ENIGE UITWEG: ZUIDWEST! Verbluffende groei in omvang en welvaart van Rotterdam Vliegtochten voor „gewone man Zon als energiebron ACHTER DE JUNI-CIJFERS en Geloofsovertuiging politieke mening Op het Kerkplein Wij groeien vast in tal en last WELSPREKENDE CIJFERS Sociaal toerisme naar Amerikaans voorbeeld Chefarine „4" Twee middelen Wees op uw vierkante meter een vorst Gezond verstand, geen waan JAN SWITZER, STUWENDE KRACHT Nog meer plannen Indrukwekkend Sprekende vergelijking U gaat vliegen Nieuw draagbaar radiotoestel Richtlijn Kenschets der eilanden Machine en mens De zilvervloot van de arbeid Doorbraak en Ket herderiijk schrijven Omwille van Ket apostolaat KatKolieke waardering 'beroemde geneesmiddelen in 1 tablet doen wonderen 1 BOEKENPLANK Ik wou zo graag DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1956 We temidden van de drukte van de Kal- verstraat in Amsterdam eens even uitwijkt naar dat merkwaardige stille dwarshoekje terzijdevoelt zijn blik vastgehouden door een oud poortje. Vol natuurlijke belang stelling leest hij, dat dit het poortje is van het reeds in 1581 gebouwde Burgerwees huis en hij herinnert zich iets van wezen, gekleed in de stadskleuren, half rood en half zivart. Het poortje prijkt met een kun stig bedel vers van V ondel en daarin komt de De Nederlandse bewolking groeit snel. To enhet jaar 1948 inzette, ontbraken er aan de tien miljoen inwoners nog 15585 personen. Daar dit jaar een vermeerdering zou geven van 42358, moet vóór 1 juni 1948 de tien miljoen gehaald zijn. Eind februari van het huidige jaar ont braken aan het elfde miljoen nog 168679. Men behoeft dus geen groot rekenmeester te zijn om te voorspellen, dat in de loop van 195 7 het elfde miljoen vol zal zijn wat zich dan in negen jaar zal hebben voltrokken. Elk jaar zijn er dus 111.111 personen meer in ons land ge huisvest. Vooral naar het gebied van Noordzeekanaal en Nieuwe Water weg wordt de bevolking snel dichter. deze meer dan een boerenstand al leen. Uiteraard is in deze streken het ambacht nog van veel betekenis en werken sommigen door ijver en be kwaamheid zich uit het ambacht op tot een nijverheid, die in de omge ving en ook wel verder afzet vindt - de kiem van een mdustrie, die van betekenis kan worden. Daarnaast is de kleinhandel opgekomen, die volop voorziet in het materiële bestaan van de bevolking: levensmiddelen, brand stoffen, textiel, bouwmaterialen, land- bouwbenodigdheden. Die kleinhandel is, wat agrarische produkten betreft, uitgegroeid tot handel, die zich heel wat verder uitstrekt dan de eilanden. Al met al kan echter door het vrijwel vaststaande bedrag der to tale inkomsten de bevolking van deze eilandengroep niet sterk toe nemen en dat heeft dan ook in de laatste eeuw niet plaats gehad. Er is echter nog een omstandigheid bijgekomen, die maakt dat deze eilanden, zoals ze in het heden zijn, voor het opvangen van een bevol kingsaanwas van weinig, ja zelfs van negatieve betekenis zijn. Als werkverschaffer in de landbouw neemt hun betekenis af. De steeds voortschrijdende mechanisatie, het gebruik van steeds meer landbouw- regel voorboven dit artikel geplaatst We groeien vast in tal en last. Het weeshuis was er dus na aan toe met zijn ruimte en met zijn inkomsten vast te lopen en dus zijn taak niet naar behoren te kunnen voortzetten. Dat was in het klein de toe stand, die zich in het groot begint voor tc doen in dat deel van de provincie Zuid-Hol land, dat het geluk heeft te liggen langs Noord en Lek, Nieuwe Maas en Nieuwe Waterweg. gende artikelen. Op een zo be langrijke zaak als deze, worde met argusogen toegezien. Is de bevolkingsdichtheid van Zuid Holland reeds 2.73 maal zo groot als het gemiddelde van het gehele land en bijna vijfmaal zo dicht als dat van de vijf oostelijke en driemaal zo dicht als dat van de drie zuidelijke pro vinciën, vooral op het vasteland van Zuid Holland gaat de bevolking snel omhoog. Wordt voor deze provincie, waar bij het begin van 1955 van de Nederlandse bevolking 23,7 percent, dus bijna een vierde woonde, de ba lans opgemaakt tussen stad en plat teland, dan slaat deze zeer ver door naar de stadskant. Alleen al in Rot terdam en Den Haag woont 52,8 per cent van de bevolking in deze pro vincie. Verder zijn er dan nog 12 andere steden, die meer dan 20000 inwoners tellen, ze maken tezamen 22,7 percent van de bevolking uit. Voor platteland en plattelandssteden blijft dus 24,5 percent over. Het platteland van Zuid Holland telt voor vasteland en eilanden te zamen 650000 personen. Onder deze eilanden zjjn er twee, het Eiland van Dordrecht en IJselmonde, die wat dichtheid van bevolking betreft meer het stadsbeeld vertonen. Dordrecht telt meer dan 75000 inwoners en op IJselmonde doet Rotterdam - Zuid sterk zfjn invloed gevoelen. Voorne en Putten, de Hoekse Waard en Goe- ree-Overflakkee hebben een sterk plattelandskarakter. Het bekende liedje van Dirk Witte: „Wees op uw vierkante meter een vorst", past, wat de ruimte betreft, meer voor de grote stad Rotterdam met zijn 712513 inwoners bij begin 1955 dan voor de grote oppèrvlakte van deze eilanden, waar niet meer dan 100000 mensen, dus zoveel als m één middelgrote stad wonen. Rotterdam, waarheen dagelijks honderden werkers van heinde en ver per bus trekken, van Noord-Brabant en van Gelderland, die het echter niet kan huisvesten - Rotterdam be gint met zijn één-kamerwoningen met radio en televisie, met gebruik van keuken en een plekje voor de brom fiets, het beeld van de vierkante me ter te naderen - we groeien vast in tal en last. Op de genoemde eilanden echter zou men, alle vorstelijke fierheid ten spijt, op een vierkante meter, zelfs op verscheidene vierkante meters, verhongeren. Daar is per inwoner gemiddeld 6666 vierkante meter voorhanden. Dit wijst op diepgaande verschillen in bestaansmiddelen en bevolkingsdicht heid in het gebied van de Nieuwe Waterweg en dat van de drie grootste Zuidhollandse eilanden. Het tempo is bij scheepvaart veel vlugger dan bij landbouw. Akkerbouw geeft één, weliswaar voor het mens dom onmisbare oogst per jaar - bij de havens werkt het rendement veel sneller. Aan de Nieuwe Water weg reiken handel, scheepvaart en industrie elkaar de hand, ze steu nen en schragen elkaar en geven aan het economische leven een grote vastheid en een groot opnemingsver mogen voor menselijke arbeid. Er zou een raadsel mogelijk zijn als dat van de kip en het ei; wat was er eerder de haven of de in dustrie. kwam de eerste voort uit de laatste of de laatste uit de eerste- laat ons zeggen, dat ze samen zijn uitgegroeid. Zuid-Holland moet er re kening mee houden, dat het van de grote bevolkingsaanwas van Neder land - ongeveer 111.111 personen per jaar- een vierde moet opnemen. Die bevolkingsstroom zal zich ook ver der voor een bel-ngrljk deel blijven richten op het haven- en industrie gebied aan de Nieuwe Waterweg. Immers, het aantal krachtdadige middelen om bevolkingsaanwas op te vangen is niet groot. Landaanwin ning en emigratie zfjn slechts klei ne middelen. In de Noordoostpolder was op 1 januari 1953 de bevolkings dichtheid nog kleiner dan een tien de van het iandsgemiddelde: 27.9 per vierkante kilometer naast 322 voor het gehele land. Emigratie zelfs van 20.000 personen per jaar ver licht de moeilijkheden slechts matig, gezien de aanwas van meer dan 100.000 personen per jaar. Landbouw moge de laatste tien jaar de grondslag van ons bestaan prachtig hebben verbreed - de ook daar steeds verder gaande mechani satie en rationalisatie maken, dat richtsnoer voor een staatkunde in het algemeen belang, voor een doelbe wuste, binnenlandse staatkunde van formaat. Uiteraard is bij een overstroming het bebouwde land in de eerste plaats het kind van de rekening; uiter aard zullen het, als er slachtoffers zijn, meest bewoners zijn van het platteland. -Zo was het bij de laatste grote overstromingsramp. Dat deze zo'n grote omvang aannam, was te wijten aan de verwaarlozing van de dijken Dat is een opvatting, die in het gehele land algemeen is. De om vang van de ramp, waarbij een twin tigste deel van Nederland over stroomde, Schouwen-Duiveland voor een aanzienlijk gedeelte en de pol der van Kruiningen zeer lang onder water bleven, de schade meer dan een miljard beliep, bijna 30.000 hui zen, waaronder vele boerderijen wer den vernield of beschadigd en meer dan 1800 mensen het leven verloren, moet geheel en al geweten worden aan wat in feite dê werkelijke oor zaak daarvan was. Het middel, zelfs het enige middel tegen dergelijke rampen is een goe de zorg voor de dijken. Slechts als die gedragslijn wordt gevolgd, blij ven de zaken op haar juiste plaats. Natuurlijk moet het platteland wor den beveiligd daaraan moet onver kort worden vastgehouden: de agra rische bedrijven moeten, als dat in 1956 nog niet volledig is geschied, weer in bloeiende toestand worden gebracht. Maar dat betekent vol strekt niet, dat de oude beproefde grondslagen van het economische le ven in Nederland, die onafwijsbaar gericht zijn op uitbreiding van zee handel zeevaart, havenindustrie on mogelijk moeten worden gemaakt. Wij groeien vast in tal en last de enige uitweg is Zuidwest. Luctor. Jan Switzer uit Lunteren, een reus van ruim 200 pond, be schikt over een grote hoeveelheid gezonde fantasie en over een bijna griezelig kwantum werkelijkheidszin. Voor een organiserend zakenman zijn deze eigenschappen van onschatbare waarde. Voor onze landgenoten en met name voor de zo geheten „vergeten middengroepen" gaat dat niet minder op. W ant J an Switzer staat aan het hoofd van de reisvereniging „Touringclub Holland" (25000 leden) en sinds 1946 heeft hij zich met inzet- van al zijn enorme kracht geworpen op het sociale toerisme. Daarom kan nu de doodgewone burger al dan niet per vliegtuig en tegen redelijke prijs zijn nieuwsgierige neus zo ver buiten onze grenzen steken, dat het allemaal een echt sprookje lijkt. Om bij het allereerste begin te be ginnen: Jan Switzer, idealist in hart en nieren, werd tijdens de oorlog wegens illegaal werk n a a r het con centratiekamp Buchenwald gebracht. Hij bleef daar vijftien barre maanden lang. Vermagerde tot op het gebeen te, maar zijn geestkracht sleepte hem erdoor. Daar achter het prikkeldraad sprak hij met mensen van alle stand en rang, maar vooral de noden van de maatschappelijk - minder - ster ken spraken hem aan. Hij ontdekte, dat de spankracht van de „kleine man" onvoorstelbaar hoog zou kun nen worden opgevoei-d, wanneer voed sel kon worden gegeven aan die door en door natuurlijke drang naar „het avontuur". Maar dan op gezonde ba sis. Hij deed nog een belangrijke ont dekking: het gesprek tussen mensen van verschillende nationaliteit is in staat om zeer gedegen en bijzonder snel bestaande misvattingen omtrent elkaar te doen verdwijnen. Voor wan begrip komt dan al spoedig vriend schap in de plaats. Aldus kan men de geboorte-geschie denis van de Lunterense reisvereni ging samenvatten. Over het organi seren, het tot werkelijkheid maken van die schone droom, zou een fors boekdeel te schrijven zijn. Om maar één indrukwekkend getal te geven: Onze medewerker Luctor begint vandaag weer een nieu we reeks beschouwingen rondom de vraagstukken, welke met het Deltaplan verband houden. Hij schetst in dit artikel de beangstigende uitgroei van onze eerste havenstad Rot terdam en de noodzaak om daarvoor een uitweg te vinden. In het volgende artikel zal dit thema nader uitgewerkt wor den, waarbij er echter tevens tegen gewaarschuwd wordt, dat „Zuidwest" niet in het gedrang mag worden gebracht. Jan Zwitzer legt ieder jaar onge veer 150.000 km. af in zijn auto (soms per bus, soms in een vlieg tuig) om ervoor te zorgen, dat zijn „klanten' in Italië, Spanje, Frank rijk, Oostenrijk, Hongarije, Zuid- Slavië of Griekenland alles tot in de puntjes geregeld vinden. Begint u te popelen bij het lezen van al deze verrukkelijke namen? On dergaat u al iets van dat opwindende gevoel van 'n toekomstige vakantie ganger, die op de atlas nauwkeurig zijn reisdoel aftekent? Denkt u zich maar in, dat u tegen tien uur in de avond de „wachtkamer" van Schiphol binnengaat. Daar zet u kwa- si-nonchalant uw handbage naast uw stoel en bestelt een koffie. Of moet het een sterker drankje zijn, omdat de zenuwen u toch wel een tikkeltje te pakken hebben? U luistert naai de vriendelijke stem van de omroe per: reizigers voor New York, Kara chi, Montreal, Athene, Rome of Cairo worden verzocht zich naar hun toe stel te begeven. U voelt zich een wereldreiziger, een avonturier op weg naar onbekende landen, een vrij buiter zonder zorgen. Dan kom' ook het toestel voor Milaan aan de beurt. U probeert gewoon te doen: Opwin ding staat zo kinderachtig in deze omgeving, denkt u. U slaagt erin bm alledaags te kij ken, nu de grote sensatie begint: u gaat vliegen. Dank zij Jan Switzer wordt op dit moment een droom van jaren werkelijkheid. Met zijn groot aantal leden wist hij reisschema's in elkaar te zetten, die fantastisch zijn. Voor de prijs van een nieuwe fiets gaat u 14 dagen naar Oostenrijk, voor minder dan de prijs van een nieuwe radio gaat u 14 dagen naar Venetië en de Dolomieten, inbegrepen trips naar Padua, Verona en het Garda-meer. U zult de Alpen en hun eeuwige sneeuw aanschouwen op een hoogte van 5.000 meter, met eroverheen het zilveren maanlicht of de brandende gloed van een opr(jzende zon. U zult als vorsten en vorstinnen leven in een groot hotel, waarvan de vier kante meters marmer en perzisch ta pijt slechts b(j benadering te schat ten zijn. In Amerika kent men het systeem van goedkoop vliegen al jaren. Voor Nederland boekte Switzer in samen werking met de Brabena en de KLM dit jaar de primeur. We hebben men sen gesproken, die na de reis alleen al bij de herinnering tranen van ge luk in de ogen kregen. „Nee, het was Zelfs niet de vervulling van een droom, want iets zo groots hadden zij nooit durven dromen". Een drie daagse tocht naar de Ardennen of een vierdaagse reis naar de Rijn, misschien zelfs een 5-dagen trip naar de Lichtstad.... maar daar hield het dan ook geheel mee op. Dat was dan na de oorlog natuurlijk, want voor de oorlog kwamen zi.' niet verder dan Zandvoort of de Veluwe, Dom burg of Zuid-Limburg. Hoe mooi het daar ook (doorgaans) is, er bestaat vrijwel voor iedere mens een heime lijk verlangen naar „het buitenland". Dan vraagt men zich nauwelijks af, of het nu eigenlijk mooi is. Het gaat alleen nog maar om het „anders zijn dan gewoon", om het zien van vreemde zeden en mensen, om het horei. spreken van een andere taal en om het proeven van onbekende gerechten en dranken. Het gaat ook om het achter laten van alledaagse zorgen en beslommeringen. Daarom zijn de 14 volle uren vakantie, die door de vliegtocht worden ge wonnen, zo kostbaar. Daarom ook zal Jan Switzer doorgaan met zijn doelbewuste pogingen om het sociale toerisme te ver volmaken en te bevorderen. Hetgeen we dankbaar toe juichen. aanwas van geringe, ja van nega tieve betekenis is. Werkelijk doeltreffende middelen zijn er slechts twee Een zich voort durend uitbreidende koophandel, dus groeiende scheepvaart en havenge legenheid - een industrie, zowel bij de havens als elders, krachtig voort gestuwd door een doelbewuste indu strialisatie zijn de enige middelen om aan een snei aanwassende bevolking als in Nederland in de naaste toe komst werk, voedsel en kleding te verschaffen. Dat verschil spreekt ook duidelijk bij een vergelijking van de enige stad op die eilanden Den Brlel met Vlaar dingen. Den Briel is thans geheel en si van zee, zeearm of rivier afge sloten - Vlaardingen ligt aan een machtige ader van het wereldver keer. BrieUe is een kleine plattelands- stad met de langzame ontwikkeling van een streekcentrum, volstrekt niet dood, maar vervuld van een leven op bescheiden schaal. Eeuwenlang was het groter dan de vissersplaats Vlaardingen, die eeuwenlang de ha- ringstad is gebleven. Ze is dat nog, maar lang niet meer uitsluitend. Ze wordt nu jaarlijks aangedaan door 2200 zeeschepen; het aantal binnen vaartuigen is geklommen tot 11000, de bevolking was op 1 januari 1955 uitgegroeid tot 56170 en had zich bin nen 17 jaar verdubbeld. Het is een voorbeeld van 't tempo van de Nieu we Waterweg. Den Briel is in het plattelandsge bied van de drie eilanden net grootste centrum. Op Goeree - Overflakkee hggen 13 gemeenten. De grootste zijn Middelnarms - Sommelsdijk, Oud dorp en Ooltgensplaat, die tezamen een 17U0U inwoners nebben, de delft van het gehele euand. De Hoekse Waard toont een dergelijk beeld: 'n prachtig plattelandsgebied met veel kleinere bevolkingskernen waaronder het wal grotere Oud-Beierland, dat minder dan Middelharnis-Sommels- dijk in het midden is gelegen. Aan vruchtbare kleigrond ontbreekt het op die eilanden niet, ze zijn in de eerste plaats een landbouwgebied. En dat brengi mee, dat er voor een niet te groot aantal personen een middel matige welvaart mogelijk is. Er zijn wel eens tijden, dat het de boer bij zonder goed gaat. Zo is In de Eerste en Tweede Wereldoorlog op menige boerderij een boerderij bij verdiend Maar dit zijn de uitzonderingen, die de regel bevestigen, dat de boer niet staat aan die spits, waar veel ver diend wordt. Vanzelfsprekend bestaat er ook in uitgesproken agrarische gebieden als machines neemt aan verscheidene het agrarisch bedrijf als werkgele- werkers het werk uit handen. In j genheid voor een grote bevolkings- gebieden met vruchtbare kleigrond vindt deze mechanisatie nog ge makkelijker voortgang dan op de zandgronden. Het verschijnsel is actueel gewor den. Op de in juni van dit jaar in Wageningen gehouden 21e Nederland se landbouwweek achtte een mede werker van het Landbouwkundig Eco nomisch Instituut een jaarlijkse ver mindering van niet minder dan 5000 op de 500.000 in Nederland in de land bouw werkzame personen noodzake lijk. Dit raakt genoemde eilanden van zeer nabij, natuurlijk voor niet meer dan een gedeelte van. het aantal, dat die spreker wi' zien afvloeien. Maar dit raakt vooral de 36 percent van de landbouwarbeid, die op deze eilan dengroep in loondienst wordt ver richt- Er j>.at van deze eilanden sinds jarei» een trek uit naar de stad - de stad, die in de laatste tijd wel hun arbeid, maar niet de aanwezigheid van hun gezin gebruiken kan - een bedenkelijke vorm van arbeid. Dage lijks rijden er bussen van de Hoekse Waard, die „de perenplukkers van Beierland" werk bezorgen aan de havens van Rotterdam, dat vastgroeit in tal en last. Voor velen liggen er óp, aan en aoor een goed waterfront ruime ver diensten. Waar schip en kade el kaar ontmoeten, daar is vertier, -daar ligt profijt. Nog altijd blijft het oude gezegde van kracht, dat het schuim van de zee voordeliger is dan het vet van de aarde. En aan de Nieuwe Waterweg spat het schuim van de zee hoog op. W®1 daaraan vastzit aan deviezen, blijke uit een voorbeeld. Het aantal dulte"landse schepen, dat Rotterdam in 1954 aandeed, was dicht bil de 12000; ze hadden een gemiddelde be* manning van 26 personen. Zo'n zee schip van gemiddelde grootte is met b.v. 2700 ton tarwe geladen. Niet al leen het schip wordt in de ander halve dag, dat het lossen duurt, heel wat lichter, ook de kas van de ge zagvoerder: er gaat hem gauw een dertig duizend gulden door de vin gers.Daar heeft hij natuurlijk het no dige voor gekregen b.v. aan olie om de reis voort te zetten 18000 gulden, waarin uiteraard een behoorlijk be! drag aan loon en winst zit; verder een 1200 gulden aan ingeslagen pro viand en drinkwater. Maar ook na aftrek van deze posten* blijft er nog een behoorlijk bedrag over. Al met al: er komt een flink be drag aan deviezen binnen, binnen landse en buitenlandse. Er komen jaarlijks 20000 schepen in Rotterdam binnen, dat is één in de 26 minuten. Maar één ding ls wel duidelijk dat het volslagen misplaatst zou zijn scheepvaart voor Ne derland verloren te laten gaan- Dat dit niet geschiedt, is de .strekking van dit en enkele vol- uit de begeerte om Zuidwest uit sluitend agrarisch te houden en de tegengestelde koers n.l. om dit tot dusver wat ter zijde gelegen gebied in te schakelen in de industrie en in het grote scheepvaartverkeer mo ge zowel op grond van het algeme ne als van het streekbelang die rich tingslijn voor de naaste toekomst voortkomen, welke als resultante van beide uitersten de juiste belooft te zijn. Landbouw, scheepvaart en fa briekswezen kunnen elkaar zeer wel aanvullen. Zuidwest moge zich beschou wen als een agrarisch land, dat de steun van handel, scheep vaart en industrie zeer wel ge bruiken kan en ook gebruiken wil. Maar met mate en niet overwegend. In de toekomst moet de beweging van de Zuid hollandse eilanden naar de Nieuwe Waterweg ook in omge keerde richting gaan. Er kan dan echter geen sprake van zijn, dat het voorbeeld van de Nieuwe Waterweg, hoeveel verblijden de vooruitgang het ook heeft opge leverd, maatgevend zou zijn. Daar is gaandeweg en steeds meer iedere stad en ieder dorp onderdeel gewor den van de grote wereidverkeersader daar gaat het in de richting van een haven-en industriegebied van de Hol- lanase IJsel tot aan zee; daar is reeds veel samengegroeid en gaat voort samen te groeien. In Zuidwest moet in hoofdzaak de remedie gevonden worden om er een bevolkingsaanwas te plaatsen, wier werkzaamheid zich richt op de be staansmiddelen, die het waterfront in r"ime mate verschaft. Dat mag al leen als met de belangen van het plat teland in ruime mate rekening wordt gehouden - dat kan alleen als enkele delen van dat platteland, die zich daarvoor lenen, de bestaansmiddelen kunnen verkrijgen van zoveel meer dan de landbouw opleverende arbeid. vergelijking met de grote ruimte der drie grote Zuidhollandse eilanden zuilen die delen, waar een voort stuwende handel en scheepvaart en e®°°P eigen en aangevoerde grond stoffen berustende industrie zich kun nen vestigen, een bescheiden plaats innemen niet beseheiden zal ech ter het voordeel zijn, dat voort kan spruiten uit de prachtige ligging van Zuidwest voor handel en scheep vaart. In deze gedragslijn ligt het Van dit panorama te Merano de Dolomieten kunt ook u genieten! Door de Admiral Corporation die in Amerika als fabrikant van radio- en televisietoestellen grote bekendheid geniet, is kort geleden het eerste radio-ont vangtoestel op de markt ge bracht, dat zijn energie aan de zon ontleent. Het apparaat is een fraai uitge voerd draagbaar toestel zonder lam- Volgens de laatste volkstelling bedroeg het aantal katholieken in ons land 38.50 pet van de bevolking. 31.69 pet bracht bij de jongste verkie zingen zijn stem uit op de K.V.P. Aangenomen dat andere factoren (bv. groter kinderaantal in katholieke gezinnen) de situatie niet ingrijpend wijzigen, kan men dus vaststellen, dat zo onge veer driekwart van de Nederlandse katholieke stemgerechtigden „katholiek" heeft gestemd. Op grond van dezelfde cijfers komt men tot de conclusie, dat slechts ongeveer de helft der pro- Het bisschoppelijk mandement van 1954 benadrukte sterk de nood zakelijkheid van de eenheid der Katholieken op maatschappelijk, ook op politiek gebied. Daarom kon eenKatholiek niet zo maar zijn steun aan een andere dan aan de katholieke partij geven, zonder een klem mende oproep van zijn bisschoppen naast zich neer te leggen. Nu liggen geloofsovertuiging en politieke mening niet onmiddellijk in eikaars ver lengde. Uit de cijfers bewijzen dat 1/4 der Katholieke stemgerechtigden ver zijn afgezakt, hun geloof zowat verloren hebben, omdat ze niet op de KVP hebben gestemd, is een gevaarlijke onderneming. Maar van de andere kant kan men toch minstens dit vaststellen, dat dit 1/4 deel niet gehandeld heeft m de geest der bisschoppen. En hoe men het ook keert, hoe ruim men ook wenst te denken, voor een' katholiek is dit een ernstige zaak en men vraagt zich wel eens af of de .eden van de Katholieke Werkgemeenschap der P.v.d.A. van deze ernst voldoende doordrongen zijn. De bischoppen zijn als opvolgers der apostelen de leiders van de kud de en wel midden in en door de veelzijdige realiteit vpn dit aardse leven, niet enkel op een wereld vreemd, strikt godsdienstig terrein. Daarom is er, ook voor hem die niet dadelijk het geloof van zijn politiek andersdenkende medekatholiek in twijfel trekt, reden tot ernstige be zorgdheid. Voor de Christenen uit de refor matie ligt deze zaak ten dele het zelfde, maar voor een ander deel geheel anders. Wanneer het aantal „christelijk stemmenden" terugloopt (23.32 procent in 1952; 21.25 in 1956) dan mag men deze achteruitgang zien als een symptoom van toenemende buitenkerkelijkheid, met name in de Nederlands Hervormde Kerk, ver uit de grootste der protestantse ker ken in Nederland. De socioloog Kruyt heeft berekend dat tussen 1930 en 1947 elk jaar on geveer 20.000 Nederlands Hervorm den zich officieel als buitenkerkelijk hebben bekend. Dat een dergelijk ook voor ons zorgwekkend verschijnsel zijn weerslag moet hebben, ook op politiek vlak, ligt voor de hand. Maar daarmee is niet alles ver klaard. De doorbraak alleen maar zien als een ontbindingsverschijnsel testantse kiezers gekozen heeft voor een der christelijke partijen (A.R., C.H.U., St. Geref.). Er zijn wellicht katholieken die alleen uit deze cijfers onmiddellijk met een gevoel van triomf zouden weten aan te tonen hoeveel hech ter de eenheid der katholieken is dan die der andersdenkende christenen. Deze redenering is foutief- Men kan het katholieke en het protes tantse cijfer niet zo maar met elkaar vergelij ken. Elk heeft zijn eigen betekenis. in het protestantse kamp, is een on billijkheid. Zij is namelijk ook, al klinkt het wat paradoxaal, een ant woord op de oproep van de gene rale synode der N.H. Kerk. In haar herderlijk schrijven over „Christenzijn in de Nederlandse sa menleving" van 1955 heeft zij name lijk wel geen keuze gedaan voor de doorbraak, maar toch zeer sterke nadruk gelegd op de betrekkelijkheid van alle aardse, menselijke verban den, ook die van Christenen onder ling ten opzichte van het ène nood zakelijke. de „persoonlijke gemeen schap met Jesus Christus". Waar het volgens haar om gaat in deze wereld is om de grote „strijd tussen Christus en de machten van de duisternis", maar dat valt niet samen met de tegenstelling tussen christelijke en neutrale organisaties. Wie het zo wil beschouwen, maakt zich schuldig aan wat de synode noemt de „zonde van vereenzelvi ging". Niet het lidmaatschap van christe lijke organisaties wordt zonde ge noemd, maar wel het vereenzelvigen van dit lidmaatschap met het gebod van God. De synode spreekt zich niet uit, noch vóór noch tegen de christe lijke organisatie. Of Christenen zich al dan'niet aaneen dienen te sluiten in het maatschappelijk leven, acht zij afhankelijk van de omstandighe den. Maar wel krijgt in feite de waarschuwing tegen verdergaande verzuiling een sterk accent. Men verwacht meer van de solida riteit met de wereld dan van het iso lement. En dit juist omwille van het Evangelie dat niet opgesloten mag blijven in eigen beperkte kring, maar moet doorklinken midden in de we reld. Men ziet: een gedachte welke ook sterk leeft bij de Katholieke le den van de P.v.d.A.: „Wij blijven hier omwille van het apostolaat; wij kunnen hier veel meer goed doen, dan wanneer we ons isoleren". De reacties op het herderlijk schrij ven van de generale synode waren zeer verschillend. In humanistische en socialistische kringen werd het- natuurlijk!- enthousiast ontvangen, maar voorzover het hier onkerkelij- ken betrof toonde men weinig begrip voor de eigenlijke bedoeling van de synode. Wat de Hervormden betreft door velen werd het stuk met dankbaar heid aanvaard, maar ook waren er velen, die twijfelden aan de mogelijk heden van apostolaat in een neutra- Ie omgeving en die de synode o.i. terecht verweten, dat zij vrijwel geen waardering had getoond voor het toch nog altijd eminente belang van eigen christelijke organisaties. Zoals men kon verwachten, was de kritiek van gereformeerde zijde zeer scherp. Dat wij Katholieken de tendenzen van het herderlijk schrijven niet on derschrijven, zeker niet in hun al gemeenheid, zal geen weldenkend pro testant ons kwalijk kunnen nemen. Om èèn voorbeeld te noemen: wan neer de synode schrijft: „hij weet dat het gezag der kerk afgeleid en be trekkelijk is en dat haar uitspraken open blijven voor herziening en her roeping naar uitwijzen van het Woord Gods" (p.13), dan kan geen Katho liek die Kerkopvatting tot de zijne maken, zonder zijn eigen geloofs overtuiging te loochenen. Maar wel hebben de protestanse christenen er recht op, dat wij ondanks onze af wijzing van bepaalde uitgangspunten en consequenties, de oprechtheid en de diep apostolische inslag van een officieel stuk van hun kerkelijke lei ding in hun eigen aard zien en res pecteren. Wie dat doet zal ook een .protestants verkiezingscijfer' anders leren beoordelen, dan hij tot nu toe wellicht eenzijdig gewoon was te doen. J. v. d. M. i pen dat ook op batterijen kan wor den aangesloten. Met behulp van een speciaal apparaatje, dat aan de achterzijde van de radio kan worden ingeschakeld, kunnen de zonnestra len omgezet worden in elektrische energie; het belangrijkste element hiervan is zuiver silicium, dat in de vorm van dunne wafels 32 cellen vormt. In dit opzicht vertoont het enige gelijkenis met de zonne-bat- terij, die in 1954 door de Bell Tele phone Company werd ontwikkeld. Toen deze zonne-batterij destijds bij het publiek werd geïntroduceerd werd het nog beschreven als „een apparaat dat zich nog in het sta dium onderzoek bevindt". Men zag evenwel terdege het grote be lang van deze uitvinding in en nu een enigszins gewijzigde uitvoering voor algemeen gebruik wordt aange kondigd, blijkt wel dat op dit gebied intussen belangrijke vorderingen zijn gemaakt. Dit nieuwe radiotoestel heeft zes transistors in plaats van lampen ot vacuumbuizen. Transistors zijn klei ne „kristalletjes" ter grootte van een erwt, die ongeveer als een lamp wer ken: ze kunnen bijvoorbeeld ook het geluid versterken. Het grote voordeel is dat zij bij hun geringe afmetin gen ook veel minder elektrische stroom verbruiken. Daar het radio-toestel ook met behulp van batterijen kan worden gebruikt hebben de fabrikanten nog niet een apparaat ingebouwd die het mogelijk zou maken de zonne-energie voor gebruik bij betrokken of bewolkte hemel op te slaan in batterijen. Dat zal evenwel volgens een van de bij het onderzoek betrokken geleer den van de Admiral Corporation de volgende stap zijn. (Advertentie) In de Elsevierreeks in deze roman van Isabel Smith zeker niet de minste. Wij hebben dit onvervalste onopge smukte levensverhaal van de schrijf ster zelf met genoegen gelezen. Twin tig jaar lang zat Isabel Smith ge schroefd in de klem van de tbc. Als 20-jarig meisje ging zij het sanatorium in en als 40-jarige verliet ze het, ver zwakt, maar genezen. Wat haar in die twintig jaar ten slotte in het leven hield was niet zo zeer de rust en de behandeling, maar de onverwoestbare levenswil en het prachtige optimisme, wat haar de moed ook gaf om als bruid de samen leving in te trekken. Alle meewarigheid1 en gelamenteer is aan dit nuchter, prettig en toch ge voelig boek vreemd. Men leeft met de schrijfster mee en volgt meteen de ontwikkeling in de strijd tegen de tbc, die via ligkuur en operatief ingrijpen, naar de antibiotica liep, welke anti biotica de Amerikaanse sanatoria de den ontvolken en ook Isabel Smith de gezondheid hergaven.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 7