Charles de Héraugière
leidde de operatie Turfschip
Eden!
De goede kansen van
het oude Zierikzee
I Van de luchtmiljonairs
I grootste
Spanjaarden verwachtten
aanval op Geertruidenberg
In Zevenbergen
aan boord
V-
PHILIPS „Infraphil
Hechte samenwerking op
cultureel terrein
Ik aanval
s
Schrikbarende toename
verkeersongelukken
Zeventig man
het schip
y-
m
WAAROM DE VERBINDING
MET DE ZEE AFSNIJDEN
IVOROL: De Tandpasta van standing
In memoriam Iwan Smirnoff
10
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 31 OKTOBER 1956
10
Radio en tv. in Nederland en België
Havenkanaal maakt
een machtige indruk
Na afschaffing maximum-snelheid
1351
i
Cliarles de Héraugière was een Kamerijks edelman
en een moedig krijgsman ten tijde van Prins Maurits. Hij
werd geboren in 1556. Over zijn jeugd is niets noemens-
waard bekend en de historieschrijvers verhalen voor het
eerst over hem rond het jaar 1590, toen hij vermaard
werd om het gelukkig volbrengen van de verrassing van
Breda door middel van een turfschip.
Hij was in die tijd in Staatse dienst als Ritmeester
van vaan no. 16 en tegelijk Kapitein over een compagnie
soldaten.
Breda was in die tijd een belangrijke strategische ves
ting en sou een goed uitgangspunt zijn voor nieuwe ver
overingen in de vrijheidsoorlog en het werd dan ook ver
overd, maar niet stormenderhand door een groot leger,
maar door een geslaagde list met een klein aantal soldaten.
Toen het plan van een aanval op Breda enigszins ge
rijpt was, besprak Prins Maurits het met van Oldenbarne-
velt. Nadat een uitvoerbaar plan was ontworpen, moest er
nog een man gevonden worden, die met de leiding zou
worden belast. Deze man moest bezadigd, tactvol en moe
dig zijn, maar ook een moreel overwicht op de sednen
te stellen troep hebben.
bant gericht op de borst van Hol
land.
Lanciavecchia, de Spaanse gouver
neur van Breda, van Italiaanse af
komst, had ook Geertruidenberg on
der zijn bevelen. Toen hij de ge
ruchten hoorde van een mogelijke
aanslag, spoedde hij zich, waarschijn
lijk vergezeld door een kleine troe
penmacht daarheen, het commando
in Breda en het Kasteel overgevend
aan zijn zoon Paulo Antonio.
Het garnizoen van Breda bestond
uit 6 compagnieën burgers, 4 vendels
Italianen en op het kasteel een ven
del onder leiding van de jonge Lan
ciavecchia.
De Héraugière vormde eind febru
ari uit velschillende vendels een keur
troep van 70 man, voor het grootste
gedeelte nog jonge lieden en ging
met hen maandagavond 26 februari
te Zevenbergen aan boord van een
schip van Adriaansz van Bergen, die
gewoon was turf te vervoeren naar
het kasteel van Breda. Het schip
was in het midden voorzien van een
zoldering van planken, waarboven de
turf was opgestapeld.
In het ruim lagen de soldaten,
blootgesteld aan de hevige koude.
De tocht kenmerkte zich aanvanke
lijk door grote tegenspoed. De water
stand was te laag en bleef dat ook
door een invallende Oostenwind, zo
dat men tot 1 maart moest blijven
liggen. Vrijdagavond te ongeveer 23
uur werd vertrokken onder gunstige
wind.
Toen men zaterdag voor het Kas
teel arriveerde, volgde ter plaatse
een vrij nauwkeurige inspectie door
een korporaal van de kasteelwacht,
gelukkig echter zonder iemand op
te merken. Opnieuw was het laag
water en het schip kon nog niet naar
binnen varen, maar men moest wach
ten, tot de vloed weer zou komen op
zetten. Ongelukkigerwijs raakte het
schip de grond, waardoor de troep
tot aan de knieën in het water kwam
te zitten.
Kort na 3 uur steeg het water
en trok de Italiaanse bezetting van 't
kasteel het schip door de sluis bij
het Kraaienbos naar binnen*, waar
de lading met groot enthousiasme
werd begroet. Omdat er groot ge
brek aan brandstof was, werd on
middellijk met lossen begonnen waar
bij de soldaten van de bezetting mee
hielpen en wel in een zodanig tem-
A 'X; if'1-* ":.G afèr%: ';X V'
-
(Advertentie)
met dieptewerking
Spierreumatiek Philips „Infraphil"
weg pijn
PHILIPS „Infraphil" zo gemakkelijk in uw gezin
Dit infrarood bestra
lingsapparaat kan ook
met succes worden ge
bruikt bij verstuikin
gen, spit, verwondin
gen, steenpuisten, ver
koudheid, winterhan
den en -voeten.
Van Oldenbarnevelt stelde on
middellijk voor de Héraugière te
vragen als aanvoerder op te tre
den. De Héraugière was toen 44
jaar oud en reeds lange tijd in
Staatse dienst. Hij had zich in het
verleden al onderscheiden bij het
beleg van Sluis. Bovendien, zo
dacht van Oldenbarnevelt, heeft hij
nog iets goed te maken, daar hij
zich verdacht had gemaakt in het
verleden, omdat hij de zaak van
Leicester te veel toegedaan was
geweest. Prins Maurits ging ac-
coord met dit voorstel. De Hérau
gière was enthousiast over zijn
benoeming en besloot ,,het stuck
onder verwachting van Gods hulp,
uyt te voeren".
Op dat ogenblik was de Hérau
gière kapitein op het eiland Voorne
en om bij de aanslag zo spoedig mo
gelijk bij de hand te zijn, werd hij
einde 1589 overgeplaatst naar de
schans te Noortdam, dicht bij Zeven
bergen, gelegen aan het water en
niet ver van Breda.
Prins Maurits gaf opdracht aan
zijn luitenant-generaal Philips von
Hohenlohe, om zoveel voet- en paar
denvolk gereed te houden als nodig
werd geacht, om de verovering van
Breda te consolideren, wanneer de
ze mocht slagen. De voorhoede van
deze strijdmacht rukte op tot aan
de Niervaart. Er zou bovendien ge
zorgd worden voor voldoende voor
raden aan munitie en levensmidde
len voor Breda, omdat gevreesd
moest worden, dat de Spanjaarden
alle aanvoer naar de stad zouden
blokkeren en een poging zouden doen
om de stad te hernemen.
De 23e februari begaf Prins Mau
rits zich naar Dordrecht gevolgd door
zijn „hellebaardiers en bagage".
Het was te verwachten, dat de
troepenverplaatsingen rond Dord
recht de aandacht van de Span
jaarden trokken en deze verwacht
ten dan ook een aanval, maar door
absolute geheimhouding, dacht de
Spanjaard zelfs niet aan Breda,
maar aan Geertruidenberg, dat kort
tevoren in Spaanse handen was ge
vallen. En Geertruidenberg was als
vesting óók van grote betekenis;
het werd toen wel eens vergeleken
met een geladen pistool vanuit Bra-
(Advertentie)
De sectie radio en televisie van de
Algemene Conferentie der Nederland
se Letteren, te 's-Gravenhage gehou
den, heeft besloten, dat gedurende
het jaar 1957 ten minste twaalf
Vlaamse auteurs en critici voor de
microfoon van de omroep in Neder
land zullen optreden en ten minste
twaalf Nederlandse auteurs en critici
voor de microfoon van de Belgische
omroep.
Door de omroep in Nederland zul
len gedurende de eerstvolgende twaalf
maanden een drietal Vlaamse voor
drachtskunstenaars worden uitgeno
digd oorspronkelijk Vlaams werk
voor de microfoon voor te dragen. De
Belgische omroep zal in deze zelfde
periode een gelijk aantal Nederlandse
voordrachtskunstenaars uitnodigen tot
het voordragen van oorspronkelijk
Nederlands werk.
Er zal jaarlijks, afgewisseld in Bel
gië en Nederland, een literair forum
worden georganiseerd, dat door de
omroep in beide landen zal worden
uitgezonden. Voor het jaar 1957 be
last de Belgische omroep zich met de
organisatie van dit forum.
De omroepen in België en Neder
land zullen een gemeenschappelijke
prijsvraag uitschrijven voor een in de
Nederlandse taal geschreven hoor
spel. Voor het geval een spel van
een Belgisch auteur bekroond wordt,
zal de uitvoering door Belgische ac
teurs geschieden, wordt het werk van
een Nederlandse auteur bekroond,
dan zal het hoorspel door Nederland
se acteurs worden uitgevoerd. Het
bekroonde hoorspel zal zowel door de
Belgische omroep als door de om
roep in Nederland worden uitgezon
den. De prijsvraag zal voor 1 januari
1957 met bekendmaking van voor
waarden worden uitgeschreven. Afge
zien van deze prijsvraag zal minstens
eenmaal per jaar een door de omroep
in een der beide landen opgenomen
oorspronkelijk Nederlands hoorspel
door de omroep van het andere land
worden uitgezonden.
Met inachtneming van het nog be
staande verschil in aantal zenduren
in de beide landen zal binnen het
raam van het tussen de Nederlandse
Televisiestichting en het N.I.R. be
staande akkoord worden gestreefd
naar het overnemen van een zo groot
mogelijk aantal oorspronkelijke Ne
derlandse televisiespelen.
m Aan de verovering van Bre-
da door het turfschip is onver-
brekelijk de naam verbonden van
S schipper Adriaansz. van Bergen,
die het bestond met Staatse sol-
daten in de door Spanje bezette
i Bredase vesting binnen te drin-
gen.
Vrijwel onbekend is echter de
naam van de man, die de lei-
ding had van dit militaire bra-
vourstukje: Charles de Hérau-
gière, ritmeester over vaan no. 16
en kapitein over een compagnie
S soldaten. Hij was het, die de ge-
waagde onderneming tot een goed
einde leidde en daarom benoemd
J werd tot gouverneur van Breda.
J Aan zijn persoon, heeft de heer
H. J. Wolf, bibliothecaris aan de
K.M.A. een interessante studie ge-
wijd, die wij ons voorstellen in
twee gedeelten te plaatsen.
Het eerste artikel drukken wij
hierbij af.
po, dat schipper van Bergen voor
wendde moe te zijn en voorstelde,
de volgende dag verder te gaan, uit
vrees voor ontdekking.
Bij het schip werd een wacht ge
plaatst en 2 van de 3 schippers kre
gen opdracht om in de stad te gaan
slapen, waarvan er een kans zag,
het kamp van Prins Maurits te be
reiken, om hem de resultaten tot
op dat ogenblik mede te delen, waar
op Prins Maurits opdracht gaf aan
von Hohenlohe om zich met de voor
hoede van het leger in beweging te
zetten in de richting van Breda.
Te middernacht bij opkomende
maan traden de Héraugière en z(jn
soldaten te voorschijn. Hij verdeel
de zijn strijdmacht in 2 gedeelten.
De ene groep onder de kapiteins
Lambert en Vervet kreeg opdracht
de wachten aan het Noordwestelijk
bastion en bij de haven voor hun
Een situatie-tekening van het
ogenblik, dat het Turfschip Breda
binnenvaart. Achter de wallen heeft
men een tweede Turfschip getekend
om de ligging van het schip binnen
de veste aan te duiden. Rechts op
de voorgrond staan vijf galgen op
gesteld; rechts-boven van de teke
ning ziet men de Grote Toren.
rekening te nemen. De Héraugière
spoedde zich met de andere groep
naar de buitenpoort, teneinde even
tuele pogingen tot ontzet van de zij
de der stad te kunnen afslaan.
Nadat enige schildwachten buiten
gevecht waren gesteld, viel de groep
van de Héraugière de wachthuizen
bij de poort aan, waarbij de H. licht
gewond raakte aan zijn arm. Lan
ciavecchia gealarmeerd zijnde, deed
met 36 man een uitval vanuit de
toren van het kasteel. Hij stootte
daarbij op de troep van Lambert
en Vervet, die hem weer deden terug
deinzen. Lanciavecchia en ook Ver
vet raakten hierbij gewond.
Vanuit de stad had men het schie
ten gehoord en probeerde daarop het
kasteel binnen te dringen. Deze aan
val was niet erg overtuigend en bo
vendien liet de Héraugière een krach
tig musketvuur afgeven, waardoor
de aanvallers in bedwang konden wor
den gehouden.
De strijd werd nu spoedig beslist
in het nadeel van de bezetters van
het kasteel. Lanciavecchia bleef ten
slotte nog over met enige van zijn
mannen. Hij vroeg en verkreeg vrije
aftocht voor zich en zijn soldaten.
Om 2 uur 's nachts was het kasteel
in handen van de Héraugière. De
Italiaanse bezetting van de stad ge
droeg zich allerminst moedig, want
praktisch alle tro«oen vluchtten on
middellijk de stad uit.
Het schip ging niet door het zgn.
Spanjaardsgat naar binnen, want het
Spanjaardsgat bestond in 1590 nog
niet.
einde leidde en daarom benoemd
Reeds in 1263 voer Zierikzee ter haringvangst de visserij
werd de moeder van de koopvaardij. Dank zij het haringzouten,
mogelijk gemaakt door een bloeiend zoutbedrijf ter plaatse, kon
de visserij een waardevol, goed houdbaar product leveren, dat de
grondslag legde voor handel met vele overzeese havenplaatsen;
de gezouten haring bevrachtte de schepen, die op retourvracht
uitgingen. Eeuwenlang is dat goed gegaan. In 1419 had zich de
groei zozeer voortgezet, dat van alle Nederlandse havens Zierik
zee de meeste grote schepen had. Schepen uit Spanje, Portugal,
Italië, Frankrijk, Engeland, uit de Hanzesteden Lubeck en Danzig
liepen te Zierikzee binnen; de stad nam levendig deel aan de
toenmalige wereldhandel. Dat peil is niet gehandhaafd, maar op
merking verdient het, dat Zierikeze in 1747 nog een vloot had van
97 koopvaardijschepen. Het ligt tg mooi dan dat het voor de
scheepvaart zou kunnen sterven.
(Advertentie)
Wanneer in de duisternis van een
wintermorgen of winteravond een
schip vanuit de brede Oosterschelde
naar het oude Zierikzee koerst, be
hoeft de hoge Sint Loevestoren, die
in de nevelen schuil kan gaan, zijn
wegwijzer niet te zijn. Op de kop van
het ene havenhoofd brandt, onder
broken door korte pauzen, een groen,
wit en rood licht, terwijl nog een
rood licht op het ene en een groen
licht op het andere speciaal voor de
provinciale boten, die van Zuid-Be
veland komen, de ingang van de ha
ven aanwijzen. Tussen die lichten
koerst het vaartuig het 2,5 kilometer
lange havenkanaal binnen.
Belangwekkender nog dan het bin
nenkomen is het uitvaren overdag
b.v. voor een oversteek naar Colijns-
plaat, dat zuidwestelijk van Zierikzee
op Noord-Beveland is gelegen. Het
langzame wegzinken van de stad met
haar hoge toren, die nog lang het
stadsbeeld blijft overheersen, is een
onbeschrijflijk schoon gezicht ten
slotte wordt het gevolgd door het ge
zicht op de geweldig brede water
stroom, die van Colijnsplaat naar de
Iwan Smirnoff is dood, maar
zijn naam zal onverbrekelijk
verbonden blijven aan de K.L.M.
en aan de pioniersjaren van
onze vaderlandse luchtvaart.
Smirnoffs hele leven was één groot
avontuur. In het begin van de eerste
wereldoorlog vloog hij met de toen
malige wrakke vliegtuigjes, tot hij
gewond werd. Tijdens de Russische
revolutie vluchtte hij via Wladiwo-
stok naar het Verre Oosten en van
daar naar Londen, waar hij als pi
loot bij de RAF terecht kwam.
Voor generaal Wrangel, de aan
voerder der Witrussische legers,
bracht hij vliegtuigen naar het front
in de Kaukasus, totdat de rode legers
der bolsjewieken overwonnen. Toen
zat er voor Smirnoff niets anders
meer op, dan als statenloze voorgoed
naar het buitenland te trekken.
Engeland werd zijn eerste uitwijk
plaats. Daar werkte hij als mecani
cien op Croydon. Maar Smirnoff wilde
vliegen; hij zocht de ruimte, de strijd
tegen de elementen. Een kleine Bel
gische maatschappij, de SNETA, gaf
hem de kans daartoe. Regelmatig
bracht hij passagiers met twee tege
lijk naar Londen en terug, in open
vliegtuigjes, zonder enig comfort.
Totdat de gebouwen der maatschap
pij tot de grond toe afbrandden en
daarmee de SNETA verdween.
De Pelikaanvlucht
In Nederland was intussen een
voortvarend man opgestaan, die een
luchtvaartmaatschappij had gesticht,
die zich thans de oudste ter wereld
mag noemen. Plesmans K.L.M. kon
jonge piloten met de ervaring van
Smirnoff goed gebruiken.
Nederland werd Iwan Smirnoffs
tweede vaderland. Dat was in 1922.
Ruim tien jaren later werd Smirnoffs
naam wereldbekend, toen hij de voor
die tyd bijzondere prestatie volbracht
met de beroemde kerstvlucht van de
„Pelikaan". In vier dagen tijd legde
hij de afstand Amsterdam-Batavia
af; vier dagen daarna was hy weer
terug.
De K.L.M. had een enorme good
will gevestigd; Smirnoff was wereld
beroemd.
Het Droomeiland
Nog was de avonturenreeks van
Smirnoff niet ten einde. Na mei 1940,
toen Nederland beze'. was, bleef hij in
Indië. Bij de Japanse inval verliet hij
Java met een der laatste vliegtuigen
maar werd nog net boven de kust van
Noord-Australië neergeschoten. Voor
een piloot met minder ervaring dan
hij zou dit misschien het einde heb
ben betekend. Smirnoff echter slaag
de er in het gehavende toestel aan de
grond te zetten, kwam in een zieken
huis terecht en kon enige tijd later
naar de Verenigde Staten vertrek
ken. Na de oorlog haalde Plesman
hem terug. Smirnoff vloog weer, op
nieuw voor de K.L.M.
Maar langzamerhand groeide de
evolutie in de luchtvaart hem voorbij.
Het vliegen werd anders; het werd
meer een bedienen van apparaten en
schakelaars en had niets avontuur
lijks meer. Smirnoff bleef niet lang
meer piloot. Na een korte tijd top
functionaris bij de Inspectie der
K.L.M. te zijn geweest, verliet hij de
dienst met pensioen en een uitsteken
de staat van dienst.
Smirnoff was de nestor der lucht
miljonairs, ongeveer 6.000.000 km
(ruim 15 maal de afstand van de
aarde naar de maan) heeft hij als
vlieger afgelegd. Alles bij elkaar
bracht hij 28.600 uur in de lucht door.
(Dit is drie en een kwart jaar).
Op Majorca, het gouden eiland, kon
hij nadromen over het verleden. Te
kort helaas is hem die rust beschoren
geweest. Op 61-jarige leeftijd is hij
overleden, na een korte maar venij-
nigé ziekte een bloedinfectie
waarvoor hij een week geleden in het
ziekenhuis moest worden opgenomen.
dichtstbijzijnde plaats aan de over
kant gemeten 4000 meter is.
Scheepvaartkundig maakt het Ha
venkanaal een machtige indruk; het
is van 80 tot 100 meter breed en de
bodem van de tien meter brede mid
dengeul ligt drie meter onder laag-
water. En daar laagwater hier ligt
op 136 cm beneden NAP en hoogwa
ter op 151 plus, komt er voor hoog
water nog 287 cm bij en is de diepte
dan 587 cm of bijna zes meter. Mocht
dat in een schone toekomst nog eens
te weinig blijken, welnu voor de Ne
derlandse zelfwerkende zandzuiger
zou dat geen groot karwei zijn. Van
uit het midden rijst de bodem met
taluds en bermen aan weerskanten
een keersluis. Na de zaak uitvoerig
te hebben besproken, hield de ge.
meenteraad voet bij stuk: een behoor,
lijke schutsluis, die het bij vooriciu.
ring mogelijk zou maken, dat binnen,
schepen tot 800 ton en 65 meter leng.
te, die nu zeer goed de stad kunnen
bereiken en een behoorlijke ligplaats I
vinden, Zierikzee kunnen blijven aan
doen. Het Rijk i= Zierikzee hierin
echter niet ter wille geweest en het
ooilam van de arme is tenslotte de
rijke ten offer gevallen. In Zierikzee
zal een keersluis komen.
Het zijn zulke dingen, die onaan-|
genaam aandoen en waarbij treran-j
dering van koers noodzakelijk is.l
Ook het verschil, daarin bestaande, I
dat het Rijk voor Harlingen voorl
95 percent in de kosten van een
keersluis wil deelnemen, doet on
prettig aan.
Naar een herbloei
Ook wie erkent, dat er een natuur-l
lijke tendens geweest is naar noor-j
dehjker gelegen havens, waardoor!
Zierikzee min of meer buiten de een
tra van handel en verkeer is komen 't
te liggen, zal moeten erkennen dat
mogelijkheden haar kans behoren it,
krijgen.
Vlissingen is een uitnemend voor
beeld, dat een naar de zeekant gun
stig' gelegen haven in de tegenwoor-
dige tijd ook bloeien kan, ondanks lil
er aan de tweede component: vol
doende achterland met industrie het
een en ander ontbreekt. Het wijsier
op, dat de lijnen van het wereldver
keer zich tegenwoordig toch nter
enigszins anders richten dan vroeger;
ze vertonen nieuwe nuances, waar
van ook Zierikzee zou kunnen profi
teren.
Ook hier kan een krachtige her-
Geheel in de lijn van zijn vorige beschouwingen ligt
dit pleidooi van Luctor voor het geven van betere kansen
aan Zierikzee, om zich ook als zeehaven te ontplooien. Maar
dat betekent natuurlijk ook een ingrijpende correctie op 't
Deltaplan. Men moge het ermee eens zijn of niet, in ieder
geval is het van belang ook deze stem te laten horen, omdat
bij het uiteindelijk gestalte geven aan het Deltaplan alle
betrokken factoren terdege in overweging genomen moeten
worden.
omhoog, zo langzaam, dat schepen,
die heel wat langer zijn dan 50 meter
in het Kanaal kunnen zwaaien.
Het laat zich horen, dat als stroom
en getij tegen zitten, er stuurmans
kunst voor nodig is het Kanaal bin
nen te lopen. Maar om de oost va
rende, is het ook dan zeer wel te
doen. Dat het Kanaal 2,5 kilometer
lang is, is volstrekt geen bezwaar
liggen Amsterdam en Gent niet aan
een scheepvaartkanaal, dat veel lan
ger is?
Droeve ervaring
Zoals dat ook gold voor Vlissingen,
is de ligging van Zierikzee ten op
zichte van de zee zeer gunstig. Bij
elkaar opgeteld gaven in- en uitvaart
in 1953 een totaal van 3598 motor
schepen en 84 sleepschepen, tezamen
3598, dus ongeveer tien per dag. Het
gemiddeld laadvermogen dezer sche
pen was 161 ton. Voor in- en uitvaart
van zeeschepen gold het getal 16,
laadvermogen gemiddeld 257 ton. Al
les is betrekkelijk, de kiem voor ver
dere groei bleef aanwezig.
De gemeenteraad van Zierikzee
voelde zich terecht de natuurlijke be
schermer van die kiem en tevens van
de veiligheid van de bevolking. In
juni 1955 nam dit college het besluit
bij de havenmond een schutsluis te
laten bouwen. Het vaste peil, dat zo
in het havenkanaal kon worden ge
handhaafd, zou de scheepvaart ten
goede komen en de kademuren zou
den minder onderhoud vergen. Het
Rjjk wilde 80 procent voor z(jn reke
ning nemen niet echter in wat
Zierikzee voorstond. Zierikzee zou
dan genoegen moeten nemen met een
keersluis.
Voor de veiligheid is een keersluis
even goed als een schutsluis: een ge
vaarlijke stormvloed kan ook zo wor
den buitengesloten en een keersluis
kost minder. Bleef de stad bij haar
besluit van een schutsluis, dan zou
het verschil, begroot op één miljoen,
voor haar rekening komen. De
scheepvaart zou met een schutsluis
echter veel meer gebaat zijn dan met
bloei intreden. Niet dat Zierikzee op
het ogenblik een dode stad zou zijn
dat is een dooddoener, die de een
de ander klakkeloos napraat. Ook
deze stad bruist van leven, maar een
grote climax is voor Zierikzee, dat
nog altijd een belangrijk street cen
trum is en de duidelijke hoofdstad
van Schouwen-Duiveland, zeer zeker
mogelijk.
De Zierikzeeweg, op Flakkee aan
sluitend op de Zoomse weg. zal een
korte, voor snelverkeer geschikte
landverbinding brengen met Rotter
dam. Dat zal nieuwe mogelijkheden
openen voor Rotterdam, niet minder
voor Zierikzee. Waarom zouden bij
een rechtstreekse, snelle verbinding
industrieën, die in Rotterdam tever
geefs zoeken naar terreinen voor uit
breidingen waarom zouden nieuwe
ondernemingen het oog niet richten
naar Zierikzee?
Maar geheel tegen de draad in
zou het zijn een goede landvel
binding tot stand te brengen
dan meteen, hoewel buiten deze
landverbinding om en daarvoor
geheel onnodig, een goede zee
verbinding te niet te doen -'
De Zeeuwse eilanden gaan open;
dat is in het belang van de eilanden,
ook in het belang van Nederland,
maar waarom zou het moeten samen
vallen met een afsluiten van óe
eilanden van de zee! Is het eenf«»e
gang van zaken nieuwe ondernemin
gen te willen aantrekken en de beste
mogelijkheid voor deze om tot ont
wikkeling te komen geheel onnodiSte
gaan afsnijden?-Waarom eerst gwnu-
stoffen aanvoeren in Rotterdam en
ze verwerken in Zierikzee, als er een
rechtstreekse aanvoer en afzet moge
lijk is?
De samenwerking van grote B»
en zeewegen, dat is de katalysator
die de vooruitgang van de stad Zie
rikzee, van het eiland Schouwen n
Duiveland en dus ook het algemed
belang van Nederland kan dienen.
Luctor
Op 1 januari 1951 werd de
maximumsnelheid in Nederland
afgeschaft en vervangen door
een voorschrift, waarbij een be
roep werd gedaan op het ver
antwoordelijkheidsbesef van be
stuurders van voertuigen.
De Ned. Vereniging Bescherming
Voetgangers constateert in verband
hiermede, dat het aantal gevallen
met lichamelijk letsel in de afgelo
pen vijf jaar toenam van 19554 tot
36434 of met 86 en dat van het
aantal doden en zwaargewonden van
11992 tot 22088 of met 93
Van de grote steden geeft de ver
eniging onderstaand overzicht van het
aantal verkeersongevallen.
1950 1955 plus
Amsterdam 11616 18536 57
Rotterdam 9580 16226 69
's-Gravenhage 9580 11172 25
Utrecht 1779 4111 131
Groningen
Haarlem
Leiden
Arnhem
Eindhoven
Tilburg
Schiedam
Apeldoorn
Nijmegen
Dordrecht
1614
1504
872
820
920 1633
2594 6'
1777 1»
1705
656
831
567
539
611
1353
1443 3
1128
1053
1034
40822 65116
Bij het cijfer van Utrecht teke
aan, dat het cijfer van 1950 dat
voor de annexatie van de
meenten.
De vereniging stelt hierna ae
gen: Hoeveel van de zwaargejws,
worden levenslang invalide
wordt er voor deze verkeerssia |f
fers gedaan Hoe is de verde
vensloop van een 5-jarig k'fezei
een beentje moet worden jus je[f
een Deemje „,-nn
De vereniging antwoordt merer
,Wij hebben ernaar geinfo™
doch tot dusverre geen antwoo»
kregen."