STRUCTUURWIJZIGINGEN ALS GEVOLG VAN HET DELTAPLAN ZWITSALINE gelee Pagblad Pc^tcrn Vitamine ww r v, K RADItT De Diamantmijnen Koning Salomon AT EEN ONDERLIJKE ERELD I Meningen en Commentaren Sociaal verandert er niet veelmeent Prof. Groenman! ij mei iav Lustrumcongres N.K.S. te Nijmegen Min. CALS prijst katholieke sportbond cl TWEEDE BLAD DINSDAG 15 MEI 1956 WEERBAARHEID BENELUX-TAAL Mr. MARCH ANT. t Preadviezen voor de Ver. van Ned. Gemeenten AANVECHTBARE OPVATTINGEN OW TAFELWATER Kilo's slanker BonKorets v»J Uw vloer glanst^" vanzelf met NN UW TAFELWATER INLEIDINGEN VAN P. RIPPE EN DR. N. PERQUIN S.J. UW TAFELWATER TELEVISIEPROGRAMMA'S voor mooiezacl van door II. Rider Haggard CKOOtXXV^OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO r> A \OOOOOOOOOO0OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO U)E Nieuwe Rotterdamse Ct. be spreekt de houding van de sy node der Nederlands Hervormde iverk ten aanzien van de militaire weerbaarheid. In een herderlijk schrijven van 3 juli 1952 kwam de irote meerderheid in de synode tot -le conclusie, dat „in een geval van '•et uiterste gevaar, waarin de meest -lementaire mensenrechten op het spel staan.het niet-strijden een groter zonde zou zijn". In een onlangs gepubliceerd schrijven over hetzelfde onderwerp zegt dezelfde synode geen antwoord meer te weten op de vraag, „of het meedoen dan wel het weigeren mhe te doen aan de huidige bewapening ertoe zal bijdragen het oorlogsge vaar te bezweren of te vergroten". Wel echter stelt ze als concrete taken in de actie der Kerk tot het voorkomen van oorlog: ontmaske ring van „alle overspannen natio nalisme", hulpverlening aan onder ontwikkelde gebieden en regelma tig verkeer met andere kerken (spe ciaal die achter het IJzeren Gor dijn). Het liberale Rotterdamse blad ziet dit echter als bijkomstigheden te genover de grote vraag, waarop de synode geen antwoord kent voor de gelovigen. Dit acht het teleur stellend, te meer, omdat de synode in het geheel niet spreekt over de noodzaak van christelijke weerbaar heid, die zich, ook als zij zonder wapenen blijft, mede zal moeten uiten in een ontmaskering van en een protest tegen het communisme in al zijn door Moskou geïnspireerde gedaanten. Onbarmhartige kritiek op fouten in eigen lichaam en eigen maatschappij is essentieel en betekent tevens winst ten opzichte van de houding der kerken in vroeger jaren maar zij mag nooit onvergezeld gaan van ten minste even scherpe kritiek op stelsels en ideologieën, die de mens het recht ontzeggen om in vrijheid tot beslissingen ook geloofsbeslis- singen! te komen. Het mag per slot van rekening ook niet zo worden dat wij. ten gevolge van de balk in eigen oog, de balk in andermans oog als een splinter gaan beschouwen. We geloven, dat deze scherpe kri tiek op een bepaalde geesteshouding verder reikt dan de synode der Ne derlands Hervormde Kerk. De Mos- kouse glimlach-taktiek, waarachter een onverminderd doodsgevaar voor de Christelijke beschaving schuil gaat, dreigt in wijde kring slacht offers te maken. Ook een liberale senator bleek er al van onder de indruk te zijn gekomen. De waar schuwing van de NRC komt dan ook te rechter tijd. JTNIGE tijd voor zijn overlijden gaf de vorige secretaris-gene raal van de Benelux-unie, wijlen mr. dr. E. J. E. M. H. Jaspar, als zijn mening te kennen, dat het goed zou zijn om het Frans tot voertaal te maken in het onderlinge Bene- luxverkeer. Een verslaggever van De Tele graaf had een onderhoud met de nieuwe secretaris-generaal, dr. C. D. A. baron van Lynden, en stelde aan deze de vraag, hoe hij over de voertaal in Benelux dacht. Het antwoord luidde: „Ik ben getrouwd met een Frangaise. Mijn kinderen spreken met mijn vrouw in het Frans en met mij in het Nederlands. Met mijn Belgische collega's praat ik zoveel mogelijk in het Nederlands. Laten we in 's hemelsnaam geen moeilijkheden zoeken, waar ze niet zijn". Ook de heer Van Lynden ver staat de kunst, in de diplomatie veelvuldig toegepast, om op een rechtstreekse vraag geen positief antwoord te geven, maar het han dig te omzeilen. De norm voor de in familiaal verband gebezigde taal is een aan gelegenheid, welke alleen de heer Van Lynden en de zijnen persoon lijk aangaat. Het zal niet de be doeling kunnen zijn om dit tot norm te maken voor het onderling Bene- luxverkeer. Wanneer de heer Van Lynden met zijn Belgische collega's, zo no dig, Frans spreekt, dan is dat zij nerzijds heel vriendelijk, maar dan verliest hij uit het oog, dat die Belgische collega's volgens de Bel gische voorschriften verplicht zijn zich zodanig in het Nederlands te bekwamen dat zij die taal behoor lijk verstaan. Afgezien daarvan, mogen we niet vergeten, dat het Nederlands de moedertaal is van driekwart van de Beneluxbevolking. Het zou dus alleszins redelijk zijn het Neder lands in geen geval als Benelux- voertaal van de tweede rang te hanteren. TN het Nederlandse politieke leven is Mr. Marchant een markante fi guur geweest. Als mede-oprichter en leider van de kleine Vrijzinnig- Democratische Partij heeft hij in het parlement een strijdbare rol vervuld. Zijn welsprekendheid kon van striemende kracht zijn. Maar de ondertoon van geheel zijn politieke actie was een oprecht streven naar maatschappij-verbetering, waarbij zijn opvattingen die van de katho liek-sociale leer dicht naderden. Hij heeft ook nog gelegenheid gehad uit de kring der oppositie te ge raken als minister van Onderwijs. Als zodanig toonde hij zich een voortvarend regeerder, die o.a. een hopeloos verwarde spellingknoop fors doorhakte. Zijn partij verdroeg het niet, dat hij overging tot de Katholieke Kerk. Hij werd tot af treden gedwongen. Hij blijft een merkwaardig voorbeeld van vrij zinnige verdraagzaamheid.... Sindsdien trok Mr. Marchant zich uit het actieve politieke leven te rug. Nog een korte poos is hij op vergaderingspodia verschenen, toen de Indonesische kwestie grote be roering in ons volk bracht. De laat ste jaren omgaf hem achter een grote stilte en bij zijn heengaan zul len niet veel woorden vallen. Het is echter passend, een saluut te brengen aan deze veteraan in het politieke leven, een oprecht strijder voor een betere wereld, een nederig zoeker naar de waarheid. Hij moge nu veilig geborgen zijn in de God delijke Waarheid. In het tijdschrift „Bestuurswetenschappen" zijn de pre adviezen gepubliceerd, welke op het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te Breda deze week donderdag, be handeld zullen worden. Zij houden alle verband met het Deltaplan, dat onderwerp van dit congres is. Prof. dr. Sj. Groenman heeft een preadvies gewijd aan de sociale as pecten van de uitvoering van het Deltaplan. Deze uiteenzetting is voor al merkwaardig, omdat zij bijna een ontkenning is van revolutionaire ont wikkelingen, zoals die als gevolg van het Deltaplan wel worden verwacht of gevreesd. Behoudens in de nabijheid van de havenstad Rotterdam en ook nog in de kustplaatsen bij de dammen be hoeft er volgens deze preadviseur so ciaal niet zoveel te veranderen. Als voornaamste reden hiervoor geeft prof. Groenman, dat de nieu we verkeersweg langs de kust en de Zoomse en centrale wegen het Isole ment van de eilanden slechts be- SPA (Advertentie) Wiarom de last van ongezonde (en vaak lelijke) dikte nog langer met n meedragen? BonKorets reven n in enkele weken weer uw jeugdig slank figuur. Na de maaltijd een dragee met een slokje water-en n verliest ponden per week. BonKorets werken volgens het principe van dehydratie eenvoudig en snel. Opgehoopt vet smelt weg van loomheid en verstopping heeft u geen weel meer. Veroverende charme straalt van u af. Ij voelt n weer opgewekt en monter - een andet mens! Begin een nieuw leven - begin nog van daag met Bonkorets, f 3.30 per flacon. VEKMAGERINGSDRAGEES In de schaduw kan men dik wijls meer zien dan in het licht. gebied komt drs. A. G. van der Veen in de economische feer. Zo min als prof. Groenman over het algemeen grote sociale verande ringen verwacht als gevolg van het Deltaplan, zo min verwacht drs. van der Veen een bijzondere, van de hui dige afwijkende economische ontwik keling op het gebied van handel en industrie. Niet de betere verkeersontsluiting acht hij beslissend, maar de verkeers- geografische situatie, d.w.z. de posi tie van het Deltagebied ten opzichte van andere grote gebieden, die reeds decennia lang een voorsprong hebben. En deze positie, met name ten op zichte van Rotterdam en zuid-ooste lijk Noordbrabant blijft na als voor dezelfde. Het Deltagebied blijft onder de in vloed van de zuigkracht dier oude handels- en industriecentra, waaraan voornamelijk slechts weerstand wordt geboden door ook reeds langer ge vestigde industriekernen in het ge bied zelf, zoals Vlissingen en Bergen op Zoom c.a. Zeker zal het Deltagebied in ont wikkeling meegroeien met de oude centra en Voorne-Putten of zelfs Goeree-Overflakkee worden in de op gang van Rotterdam betrokken, maar elders, vooral in Zeeland, dreigt een bestendiging van relatieve achter stand, wanneer geen extra?inspannin- gen worden gedaan. En natuurlijk komt het daarbij in de eerste plaats trekkelijk opheffen. Het platteland blijft in ongeveer dezelfde positie ver keren. Een autosnelweg, die een ge- meentekom mijdt, verandert in het dorpsleven hoegenaamd niets. Onze indruk is. dat Prof. Groen man het ook op maatschappelijk gebied diep-ingrijpende karakter van het Deltaplan toch onderschat. Voor het noorden valt te rekenen op een sterke invloed van buitenaf door de expansiezucht van Rotterdam. Dat kondigt de brochure Randstad en Delta" van de Zuid-Hollandse Plano logische Dienst al duidelijk aan. En zullen ook nieuwe industrieker nen op de eilanden sociaal geen ver anderingen brengen? We verwachten, dat op het congres de stellingen van Professor Groenman wel zware aan vallen te verduren zullen hebben, spe ciaal van Zeeuw e zijde. HANDEL EN INDUSTRIE In zijn preadvies voor de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten over handel en industrie in het Delta- Advertentie) NO-RUB SPA opheffing van de verdroging in zuid west Nederland zou een bruto-op- brengstverhoging ten gevolge kunnen hebben van rond 40.000.000. Ir Geuze brengt cijfers naar voren, waaruit blijken moet, dat het verzoete Zeeuwse meer in hoge mate de ver- drogingsbezwaren kan ondervangen. Hij merkt echter tevens op, dat de kosten voor de opheffing dier bezwa ren met het Deltaplan nog niet zijn betaald. Daar komt nog een post bij om het zoete water op de juiste plaats te brengen en dat kan voor heel Ne derland volgens ir. H. van Rossum ruim 1.000.000.000 belopen. Is het dan toch niet beter met stuw dammen en spaarbekkens in het ge bied der bovenrivieren te werken Overigens kan men voor de land bouw wel produktieverhogingen na ontzilting en bevloeiing verwachten, maar het blijft de ?rote vraag, welk economisch voordeel dit oplevert, wanneer men nu al geen perspectief heeft voor een rendabele afzet. DE VISSERIJBELANGEN Dr. P. Korringa van het Rijks-In stituut voor Visserij-Onderzoek te Bergen op Zoom nam voor het Bre dase congres der Vereniging voor Nederlandse Gemeenten het pread vies betreffende de visserijbelangen bij het Deltaplan voor zijn rekening. Dit preadvies betreurt, dat deze visserijbelangen in het kader van het Deltaplan nog altijd als een quantité négligeable worden beschouwd, wat hij ook aan een tekort aan belang stelling in de visserij in het algemeen toeschrijft. Bij het Deltaplan is niet één lijn ge volgd. Terwille van de scheepvaart- belangen van Rotterdam en Antwer pen is geen afdamming van Nieuwe Waterweg en Westerschelde voorge steld. Daar wil men met dijkverster king volstaan. Terwille van de visse rijbelangen in de Oosterschelde toont men echter geen bereidheid tot een compromis. Dr. Korringa betoogt, dat er noch tans alle reden is naar het behoud van de Zeeuwse visserijen, en vooral van de schelpdierenculturen, te stre ven. Hij wijst hierbij speciaal op het unieke karakter van de oestercultuur waarvan men de natuurlijke voor waarden, zoals die in de Oosterschel de bestaan, wel gemakkelijk kan ver nietigen, maar hoogstwaarschijnlijk niet kan terugvinden of kunstmatig vervangen. En als dit al lukken zou, zal het vele jaren inspanning vergen. In het buitenland begrijpt men niet, dat Nederland de schelpdierencultuur aan op eigen activiteit. Van een pro vincie als Zeeland kan echter kwalijk verwacht worden, dat het de grote problemen geheel op eigen kracht zal kunnen overmeesteren. Vandaar dan ook, dat we nog eens aandacht vra gen voor het denkbeeld, de gehele provincie tot ontwikkelingsgebied te bestemmen. DE LANDBOUW Ir. M. A. Geuze heeft voor de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten een preadvies over Deltaplan in Land bouw uitgebracht. Dit preadvies is verder in majeur gesteld. De preadviseur heeft grote verwachtingen van het Deltaplan, omdat het de waterhuishouding ver andert. Als de uitvoering van de werken volgens de huidige plannen geschiedt, zal er meer zoet water ter beschik king komen en ,,het zoetwater is in feite het bloed van de landbouw", zo schrijft ir. Geuze. De opheffing der verzilting zou voor de landbouw een voordeel bete kenen van 8.000.000 ongeveer en de (Van onze speciale verslaggever) Het feit, dat minister mr. Th. Cals aanwezig: wilde zijn op het lustrum congres van de Nederlandse Katholieke Sportbond, in de aula maior van de r.k. universiteit van Nijmegen gehouden, accentueerde dat de regering meer dan gewone belangstelling heeft voor hetgeen door de grote sport organisaties wordt ondernomen. In een korte, maar kernachtige redevoe ring benadrukte de minister zulks, want hij zei, dat de subsidie, die thans door de regering wordt gegeven aan de sport nog slechts een begin is. Iedereen draagt de overtuiging met zich mee, dat de sport een zeer be langrijk maatschappelijk verschijnsel is en dat het van het grootste belang is, dat deze sport in goede banen wordt geleid en gehouden. Vandaar de voornaamheid van de vorming: een vorming, die door de regering nu nog maar matig wordt gesubsidieerd, maar waarvoor in de toekomst stellig meer wordt uitgetrokken. en geen doel. Sportbeoefening vereist sportieve vorming. Deze vorming kan men evenmin aan het toeval over laten als bijvoorbeeld de muzikale vorming. De jeugd te trekken door haar de gelegenheid tot sportbeoefe ning te geven is niet zo moeilijk: moeilijker is de aldus ..getrokken" jeugd een sportieve vorming te geven. Sportiviteit is meer een kenmerk van mentaliteit dan van bedrevenheid in techniek en tactiek. Het sporttype be staat niet, gelukkig niet. Men moet slechts vrezen dat het zal ontstaan. SOCIALE BETEKENIS Ministeriële gelukwens. Een hartelijke gelukwens richtte de minister aan de NKS. Hij meende, dat de organisatie in de afgelopen tien jaren zeer nuttig werk had ge daan en hij hoopte, dat de bond voor al zou blijven denken aan de vorming van de sportman, van de sportjeugcf Tijdens het congres werden twee inleidingen gehouden. De eerste was van de heer P. J. Rippe uit Heerlen, die een uiteenzetting gaf over de taak en de plaats van de sport in onze maatschappij. Hij zei, dat de sport een bijzondere wijze is van spelen. Wanneer het spelelement uit de sport verdwijnt, houdt sport op spel te zijn. ,,De sport om de sport" is een ge vaarlijke leuze. De sport is middel Pater dr. N. Perquin SJ belichtte de sport in haar sociale betekenis en ging vervolgens dieper in op de psy chologische en pedagogische kanten van de sport. De priester ziet in de sport een zeer belangrijk bindend ele ment, maar het belangrijkste in de sport blijft toch de ontspanning. De vermoeide geest van de mens wordt verfrist door het lichaam, het even wicht hersteld. Voorzitter Thien van de NKS leidde de bijeenkomst, die met een gezellige gedachtenwisseling werd besloten. SPA ten onder wil laten gaan, en men zou daar de gehele Oosterschelde wel wil len kopen en meenemen voor bedra gen, die de Nederlanders zouden ver bijsteren, aldus dr. Korringa. HET VERKEER Schrijvend over het verkeer in het Deltagebied, zegt mr. H. Willemse in zijn preadvies voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, dat men de verkeersfunctie noch mag over schatten, noch onderschatten. Het verkeer heft behoeftenspannin- gen tussen verschillende gebieden op. In hoever zullen nu nieuwe verkeers- mogelijkheden, zoals het Deltaplan schept, aan bestaande behoeftenspan- ningen tegemoet komen of ook nog nieuwe veroorzaken Dit hangt mede hiervan af. of het Deltagebied als een onderontwikkeld en verder te ontwikkelen streek te beschouwen is. De preadviseur twij felt hier. Hij wijst op de grote histo rie van Zeeland en op de waterwegen, die naast scheidingen ook verbindin gen vormden. Maar het feit ligt er ook, dat de Zuid-Hollandse eilanden en Schou- wen-Duiveland spoorwegen en gewone wegverbindingen moesten missen. De preadviseur moet verder ook op veer diensten wijzen, die het vervoer niet aan kunnen. Ook al zijn de behoeftenspannin gen tussen de eilanden niet groot, er zal toch door het Deltaplan een grote verandering komen in de verkeerssi tuatie. Met name zal het waterver voer verminderen tegenover het» weg vervoer. De gevolgen van de verkeerstoe- neming kunnen echter wel eens an ders uitvallen, dan menigeen thans denkt of hoopt, die er een opbloei van de eilanden van verwacht. Men heeft b.v. te rekenen met de zuigkracht van Rotterdam. Ook het preadvies van mr. Willem- se is aldus allereerst weer een aan sporing tot de Deltabewoners om ei gen krachten te ontplooien, doch daar naast tevens te overwegen Zeeland als ontwikkelingsgebied te beschou wen. FILM In communistisch China heeft de filmcensuur de ver toning van Liang San Po en Chu Ying Tai" toegestaan, omdat er geen politieke, cul turele en communistische be zwaren waren. In Nederland zou cle film gewoon „Romeo en Julia" he- ten. Anti-kater Zweedse geleerden hebben aangekondigd een middel te hebben uitgedacht, dat „wer kelijk doeltreffend werkt te gen de kater". De geleerden zijn nog niet in staat de sluier op te lichten, want ze willen het wereldschokkende middel eerst nog vervolma ken. Rang Mevrouw June Fishbein uit Chi cago, die vroeger sergeant was in het Amerikaanse leger, heeft een eis tot echtscheiding gewonnen. Haar man was eens korporaal en hij liet haar in de steek, omdat hü zich maar niet kon neerleggen bij 't feit, dat zijn vrouw hoger in rang was geweest. Het wijst allemaal wel duidelijk op een afwijking, maar het IS gebeurd. Tuintje Juffrouw Ida Finlay uit Port Hu ron is bij de politie aangifte komen doen van de diefstal van haar ach tertuintje. De agenten vonden dat een beetje gek, maar ze moesten haar gelijk geven, toen ze mee gin gen om te kijken. Ze zagen, dat de graszoden waren weggestoken en dat de grond tot vijf centimeter diep was gestolen. Geld Bij de ex- en importbank van de Amerikaanse regering in Washington, waar miljoenen dol lars omgaan, kwam het om de haverklap voor, dat er geen dub beltje in kas was voor de kleine uitgaven aan de loketten. De di rectie heeft na een diepgaand en beredeneerd onderzoek uitgevon den, waar 'm dat in zit. In de kas zat hoogstens vijftig dollar. Men heeft nü besloten dit maximum te verhogen tot 200 dollar. Sukses De Londense advocaat Harold Cassel heeft pas geleden een gemak kelijk suksesje behaald. Cassel deed dienst als plaatsvervangend officier van justitie. In die functie kreeg hij een beklaagde voor zich, die geen verdediger had. Hij besloot nobel om tegelijkertijd als verdediger op te treden. Cassel begon dus als officier van justitie de beklaagde te beschuldi gen van het feit een motorrijwiel te hebben bestuurd, zonder dat hij een rijbewijs had. Als verdediger zei Cassel echter, dat de verdachte de motor alleen had voortgeduwd en dat de verkla ring van officier van justitie be lachelijk was. De rechter, die het hele geval had zitten bekijken, schatte Cassel als verdediger kennelijk hoger dan als openbaar aanklager. De beklaagde werd namelijk vrij gesproken. 1 i~m At,! i #1 f V WOENSDAG, 16 MEI 1956 HILVERSUM I. 402 m. NCRV: 7,00 Nws. en SOS-ber. 7,10 Gewijde muz. 7,45 Een woord voor de dag 8,00 Nws. en weerber. 8,15 Gram. 9,00 V.d. zieken 9,25 V.d. vrouw 9,35 Waterst. 9,40 Amus.muz. 10,06 Gram. 10.30 Morgendienst 11,00 Gram. 11,10 De mens wikt, hoorsp. 12,10 Lichte muz. 12,3o Land- en tuinb.meded. 12,33 Pianoduo 12,53 Stenen voor Den Hoorn. rep. 13,00 Nws. 13,15 Holl. liedjes 13,35 Gram. 15,00 Fluit, viool, cello en klavecimbel 15.30 Gram. 16,40 Meisjes koor 16.00 V.d. jeugd 17,20 Gram. 17,40 Beursber. 17,45 Orgelspel 18,15 Spectrum v.h. Chr. organisatie- en verenigingsle ven 18,30 RVU: Wat er vast zit aan zie kenhuisopname, door mevr. Dr. E. Pe- reira-d'Oliveira 19,00 Nws. en weerber. 19,10 Nederl. volksliederen 19,30 Buitenl. overz. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant 20,20 Kamerork. en solist 21,20 Nieuws rondom het nieuws, caus. 21,40 Promenade-ork. en solist 22,10 intern, evangelisch comm. 22,20 Gram. 22.30 Vocaal ens. 22,45 Avondover denking 23.00 Nws. 23,15 Sportuitsl. 23,20- 24,00 Gram. HILVERSUM II. 298 m. VARA: 7.00 Nws. 7,10 Gym. 7,20 Gram. 8,Oo Nws. 8,18 Gram. 8,50 V.d. huisvr. 9.00 Gym. v.d. vro'uw 9,10 Gram. 9,35 Gram. VPRO: 10,00 Schoolradio VARA: 10,20 V.d. huisvr. 11,00 RVU: Prof. Dr. F. E. S. van Thienen: Kostuum en stijl 11,30 Gevar. progr. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12,33 V.h. platteland 12,38 Orgelspel 13,00 Nws. 13,15 Tentoonstellingsagenda 13,18 Dans- muz. 13,45 Medische kron. 13.55 Gram. (Advertentie) 14,30 V.d. jeugd 16,00 V.d. zieken 16.30 Residentie-ork. 17,00 Orgelspel 17.25 Gram. 17.50 Regeringsuitz.: Verklaring en toelichting: 1 Is bestrijding van de zilver meeuw noodzakelijk? 2 Vlaggetjesdag 1950 18,00 Nws. en comm. 18.20 Gram. 18,25 Act. 18.35 Lichte muz. 18.55 V.d. jeugd 19,05 Gram. 19,25 Nelis Volle Vaart VPRO: 19.30 V.d. jeugd VARA: 20.00 Nws 20,05 Tussen de regels door, comm. 20,15 Leert uw landgenoten kennen, klankb. 20.40 Gram. 2L15 Monany's jon gen huilt niet 21,45 Operaoonc. 22.45 Tus sen mens en nevelvlek_ caus. 23,00 Nws. 23.15 Soc.nws. in Esperanto 23,20-24,00 Gram. BRUSSEL, 324 m. 11.45 Gram. 12,30 Weerber. 12,34 Gram. 13,00 Nws. 13,15 Mozartprogr. 14,00 Schoolradio 16,00 Koer sen 16.02 Gram. 16.30 Amus.muz. 17,00 Nws. 17,10 Zang en piano 17.50 Boekbespr. 18,00 Kamerork., koren en sol. 18,30 V.d. sold. 19.00 Nws. 19.40 Omr.koor 20,00 Hoorsp. 21,30 Gram. 22,00 Nws. 22,1» Schumann-cyclus 22,55-23,00- Nws. BRUSSEL 484 m. 12.00 Gram. 13,00 Nws. 13,15 Gram. 14,10 Idem 14,15 Ork. conc. 15,00 Jazzmuz, 15,45 Koorzang 16.05 Lichte muz. 17,00 Nws. 17.15 en 17,30 Gram. 19,30 Nws. 20.00 Ork.eonc. 21.35 Gram. 22,00 Nws. 22,15 Vrije tijd 22.55 Nieuws. NCRV: 17,00-17,30 V.d. "kind. KTtO: 20,00 Kath. nws. 20,10 Wie is wie, blijspel. FRANS-BELG.: 18,45 Testbeeld 19,00 Pol. caus. 19.30 V.d. jeugd 20.00 Act. 20,15 Nws. 20,40 Filmprogr. 21,10 Speelfilm 22,30 Wereldnws. VLAAMS-BELG.: 17.00 V.d. kleuters 17,20 V.d. jeugd 17,40 Filmprogr. 19,15 Gram. 19,31 Nws. 20.10 Wie is wie, blijspel 21,30 Gevar.progr. 22,15 Nws. 13) ,.Nu", zei sir Henry, nadat hij dit oude kunstwerk had aangestaard, „het is zeer goed om dit de weg van Salomo te noemen, maar mijn be scheiden mening is, dat de Egytena- ren hier zijn geweest vóór het volk van Salomo er een voet heeft gezet. Dit moet werk zijn van Egyptenaren of Phoeniciërs en anders lijkt het er al buitengewoon veel op." Tegen de middag waren wij vol doende gedaald, om in een streek tc komen, waar men reeds hout aan trof. Eerst waren het maar kleine struikjes, later echter werden het tak ken. ,,Ah!" riep Good met geestdrift, -hier is een massa hout! Laat ons stilhouden en hier difi-ren; dat rau we vlees bekomt toch slecht!" Niemand maakte enig bezwaar te gen dit plan en wij hadden spoedig een aantal takken bijeen die goed ua! ware«. Nadat wij behoorlijk hadden gegeten, staken wij onze pij pen aan en gaven ons aan een ge voel over, dat na de ontberingen van de laatste dagen hemels was. De betovering van de plaats, met de overtuiging dat het grote gevaar achter ons lag en dat het beloofde land eindelijk zou worden bereikt, scheen ons tot stilzwijgen te stem men. Na enige tijd echter hoorde ik dat sir Henry zich met de Zoeloe Umbopa in een mengsel van gebro ken Engels en Zoeloe-taal onderhield. Mijn ogen waren wel half gesloten maar toch kon ik goed opletten. Ech ter miste ik Good, maar spoedig vond ik hem teru*g. Hij zat op een bank bij de rivier, waarin hij een bad had genomen. Geen andere kle ren droeg hij dan een flanellen hemd en dit zag er nog keurig uit en hij scheen bezig met zijn toilet. Met zorg keek hij naar de plooion die na deze langdurige reis in zijn kleren waren gekomen; hij streek ze zo goed mogelijk glad en reinigde daar na zijn schoenen. Uit een doosje, dat hij in zijn broekzak had, haalde hij daarne een spiegel tevoorschijn en bekeek zich daarin zorgvuldig. Hij was kennelijk niet tevreden, want hij begon zijn haar glad te strijken en •ging zich daarna scheren. Plotseling echter gebeurde er iets wat mij schrik aanjoeg. Good sprong op met een vloek. Staande niet meer dan twintig passen van de plaats waar ik was en tien van Good af stond een groep mannen. Ze waren zeer groot en koperkleurig en sommigen hadden grote pluimen op het hoofd en wa ren gekleed in vellen van luipaarden. Dat was alles wat ik op dat ogen blik kon waarnemen. Het voorts van hen stond een jongen van ongeveer zeventien jaar, zijn arm stak hij op en het lichaam was voorover gebo gen in de houding van een Grieks standbeeld van een speerdrager. Toen ik keek, kwam er een oudere man uit de groep en greep de jongen bij de arm, terwijl hij hem iets scheen te zeggen. Daarna kwamen zij op ons af. Sir Henry, Good en Umbopa hadden op dat ogerblik hun geweren gegrepen en legden aan. De kleurlingen kwamen intussen zonder aarzeling nader en de gedachte rees bij mij dat ze misschien niet wisten wat geweren waren, omdat ze an ders niet zoveel onverschilligheid zou den hebben getoond. „Legt de geweren neer!" riep ik de anderen toe, ziende dat onze enige kans op behoud in verzoening lag. Zij gehoorzaamden en op hen toelo pende, richtte ik mij tot de oude man. „Gegroet", zei .k in de Zoeloetaal, niet wetende welke andere ik zou gebruiken. Tot mijn verwondering werd ik verstaan. „Gegroet", antwoordde de man, niet bepaald in dezelfde taal, maar toch in een dialect, dat er zo veel op leek, dat noch Umbopa, noch ik enige moeilijkheid had om hem te verstaan. Zoals wij later hoorden, was de taal, door dit volk gesproken een oude vorm van die der Zoeloe's. „Van waar komt ge?" vroeg hij voort, „wie zijt gij? En waarom is het gelaat van drie uwer wit en dat van de vierde^ als het gezicht van de zonen onzer moeders?" en hij wees op Umbopa. Toen hij dit zei, keek ik naar Um bopa en hij had gelijk, de vorm van diens gezicht en van zijn groot sterk lichaam was volkomen hetzelfde als die van de mannen voor ons. Maar ik had geen tijd om lang over deze treffende gelijkenis na te denken. „We zijn vreemdelingen en komen in vrede." Ik sprak zeer langzaam, opdat hij mij goed zou verstaan, „en deze man is onze knecht". „Ge liegt," antwoordde hij, „geen vreem delingen kunnen deze bergen over steken, waar alles moet omkomen. Maar wat baten uw leugens? Indien ge vreemdelingen zijt, dan moet ge sterven, want geen vreemdeling mag leven in het land van de Kukuanas. Dat is de wet van de koning. Be reid u dus voor om te sterven, o vreemdeling!" Die woorden ontstelden mij te meer, omdat sommigen van de man nen de hand uitstrekten naar hun zij de, waar iets hing wat op een groot en zwaar mes leek. „Wat vertelt die kerel?' 'vroeg Good. ,Hij zegt dat we straks allen zullen worden dood gemaakt." antwoordde ik grimmig. „O hemel!" steunde Good en gelijk zijn gewoonte was, wanneer iets hem ontzette, stak hij zijn hand in zijn mond, haalde zijn valse tanden er uit en zette die er weer in. Dat was een hoogst gelukkige beweging, want de Kukuanas uitten een kreet van schrik en gingen een paar meters achteruit. „Wat is dat?" vroeg ik. „'t Is zijn vals gebit," fluisterde sir Henry. „Neem ze ej nog eens uit, Good." Hij gehoorzaamde en'wikkel de ze in een punt van zijn flanellen hemd. Het volgende ogenblik had de angst plaats gemaakt voor nieuws gierigheid en de zwarten naderden weer.' Kennelijk hadden ze voor een ogenblik hun beminnelijk voornemen om ons te vermoorden 'vergeten. „Wat is dit, vreemdelingen?" vroeg de oude kleurling op plechtige toon, „met deze man" (hij wees op Good, die niets aan had dan een flanellen hemd en zijn schoenen en half ge schoren was) „wiens lichaam ge kleed is en wiens benen bloot zijn, die haar heeft op de ene zijde van zijn ziekelijk gezicht en niets op de andere en die een doorschijnend oog draagt, wat is dit vraag ik, heeft hij tanden, die uit zichzelf bewegen en uit de kaken komen en er weer in gaan als ze willen?" „Maak uw mond open", zei ik tot Good, die zijn lip pen optrok als een nijdige hond en de verbaasde toeschouwers niets ver toonde dan een paar dunne rode strepen. „Waar zijn de tanden?" rie pen ze. „Wij hebben ze met onze eigen ogen gezien." Good keerde het hoofd om bracht de hand aan zijn mond en men zag twee rijen prach tige tanden. De jonge man, die het eerst aanstalten had -gemaakt om zijn mes te trekken, wierp zich met een kreet van schrik op de grond terwijl de knieën van de oude tegen elkaar aansloegen van schrik. „Ik zie dat gij geesten zijt," zei hij stamelend, „werd er ooit een man of vrouw ge boren die haar heeft op de ene zijde van het gezicht en niet op de andere, of een rond en doorschijnend oog, of tanden, die weggaan en weer terug komen? Vergeeft het ons. o heren!" Hier was inderdaad een geluk en onnodig te zeggen, dat wij het aan grepen. „De vergiffenis wordt u ge schonken", zeide ik met een genadige glimlach. „Ge zult nu de waarheid vernerrfcn. Wij komen van een ande re wereld, hoewel wij mensen zijn als gij. wij komen van de grote ster, die s 'nachts schijnt." „Oh! Oh! riep de gehele schaar van verbaasde zwar ten. „Ja," ging ik voort, „dat doen wij waarlijk. Wij komen om een kor te tijd bij u door te brengen en u te zegenen door ons verblijf. Ge ziet reeds, dat ik mij heb voorbereid op dit bezoek, door uw taal te leren." „Dat is zo, dat is zo," zei het koor. „Maar heer, ge hebt haar slecht ge leerd" waagde de oude man te zeg gen. Ik wierp hem een verontwaar digde blik toe en hij scheen daarvan te schrikken. „Neen vrienden", ver volgde ik, „ge zoudt misschien kun nen denken, dat na zulk een lange reis wij plannen in ons hart zouden kunnen voelen rijzen om deze ont vangst te wreken, om misschien met dodelijke koude de hand te slaan, welke het goddeloos voornemen had het mes te richten op hem. die zijn tanden in zijn mond kan laten "gaan en komen." Spaart nem, heren," smeekte de oude man, „hij is de zoon van de koning en ik ben zijn oom Indien hem iets mocht overkomen, zal ik verantwoordelijk zijn voor zijn bloed." „Ja, dat is zeker zo," voegde de jonge man er met veel overtui ging aan toe. „Misschien twijfelt ge aan onze macht om te wreken," ging ik voort, onverschillig voor zijn in menging „welnu, ik wil u een* be wijs geven. Hier, jij hond en slaaf (ik richtte mij op ruwe wijze tot Um bopa) „geef mij de toverbuis, welke kan spreken." Umbopa stond op en met een grijns, zoals ik nog nooit van hem gezien had, overhandigde hij mij een geweer. „Hier is zij, o Heer der He ren", zei hij met een diepe gehoor zaamheid. Nu had ik juist voor ik het geweer vroeg een kleine springbok gezien, die op een rots stond op een afstand van ongeveer zeventig me ter en besloot het schot te wagen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 5