MARSVLOOT kan vertrekken
Woningnood in België
Werner von Braun: Geef mij geld en
Politiek vraagteken
1
BL
OPVALLENDE
KWALITEIT
Reis naar de planeet zou
negen maanden duren
m
Jordaanprinses Fanny Black
r
Vier fi
asen
De landing
OVERAL HUIZEN TE HUUR EN TOCH.
Van een wonder is geen sprake
HUREN STRIJDIG
MET LOONPEIL
Voor verlofgangers
Sociale woningbouw
0p de
bovenste sport
M M rat
M
Volksmeisje van het hartelijke soort
DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 27 JULI 1956
Ji
Vi
;e
'F
ji
|n de jaren tussen 1952 en
1954 ontwikkelden Werner von
Braun en zijn medewerkers het
Marsplan, dat een der hoogte
punten vormt van zijn weten
schappelijke carrière. Aan de
hand van uitgebreide bereke
ningen willen zij het bewijs le
veren, dat het mogelijk is, groots
opgezette expedities met behulp
van vloeistofraketten te onder
nemen naar onze buurplaneet
Mars, expedities, waarvan de
kosten weliswaar zeer hoog zul
len zijn, maar toch niet in een
onredelijke verhouding staan
tot de van dergelijke expedities
te verwachten resultaten.
Uiteraard moet men zich daar
bij welbewust losmaken van de
voorstelling, die van dit soort
expedities pleegt te worden ge
geven in de zgn. „wetenschap
pelijke" toekomstromans, waar
in de held, een uitvinder, met
behulp van een klein groepje
getrouwen in het diepste geheim
»en ruimteschip bouwt en de
reis aanvaardt. De werkelijke
ruimtevaart, zoals de mens die
zal ondernemen, kan slechts
verwezenlijkt worden dank zij de gezamenlijke krachtsinpan-
ning van geleerden, technici en organisatoren op bijna ieder ge
bied van de moderne wetenschap, niet alleen op dat van de
techniek.
De tijd is dus gekomen om volledig te breken met de idee van 't een
zame ruimteschip, dat bemand door een handvol moedige pioniers er
op uit trekt om voor de mensheid bezit te nemen van de maan of van
Mars. Columbus reeds om te blijven bij von Brauns voorbeeld
nam drie schepen mee, toen hij naar het westen zeilde om de zeeweg
naar Indië te zoeken, en de geschiedenis van zijn gedenkwaardige tocht
heeft aangetoond, dat hij nooit zou zijn teruggekeerd naar Spanje, als hij
maar één schip tot zijn beschikking had gehad. Een expeditie naar een
andere planeet vordert natuurlijk een veel omvangrijker, behoorlijk toe
geruste vloot.
Bij het Marsplan bestaat ze uit 10
ruimtevaartuigen met een bemanning
van in totaal 70 koppen, die starten
vanaf de satellietbaan, nadat onder
delen, brandstof, uitrusting en beman
ning door middel van drietrapsraket
ten geleidelijk in die baan zijn ge
bracht. De drietrapsraketten zijn ui
teraard dezelfde, welke gebezigd zul
len worden bij de bouw van het ruim
testation. 46 transportraketten zullen
in totaal 950 keer tussen aarde en
satellietbaan heen en weer moeten
reizen, voordat de vloot naar Mars
klaar is om te vertrekken. Ze zullen
daarbij 5.320.000 ton vloeibare brand
stof verbruiken hetgeen voldoende is
om een klein meer te vullen of 400
grote tankschepen.
De tien ruimteschepen, die in de
satellietbaan worden gebouwd, zullen
zich nooit door een dampkring behoe
ven voort te bewegen en daarom kan
worden afgezien van de slanke, aëro
dynamische gunstige vorm van de
V-2 en andere raketten die wel de
weerstand van de lucht moeten over
winnen. De uiterlijke vorm van de
Marsraketten zal meer overeenkomst
vertonen met die van reusachtige,
vreemdsoortige insekten.
Ieder vaartuig zal aan de punt een
10 meter wijde, bolvormige cabine
hebben met verschillende dekken voor
de bemanning en verder vier soort
gelijke, ongeveer even grote hoofd
tanks voor de brandstof, welker zeer
dunne wanden bestaan uit kunsthar
sen en ondoordringbaar gemaakte
textiestoffen met 'n aparte bescher
mende laag tegen het inslaan van
meteorieten.
Ze zijn opgehangen in een stellage
van dunne metalen balken, aan wel
ker benedeneind de turbines, pompen
en verbrandingskamers van de ra
ketten zijn gemonteerd. Ze vertonen
nog meer opmerkelijke afwijkingen
van de gewone raketvorm. De stuw
kracht kan geringer zijn dan het eige
gewicht van de raket omdat dit in
de baan van de satelliet reeds is ge
compenseerd door haar snelheid; het
gehele bouwterrein beweegt zich im
mers met een snelheid van 25.400
km per uur om de aarde. Daarom
heeft men hier het omvangrijke trap-
systeem niet nodig.
een stel brandstof-reservoirs, die aan
het einde van die periode samen met
de draagbalken worden afgeworpen.
Tijdens zijn berekeningen en verge
lijkingen zag von Braun als het ware
de start van de vloot naar Mars voor
zich, ongetwijfeld de grootste en
merkwaardigste vloot, die ooit door
mensen is gelanceerd.
Hij zag hoe de verbrandingskamers
hun korte rode vlammen uitbraken
die lichteni. afsteken tegen de zwar
te sterrenhemel. Dat cie snelheid
aanvankelijk zo gering is, dat men
het verschil in snelheid tussen de
vertrekkende ruimtevaartuigen en
het achterblijvende ruimtestation
bijna niet opmerkt; hoe hun snel
heid steeds toeneemt, tot ze ver
dwijnen in de diepte van het heel
al. Wanneer is een technisch onder
zoeker in staat geweest, vrijuit over
zo'n droom te spreken?
De ruimtevaartuigen, die de tocht
naar Mars zouden moeten onderne
men, hebben het aanzien van won
derlijke insekten. Omdat zij zich
in het luchtledige voortbewegen,
hoeft hun vorm niet de stroomlijn te
hebben van de „aardse" raketten.
overmaatse V 2 raketten met grote
pijlvormige draagvlakken. Daar Mars
een dampkring bezit kan men in glij
vlucht landen. De landing geschiedt
niet op goed af, eerst landt een der
drie vaartuigen op ski's in een van
de beide poolgebieden van de pla
neet, waar het door de bemanning
wordt achtergelaten. Onder de 125 ton
baatlast die het bevat, bevinden zich
ook enkele voertuigen van een bij
zondere constructie, die op rupsban
den rijden en waarmede de beman
ning de lange gevaarlijke tocht naar
de warmere streken om de evenaar
onderneemt.
Zodra zij een geschikt landings
terrein hebben gevonden voor de twee
overige vaartuigen zullen zij dit me
dedelen. Deze kunnen dan naderhand
weer opstijgen van dat terrein en te
rugkeren naar de vloot. Bij de laatste
opstijging laten ze de overbodige vleu
gels op Mars achter.
Na de publikatie van het
Marsplan groeide de schaar der
sceptici weer aan. „Von Braun
zal de economische positie en
het oorlogspotentieel van de
Verenigde Staten ruïneren als
men hem zijn gang laat gaan",
zegt men. Von Braun pareert
met de opmerking: „De totale
kosten van een expeditie naar
Mars zijn niet hoger dan die van
een militaire operatie op een
klein oorlogsterrein als bijv.
Korea".
In 1952 verleende de Duitse Gesell-
schaft für Weltraumforschung hem de
Hermann Oberth-medaille voor ver
diensten op dit gebied. Te Washing
ton werd ze aan Von Braun uitge
reikt door Frederik C.Durant, die de
medaille in ontvangst had genomen
op het derde Internationale Astronau-
tische Congres, dat te Stuttgart werd
gehouden, in aanwezigheid van een
uitgezocht gezelschap van beoefena
ren der wetenschap, die bijeengeko-
1 men waren om de plannen van de
Vijftig deelnemers aan de expedi- I grote raketdeskundige aan te horen
tie zijn aangewezen om op Mars voor het „Ruimtevacrtprogramma
i te landen. Daartoe bezigen ze de drie voor de Verenigde Staten van Ameri-
I landingsraketten die er uitzien als I ka."
Maar het is geen droom meer, het
is de door en door berekende studie
van een interplanetaire studie. Diffe
rentiaal en integraal berekeningen lig
gen er aan ten grondslag. De Mars
vaartuigen worden na het verlaten
van de satellietbaan kleine kunstma
tige planeten. Die kleine planeten we
gen ieder bij de start 3700 ton; het
zevental dat als passagiersvaartui
gen dienst doet, is 41 meter lang,
het drietal andere voert grote lan
dingsraketten met vleugels mee en is
64 meter lang. De gehele vloot torst
36.000 ton brandstof, hetgeen in ver
gelijking met het meer aan brand
stof, dat nodig was voor de voorbe
reiding van de expeditie, maar wei
nig is. Toch is ze toereikend voor de
heen- en weervlucht die ieder 260
dagen duren. Voor de bemanning is
dat een moeilijke tijd van negen
maanden, waarin ze samengedrongen
in die kleine ruimte het met elkaar
moeten kunnen vinden.
IJit het boek „Vlucht fn de
ruimte", dat kortelings bij Else
vier verscheen, publiceerden
we enkele fragmenten, die een
indruk geven van de plannen
voor een ruimtestation, op 1730
km afstand van de aarde. Dit
station zal vertrekplaats zijn
voor een andere en driestere
tocht, naar de planeet Mars
namelijk, die voor mensen be
tere levensomstandigheden
heeft dan de maan. Ook over 't
Marsplan kan men in het boek
interessante bijzonderheden
vinden, getuige nevenstaande
beschrijving van de „ruimte-
vloot", die we eraan ontlenen.
(Van een correspondent in Brussel)
„U kunt kiezen, madame en meneer. We hebben woningen
beschikbaar van drie, vier, vijf en zes kamers met en zonder bad,
met en zonder tuin. Prima in de verf. Gloednieuw. U kunt er van
daag nog intrekken. Bevalt de wijk u niet? Geeft niets. We hebben
ook appartementen vlak bij het station, tegenover het park. We
hebben precies wat u wilt. Woningnood, zoals bij u in Nederland
kennen we hier niet meer. Ja, ja, meneer, er is hard gewerkt bij
ons in België.
In plaats daarvan wordt de tocht
onderverdeeld in vier perioden, waar
in motorkracht vereist is, n.l. bij de
start uit de satellietbaan, bij de aan
komst in een satellietbaan om Mars,
bij het weer verlaten van die baan
en bij de terugkomst in de satelliet
baan om de aarde.
Voor iedere van die perioden dient
Het lijkt een wonder. In alle west-
Europese landen moet men zich eerst
laten inschrijven en misschien dat
men dan te zijner tijd een huisje
krijgt toegewezen. Maar in Brussel
en Antwerpen, Luik en Ostende, langs
de Maas en langs de Schelde, heer
lijk in de Ardennen en tegen de
Franse grens ziet ge nu overal weer
bordjes aan de huizen: te huur (a
louer).
President Eisenhower it hier gefotografeerd met de gouverneur van
Massachussetts, Herter, wiens naam door Stassen, naaste medewerker
van de president, naar voren is gebracht als kandidaat voor het vice-
presidentschap. Dit met de bedoeling om de andere kandidaat, Nixon,
opzij te schuiven. Herter heeft nu echter verklaard, dat hij de
«mi Nixon aal steunen;
Eén der manieren om in Brussel
i een geschikt huis te vinden is rustig
de stad door te rijden, straat in
straat uit en u te laten leiden door
de bordjes: „huis te huur". Anderen
gaan naar de makelaars, die lange
lijsten vol nieuwe, lege woningen heb
ben en u een huisje op maat leveren
binnen de 24 uren. Daarnaast kunt u
de zaterdageditie van „Le Soir" ko
pen, waarin wekelijks 500 tot 1000
woningen worden aangeboden en ten
slotte kunt u ook nog zelf een ad
vertentie plaatsen, zoals onze vriend.
Hij kreeg honderd-en-drie brieven en
toch is hij nu nog niet geslaagd. Want
al spoedig ontdekte men, dat er van
geen Belgisch wonder sprake is en
er ondanks de duizenden leeg staande
huizen gesproken moet worden van
eenwoningnood. Men slaagt er
namelijk maar moeilijk in een net
huisje te vinden voor een huurprijs,
die in overeenstemming is met het
loon. De wet van vraag en aanbod
schijnt niet meer te werken. Ondanks
de overvloed van lege woningen blij
ven de huishuren hoog. Onze vriend
probeerde ook de huur wat naar be
neden te krijgen door uitvoerig uit te
leggen, dat hij een prima huurder
was, en dat het voor de eigenaar toch
veel voordeliger was een vaste huur
der te hebben, die drie jaar zou blij
ven dan een los-vaste, die misschien
over drie maanden weer op zoek was
naar iets anders.
De verhuurders van gemeubileerde
woningen antwoordden dan vlot en
grif, dat het betreffende huis gerust
drie of vier maanden per jaar mag
leeg staan, omdat zulks in de huur
prijs is gecalculeerd en voor lege wo
ningen krijgt men te horen, dat er
een contract moet worden getekend
voor drie jaren. Als garantie betaalt
men drie maanden huishuur, welk be
drag eigendom wordt van de eigenaar
als men eerder vertrekt.
Voor vele slachtoffers van Je wo
ningnood zou een en ander geen on
overkomelijke moeilijkheid zijn, ware
het niet, dat merendeels de huishuur
zo hoog is, dat hij er zijn bioscoopje
voor moet laten vervallen.
Probeer maar eens een net
huisje te krijgen voor tachtig
gulden per maand of minder en
u zult ras ontdekken, dat er in
deze sector wel degelijk wo
ningnood heerst.
De eigenaren van gemeubileerde
huizen steunen vrijwel uitsluitend op
de verlofgangers uit de Congo, die
begin april met een dikke beurs naar
het vaderland komen en einde okto
ber weer terug gaan naar de tropen.
Zij kunnen vlot 400 gld. per maand
neertellen en honderden hunner be
talen zelfs 600 en 1000 gulden per
maand.
Tenslotte dacht onze vriend het ge
vonden te hebben en hij vloog op een
aardig appartementje af, bestaande
uit vijf kamers met uitzicht op een
rustig park, centrale verwarming,
telefoon, badkamer en garage. Maar
weer kreeg hij de koude douche: 400
gulden per maand voor een bewoon
bare oppervlakte van 160 vierkante
meter.
Dergelijke prijzen zijn ook voor de
Belgische arbeider niet te betalen en
evenmin voor de doorsnee midden
stander, intellectueel en ambtenaar.
Zij moeten het in de lage huur zoe
ken en ondanks de overvloed van
hulzen ziet men niet zelden, dat ze
maanden moeten tobben om dan ten
slotte uit wanhoop nog maar een huis
je te nemen, dat eigenlijk veel te
duur is.
De staat heeft natuurlijk ingegre
pen met de „sociale woningbouw".
Dank zij enorme subsidies komt zo
doende tenslotte ook de minder
draagkrachtige wel aan de beurt. Of
ficieel komt iedereen, of hij nu los-
arbeider of fabrieksdirecteur is voor
een „sociaal huis" in aanmerking,
maar.... hij moet zijn beurt afwach
ten en zich onderwerpen aan de rege
len. Ook als hij zelf wil bouwen krijgt
hij steun van de staat mits hij zich
houdt aan de voorschriften. Gelukkig
heeft de regering in Brussel begre
pen, dat in deze rumoerige en ner
veuze tijd ruimte nodig is en terwijl
onder andere Frankrijk meent, dat
een gezin met drie kinderen het wel
kan doen met 50 vierkante meter be
woonbare oppervlakte, rekent de Bel
gische sociale woningbouw 115 vier
kante meter. Vrijgezellen en kinderlo
ze echtparen hebben recht op 95 vier
kante meter.
De voornaamste opzet in België
is om ook de kleine man een eigen
huisje te verschaffen. De gouden
regel is 10 pet. eigen geld, 10 pet.
staatssubsidie, die niet behoeft te
worden terug betaald en 80 pet kre
diet van officiële ondernemingen
tegen maximum 4 pet. Dit percen
tage zakt voor een huisvader met
vier kinderen naar beneden tot
2.75 pet. Ook grote ondernemin
gen, gemeenten, provinciale bestu
ren enz. kunnen bouwen voor de
grote massa, doch dan moeten ze
zich verplichten hun woningen te
gen een redelijke maandelijkse be
taling eigendom te laten worden
van de huurders.
Het lijkt allemaal erg prachtig en
in feite is het ook mooi. Maar de
Belgen klagen toch steen en been.
Misschien hebben ze gelijk, want hoe
wel hun lonen hoger liggen blijft toch
voor velen ne huur van een „sociale
woning" nog te hoog. Beneden de ze
ventig gulden per maand vindt men
niets en zelfs in deze sector moet
men voor een redelijk huisje, ge
schikt voor een echtpaar met vier
kinderen vlotweg 120 gulden per
maand afschuiven.
(Advertentie)
mi»
7» CT
20
SrCARETTtN
verrassend goed van smaak
MfCMTT., M
ri«
75 ct
HlAMms M
PRI/J
TSCT
ZWARTE RIEK
Eerst in de viswinkel
Soms lijkt de Nederlandse
artiestenwereld 'n familiezaak
te zijn. Zó is het in werke
lijkheid ook weer niet. Maar
een feit is, dat Bernard Druk
ker een neef is van Max van
Praag, dat Willy Alberti en
fohnny Jordaan volle neven zijn
en dat Beppie van „The
Chico's" familie is van Maria
Zamora èn van Zwarte Riek.
WantMaria en Riek zijn
zusjes!
Zwarte Riek, alias Fanny Black
Wie kent haar niet van „M'n wiegie
was een stijfselkissie", van „Sansee
de platte boender" en „Hadsjee"?
Liedjes over de Jordaan, waarvan
niet alleen Amsterdam op zijn kop
staat, maar ook Rotterdam en U-
trecht, Haarlem en Hilversum, zelfs
Bergen op Zoom en Maastricht.
In mei j.l. kozen 1200 kinderen uit
de Jordaan Zwarte Riek tot Prinses
van de Jordaan. En niemand was
méér opgetogen dan Fanny zelf, toen
zij beloofde, „haar" kinderen een
jaar lang elke maand op een feest
te onthalen.
Riek komt zelf uit de Jordaan, weet
UI Zij werd er geboren op de Brou
wersgracht nummer acht. Haar va
der was en is viskoopman. En
moeder? „Die zingt zo prachtig. Zo
verschrikkelijk mooi! Daar hebben
Maria en ik onze drang naar de plan
ken door gekregen!"
In de viswinkel
Inderdaad, Riek is vroeg aan het
zingen gegaan, zij het dan als ama-
trice. Ais piepjong meisje, kort voor
de oorlog, trad ze met haar broer
op, voor twee-vijftig per avond. „Die
jongen ia so uitgekookt," segt sa.
„Toen was-ie al zo gehaaid dat-ie mij
twee kwartjes gaf en de rest zelf in
z'n zak stak!"
Ondanks die vroege start op het
zware pad van de kleinkunst, is de
weg van meisje - uit - de - Jordaan
naar Jordaanprinses lang geweest
voor Fanny. „Vader wilde z'n doch
ters in de zaak houden. Daar zouden
we flink en sterk van worden, vond
hij." (Aan Zwarte Riek's frisse, ge
zonde uiterlijk te zien, had hij gelijk
ook). Eerst in de winkel dus. Dat
duurde tot enkele jaren na de oor
log. Toen werd het Riek te machtig.
Met het steeds groeiende succes van
haar zuster voor ogen, begon zij se
rieus te zingen.
Eerst In Haarlem, met Spaanse
nummers - van Maria overgenomen
en onder het klinkende pseudoniem
van „Rosita Laviero, de Portugese
zangeres". („Ik schaamde me dood,
als er soms mensen in die zaak kwa
men die wisten wie ik in werkelijk
heid was!")
Met Kees Manders
Later ging „Rosita" over op En
gels en Duits, en met haar tante
stond zij als acrobate in Carré voor
het voetlicht. Een nieuwe partner,
Jopie Horst, vormde weer later
een nieuw nummer: „Laura et
Gaston", met Riek in een mannen
rol. In Carré werd zij ontdekt door
Kees Manders, die sinds 1953 haar
steun en toeverlaat is. Hij schrijft
liedjes voor haar en helpt haar met
alles, waarmee een artieste maar
geholpen kan worden.
Kees was de man die haar
terugbracht naar Amsterdam en
naar de Jordaan. Met Jordaanliedjes
„En dat gebeurde precies", zegt Riek,
„toen ik m'n Jordanese uitspraak af
geleerd had!"
Het grote succes kwam met de gra-
mofoonplatec. Voor zwarte Riek
maakte het geen verschil, al heeft
zU er ook heel veel voldoening van,
na al die mislukte en half-gelukte po
gingen. In de grond van haar hart
blijft zü het Amsterdamse volksmeis
je van het goede, hartelijke soort.
Gelukwens van de
burgemeester
Haar mooiste belevenis als arties
te? „Dat was die keer, dat ik mijn
transformatie-nummer opvoerde in
Tuschinsky in een programma ten
bate van de oorlogsslachtoffers.
Binnen de tien seconden had ik
me verkleed van baaien rok en wit
jak om Hollandse liedjes te zin
gen in een wit rokkostuum met
hoge hoed en stokje, voor „Lullaby
of Broadway". Burgemeester d'Ailly
was er zo verrukt over dat hij me
na afloop feliciteerde en vroeg of ik
allebei die rollen heus zelf gespeeld
had!
Advertentie)