este rollend materiaal I
Het Wespennest
Sovjets laten zo de
godsdienst uitsterven
Vondsten wezen uit: Dongen veel
ouder dan zes simpele eeuwen
Concordia
RADIO
Indrukken uit Rusland
KERKBEZOEK
ZEER MATIG
Gelukskind j
Aanbesteding
schuilplaatsen
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 13 AUGUSTUS 1956
Museum van bestrijdingswoede
Rebellen staken bos in brand
Chimpansee Kobi
opent nieuw
mensapenhuis
Militaire kracht
van V.S.
Oudste inwonersmaakten alles
uit huiden van rendieren
Geschiedenis in
kleine stuifkop
Prijsvraag T.H
Verplichte W.A.
in West-Duitsland
TELEVISIEPROGRAMMA'»
door David Duncan
De redacteur van het A.N.P., die met zeven andere Neder
landse journalisten een reis door de Sovjet-Unie maakte, vervolgt
hier zijn reportage over zijn indrukken uit Rusland.
„Wij bestrijden de kerk niet,
wij laten haar uitsterven", zo
hebben wij op onze reis vaak
gehoord. Inderdaad kan iedere
bezoeker der Sovjet-Unie zich
ervan overtuigen, dat de men
sen ongehinderd godsdienstige
plechtigheden kunnen bezoe
ken. Op een staatsboerderij in 't
mohammedaanse zuiden der
unie bleek ons zelfs, dat om
wille der oude religieuze tradi
ties de vrijdag als vrije dag was
gehandhaafd.
In Moskou bezochten wij op een
zondagochtend de kathedraal van de
Verlosser, de fraaiste der Russisch or
thodoxe kerk, een kleine orthodoxe
kerk in een buitenwijk en een rooms-
katholieke kapel. In de laatste, een
armelijk kerkje, zagen we uitsluitend
oude vrouwen, waarvan sommige uit
Franse kerkboeken lazen, en buiten
landers. De beide orthodoxe kerken
waren overvol en het licht van hon
derden kaarsen deed er het goud der
ikonen in volle luister schitteren. Ook
hier domineerden de vrouwen, waar
onder ook jonge meisjes. Tijdens een
ontvangst in de wit marmeren Geor-
giuszaal van het Kremlin kon men de
Moskouse kerkvorsten in hun pronk
gewaden op de plaatsen der eregasten
zien.
Hoewel dus de orthodoxe kerk nog
een factor in het Russische leven is,
is het reeds uit het kerkbezoek in de
steden merkbaar, dat zij daar haar in
vloed op de nieuwe generatie groten
deels verloren heeft.
Welk een terrein de kerk heeft
moeten prijsgeven, was ons in Moskou
reeds gebleken uit het grote aantal
in verval verkerende kerkgebouwen,
die reeds vele jaren de gouden glans
van hun ui-vormige koepels hebben
verloren. Nog slechts een gering aan
tal der Moskouse kerk, men zei ons
veertig van de 1500, zijn aan de dienst
der kerk gewijd.
Hoe betrekkelijk de verklaring is,
dat de kerk niet bestreden wordt,
doch langzaam afsterft, bleek ons in
het enige Leningradse museum, waar
voor men geen entreegeld behoeft te
betalen.
Vroeger kathedraal
Dit is gevestigd in de vroegere Ka-
zan-kathedraal aan een van de hoofd
straten der stad, een imposant kerk
gebouw met hoge zuilengalerijen in 't
front. Het draagt de naam „Museum
van de geschiedenis van de godsdienst
en het atheisme". Het museum is in
gericht door de Sovjet-Russische aca
demie der wetenschappen en staat on
der leiding van prof. Kowalew. Het
werd in 1930 geopend in de aan de
kerk onttrokken kathedraal. Tijdens
de oorlog was het gesloten, doch in
1953 werden de aan de r.-k. kerk en
het Pausdom bestede afdelingen weer
opengesteld. In mei van dit jaar is ook
de afdeling der Russisch orthodoxe
kerk weer opengesteld en men zei ons
dat het in de bedoeling ligt dit jaar
ook nog een afdeling voor de Islam
en de godsdiensten van het Verre
Oosten in te richten.
De vlag van dit museum dekt de la
ding niet. Wat in de uitgestrekte gan
gen van het sousterrain der kerk is
bijeen gebracht is veeleer een docu
mentatie van de bestriding van de
godsdienst dan wel van haar historie.
Daarbij valt vooral op, dat de hier
geëxposeerde middelen tot bestrijding
van de godsdienst zich vooral richten
tegen de r.-k. kerk en in het bijzon
der tegen de Pausen van Rome. In
vergelijking met de scherpte, waar
mede uit het in de loop van eeuwen
tegen Rome gebruikte propaganda
materiaal gekozen is, zou men geneigd
zijn te geloven, dat de orthodoxe kerk
met opzet gespaard is. Het gros der
hier bijeen gebrachte spotmiddelen op
de kerken en haar bedienaren stamt
dan ook uit westelijke koker, veelal
uit de tijd de Franse revolutie. Ten
dentie van tal van voorstellingen en
aanhalingen is de godsdienst voor te
stellen als hulpmiddel van feodalen
heren om het volk dom en geduldig
te houden, teneinde het beter te kun
nen uitbuiten.
Bijtende spot
Overal tussen de museumstukken
ziet men citaten van Marx, Engels en
Lenin geplaatst, waarin elke gods
dienst als bijgeloof wordt bestempeld.
Óver geloofspunten wordt principieel
slechts gesproken als over „verzinsels"
„sprookjes", en „legenden". Talloos
zijn de spotprenten op zgn. in over
daad zwelgende geestelijken. In een
van talrijke folsterwerktuigen voor
ziene spelonk is een zgn. inquisitie-
gerecht van vier monniken uitgebeeld.
Ook in de kerkelijke eredienst ge
bruikte voorwerpen, zoals kelken en
monstransen, zijn in de verzameling
opgenomen. Bijzondere aandacht heeft
de orde der Jezuieten verkregen, die
als „geestelijke gendarmen van het
Pausdom" wordt voorgesteld. Voorts
wordt het Vaticaan voorgesteld als 'n
groot financieel centrum, dat via de
„bank van de heilige geest" deel zou
hebben in de belangrijkste industriële
ondernemingen. Er is overigens ook
een kleine koperen kathedraal op
gesteld, samengesteld uit bommen
met de opschriften Krupp, Bethlehem
Steel, Morgan, Schneider-Creuzot en
Vickers Ltd.
Geen middelen
Zo bood Leningrad ons de achter
grond, waartegen de vrijheid van
godsdienst in de Sovjet-Unie moet
worden geplaatst. De orthodoxe
kerk heeft buiten haar kerkgebouwen
geen mogelijkheden om tegen deze
propaganda op te werken. Zij zou er
ook niet de middelen voor hebben,
want zij moet zichzelf bedruipen uit
de offergaven van het geringe aantal
kerkgangers. Voor de besteding dier
gelden is zij mede afhankelijk van de
„Raad voor kerkelijke kwesties", die
de nodige vergunningen en toewijzin
gen moet geven. Uit de offergaven
moet de kerk ook de opleiding van
haar priesters bekostigen, die plaats
vindt in het oude klooster Sagrosk,
enkele uren buiten Moskou. Daar zijn
thans 220 priesterstudenten.
Als pelgrims komen naar de
kloosterkerk met haar vier
blauwe koepeltorens nog
slechts oude boerenvrouwen uit
de omgeving, die bidden aan 't
graf van de H. Sergius. Een
ooggetuige berichtte ons, dat
ook leiders van jeugdgroepen er
geen been meer in zien bij de
oude kloosterkerk halt te hou
den. Voor de jeugd is het nog
levende pelgrimsbedrijf reeds
een museumstuk geworden, zo
meende hij.
Morgen om 11 uur v.m. zal de ge
heel vernieuwde en gemoderniseerde
mensapengalerij in het dierenpark
Wassenaar worden geopend.
Aan deze vernieuwing is bijna een
jaar gewerkt en thans zijn alle ver
blijven gereed voor de bewoners.
De openingsplechtigheid zal worden
verricht door „Kobi" de chimpansee,
die daartoe het toegangslint tot de
openluchtgalerij zal doorknippen,
waarna de overige mensapen per bok
kenwagen een rit langs de nieuwe
verblyven zullen maken.
Algerijnse opstandelingen tegen het
Franse bewind hebben het Bainem-
woud op tien kilometer van de Al
gerijnse hoofdstad Algiers in brand
gestoken. Het vuur greep in het
droge hout zo snel om zich heen,
dat in betrekkelijk korte tijd drie
honderd hectare bos met daarin
acht huizen in as werd gelegd. De
bovenste foto geeft een overzicht
van het laaiende geboomte. De foto
onder laat zien hoe Franse soldaten
het snel overspringende vuur
bestreden
De Amerikaanse minister van De
fensie, Wilson, heeft bekend gemaakt
dat de V.S. binnenkort de beschikking
zullen hebben over projectielen die
in staat zijn een kleine waterstofbom
van de V.S. naar andere werelddelen
te brengen
In een voorgelezen rede te Chau
tauqua, New York, zei hij dat een
eventuele aanvaller rekenen kon op
atoom-tegenaanvallen en dat, hoewel
de V.S. niet wensen te pralen. „Men
het moreel van de vrije wereld een
slechte dienst zou bewijzen door de
Amerikaanse militaire kracht te klei
neren", meende hij.
(Advertentie)
De grote prijs van de Bra-
ziliaanse „sweepstake", 20 mil- S
joen cruzeiros (vier miljoen
gulden), is dit jaar gewonnen
door een baby van veertien da-
gen. Het gelukskind, een meis- J
je, had het winnende lot eni-
ge dagen geleden van een oom
gekregen als geschenk bij de
geboorte. De ouders van het
meisje hebben haar nu de bij
naam „Victoria" gegeven.
Toen de Dongenaren enkele jaren geleden met de nodige festiviteiten
het heuglijke feit herdachten, dat hun dorp zes eeuwen bestond, kon
nog niemand weten of zelfs maar vermoeden, dat reeds duizenden ja
ren geleden, in het geheimzinnige duister van de oertijd, prehistorische
mensen gedurende enige tijd het gebied tot woonplaats kozen, waar
later de huizen en fabriekscomplexen van het huidige Dongen zouden
verrijzen. Recente vondsten tonen deze bewoning echter onweerlegbaar
aan en de ouderdom van het gevondene is zo respectabel, dat zes eeuwen
daarby vrijwel in het niet verzinken.
In de afgelopen drie jaren wer
den door de heer A. van der Lee, uit
Loon op Zand, die studeerde aan de
Gerardus Majella Kweekschool te
Dongen, een aantal stenen werktuigen
uit de oertijd aangetroffen op een
kleine stuifkop, die juist over het
Wilhelminakanaal is gelegen. Deze
voorwerpen lagen verspreid op het
witte zand. Al spoedig bleek, dat de
Vindplaats niet bijzonder rijk was:
wel lagen er tamelijk veel waardeloze
steenseherfjes, maar dé intentioneel
bewerkte stukken, welke gewoonlijk
„artefacten" genoemd worden, waren
er bepaald zeldzaam. De plaatselijke
omstandigheden waren trouwens
ook ongunstig, daar de stuifkop van
de west- en noordzijde door bossen
was afgesloten, waardoor de wind
slechts zelden het stuifzand deed op
waaien. De beste oplossing om al het
aanwezige materiaal bijeen te krij
gen, zou bestaan hebben in een sys
tematische afgraving, maar voordat
daar iets van kon komen werd de
vindplaats vorig jaar door een drag
line totaal vernield en het grootste
deel ervan werd door zandauto's weg
geredenThans komt nog slechts
zeer sporadisch een stukje steen aan
de oppervlakte.
levensverzekering
Maximale zekerheid
Minimale premie
Oudenoord - Utrecht - Tel 16591 (3 lijnen)
Hoge ouderdom
Het weinige materiaal dat nog
gered kon worden, is vooral door
de hoge ouderdom interessant. Van
der Lee is van mening, dat de vind
plaats gerekend moet worden tot
de z.g. „Tjonger-cultuur". Tjonger
is de Friese naam voor het riviertje
de Kuïnder. waarlangs door de pre-
historicus Popping de eerste vond
sten van deze cultuur werden ge
daan. De genoemde cultuur dateert
uit de tijd van de rendierjagers,
ongeveer 10.000 jaar vóór Christus.
De Ijstijd behoorde toen nog niet
bijster lang tot het verleden. Ons land
vormde een uitgebreid steppengebied,
waarin reeds de berk en de den voor
kwamen. In deze steppen huisden tal
rijke rendierkudden, die er een no
madische levenswijze op nahielden.
's Zomers trokken de dieren naar
het noorden en voor de strenge win
ter aanbrak begaven ze zich weer in
zuidelijke richting. De prehistorische
jagers volgden in kleine groepen,
waarschijnlijk in familieverband, de
rendierkudden en zij voorzagen aldus
op weinig gecompliceerde wijze in
hun levensonderhoud; het rendier le
verde hen immers alles wat zij nodig
hadden: kleding, tenten, voedsel en
een groot deel van hun gebruiksvoor
werpen. Met behulp van stenen werk
tuigjes werden de benen voorwerpen
vervaardigd en daar het been, be
halve in uitzonderlijke gevallen in
de loop der tijden vergaan is, zijn le
stenen werktuigen het enige, wat ons
nog aan de rendier jagers herinnert.
De Dongense vindplaats vormt op
deze regel geen uitzondering. Slechts
10 artefacten werden er gevonden.
Het mooiste ervan is ongetwijfeld
een burin of steker, geslagen uit een
prachtige blauwzwarte steensoort, die
naar het licht gehouden, sterk door
schijnend en dan bruin van kleur is.
De burin is een werktuig, dat als bei'
tel gebruikt werd bij het bewerken
van been. Voorts kwam er nog een
schrabber te voorschijn; hiermee wer
den de rendierhuiden ontdaan van
de vleesresten, die er na het villen
nog aan zaten. Tegenwoordig verricht
men op de leerlooierijen hetzelfde
werk met grote messen, maar de oer
mens had meer tijd en waarschijnlijk
ook meer geduld dan de mens uit de
twintigste eeuw. De overige vondsten
bestaan uit: drie stekertjes, een stuk
van een sohrabber, twee fragmenten
van een gravette-spits het meest
typische werktuig voor de Tjor.ger-
cultuur en een stuk dat niet deter
mineerbaar is.
Ook in de buurt van „Huize Over*
donk" werden een tweetal artefacten
gevonden, die vermoedelijk ook uit
dezelfde tijd dateren. Men hoede
zioh ervoor, de grootte van de werk.
tuigjes te overschatten: ze zijn alle
kleiner dan vijf centimeter.
Korte betconing
Niettegenstaande de jammerlijke
verwoesting van de Dongense vind
plaats, is toch overduidelijk bewezen,
dat de voorhistorische jagers gedu
rende enige tijd gewoond hebben op
het grondgebied van de tegenwoordige
gemeente Dongen. Waar thans prach
tige zwartbonte koeien grazen in
malse weiden, zocht tientallen- eeuwen
geleden het rendier naar wat mos en
wat blaadjes van schrale berken, die
spichtig omhoog staken in een wijde,
eentonige steppe.Waar thans duizen
den in industrie en landbouw hun
bestaan vinden, sloeg eertijds de oer
mens zijn primitieve tenten op omdat
ook de rendieren er halt hielden.
Waarschijnlijk heeft deze bewoning
niet bijzonder lang geduurd. Jongere
vondsten dan de hierboven beschre
ven werden (nog?) niet gedaan en
de kans op bewoning in latere pre
historische tijdvakken is gering door
de lage ligging van Dongen. Het is
echter niet uitgesloten, dat in een
gebied als de „Duiventoren" over
blijfselen uit een grijs verleden kun
nen worden aangetroffen en het ver
dient ongetwijfeld aanbeveling, dat
de Dongense heemkundigen hieraan
eens hun aandacht gaan schenken!
Voor de A-kring Den Haag, Rijs
wijk en Voorburg van de Bescherming
Bevolking is de bouw van vijftien
openbare sohuilplaatsen aanbesteed.
Laagste inschrijver was N.V Bouw
en Aannemingsbedrijf „De Laak" te
Den Haag met f 273.000, hoogste Fa.
de Wilde te Gouda met f 425.000. Gun
ning in beraad.
In de afdeling der algemene we
tenschappen van de Technische Hoge
school te Delft zijn twee prijsvragen
uitgeschreven. Een der twee opgaven
luidt als volgt: Gevraagd wordt een
bepaald wachttijdprobleem te behan
delen betreffende een kantoor met
twee loketten ten dienste van het pu
bliek (gemiddelde wachttijd).
De beantwoording behoort voor IS
september 1957 te geschieden.
Met ingang van 1 januari 1957 wordt
voor alle buitenlandse automobilisten
die naar West-Duitsland of West-
Beriijn reizen, de wettelijke-aanspra-
kelijkheidsverzekering wettelijk ver
plicht.
Van dat tijdstip af moet een bui
tenlander, die per auto het land bin
nenkomt, aan de grens aantonen, dat
hij een voldoende verzekering heeft
gesloten. Als bewijs daarvoor wordt
de groene internationale verzekerings-
kaart erkend, wanneer deze voor de
Duitse bondrepubliek geldig verklaard
is.
Buitenlanders, die zonder een groe.
ne kaart naar West-Duitsland reizen,
zal de mogelijkheid gegeven worden
een kortlopende grenspolis te nemen,
welke voldoet aan de Duitse wette
lijke voorschriften.
DINSDAG» 14 AUGUSTUS 1956
HILVERSUM I. 402 m. AVRO: 7,00
Nws. 7,10 Gym. 7,20 Gram. VPRO;
7.50 Dagopening AVRO; 8,00 Nws.
8,15 Gram. 9,00 Gym. v.d. vrouw 9,10
V.d. huisvr. 9,15 Gram. 9,35 Waterst. 9,40
Morgenw. 10,00 Gram. 10,50 V.d. kleuters
11,00 Lichte muz. 11,30 Pianorec. 12,00 Mil.
ork. 12,30 Land- en, tuinb.meded. 12,33
Gram. 13,00 Nws. 13,15 Meded. en
gram. 13,25 Lichte muz. 13,55 Beursber.
14,00 Omr.ork. en pianoduo 15,00 Manege
der stokpaardjes 15,45 Gram. 16,35 Gevar,
progr. 17,20 De dierenwereld en wij, caus.
17,30 Lichte muz. 18,00 Nws. 18,15 Piano
spel 18,30 Radio VolksuniversiteitMo
derne inzichten omtrent bescherming bij
de arbeid, door Mr. P. H. Valentgoed.
lste lez. 19.00 Paris vous parle 19,05
Gram. 19,40 Jazzmuz. 20,00 Nws. 20,05
Lichte muz. 20,55 Cabaret 21,25 Gevar.
progr. 22,05 Cabaret 22,35 Pianorec. 23,00
Nws. 23,15 Beursber. te New York en
New York calling 23,20 Act. of gram.
23,30-24,00 Gram.
HILVERSUM H. 298 m. KRO: 7,00
Nws. 7,10 Gram. 7,45 Morgengeb. en lit.
kal. 8,00 Nws. en weerber. 8,15 Gram.
9,00 V.d. vrouw 9,40 Lichtbaken, caus.
10,00 V.d. kind. 10,15 Gram. 11,00 V.d,
vrouw 11,30 Gram. 11,50 Als de ziels
luistert, caus. 12,00 Angelus 12,03 Gram.
12,30 Land- en tuinbmeded. 12,33 Instr.
octet 12,55 Zonnewijzer 13,00 Nws. en
kath. nws. 13,20 Chansons 13,50 Gram.
14,00 Mil. kapel en sol. 14,30 Franse muz.
14,55 Gram. 15,00 Amus.muz. 15,3o Gram,
16,00 V.d. zieken 16,30 Ziekenlof 17,00 V.
d. jeugd 17,30 Gram. 17,40 Koersen 17,45
Regeringsuitz.Rijksdelen Overzee: Dr.
C. I. S. Lagerberg: Onbekende papoea's
in het Mimikagebied 18,00 Dit is leven,
caus. 18,15 Gram. 18,20 V.d. jeugd 18^5
Pianorec. 19,00 Nws. 19,10 Gram. 19,15
Uit het boek der boeken 19,30 Gram. 20,20
Act. 20.35 De gewone man 20,40 Gram.
(In de pauze: plm. 21,15-21,35 caus.) 22,25
Gram. 22,45 Avondgebed en lit. kal. 23,00
Nws. 23,15-24,00 Gram.
BRUSSEL, 324 m. 11.45 Gram. IS,li
Pianorec. 12,30 Weerber. 12,34 Pianorec.
13,00 Nws. 13,15 en 14,00 Gram. 14,30 Hia
watha's lied, oratorium 16,00 Koersen.
16,02 Orgelspel 16,30 Gram. 17,00 Nws.
17,10 Kamermuz. 17,45 Boekbespr. 18.00
Ork.conc. 18,30 V.d. sold. 19,00 Nws. 19,40
Gram. 19,50 Caus. 20,00 Omr.ork. 21,00
Gram. 21,15 Symf.ork. en solist 22,00
Nws. 22,15 Gram. 22,55-23,00 Nws.
BRUSSEL 484 m. 12,30 Lichte muz.
13,00 Nws. 13,15 Gram. 14,00 Omr.ork. 15,00
Gram. 16,05 Lichte muz. 17,00 Nws. 17,15
Verz.progr. 18,30 en 19,05 Gram. 19,30
Nws. 20,45 Gram. 21,30 Lichte muz. 21,45
Gram. 22,00 Nws. 22,15 Lichte muz. 22,55
Nws.
NTS: 20,30 Journ. en weerber. AVRO
20,45 Filmpremières 21,00-22,30 Film
NTS: 22,30-22,45 Ronde v. Nederland.
5)
Loop nu maar gauw naar huis. Pro-
™berto te vergeten en houd
du^rt» umple goed in de gate"-
1^aar naar de deur. Ze begon
en snelde j Ze kneeP mUn hand
het dorp terug Ik tlI?!,Uist?-rn1^ naar
weer in%n siSrtVdelr kam6r
Het .HOOFDSTUK IV
■riet zat zo mooi in elkaar en het
lTriZa°MtlrK"iSC1trek]e van het nood-
Temnle t^una hardop moest lachen.
na ra fin miJ.? mtataPje naar Val
paraiso getorpedeerd en nu was hij
Vanest d°r gegf.an om mÜ een ont
vangst door politieagenten te berei-
binnaeu la de Verenigde Staten
Bnnenkwam. Maar nadat hij eerst
acht "\heï werk geteld had om er-
acmer te komen wie ik was, zodat
kif uerjlaal geloofwaardig zou klin
gen, had hij me nu een keurige, was-
en rasechte toeristenvergunning na
gelaten met niets anders dan een
naam er op en een beknopt signale
ment van de houder: bruin haar
blauwe ogen, 1.78 lang en 34 jaar
oud. Het klopte niet tot in details,
maar in grote trekken wel. Cayetanó
bad mjj «e1
Temple aangezien. Daar kwam bfi,
dat de portefeuille nog meer zaken
bevatte, aan de hand waarvan ik kon
bewijzen, dat ik Philip Tremaine was
als dat nodig mocht zijn. Ik zou mijn
eigen naam niet eens behoeven te
gebruiken. Ik had de grens maar
over te steken en verder in vrede te
leven, zonder ooit met de autoritei
ten te maken te krijgen. Waarom zou
ik nog risico's nemen?
Vroeg of laat zou Temple zijn por
tefeuille natuurlijk missen en er om
komen maar het kon heel goed een
paar dagen duren eer hij een rij-
gelegenheid naar Calisto vond. En
zelfs dan zou Paquita het waarschijn
lijk ontkennen het ding gezien te
hebben. Ze kon niet met de geschie
denis voor de dag komen zonder 't
biljet van 20 peso af te staan. Nee,
hij zou er niet achter komen, dat ik
de portefeuille had. Al deze gedach
ten gingen in razende vaart door mijn
hoofd en ik voelde mij welgemoed.
Temple was een smeerlap.
Ik sliep die nacht goed. Om zes uur
in de ochtend klopte Taylor mij wak
ker. Ik stond op, dronk samen met
hom MC hop koffie, laadde daarna
mijn koffer op zijn vrachtwagen
waarna we weghobbelden over het
karrespoor naar Acapulco. Het dorp
lag nog in diepe rust en Paquita
zag ik niet meer.
Alles ging prima. In Acapulco zocht
ik in de hotels en café's naar een
spoor van Tremaine of de toeristen
uit Calisto. Niets te vinden. Daarna
ging ik naar Manuel Ruiz, de direc
teur van een bank te Acapulco. Manu
el had te Cornell schoolgegaan. Ik
had mijn laatste cheque van de Re
gering bij zijn bank verzilverd en hij
scheen blij mij weer te zien. Ik ver
telde hem, dat ik een safe wilde hu
ren en betaalde hem voor een jaar
vooruit onder beding dat, als hij niets
van mij hoorde, hij de safe tien jaar
op krediet voor mij zou aanhouden.
Ik deponeerde in de safe het etui
met als mijn papieren betreffende
Mike Finney. Onder de naam Robert
Fitzgerald had ik mij geen stoffelijke
eigendommen vergaard. Daarna zei
ik Manuel Ruiz vaarwel en stapte
op de bus. Het was zowat duizend
mul naar de grens en ik verliet de
hele rit de bus niet meer, omdat ik
me geen oponthoud kon veroorloven.
Lr bleef altijd een geringe kans, dat
Tremaine dadelijk naar Calisto was
teruggekeerd om zijn portefeuille te
zoeken.
Afgezien van het feit, dat de bus
sen in Mexico altijd stampvol vuil en
verwaarloosd zijn maak je er ook nog
ee.n goede kans op een malaria-steek.
Die kans liet ik niet voorbijgaan en
Mt was das ook met gemengde ge
voelens dat ik afscheid nam van het
landschap, dat wij passeerden. Ik had
wat atabrine tabletjes bij mij en op
iedere 200 mijl slikte ik er één, tot
dat ze allemaal op waren. Tegen die
tijd was de malaria ook onderdrukt,
waarna de bus mij afleverde te Nuevo
Laredo.
Het was een september-ochtend,
kristalhelder. De koele nachtlucht
werd langzaam doortrokken van zon
newarmte en veroorzaakte kleine
wervelstormpjes in de stoffige stra
ten. Daar was de Rio Grande, een
smal stroompje tussen twee uitge
strektheden van met barsten door
sneden droge modder, daar was de
brug met de Mexicaanse douane aan
de ene kant en de Amerikaanse aan
de andere.
Alles wat ik te doen had, was wan
delen van de ene naar de andere
zijde en dan was ik in de Verenigde
Staten. Mijn maag maakte een paar
rare buitelingen, terwijl ik naar de
Mexicaanse beambten stapte.
Ik overhandigde mijn toestenirver-
gunning aan de Mexicaan en wachtte.
Hij keer er naar, fronste zijn wenk
brauwen, keek nog eens en stapte
er toen mee zijn kantoortje binnen.
Ik geloof, dat behalve in de Verenig
de Staten de mensen nooit met pa
pieren vertrouwd zullen raken. Ik
ben op heel wat plaatsen ter wereld
geweest en overal raakten ze van hun
stuk. Ze geloven wel, dat zo'n papier
iets belangrijks is, maar tegelijker
tijd begrijpen ze niet recht waarom,
zodat ze niets beters weten te doen
dan zich erg uit te sloven. De Mexi
caanse beambte kwam weer uit zijn
kantoortje en deelde mij mede, dat hij
hoopte, dat ik Mexico nog eens zou
bezoeken. Ik nam mijn valies op en
wandelde de brug op.
Ergens in het midden hield Mexico
op en kwam ik in de Verenigde Sta
ten. Even later bereikte ik de Ame
rikaanse douane. Ik opende mijn kof
fer en legde hem op tafel.
Een beambte graaide tussen mijn
twee kostuums, mijn vier overhemden
mijn zes paar sokken en mijn reser
ve paar schoenen. Hij gluurde in het
vakje, waar ik mijn zeep en mijn
scheermes bewaarde en klopte op de
zijkant van de koffer om zich ervan
te vergewissen dat die niet hol was.
Naam? zei hij.
Philip Tremaine.
Wanneer bent u naar Mexico
gegaan?
Ik noemde de datum van de ver
gunning, die ik aan de andere kant
van de rivier had ingeleverd.
Waar geboren?
Montana.
En waar gaat u heen?
San Francisco.
Zo. Mexicaanse produkten by u?
Deze koffer.
Hij bekeek hem. Het was een mooie
geheel met de hand gemaakte kof
fer, die ik te Vera Cruz op de kop
getikt had. Is dat alles?
En wat kleren.
Oké. Niets te betalen zou ik zeg
gen. Hij kuierde weg, de volgende
klant tegemoet. Dus dat was alles.
Ik stond hem met knipperende ogen
een paar seconden na te staren.
Toen besefte ik eigenlijk pas, dat
ik de grens over was. Ik maakte mijn
koffer dicht en liep verder. Voor mij
lag heel Noord-Amerika. Ik kwam
voorbij 't wisselkantoor en herinner
de mij, dat ik voortaan dollars in
plaats van pesos nodig had. Ik stapte
dus naar binnen en wisselde al het
geld om, dat ik bij mij had. Ik kreeg
77 dollar en 35 cent terug. Daar
moest ik van rondkomen totdat ik
in San Francisco werk gevonden had.
Terwijl ik uit het kantoortje naar
buiten trad, drong het tot me door,
dat het nog een heel eindje was naar
de stad, dus ging ik op mijn koffer
zitten wachten totdat er een taxi zijn
vrachtje zou lossen. Het zag er hier
appetijtelijk uit, de mensen zowel als
de straten. Netjes en schoon.
Er gingen gedurig mensen door de
deur van het wisselkantoor. Een man
bleef bij mij staan en vroeg om een
lucifer. Ik gaf hem het doosje, dat
ik in mijn zak had. Het waren Mexi
caanse lucifers, het soort, dat ge
maakt wordt door stukjes touw in
was te dompelen. De man stak zijn
sigaret aan en gaf het doosje aan
mij terug.
Ik zie, dat u pas uit Mexico terug
bent, zei hij.
Ja.
Hoe was het er?
Best. Uitstekend. Zoiets vragen de
mensen je altijd, onverschillig waar
je naar toe bent geweest en hoelang.
Alt Je met een vliegtuig over Tibet
bent gevlogen, dan vragen ze je hoe
het in China was. En dan zeg je:
uitstekend.
Maar deze man was nog niet vol
daan. Als ik het wel heb, dan heerst
er nogal inflatie, zei hij.
Dat zal dan wel plaatselijk zijn.
Hoe ver bent u naar het zuiden
geweest?
Ik keek hem aan. Het was een
zware kerel met lome ogen en zo
te zien was hij achter in de veertig.
Zijn hoed was achterover geschoven
en onder de rand was zijn huid bleek
en vochtig. Zijn bruin pak had zak
ken aan de knieën en tussen de onder
ste rand van zijn broekspijpen en zijn
zwarte schoenen was een stuk witte
sok zichtbaar.
Niet zo ver. zei ik. Hij knikte min
zaam en rookte een paar seconden
zwijgend. Het scheen mij dat hij
wachtte, totdat er een volgende vraag
naar zijn lippen welde, maar nadat
hij een kwart van zijn sigaret had
opgerookt, wierp hij de lange peuk
op het trottoir en ging het kantoor
binnen.
Zowat tegelijk stopte er een taxi
voor me. Ik stak een hand uit en
stapte in.
't Bus-station, zei ik.
Welk?
Hoeveel zijn er hier?
Twee, zou ik zeggen. De chauffeur
zwenkte van het trottoir af en ter
wijl ik omkeek zag ik de dikke man
in het bruine pak ons nakijken.
(Woedt vervolgd)