DE DAMMEN DWINGEN TOT AL VERDERGAANDE OFFERS ORCAM De Baby Het Deltaplan en zijn achtergronden 0EH&O Kamperend NAAR SCHOOL DOUWE de pittige zware shag! PIETJE PLUYM (HEIKANT) ZEVENTIG JAAR SCHUTTER CONFETTI CONFETTI CONFETTI CONFETTI CONFETTI door Yorick Andermaal Wester-Schelde JAL-schoenfabriek te Dongen viert het 75-jarig bestaan HAMEA Pracht| handen 85 ct. Portret van 9 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 JULI 1956 Vergeefs op zoek naar maximale waterstand Kies de „lekkerste" weg., Taaie arbeid won liet van de tijd Bescheiden "begin De machine Topproduktie Onassis gebruikte verdwijnende inkt Teerdag werd meestal kwestie vandagen .J Simpel Regenboog Nog fit Vrouwen Staatkunde, goed gevoerd, is een veeleisend vak; wie het be drijft, moet zeer goed wéten, wat hij doét. Op een op weten ge grond doen komt het aan, op verhandeling en handeling ineen gesmolten. Tussen een academische kwestie en een staatkundige kwestie gaapt een wijd verschil. In elke memorie van toelichting gaat het om een staatkundige gedragslijn en om de verdediging daarvan en dat onder de onverbiddelijke voorwaarde, dat het om de daarop noodwendig volgende daad is begonnen: Het hier om schreven inzicht kwam naar voren bij het lezen van wat de me morie van toelichting bij het wetsontwerp-Deltawet op bladzijde 4 zegt: „Uiteraard, zou een antwoord gewenst zijn op de vraag, welke stormvloedstand als de hoogst mogelijke moet worden beschouwd. Op die vraag' is helaas geen concreet antwoord mogelijk. Er is geen aan wijzing, dat een hoogste waterstand zou bestaan, die nimmer kan worden overschreden". Waarom is in politicis vaststelling daarvan eigenlijk zo zeer gewenst? Toch alleen om iets te doen, als men het wist. Stel, dat zo iets wel gelokt was - men moet toch enig idee ge had hebben, dat het kon, anders be gint men aan zo iets niet - en de berekeningen hadden er toe geleid, dat een hoogst mogelijke stand van 550 eens in de 30.000 jaar of van 600 plus eens in de 200.000 jaar of de hoogst mogelijke stand van 700 plus alleruiterste eens in enige mil joenen jaren, zou men zich dan in de praktijk door zulke buitensporig heden laten leiden? Waarom dan wel door 500 plus, een cijfer dat ook ner gens steun in vindt? Professor Thijsse had reeds een paar jaar geleden medegedeeld, „dat door het K.N.M.I., het Mathe matisch centrum en de studiedienst van de Rijkswaterstaat hard gewerkt werd aan de berekening van de ma ximale waterstand in de toekomst. Wie niet gespeend is van inzicht in wat mogelijk en niet mogelijk is, had zich meteen al afgevraagd of deze wetenschappelijke lichamen, 't onberekenbare willende berekenen, wellicht uit planeetlezers bestaan. En al waren ze tot een slotsom gekomen, dan bestond nog de kans, dat het in werkelijkheid geheel anders gelo pen zou zijn. Enfin, het werd ver loren tijd, het is op niets uitgelopen. Men heeft getracht het boek der toe komst te ontsluiten. Echter heeft dit boek der zeven zegelen alle zeven ongeschonden behouden. Nog steeds weten we daar niets van en zo zal het wel blijven ook. De grote onbe kende van het „hoeveel op zijn hoogst" liet zich niet ontdekken. Er bestaat op dit geoied niets an ders dan de ervaringswysheid: de tijd zal het leren, aangevuld met: en houd rekening met wat deze reeds geleerd heeft. Les der praktijk En dere leermeester leerde, dat de treurige gevolgen van 1 februari 1953 meer nog dan aan de stand van 385 plus waren toe te schrijven aan de zeer onvoldoende toestand der dijken en aan gebrek aan waak zaamheid. Het moet toch wel zeer gemengde gevoelens wekken, wan neer de secretaris van de Deltacom missie op 24 februari 1956 voor een gehoor van ongeveer 900 ingenieurs verklaart: „In 1935 wist men reeds, dat alle dijken langs de benedenri vieren veel te laag waren. Vooral de dijken van de Hollandse IJssel waren bepaald griezelig. Ook vele Zeeuwse en Noordbrabantse dij ken waren te laag om een storm vloed van enige betekenis te weer staan". Daarbij past de toevoeging aan allen, die verantwoordelijkheid dra gen: „Maakt dat zo spoedig mogelijk op een basis van 400 plus in orde. Houdt wat nodig en voldoend is, niet op door van het ene uiterste in het andere te vervallen: Van een zeer laakbaar minus in een even laakbaar surplus". De juiste koers Dat is die aangegeven door de Staatscommissie van Heyst. Beschikte de Delta-commissie over meer gege vens - bedoeld wordt steekhoudende - dan waarover de Stormvloedcom missie beschikte? Er is niets van gebleken. Ook de stormvloed van 1 februari 1953 vermindert de waarde toe te kennen aan 400 plus als basis peil, in geen enkel overzicht; 385 ligt nu eenmaal binnen 400. Wanneer op de vraag van een wandelaar: hoe ver is het naar dat dorp? het antwoord luidt: bij gewoon lopen hoogstens 'n uur, en de vrager staat na 55 minu ten onder de kerktoren of rust uit op het dorpsplein, dan is er geen re den om die inlichting te logenstraffen Evenmin kan 385 dat doen voor 400. Dat de grondslag plus 400 goed is, wordt door 385 volledig bevestigd. Waarom zou de Deltacommissie ge lijk hebben en de Stormvloedcommis sie ongelijk? De zaken liggen duide lijk genoeg om te weten, dat de laatstgenoemde gelijk .leeft. Naar een noodsprong Een enkele zin, een enkele beper kende bepaling Lan soms in een be paalde richting wijzen. In III - 7 staan een paar van zulke woorden. Terloops worde daarbij recht gezet, dat ook in het diluviale zuiden en oosten van ons land de bevolking en haar belangen nog steeds in omvang en betekenis toenemen. Echter volge nu eerst de aanhaling. „In wezen is het zo, dat het ge hele laaggelegen gedeelte van ons land, waar de bevolking en haar be langen nog altijd in omvang en be tekenis toenemensteeds wordt be dreigd door dit overstromingsge vaar, al zal dit in het ene deel, be paaldelijk het centrale gedeelte van ons land, eerder kunnen optreden en omvangrijker kunnen zijn dan in het andere te dingen in staat. Hij greep zijn In het centrale gedeelte van ons land zou het overstromingsgevaar dus het grootste zijn. Met de geschie denis der stormvloeden is dat vier kant in strijd; de grootste gevaren lagen en liggen nog in het noorden en in zuidwest. De tijd, dat de rivier de Lek het centrale deel van Holland bedreigde, ligt al heel wat meer dan een eeuw achter ons. Het is echter een bekende stijlfiguur iets wat eerst in de toekomst zo zal zijn te plaatsen in net heden, een op de tijd voor uitlopen dus. Het kan ook politiek voordeel geven. Door iets, wat eerst in de toekomst zo zijn zal, voor te stellen als het reeds bestaande, wor den de toekomstige oorzaken, die de verslechtering bewerken, van alle schuld ontheven. Zo worden de oorzaken van het teit, dat bij doorvoering van de drie grote deltadammen het centrale deel van ons land in een slechtere positie komt, wat de Deltacommissie zelf heeft vastgesteld, versluierd door kunstmatige terugschroeving van de tijd. Die oorzaken liggen echter in het Deltaplan zelf. Het heeft geen zin de harde waar heid in zachte doekjes te wikkelen; onverhuld trede zij naar voren. Voor gehouden wordt, dat die uitermate grote verhoging van het basispeil een onontkoombare eis zou zijn voor een aanvaardbare mate van veiligheid -- op de in het duister gelaten achter grond blijft, dat eerst willens of on willens, wetens of onwetens, maar enkel en alleen ter oorzake van het Deltaplan het gevaar voor over stroming scherpere vormen moet aannemen, dan indien de drie grote afsluitdammen achterwege zouden blijven. De Deltacommissie zal dit uiter aard niet met zoveel woorden erken nen. Het doelwit, waarheen zij kogrst kan zij alleen bereiken, wanneer zij behendig balancerend op het smalle koord ener redenering, die het eigenlijke niet noemt, dit in het voor bijgaan in de wacht gesleept in het ruime net van een andere zaken wel noemende betoogtrant. Voor een Deltaplan, dat om zó te zeggen verongelukt in de Noordzee komt te liggen, voor een totale of ook maar gedeeltelijke mislukking zou het enige redmiddel zijn een zeer omvangrijke versterking van onze kust en de dijken bij de beide open gebleven zeearmen. Door nooddwang moest daarheen gekoerst worden met in top de vlag: Voor de veiligheid. Het bestek van de vaart onder deze vlag geeft aan Deltacommissie en Minister een ruime gelegenheid om te manoeuvreren. De geldverslinden de gevolgen, die de grote afsluitdam men met hun de onveiligheid bevor derende werking meebrengen voor de dijken, krijgen in de eerste plaats de waterschappen te dragen. Het gaat hier immers over dij ken en bij plannen over dijken houdt de regering zich aan het ,over u" en bij de betaling aan het „na u". De waterschappen zullen die voor raad bittere pillen met wat minder tegenzin slikken, als er op de doos staat: voor de veiligheid, dan wan neer het een opgelegde dwang geldt voor wat, zacht gezegd, een zeer on voldoend voorbereid plan is en op wat scherper wijze: een plan, dat de scheppingsdrift van enkelen voedsel geeft en intussen de onveiligheid in de hand werkt. Manoeuvreren Ook voor de Wester-Schelde wordt op deze wijze ruimte gemaakt om te manoeuvreren. Met de uitschakeling uit het Deltaplan van dat politieke zorgenkind is het vraagstuk van de dijkverhoging en de dijkverzwaring aldaar geenszins uitgeschakeld. Dat vraagstuk blijft even hard dringen als de dijkvraagstukken elders; som mige zijn zelfs primair om aan het Deltaplan een begin van uitvoering te kunnen geven. Maar hoe dat en fant terrible onder een geschikte noemer te brengen? Het Deltaplan, zo wordt ons voorgehouden, heeft daar geen invloed, de dijken echter moeten zwaar worden verhoogd. Naast de 125 miljoen voor de kop- dijken en de 250 miljoen voor de dij ken van de Nieuwe Waterweg en aansluitende wateren is er al eens van waterstaatswege een cijfer ge publiceerd van 400 miljoen voor die van de Wester Schelde. Waarom zo zwaar verhogen, ah de stormvloeden daar door het Deltaplan niet hoger zouden stijgen? De formule 500 plus voor de alge mene veiligheid brengt de oplossing; onder die vlag kan de 400 miljoen besteed worden en het standpunt, dat men handhaven wil, blijft gehand haafd n.l. dat de toestand hier an ders is dan bij de kopdijken. Steeds meer Overigens is het volstrekt niet ze ker, dat met de 500 plus Hoek van Holland kan worden volstaan. Het zou zeer wel kunnen zijn, dat de zee zich tegen die prijs de buit niet laat ontnemen. Met veiligheid voor de mens onder de huidige omstandig heden heeft dit niets te maken; die is bij 500 plus reeds belachelijk goed verzekerd. Maar de door het Delta plan in het leven geroepen gevaar lijke toestand kan wel eens blijken zo hoog te lopen, dat de Deltacommis sie nog verdergaande uitwegen nodig heeft. Daarom heeft ze nog een ach terdeur opengelaten voor mogelijke tegenvallers. Het oude redmiddel van bodemdaling en zeespiegelrijzing voor verleden en toekomst doet nog maals dienst. Deltarapport V-4 zegt dat de N.A.P.-daling niet onder het basispeil begrepen is en V-21 voegt daaraan toe, „de te verwachten wij zigingen in de ligging van het merk van N.A.P. ten opzichte van de zee spiegel dienen derhalve afzonderlijk in rekening te worden gebracht." Wijs alle gaven van de natuur maar af, kweek kunstmatig verhoging van watervloeden en het basispeil moet steeds hoger. Die voor mensen van de natte wa terbouwkunde toch eigenlijk wanstal tige super-watervrees van een buiten de normale gedachtenwereld liggend eens in de 10000 jaar moet vanzelf voeren tot een bevestiging van de zienswijze, dat de drie grote delta- dammen feitelijk averechts werken, de stormvloedhoogte doen toenemen en dat dus het middel erger is dan de kwaal. Er behoeft hierbij volstrekt niet gesproken te worden over een zeker uit de mouw komend lelijk dier - het kan zeer wel een voortgedreven zijn door noodwendigheden in het moeten aanvaarden van middelen, waaraan niet viel te ontkomen, wilde een met zoveel ingenomenheid en voorliefde opgevat plan tot uitvoering kunnen komen en de kwade gevolgen van zijn eigen maaksel worden voorko men. Maar aan de andere kant zou het Nederlandse volk en zijn vertegenwoordiging er mogelijk niets voor voelen zich met de bouw van een drietal reuzen- dammen tot inzet te zien ge maakt bij een kansspel met de Natuur, dat ruime kansen biedt verloren te worden en op zijn gunstigst toch alleen nog maar nadelen brengt. Luctor. (Advertentie i (Advertentie) U hebt keuze uit vier smaken: melk - mokka - dessert - bitterzoet PAST'ILI* Altijd welkom! Imp. A.P.K. - A'dam - Tel. 44978 r (Advertentie) het wereldmerk voor échtheidl fLUWEft conocmov poolvast volpool Te Nieuw Scheemda zullen volgende week de leerlingen van de klassen 5 t.c.m. 8 van de plaatselijke school in eigen dorp gaan kamperen, bui ten de vakantietijd. In de morgen uren gaan de kinderen naar school, 's middags worden excursies gehou den en de avonden zullen worden doorgebracht met spelletjes, sport film, zang e.d. Men meent met dit kamp een pri meur te hebben. De opzet van dit schoolkamp is in de eerste plaats de kinderen te leren kamperen en hen vertrouwd te maken met deze goed kope en voor iedereen bereikbare va kantiebesteding. Door een week lang dag en nacht met de kinderen samen te zijn hopen de onderwijzers en leer lingen elkaar beter te leren kennen en waarderen. Voorts wil men gelegen heid scheppen om toch te kunnen kamperen, wanneer kampeergelegen- heden elders bezet zijn. Wanneer men vandaag, 7 juli, in Dongen de N.V. Schoenfabriek J. A. I Ligtenberg zou opbellen, dan zou er niemand antwoorden. Want er wordt vandaag op deze fabriek niet gewerkt. Na een gezamenlijke kerkelijke her denking zijn directie en de 300 man personeel met een stoet autobussen op weg, om gezellig onder en met elkaar bet 75-jarig bestaan van de onder neming te vieren. Het jnbileum draagt derhalve geen officieel tintje. te assisteren en zoals dat gaat: nieuwe heren nieuwe wetten. Kees wilde onmiddellijk overstappen op de machinale produktie. Er ontston den grote moeilijkheden onder het personeel, dat in die dagen in elke machine een doodsvijand zag en dat wars was van elke vorm van ar beidsverdeling. Maar men kwam die moeilijkheden te boven naarma te het personeel meer vertrouwd raakte met de machinale hulpmid delen. Successievelijk kwamen ook de zoons Janus, Piet, Henri en Antoon het bedrijf binnen, die zich 's avonds in Waalwijk in het vak hadden be kwaamd. De produktie kon van jaar tot jaar worden vergroot door de zich steeds maar verder doorzettende mechani satie en uitbreiding van het afzetge bied. In 1915 werd reeds een weck- produktie van ruim 2000 paren be reikt. In 1918 overleed Johannes Lig tenberg. Hij liet een bedrijf na. dat niet alleen de moeilijke oorlogsjaren van de eerste wereldoorlog met suc ces had doorstaan, maar dat zelfs tot grote bloei was gekomen, een bloei, die verschillende keren uitbrei ding van de fabrieksgebouwen nodig maakte. De vijf gebroeders Ligten berg, die in onderlinge taakverdeling het bedrijf voortzetten, breidden niet alleen de bestaande onderneming uit, maar besloten in 1931 tot overname van een andere schoenfabriek, waar in men zich ging toeleggen op spe ciale heren- en jongensschoenen, die Maar op deze jubileumdag van de „JAL", zoals men in Dongen zegt, gaan de gedachten toch even terug naar het moeilijke en zorge lijke jaar 1881, toen Johannes Lig tenberg daags nadat hij in het hu welijksbootje was gestapt, de werk plaats van zyn ouders vaarwel zei, om samen met zijn vrouw een eigen bedrijfje te beginnen. Johan nes Ligtenberg sneed zelf het leer, kocht de nodige grondstoffen in, voerde de correspondentie, hield de administratie bij en verzorgde de expeditie. Begrijpelijk dat hij zijn handen daaraan vol had en dat zijn vrouw, die hem altijd ijverig terzij de stond, zelfs wel eens op stap ging om de klanten te bezoeken en or ders op te halen. Er werden aanvankelijk in hoofd zaak zeelaarzen en vetlederen werk schoenen gemaakt, die vooral in het zich in die jaren sterk uitbreidende Rotterdam aan de man werden ge bracht. Maar de activiteit in de fa briek nam sterk toe toen ook na en kele jaren luxe herenschoenen wer den geproduceerd. Het aantal me dewerkers breidde zich sterk uit. Reeds in die jaren verlieten ruim 500 paren schoenen elke week de fa briek. Dat waren schoenen die hele maal met de hand werden gemaakt. De oudste zoon Kees deed zijn intrede in het bedrijf om zijn vader onder het merk „Cowboy" al heel gauw even grote bekendheid ver wierven als de produkten der oude fabriek, die onder het merk „JAL" in de handel werden gebracht. De tweede wereldoorlog bracht weer de nodige moeilijkheden en zor gen, die echter glansrijk werden doorstaan en overwonnen. Spoedig na de bevrijding was weer een toppro duktie bereikt. Twee van de gebroe ders Ligtenberg mochten helaas de ze hernieuwde bloeiperiode niet meer beleven, maar de drie overgebleven gebroeders kregen al gauw assisten tie van een nieuwe generatie Ligten- bergers, waarvan er thans reeds vier mee leiding geven aan het bedrijf, waar honderdduizenden paar schoe nen per jaar worden gefabriceerd, die volop aftrek vinden in binnen- en buitenland. Er is derhalve alle reden om vandaag feest te vieren en nu eens een dag geen schoenen te ma ken. f Advertentie Het is de Hamamelis die 't 'm doet (Advertentie) Het Hof van Beroep in Parijs heeft bepaald, dat een nader onderzoek moet worden gedaan naar een be schuldiging van een Griekse reder, volgens welke de Griekse scheeps- magnaat Aristotle Onassis verdwij nende inkt heeft gebruikt by de on dertekening van een contract inzake vervoer van olie uit Saoedi-Arabië. De klacht was in november 1954 door de Griekse reder Catapodis ge uit, doch in maart van dit jaar kwam een Parijse rechter tot de slotsom, dat er geen gronden voor vervolging aanwezig waren en hij verwierp de klacht. Volgens het Hof van Beroep bestaan er echter wel redenen voor een na der onderzoek. i Hij is zes maanden en beslist geen lastig kind. 't Tweevinger-zuigsysteem belet hem toch te huilen? Z'n moeder kan hem éten en de nuchtre vader vindt: je zou zo'n schat nog voor geen duizend skoeters ruilen. De schoolslag kent ie al, maar kruipen gaat nog niet Plat op z'n buikje graait ie al in kranten en krijst naar 't wereldnieuws een kirrend lied. De oogjes glanzen: ach, hij weet nog niet van wanten.... Woont in dit kindje al een latere wielerheld, Trappist, bankier, bediende, rijk of zomaar net? Jaagt hij Napoleon uit z'n historisch veld? Nou danst ie op m'n knieën. Operaballet? Misschien heeft hij die blik ook straks als heilige of eet hij later éven wulps, als ie gelagen zet.. Och Leven, wil nu hém eens extra-goed beveiligen; die hummel, klein in z'n belachlijk-grote bed. Zondag viert te Heikant de in heel Zeeuwsch-Vlaanderen populaire schutter Pietje Pluym zijn 70-jarig schuttersjubileum. Reeds op 12-jarige leeftijd nam de kleine Piet deel aan de toen tertijd bekende doelenschieting. Yck. Bij zijn ouders was de sociëteit ,,De Zouaven" gevestigd. De sociëteit telde ongeveer 90 le den maar als ze haar optocht hield, kon men meestal over de koppen lo- pen. De gewone kermisdrukte zonk er werkelijk bij in het niet. Onder de „Zouaven" zaten leden 7?" diverse pluimage, maar de klucht en grap hadden ze gemeen. Uiteindelijk was het met name bij dé jaarlijkse teerdagen zo, dat er tegen de avond op d'Ouwkapel een stoet In Rome kreeg ik van een vriendelijk man eens dit antwoord op 1 mei: - nee, vandaag werkt er niemand; 't is 't feest van de arbeid. In Philadelphia News stond, dat Amerika 35.000.000 wetten heeft om te zorgen, dat de tien geboden nageleefd worden. En een onbekende grootheid verklaarde: Ik drink nooit als ik achter het stuur zit: alleen als mijn vrouw achter het stuur zit. Het éllerbondigste winkelgesprek is nog altijd: morgen. morgen. horloge klaar mor jen. morgen morgen. morgen. morgen. M(jn grootvader, zei een Amerikaanse komiek, stierf op een afschuwelijke manier. Hü opende een ader in zijn bad. Waarop een andere ant woordde: Lieve hemel, ik wist niet, dat er baden waren met aderen. Het is gruwelijk, haastig te moeten werken. Maar ik moest toch denken „wat een gek plan- netje", toen ik in een Brabants dagblad las: „Op deze wijze, door ontspanning en bal, hoopt men een steentje te kunnen bijdragen tot de enorme nood in de wereld". Is die nou nog niet erg genoeg En bij de Vlaamse dichter Bart Vrijbos lees ik dit anatomisch wonderverhaaltje: „Uw goedig oog, dat mij nooit beloog, doet net alsof 't wou spreken". En laat ons thans, nu we toch in de examentijd zijn, nog eens enkele schelpjes rapen op het strand van het onderwijs. De opmerkingen en vertalingen, die hier volgen, zijn alle autentiek. Nederlandse jongelieden hebben ze neergeschre ven in proefwerken, opstellen en examenantwoor- den. Hier komen ze: Er runzelte die Stirn (hij fronste het voorhoofd): hij ranselde de stier af. Velvet cushions volvette kaasjes. (fluwelen kussens) Le tintement du clochet (het geklep van het klok je): het gerinkel van het closet. Die Falie der Blutrache sind da hiiufig (bloed wraak komt daar veelvuldig voor): De vellen van de bloed-draak liggen op een hoop. Le buvard absorbe l'encre (vloeipapier absor beert inkt): de dronkaard slorpte de inkt op. Opstellen: In 1748 stierf Willem III bijgenaamd de Zonnekoning, die regeerde els ko ning over Afrika en keizer van Amerika. Caesar heeft de Julianakalender uitge vonden. In 1590 nam Prins Maurits het turfschip van Breda in. De genade is meer een hulpleiding om tot God te komen. „Conversatie", is groenten in blik. En weer bedankt voor de aandachtl geformeerd werd en voorzien van de nodige fakkels ging het dan naar de sociëteitszaal. Voorop liep dan steeds Piet, die toen nog maar een Pietje was. En dan ging het naar de „teer- zaal". Bij de jubilaris waren ze thuis bakker en voor die gelegenheid had men enige ovens koeken en broden gebakken. Het schoonste en zwaar ste beest had men geslacht en alles werd verorberd. Lukte dit niet op één dag, dan werden er nog één of twee aan vastgeknoopt. Wat er op zo'n teerdag eigenlijk gebeurde kon de jubilaris in drie woorden zeggen: „Gedanst, gegeten en „gespoeld". Drie simpele woord jes, maar met een boekdelen-inhoud. Het grootste deel van de leden kwam van St. Jansteen, maar er waren er ook van Heikant, Kapellebrug en Clinge afkomstig. De doelschutters schoten niet al leen in eigen gemeente, maar trok ken ook naar de Klinge, St. Gillis, Meerdonck, Graauw, Zuiddorpe en andere plaatsen. Van de Klinge herinnerde zich de jubilaris de schieting, waarbij alle kleine vogels al gevlogen waren en hij nog niets geschoten had. Hij had zich gedurende de week geoefend met de boog van Jan Bleijenberg en ineens., trok hij zijn stoute klom pen aan het was nat en koud en daarom was men per klomp op pad getrokken vroeg aan Jan de boog te leen en schoot.achter elkaar „den hogen" en zelfs de roos. Naar Graauw toog hij eens met zijn vriend Jan de Brouwerd, in de volksmond beter bekend onder de naam „Nonkel Jan". Piet en Jan schoten respectievelijk de hoge vogel en de zijvogel en kre gen ieder een pracht van een kroon om de hals gedraaid. Tot overmaat van ramp begon het te regenen en ze gingen schuilen in een café, maar toen het 9 uur werd, kwam de plaat selijke veldwachter „tap-toe" zeggen Er zat voor de buitengewipten niets anders op, dan maar te voet onder de gutsende regen met de kroon rond „den nek" naar Steen te gaan, de ontdekking, dat hun pak alle kleu- ren van de regenboog droeg. „Het was vroeger zo, dat ge bij daglicht meer zag dan bij avond licht, zeker na een schieting", zegt Pietje. Toen de mannen in betere „doen" kwamen, kochten ze een hondekar. Dat had dit voordeel, dat ze zich ge makkelijker konden verplaatsen. Het gewicht van een pintje min of meer bleef voor de hond bovendien toch hetzelfde. Toen de jubilaris trouwde, ging hij te Heikant wonen en daar stichtte hij ook een doelen-sociëteit. Later is de doelenliefhebberij om velerlei rede nen uit de mode geraakt, waarbij wel een van de voornaamste was de kostelijke „inspan" van de opzet en het maken van het „blazoen". De jubilaris, en met hem vele an deren, schakelden toen over naar de liggende wip, waarbij soms ook wel eens naar de „hoge prang" gescho ten werd, als die niet al te hoog was. Dat de jubilaris nog fit is, blijkt wel uit de laatste Steense kermis- schieting bij zijn zoon Jan, waar hij nog drie kleine vogels naar beneden haalde. Morgen zal deze kranige schutter dan zijn schuttersjubileum vieren. Bij die gelegenheid zal er geschoten worden op twee „prangen", liggende wip natuurlijk, met vijftig gulden gratis. Op elke „prang" staat als hoofd prijs een beker en een bak bier. 's Avonds zal de Heikantse muziek vereniging hem een serenade bren gen, iets wat geen enkel gezelschap zo goed verstaat als juist dat van Heikant. Dat piet nog andere liefhebberijen beoefende blijkt wel uit het feit, dat hij één van de vermaardste „duiven melkers" uit de streek is geweest en, tot voor een jaar terug,elke winter een of andere meestel humoristi sche rol vervulde in een toneel stuk. Men mag terecht hopen dat hij nog jaren zijn geliefde schutterssport mag blijven beoefenen, want zonder Pietje Pluijm zou Den Heikant wer kelijk Den Heikant niet meer zijn. (Advertentie) Vrouwen hebben vaak moeilijke en pijnlijke tijden. Zij kunnen deze aan merkelijk verlichten, ja die pijnen doen verdwijnen door het gebruik van Togal, de grote pijnverdrijver. Togal is onschadelijk voor hart, nieren en maag. Bij apotheek en De andere ochtend kwamen ze tot drogist f 0,95,f 2,40 en f 8.88

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 9