concert in Londen Dad ies daar 'n symfonie geworren op drei stofzuigers, 'n dozaan stenen bed- kruiken. 'nne vuilwatereemer en twee geweerschoten, allemaal op de mu ziek van Haydn en Wagner. Is de wereld aan 't stapelzot worren of nie Figureert u, dat ge, achter de trommelslager op de Nachtwacht van uwen Rembrandt, 'n mekaniek maakt. Stopt er 'n dubbeltje in. en... de trommelaar begint te roffelen om uw hamsterzenuwen te ontspannen. Zoudt ge nie peizen dat uwe Rembrandt z'n eigen in z'n graf zou omdraaien Wa zeg ik 'Nne ventilator zoudt ge van 'm maken. En. in Londen heeft 't publiek geapplaudisseerd met handen en voeten, 't Grote concert gebouw was binnen 'n kwartier uit verkocht. As ge ergens 'n vitrine- ruit kapot smijt wordt ge in uwen kraag gepakt en naar d'n bureau de police gebracht, maar. daar in Lon den laten ze de klassieke kunst ka pot trappen en.... ze spuiten de zaal nie leeg. zulle. Ze schreeuwen nog: bis, bis, bis Verheffing van de cul tuur is toch maar alles. Die kan nie genog gesubsidieerd worren. Ziede gij daar Wagner al zitten compone ren: „Vrouw, zet de stofzuiger es aan klauwen uit. Op dieje zondag hebben ze zich verbroederd. Dat is 't goede in België, geboren uit de moord op Hongarije. Ge moogt me geloven, als ik u schrijf, dat er tientallen men sen die da zagen hebben staan schreien. En dan Awel dan zijn Vlaams en Waals naar de Russische Ambassade getrokken om er zo broe derlijk mogelijk al de ruiten in te smijten, en as de Rijkswacht er nie te perd en met getrokken sabel op was afgestoven, 't hele kot af te bre ken tot de leste steen. Dan stonden de wandelaars niet te schreien, maar ze trapten af zo rap as ze maar kon den. duidelijk een machtsstrijd onderschei- I Australisch Nieuw-Guinea, waar ze den tussen het ambtenarenregiem enerzijds en de uitvoerende deskun digen anderzijds. Het gouvernement vertegenwoordigde in deze strijd het sociaal-ethische element, terwijl de deskundigen samen met het particu liere volksdeel een snelle economische ontwikkeling voorstaan. De ervaringen van de Limburgse deskundige werpen wel een veront rustend licht op de taak, waarvoor Nederland in Nieuw-Guinea is ge steld. Deze taak, in tal van rapporten omschreven, is immers het (vooral economisch) tot ontwikkeling brengen van dit grotendeels nog volslagen on bekende, uitgestrekte eiland met zijn handjevol Papoea's. „Ik ben in mijn werk angstvallig uitgegaan van de conclusies, welke het rapport: De agrarische ontwikkelingsmogelijkhe den van Ned. Nieuw-Guinea, bevat. Aan dit rapport hebben verschillende Wageningense hoogleraren, waarbij ik zelf heb gestudeerd, meegewerkt, in de praktijk kwam er volgens ir. Poyck echte niet van terecht, wat redelijker wijze mocht worden verwacht. Dit rapport vraagt nl. een snelle uitvoe ring van de ontwikkelingsmogelijk heden, van het ambtenarenappa raat. En hierin zat juist de knoop. ,,In Nieuw-Guinea is niets zonder de ambtenaren mogelijk", aldus ir. Poyck Hun tegenwerking en traagheid wa ren om rebels te worden. thans al 15.000 ha cacao hebben staan" zuchtte onze zegsman. Ondanks alles heeft de Kerkraad=e pionier toch veel succes gehad. Bij ambtenaren en boeren stond hij al gauw bekend als een wildeman", die niet met zich liet sollen. Meermalen is hij met bloedneuzen cn blauwe ogen thuisgekomen, wanneer hij zijn argumenten een beetje te hardhandig uiteenzette. Bij zijn vertrek in sep tember jl. hebben de Indo-Europese boeren en inlanders, die drie jaar geleden een ontevreden er. chaotische troep vormden, hem echter gesmeekt om terug te komen. Ze organiseerden een groot afscheidsfeest en schon ken ir. Poyck een horloge als herin nering. Zelfs gouverneur Van Baal wist de jonge ingenieur naar waarde te schat ten, door hem een nieuw contract aan te bieden. Ir. Poyck is hierop echter niet ingegaan. Ongewisheid Naar zijn vaste overtuiging ligt er een druk op Nieuw-Guinea, omdat men niet weet, of dit gebied wel bij Nederland zal blijven. Er is geen po- litiek-rustig klimaat. Men is bang dat het buitenland ons aanziet voor kolo nisators en drijft daarom een half slachtige politiek. Mijns inziens Maar eerst mot ik u nog iet veul frappanter vertellen. Voor dat ze 't kot wilden gaan afbreken en nadat ze mekaar hadden geëmbrasseerd, knielden die jonge studenten neer op de keien en baden hardop in 't Vlaams en 't Frans. Da was touchant zulle. Zoudt ge dat achter die jonge mannen gezocht bebben, die wel es anders over de keien leggen, as ze uit hun clubhuis naar hun kamer willen waggelen Zo ziet ge weeral, dat er uit iets slechts altijd nog iets goeds kan ko men, as Onze Lieven Heer 't maar in de hand houdt. Maar of er uit 't gehamster dat ze in Brussel gedaan hebben, iets goeds te voorschijn kan komen, dat weet ook de goeie God allenig. Ge hebt er hier, die hun slaapkamer vol zakken anthraciet hebben getast, want zeggen ze, komt er oorlog, dan brengen de kolenmar- chands hun vracht nie meer de trap pen op. t Op die zondag Allee, laat ons naar de verbroede ring terug stappen. Die heeft plaats gehad te Brussel op diejen bibber- zondag in november 1956. Nu moet ge u, in uw fantasie bevinden <?p d'n groten Brusselsen Boulevard, in d'n achternoen, as er heel veul volk op de been is. Ge ziet me daar 'n paar duuzend Waalse studenten van de vrije Universiteit. Ze hebben hun studentenklak op de kop. Ze komen in dichte rijen zingend, Frans zingend aangemarcheerd van de kant van de Midi. En ziet, van de kant van de Nord, komen ook studenten, ook 'n paar duuzend, ook in dichte rijen, ook zingend, maar in 't Vlaams. Dat stapt op mekaar af en ge peist, lijk alle man die dat ziet: Seffes komen de boksijzers en de gummiknuppels voor d'n dag en dan beleven we 'n tweede Boeda-Pest. Alleman hield z'n hart vast. Maar, dat zingen had iets plechtigs, iets serieus, 't Waren va derlandse liederen. As de studenten- drommen op enkele meters van me kaar staan, houden ze op eene keer halt. Er komen enkele Walen en Vla mingen naar voren en... embrasseren mekaar. En dan volgen honderden hun voorbeeld. En, nu moet ge nie peizen: da's maar weer 'n gefan taseerde farce van Sus van Testelt. 't Is historique, 'n ware gebeurtenis. Zo iets schoons, zo iets unieks is er nooit in heel België gepasseerd. Ge meenlijk piekt de Haan de Leeuw op z'nne kop of slaat de leeuw z'n De kolenreserves van de wereld liggen in de buurt van 5000 miljard ton, hetgeen betekent, dat er, gerekend naar de huidige produktie, nog voorraad is voor minstens 3000 jaar. Dit verklaarde dezer dagen de direc teur van het Belgische Nationale Instituut voor de Kolenmijnbouw (INICHAR) op een bijeenkomst van de Belgische Koninklijke Maatschappij van Ingenieurs en Industriëlen. De reserves van West-Europa, aldus de heer Venter, bedragen meer dan 320 miljard ton, waarvan 130 miljard ton in West-Duitsland liggen en 170 miljard ton in Engeland. Noord-Amerika is goed voor ruim 2100 miljard ton, waarvan de Verenigde Staten 2000 miljard ton voor hun rekening nemen, de Sowjet-Unie voor 1200 miljard en China voor 1100 miljard ton. De rest is over andere landen verdeeld. En hoe staat België ervoor? De heer Venter behandelde in zijn voordracht heden en toekomst van de mijnbouw in België tegen de achtergrond van de wereldmijnbouw. gen. De gemiddelde dagproduktie van de zeven Kempenmijnen bedraagt tussen 4000 en 6500 ton! De gemid delde schachtdiepte van de Belgi sche mijnen beloopt 800 meter, na genoeg hetzelfde als die van de Ruhrmijnen. Jaarlijks neemt zij met 5 tot 6 meter toe. Een vergelijking van de produktie en produktiviteit tussen de zuidelijke bekkens en het Kempenbekken valt ten voordele van de Kempen uit. Daar was de pro duktie in 1939 in totaal 7 miljoen ton en in 1955 10 miljoen ton. De Zui delijke bekkens dolven in 1938 nog 23 miljoen ton, maar waren in het afgelopen jaar tot 19,5 miljoen ton teruggelopen. Ook wat het onder gronds effect betreft moeten de Kempenmijnen het landelijke cijfer redden. Het effect is in de Kempen 1500 kg per man en per gewerkte dag, ongeveer even hoog als bij ons dus. Met betrekking tot de toekomsti ge ontwikkeling van de Belgische mijnen, zeide de heer Venter, dat men hier dezelfde doelen nastreeft als in de andere kolenlanden van West-Europa: verdere mechanisatie en rationalisatie. De Kempenmijnen hebben in dit opzicht een grote voorsprong op de mijnen van de zui- België heeft een steenkoolreserve van 5 miljard ton, waarvan 3 mil jard ton in de Kempen en de rest m de vier zuidelijke hekkens: Bori- nage, Centrum, Charleroi cn Luik, de voorraad is samengesteld uit al le soorten kolen van prima kwali teit, van de allermagerste tot de gasrijkste. Je voorraad huisbrand kolen is niet bijzonder groot. Gere kend naar de huidige jaarproduk- «e van huisbrandkolen is de voor raad binnen veertig jaar opgesou peerd. Daarentegen is het land bijzonder rijk aan vetkool en gasvlamkool; de laatste steenkoolsoort is in het land nog nergens ontgonnen. De Kempen In de vier zuidelijke bekkens zijn momenteel 120 mijnzetels in produk tie, waarvan er 80 tussen 300 finn i 1 vuursprong op ae mijnen van oe zui kolen per dag omhoog bren-delijke bekkens. Men heeft er grote mijnen, die reeds sterk gemechani seerd zijn. Toch zal ook in het zui den naar concentratie van de win ning ondergronds en samenvoeging van verscheidene kleine mijnzetels tot grotere produktie-eenheden moe- centratie zal ook de veiligheid gun- ten worden gestreefd. Door deze con centratie zal ook de veiligheid gun stig worden beinvloed. Reeds kunnen enkele voorbeelden van concentratie in de zuidelijke bekkens worden ge signaleerd. Steenkoolveredeling Steenkoolveredehng zal in alle West-Europese kolenlanden in de toekomst steeds meer in de belang stelling komen te staan. Ook in Bel gië zijn er op dit punt plannen op kor te en op langere termijn. Onder de eerste is de fabricage van syntheti sche huisbrand bijzonder klemmend. De Dehoefte aan huisbrand stijgt voortdurend en de voorraden wor den steeds kleiner. Een ander be langrijk punt is de noodzaak het aaniai soorten steenkool, die voor verkooksing geschikt zijn, te vergro ten. Verder zal de produktie van stadsgas moeten worden opgevoerd, en zullen de elektrische centrales moeten worden verbeterd. Het stoken van minderwaardige steenkool ten behoeve van de stoomproduktie moet in dit verband worden bevorderd. Mo menteel is men daarmee al flink be zig doordat steenstorten voor dit doel worden uitgekamd. Voor de verdere toekomst moet vorden rekening gehouden met pro cédés welke thans in België om eco nomische redenen nog niet kunnen worden toegepast, maar waarvan de ontwikkeling elders met belangstelling moet worden gevolgd en voorbeeld hiervan is de steenkoolhydrogenering maar het is slechts één uit vele. (Foto J. Henning, Vlissingen) Tot zijn 49e jaar was de heer A. Schout een aan school en beroep verknoch te onderwijsman en wie hem toen voorspeld zou hebben, dat hij na kort verloop van tijd tot over de oren in de poletiek zou zitten had geen geloof bij hem gevonden. In 1916 was de heer Schout. Vlissinger van geboorte, in het bezit gekomen van de onderwijs akte. Te Vlissingen was geen va cature waarom hij een benoe ming aan de christelijke school te Zaltbommel aannam. Drie jaar hield hij het in het stadje aan de Waal vol, maar toen hij in 1919 kans kreeg op een aanstelling in de Scheldestad, aarzelde hij geen moment en accepteerde. Van 1919 tot 1944 werkte hij aan de christelijke school te Vlissin gen. Eerst als onderwijzer en la ter als hoofd. Hoewel hij in de loop der jaren bestuurslid werd van de centrale van A.R.-kiesver enigingen. pakte de politiek hem veel minder dan de pedagogie en tot november 1944 liet nog niets vermoeden dat hij het voor het eerste zou verlaten. Maar de be vrijding van Vlissingen, dat zo ge schonden uit de moordende strijd vandaan kwam, bracht de nood zakelijkheid met zich mee om, nu het N.S.B.-bewind ineengezakt was, een nieuw gemeentebestuur te vormen. Toen vestigde zich de aandacht op hoofdonderwijzer Schout, die tijdens de bezetting had getoond uit het goede hout gesneden te zijn. Men zocht hem dringend aan om als wethouder te willen fungeren, mede omdat de stad met haar vele geschonden scholen midden in de onderwijs kwesties zat. Het was geen gemakkelijk dilemma waarvoor de heer Schout toen stond. Tenslotte liut hij wat het zwaarst was hei zwaarste wegen en gaf toe aan de op hem uitgeoefende druk. Vol energie pakte de kersverse wet houder zijn nieuwe taak aan. Hij bleek over krachten te beschik ken, welke hij misschien zelf ook niet in zich vermoed had. Wethou der Schout kreeg in ieder geval ook als bestuurder faam en dit bracht weer mee, dat men hem in de Prov. Staten van Zeeland koos en dit was op 3 juli 1946 be noemde tot lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland; 'n ambt dat hij dus al tien jaar bekleedt. Natuurlijk was de heer Schout de aangewezen man voor de on derwijssector, wat geen sinecure was en is, want het aantal door oorlogsgeweld en later door de watersnood verwoeste scholen was groot in onze provincie. De j ervaring met het herstel daarvan opgedaan in het klein te Vlissin- gen kwam hem te stade nu hij dit herstel in groter verband had te stimuleren. Tientallen scholen zijn door hem heropend en nog deze week was dit weer het geval te Nieuwerkerk. Druk leven De tijd dat een lid van Ged. Staten meer vrije- dan werkdagen had, behoort tot het verleden. Op zoveel meer gebieden is de pro- vincie werkzaam, dat het pro- vinciaal bestuur tijd te kort komt. In talloze provinciale of semi- provinciale instellingen heeft een lid van G. S. ambtshalve zitting; de representatieve taak is ook 1 omvangrijk en praktisch is het zo dat van de ochtend tot de avond S een lid van G. S. aan het verga- S deren of op reis is. De heer J Schout heeft om iets te noemen veel bemoeienis met de stichting Zeeland voor maatschappelijk en cultureel werk, waarvan hij vice- voorzitter is, wat een zee van werk met zich brengt, omdat ook van deze stichting de invloeds- sfeer zich immer uitbreidt. Voor het aandeel dat de heer I Schout destijds had in het arran- J geren van de kunsttentoonstelling „Zeeland vlagt in België", be- noemde de Belgische koning hem tot officier in de Leopoldsorde. Voorts is de heer Schout vice- voorzitter der bibliotheek-com- missielid der commissie van overleg ambtenaarszaken; eva- cuatie-commissaris enz. S Ondanks al die beslommeringen J draagt gedeputeerde Schout zijn J 62 jaren met ere en zijn goed hu- meur heeft er evenmin onder ge- leden. Gemakkelijk spreker weet hij zijn woorden op tijd te krui- den met een geestig woord of kwinkslag. In de Statenzaal is zijn bon- hommie bekend en de vinnigste vraag brengt hem nog niet uit i zijn evenwicht. Vrienden heeft de- J ze provinciale bestuurder genoeg, J vijanden van hem ontmoetten we nog niet. Hele groepen En nou ziet ge er hier met hele groepen, die hun gehamsterde goe deren proberen te ruilen tegen... Sin terklaas- of Kerstmis-surprises. Maar da ga nie zo coulant, als 't hamste ren, zulle. De mannen van de com merce schijnen hier ook te weten, dat er geen oorlog komt, vermits ze hun etalages weer volproppen met aller-- lei Sinterklaas-goed. En ze maken ze zefcer wisten, dat er oorlog kwam daar straf reclame voor. In enkele zoudt ge die complaisance daar nie magasins ziet ge, door bijkans le- zien. stukken opgevoerd. Alles mekaniek. 'n Mamzelleke in de etalage, drukt maar op 'nne knop en de poppen be ginnen te speulen. En ze zorgen wel, dat hun artikelen, duidelijk geprijsd goed gezien worren. Een van de ma gasins vertoont Tyl Uilenspiegel en Lamme Goetzak. Buiten voor de vitrine is 'n ba lustrade gemaakt. Daar motten de grote mensen achter blijven. En tussen die balustrade en de etalage loopt 'n helling op en af. Da's voor de kinderen en die staan daar dan nog wel op 'nne schone loper. Als vensgrote poppen, hele volks-theater-1 De techniek schrijdt voort in deze moderne tyd. En deze techniek schept ook nieuwe mogelijkheden. Een nieuw beroep ii dat van luchtfotograaf van schepen. Nu is het beroep op zich zelf al zo nieuw niet meer. We ken- SUSK EVAN TESTELT nen de zg. luchtkartering en het ne- (Van een bijzondere medewerker) In de rij van noviteiten, die de laatste jaren furore hebben ge maakt, heeft zich een nieuw feno meen rrp?„tv-,ard: de rorV-'n-roli. Ft is geen café, waar niet de juke-box tri en elke bioscoopdirectie is van haar omz t zoker tls zij een reck-film brengt. Bill Haley vergezelt U de i sa treden naar voren een verhoog- ganse dag, vanaf" uw eerste kopje I de emotionaliteit, een sterk machts thee tot aan het uur, waarop gij I fey?el en een verlaagd verantwoor- wprlprom fileer,a* delijkheidsbesefMen ziet dan ook bi) n de S'adde lak :!,s betogingen, opstanden, panieken en schuift. Van s mensen trommelvlies revoluties de massa daden stellen, w'"(' v"n ""verr 4 m daten, die slechts verklaarbaar zijn op Het mensdom van heden kan men g.ond van vermelde eigenschappen, in twee helften verdelen: zij die er Het individu wordt a.h.w. door de voor zijn en zij die er tegen zijn. Als „massageest" gehypnotiseerd. Het is ge tot de tweede categorie de te- i de ervaring, dat ook de sterkste per- genstanders behoort, zult ge Uw I soonlijkheden „bezwijken", hoofd schudden, -anneer ge ze tegen 1 komt, de beoefenaren van rock-and- roll, verlate existentialisten in teddy- jas en spijkerbroek, bonte hemden en gele schoenen. Overal ontmoet ge ze. Het rock-'n-roll-genootschap is in ternationaal. Op de trottoirs van Lon den heten zij teddy-boys, in Parijs „les-7-trois", en Halbstarke of row dies is hun Berlijnse naam. Doch even goed als in Tokio en San Fran cisco ziet ge ze op het Leidseplein, waar ze „nozems" heten. En met de eerste groep is daar ook steeds haar complementaire we derhelft, die met gevelde lans in het strijdperk treedt tegen wat men heeft genoemd „de generatie van de dege neratie". Plotseling is men ont waakt, eeuw-oude cultuurwaarden ziet men bedreigd. Het eind der Westerse beschaving is in zicht. Ver ontruste vroede vaderen doen nog wat in hun vermogen ligt, zenuw achtige ouders slaan in paniek het gedoe hunner zonen en dochteren ga de. In deze omstandigheden lijkt het niet zonder nut een poging te wa gen om de achtergrond van het rock- and-roll verschijnsel te achterhalen. Bij een massale nerveusiteit rond de ze dingen vindt niemand baat. Wie rock-and-roll zegt vandaag, be doelt meer dan een bepaalde vorm van amusementsmuziek. De term dekt een twijfelachtige lading van gangsterachtige activiteiten als in braak, verkrachting feestrijderij, ver nieling. Meestal legt men tussen de ze muziek en de genoemde driftuit barstingen een oorzakelijk verband, waarmee dan de laatste restloos ver klaard moeten zijn. De schuldige is het wilde, opzwepende ritme, dat de jeugd, onvolwassen oog en vandaar meer ontvankelijk en minder tot weerstand in staat, tot die irratio nele explosies brengen zou, die met rock-and-roll gepaard gaan. Hoewel deze verklaring zeer zeker niet ge heel bezijden de waarheid ligt, me nen wij toch dat er méér is. Wanneer men het rock-and-roll- verschijnsel nader in ogenschouw neemt, valt een frappante overeen komst op met bepaalde massapsy- chologische verschijningsvormen. In zekere omstandigheden vertoont de massa een opeenhoping van nieuwe re kenmerken, die geheel afwijken van de eigenschappen der afzonder lijke individuen. De eenling verliest in deze massa zijn gezicht. De ver worvenheden van opvoeding en op leiding waardoor alle bewustzijnsla gen, ook de meer primitieve, in een menselijk, d.w.z. door de rede gedo mineerd kader worden geïntegreerd, komen in de massa te vervallen. De enigheid van deze persoon verdwijnt, de individuen worden gelijkgescha keld, de primitieve lagen van ras en volk gaan het handelen bepalen. Als speciale kenmerken van de mas- Aangezien in de massa de intel lectuele capaciteiten van de eenling wegvallen „denkt" de massa in beel den. Steeds ziet men dan ook sym bolen optreden, die bepaalde denk beelden vertegenwoordigen, maar die meer nog een sterk bindende func tie bezitten, 't Kruis, de halve maan, de gebalde vuist, het hakenkruis, het V-teken zijn even zovele code-tekens van de massa. Telkens wanneer het individu het symbool ontmoet, wordt het wederom in contact gebracht met de geest van de massa. Ruimtelijke tegenwoordigheid, die men veelal voor massapsychologische verschijn selen als een noodzakelijk vereiste vooronderstelt, lijkt niet persé ge vraagd te worden. Wij denken in dit verband aan de kruistochten, de hek senwaan. een beurspaniek. Al liggen de gebruikte symbolen doorgaans in het visuele vlak, er is geen reden om aan te nemen, dat zij niet even goed op het gebied van de andere zintuigen zouden kunnen liggen, b.v. op dat van het gehoor. De muziek, die men rock-and-roll noemt, is een dergelijk auditief sym bool. bij welks confrontatie de een ling in de massa verdwijnt en de typische kenmerken van de massa vertoont. Bovendien gaat er dan van deze muziek een sterke motorische prikkeling uit. Dit verklaart dan ook zij het gedeeltelijk, het gedrag, dat met rock-'n-roll gepaard gaat. Doch er is meer. Het is immers juist de jongere generatie die bij de ze dingen betrokken is. Zijn er in de jeugd van vandaag niet bepaalde dis posities aanwezig, die aanleiding ge- van tot of oorzaak zijn van de roek- uitspattingen? Bij een beschouwing van de tal loze veranderingen in de structuur van de samenleving, die zich in de laatste halve eeuw in een schier on navolgbaar tempo hebben doorgezet en nog doorzetten, treft men wel als „Leitmotiv" en „ont-menselijking" van het leven. De toenemende ver- technisering is hier c' -bet. De ma chine en het cijfer hebben de mens overvleugeld. Dit is een zeer merk waardige ontwikkeling geweest, want wie in 1900 juist door de hoge vlucht die de techniek nam, de toekomst van het mensdom met een lichtend optimisme tegemoet zag, zal thans nu we vijftig jaar verder zijn met een geheel andere blik de ontwikke ling gadeslaan De techniek heeft het bestaan overwoekerd. De oude zeker heid is verdwenen en heeft plaats ge maakt voor een gevoel van „Un- heimlichkeit", een zekere angstige ongerustheid De ellende van twee wereldoorlogen met geautomatiseerde massale vernietigingsmethoden, wel ke met de atoomkracht nog geper fcctionecrd zijn, zijn hier niet vreemd aan. Ook in het normale leven dreigt de algehele triomf der techniek. In het bedrijf „bedient" de mens de machine, niet omgekeerd. En het onderscheid tussen be-dienaar en die naar is zo groot niet. De moderne efficiency heeft van de dorpswinkel met het praatje over de toonbank een onpersoonlijk winkelbedrijf ge maakt. waarin ge nog slechts de kassa-juffrouw ontmoet, die spoe dig ook wel door een robot vervan gen zal worden. Het dictaat aan Uw secretaresse gaat via een tape-recor der, brieven schrijft ge niet meer, doch ge tikt ze in een onpersoonlijk lettertype, of ge grijpt naar de tele foon. Ge zijt lid van organisaties, maar ge zijt er niet meer dan een kaart, bedrukt met cijfers in een enorm pons-systeem. Arbeid, vrije tijd en amusement, het verkeer, de liefdadigheid, ja alles is georgani seerd, geschoeid op de mathema tische leest der efficiency naar het voorbeeld der techniek. De spon taneïteit kan zich in het menselijk contact niet meer doen gelden, zij wordt teruggedrongen tot de meest intieme relaties als die van gezin en familie en ook daar nog wordt zij bedreigd. Tot de technische vooruitgang be hoort ook de verbetering der com municatiemiddelen. De gesloten ge meenschap bestaat niet meer. Door het moderne verkeerswezen, de pers, telex, radio, televisie, de film, zijn alle grenzen overspannen. Naast vele goede zaken, kleven hier echter ook bezwaren aan. Dagelijks wordt het individu gesteld voor meningen en opvattingen van de meest uiteenlo pende aard. Geesteshoudingen en le vensbeschouwingen, sterk afwijkend van of zelfs lijnrecht in strijd met de traditionele visie op allerhande zaken. De band met de leidende Kerk, in de vorige eeuw uit het leven van alledag verdrongen, is veelal verbro ken of toch verslapt. Het centrale gezichtspunt van waaruit men zijn plaats bepaalt tegenover de proble men en vragen van het leven, is ver dwenen. Het gevolg is een niet-meer- weten. een vervaging van het ethische normbesef. Deze generatie is voortkomstig uit de oorlogstijd. Veelal heeft bij deze jeugd de basis voor een gezonde af fectieve ontwikkeling ontbroken. Ver groeiingen moeten hieruit volgen. De ze jongeren zyn gedesillusioneerd en sceptisch gestemd ten overstaan van idealen op politiek, sociaal en reli gieus terrein Zij hebben teveel ge zien en meegemaakt om zich te kun nen engageren. Waar idealen ont breken verliest het leven zijn zin. De verveling en de lusteloosheid poogt men te ontvluchten in film, sigaretten, sensatieblaadjes en wat al niet meer. Stuurloos geworden zoekt deze jeugd voor haar spontaneïteit een uitlaat in de drift-explosies van de rock-and-roll, die echter niet meer is dan een aanleiding. De oorzaak ligt dieper dan een opzwepend rit me. Die moeten we zoeken in de on zekerheid van het bestaan, de crisis der cultuur. Het is de vraag of verwijten hier op hun plaats zijn. De wereld van nu heeft de jeugd gevonden, niet ge maakt. We willen de excessen, waar aan zij zich te buiten gaat, niet goedpraten. Dit zou verdacht veel lijken op struisvogel-politiek. Laten wij echter wel proberen te begrijpen, want alleen begrip kan een uitgangs punt zijn voor wie hier de helpende hand wil reiken. En dat dit nood zakelijk is, staat buiten alle kjjf. C. B. men van luchtfoto's van bepaalde objecten. Al tijdens de eerste wereld oorlog begon men reeds met het nemen van foto's van vijandelijke stellingen. Op de duur ging men zich echter steeds meer op bepaalde ge bieden specialiseren. Zo bestaat sinds vijf jaar in Enge land op het vliegveld Lympne in het graafschap Kent een maatschappij „Skyfotos", opgericht door de wing commander Hugh Kennard D.F.C. en de gewezen fotograaf van de R.A.F. Ronald Gott, die zich speciaal bezig houdt met het maken van lucht foto's van schepen. Jaarlijks levert men een legio aantal foto's af in opdracht van scheepvaartmaatschap pijen. scheepsbouwers, cargadoors, dagbladen en „verzamelaars". Voorts bezit de bibliotheek der maatschap pij een hele collectie foto's van wel 10.000 verschillende schepen en elk jaar wordt de voorraad met enkele duizenden aangevuld. Werden oorspronkelijk luchtfoto's gemaakt van kastelen en fabrieken, spoedig trokken de foto's van sche pen in het Kanaal door hun bijzonde re stijl de aandacht en ging men zich hierop specialiseren. Het regen de opdrachten. In totaal heeft „Skyfotos" drie luchtfotografen in dienst, terwijl Ro nald Gott de leiding heeft als chief photographer. Een van hen is een ondernemende jonge vrouw, Jean Ball, die op dit gebied heel wat „mans" is. Jean vliegt - gewapend met een grote luchtcamera - in een Auster Autocrat, steeds gereed om schepen, die door het Kanaal varen te „schie ten". Soms moet ze verder van huis. Ze heeft op speciaal verzoek bv. van uit Tanger geopereerd om daar drie maanden in de Straat van Gibraltar te fotograferen. Ook stormweer schrikt de mensen niet af om op namen te maken van schepen, die in nood verkeren en van de aangewen de reddingspogingen. Zo vloog Ronald Gott eens helemaal naar Singapore, speciaal voor mooie plaatjes, omdat een scheepvaart maatschappij dat wilde. Het Ka naal is nu eenmaal niet de Straat van Malakka... Overigens maakt men dagelijks drie tot vier vluchten en heeft men vooral in de zomermaan den druk werk. De lichten brandden Dat zulke foto's nog biezonder nut kunnen hebben, bewees onlangs het volgende voorval. Kort nadat een Ita liaans schip was gefotografeerd, kwam het in botsing met een ander. Bij het hieruit ontstane proces kwam de vraag naar voren of de navigatie- lichten van genoemd schip wel goed brandden. De inmiddels ontvangen foto's toonden aan. dat dit inderdaad in orde bleek te zijn. Om te voorkomen, dat men een schip in de lens neemt, dat reeds een beurt heeft gehad, voert men een ..catalogus" mee in de kist, be vattende de namen van alle gefoto grafeerde schepen. Komt er nu een in zicht, dan wordt laag overgevlo gen om de naam af te lezen, waar na de namenlijst wordt geraadpleegd. In 1951 vrij simpel begonnen, is ..Skyfotos" nu al op weg om naam te maken over de gehele wereld. (Advertentie) Voor de provincie Zeeland gelden voor morgen, dinsdag 18 december, de volgende hoogwaterstanden: te Hansweert om 3.04 en 15,22 uur; te Terneuzen om 2.21 en 14.38 en te Vlis singen om 1.49 en 14.09 uur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 7