De Sint heeft pracht boeken FLANEREND tussen Baronie en Markiezaat Amusement betaalt opstand net n ing nse V.N. Unie zers rnd Kinderen, let op liet klokje van gehoorzaamheid VOOR KLEIN EN GROOT Goede smaak r *s SAN O STOL M. OOMENS' De rackett-terreur van de Algerijnen in Parijs OP AMERIKAANSE LEEST Duurder vracht ïits aal uws mg rdacht ding DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 5 NOVEMBER 1956 5 Aardappeloogst is 4 pCt kleiner Diepe politieke bespiegelingendiepe wijs heden, het tekenen van perenjeéstviérèn, 'n hoboconcert en een beetje kou voor we afscheid nemen. DE BESTE KINDERBOEKEN boekhandel VUURWERK Sueskanaal gesloten I ijk nst deelt ern" publi- Itelijke na- eeds weer- „Sunday el verhaal jesteit de waarbij de diens moe- n. Het be de eerder zinnige be et verhaal passing is. In het af- het ook iden en an- de Ameri- V.N., om rije te zen svaardigde: zijn bereid )te over te emacht, die eren. Waar iet dezelfde van Hon- e kans van ewijzen dat )ost-Europa atellieten en ing van de in de nacht ;e New York waarin een de Sovjet- gewapende staken en it land terug ïomen met n by vijftien Iers zijn lan- h-Afrikaanse lavië. de Sovjet- an het com- mgaarse de- zig bij de c. Scheurs. heid voorge- de eenzaam- of zijn gro- ij onafgebro- igen en de Greeve dit reeft gedaan, pianiste me- ond de ver- et beroemde i nadat- de tter' was ge let de Balla- zo zei Pater ijk leven in itisch is", x, wier spel aliteit getuig- Ivard Grieg's rde wals van ertigste voor- indruk ach- in het Bre- hij meende, evallen. lijk deel van ,e heer J. de tter in de va- was de heer en tot nieuw ia loting met r Th. Spelier herkozen als de Zeeuwse il worden ge- sten ijn bevrijding, ditmaal een leg door de oud-strijders Scottish Bor- de leiding bij 'tverenigingen De plechtig- iij de Lan- Divisie. Aan tl waren mili- de bei- verleen- het ope- rzitter, dr. H. burgemeester de uit, waar- hartelijk ver dat nog droefenis gevoeld van de 'Pen Na ;oed lagen rije. burgemeester deren van Nederland, werden gehe- gingen zij Post weer- twee minuten slot van vele kran- De goede Sint heeft méér dan pepernoten en itaai-taai in i de wijde zakken van de Pieterbazen gestopt. Gelukkig maar, want wat zou er terecht komen van alle tot nu toe gave tanden en kie zen van de Nederlandse jeugd! De barre winter van vorig jaar heeft de heilige Bisschop waarschijnlijk op de gedachte gebracht om nu eens bijzondere aandacht te besteden aan het kinderboek. Toen is er gelezen, dat de stukken er af vlogen. Met rode hoof den en gloeiende handen moesten de kinderen tenslotte nood gedwongen (het klokje van gehoorzaamheid) wel ophouden. En daarom heeft Sinterklaas dit jaar een zichtzending naar ons toe gestuurd om er wat over te vertellen. Dan kunnen de kindoren er met het opstellen van hun verlanglijstjes rekening mee hou den. Daar gaat-ie dan. Tot Eerst voor de hele kleintjes. Bij A. IV. Bruna en Zn. te Utrecht versche nen fleurige boekjes, geschreven door Dick Bruna: „Nijntje", „De appel" cn „Toto in Volendam". Een prach tige vereenvoudiging in kleur en lijn, met eenvoudige „lieve" versjes erbij. Uitstekend materiaal om de goede smaak van de kleintjes te vormen. Wat bij Casterman uitkwam is voor de wat groteren. „Wolletje, het kleine schaap" van Gijs Haag, „Tiny in het circus" van dezelfde schrijver, „de heilige Bernadette" van Michel de Saint-Pierre en „Zonnige sprookjes" van Marcello Vérité zijn juweeltjes van boekdrukkunst. De plaatjes zijn sprookjes op zichzelf, gevoelig zonder sentimenteel te zijn. Aan de teksten is veel zorg besteed. Annie M. G. Schmidt verzorgde de tekst van het knipselboekje van Fie Westendorp „Daar gaan Jip en Jan- neke". Voor de kleintjes uit de eerste en tweede klas een alleraardigst ver haaltje. Hetzelfde kunnen we voor wat oudere kinderen zeggen van „Do do in Amerika", geschreven 'door Bert Brugman. Het eerste boekje is van de Arbeiderspers, het tweede van Cantecleer, in Utrecht. Hermien IJzerman schreef voor deze laatste uitgever „Het blauwe paard", een pakkende geschiedenis met mooie plaatjes voor jongens en meisjes tot ongeveer negen jaar. Cantecleer deed voor de Goede Sint nog veel meer. In de zogenaamde „Vrije tijd-reeks" verschenen weer een aantal leuke boekjes. We leren gezellig spelen van N. G, Vlot, eenvoudig weven van E. Gerritsen-Veen, eenvoudig karton! werk maken van Henk Carlier, teke nen en schilderen van Lotte Marie van Oordt, bast-snijwerk (aardig spul is dat!) van Gert Evers en groter speelgoed maken (daar moet vader aan te pas komen, hoor) van Lütz de Jong. Na nog verteld te hebben dat voor de „wat oudere kinderen" door Martha de Vries een vriendelijk boekje werd geschreven Hoera daar is de poppenkast", gaan we diè over het algemeen zo voortreffelijke uitgeverij Cantecleer een verwijt ma ken. Frank van Wieringen schreef namelijk een bijzonder spannend jon gensboek, „Zilvergieren". Als het verhaal op een hoogtepunt is geko men, staat er doodleuk: Om de af loop van het verhaal te achterhalen, moet je (in 1957) een ander boek ko- pen. Zie, dat is ons waarlijk een beetje al te bar. Een reeks over een bepaalde held: akkoord. Maar dan ook afgeronde boeken, anders is de aardigheid er bepaald af. Zelf kleuren Een goede noot is er voor de reeks die onder de titel „BonteBoekjes" bi' y de Ul,geversmij Holland üt^orie n m' ^.ies Bo"huys schreef ■Ue rode ponnie en Harriet Lanrpv ™^dnVHopla het feestvarken Bouhuys heeft°dbovendien' oPmannmgInVdëzeeen £cMe Ma^daït een 'fe' ^d ^I^'^^met^losse5 pretje? de kinderen zelf mogen kleuren-' Het uiterlijk van deze uitgave ver dien een aparte pluim: zo brengen MiesVrfnff0 liefdl V00r het boek hÜ- wcpN B'"h«ys IS bijzonder actief ge- Meest dit jaar: snoezige versies rncmVf °Ver -ne t"«we scMm- mel hetgeen de Sint vast op prijs zal Stellen. Het bekende liedje >k fag twee heren..." werd bij dezelfde uitgever (Holland in A'dam) met 'k Zag tivee beren broodjes smeren O, het teas een iconder, ,t Was een ivonder boven wonder, Dat die beren smeren konden. Hi, hi, hi, Ha, ha, ha, 'k Stond er bij en keek er naar knipsels van Eva Huysrnans in een nieuw en aantrekkelijk kleedje ge stoken. Wat kinderboeken betreft heeft de Sint dit jaar voor Nederland werke lijk gewerkt naar het recept „Goede wijn behoeft geen krans". De avon turen van Suske en Wiske („De straatridder") en de avonturen van Bessy („De zwijgende getuige") van de Standaardboekhandel zijn daar al twee bewijzen van. Zo is het ook met de nieuwe Kuifje („De zaak Zonne bloem") en met twee boeken van de Zuid-Nederl. uitgeversmij: „Vlieg tuigen" en „De vogels". Deze laatste twee boeken bevatten vellen met ge kleurde en gegomde zegels om tus sen de tekst te plakken. Het geheel vormt dan een kleine, waardevolle encyclopedie over een bepaald onder werp. Leerzaam en interessant. Van Holkema en Warendorf brachten van C. Johan Kieviet de twee historische verhalen „Uit de riddertijd" en „In den otter" als surprise voor de oude re kinderen. Een welkome aanwinst. Avontuurlijk, Nu we toch bij de opgroeiende jeugd terecht zijn gekomen: In een goede vertaling verscheen een boek van Ralph Moody, „Ons huis in de prairie" bij de uitgeverij Ploegsma. Dit boek verdient waarlijk een extra aanbeveling, omdat het avontuurlijk is in de allerbeste betekenis van dat woord. Doorzettingsvermogen en saamhorigheid krijgen naast echte vriendschap en gezonde humor een ruime plaats. Minder lof hebben we over voor „Stanley" van J. M. Ei sing, uitgegeven bij het Nederlands Boekhuis in Tilburg. We hadden van dit stuk opbouwende lectuur namelijk zo graag behoorlijk Nederlands ge had. Dat kunnen we van deze uitgave lang niet zeggen. Stukken beter is het boek „Op jacht naar de Inca- schatvan Anthony Phair. Een span nend reisverhaal met een bonte reeks wetenswaardigheden over de oude cultuur in Zuid-Amerika wordt ons hier goed vertaald aangeboden. Ue gedegen inhoud is verwerkt met de vaart van een boeiende roman. Voor de meisjes van 14 jaar en ouder bezorgde Ploegsma ons nog een lezenswaardig boek „Alleen maar een hart van Margreet Velsen-Quast De schrijfster kent het gevoe- l1^e,ineiS;ir blijkbaar door en door en ze weet ons al heel gauw en dan nog voorgoed te winnen voor halr hoofdpersoon. Nu nog iets voor de grotere jongens, die van techniek houden. Startbaan vrij" van A L de knock (uitg. Sheed en Ward te Antwerpen) biedt zoveel degelijke bij zonderheden over alles wat met vliegtuigen te maken heeft, dat we bij het dooi kijken van de goed-geïllu- streerde pagina's alleen al geestdrif tig werden. Het doorlezen van de tekst kwam toen „vanzelf". Het allerbeste Het allerbeste bewaren we voor het laatstIn „Mijn eigen encyclo~ pedie" heeft Tom Hulsebosch met plaatjes van Rein van Looij de voor kinderen bereikbare „wetenschap" in een prachtige Elsevier-uitgave verwerkt. Een rijk boek, waar alle kinderen (ook de allergrootsten) in het gezin van mee kunnen ge nieten. Nog zo iets fraais (en voor alle leeftijden, inclusief boven de tachtig) is „De sprookjeswereld", een verzameling sprookjes van H. Herda en bewerkt door Aafje en Margreet Bruijn. De uitgave, die waf verzorging aangaat boven aan de erelijst behoort te staan, is van C. P. J. van der Peet in Amsterdam. Zo ziet U, dat Sinterklaas het wel weet deze keer. Hij zorgde voor alle leeftijden op een manier, die zijn marsepein en speculaas nog wel eens in het vergeetboekje kon doen be landen. Zo smakelijk zien die kinder boeken er allemaal uit! Advertentie) Tengevolge van het slechte >veer blijft de aardappeloogst 1956 kleiner dan die in 1955. De huidige oogst is 4 pet kleiner, vooral doordat vele fa brieksaardappelen reeds in de grond verrot zijn. De consumptie-aardappelenpositie is echter beter. Volgens het blad „Boer en Tuinder" wordt verwacht dat de vraag naar deze aardappelen dit jaar in het buitenland niet erg groot zal zijn. Óver het algemeen is de oogst in onze buurlanden namelijk groter dan in 1955. Afijn SepfevtAet Mei Ook deze maand - elke dag - Geef Uw kind méér weerstand na deze zon-arme Zomer Ga nou maar eens, dacht ik vanavond met 'n vrolijke broek rondspringen in zó'n wereld. Speel nu eens de pias in dit Europa, waar tanks door de stra ten rijden en mensen elkaar lyn chen. Zelfs in het goede westen zou een mens tics krijgen van al die dingen. Enerzijds natuur lijk wel jubelend-gelukkig, om dat er eindelijk een volk tegen de beren durft vechten, maar anderzijds nogal ongerust, om dat het nooit goed is, dat er er gens kruitdamp hangt. Toch lijkt het me voor zulke jongens als Kroesjev wel een penibele zaak. Want als je nu Kroes jev bent, mag je niet kwaad worden omdat de Hongaren het stand beeld van Jozef om vergetrok ken hebben; dan kun je hoog stens zeggen: nou góed, dat heb ik, zij het symbolisch, een tijdje geleden óók gedaan. En als je Kroesjev of Malenkov of Sjepilov of zo bent, dart blijft het ge vaarlijk, al te lelijk te doen, omdat Tito dan heel lelijk gaat kijken en Pandit Nehroe en nog heel veel meer vroegere vrienden Ik denk dat ik er in zo'n geval erg mee zou inzitten en heel diep zou moeten nadenken, welk gezicht ik de eerstvolgende keer in het openbaar zou moeten trekken. Het bezicht van de beledigde onschuld of het gezicht van: ach ja, feitelijk hebben ze gelijk, want wij waren ook al zo lang tegen het stalinisme. Het trekken van dat gezicht lijkt mij een enorm probleem in het Kremlin, dat uren oefening voor de grote goud- omlijste spiegel nodig maakt. Nee; bijzonder politiek aangeleg ben ik niet maar vóór de krant van de dertigste oktober kwam, had ik toch al wel be grepen, dat het eigenlijk geen wereld is om over naar huis te schrijven. Op die dertigste oktober kwam nog het bericht, dat de Israëlieten oprukten naar het Suez-kanaal en zo zijn er, al met al, heel wat plekken op onze ou de wereld, waar het brandt. Ga nou maar eens met een feestneus op rond springen in zo'n Europa. Maar ik heb mij moedig en sterk vermand. De lezer zal ook wel niet uitbundig gestemd zijn over de aarde. Hij zal ook wel liever een blauwe zomerhemel zien dan een lucht, waarin overal notenbalken van straal- jaeergassen geschilderd staan. Ook wel liever fietsen over 'n pad tussen eindeloze hei-tapijten dan schuchter wandelen naast bossen, waarvan men een militair oefenterrein heeft ge maakt, zodat je overal hulzen ziet en borden met „gevaarlijk gebied" en overal jeep-sporen. Daar staat alle maal tegenover, dat de lezer ën ik, wij samen, er tóch niets aan kunnen veranderen. Dat Kroesjev en Nasser en Nagy er zich hélemaal niets van aantrekken, wat wij samen zouden willen. En dat het veel beter is, ons daarom ook maar niets aan hen ge legen te laten liggen. Gewoon door te gaan en te denken: doe maar. Héél rustig te blijven. Maar natuurlijk wel even het girobiljet in te vullen voor de dappere Hongaren. En dan maar gewoon te gaan flaneren, net als al tijd. Een gewone, kalme heer te blij ven in het verkeer en een binnenpret je te hebben om de mannen, die in het Kremlin voor de goud-omlijste spiegel staan. Opmerkingen Ja. zei een mij bekend ingenieur, toen hij mij rondgeleid had door een vervaarlijk stalen produktie- ark in een van onze grote bedrij- het héérlijke levertraanproduct, (met vitamines A, B, C en D) bereid uit heilbot- en kabeljauwlevers ven, - ja; het is natuurlijk zo, dat een machine het werk kan doen van vijftig gewone mannen. Maar daar staat tegenover, dat er geen een machine is, die het werk van één gewone man neteender kan doen als zo'n man het zou kunnen. En daar zat heel wat in, want ik heb nog nooit een machine een si gaar zien roken of een brief met de hand zien schrijven, mensen. Toen ik de avond daarop naar een opera zat te luisteren en er zich En dit laatste vind ik heel mooi. Het is aan onze aard eigen, dat wij van de vrolijkheid en de hupfalderie houden. Trouwens de heer van Duin kerken heeft, toen hij al wél een le nig dichter, maar nog niet zo'n hoog geleerd professor en congressenman was, heel duidelijk geschreven: - maar wie zal ons weerstaan, wan neer wij zonder dralen getrouw naar kerk en herberg gaan? Dat is klare taal. Vanaf mijn prilste kinderjaren heb ik dit verschijnsel geconstateerd: dat wij in Brabant altijd iets uit de hoek zoeken om te kunnen feestvie ren en als we na heel veel moeite een vlammend debat ontspon over njets kunnen vinden en iemand zegt: het zingen van zo'n muziekdrama waarom is dat vanavond bij jullie? óf in het origineel óf in verin-*'r'- zeggen we: - nou, gewoon, zomaar. vorm, merkte een van de deel -- Ja. ja, die jubilea daar in Heerle en mers, die al die tijd had gezwr* i. fijntjes op: - och, het kan me ei genlijk niet schelen, in welke taal ze zingen, als ik het maar niet ver sta. En ook daaraan heeft men weer stof genoeg om een hele avond te peinzen, zich herinnerend, hoe Ro- doljo in Antwerpen zijn vriend Marcello toezingt: jao, t'ies waor, iek gao maai schaalden van Mimi. Peren tekenen In de St. Georgeschool in Roo sendaal werd een tentoonstelling gehouden van het werk van leer lingen. Het is merkwaardig en ge zond, dat het zo helemaal an ders is dan in onze tijd. Het na tekenen is er niet meer zo bij. Ach nee, ik zal geen pedagogisch boek raadplegen, wanneer het on verhoopt in de toekomst nodig mocht zijn, een van mijn zonen een klap op een zachte plaats te geven, maar er zijn toch veel goe de moderne dingen ook. Bij ons was het altijd maar: natekenen. Net echt. Een vaasje. Een boter blom. Een steen. Een peer. Op tien kilometer afstand kon ieder een dan al zien, dat mijn peer overal op leek, behalve op een peer en dat de boterblommen net geraniums waren. De stenen, dat kon nog, want die zijn vormloos genoeg, om variaties mogelijk te maken. Tegenwoordig is dat al lemaal anders. Men laat de jeugd zich tenminste uitleven in zo'n tekening. Iedereen zegt tegen woordig maar over moderne kunst maar het lijkent helemaal niet. Ik zou die mensen willen vragen: vindt u dat nu zo belangrijk; moet het nou altijd ergens op lijkenen? Lijken die paardjes op uw behang op echte paardjes en de bloemen in uw gordijn op échte? Nee; de schooljongens van de St. George school zullen als ze groot zijn, geen schilderstukken willen ko pen, die per se zó verschrikkelijk goed zijn, dat het kleurenfoto's geworden zijn. Ze zullen het veel mooier vinden, als de tekenaar erg leuk en aardig heeft zitten fantaseren, zélf bloemen heeft ge schapen in plaats van er na te tekenen. Dat is tóch weer aardig, zo iets progressiefs te zien in zo'n school. Ik weet niet, hoelang al die dor pen in West-Brabant precies bestaan, maar er zijn er in elk geval weer twee, die jubilea gaan vieren: Heer le, een 650-jarig en Nispen nog veel ouder. Nu zijn dat natuurlijk uiterst gedenkwaardige feiten, maar men slaat de veronderstelling niet uit mijn ziel, dat er bij zulke dingen ook wel eens geredeneerd wordt: nu zoeken we eens lekker een mogelijkheid om de boter tegen de zolder te gooien. (Advertentie) bij Ginnekenstr. 30, Ginnekenweg 66 BREDA. ïksteen. We hadden netjes een kopje koffie gedron ken in een keurig café in het zeventiende ar rondissement. Mijn beide collega's, met wie ik een half uur had gesproken over twee perscon ferenties, waren al vertrokken. Ik moest nog even wachten, tot mijn vrouw me met de wa gen zou komen afhalen. Juist wilde ik een glas bier bestellen toen m'n aandacht getrokken werd door een bekvechterijtje tussen de kel ner en twee gasten, aan een tafeltje gezeten in de hoek. De beide gasten waren uitstekend ge kleed in keurig zittende, donker blauwe kos tuums en nylonhemden. De oudste, van onge veer 40 jaar, had een donker streepsnorretje en zijn ongeveer tien jaar jongere metgezel droeg een gouden dasspeld. Beiden hadden dat ondefiniëerbare stempel van de onderwereld. Ze staken nieuwe sigaretten aan: long size Amerikaantjes uit een zilveren koker en omdat juist de automatische platenwisselaar van de muziekdoos stop viel hoorde ik hem duidelijk blaffen: „Genoeg. Ga de patroon ha len of we schieten de boel kort en klein". De oudste, 'n champagne drinkende Noordafrikaan stond op en mon sterde de bezoekers. Hij zag een der tigtal klanten, die druk met elkaar bezig waren en nog geen notitie had den genomen van het incident Daarna liep hij naar de muziekdoos, 5 i ?r een paar muntstukken in, drukte verscheidene toetsen omlaag en zodoende waren we weer verze pend de eerste tien minuten „amour en love" te horen. Met een knalrood hoofd kwam de patroon aanrennen en ik hoorde hem boven de muziek uitgillen: „Als u niet wilt betalen, bel ik de politie op". De oudste, die was blijven staan, drukte hem handig op een stoel neer en even later zag ik de patroon oieek worden. Van het fluistergesprek was niets meer te verstaan, maar de zegevierende blikken en de angstogen van de eigenaar waren wel duidelijk De rest gebeurde zo vlug. dat 'ik moeite had de ontwikkeling bij te kijken. De jongste wreef zijn zware vuist onder de neus van de patroon, die met stoel en al achterover tui melde. Een fractie van een seconde later lag de toegesnelde kelner knock out op de tegels en nog voor net publiek begon te gillen drukte de oudste gangster de glazen kast van de muziekdoos in. Handig, alsof het dagelijks werk is, greep hij een paar platen, wierp die een voor een in de lucht en verbrijzelde ze met een luid knallende Colt. Toen brak het publiek los. Krijsende dames en doodsbleke heren grepen hun ajssen en mantels en vluchtten de straat op. waar zich al een klein groepje kijkers had gevormd. En kele seconden later waren ook de beide gangsters via de drukte in één der talloze zijstraten verdwenen. De andere dag was de schade weer hersteld. Achter de kist stonden weer lange rijen nieuw glaswerk. De kellner met een blauw oog liep weer bedrijvig heen en weer en de pa troon him.self glimlachte ingetogen. De Racketters kwamen niet meer terug. Hij had zijn rust gekocht voor 75.000 franken per maand. Geld of.... je zaak In „Le Vesuwe", rue Pigalle 54 ging het heel anders. Roger ie Fou had er met zijn Armeense helper een aangename avond doorgebracht. Ze hadden drie flessen champagne ge dronken en toen het op betalen aan kwam hadden ze tegen de eigenaar gezegd: „Luister eens. beste vriend. Je zaak loopt gesmeerd. Je verdient geld als water. Het zou «rg jammer zijn als je een ongeluk kreeg of als er drukte werd gemaakt in je bar en de klanten voortaan weg bleven. Maarwe kunnen het op een ak koordje gooien. Je betaalt ons twee miljoen voor de strijd in Algerië. ofais je het liever hebt., komen we iedere week een derde van je ontvangsten ophalen. Denk er eens over na. Morgen komen we antwoord halen Iedere maand Deze brutale chantage van hotel houders, café-eigenaren, exploitanten van bars, cabarets en r.achtgelegen. heden heeft in Parijs ongekende vor men aangenomen. De bedrijvers, die „racketters" worden genoemd, zijn- uitstekend georganiseerd en werken met een nauwkeurigheid, een betere zaak waardig. Eerst komen ze enige malen om te ontdekken hoe het be drijf loopt en als ze gezien hebben, dat er geld wordt verdiend, komt hun „inlichtingendienst" in actie. Het verleden van de exploitant wordt omgewoeld. Vaak is het niet brand schoon, en 'niet zelden blijken de toe komstige slachtoffers met recht een brave angst voor de politie te heb ben. De taak van de „racketters" is dan eenvoudiggeld of.... we verraden je. In deze gevallen is succes verze kerd. Het slachtoffer betaalt zijn „contributie" als een soort geheime belasting, want de wetten van de on derwereld zijn hard: een bezoek aan de politie wordt zwaar gestraft, soms zelfs met de dood. Hoofdrolspelers Anderhalf jaar geleden was de Pa- rijse racket uitsluitend in handen van de Corsicanen. Ze hadden het monopolie en zelfs de Parijse mis dadigers. die iets in deze branche zochten te verdienen waren genood zaakt eerst toestemming te vragen aan de Corsicaanse chefs. Volgens een voorzichtige raming hielden in liet voorjaar van 1955 zich nog 90 tot 100 Corsicanen met de racket bezig en hun gemiddelde verdiensten bedroegen 300.000 frs. per week. De Corsicanen hebben he't echter moeten afleggen tegen de opdringerige Alge rijnen en volgens de Parijse gegevens zijn ze verhuisd naar Antwerpen en Brussel. De Algerijnse daders zijn evenwel minstens zes maal talrijker, hetgeen de soep wat dunner maakt. Opereren ze werkelijk voor finan. ciële steun in Algerië? Ten dele. Het leeuwedeel blijft in hun eigen beurs. Een mens moet toch leven, niet waar en Parijs is een dure stad. De opstand in Algerië levert hen echter een excuus, waarmee ze hu-n misdaad wat cachet kunnen geven. Voor het specialistenwerk heb ben de Algerijnse Racket-terroris ten niet Noordafrikaanse helpers in dienst genomen. De politie is echter optimistisch. Terwijl een jaar geleden nog geen enkele onderne mer aangifte durfde te doen komt het nu zowel in Marseille als in Pa rijs steeds vaker voor, dat het slachtoffer ten einde raad naar de politie komt en in vele gevallen le vert dat arrestaties op. De Algerij nen zijn bovendien veel minder be dreven in dit werk dan de Corsi canen. De laatsten kozen met zorg en pas na veel studie hun slacht offer uit. De Algerijnen, die een te grote activiteit aan de dag moeten leggen, gaan heel vaak onvoorzich tig te werk en belanden zodoende in de cel. in Nispen mogen niet zonder viering passeren, maar als ze er niet waren, hadden we er wel iets anders op ge vonden. We rollen hier eigenlijk van de ene lollige broek in de andere. Van verloren maandag over Carna val via de kermis, de opening van een tunnel en een gewestelijke ten toonstelling naar veertig andere din gen en als we er zijn, wordt het wel weer oud en nieuw of zo. Dat zijn eigenlijk, in de wereld van Suez en Hongarije heel mooie eigenschappen, waardoor wij de moed erin houden. Als ik een gestencild rapport moest schrijven over de psychologische structuur en de historische achter gronden, gezien in het licht van ge westelijke evolutie, van de Brabantse mens, zou daar zeker deze zin in voorkomen: de Brabantse mens wordt, meer dan zijn noorderbroe ders, gekenmerkt door een neiging tot uitbundigheid. Zo'n zin zou het in zo'n rapport bést doen, broeders. Muziek en fiepers Het Brabants Orkest komt trouwens in Steenbergen óók, binnenkort en dat is óók cul tuurspreiding. Flipse kwam er met zijn muzikale mannen niet, waar hij overigens waar schijnlijk zelf niets aan kon doen. En met een lang niet gek programma. Evert van Tricht in een hoboconeert van Haydn. Het staat wel vast, dat Evert van Tricht iets van hobo-spelen kan en dat vader Haydn iets kon van com poneren, al ben ik nu niet altijd wég van zijn wel eens ondiepe rococo- pleziertjes. Een hoboconcert is een mooi iets, ais het tenminste een ho bo-concert is. Ik hoop, dat het dat hier is; zo muziekhistorisch ben ik nu ook weer niet, dat ik dat weet. Een feit is, dat laatst het concert gebouworkest een hobo-concert van Mozart speelde, dat feitelijk een fluitconcert was en dan denkt de toe hoorder toch: nou, nee. Want dan wil zo'n hobo wel eens met alle respect voor de enorme virtuositeit van de bespeler op een fieper be ginnen te lijken. Maar het Brabants Orkest mag er, al met al bést zijn; het heeft een niveau bereikt, waar voor we ons vast niet behoeven te schamen. Het is heel merkwaardig, dat ik een grammofoonplaat bezit, waarop een groot buitenlands orkest speelt, onder leiding van Enrique Jorda, 'n volbloedig-Spaanse naam Ik heb altijd gedacht, dat dat wel een mystificatie zou zijn en dat Hein Jordaens éven een buitenlands diri- gentenpak had aangetrokken hier een Spaans hidalgo-pak met een wij de sombrero. Nu; dat is niét zo. Enrique Jorda is een héél andere heer. Toch is het een typisch feit. Ik denk, dat er géén buitenlands diri gent is, die Eduardo de Filippi heet of Guglielmo Mengliberga of Eduar do di Beino. Nooit gedacht En om onze tocht te besluiten: het was deze dagen bij U zeker ook héél erg kil? Nog wel geen ijs in de pannetjes op het gasstel, maar toch al: de kraag omhoog en maar sidderen. En weer een mudje kolen er tegenaan. De laatste blaren da len naar de aarde; hoort gij wel die macabere a-klanken in die prach tige fraze? Ja ja; de poëzie is ons hier aan het hart gebakken. We hebben de koudste winter sinds 200 jaar achter de rug en de kilste zo mer sinds Napoleon, geloof ik, en als het zo doorgaat keren we nu terug naar de barre winter van negentig met overal sneeuw. Nou ja; laten we er maar niet om treu ren. Zolang we nog zulke gloeien de kacheltjes en degelijke jekkers hebben. Laat ons maar de ijsmuts opzetten en de pijp in de mond ne men de Friese krullers aanbinden en, net als die man op dat ouder wetse plaatje, „Nooitgedacht" in het ijs schrijven. Met daarachter: „en toch gekregen". Yorick. De directies van de N.V. Stoom vaartmaatschappij „Nederland" en de Kon. Rotterdamsche Lloyd N.V., delen mede, dat hun mail- en vracht schepen, die in verband met hun be stemming van het Suez-kanaal ge bruik moeten maken, deze route naar alle waarschijnlijkheid, enige tijd niet meer kunnen volgen. De hogere kos ten, tengevolge van het varen ener andere route zijn van dien aard, dat de directies de passagierstarieven met 20 pet. moeten verhogen met on middellijke ingang over de vracht tarieven is nog geen beslissing geno men. Mochten de schepen in tegenstelling tot het bovenstaande toch nog van het Suezkanaal gebruik kunnen ma ken. dan wordt deze verhoging, ten zij ook de Suez-route duurder wordt, terugbetaald.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 7