De Sint heeft pracht boeken
FLANEREND
tussen Baronie
en Markiezaat
Amusement betaalt opstand
net
n
ing
nse
V.N.
Unie
zers
rnd
Kinderen, let op liet klokje van gehoorzaamheid
VOOR KLEIN EN GROOT
Goede smaak
r *s
SAN O STOL
M. OOMENS'
De rackett-terreur van de Algerijnen in Parijs
OP AMERIKAANSE LEEST
Duurder vracht
ïits
aal
uws
mg
rdacht
ding
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 5 NOVEMBER 1956
5
Aardappeloogst is
4 pCt kleiner
Diepe politieke bespiegelingendiepe wijs
heden, het tekenen van perenjeéstviérèn, 'n
hoboconcert en een beetje kou voor we
afscheid nemen.
DE BESTE
KINDERBOEKEN
boekhandel
VUURWERK
Sueskanaal gesloten
I ijk
nst deelt
ern" publi-
Itelijke na-
eeds weer-
„Sunday
el verhaal
jesteit de
waarbij de
diens moe-
n. Het be
de eerder
zinnige be
et verhaal
passing is.
In het af-
het ook
iden en an-
de Ameri-
V.N., om
rije te zen
svaardigde:
zijn bereid
)te over te
emacht, die
eren. Waar
iet dezelfde
van Hon-
e kans van
ewijzen dat
)ost-Europa
atellieten en
ing van de
in de nacht
;e New York
waarin een
de Sovjet-
gewapende
staken en
it land terug
ïomen met
n by vijftien
Iers zijn lan-
h-Afrikaanse
lavië.
de Sovjet-
an het com-
mgaarse de-
zig bij de
c. Scheurs.
heid voorge-
de eenzaam-
of zijn gro-
ij onafgebro-
igen en de
Greeve dit
reeft gedaan,
pianiste me-
ond de ver-
et beroemde
i nadat- de
tter' was ge
let de Balla-
zo zei Pater
ijk leven in
itisch is",
x, wier spel
aliteit getuig-
Ivard Grieg's
rde wals van
ertigste voor-
indruk ach-
in het Bre-
hij meende,
evallen.
lijk deel van
,e heer J. de
tter in de va-
was de heer
en tot nieuw
ia loting met
r Th. Spelier
herkozen als
de Zeeuwse
il worden ge-
sten
ijn bevrijding,
ditmaal een
leg door de
oud-strijders
Scottish Bor-
de leiding bij
'tverenigingen
De plechtig-
iij de Lan-
Divisie. Aan
tl waren mili-
de bei-
verleen-
het ope-
rzitter, dr. H.
burgemeester
de uit, waar-
hartelijk ver
dat nog
droefenis
gevoeld
van de
'Pen
Na
;oed
lagen
rije.
burgemeester
deren van
Nederland,
werden gehe-
gingen zij
Post weer-
twee minuten
slot van
vele kran-
De goede Sint heeft méér dan pepernoten en itaai-taai in i
de wijde zakken van de Pieterbazen gestopt. Gelukkig maar, want
wat zou er terecht komen van alle tot nu toe gave tanden en kie
zen van de Nederlandse jeugd! De barre winter van vorig jaar
heeft de heilige Bisschop waarschijnlijk op de gedachte gebracht
om nu eens bijzondere aandacht te besteden aan het kinderboek.
Toen is er gelezen, dat de stukken er af vlogen. Met rode hoof
den en gloeiende handen moesten de kinderen tenslotte nood
gedwongen (het klokje van gehoorzaamheid) wel ophouden. En
daarom heeft Sinterklaas dit jaar een zichtzending naar ons toe
gestuurd om er wat over te vertellen. Dan kunnen de kindoren
er met het opstellen van hun verlanglijstjes rekening mee hou
den. Daar gaat-ie dan.
Tot
Eerst voor de hele kleintjes. Bij A.
IV. Bruna en Zn. te Utrecht versche
nen fleurige boekjes, geschreven door
Dick Bruna: „Nijntje", „De appel"
cn „Toto in Volendam". Een prach
tige vereenvoudiging in kleur en lijn,
met eenvoudige „lieve" versjes erbij.
Uitstekend materiaal om de goede
smaak van de kleintjes te vormen.
Wat bij Casterman uitkwam is voor
de wat groteren. „Wolletje, het kleine
schaap" van Gijs Haag, „Tiny in het
circus" van dezelfde schrijver, „de
heilige Bernadette" van Michel de
Saint-Pierre en „Zonnige sprookjes"
van Marcello Vérité zijn juweeltjes
van boekdrukkunst. De plaatjes zijn
sprookjes op zichzelf, gevoelig zonder
sentimenteel te zijn. Aan de teksten
is veel zorg besteed.
Annie M. G. Schmidt verzorgde de
tekst van het knipselboekje van Fie
Westendorp „Daar gaan Jip en Jan-
neke". Voor de kleintjes uit de eerste
en tweede klas een alleraardigst ver
haaltje. Hetzelfde kunnen we voor
wat oudere kinderen zeggen van „Do
do in Amerika", geschreven 'door
Bert Brugman. Het eerste boekje is
van de Arbeiderspers, het tweede van
Cantecleer, in Utrecht. Hermien
IJzerman schreef voor deze laatste
uitgever „Het blauwe paard", een
pakkende geschiedenis met mooie
plaatjes voor jongens en meisjes tot
ongeveer negen jaar. Cantecleer deed
voor de Goede Sint nog veel meer.
In de zogenaamde „Vrije tijd-reeks"
verschenen weer een aantal leuke
boekjes. We leren gezellig spelen van
N. G, Vlot, eenvoudig weven van E.
Gerritsen-Veen, eenvoudig karton!
werk maken van Henk Carlier, teke
nen en schilderen van Lotte Marie
van Oordt, bast-snijwerk (aardig spul
is dat!) van Gert Evers en groter
speelgoed maken (daar moet vader
aan te pas komen, hoor) van Lütz
de Jong. Na nog verteld te hebben
dat voor de „wat oudere kinderen"
door Martha de Vries een vriendelijk
boekje werd geschreven Hoera
daar is de poppenkast", gaan we diè
over het algemeen zo voortreffelijke
uitgeverij Cantecleer een verwijt ma
ken. Frank van Wieringen schreef
namelijk een bijzonder spannend jon
gensboek, „Zilvergieren". Als het
verhaal op een hoogtepunt is geko
men, staat er doodleuk: Om de af
loop van het verhaal te achterhalen,
moet je (in 1957) een ander boek ko-
pen. Zie, dat is ons waarlijk een
beetje al te bar. Een reeks over een
bepaalde held: akkoord. Maar dan
ook afgeronde boeken, anders is de
aardigheid er bepaald af.
Zelf kleuren
Een goede noot is er voor de reeks
die onder de titel „BonteBoekjes"
bi' y de Ul,geversmij Holland
üt^orie n m' ^.ies Bo"huys schreef
■Ue rode ponnie en Harriet Lanrpv
™^dnVHopla het feestvarken
Bouhuys heeft°dbovendien'
oPmannmgInVdëzeeen £cMe
Ma^daït een 'fe' ^d
^I^'^^met^losse5 pretje?
de kinderen zelf mogen kleuren-'
Het uiterlijk van deze uitgave ver
dien een aparte pluim: zo brengen
MiesVrfnff0 liefdl V00r het boek hÜ-
wcpN B'"h«ys IS bijzonder actief ge-
Meest dit jaar: snoezige versies
rncmVf °Ver -ne t"«we scMm-
mel hetgeen de Sint vast op prijs
zal Stellen. Het bekende liedje >k
fag twee heren..." werd bij dezelfde
uitgever (Holland in A'dam) met
'k Zag tivee beren broodjes smeren
O, het teas een iconder,
,t Was een ivonder boven wonder,
Dat die beren smeren konden.
Hi, hi, hi,
Ha, ha, ha,
'k Stond er bij en keek er naar
knipsels van Eva Huysrnans in een
nieuw en aantrekkelijk kleedje ge
stoken.
Wat kinderboeken betreft heeft de
Sint dit jaar voor Nederland werke
lijk gewerkt naar het recept „Goede
wijn behoeft geen krans". De avon
turen van Suske en Wiske („De
straatridder") en de avonturen van
Bessy („De zwijgende getuige") van
de Standaardboekhandel zijn daar al
twee bewijzen van. Zo is het ook met
de nieuwe Kuifje („De zaak Zonne
bloem") en met twee boeken van de
Zuid-Nederl. uitgeversmij: „Vlieg
tuigen" en „De vogels". Deze laatste
twee boeken bevatten vellen met ge
kleurde en gegomde zegels om tus
sen de tekst te plakken. Het geheel
vormt dan een kleine, waardevolle
encyclopedie over een bepaald onder
werp. Leerzaam en interessant. Van
Holkema en Warendorf brachten van
C. Johan Kieviet de twee historische
verhalen „Uit de riddertijd" en „In
den otter" als surprise voor de oude
re kinderen. Een welkome aanwinst.
Avontuurlijk,
Nu we toch bij de opgroeiende
jeugd terecht zijn gekomen: In een
goede vertaling verscheen een boek
van Ralph Moody, „Ons huis in de
prairie" bij de uitgeverij Ploegsma.
Dit boek verdient waarlijk een extra
aanbeveling, omdat het avontuurlijk
is in de allerbeste betekenis van dat
woord. Doorzettingsvermogen en
saamhorigheid krijgen naast echte
vriendschap en gezonde humor een
ruime plaats. Minder lof hebben we
over voor „Stanley" van J. M. Ei
sing, uitgegeven bij het Nederlands
Boekhuis in Tilburg. We hadden van
dit stuk opbouwende lectuur namelijk
zo graag behoorlijk Nederlands ge
had. Dat kunnen we van deze uitgave
lang niet zeggen. Stukken beter is
het boek „Op jacht naar de Inca-
schatvan Anthony Phair. Een span
nend reisverhaal met een bonte
reeks wetenswaardigheden over de
oude cultuur in Zuid-Amerika wordt
ons hier goed vertaald aangeboden.
Ue gedegen inhoud is verwerkt met
de vaart van een boeiende roman.
Voor de meisjes van 14 jaar en
ouder bezorgde Ploegsma ons nog
een lezenswaardig boek „Alleen maar
een hart van Margreet Velsen-Quast
De schrijfster kent het gevoe-
l1^e,ineiS;ir blijkbaar door en door
en ze weet ons al heel gauw en dan
nog voorgoed te winnen voor halr
hoofdpersoon. Nu nog iets voor de
grotere jongens, die van techniek
houden. Startbaan vrij" van A L
de knock (uitg. Sheed en Ward te
Antwerpen) biedt zoveel degelijke bij
zonderheden over alles wat met
vliegtuigen te maken heeft, dat we
bij het dooi kijken van de goed-geïllu-
streerde pagina's alleen al geestdrif
tig werden. Het doorlezen van de
tekst kwam toen „vanzelf".
Het allerbeste
Het allerbeste bewaren we voor
het laatstIn „Mijn eigen encyclo~
pedie" heeft Tom Hulsebosch met
plaatjes van Rein van Looij de voor
kinderen bereikbare „wetenschap"
in een prachtige Elsevier-uitgave
verwerkt. Een rijk boek, waar alle
kinderen (ook de allergrootsten)
in het gezin van mee kunnen ge
nieten. Nog zo iets fraais (en voor
alle leeftijden, inclusief boven de
tachtig) is „De sprookjeswereld",
een verzameling sprookjes van H.
Herda en bewerkt door Aafje en
Margreet Bruijn. De uitgave, die
waf verzorging aangaat boven aan
de erelijst behoort te staan, is van
C. P. J. van der Peet in Amsterdam.
Zo ziet U, dat Sinterklaas het wel
weet deze keer. Hij zorgde voor alle
leeftijden op een manier, die zijn
marsepein en speculaas nog wel eens
in het vergeetboekje kon doen be
landen. Zo smakelijk zien die kinder
boeken er allemaal uit!
Advertentie)
Tengevolge van het slechte >veer
blijft de aardappeloogst 1956 kleiner
dan die in 1955. De huidige oogst is
4 pet kleiner, vooral doordat vele fa
brieksaardappelen reeds in de grond
verrot zijn.
De consumptie-aardappelenpositie is
echter beter. Volgens het blad „Boer
en Tuinder" wordt verwacht dat de
vraag naar deze aardappelen dit jaar
in het buitenland niet erg groot zal
zijn. Óver het algemeen is de oogst in
onze buurlanden namelijk groter dan
in 1955.
Afijn SepfevtAet Mei
Ook deze maand - elke dag -
Geef Uw kind méér weerstand na deze zon-arme Zomer
Ga nou maar eens, dacht ik
vanavond met 'n vrolijke broek
rondspringen in zó'n wereld.
Speel nu eens de pias in dit
Europa, waar tanks door de stra
ten rijden en mensen elkaar lyn
chen. Zelfs in het goede westen
zou een mens tics krijgen van
al die dingen. Enerzijds natuur
lijk wel jubelend-gelukkig, om
dat er eindelijk een volk tegen
de beren durft vechten, maar
anderzijds nogal ongerust, om
dat het nooit goed is, dat er er
gens kruitdamp hangt. Toch
lijkt het me voor zulke jongens
als Kroesjev wel een penibele
zaak. Want als je nu Kroes jev
bent, mag je niet kwaad worden
omdat de Hongaren het stand
beeld van Jozef om vergetrok
ken hebben; dan kun je hoog
stens zeggen: nou góed, dat heb
ik, zij het symbolisch, een tijdje
geleden óók gedaan.
En als je Kroesjev of Malenkov of
Sjepilov of zo bent, dart blijft het ge
vaarlijk, al te lelijk te doen, omdat
Tito dan heel lelijk gaat kijken en
Pandit Nehroe en nog heel veel meer
vroegere vrienden Ik denk dat ik er in
zo'n geval erg mee zou inzitten en
heel diep zou moeten nadenken, welk
gezicht ik de eerstvolgende keer in
het openbaar zou moeten trekken.
Het bezicht van de beledigde onschuld
of het gezicht van: ach ja, feitelijk
hebben ze gelijk, want wij waren ook
al zo lang tegen het stalinisme. Het
trekken van dat gezicht lijkt mij een
enorm probleem in het Kremlin, dat
uren oefening voor de grote goud-
omlijste spiegel nodig maakt. Nee;
bijzonder politiek aangeleg ben ik niet
maar vóór de krant van de dertigste
oktober kwam, had ik toch al wel be
grepen, dat het eigenlijk geen wereld
is om over naar huis te schrijven. Op
die dertigste oktober kwam nog het
bericht, dat de Israëlieten oprukten
naar het Suez-kanaal en zo zijn er, al
met al, heel wat plekken op onze ou
de wereld, waar het brandt. Ga nou
maar eens met een feestneus op rond
springen in zo'n Europa.
Maar ik heb mij moedig en sterk
vermand. De lezer zal ook wel niet
uitbundig gestemd zijn over de aarde.
Hij zal ook wel liever een blauwe
zomerhemel zien dan een lucht,
waarin overal notenbalken van straal-
jaeergassen geschilderd staan. Ook
wel liever fietsen over 'n pad tussen
eindeloze hei-tapijten dan schuchter
wandelen naast bossen, waarvan men
een militair oefenterrein heeft ge
maakt, zodat je overal hulzen ziet en
borden met „gevaarlijk gebied" en
overal jeep-sporen. Daar staat alle
maal tegenover, dat de lezer ën ik,
wij samen, er tóch niets aan kunnen
veranderen. Dat Kroesjev en Nasser
en Nagy er zich hélemaal niets van
aantrekken, wat wij samen zouden
willen. En dat het veel beter is, ons
daarom ook maar niets aan hen ge
legen te laten liggen. Gewoon door te
gaan en te denken: doe maar. Héél
rustig te blijven. Maar natuurlijk wel
even het girobiljet in te vullen voor
de dappere Hongaren. En dan maar
gewoon te gaan flaneren, net als al
tijd. Een gewone, kalme heer te blij
ven in het verkeer en een binnenpret
je te hebben om de mannen, die in
het Kremlin voor de goud-omlijste
spiegel staan.
Opmerkingen
Ja. zei een mij bekend ingenieur,
toen hij mij rondgeleid had door
een vervaarlijk stalen produktie-
ark in een van onze grote bedrij-
het héérlijke levertraanproduct,
(met vitamines A, B, C en D) bereid
uit heilbot- en kabeljauwlevers
ven, - ja; het is natuurlijk zo, dat
een machine het werk kan doen van
vijftig gewone mannen. Maar daar
staat tegenover, dat er geen een
machine is, die het werk van één
gewone man neteender kan doen
als zo'n man het zou kunnen.
En daar zat heel wat in, want ik
heb nog nooit een machine een si
gaar zien roken of een brief met de
hand zien schrijven, mensen.
Toen ik de avond daarop naar een
opera zat te luisteren en er zich
En dit laatste vind ik heel mooi.
Het is aan onze aard eigen, dat wij
van de vrolijkheid en de hupfalderie
houden. Trouwens de heer van Duin
kerken heeft, toen hij al wél een le
nig dichter, maar nog niet zo'n hoog
geleerd professor en congressenman
was, heel duidelijk geschreven: -
maar wie zal ons weerstaan, wan
neer wij zonder dralen getrouw naar
kerk en herberg gaan? Dat is klare
taal. Vanaf mijn prilste kinderjaren
heb ik dit verschijnsel geconstateerd:
dat wij in Brabant altijd iets uit de
hoek zoeken om te kunnen feestvie
ren en als we na heel veel moeite
een vlammend debat ontspon over njets kunnen vinden en iemand zegt:
het zingen van zo'n muziekdrama waarom is dat vanavond bij jullie?
óf in het origineel óf in verin-*'r'- zeggen we: - nou, gewoon, zomaar.
vorm, merkte een van de deel -- Ja. ja, die jubilea daar in Heerle en
mers, die al die tijd had gezwr* i.
fijntjes op: - och, het kan me ei
genlijk niet schelen, in welke taal
ze zingen, als ik het maar niet ver
sta.
En ook daaraan heeft men weer
stof genoeg om een hele avond te
peinzen, zich herinnerend, hoe Ro-
doljo in Antwerpen zijn vriend
Marcello toezingt: jao, t'ies waor,
iek gao maai schaalden van Mimi.
Peren tekenen
In de St. Georgeschool in Roo
sendaal werd een tentoonstelling
gehouden van het werk van leer
lingen. Het is merkwaardig en ge
zond, dat het zo helemaal an
ders is dan in onze tijd. Het na
tekenen is er niet meer zo bij. Ach
nee, ik zal geen pedagogisch
boek raadplegen, wanneer het on
verhoopt in de toekomst nodig
mocht zijn, een van mijn zonen
een klap op een zachte plaats te
geven, maar er zijn toch veel goe
de moderne dingen ook. Bij ons
was het altijd maar: natekenen.
Net echt. Een vaasje. Een boter
blom. Een steen. Een peer. Op
tien kilometer afstand kon ieder
een dan al zien, dat mijn peer
overal op leek, behalve op een
peer en dat de boterblommen net
geraniums waren. De stenen, dat
kon nog, want die zijn vormloos
genoeg, om variaties mogelijk te
maken. Tegenwoordig is dat al
lemaal anders. Men laat de jeugd
zich tenminste uitleven in zo'n
tekening. Iedereen zegt tegen
woordig maar over moderne kunst
maar het lijkent helemaal niet. Ik
zou die mensen willen vragen:
vindt u dat nu zo belangrijk; moet
het nou altijd ergens op lijkenen?
Lijken die paardjes op uw behang
op echte paardjes en de bloemen
in uw gordijn op échte? Nee; de
schooljongens van de St. George
school zullen als ze groot zijn,
geen schilderstukken willen ko
pen, die per se zó verschrikkelijk
goed zijn, dat het kleurenfoto's
geworden zijn. Ze zullen het veel
mooier vinden, als de tekenaar
erg leuk en aardig heeft zitten
fantaseren, zélf bloemen heeft ge
schapen in plaats van er na te
tekenen. Dat is tóch weer aardig,
zo iets progressiefs te zien in zo'n
school.
Ik weet niet, hoelang al die dor
pen in West-Brabant precies bestaan,
maar er zijn er in elk geval weer
twee, die jubilea gaan vieren: Heer
le, een 650-jarig en Nispen nog veel
ouder. Nu zijn dat natuurlijk uiterst
gedenkwaardige feiten, maar men
slaat de veronderstelling niet uit mijn
ziel, dat er bij zulke dingen ook wel
eens geredeneerd wordt: nu zoeken
we eens lekker een mogelijkheid om
de boter tegen de zolder te gooien.
(Advertentie)
bij
Ginnekenstr. 30, Ginnekenweg 66
BREDA.
ïksteen.
We hadden netjes een kopje koffie gedron
ken in een keurig café in het zeventiende ar
rondissement. Mijn beide collega's, met wie ik
een half uur had gesproken over twee perscon
ferenties, waren al vertrokken. Ik moest nog
even wachten, tot mijn vrouw me met de wa
gen zou komen afhalen. Juist wilde ik een glas
bier bestellen toen m'n aandacht getrokken
werd door een bekvechterijtje tussen de kel
ner en twee gasten, aan een tafeltje gezeten in
de hoek. De beide gasten waren uitstekend ge
kleed in keurig zittende, donker blauwe kos
tuums en nylonhemden. De oudste, van onge
veer 40 jaar, had een donker streepsnorretje
en zijn ongeveer tien jaar jongere metgezel
droeg een gouden dasspeld. Beiden hadden dat
ondefiniëerbare stempel van de onderwereld.
Ze staken nieuwe sigaretten aan: long
size Amerikaantjes uit een zilveren koker en
omdat juist de automatische platenwisselaar
van de muziekdoos stop viel hoorde ik hem
duidelijk blaffen: „Genoeg. Ga de patroon ha
len of we schieten de boel kort en klein".
De oudste, 'n champagne drinkende
Noordafrikaan stond op en mon
sterde de bezoekers. Hij zag een der
tigtal klanten, die druk met elkaar
bezig waren en nog geen notitie had
den genomen van het incident
Daarna liep hij naar de muziekdoos,
5 i ?r een paar muntstukken in,
drukte verscheidene toetsen omlaag
en zodoende waren we weer verze
pend de eerste tien minuten „amour
en love" te horen.
Met een knalrood hoofd kwam de
patroon aanrennen en ik hoorde hem
boven de muziek uitgillen:
„Als u niet wilt betalen, bel ik de
politie op".
De oudste, die was blijven staan,
drukte hem handig op een stoel neer
en even later zag ik de patroon oieek
worden. Van het fluistergesprek was
niets meer te verstaan, maar de
zegevierende blikken en de angstogen
van de eigenaar waren wel duidelijk
De rest gebeurde zo vlug. dat 'ik
moeite had de ontwikkeling bij te
kijken. De jongste wreef zijn zware
vuist onder de neus van de patroon,
die met stoel en al achterover tui
melde. Een fractie van een seconde
later lag de toegesnelde kelner
knock out op de tegels en nog voor
net publiek begon te gillen drukte
de oudste gangster de glazen kast
van de muziekdoos in. Handig, alsof
het dagelijks werk is, greep hij een
paar platen, wierp die een voor een
in de lucht en verbrijzelde ze met
een luid knallende Colt.
Toen brak het publiek los. Krijsende
dames en doodsbleke heren grepen
hun ajssen en mantels en vluchtten
de straat op. waar zich al een klein
groepje kijkers had gevormd. En
kele seconden later waren ook de
beide gangsters via de drukte in één
der talloze zijstraten verdwenen.
De andere dag was de schade weer
hersteld. Achter de kist stonden
weer lange rijen nieuw glaswerk. De
kellner met een blauw oog liep weer
bedrijvig heen en weer en de pa
troon him.self glimlachte ingetogen.
De Racketters kwamen niet meer
terug. Hij had zijn rust gekocht voor
75.000 franken per maand.
Geld of.... je zaak
In „Le Vesuwe", rue Pigalle 54
ging het heel anders. Roger ie Fou
had er met zijn Armeense helper een
aangename avond doorgebracht. Ze
hadden drie flessen champagne ge
dronken en toen het op betalen aan
kwam hadden ze tegen de eigenaar
gezegd: „Luister eens. beste vriend.
Je zaak loopt gesmeerd. Je verdient
geld als water. Het zou «rg jammer
zijn als je een ongeluk kreeg of als
er drukte werd gemaakt in je bar
en de klanten voortaan weg bleven.
Maarwe kunnen het op een ak
koordje gooien. Je betaalt ons twee
miljoen voor de strijd in Algerië.
ofais je het liever hebt., komen
we iedere week een derde van je
ontvangsten ophalen. Denk er eens
over na. Morgen komen we antwoord
halen
Iedere maand
Deze brutale chantage van hotel
houders, café-eigenaren, exploitanten
van bars, cabarets en r.achtgelegen.
heden heeft in Parijs ongekende vor
men aangenomen. De bedrijvers, die
„racketters" worden genoemd, zijn-
uitstekend georganiseerd en werken
met een nauwkeurigheid, een betere
zaak waardig. Eerst komen ze enige
malen om te ontdekken hoe het be
drijf loopt en als ze gezien hebben,
dat er geld wordt verdiend, komt
hun „inlichtingendienst" in actie. Het
verleden van de exploitant wordt
omgewoeld. Vaak is het niet brand
schoon, en 'niet zelden blijken de toe
komstige slachtoffers met recht een
brave angst voor de politie te heb
ben.
De taak van de „racketters" is dan
eenvoudiggeld of.... we verraden
je. In deze gevallen is succes verze
kerd. Het slachtoffer betaalt zijn
„contributie" als een soort geheime
belasting, want de wetten van de on
derwereld zijn hard: een bezoek aan
de politie wordt zwaar gestraft, soms
zelfs met de dood.
Hoofdrolspelers
Anderhalf jaar geleden was de Pa-
rijse racket uitsluitend in handen
van de Corsicanen. Ze hadden het
monopolie en zelfs de Parijse mis
dadigers. die iets in deze branche
zochten te verdienen waren genood
zaakt eerst toestemming te vragen
aan de Corsicaanse chefs. Volgens
een voorzichtige raming hielden in
liet voorjaar van 1955 zich nog 90
tot 100 Corsicanen met de racket
bezig en hun gemiddelde verdiensten
bedroegen 300.000 frs. per week. De
Corsicanen hebben he't echter moeten
afleggen tegen de opdringerige Alge
rijnen en volgens de Parijse gegevens
zijn ze verhuisd naar Antwerpen en
Brussel. De Algerijnse daders zijn
evenwel minstens zes maal talrijker,
hetgeen de soep wat dunner maakt.
Opereren ze werkelijk voor finan.
ciële steun in Algerië?
Ten dele.
Het leeuwedeel blijft in hun eigen
beurs. Een mens moet toch leven,
niet waar en Parijs is een dure stad.
De opstand in Algerië levert hen
echter een excuus, waarmee ze hu-n
misdaad wat cachet kunnen geven.
Voor het specialistenwerk heb
ben de Algerijnse Racket-terroris
ten niet Noordafrikaanse helpers
in dienst genomen. De politie is
echter optimistisch. Terwijl een jaar
geleden nog geen enkele onderne
mer aangifte durfde te doen komt
het nu zowel in Marseille als in Pa
rijs steeds vaker voor, dat het
slachtoffer ten einde raad naar de
politie komt en in vele gevallen le
vert dat arrestaties op. De Algerij
nen zijn bovendien veel minder be
dreven in dit werk dan de Corsi
canen. De laatsten kozen met zorg
en pas na veel studie hun slacht
offer uit. De Algerijnen, die een te
grote activiteit aan de dag moeten
leggen, gaan heel vaak onvoorzich
tig te werk en belanden zodoende
in de cel.
in Nispen mogen niet zonder viering
passeren, maar als ze er niet waren,
hadden we er wel iets anders op ge
vonden. We rollen hier eigenlijk van
de ene lollige broek in de andere.
Van verloren maandag over Carna
val via de kermis, de opening van
een tunnel en een gewestelijke ten
toonstelling naar veertig andere din
gen en als we er zijn, wordt het wel
weer oud en nieuw of zo. Dat zijn
eigenlijk, in de wereld van Suez en
Hongarije heel mooie eigenschappen,
waardoor wij de moed erin houden.
Als ik een gestencild rapport moest
schrijven over de psychologische
structuur en de historische achter
gronden, gezien in het licht van ge
westelijke evolutie, van de Brabantse
mens, zou daar zeker deze zin in
voorkomen: de Brabantse mens
wordt, meer dan zijn noorderbroe
ders, gekenmerkt door een neiging
tot uitbundigheid. Zo'n zin zou het in
zo'n rapport bést doen, broeders.
Muziek en fiepers
Het Brabants Orkest komt
trouwens in Steenbergen óók,
binnenkort en dat is óók cul
tuurspreiding. Flipse kwam er
met zijn muzikale mannen
niet, waar hij overigens waar
schijnlijk zelf niets aan kon
doen. En met een lang niet gek
programma. Evert van Tricht
in een hoboconeert van Haydn.
Het staat wel vast, dat Evert van
Tricht iets van hobo-spelen kan en
dat vader Haydn iets kon van com
poneren, al ben ik nu niet altijd wég
van zijn wel eens ondiepe rococo-
pleziertjes. Een hoboconcert is een
mooi iets, ais het tenminste een ho
bo-concert is. Ik hoop, dat het dat
hier is; zo muziekhistorisch ben ik
nu ook weer niet, dat ik dat weet.
Een feit is, dat laatst het concert
gebouworkest een hobo-concert van
Mozart speelde, dat feitelijk een
fluitconcert was en dan denkt de toe
hoorder toch: nou, nee. Want dan
wil zo'n hobo wel eens met alle
respect voor de enorme virtuositeit
van de bespeler op een fieper be
ginnen te lijken. Maar het Brabants
Orkest mag er, al met al bést zijn;
het heeft een niveau bereikt, waar
voor we ons vast niet behoeven te
schamen. Het is heel merkwaardig,
dat ik een grammofoonplaat bezit,
waarop een groot buitenlands orkest
speelt, onder leiding van Enrique
Jorda, 'n volbloedig-Spaanse naam
Ik heb altijd gedacht, dat dat wel
een mystificatie zou zijn en dat Hein
Jordaens éven een buitenlands diri-
gentenpak had aangetrokken hier
een Spaans hidalgo-pak met een wij
de sombrero. Nu; dat is niét zo.
Enrique Jorda is een héél andere
heer. Toch is het een typisch feit. Ik
denk, dat er géén buitenlands diri
gent is, die Eduardo de Filippi heet
of Guglielmo Mengliberga of Eduar
do di Beino.
Nooit gedacht
En om onze tocht te besluiten:
het was deze dagen bij U zeker ook
héél erg kil? Nog wel geen ijs in
de pannetjes op het gasstel, maar
toch al: de kraag omhoog en maar
sidderen. En weer een mudje kolen
er tegenaan. De laatste blaren da
len naar de aarde; hoort gij wel die
macabere a-klanken in die prach
tige fraze? Ja ja; de poëzie is ons
hier aan het hart gebakken. We
hebben de koudste winter sinds 200
jaar achter de rug en de kilste zo
mer sinds Napoleon, geloof ik, en
als het zo doorgaat keren we nu
terug naar de barre winter van
negentig met overal sneeuw. Nou
ja; laten we er maar niet om treu
ren. Zolang we nog zulke gloeien
de kacheltjes en degelijke jekkers
hebben. Laat ons maar de ijsmuts
opzetten en de pijp in de mond ne
men de Friese krullers aanbinden
en, net als die man op dat ouder
wetse plaatje, „Nooitgedacht" in
het ijs schrijven. Met daarachter:
„en toch gekregen".
Yorick.
De directies van de N.V. Stoom
vaartmaatschappij „Nederland" en
de Kon. Rotterdamsche Lloyd N.V.,
delen mede, dat hun mail- en vracht
schepen, die in verband met hun be
stemming van het Suez-kanaal ge
bruik moeten maken, deze route naar
alle waarschijnlijkheid, enige tijd niet
meer kunnen volgen. De hogere kos
ten, tengevolge van het varen ener
andere route zijn van dien aard, dat
de directies de passagierstarieven
met 20 pet. moeten verhogen met on
middellijke ingang over de vracht
tarieven is nog geen beslissing geno
men.
Mochten de schepen in tegenstelling
tot het bovenstaande toch nog van
het Suezkanaal gebruik kunnen ma
ken. dan wordt deze verhoging, ten
zij ook de Suez-route duurder wordt,
terugbetaald.