Pagblad Pejitctu Zes generaties Zwitsers werken aan de v/ereldreputatie der Zwitserse precisie- industrie Vijftig jaar geleden braakte de Vesuvius vuur en stenen Nu een rustige oude heermaar..... Een onmisbaar apparaatje: het horloge Wat maakt haar so „gezien OrGrnG PufF natuurlijk! Het overlijden van Oostenrijkse gezant VREEMDE TALEN Jl\GlIAPHO\E Nieuwe IJslandse partij Het was lente rond Napels en niemand dacht aan de dood DE KEGEL SPRONG UITEEN wmm DERDE BLAD ZATERDAG 7 APRIL 1956 Herinnert U z'c^ n0S J16*" grote, fraai bewerkte gouden zakuurwerk, waarop Uw groot vader zo trots was en dat zich in een speciale beschermende kast in zijn vestzak bevond, terwijl een dubbele zware ket ting over zijn buik bengelde? Zeer zeker weet U nog, dat hij dit van tijd tot tijd met een plechti ggebaar opdraaide met een sleuteltje, dat er van ach ter in paste en dat tevens de wijzers kon verzetten. Hoeveel van deze horloges zullen niet in antieke kasten ongebruikt liggen, omdat mèt grootvader het verleden stierf en omdat wij nu een modern horloge drage nom onze pols? In en kele tientallen jaren verouder de dit savonette horloge vol komen, terwijl het destijds werd beschouwd als 'n won der van precisie-arbeid. Toch ligt het in de periode, dat de tijd overdag werd gemeten door een zonnewijzer en 's nachts door het as trolabium. dat werkte op de stand van le sterren, een tijdperk waarin van de sterren, een tijdperk waarin de horlogekunstenaar de ene vinding na de andere deed. In China werden vuuruurwerken gebruikt om de juis te tijd aan te geven. Aan het ge deelte van een staafje brandbaar ma teriaal dat overbleef berekende men de tijd, terwijl men reeds bepaalde tijden hoorbaar kon aangeven. In on ze streken was toen het wateruur werk in zwang, dat berust op het principe van de zandlopers, die eerst veel later werden gebruikt. Het zak uurwerk, dat pas tegen het einde van d-e 15e eeuw werd uitgevonden, wah een volkomen omwenteling op het gebied der tijdmeting. VAN HUISINDUSTRIE TOT FABRIEK. Indien u thans de Zwitserse Jura doorkruist zult u er verbaasd over staan, dat u ultra-moderne horloge fabrieken van grote afmetingen vindt in tal van zeer afgelegen dor pen. In Limburg vindt u immers de industrie-complexen in en rond de grote steden, terwijl de afgelegen dorpen hoogstens een klein een mans-bedrijfje tellen. In Zwitserland werden jaren ge leden echter horloges gemaakt door handwerklieden, die thuis zerf wij zers, wijzerplaten, kastjes en allerlei radertjes en schroefjes vervaardig den en die hieruit, geheel met de hand een horloge in elkaar zetten. Deze huisindustrie groeide langza. merhand uit tot ateliers waar men gezamelijk horloges maakte en waar elk een bepaald onderdeel van dit proces verzorgde. Veel later weer werden machines geconstrueerd, die onderdelen maak ten, welke vroeger zeer precieus door ware kunstenaars met de hand op tienden van millimeters werden vervaardigd. Dat tal van enorme horlogefa brieken thans in kleine, afgelegen- gen dorpjes tussen de bergen verscholen liggen, komt, doordat men juist hier die oude, degelij ke, vakmensen vond, die thuis voorheen in hun eigen werk plaatsje dit zeer nauwkeurige werkje op hun eentje tot stand brachten. Momenteel gaat de as semblage aan de lopende band en bestaat er tussen de horloge makers in Zwitserland een zeer ver doorgevoerde specialisatie. Er bestaan fabrieken, waar enkel horlogekasten worden gemaakt; andere gebouwen leveren uitslui tend wijzertjes of wijzerplaten Maar weinig fabrieken maken thans nog alle onderdelen voor 't complete horloge zelf. Een der uitzonderingen hierop is de wereldbekende Cortébert Watch Company, die het gehele horloge zeil vervaardigt en de oudste fabriek op dit gebied is ter wereld. klein begonnen. In 1780 stichtte Adam Louis Juil- lard dit aanvankelijk zeer beschei den bedrijfje in Sonvilier. Bij het 150-jarig jubileum in 1940 hadden zes generaties van de familie Juil- lard medegewerkt om het enorme fabriekscomplex te bouwen. dat thans in Cortébert. een klein Zwit sers dorpje, verscholen tussen de bergen der Jura, tussen de enkele tientallen huisjes oprijst. Het Corté bert horloge geniet thans een we reldreputatie. Met gerechtvaardige trots toont de tegenwoordige directeur u een fraaie zakhorloge in zilver dat de handtekening van een vroegere di recteur draagt en het jaartal 1804. Ook zult u zes gouden savonette- horloges kunnen zien op het kantooi van het bedrijf. Als men de evolutie van de Corté- bert-fabrieken in de oude archieven doorleest, vertellen deze vergeelde papieren een brok geschiedenis van de Zwitserse horloge-industrie. Men krijgt bewondering voor de technici, die reeds verder de strijd met het materiaal voerden. Hun jarenlange ervaring en de kunst van hun voor vaderen dwongen hen tot steeds gro tere vervolmaaktheid. Het foliot werd vervangen door de balans. Roestaanslag op de miniscu- le afmetingen van nauwelijks zicht bare onderdeeltjes bracht horlogers tot wanhoop, temperatuurverschillen speelden een grote rol bij de fabri catie. Welk een veranderingen en omwentelingen bracht men tot stand in ruim anderhalve eeuw. Thans is het heel gewoon als men behalve de tijd ook nog de datum en de maan stand van de wijzerplaat kan afle zen. Bovendien wenst men een 100 procent waterdicht horloge dat te vens schokvrij moet zijn en dat zich zelf moet opwinden, geheel volauto matisch. Er bestaan mensen, die met hun horloge in het water duiken of die het van de trap gooien om te zien of het precies lopende werkje hier ook tegen kan. PREOISÏEWERK De Engelse, Italiaanse en Roe meense spoorwegen kochten tiental len duizenden Zwitserse horloges. Zij laten er hun treinen op vertrekken of aan komen. Meen echter niet. dat Cortébert 't enige Zwitserse merk is. dat de su perioriteit der Zwitsers op dit gebied hooghoudt. In La Chaux-de-Fonds, dat op bijna 1000 meter boven de zeespiegel ligt, vindt u de horloge fabrieken in practisch elke staat. Dit kleine stadje levert samen met Bienne zowat 70 procent van de tota le horloge-industrie, de Engelse en Duitse inbegrepen. Vanzelfsprekend is hier een wereldberoemde school voor horlogemakers, evenals in Le Locle. waar het eerste horloge reeds in 1705 werd vervaardigd. In Neuchatêl, dat 1172 meter hoog ligt, zal men het centrum ontdekken van de wetenschappelijke afdelingen van deze verfijnde preciesiearbeid. Het observatorium van Neuchatêl geeft certificaten uit voor de precie- se gang van een uurwerk en vlak bij de Universiteit staat een reusachtig gebouw, dat gesticht is en in het le ven wordt gehouden door de geza- melijke Zwitserse horlogefabrieken. Hier speuren wetenschappelijk ge- vormden, ingenieurs en doctoren, naar ongekende mogelijkheden van stof en vorm. Vermeldenswaard is tenslotte nog, dat een der grootste fabrieken, die de miljoenen ontbreekbare horloge glazen aan de industrie en reparateurs levert, niet op Zwitserse bodem staat. Deze fabriek vindt men aan de Wilhelminasingel te Maastricht. Engelse, Duitse en Zwitserse fa brikanten kopen haar kwaliteitspro ducten, terwijl vele ttientallen duizen. den Maastrichtse glazen geëxpor teerd worden naar 65 landen, ver spreid over de gehele wereld. Een van de oude thuiswerkers, die in Zwitserland meer en meer door de industrie worden verdrongen. (Advertentie) In luxe poederdoos met spiegel en donsje ...of in fleurig metalen doosje (ook met donsje) Creme Puff de volmaakte make-up met He onweerstaanbare charme van frisse natuurlijkheid. Creme Puff: boeiende, betoverende schoon heid in enkele seconden. Creme Puff (handelsmerk betekent Max Factor Hollywood Creamy Powder Make-Up AX FACTOR HOLLYWOOD - Imp. Marfac N.V., Huddestraat 5, Amsterdam De adjudant van H. M. de Konin gin, luit. kol. vlieger mr. R. j. E. M. van Zinnincq Bergmann, heeft een krans gelegd op de baar van de over leden Oostenrijkse gezant. De groot meester van H. M. de Koningin, mr. G. C. D. baron van Hardenbroek, heeft een bezoek van rouwbeklag aan de weduwe gebracht. (Advertentie) per gramoloon Het is een onbetwistbaar feit, dat een langdurig verblijf in het be trokken vreemde land de beste methode is om een vreemde taal te leren spreien en verstaan. Daar dit voor weinigen is weggelegd, heeft men andere methoden ont wikkeld. Eén hiervan is de Lingua- phone-methode. Teneinde dit sy steem meer bekendheid te geven bevindt zich t/m 1 4 april in de Nieuwe Ginnekenstraat te Breda een demonstratiewagen, waarin belangstellenden over de Lingua- phone-cursussen worden ingelicht INSTITUUT AMSTERDAM OUDERDOMSPENSIOEN Niet meer oud en arm met 1338 gulden per jaar? Wat zal het buitenland daar jaloers om zijn. Het komt mij echter voor, dat Dagblad De Stem het daar niet geheel mee eens is. gezien het grote vraagteken dat er achter is gezet. Nu ben ik het met de heer Kortenhorst ook niet eens. Het kan wel gelden voor hen die reeds pensioen hebben of op een andere manier een ze ker inkomen trekken, maar het geldt zeker niet voor de kleine renteniertjes, die voor de oorlog hun zaakje van de hand hebben gedaan, maar door de duurte verkeerd zijn uitgekomen. Al hebben oude mensen niet zoveel meer nodig, een gezin kan nu eenmaal met 1338 gulden niet rondkomen. Het is te veel om van te sterven, maar te wei nig om van te kunnen leven. Er is sprake van aanpassing, maar zou er niet aangepast moeten worden voor hen, die het 't hardst nodig hebben? En laat nu niemand tegen mij zeggen: ,,Ga naar de Houtmarkt, of naar een of an dere kerkelijke instelling," want iemand die tot aan zijn tachtigste jaar onafhan kelijk is geweest, gaat dan liever de lucht in. BREDA. EEN 80-JARIG GEWEZEN RENTENIERTJE. CORRESPONDENTIE Wil „Leurenaar zijn naam en adres bekend maken, anders kunnen we zijn stuk niet plaatsen. Nauwkeurig wordt ieder onderdeel tje van het fijne raderwerk op perfectie onderzocht. Radio-Kopenhagen meldt, dat de (J slandse socialisten en communisten een nieuwe, verenigde politieke par- u Gesticht, de „Partij van het Volksbondgenootschap". Voorzitter is Hannibal Valdimars- son, voormalig president van de so ciaaldemocratische partij en voorzit ter van de IJslandse federatie van SVert)nigl.ngen- Einar Olgeirson, leider der IJslandse communistische party, is tot vice-voorzitter benoemd. „We leven op een vulkaanHet is een uitdrukking, die we soms achteloos gebruiken. Misschien hebben we elkar op een zonnige vacantiedag in Napels wel eens de Vesuvius aangewezen: een goedmoedige, smokende „Oude heer", die op ons lijstje van bezienswaardigheden stond. En misschien zijn we even beklemd geweest bij een bezoek aan Herculanem en Pompeji. Maar spreekt een ramp van achttien eeuwen geleden ons nog wel zo sterk aan? En toch leven er nu nog vele mensen, die de Vesuvius in al zijn verschrikking hebben meegemaakt. Al heel lang hing de dreiging bo- y?n d® steden en dorpen, die als kiezelstenen gestrooid schenen rond om de grijze vulkaan. In 1872 barstte de krater los: 20 miljoen m3 lava stroomde met woeste kracht langs de sidderende flanken van de berg. De kracht van de explosie was zo groot, dat de kegel aan één zijde van boven tot beneden uit elkaar werd gereten. Toen keerde de stilte weer. Meer dan drie jaar was het rustig rondom de Vesuvius. In het begin van 1876 pas begon het weer te rom melen in de grote krater. Dit duurde dertig jaar, zonder dat er grote ram pen gebeurden. In deze tijd ontston den er twee nieuwe bergen van 135 en 160 meter hoog. En een onheil spellend voorteken was, dat de vul kaan een hoogte bereikte, die sedert een gruwelijke uitbarsting in 1631 niet meer was voortgekomen. En, terwijl de lava zich ophoopte rf1- helse bergfornuis, verkocht in de kleine, geelwitte dorpjes de water drager zijn water en lapte de schoen maker zingend zijn schoenen. Maar wonen ook niet onze eigen Zeeuwen rustig naast het water, dat zich altijd weer samenballen kan om leven en bezit te vernietigen? De eerste waarschuwing was de gloeiende stroom lava, die op de 27ste mei 1905 uit twee spleten begon te spuiten. Een jaar later volgde de grote catastrofe. Het was voorjaar: de amandelbloesem geurde en de zon glansde in de vingers van de vijgebladeren. In de liefelijkheid van deze lente begon de berg vuur en stenen te braken. Als even de zware ontploffingen ophielden, hing er een doodse stilte in de dalen: geen vogel zong, geen kind lachte. De onheils- geur van zwavel vervulde de lucht. Voor de madonnabeelden knielden angstige vrouwen en tientallen kaar sen flakkerden in de nissen. De ge beden schenen verhoord te worden, toen in de morgen van de 7de april de berg tot rust kwam. Het was slechts een respijt van enkele uren. Om half vijf in de mid dag kwam de gloeiende massa tot het kookpunt. De berg brulde alsof alle wilde dieren ter wereld zich verza meld hadden en de aarde' beefde. Vurige bollen werden de dampende lucht ingeslingerd. De krater was één vuurzee, waaruit spitse gloeiende tongen omhoogschoten. HELSE UREN Wie kon nog zeggen of het nacht was of dag? Om acht uur in de avond was de krater een helse fontein van vuur. Tweeduizend meter hoog spoten de vuurkolommen omhoog en als lich tende watervallen stortten beken van vuur langs de hellingen. Hemel en aarde waren in beweging: het blik semde en onweerde. De verwoestende stroom lava splitste zich en de morgen was nog niet aangebroken toen de lava Bosco binnenviel. Niets kon de vernietiging stuiten. De voorstad van Oratorio viel aan dit geweld ten offer. De stroom wrong zich onder de spoorbrug door en vond eindelijk grommend een einde in een vlakte. De andere, al het leven ver woestende stroom, kwam tot stilstand voor het glimlachende beeld van de Madonna della Neve. Een mirakel? Zij, die het leven behielden, zouden nadien deze Madonna devoter vereren dan zij ooit tevoren deden. Tot in de verre omtrek daalde een asregen neer. In Napels keken dui zenden verstard van ontzetting naar het tafereel in de verte. Kort na middernacht beefde de berg onder een enorme knal. Door een tweede explosie stortte de kegel in. Een grauwe wolk omhulde de vulkaan. En uit die wolk werden met onpeil bare kracht reusachtige stenen weg geslingerd. Zij waren nog verwoesten der dan de lava. Het gegil van ge wonden en stervenden in de verwoeste stad Ottajano ging verloren in het brullen en donderen van de berg. Eindelijk hield de vreselijke be schieting op. Op de hellingen was de lava gestold en in de verwoeste ste den en dorpen maakte men de balans op van levenden en doden. Er waren er, die hun weinige bezit bijeengaarden en wegtrokken. Het wa ren er maar enkelen. De meesten bleven wonen in de schaduw van hun grauwe vijand, die uitgewoed was, maar niet dood. De eeuwige dreigiu „IN D'R HEMD Het ié mij niet bekend of veel oudjes de rubriek ..Mensen en Muzen", ver zorgd door de heer W. v.d. Velden, lezen. Maar ik zou die niet graag missen, omdat men als oudjes zo'n beetje cultureel de zaken kan bijhouden. In de laatste we ken heb ik er van genoten en ik heb eens lekker gegnuifd. Nu de heren Kloos en Alberding Thijm (Karei) in het zon netje komen te staan. Men moet namelijk weten, dat ik ge boren ben, toen de tachtigers begonnen en toen ik tot de jaren van verstand kwam, gebeurde het wel eens, dat ik thuis gesprekken hoorde tussen mijn va der en de oudste zoons over de litera tuur der „tachtigers". Mijn vader had als leefregel: beoordeel het gesprokene, geschrevene en alle cultuuruitingen door eerst de maker te kennen. Want bij wat hij doet, draagt hij een masker en daar achter moet "je kijken, dan ziet ge de mens in zijn eigenlijke gedaante zijn werk is vaak schijn. Toen hij dood was heb ik menige aantekening ge vonden puntig en scherp over men sen uit eigen omgeving en die zich in Nederland op de voorgrond drongen. Voor die tachtigers werd tussen 1890 en 1910 heel wat reclame gemaakt. Vooral de NRC, met zijn kwasi geleerd- en def- tig-doenerij deed er aan mee van je welste. Als men die uitgestreken ge leerdheid dikwijls las. werd men er on passelijk vanals men tenminste een kritische geest had. Mijn vader was een verwoede Tijd- lezer en voor hem was de Amsterdamse cultuur met de toen reeds gestorven oude Alberding Thijm (één der wekkers van katholieke cultuur in het ontwakend „Roomse" Nederland) een figuur, die hij op handen droeg en zijn zoon Karei werd voor hem een familierenegaat. De oude evenwichtige en op zichzelf weldoende gemoedelijkheid in Brabant, werd voldoende gesteund en geprikkeld. Dat deftige en hoogmoedige en met zich zelve ingenomene van de tachtigers wel blijkbaar gruwde de wellevendheid in het mens-zijn in Brabant ervan. Toen ik op Rolduc kwam, kon de leraar Ne derlands natuurlijk het werk der tach tigers niet negeren. Men moest er bij zijn eindexamen toch wat van weten! De lesuren konden met dat weinige na tuurlijk niet gevuld worden. Vondel in al zijn uitingen diende voor een sma kelijke en opvoedende vulling. Alber ding Thijm werd zo weinig mogelijk ge noemd, hij was (ver gevallen van de gezonde stam) van Rolduc weggejaagd en als pestend antwoord had hij „De kleine Republiek" geschreven, waarmee Rolduc bedoeld werd. Men zou het kun nen beschouwen als een hedendaagse reportage over de USSR of Chinese Volksrepubliek, waarin men ten aanzien van het daar bereikte ook niet altijd even nuehter-eerlijk is. Met wat ik over de tachtigers thuis al zo had weggehaald uit de gesprek ken, begreep ik heel vaak de kritische waarschuwingen die bij de les gegeven werden. En nu ik de studie, die over de tachtigers in Mensen en Muzen door de heer v.d. Velden gegeven wordt, ge lezen heb, voel ik me zo echt tevreden met de voorzichtige lessen uit mijn .ieugd. En meesmuil ik maar eens als ik in die artikelen de portretten zie staan van Kloos en A. Th. de ene vol onver biddelijke verbetenheid en de andere in kale hoogmoed. Het is alsof juist deze portretten voor die artikeltjes zijn uit gezocht. De opgehemelde literatoren van toen zijn heengegaan> maar nog altijd weten onze school-literatuur-overzichten ze nog niet te plaatsen in de juiste waardering van aangeklede taai-franje, die het mas ker van de wereld, voor hun gezicht gehouden, omlijstte. Aan deze mening wilde ik in deze rubriek uiting geven. B- o. Z., Ir. J. ONZE MOEDERTAAL Hoe heerlijk is het toch een eigen mooie moedertaal te bezitten. Hoe fijn komt dat gewoonlijk uit als je zo gere geld je radio eens aanzet en dan de ver schillende uitvoeringen beluistert door eigen Hollandse bands of cabarets uit gezonden. Van 't begin af hoor je al van allerlei liedjes en „songs" van uit sluitend buitenlandse oorsprong, om niet te zeggen „fabrikaat". En die worden dan nog hoofdzakelijk door onze be kendste zangeresjes of zangers met grote toewijding ten gehore gebracht. Je t'aime, I love you, ich liebe dich, centre d'amore, enz. enz. Je hoort ze over I en II en over „voor onze mili tairen, cantiné ziekenhuizen, showboat en mastklimmen". noem ze maar op! Als speciale attractie van hedenavond, dames en heren, hebben wij voor U onze buitenlandse gast (of gaste) die en die. Deze zal voor u zingen zo en zo, na zich Je zou zo zeggen, zijn het dan maar al leen onze Hollandse zangers en zange ressen die vreemde talen machtig zijn, en daarmee niet in het buitenland, waar die taal thuishoort (op één enkele uit zondering na) voor de microfoon ko men. maar wel en uitsluitend in ons eigen Nederland? Er was eens een beroemde buitenlandse tenor, die wél mooi op z'n Nederlands kon zingen, in duidelijke, mooie uit spraak, van zoals: „Holland, met je...." (weet je wel?) Na deze heb ik er tot heden nog nooit eentje gehoord die dat net zo goed deed Mijnheer de redacteur, ik zou wel eens willen weten of in ons goede Hollandje één discotheek bestaat die beschikt over TrEN, zegge 10, records die door buiten landse zangers of zangeressen in zuiver Nederlands zijn geproduceerd? Waarom dan wel duizenden nummers door onze Hollandse artiesten in allerlei soorten van vreemde talen opgenomen? Ik had eens 'n mooie droom: Er zou bij ons in de concertzaal 'n beroemd cabaret optreden, met namen van vele bekende en vooraanstaande artiesten. Het pro gramma bevatte vier en twintig zang nummers (buiten de acrobatiek en goo- chelaarsnummers enz.) maar van die zangnummers zou er één noch van bui tenlandse makelij noch in vreemde taal zijnt neen, uitsluitend gecomponeerd door Nederlandse musici od oorspronkelijke Nederlandse teksten en het mooie van die droom was dat een erg rijke caba retminnaar een som van duizend gulden had uitgeloofd als dat werkelijk kon ge beuren. BREDA. G. T. BMKA STANK IN LEUR Wij hebben begrip voor de weerzin der omwonenden, maar vestigen er de aandacht op, dat de Geerkade niet door óns is uitgezocht als industrie-terrein, maar ons is aangewezen als de enige plaats in de gemeente voor het bouwen en in bedrijf stellen van een isolatie-ma- terialenfabriek. Wij hebben met klem gevraagd naar terrein, ver van de bebouwde kom( maar dit bleek niet mo gelijk. Wat dé hinder van de fabriek voor omwonenden betreft, verzekeren wij, dat wij alles zullen doen om dit tot een minimum te beperken. Reeds is contact opgenomen met deskundigen op dit gebied, om deze kwestie naar waar heid te onderzoeken. Wat de hinderwet en bedrijfsvergunning betreft, delen wij mede, dat de fabriek nog steeds op het punt van installatie is, dat deze dus nog in een proefstadium draait en dat wij binnen zeer korte tijd zullen over gaan tot regelmatig en officieel produ ceren. Wij betreuren het ten zeerste, dat de schrijver van enkele artikelen geen contact met ons heeft opgenomen, zodat het bij ons de indruk wekt, dat niet de onaangename lucht de grootste oorzaak was. DE DIRECTIE Wat dit laatste betreft, merken wij op, dat het door omwonenden inge diende rekest (waarover in onze ar tikelen sprake was) een officieel aan B. en W. gericht papier was. Dat wij dit publiceren kan niemand ons kwa lijk nemen. (Red.) DE WELVAART (II) Het komt me voor, dat agrariër uit Philippine, die over de nood van de boe ren schreef, een fantast is. Welke ar beider ken een loon verdienen dat hij noemt en welke boer werkt 80 uur per week voor 3000 gulden per jaar? Geen enkele. Dit alles is dus uit de lucht ge grepen. Als de boeren niet meer verdienden dan dit, zouden ze wel landarbeider wor den. Met de kinderbijslag en zo inbegre pen zouden ze er dan beter aan toe zijn. Dat het de boeren goed gaat is geluk kig. Het betekent voor ons ook een ver betering en de W.W. krijgt minder te doen. Als het niet goed gaatf kan ik me niet voorstellen waar de boeren alles van kunnen doen. Men kan nu eenmaal niet autorijden van een landarbeiders inkomen. DRIEWEGEN, EEN LANDARBEIDER SINAASAPPELS (II) Hiermede ben ik zo vrij te antwoor den op het ingezonden stuk van „Een gedupeerde". Er bestaat een oud spreek woord Goedkoop is duurkoop. In Breda zijn voldoende groente- en fruithandelaren, die voor een redelijke prijs, uiteraard hoger dan voor de oor log door de gestegen lonen en kosten, prima fruit kunnen leveren. Voor iemand met een kleine beurs geldt volgens mij maar één stelregel, liever iets minder eerst te hebben voorgesteld met: ikk<f kopen maar van goede kwaliteit. Voor een dubbeltje mag u geen goede sinaas appel verwachten. U behoort dit te we ten, maar dacht een koopje te harten en is bedrogen uitgekomen. Hogelijk is dit voor u een goede leer voor een volgende keer. BREDA, GEEN WINKELIER finde oew laend doch so moie, dat ikke wille siengen foor U my lovest song en dan komt het: O nee, geen Hollands liedje hoor. maar wel eentje uit dat eigen Engelse of Franse of Duitse land, op z'n Engels of Frans of Duits, maar nooit in dat liebe Hollaendisch, hoor!

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 5