Je
ÜlüagblaO pcStcitt
HET GROTE LEVENSWERK van
wijlen Mgr. F. Frencken
?eg
Op 3 mei a.s.: het zilveren feest van Bouvigne
CENTRUM VOOR GEZINSOPBOUW
nu
zelf
1.0.
Zo wordt de fakkel van liefde
en geloof brandend doorgegeven
J
PRAKTISCHE
IDEALISTEN
Wij willen Grace
Tsjechische
torpedoboten
voor Egypte
12
alstraat 4-6
LISSINGEN
Tel. 2814
;ren
DERDE BLAD
De volledige Frencken
Geestelijke stoottroepen
Na de oorlog
ZATERDAG 21 APRIL 1956
Inschrijvingen ten
volle toegewezen
ia kwaliteit
mier enige
gedurende
jk apparaat
tijd iedere
elijk kleine
lleen onhe
il een onbe-
vormen,
t bevallen
erug
of minder
illen IJ dan
zijn
s fl. 39,75
hten
en
E R E E N
moeite
keerde
n heeft
riijn de
■de be-
<e spe-
kunnen
beleg-
an een
advies
jos«ndaal
denbosch
Tilburg
Op 3 mei a.s. wordt officieel „het zilveren feest van Bou
vignegevierd. Dan komt Anton van Duinkerken spreken
over „De vreugden van het goede gezin" tijdens een bijeen
komst, die door vele kerkelijke en wereldlijke autoriteiten
zal worden bijgewoond. Er zal ook een gedenkboek ver
schijnen en de K.R.O. zal een vol half uur aan Bouvigne
wijden. Tenslotte zij gemeld, dat een openluchtspel „De
molen van Fatimabegin juni de première zal beleven.
De schrijver is Manus v. d. Kamp, de regisseur Anton
Sweers. In de loop van het jaar komen er bovendien vier
reunie's van groepen, die hun opleiding of vorming op
Bouvigne ontvingen.
In de afgelopen 25 jaar
werden op „Bouvigne"
237.482 personen opgeleid
of gevormd, en wel over
1.000.942 „mandagen".
We kunnen dit als volgt
specificeren
Opleidingen 9.140
Cursisten 67.875
Moeders 34.789
Daggroepen 93.096
Logé's 21.516
Vakantie-groepen 11.066
Totaal 237.482
1 <C
In een (geschreven) notedop bijeen is dat de uiterlijke vorm
van het feest. Over de inwendige waarde aarzelen we te schrij
ven, omdat alle doppen van een bongerd vol notenbomen dan
nog geen ruimte zouden bieden, die groot genoeg zou zijn om de
waarheid nabij te komen. We zullen derhalve een poging doen
om u door de opsomming van een aantal feiten en data dat be
sef bij te brengen. Misschien bereiken we daarmee, dat u in de
toekomst dringend behoeft voelt aan een nadere kennismaking
met „het levenswerk van Mgr. F. Frencken".
midden in het schone Bra
bant, dat voor haar een mid
del zal zijn om de wereld te
herstellen in geest en waar
heid".
Met deze naam zijn we tegelijk ge
komen aan kern en wezen van wat
Bouvigne „was, is, en blijven wil":
een Mariaal centrum van gezinsop-
bouw. Toen de jonge priester-leraar
aan het seminarie IJpelaar in de tijd
na de eerste wereldoorlog rond zich
de sterk toenemende nood in het toen
reeds (bescheiden) industrialiserend
Brabant bewust werd, besloot hij uit
te zien na-r een redmiddel. Hij wilde
door het jonge meisje vat krijgen op
de moeders van de toekomst en aldus
doordringen tot het ,ezin. Het tekent
deze apostolische priester, dat hij
eerst en vooral dacht aan de methode
van een dien-godsdienstige persoon
lijke beleving: de Eucharistische
Kruistocht.
Met enige helpsters wist hij kernen
van meisjes te vormen, die binnen
de bedrijven een steun voor de ande
ren moeste* zijn. Dit kernvormings
werk groeide uit tot een uitgebreid
sociaal fabriekswerk en tot een com
plete jeug 'beweging voor arbeiders
meisjes. U begrijpt ïatuurlijk al, dat
woorden (zekei in het beperkte be
stek van een dagblad-artikel) tekort
schieten in het schetsen van de groot
se en in die dagen bijna „schokken
de" wezenlijke waarde van wat gebo
ren werd uit het apostolische vuur,
het natuurlijke leiderstalent en de
bovennatuurlijke tact van de pries
ter-leraar.
Volstaan we noodgedivon-
gen met een beroep te doen
op uw eigen verbeeldings
vermogen, II daarbij als hulp
middel het feit noemend
op 11 oktober 1930 besloot
de gemeenteraad van Ginne-
ken om Bouvigne aan Mgr.
Frencken te verhuren voor
de tijd van 50 jaar met recht
van koop. „Dit is de geluk
kigste dag van mijn priester
leven", zo getuigde hij zelf,
„en. de vertvezenlijking van
mijn groot ideaalaan mijn
Moeder in de hemel een
monument aan te bieden
De vijver rond het Kasteel Bou
vigne is een ideale gelegenheid om
te spelevaren.
Deze woorden zetten onverwacht
scherp een schijnwerper op de vol
ledige Frencken, die het bovenna
tuurlijke in zijn werken vooropstelt
en op hetzelfde ogenblik alle natuur
lijke hulpmiddelen stevig in het vizier
neemt. Dank zij het 16e-eeuwse kas
teel. „Boevertje" kon hij nu overgaan
tot de oprichting van de School voor
Sociale Bedrijfsleiding voor meisjes,
die leiding moesten geven in de fa
brieken. Hij liet ook een onderzoek
instellen naar de toestanden in de
fabric' en, welk onderzoek liep over
80.000 werkende meisjes. Er werden
bovendien E.K.-huizen opgericht als
schaftlokalen voor fabrieksmeisjes (o.
a. bij Kwatta, Hero en H.K.I.), te St.
Willebrord werd een eigen atelier in
gericht en in samenwerking met de
N.C.3. werd het „Huishoud-onder-
wijs voor alle meisjes" ter hand ge
nomen. Later ontstonden daaruit
huishoudscholen te Roosendaal, Ruc-
phen, Dongen en Oosterhout.
Ook werd onmiddellijk besloten om
op Bouvigne cursussen te gaan geven
voor jonge meisjes, namelyk voor
(toekomstige) jeugdleidsters, voor
jonge boerinnen en voor meisjes uit
de middenstand en uit de zogenaam
de hogere stand. Uit deze cursussen
is geheel de K.j.V. an de bisdom
men Breda, Utrecht, Roermond en
Den Bosch Feborin. Daarnaast wer
den Moederdagen" georganiseerd en
ontstond de cursus Inleiding in het
volle leven". Tienduizenden Brabant
se meisjes en vrouwen werden aldus
gevormd tot .geestelijke stoottroe
pen" waarmede het werk ,,de op
bouw van het gezin" kon worden
aangepakt.
Aan dit werk en aan Bouvigne ging
de tweede wereldoorlog geenszins on
gemerkt voorbij. Subsidies werden in
getrokken, gebouwen werden gevor
derd. Dit betekende voor een man
als Mgr. F. Frencken niet („natuur
lijk niet", zijn we eneigd te schrij
ven), dat liet werk werd stil gelegd.
Zo werd het in 1934 begonnen werk
van de Sociale Gezinszorg in 1940
aangepakt in Hengelo, in 1943 in Zut-
phen en in 1944 in Groningen en
Amersfoort. Tegelijkertijd groeide op
Bouvigne zelf uit het A.M.K. de op
leiding voor sociale gezinshulp. In
deze uiterst moeilijke jaren werden
bijna 800 meisjes opgeleid. Van grote
betekenis was in dit verband het vor*
men van de z.g. gezinscolonnes: groe
pen meisjes, die dadelijk na de oor
log het noorden van ons land introk
ken om de getroffen gezinnen bij te
staan. Een „leger" van ongeveer
2.000 Brabantse meisjes nam aan de
ze prachtige actie deel. Daaruit
groeide weer de gezinszorg en in 1947
werkten de gezinsverzorgsters onder
leiding van de catechisten van de
E.K. reeds in 41 plaatsen. In totaal
werden op Bouvigne 1616 gezinsver
zorgsters opgeleid
De periode na de oorlog was in het
begin nog verre van rooskleurig, al
thans op het stuk vn de materiële
kant. De geestdrift was groter dan
ooit, de stuwende kracht van Mgr.
Frencken leidde regelrecht naar
grootse prestaties, ook al moest het
tot 24 juli 1947 duren aleer het kasteel
weer volledig in gebruik kon worden
genomen. Op die dag echter was de
bezielende leider niet meer bij de zij
nen: op 29 april 1946 was hij overle
den. Maar tochzijn bezieling
bleef met onverminderde kracht door
werken, zijn geestelijke erfenis stel
de dc catechisten in staat moedig
en vastberaden te blijven voortgaan
op de eenmaal ingeslagen weg, die
voeren moest naar de opbouw van
het gezin.
Het doel bleef in wezen ge
lijk, de middelen werden op
moderne leest geschoeid. Het
vormingscentrum voor meis
jes leverde in 5 jaren tijds niet
minder dan 421 „praktische
idealisten" af, die over het
land verspreid als verpleeg
ster, maatschappelijk werk
ster, gezinsverzorgster of kin
derverzorgster de fakkel van
liefde en weerbaar geloof door
geven.
Ni ien we daarnaast cursussen
voor verloo 'e voor religieuze en le-
ken-opvoeders, voor 't gezin (daar
uit ntstond „De geestelijke Unie"),
voor moeders en voor echtparen. De
school voor maatschappelijk werk
ging voort met het vormen en afle
veren van geschoolde (gediplomeer
de) krachten en he Wijkwerk voor
niet-aangepaste gezinnen nam een
steeds groter vlucht. In de volle zin
van het woord was na de oorlog Bou
vigne de centrale voor de opbouw en
het herstel van het goede gezin.
Het lijkt ons zeker niet te veel ge
waagd te zeggen dat het werk zich
steeds gezond zal weten te hernieu
wen.
Of die hernieuwing zal gaan in j
de richting van het apostolaat in
de werkplaatsen, ateliers en fabrie
ken op de wijze van de „priester
arbeiders", staat zeker niet vast,
al kan men dat om bepaalde zeer
krachtig-sprekende redenen ver
moeden en hopen. Aan de leiding
van Bouvigne zal het zeker niet
liggen, dat niet reeds thans dui
delijk die richting gekozen werd.
We hebben echter de rotsvaste
overtuiging, dat ook in dit opzicht
op het meest geschikte ogenblik en
met inzet van alle beschikbare
krachten de Bouvigne-bakens naar
het getij zullen worden verzet. Te-
zeer immers is de geest van wijlen
Mgr. Frencken nog gist en levens
sap in de E.K. en in de mariale
gezinsburcht Bouvigne.
(Advertentie)
The American Cosmetic Syndicate
Toen B. en K. in Londen arri
veerden, staken enkele Britten een
spandoek omhoog met: „Wij urillen
Grace Kelly". Een nogal verrassen
de exclamatie, want al zijn prin
ses Gracia en de Kremlin-Brothers
nu toevallig tegelijkertijd in het
nieuws, dat geeft toch nog geen
aanleiding tot zoiets als een nood
zakelijke, alternatieve keuze.
Het is eigenlijk precies hetzelfde
als wanneer wij in Nederland bij
de aankomst van de koning van
Zweden zouden roepen: „We willen
Bing Crosby". Toevallige toehoor
ders zouden met goed recht kunnen
antwoorden dat dit best mogelijk
was, maar dat we met die uitroep
beter hadden kunnen wachten tot
we weer eens in de bioscoop zaten.-
Toch moet en-.poor een - genoeg
lijk incident als daar in Londen een
aanwijsbare oorzaak zijn. Die men
sen bedoelden natuurlijk niet, dat
ze inplaats van Boelganin en Kroe-
stjev prinses Gracia Patricia in En
geland wilden zien. Want Eden kan
niet toveren. Ze bedoelden wel fe
zeggen, dat die hele rimram van
de huidige politieke komedie hun
eigenlijk maar weinig interesseer
de. Dat ze liever dan zich langer
bezig te houden met de gevaarlijke
salto-mortales van het Kremlin,
waar het lot van de wereld toch
maar van afhangt, in Monaco wil
den zijn.
De Londenaren en de mensen in
Parijs en ook die van Amsterdam
zouden maar het liefst naar een ro
mantisch plekje gaan, met palmen
en eeuwige zon, waar geen staats
man de kans krijgt gevaarlijke din
gen te doen.
De dragers van dat verrassende
spandoek moeten al beu geweest
zijn van de Russische glimlach,
voordat Kroestjev en Boelganin de
eerste Britse blondines een knip
oogje gaven. Want men kan eens
lachen met al dit gedoe, achter de
geforceerde vrolijkheid van B. en
K. ontwaart men toch altijd de al
lesbehalve innemende grijns van de
alwetende en almachtige partij, die
weet wat de wereld behoeft en de
mensheid haar zegeningen wenst te
schenken, met of zonder geweld.
Maar de mensheid voelt niet voor
zo'n paradijs. Hoe meer er over ge
sproken wordt en hoe beminnelijker
de Sovjets het trachten op te drin
gen, hoe sterker het verlangen uit
gaat naar die palmen en die zon
en het kleine geluk.
En daarom was het toch weer niet
zó dwaas, dat men Grace Kelly al
ternatief stelde voor de twee Krem-
lin-bonzen. Tragisch is het natuur
lijk wel. Want de bruiloft in Monaco
kan voor een ogenblik de illusie
wekken dat de werkelijkheid nog
als een sprookje kan zijn, de men
sen veranderen er niet door. B. en
K. zullen glimlachend door Enge
land blijven toeren en de atoom-
proeven gaan voort, evenals het
ontwapeningsoverleg. En over een
paar dagen zullen we aan de luister
van dat huwelijk aan de azuren
kust nog slechts terugdenken als
aan een aarzelend en onmachtig
glimpje zonlicht door een perma
nente regenlucht.
THEODOOR
BIJ DE DOOD VAN
JUNGSCHLAEGER
Wat zijt Gij goed mijn Grote God!
tt zijt Gij goed voor brave helden,
reddingbrenger in dit uur,
Gij riep Uw zoon te blij'der velde.
Nu zijt gij vrij, mijn landgenoot!
No ah woord, noch daad kan u meer deren
Beschaamd buigt veler mensenhoofd,
Nu sterker mac,htj 't getij deed keren.
Rust zacht'' gij vriend na zware strijd,
Geen leugen kan u nog belagen
Dit zal ons aller troostzin zijn
Nu gij door God werd weggedragen
Mgr. P. Hopmans, Mgr. F. Frencken en de heer J. Ingenhousz: drie
peilers waarop het Bouvigne-werk stevig werd gebouwd.
BREDA,
A. de DEUGD-HURKS
NEGERGEWOONTEN
Vooroordeel is onze grootste vijand.
Het trof mij daarom bijzonder pijnlijk,
dat uw artikel „Merkwaardige neger
gewoonten" in de editie van vrijdag 13
april j.l. eerder bijdraagt om dit voor
oordeel te bevorderen, i.p.v. het te doen
afnemen, wat uiteindelijk zal moeten ge
beuren, willen verschillende rassen of
na1£onaliteiten tot elkaar komen.
Chm te beginnen: de vlag van uw arti
kel dekt de lading niet. Of anders ge
zegd: een gewoonte van een bepaalde
stam of stammen kunt u toch niet als
gewoonte van de grootste meerderheid
van de negers (ook buiten Afrika) be
schouwen?
Verder heb ik nooit geweten, dat de
bewoners van Nieuw-Guinea negers wer
den genoemd.
Indien ik de strekking van uw artikel
niet goed heb begrepen, dan verzoek ik
u mij dit te willen vergeven.
Maar als u zelf zult moeten toegeven,
dat hier iets mank gaat. dus dat uw be
weringen niet juist zijnt dan zou het
niet meer dan billijk zijn dit recht te
zetten.
TERNEUZEN. EEN NEGER.
We hebben duidelijk geschreven over
merkwaardige gewoonten welke de
negers er op na houden, die nog aan
de oude heidense tradities vastzitten.
Verder is Nieuw-Guinea terloops ge
noemd, ter vergelijking met de toe
standen in Afrika. We willen overi
gens toegeven dat het plaatje, dat op
Nieuw-Guinea betrekking had, enigs
zins verwarrend kan werken. (Red.)
(Advertentie)
OESTERS VOOR DE
MASSA
Velen zullen het redactionele protest
bijvallen over de vernietiging van het
overschot der oesters, waarmee de oester-
kwekers geen raad weten. Hier ziet men
nu een gevolg van de samenwerking tus
sen kwekers en exporteurs, die na 1945
de binnenlandse prijs steeds omhoog
joeg en waardoor steeds meer Neder
landse gezinnen zich zijn gaan onthouden
om bij feestelijke gelegenheden en als
cadeaus oesters aan te bieden. Het bui
tenland was er immers verzot op, en
men trok zich van de binnenlandse markt
niet veel aan. Nu de afzet naar buiten
ook maar even spaak loopt, gaat het
mis. Overigens is dit geen proces van
enige laatste jaren, maar van de vele
jaren na de oorlog. Al heeft de miskweek
nu en dan in dit verloop onderbreking
gegeven.
Men wil nu het bestaande overschot
van enkele jaren liever vernietigen, dan
door goedkope aanbieding in Nederland
het nuttig gebruik voor de Nederlandse
mensen te stimuleren. En dit laatste is
ook nodig, want geloof maar gerust dat
duizenden oudere gezinnen het gebruik
van oesters hebben afgeleerd en tien
duizenden jonge huisgezinnen het ge
bruik nooit hebben geleerd.
In bijna even sterke mate is dit met
het mossel-eten het geval. Vroeger waren
de mosselen een goedkoop volksvoedsel
lekker en voedzaam. Nu moet een huis
gezin gaan zoeken om een mosselmaaltje
op de kop te tikken en dan nog duur
ook. Hier heeft men nu een door iedereen
waarneembaar verschijnsel van de con
centraties in de oester- en mossel-handel
en het opvoeren van de prijzen, moge
lijk geworden door de export.
Het zou mij niets verwonderen of zelfs
duizenden advertenties met: „Eet nu
oesters"... „Volksvoedsel"... „iZij zijn
goedkoop," wel voldoende stimulans zul
len zijn voor een snelle verkoop in eigen
land.
Dit geval is een der vele voorbeelden,
die een teken aan de wand zijn voor
een verkeerde economische ontwikkeling
in ons land. Misschien te laat zullen wij
allen de schaduwen, die zich nu en dan
aftekenen, gaan opmerken. Gelukkig is
een besluit tot vernietiging nog niet ge
nomen en de regering is dus nog in staat
in te grijpen. Het zal leerzaam zijn te
zien of de regering, die wel maatregelen
neemt tot prijsbeheersing (dus ingrijpt,
waar prijsafspraken voeren tot verho
ging) ook hier een taak ziet, om voor de
mensen nuttig voedsel voor het Neder
landse vol'k te behouden.
Het zal leerzaam zijn op te merken of
sommige tekenen aan de wand voor onze
economisten gaan spreken.
B.o.Z.
Ir. J.
MET Z'N DRIEëN
Een tijdje geleden las ik in uw courant
een ingezonden stukje van iemand die
zich beklaagde dat agenten zich wat
„eenzijdig" toonden en de vrouwelijke
verkeersovertreders meer kans gaven
dan de mannelijke.
Nu zondagavond j.l. echter heb ik
weer eens (sinds lang) kennis gemaakt
met een ander soort agent en wel de
..boeman-agent".
Wij kwamen over de Haagdijk, we wa
ren met drieën (fiets), een van ons ge
zelschap vroeg mij wat en om daarop
te antwoorden ging ik naast hem rijden.
Bom er boven op kreeg ik een bekeu
ring. Nu kunt u zeggen „die man deed
zijn plicht", maar acht u het 's avonds
om half twaalf, wanneer het verkeer
dus heus niet op het drukste is, nu zo
overbodig dat er eerst een waarschu
wing gegeven wordt? Het gaat mij niet
zozeer om die bon, al vind ik het jam
mer. Veel en veel erger is het dat Bre
da nog zulke agenten telt, die direct
voor Zwarte Piet spelen en niet probe
ren met een milde strengheid de (kleine)
verkeersovertreders erop te wijzen dat
wat ze deden niet in orde was.
Persoonlijk geloof ik dat dit een veel
betere methode is, men zal (ook) voor
die agent de verkeersregels beter in
acht nemen en dat gaat niet om het
bonnetje, maar uit een soort „belofte
maakt-schuld-gevoel".
DRé VAN DIJK
VERKEERDE
FILMVOORLICHTING
Door de aquariumvereniging Minor
werd dinsdag een filmavond georgani
seerd. We hebben alle waardering voor
de activiteit dezer organisatie. Als we
dus tegen de filmvertoning als zodanig
schrijven, is dit zeker niet denigrerend
bedoeld ten opzichte dezer vereniging.
Tegen de filim: „Naar de bronnen van
het leven" moeten we echter met klem
protesteren. Deze Russische film uit de
staatslaboratoria der Sovjet-Unie (het
geen telkens met veel ophef wordt ver
meld) is uitgesproken anti-godsdienstig
en zeer beslist wetenschappelijke non
sens. Mij „bewijst" met heel veel dik
doenerij, met binooulaire microscopen en
ultra-microscopen, via geraffineerd op
gezette proeven met coacervaten, dat alle
leven op aarde ontstaan zou zijn uit een
of andere oerstof, het oude praatje om
God en heel Zijn schepping uit te scha
kelen. Uit de dode materie is het leven
ontstaan. Gewichtig doende professoren
en een dikke professorin vertellen daar
over de grootste wetenschappelijke non
sens.
Het was beslist een grote vergissing
deze film te vertonen, vooral omdat er
veel propaganda voor gemaakt was onder
de jongeren. Met een Russische staats-
film over de oorsprong van het leven
had men veel voorzichtiger moeten zijn
BREID AN,
KOOPMAN
OF „PARASIET"
Nu de schoonmaak weer in volle gang
is en de huismoeders hun werk niet meer
afkunnen, worden zij ook nog vaak ge
stoord door de opkoper, ja het is wer
kelijk bar in deze dagen. Men ziet er
maar al te vaak 5 a 6 in één straat rond
scharrelen, wat men dan opkopers noemt,
want de meesten zijn parasieten die het
brood van de werkelijke opkoper uit
de mond stelen. Zo lopen er die gepen
sioneerd zijn, in ploegen werken en
zelfs zij die een ander vak uitoefenen'
Zo ken ik een melkboer die zichzelf
tot twee uur in de middag afjakkert
om de melk en zuivelprodukten bij de
klanten te bezorgen en direct daarna op
de bakfiets schreeuwt om lompen en
afvalstoffen. Anderen keren vuilnisbak
ken ten onderste boven en zo meer van
die dingen.
De gemeenten doen hiertegen niets,
hoewel de georganiseerde opkopers het
al vaak hebben geprobeerd ook hier
een regeling te treffen ten behoeve van
de ware koopman, maar steeds tever
geefs. Daarom wil ik een beroep doen
op alle huismoeders en zakenlui, hun
afvalstoffen te verkopen aan opkopers
die men zowel 's zomers als 's winters
op de baan ziet.
BREDA, A. R.
ZUNDERTS
VERENIGINGSLEVEN (II)
Vorige week trof ik in deze rubriek
een stukje aan, waarin de rubriek „Op
Zunderts Verenigingspodium", welke ik
verzorg, als vreselijk flauw gedoe" werd
bestempeld. Verder schreef inzender, dat
hij niet begreep, waarom deze stukken
wekelijks worden geaccepteerd. In een
voetnoot voegde de redactie daaraan toe,
dat er nu eenmaal mensen zijn, die
meer van vergaderen houden dan van
voetballen etc.. waar de inzender meer
aandacht aan besteed wilde zien. Im
mers: zoveel hoofden, zoveel zinnen.
Naar aanleiding hiervan wil ik niet na
laten hieraan nog wat ter verduidelij
king toe te voegen. Zundert kent name
lijk een enorm aantal verenigingen, die
op gezette tijden van zich doen spre
ken op het een of ander gebied en de
verenigingsmensen willen daarvan te
recht de weerklank horen in hun lijf
blad. Nru kan men de berichten normaal
hun plaatsje geven onder het plaatselijk
nieuws, doch doordat ik zo'n enorme
hoeveelheid kopie te verwerken kreeg,
ben ik reeds in 1954 begonnen met een
vaste verenigingsrubriek, waarin dan de
gebeurtenissen van een hele week wor
den samengebundeld. Mogelijk zijn er nu,
-naast de inzender, nog wel meer lezers
die de aldus ontstane rubriek niet bijster
interessant vinden, doch ik moet hierbij
aantekenen dat er ook vele lezers zijn,
die juist dit verenigingsnieuws niet graag
zouden willen missen.
ZUNDERT.
HERMAN WASSENAAR
DE BEJAARDEN
Hoera ouden van dagen, niet meer klagen
Wij zijn uit de nood en hebben ons brood
Maar vlees moet ge maar vergeten
Dat zullen de anderen wel eten
Wij zijn uit de brand, als een hond
aan de band
Die krijgt ook brood, daar gaat-ie
ook niet van dood
Maar zouden wij het wel beleven
Dat ons wat meer wordt gegeven?
Daar moesten ze niet op verzinnen.
En dadelijk mee beginnen
Dan kunnen wij op onze oude dag
ook nog eens smullen
Van die goede spullen
Wij hebben toch ook recht op een
menselijk bestaan
Voordat wij naar God toe gaan
Wacht niet tot Nieuwjaar, maakt het
vlugger voor ons klaar
Dan zijn wij U dankbaar!
SPRUNDEL,
J.KAPOEN
DE ZIEKENZUSTER
Zij zijn tijdig uit de veren
omdat het zo nu een-maal moet
brengen dank aan Goed den Here
zeggen Maria wees gegroet
Zweven als nimfen over de zalen,
bjeden daar hun diensten aan
aan zieken die door hun kwalen
zelf niet ergens henen gaan.
Dragen pannen en ook flessen,
schat die arbeid niet te licht
leggen verbanden, natte compressen
dat alles met een blij gezicht.
Als de avond is gekomen
en haar dagtaak is volbracht
patiënten gaat dan rustig dromen
de ziekenzuster houdt de wacht.
Lieve Heer ik wou U vragen
voor alle zieken ook voor mijn
dat er tot aan de jongste dage
zusters en broeders mogen zijn.
L. de VRIES
In Alexandrië zijn negentien Tsje-
cho-Slowaakse motortorpedoboten
aangekomen, als onderdeel van de
wapens die Tsjecho-Slowakije volgens
de in september gesloten overeen
komst aan Egypte leveren zal, Nas
ser, de Egyptische premier, zei des
tijds dat Egypte wapens van Tsjecho-
Slowakije moet kopen, omdat het
westen voor wapenleveranties „on
aanvaardbare voorwaarden" gesteld
had.
De nieuwe staatslening
Het ministerie van Financiën deelt
mee: „De inschrijving op de 3.5 pet.
lening 1956 ten laste van Nederland,
welke op 19 april openstond, heeft tot
resultaat gehad, dat de inschrijvingen
ten volle worden toegewezen.
De deelneming van de Rijksfondsen
en -instellingen in het ter openbare
inschrijving aangeboden bedrag van
300 miljoen gulden bedraagt 19.9 mil
joen gulden".
(Advertentie)