Je ÜlüagblaO pcStcitt HET GROTE LEVENSWERK van wijlen Mgr. F. Frencken ?eg Op 3 mei a.s.: het zilveren feest van Bouvigne CENTRUM VOOR GEZINSOPBOUW nu zelf 1.0. Zo wordt de fakkel van liefde en geloof brandend doorgegeven J PRAKTISCHE IDEALISTEN Wij willen Grace Tsjechische torpedoboten voor Egypte 12 alstraat 4-6 LISSINGEN Tel. 2814 ;ren DERDE BLAD De volledige Frencken Geestelijke stoottroepen Na de oorlog ZATERDAG 21 APRIL 1956 Inschrijvingen ten volle toegewezen ia kwaliteit mier enige gedurende jk apparaat tijd iedere elijk kleine lleen onhe il een onbe- vormen, t bevallen erug of minder illen IJ dan zijn s fl. 39,75 hten en E R E E N moeite keerde n heeft riijn de ■de be- <e spe- kunnen beleg- an een advies jos«ndaal denbosch Tilburg Op 3 mei a.s. wordt officieel „het zilveren feest van Bou vignegevierd. Dan komt Anton van Duinkerken spreken over „De vreugden van het goede gezin" tijdens een bijeen komst, die door vele kerkelijke en wereldlijke autoriteiten zal worden bijgewoond. Er zal ook een gedenkboek ver schijnen en de K.R.O. zal een vol half uur aan Bouvigne wijden. Tenslotte zij gemeld, dat een openluchtspel „De molen van Fatimabegin juni de première zal beleven. De schrijver is Manus v. d. Kamp, de regisseur Anton Sweers. In de loop van het jaar komen er bovendien vier reunie's van groepen, die hun opleiding of vorming op Bouvigne ontvingen. In de afgelopen 25 jaar werden op „Bouvigne" 237.482 personen opgeleid of gevormd, en wel over 1.000.942 „mandagen". We kunnen dit als volgt specificeren Opleidingen 9.140 Cursisten 67.875 Moeders 34.789 Daggroepen 93.096 Logé's 21.516 Vakantie-groepen 11.066 Totaal 237.482 1 <C In een (geschreven) notedop bijeen is dat de uiterlijke vorm van het feest. Over de inwendige waarde aarzelen we te schrij ven, omdat alle doppen van een bongerd vol notenbomen dan nog geen ruimte zouden bieden, die groot genoeg zou zijn om de waarheid nabij te komen. We zullen derhalve een poging doen om u door de opsomming van een aantal feiten en data dat be sef bij te brengen. Misschien bereiken we daarmee, dat u in de toekomst dringend behoeft voelt aan een nadere kennismaking met „het levenswerk van Mgr. F. Frencken". midden in het schone Bra bant, dat voor haar een mid del zal zijn om de wereld te herstellen in geest en waar heid". Met deze naam zijn we tegelijk ge komen aan kern en wezen van wat Bouvigne „was, is, en blijven wil": een Mariaal centrum van gezinsop- bouw. Toen de jonge priester-leraar aan het seminarie IJpelaar in de tijd na de eerste wereldoorlog rond zich de sterk toenemende nood in het toen reeds (bescheiden) industrialiserend Brabant bewust werd, besloot hij uit te zien na-r een redmiddel. Hij wilde door het jonge meisje vat krijgen op de moeders van de toekomst en aldus doordringen tot het ,ezin. Het tekent deze apostolische priester, dat hij eerst en vooral dacht aan de methode van een dien-godsdienstige persoon lijke beleving: de Eucharistische Kruistocht. Met enige helpsters wist hij kernen van meisjes te vormen, die binnen de bedrijven een steun voor de ande ren moeste* zijn. Dit kernvormings werk groeide uit tot een uitgebreid sociaal fabriekswerk en tot een com plete jeug 'beweging voor arbeiders meisjes. U begrijpt ïatuurlijk al, dat woorden (zekei in het beperkte be stek van een dagblad-artikel) tekort schieten in het schetsen van de groot se en in die dagen bijna „schokken de" wezenlijke waarde van wat gebo ren werd uit het apostolische vuur, het natuurlijke leiderstalent en de bovennatuurlijke tact van de pries ter-leraar. Volstaan we noodgedivon- gen met een beroep te doen op uw eigen verbeeldings vermogen, II daarbij als hulp middel het feit noemend op 11 oktober 1930 besloot de gemeenteraad van Ginne- ken om Bouvigne aan Mgr. Frencken te verhuren voor de tijd van 50 jaar met recht van koop. „Dit is de geluk kigste dag van mijn priester leven", zo getuigde hij zelf, „en. de vertvezenlijking van mijn groot ideaalaan mijn Moeder in de hemel een monument aan te bieden De vijver rond het Kasteel Bou vigne is een ideale gelegenheid om te spelevaren. Deze woorden zetten onverwacht scherp een schijnwerper op de vol ledige Frencken, die het bovenna tuurlijke in zijn werken vooropstelt en op hetzelfde ogenblik alle natuur lijke hulpmiddelen stevig in het vizier neemt. Dank zij het 16e-eeuwse kas teel. „Boevertje" kon hij nu overgaan tot de oprichting van de School voor Sociale Bedrijfsleiding voor meisjes, die leiding moesten geven in de fa brieken. Hij liet ook een onderzoek instellen naar de toestanden in de fabric' en, welk onderzoek liep over 80.000 werkende meisjes. Er werden bovendien E.K.-huizen opgericht als schaftlokalen voor fabrieksmeisjes (o. a. bij Kwatta, Hero en H.K.I.), te St. Willebrord werd een eigen atelier in gericht en in samenwerking met de N.C.3. werd het „Huishoud-onder- wijs voor alle meisjes" ter hand ge nomen. Later ontstonden daaruit huishoudscholen te Roosendaal, Ruc- phen, Dongen en Oosterhout. Ook werd onmiddellijk besloten om op Bouvigne cursussen te gaan geven voor jonge meisjes, namelyk voor (toekomstige) jeugdleidsters, voor jonge boerinnen en voor meisjes uit de middenstand en uit de zogenaam de hogere stand. Uit deze cursussen is geheel de K.j.V. an de bisdom men Breda, Utrecht, Roermond en Den Bosch Feborin. Daarnaast wer den Moederdagen" georganiseerd en ontstond de cursus Inleiding in het volle leven". Tienduizenden Brabant se meisjes en vrouwen werden aldus gevormd tot .geestelijke stoottroe pen" waarmede het werk ,,de op bouw van het gezin" kon worden aangepakt. Aan dit werk en aan Bouvigne ging de tweede wereldoorlog geenszins on gemerkt voorbij. Subsidies werden in getrokken, gebouwen werden gevor derd. Dit betekende voor een man als Mgr. F. Frencken niet („natuur lijk niet", zijn we eneigd te schrij ven), dat liet werk werd stil gelegd. Zo werd het in 1934 begonnen werk van de Sociale Gezinszorg in 1940 aangepakt in Hengelo, in 1943 in Zut- phen en in 1944 in Groningen en Amersfoort. Tegelijkertijd groeide op Bouvigne zelf uit het A.M.K. de op leiding voor sociale gezinshulp. In deze uiterst moeilijke jaren werden bijna 800 meisjes opgeleid. Van grote betekenis was in dit verband het vor* men van de z.g. gezinscolonnes: groe pen meisjes, die dadelijk na de oor log het noorden van ons land introk ken om de getroffen gezinnen bij te staan. Een „leger" van ongeveer 2.000 Brabantse meisjes nam aan de ze prachtige actie deel. Daaruit groeide weer de gezinszorg en in 1947 werkten de gezinsverzorgsters onder leiding van de catechisten van de E.K. reeds in 41 plaatsen. In totaal werden op Bouvigne 1616 gezinsver zorgsters opgeleid De periode na de oorlog was in het begin nog verre van rooskleurig, al thans op het stuk vn de materiële kant. De geestdrift was groter dan ooit, de stuwende kracht van Mgr. Frencken leidde regelrecht naar grootse prestaties, ook al moest het tot 24 juli 1947 duren aleer het kasteel weer volledig in gebruik kon worden genomen. Op die dag echter was de bezielende leider niet meer bij de zij nen: op 29 april 1946 was hij overle den. Maar tochzijn bezieling bleef met onverminderde kracht door werken, zijn geestelijke erfenis stel de dc catechisten in staat moedig en vastberaden te blijven voortgaan op de eenmaal ingeslagen weg, die voeren moest naar de opbouw van het gezin. Het doel bleef in wezen ge lijk, de middelen werden op moderne leest geschoeid. Het vormingscentrum voor meis jes leverde in 5 jaren tijds niet minder dan 421 „praktische idealisten" af, die over het land verspreid als verpleeg ster, maatschappelijk werk ster, gezinsverzorgster of kin derverzorgster de fakkel van liefde en weerbaar geloof door geven. Ni ien we daarnaast cursussen voor verloo 'e voor religieuze en le- ken-opvoeders, voor 't gezin (daar uit ntstond „De geestelijke Unie"), voor moeders en voor echtparen. De school voor maatschappelijk werk ging voort met het vormen en afle veren van geschoolde (gediplomeer de) krachten en he Wijkwerk voor niet-aangepaste gezinnen nam een steeds groter vlucht. In de volle zin van het woord was na de oorlog Bou vigne de centrale voor de opbouw en het herstel van het goede gezin. Het lijkt ons zeker niet te veel ge waagd te zeggen dat het werk zich steeds gezond zal weten te hernieu wen. Of die hernieuwing zal gaan in j de richting van het apostolaat in de werkplaatsen, ateliers en fabrie ken op de wijze van de „priester arbeiders", staat zeker niet vast, al kan men dat om bepaalde zeer krachtig-sprekende redenen ver moeden en hopen. Aan de leiding van Bouvigne zal het zeker niet liggen, dat niet reeds thans dui delijk die richting gekozen werd. We hebben echter de rotsvaste overtuiging, dat ook in dit opzicht op het meest geschikte ogenblik en met inzet van alle beschikbare krachten de Bouvigne-bakens naar het getij zullen worden verzet. Te- zeer immers is de geest van wijlen Mgr. Frencken nog gist en levens sap in de E.K. en in de mariale gezinsburcht Bouvigne. (Advertentie) The American Cosmetic Syndicate Toen B. en K. in Londen arri veerden, staken enkele Britten een spandoek omhoog met: „Wij urillen Grace Kelly". Een nogal verrassen de exclamatie, want al zijn prin ses Gracia en de Kremlin-Brothers nu toevallig tegelijkertijd in het nieuws, dat geeft toch nog geen aanleiding tot zoiets als een nood zakelijke, alternatieve keuze. Het is eigenlijk precies hetzelfde als wanneer wij in Nederland bij de aankomst van de koning van Zweden zouden roepen: „We willen Bing Crosby". Toevallige toehoor ders zouden met goed recht kunnen antwoorden dat dit best mogelijk was, maar dat we met die uitroep beter hadden kunnen wachten tot we weer eens in de bioscoop zaten.- Toch moet en-.poor een - genoeg lijk incident als daar in Londen een aanwijsbare oorzaak zijn. Die men sen bedoelden natuurlijk niet, dat ze inplaats van Boelganin en Kroe- stjev prinses Gracia Patricia in En geland wilden zien. Want Eden kan niet toveren. Ze bedoelden wel fe zeggen, dat die hele rimram van de huidige politieke komedie hun eigenlijk maar weinig interesseer de. Dat ze liever dan zich langer bezig te houden met de gevaarlijke salto-mortales van het Kremlin, waar het lot van de wereld toch maar van afhangt, in Monaco wil den zijn. De Londenaren en de mensen in Parijs en ook die van Amsterdam zouden maar het liefst naar een ro mantisch plekje gaan, met palmen en eeuwige zon, waar geen staats man de kans krijgt gevaarlijke din gen te doen. De dragers van dat verrassende spandoek moeten al beu geweest zijn van de Russische glimlach, voordat Kroestjev en Boelganin de eerste Britse blondines een knip oogje gaven. Want men kan eens lachen met al dit gedoe, achter de geforceerde vrolijkheid van B. en K. ontwaart men toch altijd de al lesbehalve innemende grijns van de alwetende en almachtige partij, die weet wat de wereld behoeft en de mensheid haar zegeningen wenst te schenken, met of zonder geweld. Maar de mensheid voelt niet voor zo'n paradijs. Hoe meer er over ge sproken wordt en hoe beminnelijker de Sovjets het trachten op te drin gen, hoe sterker het verlangen uit gaat naar die palmen en die zon en het kleine geluk. En daarom was het toch weer niet zó dwaas, dat men Grace Kelly al ternatief stelde voor de twee Krem- lin-bonzen. Tragisch is het natuur lijk wel. Want de bruiloft in Monaco kan voor een ogenblik de illusie wekken dat de werkelijkheid nog als een sprookje kan zijn, de men sen veranderen er niet door. B. en K. zullen glimlachend door Enge land blijven toeren en de atoom- proeven gaan voort, evenals het ontwapeningsoverleg. En over een paar dagen zullen we aan de luister van dat huwelijk aan de azuren kust nog slechts terugdenken als aan een aarzelend en onmachtig glimpje zonlicht door een perma nente regenlucht. THEODOOR BIJ DE DOOD VAN JUNGSCHLAEGER Wat zijt Gij goed mijn Grote God! tt zijt Gij goed voor brave helden, reddingbrenger in dit uur, Gij riep Uw zoon te blij'der velde. Nu zijt gij vrij, mijn landgenoot! No ah woord, noch daad kan u meer deren Beschaamd buigt veler mensenhoofd, Nu sterker mac,htj 't getij deed keren. Rust zacht'' gij vriend na zware strijd, Geen leugen kan u nog belagen Dit zal ons aller troostzin zijn Nu gij door God werd weggedragen Mgr. P. Hopmans, Mgr. F. Frencken en de heer J. Ingenhousz: drie peilers waarop het Bouvigne-werk stevig werd gebouwd. BREDA, A. de DEUGD-HURKS NEGERGEWOONTEN Vooroordeel is onze grootste vijand. Het trof mij daarom bijzonder pijnlijk, dat uw artikel „Merkwaardige neger gewoonten" in de editie van vrijdag 13 april j.l. eerder bijdraagt om dit voor oordeel te bevorderen, i.p.v. het te doen afnemen, wat uiteindelijk zal moeten ge beuren, willen verschillende rassen of na1£onaliteiten tot elkaar komen. Chm te beginnen: de vlag van uw arti kel dekt de lading niet. Of anders ge zegd: een gewoonte van een bepaalde stam of stammen kunt u toch niet als gewoonte van de grootste meerderheid van de negers (ook buiten Afrika) be schouwen? Verder heb ik nooit geweten, dat de bewoners van Nieuw-Guinea negers wer den genoemd. Indien ik de strekking van uw artikel niet goed heb begrepen, dan verzoek ik u mij dit te willen vergeven. Maar als u zelf zult moeten toegeven, dat hier iets mank gaat. dus dat uw be weringen niet juist zijnt dan zou het niet meer dan billijk zijn dit recht te zetten. TERNEUZEN. EEN NEGER. We hebben duidelijk geschreven over merkwaardige gewoonten welke de negers er op na houden, die nog aan de oude heidense tradities vastzitten. Verder is Nieuw-Guinea terloops ge noemd, ter vergelijking met de toe standen in Afrika. We willen overi gens toegeven dat het plaatje, dat op Nieuw-Guinea betrekking had, enigs zins verwarrend kan werken. (Red.) (Advertentie) OESTERS VOOR DE MASSA Velen zullen het redactionele protest bijvallen over de vernietiging van het overschot der oesters, waarmee de oester- kwekers geen raad weten. Hier ziet men nu een gevolg van de samenwerking tus sen kwekers en exporteurs, die na 1945 de binnenlandse prijs steeds omhoog joeg en waardoor steeds meer Neder landse gezinnen zich zijn gaan onthouden om bij feestelijke gelegenheden en als cadeaus oesters aan te bieden. Het bui tenland was er immers verzot op, en men trok zich van de binnenlandse markt niet veel aan. Nu de afzet naar buiten ook maar even spaak loopt, gaat het mis. Overigens is dit geen proces van enige laatste jaren, maar van de vele jaren na de oorlog. Al heeft de miskweek nu en dan in dit verloop onderbreking gegeven. Men wil nu het bestaande overschot van enkele jaren liever vernietigen, dan door goedkope aanbieding in Nederland het nuttig gebruik voor de Nederlandse mensen te stimuleren. En dit laatste is ook nodig, want geloof maar gerust dat duizenden oudere gezinnen het gebruik van oesters hebben afgeleerd en tien duizenden jonge huisgezinnen het ge bruik nooit hebben geleerd. In bijna even sterke mate is dit met het mossel-eten het geval. Vroeger waren de mosselen een goedkoop volksvoedsel lekker en voedzaam. Nu moet een huis gezin gaan zoeken om een mosselmaaltje op de kop te tikken en dan nog duur ook. Hier heeft men nu een door iedereen waarneembaar verschijnsel van de con centraties in de oester- en mossel-handel en het opvoeren van de prijzen, moge lijk geworden door de export. Het zou mij niets verwonderen of zelfs duizenden advertenties met: „Eet nu oesters"... „Volksvoedsel"... „iZij zijn goedkoop," wel voldoende stimulans zul len zijn voor een snelle verkoop in eigen land. Dit geval is een der vele voorbeelden, die een teken aan de wand zijn voor een verkeerde economische ontwikkeling in ons land. Misschien te laat zullen wij allen de schaduwen, die zich nu en dan aftekenen, gaan opmerken. Gelukkig is een besluit tot vernietiging nog niet ge nomen en de regering is dus nog in staat in te grijpen. Het zal leerzaam zijn te zien of de regering, die wel maatregelen neemt tot prijsbeheersing (dus ingrijpt, waar prijsafspraken voeren tot verho ging) ook hier een taak ziet, om voor de mensen nuttig voedsel voor het Neder landse vol'k te behouden. Het zal leerzaam zijn op te merken of sommige tekenen aan de wand voor onze economisten gaan spreken. B.o.Z. Ir. J. MET Z'N DRIEëN Een tijdje geleden las ik in uw courant een ingezonden stukje van iemand die zich beklaagde dat agenten zich wat „eenzijdig" toonden en de vrouwelijke verkeersovertreders meer kans gaven dan de mannelijke. Nu zondagavond j.l. echter heb ik weer eens (sinds lang) kennis gemaakt met een ander soort agent en wel de ..boeman-agent". Wij kwamen over de Haagdijk, we wa ren met drieën (fiets), een van ons ge zelschap vroeg mij wat en om daarop te antwoorden ging ik naast hem rijden. Bom er boven op kreeg ik een bekeu ring. Nu kunt u zeggen „die man deed zijn plicht", maar acht u het 's avonds om half twaalf, wanneer het verkeer dus heus niet op het drukste is, nu zo overbodig dat er eerst een waarschu wing gegeven wordt? Het gaat mij niet zozeer om die bon, al vind ik het jam mer. Veel en veel erger is het dat Bre da nog zulke agenten telt, die direct voor Zwarte Piet spelen en niet probe ren met een milde strengheid de (kleine) verkeersovertreders erop te wijzen dat wat ze deden niet in orde was. Persoonlijk geloof ik dat dit een veel betere methode is, men zal (ook) voor die agent de verkeersregels beter in acht nemen en dat gaat niet om het bonnetje, maar uit een soort „belofte maakt-schuld-gevoel". DRé VAN DIJK VERKEERDE FILMVOORLICHTING Door de aquariumvereniging Minor werd dinsdag een filmavond georgani seerd. We hebben alle waardering voor de activiteit dezer organisatie. Als we dus tegen de filmvertoning als zodanig schrijven, is dit zeker niet denigrerend bedoeld ten opzichte dezer vereniging. Tegen de filim: „Naar de bronnen van het leven" moeten we echter met klem protesteren. Deze Russische film uit de staatslaboratoria der Sovjet-Unie (het geen telkens met veel ophef wordt ver meld) is uitgesproken anti-godsdienstig en zeer beslist wetenschappelijke non sens. Mij „bewijst" met heel veel dik doenerij, met binooulaire microscopen en ultra-microscopen, via geraffineerd op gezette proeven met coacervaten, dat alle leven op aarde ontstaan zou zijn uit een of andere oerstof, het oude praatje om God en heel Zijn schepping uit te scha kelen. Uit de dode materie is het leven ontstaan. Gewichtig doende professoren en een dikke professorin vertellen daar over de grootste wetenschappelijke non sens. Het was beslist een grote vergissing deze film te vertonen, vooral omdat er veel propaganda voor gemaakt was onder de jongeren. Met een Russische staats- film over de oorsprong van het leven had men veel voorzichtiger moeten zijn BREID AN, KOOPMAN OF „PARASIET" Nu de schoonmaak weer in volle gang is en de huismoeders hun werk niet meer afkunnen, worden zij ook nog vaak ge stoord door de opkoper, ja het is wer kelijk bar in deze dagen. Men ziet er maar al te vaak 5 a 6 in één straat rond scharrelen, wat men dan opkopers noemt, want de meesten zijn parasieten die het brood van de werkelijke opkoper uit de mond stelen. Zo lopen er die gepen sioneerd zijn, in ploegen werken en zelfs zij die een ander vak uitoefenen' Zo ken ik een melkboer die zichzelf tot twee uur in de middag afjakkert om de melk en zuivelprodukten bij de klanten te bezorgen en direct daarna op de bakfiets schreeuwt om lompen en afvalstoffen. Anderen keren vuilnisbak ken ten onderste boven en zo meer van die dingen. De gemeenten doen hiertegen niets, hoewel de georganiseerde opkopers het al vaak hebben geprobeerd ook hier een regeling te treffen ten behoeve van de ware koopman, maar steeds tever geefs. Daarom wil ik een beroep doen op alle huismoeders en zakenlui, hun afvalstoffen te verkopen aan opkopers die men zowel 's zomers als 's winters op de baan ziet. BREDA, A. R. ZUNDERTS VERENIGINGSLEVEN (II) Vorige week trof ik in deze rubriek een stukje aan, waarin de rubriek „Op Zunderts Verenigingspodium", welke ik verzorg, als vreselijk flauw gedoe" werd bestempeld. Verder schreef inzender, dat hij niet begreep, waarom deze stukken wekelijks worden geaccepteerd. In een voetnoot voegde de redactie daaraan toe, dat er nu eenmaal mensen zijn, die meer van vergaderen houden dan van voetballen etc.. waar de inzender meer aandacht aan besteed wilde zien. Im mers: zoveel hoofden, zoveel zinnen. Naar aanleiding hiervan wil ik niet na laten hieraan nog wat ter verduidelij king toe te voegen. Zundert kent name lijk een enorm aantal verenigingen, die op gezette tijden van zich doen spre ken op het een of ander gebied en de verenigingsmensen willen daarvan te recht de weerklank horen in hun lijf blad. Nru kan men de berichten normaal hun plaatsje geven onder het plaatselijk nieuws, doch doordat ik zo'n enorme hoeveelheid kopie te verwerken kreeg, ben ik reeds in 1954 begonnen met een vaste verenigingsrubriek, waarin dan de gebeurtenissen van een hele week wor den samengebundeld. Mogelijk zijn er nu, -naast de inzender, nog wel meer lezers die de aldus ontstane rubriek niet bijster interessant vinden, doch ik moet hierbij aantekenen dat er ook vele lezers zijn, die juist dit verenigingsnieuws niet graag zouden willen missen. ZUNDERT. HERMAN WASSENAAR DE BEJAARDEN Hoera ouden van dagen, niet meer klagen Wij zijn uit de nood en hebben ons brood Maar vlees moet ge maar vergeten Dat zullen de anderen wel eten Wij zijn uit de brand, als een hond aan de band Die krijgt ook brood, daar gaat-ie ook niet van dood Maar zouden wij het wel beleven Dat ons wat meer wordt gegeven? Daar moesten ze niet op verzinnen. En dadelijk mee beginnen Dan kunnen wij op onze oude dag ook nog eens smullen Van die goede spullen Wij hebben toch ook recht op een menselijk bestaan Voordat wij naar God toe gaan Wacht niet tot Nieuwjaar, maakt het vlugger voor ons klaar Dan zijn wij U dankbaar! SPRUNDEL, J.KAPOEN DE ZIEKENZUSTER Zij zijn tijdig uit de veren omdat het zo nu een-maal moet brengen dank aan Goed den Here zeggen Maria wees gegroet Zweven als nimfen over de zalen, bjeden daar hun diensten aan aan zieken die door hun kwalen zelf niet ergens henen gaan. Dragen pannen en ook flessen, schat die arbeid niet te licht leggen verbanden, natte compressen dat alles met een blij gezicht. Als de avond is gekomen en haar dagtaak is volbracht patiënten gaat dan rustig dromen de ziekenzuster houdt de wacht. Lieve Heer ik wou U vragen voor alle zieken ook voor mijn dat er tot aan de jongste dage zusters en broeders mogen zijn. L. de VRIES In Alexandrië zijn negentien Tsje- cho-Slowaakse motortorpedoboten aangekomen, als onderdeel van de wapens die Tsjecho-Slowakije volgens de in september gesloten overeen komst aan Egypte leveren zal, Nas ser, de Egyptische premier, zei des tijds dat Egypte wapens van Tsjecho- Slowakije moet kopen, omdat het westen voor wapenleveranties „on aanvaardbare voorwaarden" gesteld had. De nieuwe staatslening Het ministerie van Financiën deelt mee: „De inschrijving op de 3.5 pet. lening 1956 ten laste van Nederland, welke op 19 april openstond, heeft tot resultaat gehad, dat de inschrijvingen ten volle worden toegewezen. De deelneming van de Rijksfondsen en -instellingen in het ter openbare inschrijving aangeboden bedrag van 300 miljoen gulden bedraagt 19.9 mil joen gulden". (Advertentie)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 9