este rollend materiaal I Het Wespennest Sovjets laten zo de godsdienst uitsterven Vondsten wezen uit: Dongen veel ouder dan zes simpele eeuwen Concordia RADIO Indrukken uit Rusland KERKBEZOEK ZEER MATIG Gelukskind j Aanbesteding schuilplaatsen DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 13 AUGUSTUS 1956 Museum van bestrijdingswoede Rebellen staken bos in brand Chimpansee Kobi opent nieuw mensapenhuis Militaire kracht van V.S. Oudste inwonersmaakten alles uit huiden van rendieren Geschiedenis in kleine stuifkop Prijsvraag T.H Verplichte W.A. in West-Duitsland TELEVISIEPROGRAMMA'» door David Duncan De redacteur van het A.N.P., die met zeven andere Neder landse journalisten een reis door de Sovjet-Unie maakte, vervolgt hier zijn reportage over zijn indrukken uit Rusland. „Wij bestrijden de kerk niet, wij laten haar uitsterven", zo hebben wij op onze reis vaak gehoord. Inderdaad kan iedere bezoeker der Sovjet-Unie zich ervan overtuigen, dat de men sen ongehinderd godsdienstige plechtigheden kunnen bezoe ken. Op een staatsboerderij in 't mohammedaanse zuiden der unie bleek ons zelfs, dat om wille der oude religieuze tradi ties de vrijdag als vrije dag was gehandhaafd. In Moskou bezochten wij op een zondagochtend de kathedraal van de Verlosser, de fraaiste der Russisch or thodoxe kerk, een kleine orthodoxe kerk in een buitenwijk en een rooms- katholieke kapel. In de laatste, een armelijk kerkje, zagen we uitsluitend oude vrouwen, waarvan sommige uit Franse kerkboeken lazen, en buiten landers. De beide orthodoxe kerken waren overvol en het licht van hon derden kaarsen deed er het goud der ikonen in volle luister schitteren. Ook hier domineerden de vrouwen, waar onder ook jonge meisjes. Tijdens een ontvangst in de wit marmeren Geor- giuszaal van het Kremlin kon men de Moskouse kerkvorsten in hun pronk gewaden op de plaatsen der eregasten zien. Hoewel dus de orthodoxe kerk nog een factor in het Russische leven is, is het reeds uit het kerkbezoek in de steden merkbaar, dat zij daar haar in vloed op de nieuwe generatie groten deels verloren heeft. Welk een terrein de kerk heeft moeten prijsgeven, was ons in Moskou reeds gebleken uit het grote aantal in verval verkerende kerkgebouwen, die reeds vele jaren de gouden glans van hun ui-vormige koepels hebben verloren. Nog slechts een gering aan tal der Moskouse kerk, men zei ons veertig van de 1500, zijn aan de dienst der kerk gewijd. Hoe betrekkelijk de verklaring is, dat de kerk niet bestreden wordt, doch langzaam afsterft, bleek ons in het enige Leningradse museum, waar voor men geen entreegeld behoeft te betalen. Vroeger kathedraal Dit is gevestigd in de vroegere Ka- zan-kathedraal aan een van de hoofd straten der stad, een imposant kerk gebouw met hoge zuilengalerijen in 't front. Het draagt de naam „Museum van de geschiedenis van de godsdienst en het atheisme". Het museum is in gericht door de Sovjet-Russische aca demie der wetenschappen en staat on der leiding van prof. Kowalew. Het werd in 1930 geopend in de aan de kerk onttrokken kathedraal. Tijdens de oorlog was het gesloten, doch in 1953 werden de aan de r.-k. kerk en het Pausdom bestede afdelingen weer opengesteld. In mei van dit jaar is ook de afdeling der Russisch orthodoxe kerk weer opengesteld en men zei ons dat het in de bedoeling ligt dit jaar ook nog een afdeling voor de Islam en de godsdiensten van het Verre Oosten in te richten. De vlag van dit museum dekt de la ding niet. Wat in de uitgestrekte gan gen van het sousterrain der kerk is bijeen gebracht is veeleer een docu mentatie van de bestriding van de godsdienst dan wel van haar historie. Daarbij valt vooral op, dat de hier geëxposeerde middelen tot bestrijding van de godsdienst zich vooral richten tegen de r.-k. kerk en in het bijzon der tegen de Pausen van Rome. In vergelijking met de scherpte, waar mede uit het in de loop van eeuwen tegen Rome gebruikte propaganda materiaal gekozen is, zou men geneigd zijn te geloven, dat de orthodoxe kerk met opzet gespaard is. Het gros der hier bijeen gebrachte spotmiddelen op de kerken en haar bedienaren stamt dan ook uit westelijke koker, veelal uit de tijd de Franse revolutie. Ten dentie van tal van voorstellingen en aanhalingen is de godsdienst voor te stellen als hulpmiddel van feodalen heren om het volk dom en geduldig te houden, teneinde het beter te kun nen uitbuiten. Bijtende spot Overal tussen de museumstukken ziet men citaten van Marx, Engels en Lenin geplaatst, waarin elke gods dienst als bijgeloof wordt bestempeld. Óver geloofspunten wordt principieel slechts gesproken als over „verzinsels" „sprookjes", en „legenden". Talloos zijn de spotprenten op zgn. in over daad zwelgende geestelijken. In een van talrijke folsterwerktuigen voor ziene spelonk is een zgn. inquisitie- gerecht van vier monniken uitgebeeld. Ook in de kerkelijke eredienst ge bruikte voorwerpen, zoals kelken en monstransen, zijn in de verzameling opgenomen. Bijzondere aandacht heeft de orde der Jezuieten verkregen, die als „geestelijke gendarmen van het Pausdom" wordt voorgesteld. Voorts wordt het Vaticaan voorgesteld als 'n groot financieel centrum, dat via de „bank van de heilige geest" deel zou hebben in de belangrijkste industriële ondernemingen. Er is overigens ook een kleine koperen kathedraal op gesteld, samengesteld uit bommen met de opschriften Krupp, Bethlehem Steel, Morgan, Schneider-Creuzot en Vickers Ltd. Geen middelen Zo bood Leningrad ons de achter grond, waartegen de vrijheid van godsdienst in de Sovjet-Unie moet worden geplaatst. De orthodoxe kerk heeft buiten haar kerkgebouwen geen mogelijkheden om tegen deze propaganda op te werken. Zij zou er ook niet de middelen voor hebben, want zij moet zichzelf bedruipen uit de offergaven van het geringe aantal kerkgangers. Voor de besteding dier gelden is zij mede afhankelijk van de „Raad voor kerkelijke kwesties", die de nodige vergunningen en toewijzin gen moet geven. Uit de offergaven moet de kerk ook de opleiding van haar priesters bekostigen, die plaats vindt in het oude klooster Sagrosk, enkele uren buiten Moskou. Daar zijn thans 220 priesterstudenten. Als pelgrims komen naar de kloosterkerk met haar vier blauwe koepeltorens nog slechts oude boerenvrouwen uit de omgeving, die bidden aan 't graf van de H. Sergius. Een ooggetuige berichtte ons, dat ook leiders van jeugdgroepen er geen been meer in zien bij de oude kloosterkerk halt te hou den. Voor de jeugd is het nog levende pelgrimsbedrijf reeds een museumstuk geworden, zo meende hij. Morgen om 11 uur v.m. zal de ge heel vernieuwde en gemoderniseerde mensapengalerij in het dierenpark Wassenaar worden geopend. Aan deze vernieuwing is bijna een jaar gewerkt en thans zijn alle ver blijven gereed voor de bewoners. De openingsplechtigheid zal worden verricht door „Kobi" de chimpansee, die daartoe het toegangslint tot de openluchtgalerij zal doorknippen, waarna de overige mensapen per bok kenwagen een rit langs de nieuwe verblyven zullen maken. Algerijnse opstandelingen tegen het Franse bewind hebben het Bainem- woud op tien kilometer van de Al gerijnse hoofdstad Algiers in brand gestoken. Het vuur greep in het droge hout zo snel om zich heen, dat in betrekkelijk korte tijd drie honderd hectare bos met daarin acht huizen in as werd gelegd. De bovenste foto geeft een overzicht van het laaiende geboomte. De foto onder laat zien hoe Franse soldaten het snel overspringende vuur bestreden De Amerikaanse minister van De fensie, Wilson, heeft bekend gemaakt dat de V.S. binnenkort de beschikking zullen hebben over projectielen die in staat zijn een kleine waterstofbom van de V.S. naar andere werelddelen te brengen In een voorgelezen rede te Chau tauqua, New York, zei hij dat een eventuele aanvaller rekenen kon op atoom-tegenaanvallen en dat, hoewel de V.S. niet wensen te pralen. „Men het moreel van de vrije wereld een slechte dienst zou bewijzen door de Amerikaanse militaire kracht te klei neren", meende hij. (Advertentie) De grote prijs van de Bra- ziliaanse „sweepstake", 20 mil- S joen cruzeiros (vier miljoen gulden), is dit jaar gewonnen door een baby van veertien da- gen. Het gelukskind, een meis- J je, had het winnende lot eni- ge dagen geleden van een oom gekregen als geschenk bij de geboorte. De ouders van het meisje hebben haar nu de bij naam „Victoria" gegeven. Toen de Dongenaren enkele jaren geleden met de nodige festiviteiten het heuglijke feit herdachten, dat hun dorp zes eeuwen bestond, kon nog niemand weten of zelfs maar vermoeden, dat reeds duizenden ja ren geleden, in het geheimzinnige duister van de oertijd, prehistorische mensen gedurende enige tijd het gebied tot woonplaats kozen, waar later de huizen en fabriekscomplexen van het huidige Dongen zouden verrijzen. Recente vondsten tonen deze bewoning echter onweerlegbaar aan en de ouderdom van het gevondene is zo respectabel, dat zes eeuwen daarby vrijwel in het niet verzinken. In de afgelopen drie jaren wer den door de heer A. van der Lee, uit Loon op Zand, die studeerde aan de Gerardus Majella Kweekschool te Dongen, een aantal stenen werktuigen uit de oertijd aangetroffen op een kleine stuifkop, die juist over het Wilhelminakanaal is gelegen. Deze voorwerpen lagen verspreid op het witte zand. Al spoedig bleek, dat de Vindplaats niet bijzonder rijk was: wel lagen er tamelijk veel waardeloze steenseherfjes, maar dé intentioneel bewerkte stukken, welke gewoonlijk „artefacten" genoemd worden, waren er bepaald zeldzaam. De plaatselijke omstandigheden waren trouwens ook ongunstig, daar de stuifkop van de west- en noordzijde door bossen was afgesloten, waardoor de wind slechts zelden het stuifzand deed op waaien. De beste oplossing om al het aanwezige materiaal bijeen te krij gen, zou bestaan hebben in een sys tematische afgraving, maar voordat daar iets van kon komen werd de vindplaats vorig jaar door een drag line totaal vernield en het grootste deel ervan werd door zandauto's weg geredenThans komt nog slechts zeer sporadisch een stukje steen aan de oppervlakte. levensverzekering Maximale zekerheid Minimale premie Oudenoord - Utrecht - Tel 16591 (3 lijnen) Hoge ouderdom Het weinige materiaal dat nog gered kon worden, is vooral door de hoge ouderdom interessant. Van der Lee is van mening, dat de vind plaats gerekend moet worden tot de z.g. „Tjonger-cultuur". Tjonger is de Friese naam voor het riviertje de Kuïnder. waarlangs door de pre- historicus Popping de eerste vond sten van deze cultuur werden ge daan. De genoemde cultuur dateert uit de tijd van de rendierjagers, ongeveer 10.000 jaar vóór Christus. De Ijstijd behoorde toen nog niet bijster lang tot het verleden. Ons land vormde een uitgebreid steppengebied, waarin reeds de berk en de den voor kwamen. In deze steppen huisden tal rijke rendierkudden, die er een no madische levenswijze op nahielden. 's Zomers trokken de dieren naar het noorden en voor de strenge win ter aanbrak begaven ze zich weer in zuidelijke richting. De prehistorische jagers volgden in kleine groepen, waarschijnlijk in familieverband, de rendierkudden en zij voorzagen aldus op weinig gecompliceerde wijze in hun levensonderhoud; het rendier le verde hen immers alles wat zij nodig hadden: kleding, tenten, voedsel en een groot deel van hun gebruiksvoor werpen. Met behulp van stenen werk tuigjes werden de benen voorwerpen vervaardigd en daar het been, be halve in uitzonderlijke gevallen in de loop der tijden vergaan is, zijn le stenen werktuigen het enige, wat ons nog aan de rendier jagers herinnert. De Dongense vindplaats vormt op deze regel geen uitzondering. Slechts 10 artefacten werden er gevonden. Het mooiste ervan is ongetwijfeld een burin of steker, geslagen uit een prachtige blauwzwarte steensoort, die naar het licht gehouden, sterk door schijnend en dan bruin van kleur is. De burin is een werktuig, dat als bei' tel gebruikt werd bij het bewerken van been. Voorts kwam er nog een schrabber te voorschijn; hiermee wer den de rendierhuiden ontdaan van de vleesresten, die er na het villen nog aan zaten. Tegenwoordig verricht men op de leerlooierijen hetzelfde werk met grote messen, maar de oer mens had meer tijd en waarschijnlijk ook meer geduld dan de mens uit de twintigste eeuw. De overige vondsten bestaan uit: drie stekertjes, een stuk van een sohrabber, twee fragmenten van een gravette-spits het meest typische werktuig voor de Tjor.ger- cultuur en een stuk dat niet deter mineerbaar is. Ook in de buurt van „Huize Over* donk" werden een tweetal artefacten gevonden, die vermoedelijk ook uit dezelfde tijd dateren. Men hoede zioh ervoor, de grootte van de werk. tuigjes te overschatten: ze zijn alle kleiner dan vijf centimeter. Korte betconing Niettegenstaande de jammerlijke verwoesting van de Dongense vind plaats, is toch overduidelijk bewezen, dat de voorhistorische jagers gedu rende enige tijd gewoond hebben op het grondgebied van de tegenwoordige gemeente Dongen. Waar thans prach tige zwartbonte koeien grazen in malse weiden, zocht tientallen- eeuwen geleden het rendier naar wat mos en wat blaadjes van schrale berken, die spichtig omhoog staken in een wijde, eentonige steppe.Waar thans duizen den in industrie en landbouw hun bestaan vinden, sloeg eertijds de oer mens zijn primitieve tenten op omdat ook de rendieren er halt hielden. Waarschijnlijk heeft deze bewoning niet bijzonder lang geduurd. Jongere vondsten dan de hierboven beschre ven werden (nog?) niet gedaan en de kans op bewoning in latere pre historische tijdvakken is gering door de lage ligging van Dongen. Het is echter niet uitgesloten, dat in een gebied als de „Duiventoren" over blijfselen uit een grijs verleden kun nen worden aangetroffen en het ver dient ongetwijfeld aanbeveling, dat de Dongense heemkundigen hieraan eens hun aandacht gaan schenken! Voor de A-kring Den Haag, Rijs wijk en Voorburg van de Bescherming Bevolking is de bouw van vijftien openbare sohuilplaatsen aanbesteed. Laagste inschrijver was N.V Bouw en Aannemingsbedrijf „De Laak" te Den Haag met f 273.000, hoogste Fa. de Wilde te Gouda met f 425.000. Gun ning in beraad. In de afdeling der algemene we tenschappen van de Technische Hoge school te Delft zijn twee prijsvragen uitgeschreven. Een der twee opgaven luidt als volgt: Gevraagd wordt een bepaald wachttijdprobleem te behan delen betreffende een kantoor met twee loketten ten dienste van het pu bliek (gemiddelde wachttijd). De beantwoording behoort voor IS september 1957 te geschieden. Met ingang van 1 januari 1957 wordt voor alle buitenlandse automobilisten die naar West-Duitsland of West- Beriijn reizen, de wettelijke-aanspra- kelijkheidsverzekering wettelijk ver plicht. Van dat tijdstip af moet een bui tenlander, die per auto het land bin nenkomt, aan de grens aantonen, dat hij een voldoende verzekering heeft gesloten. Als bewijs daarvoor wordt de groene internationale verzekerings- kaart erkend, wanneer deze voor de Duitse bondrepubliek geldig verklaard is. Buitenlanders, die zonder een groe. ne kaart naar West-Duitsland reizen, zal de mogelijkheid gegeven worden een kortlopende grenspolis te nemen, welke voldoet aan de Duitse wette lijke voorschriften. DINSDAG» 14 AUGUSTUS 1956 HILVERSUM I. 402 m. AVRO: 7,00 Nws. 7,10 Gym. 7,20 Gram. VPRO; 7.50 Dagopening AVRO; 8,00 Nws. 8,15 Gram. 9,00 Gym. v.d. vrouw 9,10 V.d. huisvr. 9,15 Gram. 9,35 Waterst. 9,40 Morgenw. 10,00 Gram. 10,50 V.d. kleuters 11,00 Lichte muz. 11,30 Pianorec. 12,00 Mil. ork. 12,30 Land- en, tuinb.meded. 12,33 Gram. 13,00 Nws. 13,15 Meded. en gram. 13,25 Lichte muz. 13,55 Beursber. 14,00 Omr.ork. en pianoduo 15,00 Manege der stokpaardjes 15,45 Gram. 16,35 Gevar, progr. 17,20 De dierenwereld en wij, caus. 17,30 Lichte muz. 18,00 Nws. 18,15 Piano spel 18,30 Radio VolksuniversiteitMo derne inzichten omtrent bescherming bij de arbeid, door Mr. P. H. Valentgoed. lste lez. 19.00 Paris vous parle 19,05 Gram. 19,40 Jazzmuz. 20,00 Nws. 20,05 Lichte muz. 20,55 Cabaret 21,25 Gevar. progr. 22,05 Cabaret 22,35 Pianorec. 23,00 Nws. 23,15 Beursber. te New York en New York calling 23,20 Act. of gram. 23,30-24,00 Gram. HILVERSUM H. 298 m. KRO: 7,00 Nws. 7,10 Gram. 7,45 Morgengeb. en lit. kal. 8,00 Nws. en weerber. 8,15 Gram. 9,00 V.d. vrouw 9,40 Lichtbaken, caus. 10,00 V.d. kind. 10,15 Gram. 11,00 V.d, vrouw 11,30 Gram. 11,50 Als de ziels luistert, caus. 12,00 Angelus 12,03 Gram. 12,30 Land- en tuinbmeded. 12,33 Instr. octet 12,55 Zonnewijzer 13,00 Nws. en kath. nws. 13,20 Chansons 13,50 Gram. 14,00 Mil. kapel en sol. 14,30 Franse muz. 14,55 Gram. 15,00 Amus.muz. 15,3o Gram, 16,00 V.d. zieken 16,30 Ziekenlof 17,00 V. d. jeugd 17,30 Gram. 17,40 Koersen 17,45 Regeringsuitz.Rijksdelen Overzee: Dr. C. I. S. Lagerberg: Onbekende papoea's in het Mimikagebied 18,00 Dit is leven, caus. 18,15 Gram. 18,20 V.d. jeugd 18^5 Pianorec. 19,00 Nws. 19,10 Gram. 19,15 Uit het boek der boeken 19,30 Gram. 20,20 Act. 20.35 De gewone man 20,40 Gram. (In de pauze: plm. 21,15-21,35 caus.) 22,25 Gram. 22,45 Avondgebed en lit. kal. 23,00 Nws. 23,15-24,00 Gram. BRUSSEL, 324 m. 11.45 Gram. IS,li Pianorec. 12,30 Weerber. 12,34 Pianorec. 13,00 Nws. 13,15 en 14,00 Gram. 14,30 Hia watha's lied, oratorium 16,00 Koersen. 16,02 Orgelspel 16,30 Gram. 17,00 Nws. 17,10 Kamermuz. 17,45 Boekbespr. 18.00 Ork.conc. 18,30 V.d. sold. 19,00 Nws. 19,40 Gram. 19,50 Caus. 20,00 Omr.ork. 21,00 Gram. 21,15 Symf.ork. en solist 22,00 Nws. 22,15 Gram. 22,55-23,00 Nws. BRUSSEL 484 m. 12,30 Lichte muz. 13,00 Nws. 13,15 Gram. 14,00 Omr.ork. 15,00 Gram. 16,05 Lichte muz. 17,00 Nws. 17,15 Verz.progr. 18,30 en 19,05 Gram. 19,30 Nws. 20,45 Gram. 21,30 Lichte muz. 21,45 Gram. 22,00 Nws. 22,15 Lichte muz. 22,55 Nws. NTS: 20,30 Journ. en weerber. AVRO 20,45 Filmpremières 21,00-22,30 Film NTS: 22,30-22,45 Ronde v. Nederland. 5) Loop nu maar gauw naar huis. Pro- ™berto te vergeten en houd du^rt» umple goed in de gate"- 1^aar naar de deur. Ze begon en snelde j Ze kneeP mUn hand het dorp terug Ik tlI?!,Uist?-rn1^ naar weer in%n siSrtVdelr kam6r Het .HOOFDSTUK IV ■riet zat zo mooi in elkaar en het lTriZa°MtlrK"iSC1trek]e van het nood- Temnle t^una hardop moest lachen. na ra fin miJ.? mtataPje naar Val paraiso getorpedeerd en nu was hij Vanest d°r gegf.an om mÜ een ont vangst door politieagenten te berei- binnaeu la de Verenigde Staten Bnnenkwam. Maar nadat hij eerst acht "\heï werk geteld had om er- acmer te komen wie ik was, zodat kif uerjlaal geloofwaardig zou klin gen, had hij me nu een keurige, was- en rasechte toeristenvergunning na gelaten met niets anders dan een naam er op en een beknopt signale ment van de houder: bruin haar blauwe ogen, 1.78 lang en 34 jaar oud. Het klopte niet tot in details, maar in grote trekken wel. Cayetanó bad mjj «e1 Temple aangezien. Daar kwam bfi, dat de portefeuille nog meer zaken bevatte, aan de hand waarvan ik kon bewijzen, dat ik Philip Tremaine was als dat nodig mocht zijn. Ik zou mijn eigen naam niet eens behoeven te gebruiken. Ik had de grens maar over te steken en verder in vrede te leven, zonder ooit met de autoritei ten te maken te krijgen. Waarom zou ik nog risico's nemen? Vroeg of laat zou Temple zijn por tefeuille natuurlijk missen en er om komen maar het kon heel goed een paar dagen duren eer hij een rij- gelegenheid naar Calisto vond. En zelfs dan zou Paquita het waarschijn lijk ontkennen het ding gezien te hebben. Ze kon niet met de geschie denis voor de dag komen zonder 't biljet van 20 peso af te staan. Nee, hij zou er niet achter komen, dat ik de portefeuille had. Al deze gedach ten gingen in razende vaart door mijn hoofd en ik voelde mij welgemoed. Temple was een smeerlap. Ik sliep die nacht goed. Om zes uur in de ochtend klopte Taylor mij wak ker. Ik stond op, dronk samen met hom MC hop koffie, laadde daarna mijn koffer op zijn vrachtwagen waarna we weghobbelden over het karrespoor naar Acapulco. Het dorp lag nog in diepe rust en Paquita zag ik niet meer. Alles ging prima. In Acapulco zocht ik in de hotels en café's naar een spoor van Tremaine of de toeristen uit Calisto. Niets te vinden. Daarna ging ik naar Manuel Ruiz, de direc teur van een bank te Acapulco. Manu el had te Cornell schoolgegaan. Ik had mijn laatste cheque van de Re gering bij zijn bank verzilverd en hij scheen blij mij weer te zien. Ik ver telde hem, dat ik een safe wilde hu ren en betaalde hem voor een jaar vooruit onder beding dat, als hij niets van mij hoorde, hij de safe tien jaar op krediet voor mij zou aanhouden. Ik deponeerde in de safe het etui met als mijn papieren betreffende Mike Finney. Onder de naam Robert Fitzgerald had ik mij geen stoffelijke eigendommen vergaard. Daarna zei ik Manuel Ruiz vaarwel en stapte op de bus. Het was zowat duizend mul naar de grens en ik verliet de hele rit de bus niet meer, omdat ik me geen oponthoud kon veroorloven. Lr bleef altijd een geringe kans, dat Tremaine dadelijk naar Calisto was teruggekeerd om zijn portefeuille te zoeken. Afgezien van het feit, dat de bus sen in Mexico altijd stampvol vuil en verwaarloosd zijn maak je er ook nog ee.n goede kans op een malaria-steek. Die kans liet ik niet voorbijgaan en Mt was das ook met gemengde ge voelens dat ik afscheid nam van het landschap, dat wij passeerden. Ik had wat atabrine tabletjes bij mij en op iedere 200 mijl slikte ik er één, tot dat ze allemaal op waren. Tegen die tijd was de malaria ook onderdrukt, waarna de bus mij afleverde te Nuevo Laredo. Het was een september-ochtend, kristalhelder. De koele nachtlucht werd langzaam doortrokken van zon newarmte en veroorzaakte kleine wervelstormpjes in de stoffige stra ten. Daar was de Rio Grande, een smal stroompje tussen twee uitge strektheden van met barsten door sneden droge modder, daar was de brug met de Mexicaanse douane aan de ene kant en de Amerikaanse aan de andere. Alles wat ik te doen had, was wan delen van de ene naar de andere zijde en dan was ik in de Verenigde Staten. Mijn maag maakte een paar rare buitelingen, terwijl ik naar de Mexicaanse beambten stapte. Ik overhandigde mijn toestenirver- gunning aan de Mexicaan en wachtte. Hij keer er naar, fronste zijn wenk brauwen, keek nog eens en stapte er toen mee zijn kantoortje binnen. Ik geloof, dat behalve in de Verenig de Staten de mensen nooit met pa pieren vertrouwd zullen raken. Ik ben op heel wat plaatsen ter wereld geweest en overal raakten ze van hun stuk. Ze geloven wel, dat zo'n papier iets belangrijks is, maar tegelijker tijd begrijpen ze niet recht waarom, zodat ze niets beters weten te doen dan zich erg uit te sloven. De Mexi caanse beambte kwam weer uit zijn kantoortje en deelde mij mede, dat hij hoopte, dat ik Mexico nog eens zou bezoeken. Ik nam mijn valies op en wandelde de brug op. Ergens in het midden hield Mexico op en kwam ik in de Verenigde Sta ten. Even later bereikte ik de Ame rikaanse douane. Ik opende mijn kof fer en legde hem op tafel. Een beambte graaide tussen mijn twee kostuums, mijn vier overhemden mijn zes paar sokken en mijn reser ve paar schoenen. Hij gluurde in het vakje, waar ik mijn zeep en mijn scheermes bewaarde en klopte op de zijkant van de koffer om zich ervan te vergewissen dat die niet hol was. Naam? zei hij. Philip Tremaine. Wanneer bent u naar Mexico gegaan? Ik noemde de datum van de ver gunning, die ik aan de andere kant van de rivier had ingeleverd. Waar geboren? Montana. En waar gaat u heen? San Francisco. Zo. Mexicaanse produkten by u? Deze koffer. Hij bekeek hem. Het was een mooie geheel met de hand gemaakte kof fer, die ik te Vera Cruz op de kop getikt had. Is dat alles? En wat kleren. Oké. Niets te betalen zou ik zeg gen. Hij kuierde weg, de volgende klant tegemoet. Dus dat was alles. Ik stond hem met knipperende ogen een paar seconden na te staren. Toen besefte ik eigenlijk pas, dat ik de grens over was. Ik maakte mijn koffer dicht en liep verder. Voor mij lag heel Noord-Amerika. Ik kwam voorbij 't wisselkantoor en herinner de mij, dat ik voortaan dollars in plaats van pesos nodig had. Ik stapte dus naar binnen en wisselde al het geld om, dat ik bij mij had. Ik kreeg 77 dollar en 35 cent terug. Daar moest ik van rondkomen totdat ik in San Francisco werk gevonden had. Terwijl ik uit het kantoortje naar buiten trad, drong het tot me door, dat het nog een heel eindje was naar de stad, dus ging ik op mijn koffer zitten wachten totdat er een taxi zijn vrachtje zou lossen. Het zag er hier appetijtelijk uit, de mensen zowel als de straten. Netjes en schoon. Er gingen gedurig mensen door de deur van het wisselkantoor. Een man bleef bij mij staan en vroeg om een lucifer. Ik gaf hem het doosje, dat ik in mijn zak had. Het waren Mexi caanse lucifers, het soort, dat ge maakt wordt door stukjes touw in was te dompelen. De man stak zijn sigaret aan en gaf het doosje aan mij terug. Ik zie, dat u pas uit Mexico terug bent, zei hij. Ja. Hoe was het er? Best. Uitstekend. Zoiets vragen de mensen je altijd, onverschillig waar je naar toe bent geweest en hoelang. Alt Je met een vliegtuig over Tibet bent gevlogen, dan vragen ze je hoe het in China was. En dan zeg je: uitstekend. Maar deze man was nog niet vol daan. Als ik het wel heb, dan heerst er nogal inflatie, zei hij. Dat zal dan wel plaatselijk zijn. Hoe ver bent u naar het zuiden geweest? Ik keek hem aan. Het was een zware kerel met lome ogen en zo te zien was hij achter in de veertig. Zijn hoed was achterover geschoven en onder de rand was zijn huid bleek en vochtig. Zijn bruin pak had zak ken aan de knieën en tussen de onder ste rand van zijn broekspijpen en zijn zwarte schoenen was een stuk witte sok zichtbaar. Niet zo ver. zei ik. Hij knikte min zaam en rookte een paar seconden zwijgend. Het scheen mij dat hij wachtte, totdat er een volgende vraag naar zijn lippen welde, maar nadat hij een kwart van zijn sigaret had opgerookt, wierp hij de lange peuk op het trottoir en ging het kantoor binnen. Zowat tegelijk stopte er een taxi voor me. Ik stak een hand uit en stapte in. 't Bus-station, zei ik. Welk? Hoeveel zijn er hier? Twee, zou ik zeggen. De chauffeur zwenkte van het trottoir af en ter wijl ik omkeek zag ik de dikke man in het bruine pak ons nakijken. (Woedt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 3