STRUCTUURWIJZIGINGEN
ALS GEVOLG VAN HET DELTAPLAN
ZWITSALINE gelee
Pagblad Pc^tcrn
Vitamine
ww
r
v, K
RADItT
De Diamantmijnen
Koning Salomon
AT EEN
ONDERLIJKE
ERELD
I Meningen en Commentaren
Sociaal verandert er niet
veelmeent Prof. Groenman!
ij mei iav
Lustrumcongres N.K.S. te Nijmegen
Min. CALS prijst katholieke sportbond
cl
TWEEDE BLAD
DINSDAG 15 MEI 1956
WEERBAARHEID
BENELUX-TAAL
Mr. MARCH ANT. t
Preadviezen voor de Ver. van Ned. Gemeenten
AANVECHTBARE
OPVATTINGEN
OW TAFELWATER
Kilo's slanker
BonKorets
v»J
Uw vloer glanst^"
vanzelf met NN
UW TAFELWATER
INLEIDINGEN VAN P. RIPPE EN
DR. N. PERQUIN S.J.
UW TAFELWATER
TELEVISIEPROGRAMMA'S
voor mooiezacl
van
door II. Rider Haggard
CKOOtXXV^OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
r> A
\OOOOOOOOOO0OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
U)E Nieuwe Rotterdamse Ct. be
spreekt de houding van de sy
node der Nederlands Hervormde
iverk ten aanzien van de militaire
weerbaarheid. In een herderlijk
schrijven van 3 juli 1952 kwam de
irote meerderheid in de synode tot
-le conclusie, dat „in een geval van
'•et uiterste gevaar, waarin de meest
-lementaire mensenrechten op het
spel staan.het niet-strijden een
groter zonde zou zijn".
In een onlangs gepubliceerd
schrijven over hetzelfde onderwerp
zegt dezelfde synode geen antwoord
meer te weten op de vraag, „of het
meedoen dan wel het weigeren mhe
te doen aan de huidige bewapening
ertoe zal bijdragen het oorlogsge
vaar te bezweren of te vergroten".
Wel echter stelt ze als concrete
taken in de actie der Kerk tot het
voorkomen van oorlog: ontmaske
ring van „alle overspannen natio
nalisme", hulpverlening aan onder
ontwikkelde gebieden en regelma
tig verkeer met andere kerken (spe
ciaal die achter het IJzeren Gor
dijn).
Het liberale Rotterdamse blad ziet
dit echter als bijkomstigheden te
genover de grote vraag, waarop de
synode geen antwoord kent voor
de gelovigen. Dit acht het teleur
stellend, te meer, omdat de synode
in het geheel niet spreekt over de
noodzaak van christelijke weerbaar
heid, die zich, ook als zij zonder
wapenen blijft, mede zal moeten
uiten in een ontmaskering van en
een protest tegen het communisme
in al zijn door Moskou geïnspireerde
gedaanten.
Onbarmhartige kritiek op fouten in
eigen lichaam en eigen maatschappij
is essentieel en betekent tevens
winst ten opzichte van de houding
der kerken in vroeger jaren maar
zij mag nooit onvergezeld gaan van
ten minste even scherpe kritiek op
stelsels en ideologieën, die de mens
het recht ontzeggen om in vrijheid
tot beslissingen ook geloofsbeslis-
singen! te komen. Het mag per slot
van rekening ook niet zo worden dat
wij. ten gevolge van de balk in eigen
oog, de balk in andermans oog als
een splinter gaan beschouwen.
We geloven, dat deze scherpe kri
tiek op een bepaalde geesteshouding
verder reikt dan de synode der Ne
derlands Hervormde Kerk. De Mos-
kouse glimlach-taktiek, waarachter
een onverminderd doodsgevaar voor
de Christelijke beschaving schuil
gaat, dreigt in wijde kring slacht
offers te maken. Ook een liberale
senator bleek er al van onder de
indruk te zijn gekomen. De waar
schuwing van de NRC komt dan
ook te rechter tijd.
JTNIGE tijd voor zijn overlijden
gaf de vorige secretaris-gene
raal van de Benelux-unie, wijlen
mr. dr. E. J. E. M. H. Jaspar, als
zijn mening te kennen, dat het goed
zou zijn om het Frans tot voertaal
te maken in het onderlinge Bene-
luxverkeer.
Een verslaggever van De Tele
graaf had een onderhoud met de
nieuwe secretaris-generaal, dr. C.
D. A. baron van Lynden, en stelde
aan deze de vraag, hoe hij over de
voertaal in Benelux dacht.
Het antwoord luidde: „Ik ben
getrouwd met een Frangaise. Mijn
kinderen spreken met mijn vrouw
in het Frans en met mij in het
Nederlands. Met mijn Belgische
collega's praat ik zoveel mogelijk
in het Nederlands. Laten we in
's hemelsnaam geen moeilijkheden
zoeken, waar ze niet zijn".
Ook de heer Van Lynden ver
staat de kunst, in de diplomatie
veelvuldig toegepast, om op een
rechtstreekse vraag geen positief
antwoord te geven, maar het han
dig te omzeilen.
De norm voor de in familiaal
verband gebezigde taal is een aan
gelegenheid, welke alleen de heer
Van Lynden en de zijnen persoon
lijk aangaat. Het zal niet de be
doeling kunnen zijn om dit tot norm
te maken voor het onderling Bene-
luxverkeer.
Wanneer de heer Van Lynden
met zijn Belgische collega's, zo no
dig, Frans spreekt, dan is dat zij
nerzijds heel vriendelijk, maar dan
verliest hij uit het oog, dat die
Belgische collega's volgens de Bel
gische voorschriften verplicht zijn
zich zodanig in het Nederlands te
bekwamen dat zij die taal behoor
lijk verstaan.
Afgezien daarvan, mogen we niet
vergeten, dat het Nederlands de
moedertaal is van driekwart van
de Beneluxbevolking. Het zou dus
alleszins redelijk zijn het Neder
lands in geen geval als Benelux-
voertaal van de tweede rang te
hanteren.
TN het Nederlandse politieke leven
is Mr. Marchant een markante fi
guur geweest. Als mede-oprichter
en leider van de kleine Vrijzinnig-
Democratische Partij heeft hij in
het parlement een strijdbare rol
vervuld. Zijn welsprekendheid kon
van striemende kracht zijn. Maar de
ondertoon van geheel zijn politieke
actie was een oprecht streven naar
maatschappij-verbetering, waarbij
zijn opvattingen die van de katho
liek-sociale leer dicht naderden. Hij
heeft ook nog gelegenheid gehad
uit de kring der oppositie te ge
raken als minister van Onderwijs.
Als zodanig toonde hij zich een
voortvarend regeerder, die o.a. een
hopeloos verwarde spellingknoop
fors doorhakte. Zijn partij verdroeg
het niet, dat hij overging tot de
Katholieke Kerk. Hij werd tot af
treden gedwongen. Hij blijft een
merkwaardig voorbeeld van vrij
zinnige verdraagzaamheid....
Sindsdien trok Mr. Marchant zich
uit het actieve politieke leven te
rug. Nog een korte poos is hij op
vergaderingspodia verschenen, toen
de Indonesische kwestie grote be
roering in ons volk bracht. De laat
ste jaren omgaf hem achter een
grote stilte en bij zijn heengaan zul
len niet veel woorden vallen. Het
is echter passend, een saluut te
brengen aan deze veteraan in het
politieke leven, een oprecht strijder
voor een betere wereld, een nederig
zoeker naar de waarheid. Hij moge
nu veilig geborgen zijn in de God
delijke Waarheid.
In het tijdschrift „Bestuurswetenschappen" zijn de pre
adviezen gepubliceerd, welke op het congres van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten te Breda deze week donderdag, be
handeld zullen worden.
Zij houden alle verband met het Deltaplan, dat onderwerp
van dit congres is.
Prof. dr. Sj. Groenman heeft een
preadvies gewijd aan de sociale as
pecten van de uitvoering van het
Deltaplan. Deze uiteenzetting is voor
al merkwaardig, omdat zij bijna een
ontkenning is van revolutionaire ont
wikkelingen, zoals die als gevolg van
het Deltaplan wel worden verwacht
of gevreesd.
Behoudens in de nabijheid van de
havenstad Rotterdam en ook nog in
de kustplaatsen bij de dammen be
hoeft er volgens deze preadviseur so
ciaal niet zoveel te veranderen.
Als voornaamste reden hiervoor
geeft prof. Groenman, dat de nieu
we verkeersweg langs de kust en de
Zoomse en centrale wegen het Isole
ment van de eilanden slechts be-
SPA
(Advertentie)
Wiarom de last van ongezonde (en vaak lelijke)
dikte nog langer met n meedragen? BonKorets
reven n in enkele weken weer uw jeugdig slank
figuur. Na de maaltijd een dragee met een slokje
water-en n verliest ponden per week. BonKorets
werken volgens het principe van dehydratie
eenvoudig en snel. Opgehoopt vet smelt weg
van loomheid en verstopping heeft u geen weel
meer. Veroverende charme straalt van u af. Ij
voelt n weer opgewekt en monter - een andet
mens! Begin een nieuw leven - begin nog van
daag met Bonkorets, f 3.30 per flacon.
VEKMAGERINGSDRAGEES
In de schaduw kan men dik
wijls meer zien dan in het licht.
gebied komt drs. A. G. van der Veen
in de economische feer.
Zo min als prof. Groenman over
het algemeen grote sociale verande
ringen verwacht als gevolg van het
Deltaplan, zo min verwacht drs. van
der Veen een bijzondere, van de hui
dige afwijkende economische ontwik
keling op het gebied van handel en
industrie.
Niet de betere verkeersontsluiting
acht hij beslissend, maar de verkeers-
geografische situatie, d.w.z. de posi
tie van het Deltagebied ten opzichte
van andere grote gebieden, die reeds
decennia lang een voorsprong hebben.
En deze positie, met name ten op
zichte van Rotterdam en zuid-ooste
lijk Noordbrabant blijft na als voor
dezelfde.
Het Deltagebied blijft onder de in
vloed van de zuigkracht dier oude
handels- en industriecentra, waaraan
voornamelijk slechts weerstand wordt
geboden door ook reeds langer ge
vestigde industriekernen in het ge
bied zelf, zoals Vlissingen en Bergen
op Zoom c.a.
Zeker zal het Deltagebied in ont
wikkeling meegroeien met de oude
centra en Voorne-Putten of zelfs
Goeree-Overflakkee worden in de op
gang van Rotterdam betrokken, maar
elders, vooral in Zeeland, dreigt een
bestendiging van relatieve achter
stand, wanneer geen extra?inspannin-
gen worden gedaan. En natuurlijk
komt het daarbij in de eerste plaats
trekkelijk opheffen. Het platteland
blijft in ongeveer dezelfde positie ver
keren. Een autosnelweg, die een ge-
meentekom mijdt, verandert in het
dorpsleven hoegenaamd niets.
Onze indruk is. dat Prof. Groen
man het ook op maatschappelijk
gebied diep-ingrijpende karakter van
het Deltaplan toch onderschat.
Voor het noorden valt te rekenen op
een sterke invloed van buitenaf door
de expansiezucht van Rotterdam. Dat
kondigt de brochure Randstad en
Delta" van de Zuid-Hollandse Plano
logische Dienst al duidelijk aan.
En zullen ook nieuwe industrieker
nen op de eilanden sociaal geen ver
anderingen brengen? We verwachten,
dat op het congres de stellingen van
Professor Groenman wel zware aan
vallen te verduren zullen hebben, spe
ciaal van Zeeuw e zijde.
HANDEL EN INDUSTRIE
In zijn preadvies voor de Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten
over handel en industrie in het Delta-
Advertentie)
NO-RUB
SPA
opheffing van de verdroging in zuid
west Nederland zou een bruto-op-
brengstverhoging ten gevolge kunnen
hebben van rond 40.000.000.
Ir Geuze brengt cijfers naar voren,
waaruit blijken moet, dat het verzoete
Zeeuwse meer in hoge mate de ver-
drogingsbezwaren kan ondervangen.
Hij merkt echter tevens op, dat de
kosten voor de opheffing dier bezwa
ren met het Deltaplan nog niet zijn
betaald. Daar komt nog een post bij
om het zoete water op de juiste plaats
te brengen en dat kan voor heel Ne
derland volgens ir. H. van Rossum
ruim 1.000.000.000 belopen.
Is het dan toch niet beter met stuw
dammen en spaarbekkens in het ge
bied der bovenrivieren te werken
Overigens kan men voor de land
bouw wel produktieverhogingen na
ontzilting en bevloeiing verwachten,
maar het blijft de ?rote vraag, welk
economisch voordeel dit oplevert,
wanneer men nu al geen perspectief
heeft voor een rendabele afzet.
DE VISSERIJBELANGEN
Dr. P. Korringa van het Rijks-In
stituut voor Visserij-Onderzoek te
Bergen op Zoom nam voor het Bre
dase congres der Vereniging voor
Nederlandse Gemeenten het pread
vies betreffende de visserijbelangen
bij het Deltaplan voor zijn rekening.
Dit preadvies betreurt, dat deze
visserijbelangen in het kader van het
Deltaplan nog altijd als een quantité
négligeable worden beschouwd, wat
hij ook aan een tekort aan belang
stelling in de visserij in het algemeen
toeschrijft.
Bij het Deltaplan is niet één lijn ge
volgd. Terwille van de scheepvaart-
belangen van Rotterdam en Antwer
pen is geen afdamming van Nieuwe
Waterweg en Westerschelde voorge
steld. Daar wil men met dijkverster
king volstaan. Terwille van de visse
rijbelangen in de Oosterschelde toont
men echter geen bereidheid tot een
compromis.
Dr. Korringa betoogt, dat er noch
tans alle reden is naar het behoud
van de Zeeuwse visserijen, en vooral
van de schelpdierenculturen, te stre
ven. Hij wijst hierbij speciaal op het
unieke karakter van de oestercultuur
waarvan men de natuurlijke voor
waarden, zoals die in de Oosterschel
de bestaan, wel gemakkelijk kan ver
nietigen, maar hoogstwaarschijnlijk
niet kan terugvinden of kunstmatig
vervangen. En als dit al lukken zou,
zal het vele jaren inspanning vergen.
In het buitenland begrijpt men niet,
dat Nederland de schelpdierencultuur
aan op eigen activiteit. Van een pro
vincie als Zeeland kan echter kwalijk
verwacht worden, dat het de grote
problemen geheel op eigen kracht zal
kunnen overmeesteren. Vandaar dan
ook, dat we nog eens aandacht vra
gen voor het denkbeeld, de gehele
provincie tot ontwikkelingsgebied te
bestemmen.
DE LANDBOUW
Ir. M. A. Geuze heeft voor de Ver
eniging van Nederlandse Gemeenten
een preadvies over Deltaplan in Land
bouw uitgebracht.
Dit preadvies is verder in majeur
gesteld. De preadviseur heeft grote
verwachtingen van het Deltaplan,
omdat het de waterhuishouding ver
andert.
Als de uitvoering van de werken
volgens de huidige plannen geschiedt,
zal er meer zoet water ter beschik
king komen en ,,het zoetwater is in
feite het bloed van de landbouw", zo
schrijft ir. Geuze.
De opheffing der verzilting zou
voor de landbouw een voordeel bete
kenen van 8.000.000 ongeveer en de
(Van onze speciale verslaggever)
Het feit, dat minister mr. Th. Cals aanwezig: wilde zijn op het lustrum
congres van de Nederlandse Katholieke Sportbond, in de aula maior van
de r.k. universiteit van Nijmegen gehouden, accentueerde dat de regering
meer dan gewone belangstelling heeft voor hetgeen door de grote sport
organisaties wordt ondernomen. In een korte, maar kernachtige redevoe
ring benadrukte de minister zulks, want hij zei, dat de subsidie, die thans
door de regering wordt gegeven aan de sport nog slechts een begin is.
Iedereen draagt de overtuiging met zich mee, dat de sport een zeer be
langrijk maatschappelijk verschijnsel is en dat het van het grootste belang
is, dat deze sport in goede banen wordt geleid en gehouden. Vandaar de
voornaamheid van de vorming: een vorming, die door de regering nu nog
maar matig wordt gesubsidieerd, maar waarvoor in de toekomst stellig
meer wordt uitgetrokken.
en geen doel. Sportbeoefening vereist
sportieve vorming. Deze vorming kan
men evenmin aan het toeval over
laten als bijvoorbeeld de muzikale
vorming. De jeugd te trekken door
haar de gelegenheid tot sportbeoefe
ning te geven is niet zo moeilijk:
moeilijker is de aldus ..getrokken"
jeugd een sportieve vorming te geven.
Sportiviteit is meer een kenmerk van
mentaliteit dan van bedrevenheid in
techniek en tactiek. Het sporttype be
staat niet, gelukkig niet. Men moet
slechts vrezen dat het zal ontstaan.
SOCIALE BETEKENIS
Ministeriële gelukwens.
Een hartelijke gelukwens richtte de
minister aan de NKS. Hij meende,
dat de organisatie in de afgelopen
tien jaren zeer nuttig werk had ge
daan en hij hoopte, dat de bond voor
al zou blijven denken aan de vorming
van de sportman, van de sportjeugcf
Tijdens het congres werden twee
inleidingen gehouden. De eerste was
van de heer P. J. Rippe uit Heerlen,
die een uiteenzetting gaf over de taak
en de plaats van de sport in onze
maatschappij. Hij zei, dat de sport
een bijzondere wijze is van spelen.
Wanneer het spelelement uit de sport
verdwijnt, houdt sport op spel te zijn.
,,De sport om de sport" is een ge
vaarlijke leuze. De sport is middel
Pater dr. N. Perquin SJ belichtte
de sport in haar sociale betekenis en
ging vervolgens dieper in op de psy
chologische en pedagogische kanten
van de sport. De priester ziet in de
sport een zeer belangrijk bindend ele
ment, maar het belangrijkste in de
sport blijft toch de ontspanning. De
vermoeide geest van de mens wordt
verfrist door het lichaam, het even
wicht hersteld.
Voorzitter Thien van de NKS leidde
de bijeenkomst, die met een gezellige
gedachtenwisseling werd besloten.
SPA
ten onder wil laten gaan, en men zou
daar de gehele Oosterschelde wel wil
len kopen en meenemen voor bedra
gen, die de Nederlanders zouden ver
bijsteren, aldus dr. Korringa.
HET VERKEER
Schrijvend over het verkeer in het
Deltagebied, zegt mr. H. Willemse
in zijn preadvies voor de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten, dat men
de verkeersfunctie noch mag over
schatten, noch onderschatten.
Het verkeer heft behoeftenspannin-
gen tussen verschillende gebieden op.
In hoever zullen nu nieuwe verkeers-
mogelijkheden, zoals het Deltaplan
schept, aan bestaande behoeftenspan-
ningen tegemoet komen of ook nog
nieuwe veroorzaken
Dit hangt mede hiervan af. of het
Deltagebied als een onderontwikkeld
en verder te ontwikkelen streek te
beschouwen is. De preadviseur twij
felt hier. Hij wijst op de grote histo
rie van Zeeland en op de waterwegen,
die naast scheidingen ook verbindin
gen vormden.
Maar het feit ligt er ook, dat de
Zuid-Hollandse eilanden en Schou-
wen-Duiveland spoorwegen en gewone
wegverbindingen moesten missen. De
preadviseur moet verder ook op veer
diensten wijzen, die het vervoer niet
aan kunnen.
Ook al zijn de behoeftenspannin
gen tussen de eilanden niet groot, er
zal toch door het Deltaplan een grote
verandering komen in de verkeerssi
tuatie. Met name zal het waterver
voer verminderen tegenover het» weg
vervoer.
De gevolgen van de verkeerstoe-
neming kunnen echter wel eens an
ders uitvallen, dan menigeen thans
denkt of hoopt, die er een opbloei van
de eilanden van verwacht. Men heeft
b.v. te rekenen met de zuigkracht
van Rotterdam.
Ook het preadvies van mr. Willem-
se is aldus allereerst weer een aan
sporing tot de Deltabewoners om ei
gen krachten te ontplooien, doch daar
naast tevens te overwegen Zeeland
als ontwikkelingsgebied te beschou
wen.
FILM
In communistisch China
heeft de filmcensuur de ver
toning van Liang San Po en
Chu Ying Tai" toegestaan,
omdat er geen politieke, cul
turele en communistische be
zwaren waren.
In Nederland zou cle film
gewoon „Romeo en Julia" he-
ten.
Anti-kater
Zweedse geleerden hebben
aangekondigd een middel te
hebben uitgedacht, dat „wer
kelijk doeltreffend werkt te
gen de kater". De geleerden
zijn nog niet in staat de
sluier op te lichten, want ze
willen het wereldschokkende
middel eerst nog vervolma
ken.
Rang
Mevrouw June Fishbein uit Chi
cago, die vroeger sergeant was in
het Amerikaanse leger, heeft een
eis tot echtscheiding gewonnen.
Haar man was eens korporaal en
hij liet haar in de steek, omdat hü
zich maar niet kon neerleggen bij 't
feit, dat zijn vrouw hoger in rang
was geweest. Het wijst allemaal wel
duidelijk op een afwijking, maar het
IS gebeurd.
Tuintje
Juffrouw Ida Finlay uit Port Hu
ron is bij de politie aangifte komen
doen van de diefstal van haar ach
tertuintje. De agenten vonden dat
een beetje gek, maar ze moesten
haar gelijk geven, toen ze mee gin
gen om te kijken. Ze zagen, dat de
graszoden waren weggestoken en
dat de grond tot vijf centimeter diep
was gestolen.
Geld
Bij de ex- en importbank van
de Amerikaanse regering in
Washington, waar miljoenen dol
lars omgaan, kwam het om de
haverklap voor, dat er geen dub
beltje in kas was voor de kleine
uitgaven aan de loketten. De di
rectie heeft na een diepgaand en
beredeneerd onderzoek uitgevon
den, waar 'm dat in zit. In de kas
zat hoogstens vijftig dollar. Men
heeft nü besloten dit maximum te
verhogen tot 200 dollar.
Sukses
De Londense advocaat Harold
Cassel heeft pas geleden een gemak
kelijk suksesje behaald. Cassel deed
dienst als plaatsvervangend officier
van justitie. In die functie kreeg hij
een beklaagde voor zich, die geen
verdediger had. Hij besloot nobel
om tegelijkertijd als verdediger op
te treden.
Cassel begon dus als officier van
justitie de beklaagde te beschuldi
gen van het feit een motorrijwiel te
hebben bestuurd, zonder dat hij een
rijbewijs had.
Als verdediger zei Cassel echter,
dat de verdachte de motor alleen
had voortgeduwd en dat de verkla
ring van officier van justitie be
lachelijk was.
De rechter, die het hele geval
had zitten bekijken, schatte Cassel
als verdediger kennelijk hoger dan
als openbaar aanklager.
De beklaagde werd namelijk vrij
gesproken.
1
i~m
At,!
i #1
f V
WOENSDAG, 16 MEI 1956
HILVERSUM I. 402 m. NCRV: 7,00
Nws. en SOS-ber. 7,10 Gewijde muz. 7,45
Een woord voor de dag 8,00 Nws. en
weerber. 8,15 Gram. 9,00 V.d. zieken 9,25
V.d. vrouw 9,35 Waterst. 9,40 Amus.muz.
10,06 Gram. 10.30 Morgendienst 11,00
Gram. 11,10 De mens wikt, hoorsp. 12,10
Lichte muz. 12,3o Land- en tuinb.meded.
12,33 Pianoduo 12,53 Stenen voor Den
Hoorn. rep. 13,00 Nws. 13,15 Holl. liedjes
13,35 Gram. 15,00 Fluit, viool, cello en
klavecimbel 15.30 Gram. 16,40 Meisjes
koor 16.00 V.d. jeugd 17,20 Gram. 17,40
Beursber. 17,45 Orgelspel 18,15 Spectrum
v.h. Chr. organisatie- en verenigingsle
ven 18,30 RVU: Wat er vast zit aan zie
kenhuisopname, door mevr. Dr. E. Pe-
reira-d'Oliveira 19,00 Nws. en weerber.
19,10 Nederl. volksliederen 19,30 Buitenl.
overz. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant 20,20
Kamerork. en solist 21,20 Nieuws rondom
het nieuws, caus. 21,40 Promenade-ork. en
solist 22,10 intern, evangelisch comm. 22,20
Gram. 22.30 Vocaal ens. 22,45 Avondover
denking 23.00 Nws. 23,15 Sportuitsl. 23,20-
24,00 Gram.
HILVERSUM II. 298 m. VARA: 7.00
Nws. 7,10 Gym. 7,20 Gram. 8,Oo Nws. 8,18
Gram. 8,50 V.d. huisvr. 9.00 Gym. v.d.
vro'uw 9,10 Gram. 9,35 Gram. VPRO:
10,00 Schoolradio VARA: 10,20 V.d.
huisvr. 11,00 RVU: Prof. Dr. F. E. S. van
Thienen: Kostuum en stijl 11,30 Gevar.
progr. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12,33
V.h. platteland 12,38 Orgelspel 13,00 Nws.
13,15 Tentoonstellingsagenda 13,18 Dans-
muz. 13,45 Medische kron. 13.55 Gram.
(Advertentie)
14,30 V.d. jeugd 16,00 V.d. zieken 16.30
Residentie-ork. 17,00 Orgelspel 17.25
Gram. 17.50 Regeringsuitz.: Verklaring en
toelichting: 1 Is bestrijding van de zilver
meeuw noodzakelijk? 2 Vlaggetjesdag 1950
18,00 Nws. en comm. 18.20 Gram. 18,25
Act. 18.35 Lichte muz. 18.55 V.d. jeugd
19,05 Gram. 19,25 Nelis Volle Vaart
VPRO: 19.30 V.d. jeugd VARA: 20.00
Nws 20,05 Tussen de regels door, comm.
20,15 Leert uw landgenoten kennen,
klankb. 20.40 Gram. 2L15 Monany's jon
gen huilt niet 21,45 Operaoonc. 22.45 Tus
sen mens en nevelvlek_ caus. 23,00 Nws.
23.15 Soc.nws. in Esperanto 23,20-24,00
Gram.
BRUSSEL, 324 m. 11.45 Gram. 12,30
Weerber. 12,34 Gram. 13,00 Nws. 13,15
Mozartprogr. 14,00 Schoolradio 16,00 Koer
sen 16.02 Gram. 16.30 Amus.muz. 17,00
Nws. 17,10 Zang en piano 17.50 Boekbespr.
18,00 Kamerork., koren en sol. 18,30 V.d.
sold. 19.00 Nws. 19.40 Omr.koor 20,00
Hoorsp. 21,30 Gram. 22,00 Nws. 22,1»
Schumann-cyclus 22,55-23,00- Nws.
BRUSSEL 484 m. 12.00 Gram. 13,00
Nws. 13,15 Gram. 14,10 Idem 14,15 Ork.
conc. 15,00 Jazzmuz, 15,45 Koorzang 16.05
Lichte muz. 17,00 Nws. 17.15 en 17,30
Gram. 19,30 Nws. 20.00 Ork.eonc. 21.35
Gram. 22,00 Nws. 22,15 Vrije tijd 22.55
Nieuws.
NCRV: 17,00-17,30 V.d. "kind. KTtO:
20,00 Kath. nws. 20,10 Wie is wie, blijspel.
FRANS-BELG.: 18,45 Testbeeld 19,00
Pol. caus. 19.30 V.d. jeugd 20.00 Act. 20,15
Nws. 20,40 Filmprogr. 21,10 Speelfilm
22,30 Wereldnws. VLAAMS-BELG.:
17.00 V.d. kleuters 17,20 V.d. jeugd 17,40
Filmprogr. 19,15 Gram. 19,31 Nws. 20.10
Wie is wie, blijspel 21,30 Gevar.progr.
22,15 Nws.
13)
,.Nu", zei sir Henry, nadat hij dit
oude kunstwerk had aangestaard,
„het is zeer goed om dit de weg van
Salomo te noemen, maar mijn be
scheiden mening is, dat de Egytena-
ren hier zijn geweest vóór het volk
van Salomo er een voet heeft gezet.
Dit moet werk zijn van Egyptenaren
of Phoeniciërs en anders lijkt het er
al buitengewoon veel op."
Tegen de middag waren wij vol
doende gedaald, om in een streek
tc komen, waar men reeds hout aan
trof. Eerst waren het maar kleine
struikjes, later echter werden het tak
ken.
,,Ah!" riep Good met geestdrift,
-hier is een massa hout! Laat ons
stilhouden en hier difi-ren; dat rau
we vlees bekomt toch slecht!"
Niemand maakte enig bezwaar te
gen dit plan en wij hadden spoedig
een aantal takken bijeen die goed
ua! ware«. Nadat wij behoorlijk
hadden gegeten, staken wij onze pij
pen aan en gaven ons aan een ge
voel over, dat na de ontberingen van
de laatste dagen hemels was.
De betovering van de plaats, met
de overtuiging dat het grote gevaar
achter ons lag en dat het beloofde
land eindelijk zou worden bereikt,
scheen ons tot stilzwijgen te stem
men. Na enige tijd echter hoorde ik
dat sir Henry zich met de Zoeloe
Umbopa in een mengsel van gebro
ken Engels en Zoeloe-taal onderhield.
Mijn ogen waren wel half gesloten
maar toch kon ik goed opletten. Ech
ter miste ik Good, maar spoedig
vond ik hem teru*g. Hij zat op een
bank bij de rivier, waarin hij een
bad had genomen. Geen andere kle
ren droeg hij dan een flanellen hemd
en dit zag er nog keurig uit en hij
scheen bezig met zijn toilet. Met
zorg keek hij naar de plooion die na
deze langdurige reis in zijn kleren
waren gekomen; hij streek ze zo
goed mogelijk glad en reinigde daar
na zijn schoenen. Uit een doosje, dat
hij in zijn broekzak had, haalde hij
daarne een spiegel tevoorschijn en
bekeek zich daarin zorgvuldig. Hij
was kennelijk niet tevreden, want hij
begon zijn haar glad te strijken en
•ging zich daarna scheren. Plotseling
echter gebeurde er iets wat mij schrik
aanjoeg. Good sprong op met een
vloek. Staande niet meer dan twintig
passen van de plaats waar ik was en
tien van Good af stond een groep
mannen. Ze waren zeer groot en
koperkleurig en sommigen hadden
grote pluimen op het hoofd en wa
ren gekleed in vellen van luipaarden.
Dat was alles wat ik op dat ogen
blik kon waarnemen. Het voorts van
hen stond een jongen van ongeveer
zeventien jaar, zijn arm stak hij op
en het lichaam was voorover gebo
gen in de houding van een Grieks
standbeeld van een speerdrager.
Toen ik keek, kwam er een oudere
man uit de groep en greep de jongen
bij de arm, terwijl hij hem iets
scheen te zeggen. Daarna kwamen
zij op ons af. Sir Henry, Good en
Umbopa hadden op dat ogerblik hun
geweren gegrepen en legden aan. De
kleurlingen kwamen intussen zonder
aarzeling nader en de gedachte rees
bij mij dat ze misschien niet wisten
wat geweren waren, omdat ze an
ders niet zoveel onverschilligheid zou
den hebben getoond.
„Legt de geweren neer!" riep ik
de anderen toe, ziende dat onze enige
kans op behoud in verzoening lag.
Zij gehoorzaamden en op hen toelo
pende, richtte ik mij tot de oude
man.
„Gegroet", zei .k in de Zoeloetaal,
niet wetende welke andere ik zou
gebruiken. Tot mijn verwondering
werd ik verstaan.
„Gegroet", antwoordde de man,
niet bepaald in dezelfde taal, maar
toch in een dialect, dat er zo veel
op leek, dat noch Umbopa, noch ik
enige moeilijkheid had om hem te
verstaan. Zoals wij later hoorden, was
de taal, door dit volk gesproken een
oude vorm van die der Zoeloe's.
„Van waar komt ge?" vroeg hij
voort, „wie zijt gij? En waarom is
het gelaat van drie uwer wit en dat
van de vierde^ als het gezicht van de
zonen onzer moeders?" en hij wees
op Umbopa.
Toen hij dit zei, keek ik naar Um
bopa en hij had gelijk, de vorm van
diens gezicht en van zijn groot sterk
lichaam was volkomen hetzelfde als
die van de mannen voor ons. Maar
ik had geen tijd om lang over deze
treffende gelijkenis na te denken.
„We zijn vreemdelingen en komen
in vrede." Ik sprak zeer langzaam,
opdat hij mij goed zou verstaan, „en
deze man is onze knecht". „Ge
liegt," antwoordde hij, „geen vreem
delingen kunnen deze bergen over
steken, waar alles moet omkomen.
Maar wat baten uw leugens? Indien
ge vreemdelingen zijt, dan moet ge
sterven, want geen vreemdeling mag
leven in het land van de Kukuanas.
Dat is de wet van de koning. Be
reid u dus voor om te sterven, o
vreemdeling!"
Die woorden ontstelden mij te
meer, omdat sommigen van de man
nen de hand uitstrekten naar hun zij
de, waar iets hing wat op een groot
en zwaar mes leek. „Wat vertelt die
kerel?' 'vroeg Good. ,Hij zegt dat
we straks allen zullen worden dood
gemaakt." antwoordde ik grimmig.
„O hemel!" steunde Good en gelijk
zijn gewoonte was, wanneer iets hem
ontzette, stak hij zijn hand in zijn
mond, haalde zijn valse tanden er
uit en zette die er weer in. Dat was
een hoogst gelukkige beweging, want
de Kukuanas uitten een kreet van
schrik en gingen een paar meters
achteruit. „Wat is dat?" vroeg ik.
„'t Is zijn vals gebit," fluisterde sir
Henry. „Neem ze ej nog eens uit,
Good." Hij gehoorzaamde en'wikkel
de ze in een punt van zijn flanellen
hemd. Het volgende ogenblik had de
angst plaats gemaakt voor nieuws
gierigheid en de zwarten naderden
weer.' Kennelijk hadden ze voor een
ogenblik hun beminnelijk voornemen
om ons te vermoorden 'vergeten.
„Wat is dit, vreemdelingen?" vroeg
de oude kleurling op plechtige toon,
„met deze man" (hij wees op Good,
die niets aan had dan een flanellen
hemd en zijn schoenen en half ge
schoren was) „wiens lichaam ge
kleed is en wiens benen bloot zijn,
die haar heeft op de ene zijde van
zijn ziekelijk gezicht en niets op de
andere en die een doorschijnend oog
draagt, wat is dit vraag ik, heeft hij
tanden, die uit zichzelf bewegen en
uit de kaken komen en er weer in
gaan als ze willen?" „Maak uw mond
open", zei ik tot Good, die zijn lip
pen optrok als een nijdige hond en
de verbaasde toeschouwers niets ver
toonde dan een paar dunne rode
strepen. „Waar zijn de tanden?" rie
pen ze. „Wij hebben ze met onze
eigen ogen gezien." Good keerde het
hoofd om bracht de hand aan zijn
mond en men zag twee rijen prach
tige tanden. De jonge man, die het
eerst aanstalten had -gemaakt om zijn
mes te trekken, wierp zich met een
kreet van schrik op de grond terwijl
de knieën van de oude tegen elkaar
aansloegen van schrik. „Ik zie dat
gij geesten zijt," zei hij stamelend,
„werd er ooit een man of vrouw ge
boren die haar heeft op de ene zijde
van het gezicht en niet op de andere,
of een rond en doorschijnend oog, of
tanden, die weggaan en weer terug
komen? Vergeeft het ons. o heren!"
Hier was inderdaad een geluk en
onnodig te zeggen, dat wij het aan
grepen. „De vergiffenis wordt u ge
schonken", zeide ik met een genadige
glimlach. „Ge zult nu de waarheid
vernerrfcn. Wij komen van een ande
re wereld, hoewel wij mensen zijn als
gij. wij komen van de grote ster, die
s 'nachts schijnt." „Oh! Oh! riep de
gehele schaar van verbaasde zwar
ten. „Ja," ging ik voort, „dat doen
wij waarlijk. Wij komen om een kor
te tijd bij u door te brengen en u te
zegenen door ons verblijf. Ge ziet
reeds, dat ik mij heb voorbereid op
dit bezoek, door uw taal te leren."
„Dat is zo, dat is zo," zei het koor.
„Maar heer, ge hebt haar slecht ge
leerd" waagde de oude man te zeg
gen. Ik wierp hem een verontwaar
digde blik toe en hij scheen daarvan
te schrikken. „Neen vrienden", ver
volgde ik, „ge zoudt misschien kun
nen denken, dat na zulk een lange
reis wij plannen in ons hart zouden
kunnen voelen rijzen om deze ont
vangst te wreken, om misschien met
dodelijke koude de hand te slaan,
welke het goddeloos voornemen had
het mes te richten op hem. die zijn
tanden in zijn mond kan laten "gaan
en komen." Spaart nem, heren,"
smeekte de oude man, „hij is de zoon
van de koning en ik ben zijn oom
Indien hem iets mocht overkomen,
zal ik verantwoordelijk zijn voor zijn
bloed." „Ja, dat is zeker zo," voegde
de jonge man er met veel overtui
ging aan toe. „Misschien twijfelt ge
aan onze macht om te wreken," ging
ik voort, onverschillig voor zijn in
menging „welnu, ik wil u een* be
wijs geven. Hier, jij hond en slaaf
(ik richtte mij op ruwe wijze tot Um
bopa) „geef mij de toverbuis, welke
kan spreken."
Umbopa stond op en met een
grijns, zoals ik nog nooit van hem
gezien had, overhandigde hij mij een
geweer. „Hier is zij, o Heer der He
ren", zei hij met een diepe gehoor
zaamheid. Nu had ik juist voor ik het
geweer vroeg een kleine springbok
gezien, die op een rots stond op een
afstand van ongeveer zeventig me
ter en besloot het schot te wagen.
(Wordt vervolgd)