Vijfentwintig jaar geleden stierf Thomas Alva Edison 4 O is GODDET: „ALS PET T ENA ARS GAAT ZAL IK HEM NIET TEGENHOUDEN' Mensen en eTtiluzen Twaalf vraaggesprekken I ^zilveruitjes Pruimenoogst is voorbij HEROPENING BEKEND BLIJVEN Tour de France in het Ned. ploegleiderschap PARKET- en COLOVINYLVLOEREN Ofnrc half zware BOUWKUNDIG OPZICHTER-TEKENAAR Vertegenwoordiger DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 15 OKTOBER 1956 Heeft Klaas Buchly opvolgers-kansen Werklust Nieuwe reeks Vlaamsche Koppen Bankje spelen Gloeilamp Rijkdom Faillissement Officiële publicatie J. de Kok en Zonen Reeds vanaf 11.50 per M2 gelegd. „PARKON" Vloerenbedrijf Breda. ctsriek, ADVERTEREN IS DERDE STUURLIEDEN VIJFDE WERKTUIGKUNDIGEN OQMOt «richt, dat de 100 jaar be- het gemeen- 1957 zal deze Ite donderdag en. Ibestuur heeft (50 gulden ge- rgin voor de I: veetoondag. niet moeilijk [swinnaars re- 3aar te stel- )als Hulst he ien weet dat |ategorieën in rnten zo rond in steken die ïarkt des te irkt dan veel voor de fok- die te Hulst, behoeft men |e data liggen om beide lan te garan- in de leden rmarktcomité lieven om er, jiële moeilijk- Igeven en dn le enige in dit |inspireert het de buren de Jilst nog, om larkt een pas- |nen. Dat zou gebeurtenis leede-lustrum- srte Fairlane Irkte panelen, lebogen voor- len deze door Jend over het s het met die I het vliegveld heeft mede- he koppeling coppeling een etekenen voor we tractor, de an de Fergu- ctor vervaar- igeven voor de Coventry, die ste fabriek in van de mili- orwedstrijden leren van het t worden ge- Nederland en Ook in Parijs is men niet onkundig gebleven van hetgeen zich rondom het ploegleiderschap van de Nederlandse equipe voor de Tour de France 1957 afspeelt. Door de reeds tot een dikke serie uitgegroeide artikelen en beschouwingen in de Nederlandse sport- en dagbladpers en het bezoek, dat Kees Pellenaars en Piet van Ierlant, nog altijd vertrouwensman van de KNWU in Tour zaken naar het heet, aan Jacques Goddet heeft gebracht. Aan die visite zijn de nodige conclusies vastgeknoopt, hier en elders Het is gebleken, dat sommige daarvan, en althans die welke ons hier onder de ogen kwamen, lang niet conform de werkelijkheid zijn geweest. Te bevoegder plaatse ons licht opstekend, hebben wij het navolgende kunnen vaststellen. De berichten, als zou Jacques Goddet aan Pellenaars een uitnodiging heb ben gezonden om met hem de bestaande moeilijkheden onder het oog te zien, worden hier als onjuist bes-tempeld. Piet van Ierlant schreef de direc teur van de Ronde van Frankrijk, dat hij hem graag wilde spreken over de moeilijkheden in de Nederlandse wielersport. Goddet had daar geen be zwaar tegen en een week later werd Piet van Ierlant de kamer van de directeur van l'Equipe binnengeleid. Niet alleen echter, want Kees Pelle naars bleek in' zijn gezelschap, waarover Goddet nogal verbaasd moet zijn geweest. Temeer omdat hij er van op de hoogte was, dat Pellenaars officieel voor 't ploegleiderschap had bedankt. Enfin, van Ierlant leidde het ge sprek in en heeft volgens onze bron, die insider is, onder meer meegedeeld, dat het de hartewens van Pellenaars was, als ploegleider aan te blijven. Tengevolge van de omstandigheden, dat hij momenteel met sterke „tegen wind" heeft te kampen, zag hij ech ter liever, dat in 1957 een andere ploegleider zijn taak overnam. Die nieuwe ploegleider zou er, althans volgens van Ierlant, weinig of niets van terecht brengen, met als resultaat, dat Pellenaars in 1958 een jaar la ter dus een voor Nederland glo- rieuse rentree zou kunnen maken. Er werden door deze bron nog di verse in Parijs lopende geruchten bij gevoegd. Wij zullen die liever onver meld laten, omdat ze op vermoedens berusten en bovendien de toch al zo vertroebelde aangelegenheid nog maar verwarrender zouden maken. We kun nen wel zegen, dat die geruchten in verband staan met veronderstellingen ten aanzien van een deelnemen door renners aan andere klassiekers dan de Tour. Maar nog eens, daarop gaan we niet verder in, temeer omdat voor lopig niet aangenomen mag worden, dat een ploegleider hoe die ook heten mag zo unfair zou zijn, ren ners in etappewedstrijden, vooraf gaande aan de Ronde van Frankrijk, zodanig te laten leegrijden, dat ze daarna ongeschikt zouden zijn om te worden opgenomen in de Nederlandse Tourploeg. Goddetdaar voel j ik niets voor Goddet, die op zijn beurt van al deze geruchten en supposities niet on kundig is gebleven, heeft uitdrukelijk verklaard niets voor dit spel te voe len. Ongeveer woordelijk heeft hij aldus gereageerd: „De Nederlandse renners moeten hun eigen narigheden opknappen. Iedere ploegleider heeft jaar in jaar uit de grootste moeilijkheden te over winnen, plus de rivaliteit. Als Pelle naars het nodig oordeelt om te gaan zal ik hem NIET tegenhouden. Boven dien is dit een kwestie, welke vooral en in de eerste plaats de Nederlandse organisatie moet aangaan. Ik weet, dat het beter is, dat wij daar tussenuit blyven"... Nadat Piet van Ierlant gelegenheid had gekregen zijn uiteenzettingen, te doen, kon ook Pellenaars zich tegen over Goddet zetten. Hèm heeft de Tour-directeur ge zegd, dat hij gaarne zou zien, dat Pel lenaars directeur-sportief bleef. Zijn naam is in Frankrijk al bekend. Als Pellenaars echter af wilde treden om een betere ploeg, met grotere homo geniteit te laten aantreden, vond hij dat uitstekend. Maar niet voor de tijd van een jaar, doch definitief. Goddet heeft nadrukkelijk verklaard, er niets voor te voelen in 1957 een ploeg onder leider X (een naam werd niet genoemd) te laten op treden en in 1958 weer een Pel- lenaars-equipe te zien verschij nen. Ook over Wim van Est Het heeft ons niet verbaasd te ver nemen, dat Goddet ook uitvoerig heeft gesproken over de aangelegenheid Wim van Est. Hij heeft zowel van Ier lant als Pellenaars te kennen gege ven, dat van Est in Frankrijk een zeer populair renner is en dat het hem persoonlijk erg heeft gespeten, dat hij dit jaar in .zijn Tour ontbrak. „Ik weet heel goed," aldus Goddet, „dat het niet altijd meevalt om het iedereen naar de zin te maken. Maar jelui moet ook aan mijn Tour denken. Van Est is hier een trekpleister. Zie daarom met hem tot overeenstemming te geraken. Drink samen een paar liter wijn en Je zult zien, dat jelui elkaar een half uur later de hand geven." Tijdens het onderhoud moet Goddet ook gesproken hebben over de tradi tionele afrekening met de renners. Daar dit onderwerpen van zakelijke aard zijn, waaromtrent men intussen nooit juist kan worden ingelicht, heb ben wij geen pogingen aangewend daarover meer te weten te komen. Evenmin als over de rivaliteit, weiKe er tussen Voorting en Wagtmans tij dens de voorbije Tcur moet hebben geheerst en die veel erger zou zijn dan men hier aanvankelijk meende. Nog eens peinzen Bij het vertrek heeft Goddet aan Pellenaars gevraagd, wat hij nu van plan was te doen. Waarop deze zou hebben gentwoord (nog steeds volgens onze bron): ,,Ik moet nog eens na denken. Als ik een goeie ploeg bij mekaar kan krijgen, wil ik het in 1957 nog eens graag proberen, maar ik heb de indruk, dat sommige lui van de KNWU en sommige journalis ten me veel liever zien verdwijnen"... NOOT VAN DE SPORTREDACTIE. Wij hebben gemeend tot publi- katie van bovenvermelde reportage te moeten overgaan in het welbe grepen belang van de wielersport in ons land. Het is immers zó, dat Nederland alléén maar gebaat is bij een zo sterk mogelijke vertegen woordiging in de Touronder lei ding van een bekwaam leider. Hoe die ook heten mag. Het is echter noodzakelijk, dat de ontelbare wie- Ierenthousiasten weten wat er alle maal rondom die kwestie aan de hand is. Wij hebben tot taak daarin orde te scheppen als blijkt, dat er soms te veel verdichtsel en te wei nig realiteit om de hoek komt kij ken. Het is bovendien onze plicht. Er moet voor wordèn gewaakt, dat onze naam op wielersportgebied schade wordt berokkend. En het is een feit, dat men in ons land o.t. daarmee hard op weg is. Als er, zoals iedereen weet, een andere ploegleider, in de persoon van bijvoorbeeld Klaas Buchly be reid bleek, de plaats in te nemen van Pellenaars, die immers officieel bij de KNWU voor deze functie be dankte, moet deze man, die op zijn beurt bogen kan op zeer goede re sultaten met jonge renners, in di verse buitenlandse klassiekers, een eerlijke kans kunnen krijgen. Als hij niet geschikt is, moet de KNWU dat onmiddellijk verklaren. Zij moet echter de moed hebben te zeg gen hoe de zaken er bij staan. Twee jaar geleden, toen er wrijving was ontstaan tussen de KNWU en Pel lenaars heeft de wielerunie Gerrit Schulte gevraagd Pellenaars te ver vangen. Schulte stelde echter zo danige eisen, dat men daar liever niet op in ging. Waarna Pellenaars opnieuw het ploegleiderschap op zich heeft genomen. De wielerwereld is benieuwd of zich met Klaas Buchly een herha ling zal voordoen. Ook Buchly, die steun heeft van een concurrerende rijwielfabriek van Pellenaars, heeft de nodige be sprekingen met de KNWU gehad. De Hagenaar verklaarde zich be reid met een ploeg naar de Tour te gaan indien zijn voorwaarden door de Unie werden aanvaard: niet alleen naar de Tour, maar tevoren óók met jongens naar de Ronde van Italië en die van Zwitserland. Daarover wordt nu nog steeds onderhandeld. De vraag is welke houding de KNWU ditmaal zal aannemen. En- hoe Pellenaars en diens rivaal gaan reageren. 18 Oktober 1931: als een donderslag bij heldere hemel treft Amerika het bericht, dat 's werelds grootste uitvinder is over leden. Radio- en televisiestations onderbreken hun uitzendingen om de ramptijding binnen enkele minuten over het nieuwe we relddeel te verspreiden. Transatlantische telefoonverbindingen zijn door Europese en Aziatische correspondenten geblokkeerd: op alle redactiebureaus belt en ratelt de telex: Thomas Alva Edi son, de man, die met ruim twaalfhonderd uitvindingen het nieuwe industriële tijdperk inluidde, is gestorven. Miljoenen bedenken, wat deze man voor de gehele mensheid, maar ook voor ieder van hen in het bijzonder, heeft betekend. Want veel belangrijker dan de nieuwe, materiële rijkdom, die Edisons vindingen voortbrachten, waren de nieuwe, naar mense lijk geluk strevende banen, die door hem afgebakend werden. Men zou het de brutale, nieuwsgie rige knaap, die in Port Huron in Mi chigan de straten onveilig maakte, niet nagegeven hebben, dat hij ooit zou worden gerangschikt tot de groot sten onder de grote techniekers én wetenschapsmannen van alle 'tijden. De zevenjarige knaap, geboren in Mi lan in Ohio, was een woelwater, die zijn leermeesters tot wanhoop dreef en zijn ouders op kosten joeg. En dat laatste was iets, wat papa Edison in het geheel niet kon hebben. Zijn voorzaten waren van Nederland naar Amerika overgestoken om hun gezin te kunnen onderhouden, hijzelf had zijn handel in dakpannen in Ohio moeten sluiten. De handel in granen en voeders floreerde naar wens, maar het waren geen tijden, waarin men de dollars als water door de vingers kon laten glijden. Thomas moest gaan werken. Nie mand die dat plezieriger vond dan hij. Wel waren er enkele schoolvak ken, die hem bijzonder interesseer den natuurkunde, biologie maar hij wilde de handen uit de mouwen steken: zelf bewijzen, zelf misschien ontdekkingen doen. Zijn eerste baan was echter simpel en had weinig met initiatieven van doen. Thomas werd krantenjongen op de Grand Trunk Railway tussen Port Huron en De troit. Meer kansen werden hem ge boden, toen nij na enige tijd ver gunning kreeg om op de tussengele- gen stations op eigen risico kiosken op te richten. Thomas slaagde en verdiende geld. Een ongelukkig toe val bezorgde hem in deze periode le venslange doofheid. Toén een con ducteur hem hardhandig aan zijn oren trok, brak zijn gehoororgaan. Edison heeft deze handicap op latere leeftijd een zegen genoemd, omdat zijn doofheid voorkwam, dat hij van zijn werk werd afgeleid. Ondanks alle publiciteit van uit gevers, de bloemlezingen en de tal rijke boekbesprekingen in bladen en tijdschriften, betekenen, oojc in Vlaanderen, de meeste schrijvers en dichters voor het lezerspubliek niet veel meer dan een naam en een ti tel. Daarom is het goed, dat Louis Sourie, een publicist, die al heel wat boeken op zijn naam heeft, behoort tot de „Kunstenaars voor.de Jeugd" en lid is van de redactie van het voortreffelijke tijdschrift „West- Vlaanderen", in een boek, dat on langs bij J. van Mierlo-Proost te Turnhout verschenen is en „Mens en Kunstenaar" heet, vraaggesprek ken gebundeld heeft met twaalf vooraanstaande Vlaamse schrijvers en dichters van het ogenblik. Het zijn Pieter G. Buckinx, Ernest Claes, André Demedts, Filip de Pil- lecijn, Jozef Droogmans, Gaston Du- ribreux, Maurice Roelants, Jozef Si mons, t)rbain van de Voorde, Emiel van Hemeldonck, Valeer van Kerkho- ve en Albert Westerling. Hij droeg zijn werk op aan Jozef Droogmans, ,,de pionier van het levende Limburg, de vroede kunstenaar en de nobele mens". Louis Soerie merkt in zijn voor woord op, dat het vraaggesprek in Vlaanderen nooit tot een litterair genre gepromoveerd is. Hij liet zich niet door de sympathie voor een bepaalde auteur leiden, doch streef de er wel naar auteurs aan het "°i°» laten die ons' ln de litte raire stromingen van deze tijd, een i WIsten te geven op vragen, die het algemeen-menselijke, hetzij in nf ln de poëzle- in het toneel d, „essay- behandelen en be richten Hij hel de schrijver overi gens een volledige vrijheid. Ook hls- torisch achtte hij deze interviews wel van belang. Hij schrijft: De afstand, naar motiel, inhoud en "uit- wet king, tussen het proza van Er- nest Claes en dit van Valeer van Kerkhove, is in zo'n mate in 't oog 55 springend, dat de evolutie van onze litteratuur bezwaarlijk nader com mentaar vergt". Aan elk eigenlijk onderhoud laat Louis Soerie een beknopte schets van de mens en de kunstenaar vooraf gaan. Ieder vraaggesprek wprdt ove rigens met een volledige bio-biblio- grafische opgave afgesloten. De meeste Vlaamse schrijvers en dichters, waarmee Louis Sourie een vraaggesprek had, zijn in het noor den min of meer bekend. Betrekke lijk weinigen zullen er hier echter be hoorlijk op de hoogte zijn met het werk van Jozef Droogmans, Gaston Duribreux en Jozef Simons. Ernest Claes Het meest gelezen van al deze au teurs is, ook bij ons, Ernest Claes: zijn boekenoplage nadert het fabel- tige cijfer van een miljoen. We le- ze-i in het intervieuw met deze vertel ler, dat „De Witte" roet zijn 65-ste druk een totaal van 170.000 exempla ren heeft bereikt. De vertalingen zijn daarbij niet gerekend. Er be staan zelfs twee Franse versies van dat bekende boek. Over het werk en de visie van de ze Vlaamse kunstenaars met het woord vernemen we veel interes sants. Van meer belang dan men bij ons over het algemeen aanneemt zijn bij voorbeeld de katholieke tijdschrif ten „De Tijdstroom" en „Vormen" geweest, waarin zich de generatie van Pieter G. Buckinx en André De medts uitsprak. Ze verwierp het „ro mantische expressionisme", noemde dat bij monde van Pieter G. Bu ckinx zelfs een „verward net" en streefde naar een verhevigde reali teit. De samensteller van deze bundel bij voldoende belangstelling zorgt hij voor een vervolg, blijkens het voorwoord heeft zich echter niet beperkt tot het eigenlijke werk van de ondervraagde kunstenaar: hij wil de de auteur ook zien in het licht van zijn tijd, zijn verhouding tot de gemeenschap en de eigentijdse ver schijnselen op litterair en artistiek terrein nagaan, nem confronteren met nieuwe begrippen, toestanden en opvattingen. Zo vroeg hij aan Pieter G. Buckinx niet alleen of hij als dich ter in de inspiratie geloofde en welke functie de dichtkunst in zijn leven be kleedt, doch ook wat volgens hem de jonge dichters van thans onder scheidt van die van enige tientallen jaren terug en zo antwoordt Ernest Claes op de vraag wat hij denkt over de huidige roman o.m.: „Alle genres zijn goed als ze maar „goed" zijn. Ik constateer echter dat al te zeer opzij schuiven van de zielswaarden, met daarnaast m.i. te grote belang stelling voor het a-morele, het sexue- le. Men vindt het verband niet meer tussen de hogere bestrevingen van de geest en de hartstochten". Hij verklaart overigens, dat het probleem uit het verhaal moet groeien en niet het verhaal uit het probleem. Filip de Pillecijn, die een van de grootste Vlaamse prozaisten van het ogenblik is het is niet voor niets, dat hij al herhaaldelijk met Arthur van Schendel is vergeleken wijst in zijn antwoord op de vraag of een verhaal noodzakelijk „nieuwmodisch" moet zijn om de lezer te boeien, op het feit, dat het boek een marktarti- kel is geworden: de publiciteit wijst te veel en te gemakkelijk op de mooie band en op de lage prijs. We lezen verder o.a. hoe Gaston Duribreux, een schrijver van de zee, wiens ro man „De Grote Hemme" bekroond werd met de prijs der „Scriptores Catholici", over de taak van de mo derne katholieke romancier denkt en we vernemen, dat voor Valeer van Kerkhove, een der meest begaafde jongeren, het moreel probleem iden tiek is met het geluksprobleem. Katholieke auteurs Zo staat er niet weinig in dit hoek, dat een beter inzicht vermag te ge ven in de ontwikkeling der Vlaamse letteren in de afgelopen dertig jaar. Voor de noordelijke Nederlanden heeft het daarnaast vooral ook deze verdienste, dat het hier ook eens ka tholieke kunstenaars naar voren brengt. Stellig niet geheel en al zon der reden werd er geklaagd, dat er in ons land na de Tweede Wereldoor log opvallend weinig aa Jacht werd geschonken aan het werk der katho lieke Vlaamse letterkundigen. In de „Maasbode" wees Pater Hartwijk er zelfs eens op, dat een katholiek Vlaams auteur blijkbaar eerst met de kerk van zijn vaderen moet heb ben gebroken om in het noorden als een belangrijk schrijver te worden beschouwd, ook door de katholieke kritiek. W.A.M, VAN H. Toch was het een toeval, dat hem enkele sporten hoger op de levenslad der schopte. Nu ja, toeval. Er was inderdaad moed voor nodig om het zoontje van d~ stationschef juist voor een aansnellende trein van de rails weg te rukken. De dolgelukkige chef leerde hem de Morse-Code. Teneinde een goed gebruik te kunnen maken van de nieuwsberichten, die hij voor taan uit Dedroit per telegraaf kon ontvangen, installeerde hij een druk pers in de postwagen en onderweg drukte hij zijn „Weekly Herald", die hij onder de reizigers en aan de sta tions verkocht. Tevens richtte hij de postwagen in als groentenstand en benutte één hoek als laboratorium. Dat laatste betekende echter het vroegtijdig einde van zijn drukkers loopbaan, want nadat hij met een scheikundig experiment een brand had gesticht, waardoor de gehele wa gon werd vernield, was het uit met de reislust van de jonge, onderne mende knaap. Beroepstelegrafist wil de hij worden. Wat Thomas wilde, bereikte hij. Hij werd beroepstelegrafist. In 1864 construeerde hij in Indianapolis een automatische overdrachtsklopper ten gebruike bij de elektrische telegrafie. In Boston kwam Edison met zijn tweede uitv-nding: de tikkerdetector op de proppen. Stomverbaasd was hij, toen het octrooibureau hem er 40.000 dollar voor neertelde. Hij had er en hij zei het eerlijk siechts 3000 verwacht. Dat stelde hem in staat een labo ratorium in te richten in Menlo Park. Daar en in het latere lab in New Yersey, deed hij de meeste uitvin dingen. In 1877 kwam zijn paten- aanvraag voor een ,,spreekmachien of fonograaf", de' voorloper van de grammofoon zo men wil, maar in ze kere zin evenzeer van de radio en van de bandopnemer. Want al heeft Marconi uiteindelijk het radiotoestel als produkt aan de wereld geschon ken, Edison heeft de weg aangege ven, waarlangs de Italiaan zijn „te legrafie zonder draad" kon perfecti oneren en realiseren. Menio Park roept herinneringen op aan een jubileum, dat vorig jaar in vele staten ter wereld is gevierd: het jubileum van de gloeilamp, die- vóór 1880 door Edison werd ontwikkeld. Weliswaar was dat in alle geheim al eerder geschied, maar er restte de grote uitvinder één probleem: de le- Edison, 's werelds grootste uitvinder vensduur deV^lampen te verzekeren. Toen hem dat gelukt was, bedacht de handelsman, die Edison tevens was hij vergaarde miljoenen, maar verstond de kunst die nuttig te be steden een grootste stunt. Hij zou het park, waarin zijn laboratorium gevestigd was, van een complete straatverlichting voorzien en dan gasten en notabelen uit vele en verre oorden inviteren dit wonder van de negentiende eeuw te komen aan schouwen. Tevoren zou hij ervoor zorg dragen, dat de gehele installa tie feilloos werkte, langer dan zes et malen zou branden en niet stagneer de. Helaas: een ondernemend journa list: Marshall Fox van de New York Herald, had lont geroken. Hij schreef een uitvoerge reportage over de fa bricage van het „nieuwe licht", kon digde met grote koppen en dat was in die tijd een bijzonderheid de demonstratie in Menlo Park aan. Edison was nog lang niet klaar. Hij kon wel een straatverlichting aanleg gen en laten branden, maar hij was nog niet bij machte te garanderen, dat deze enkele etmalen achtereen zonder storing zou blijven. Wilde hij echter het volle profijt trekken van de publicaties van Marshall Fox, dan moest hij diens beloften inlossen en inderdaad na vier weken de demon stratie geven. Toen op Oudejaarsavond 1879 de gasten van heinde en verre naar Menlo Park kwamen, brandde de straatverlichting en zo goed, dat het „nieuws van het jaar" zich als een lopend vuurtje verspreidde. Mashall Fox'primeur maakte de rondreis over de gehele wereld en toen Edison zijn gloeilamp in 1881 te Parijs kwam demonstreren, kon hij de heren jour nalisten zonder vrees voor verlies van prestige toevoegen: „Mijne he ren, ik heb U niets meer te zeggen," Er bestaan vele en grote boeken over Edison en zijn werken. Niet één, dat op volledigheid aanspraak mag maken. Onze lezers zullen ons daar om verontschuldigen, als- wij de fi guur, die op 18 oktober aanstaande 25 jaar geleden te New Yersey over leed, tekenden met enkele episoden uit zijn leven, die het meest tot de verbeelding spreken. Laten wij U tot (Advertentie) Sehroelend-brandond Maagzuur kunt V blussen. On-mld-del-lijk met Renniei. Gewoon een of twee Rennies laten smelten op de tong en alle leed is geleden. Water of zo komt er niet aan te pas en omdat Rennies één voor één hygiënisch verpakt zijn, kunt ge ze altijd makkelijk bij u steken. Een prettig middel en smakelijk boven dien. Vraag een pakje Rennies en U bent voor lange tijd gewapend. Voor Uzelf ook om een disgenoot-in- nood uit de brand te helpen. 683-00 den, dat de beroemde Amerikaanse auteur Orrin E. Dunlap, in 1944 maakte en dat inmiddels weer is ach terhaald en overtroffen: „Reeds nu (1944 dus!) heeft Edison dank zij de geordende activiteit zijner gedachten een nieuwe rijkdom van miljarden dollars in het leven geroepen". De oogst van pruimen is in Zee land nu voorbij. Het is wel een heel lang seizoen geworden, want het begon half juli en er werden prui men geveild tot vorige week. Voor al in Kapelle-Biezelinge kwamen dit jaar weer veel pruimen Daar waren zelfs deze week r.og dagaanvoeren van 2.000 kilo, maar in het drukste var. het seizoen kwamen er dagaan voeren van 80 ton. De pruimenoogst was in Zeeland redelijk en de prijzen lagen steeds hoog In vergelijking met enkele jaren geleden is het areaal echter be langrijk teruggelopen. Het aanbod is nu verdeeld over een grote periode. De topaanvoeren in een enkele week komen thans niet meer voor. Dit is een gevolg van de grote variatie in het aantal goede rassen. Uitgesproken is het faillissement van J. Rentmeester, veehandelaar, Nassauweg 28, 's Heerenhoek. R.C. mr. A.J.W. v. Royen. Cur. mr. G.A. Ren ting, Goes. OPKOMST VOOR HERHALINGSOEFENINGEN. Ten behoeve van de militairen, die op 16 oktober 1956 voor herhalings oefeningen onder de wapenen komen, worden enkele extra-treinen ingelegd: Bedoelde militairen moeten van deze treinen gebruik maken en daartoe op een zodanig tijdstip van hun woon plaats vertrekken, dat zij op het be treffende station aansluiting hebben op de voor hen bestemde trein. De militairen, die in verband met hun plaats van vertrek of bestemming geen gebruik kunnen maken van deze treinen, moeten ingevolge hun last geving reizen met de eerste reisgele genheid na 06.59 uur. Extra-treinen: Leeuwarden tot Weert: Leeuwarden v. 8,41, Grouw v. 8,52, Akkrum v. 8.57 Heerenveen v. 9.06, Steenwijk v. 9.24, Zwolle a. 9.52. Groningen tot Weert: Groningen v. 8.43, Assen v. 9.04, Hoo- geveen v. 9.25, Meppel v. 9.40, Zwolle a. 10.00. Opmerking: de treinen uit Leeuwarden en Groningen rijden ge combineerd van Zwolle tot Weert: Zwolle v. 10.12. Amersfoort v. 11.18, Utrecht v. 11.47. 's-Hertogenbosch v. 12.28, Eindhoven v. 13.00. Weert a. 13.23. Rotterdam tot Weert: Rotterdam cs. v. 8.41, Rotterdam Blaak v. 8.52, Rotterdam Zuid v. 8.57, Barendrecht v. 9.18, Dordrecht v. 9.30. Lage Zwa- luwe v. 9.43, Breda v. 9.57. Gilze v. 10.07, Tilburg v. 10.18, Oisterwijk v. 10.36, Boxtel v. 10.46, Eindhoven v. 11.05, Weert a. 11.28. Opmerking: mi litairen uit Den Haag moeten reizen slot het rekensommetje niet onthou- met trein 1011 (Den Haag v. 8,12) De MODEL VOLKSSLAGERIJ steekt de vlag uit in Goes! Prachtige en gezellige -nieuwe Model Volksslagerij van de FIRMA J. DE KOK EN ZONEN, Lange Vorststraat no. 12, Goes. Dat wordt een grote verrassing voor U. De Firma J. de Kok en Zonen heeft haar slagerij geheel naar de eisen des tijds ingericht. Er is daardoor een prachtige, maar vooral ook gezellige nieuwe zaak ontstaan. De witte wanden en vloer zorgen voor een feestelijke sfeer. De allermodernste verlich ting zorgt voor goed zicht. Kom vooral eens kij ken naar deze zaak. die een sieraad is voor de Lange Vorststraat. Enkele daverende verrassingen. Ziet onze prijzen in de etalages. De heropening vindt plaats op dinsdag 16 oktober a.s. 's-Maan- dagavonds brandt de gehele verlichting en dan is het volop de moeite waard om te komen kijken. Lange Vorststraat no. 12, Goes, tel. 3360. Huis 2734 maken uw woning mooier en gezelliger, bovendien onverslijtbaar. Vraagt vrijblijvend inlichtingen. VEEMARKTSTRAAT 26 - TELEF. 7061 De shag waar duizenden mee weglopen Ten kantore van de Rentmeester der Domeinen te Breda, Baronielaan 69, kan worden geplaatst een Sollicitaties, uitsluitend schriftelijk, in te dienen véór 31 oktober 1956. De N.V.KONINKLIJKEPAKETV AART-MAATSCHAPPIJ vraagt voor spoedige uitzending naar het Verre Oosten in het bezit van het diploma 3e Stuur man G.H.V. in het bezit van hetdiplomaals Assistent- Scheepswerktuigkundige resp. het Voor lopig Diploma als Scheepswerktuigkun- dige. Sollicitaties te richten aan de K.P.M., Afd. Personeel, "Het Scheepvaarthuis", Amsterdam-C. GEVRAAGD voor Brabant, Limburg en Zeeland. Voor de verkoop van pneumatische gereedschap pen, technische kennis beslist vereist. Brieven onder no. 38066-oo bur. van dit blad. ZOETZUUR EN ZUUR

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 7