Pagblad Pejitctu
Zes generaties Zwitsers
werken
aan
de v/ereldreputatie der
Zwitserse
precisie-
industrie
Vijftig jaar geleden braakte de
Vesuvius vuur en stenen
Nu een rustige oude heermaar.....
Een onmisbaar apparaatje:
het horloge
Wat maakt haar
so „gezien
OrGrnG PufF natuurlijk!
Het overlijden van
Oostenrijkse gezant
VREEMDE TALEN
Jl\GlIAPHO\E
Nieuwe IJslandse
partij
Het was lente rond Napels en
niemand dacht aan de dood
DE KEGEL
SPRONG UITEEN
wmm
DERDE BLAD
ZATERDAG 7 APRIL 1956
Herinnert U z'c^ n0S J16*"
grote, fraai bewerkte gouden
zakuurwerk, waarop Uw groot
vader zo trots was en dat zich
in een speciale beschermende
kast in zijn vestzak bevond,
terwijl een dubbele zware ket
ting over zijn buik bengelde?
Zeer zeker weet U nog, dat
hij dit van tijd tot tijd met een
plechti ggebaar opdraaide met
een sleuteltje, dat er van ach
ter in paste en dat tevens de
wijzers kon verzetten. Hoeveel
van deze horloges zullen niet
in antieke kasten ongebruikt
liggen, omdat mèt grootvader
het verleden stierf en omdat
wij nu een modern horloge
drage nom onze pols? In en
kele tientallen jaren verouder
de dit savonette horloge vol
komen, terwijl het destijds
werd beschouwd als 'n won
der van precisie-arbeid.
Toch ligt het in de periode, dat de
tijd overdag werd gemeten door een
zonnewijzer en 's nachts door het as
trolabium. dat werkte op de stand
van le sterren, een tijdperk waarin
van de sterren, een tijdperk waarin
de horlogekunstenaar de ene vinding
na de andere deed. In China werden
vuuruurwerken gebruikt om de juis
te tijd aan te geven. Aan het ge
deelte van een staafje brandbaar ma
teriaal dat overbleef berekende men
de tijd, terwijl men reeds bepaalde
tijden hoorbaar kon aangeven. In on
ze streken was toen het wateruur
werk in zwang, dat berust op het
principe van de zandlopers, die eerst
veel later werden gebruikt. Het zak
uurwerk, dat pas tegen het einde van
d-e 15e eeuw werd uitgevonden, wah
een volkomen omwenteling op het
gebied der tijdmeting.
VAN HUISINDUSTRIE
TOT FABRIEK.
Indien u thans de Zwitserse Jura
doorkruist zult u er verbaasd over
staan, dat u ultra-moderne horloge
fabrieken van grote afmetingen
vindt in tal van zeer afgelegen dor
pen. In Limburg vindt u immers de
industrie-complexen in en rond de
grote steden, terwijl de afgelegen
dorpen hoogstens een klein een
mans-bedrijfje tellen.
In Zwitserland werden jaren ge
leden echter horloges gemaakt door
handwerklieden, die thuis zerf wij
zers, wijzerplaten, kastjes en allerlei
radertjes en schroefjes vervaardig
den en die hieruit, geheel met de
hand een horloge in elkaar zetten.
Deze huisindustrie groeide langza.
merhand uit tot ateliers waar men
gezamelijk horloges maakte en
waar elk een bepaald onderdeel van
dit proces verzorgde.
Veel later weer werden machines
geconstrueerd, die onderdelen maak
ten, welke vroeger zeer precieus
door ware kunstenaars met de hand
op tienden van millimeters werden
vervaardigd.
Dat tal van enorme horlogefa
brieken thans in kleine, afgelegen-
gen dorpjes tussen de bergen
verscholen liggen, komt, doordat
men juist hier die oude, degelij
ke, vakmensen vond, die thuis
voorheen in hun eigen werk
plaatsje dit zeer nauwkeurige
werkje op hun eentje tot stand
brachten. Momenteel gaat de as
semblage aan de lopende band
en bestaat er tussen de horloge
makers in Zwitserland een zeer
ver doorgevoerde specialisatie.
Er bestaan fabrieken, waar enkel
horlogekasten worden gemaakt;
andere gebouwen leveren uitslui
tend wijzertjes of wijzerplaten
Maar weinig fabrieken maken
thans nog alle onderdelen voor 't
complete horloge zelf.
Een der uitzonderingen hierop is
de wereldbekende Cortébert Watch
Company, die het gehele horloge
zeil vervaardigt en de oudste fabriek
op dit gebied is ter wereld.
klein begonnen.
In 1780 stichtte Adam Louis Juil-
lard dit aanvankelijk zeer beschei
den bedrijfje in Sonvilier. Bij het
150-jarig jubileum in 1940 hadden
zes generaties van de familie Juil-
lard medegewerkt om het enorme
fabriekscomplex te bouwen. dat
thans in Cortébert. een klein Zwit
sers dorpje, verscholen tussen de
bergen der Jura, tussen de enkele
tientallen huisjes oprijst. Het Corté
bert horloge geniet thans een we
reldreputatie.
Met gerechtvaardige trots toont
de tegenwoordige directeur u een
fraaie zakhorloge in zilver dat de
handtekening van een vroegere di
recteur draagt en het jaartal 1804.
Ook zult u zes gouden savonette-
horloges kunnen zien op het kantooi
van het bedrijf.
Als men de evolutie van de Corté-
bert-fabrieken in de oude archieven
doorleest, vertellen deze vergeelde
papieren een brok geschiedenis van
de Zwitserse horloge-industrie. Men
krijgt bewondering voor de technici,
die reeds verder de strijd met het
materiaal voerden. Hun jarenlange
ervaring en de kunst van hun voor
vaderen dwongen hen tot steeds gro
tere vervolmaaktheid.
Het foliot werd vervangen door de
balans. Roestaanslag op de miniscu-
le afmetingen van nauwelijks zicht
bare onderdeeltjes bracht horlogers
tot wanhoop, temperatuurverschillen
speelden een grote rol bij de fabri
catie. Welk een veranderingen en
omwentelingen bracht men tot stand
in ruim anderhalve eeuw. Thans is
het heel gewoon als men behalve de
tijd ook nog de datum en de maan
stand van de wijzerplaat kan afle
zen. Bovendien wenst men een 100
procent waterdicht horloge dat te
vens schokvrij moet zijn en dat zich
zelf moet opwinden, geheel volauto
matisch. Er bestaan mensen, die
met hun horloge in het water duiken
of die het van de trap gooien om te
zien of het precies lopende werkje
hier ook tegen kan.
PREOISÏEWERK
De Engelse, Italiaanse en Roe
meense spoorwegen kochten tiental
len duizenden Zwitserse horloges. Zij
laten er hun treinen op vertrekken
of aan komen.
Meen echter niet. dat Cortébert 't
enige Zwitserse merk is. dat de su
perioriteit der Zwitsers op dit gebied
hooghoudt. In La Chaux-de-Fonds,
dat op bijna 1000 meter boven de
zeespiegel ligt, vindt u de horloge
fabrieken in practisch elke staat.
Dit kleine stadje levert samen met
Bienne zowat 70 procent van de tota
le horloge-industrie, de Engelse en
Duitse inbegrepen. Vanzelfsprekend
is hier een wereldberoemde school
voor horlogemakers, evenals in Le
Locle. waar het eerste horloge reeds
in 1705 werd vervaardigd.
In Neuchatêl, dat 1172 meter hoog
ligt, zal men het centrum ontdekken
van de wetenschappelijke afdelingen
van deze verfijnde preciesiearbeid.
Het observatorium van Neuchatêl
geeft certificaten uit voor de precie-
se gang van een uurwerk en vlak bij
de Universiteit staat een reusachtig
gebouw, dat gesticht is en in het le
ven wordt gehouden door de geza-
melijke Zwitserse horlogefabrieken.
Hier speuren wetenschappelijk ge-
vormden, ingenieurs en doctoren,
naar ongekende mogelijkheden van
stof en vorm.
Vermeldenswaard is tenslotte nog,
dat een der grootste fabrieken, die
de miljoenen ontbreekbare horloge
glazen aan de industrie en reparateurs
levert, niet op Zwitserse bodem
staat. Deze fabriek vindt men aan
de Wilhelminasingel te Maastricht.
Engelse, Duitse en Zwitserse fa
brikanten kopen haar kwaliteitspro
ducten, terwijl vele ttientallen duizen.
den Maastrichtse glazen geëxpor
teerd worden naar 65 landen, ver
spreid over de gehele wereld.
Een van de oude thuiswerkers, die in Zwitserland meer en meer door
de industrie worden verdrongen.
(Advertentie)
In luxe
poederdoos
met spiegel
en donsje
...of in fleurig
metalen doosje
(ook met donsje)
Creme Puff de volmaakte make-up met He onweerstaanbare charme
van frisse natuurlijkheid. Creme Puff: boeiende, betoverende schoon
heid in enkele seconden.
Creme Puff
(handelsmerk
betekent Max Factor
Hollywood Creamy
Powder Make-Up
AX FACTOR HOLLYWOOD - Imp. Marfac N.V., Huddestraat 5, Amsterdam
De adjudant van H. M. de Konin
gin, luit. kol. vlieger mr. R. j. E. M.
van Zinnincq Bergmann, heeft een
krans gelegd op de baar van de over
leden Oostenrijkse gezant. De groot
meester van H. M. de Koningin, mr.
G. C. D. baron van Hardenbroek,
heeft een bezoek van rouwbeklag aan
de weduwe gebracht.
(Advertentie)
per gramoloon
Het is een onbetwistbaar feit, dat
een langdurig verblijf in het be
trokken vreemde land de beste
methode is om een vreemde taal
te leren spreien en verstaan. Daar
dit voor weinigen is weggelegd,
heeft men andere methoden ont
wikkeld. Eén hiervan is de Lingua-
phone-methode. Teneinde dit sy
steem meer bekendheid te geven
bevindt zich
t/m 1 4 april in de Nieuwe
Ginnekenstraat te Breda
een demonstratiewagen, waarin
belangstellenden over de Lingua-
phone-cursussen worden ingelicht
INSTITUUT
AMSTERDAM
OUDERDOMSPENSIOEN
Niet meer oud en arm met 1338 gulden
per jaar? Wat zal het buitenland daar
jaloers om zijn.
Het komt mij echter voor, dat Dagblad
De Stem het daar niet geheel mee eens
is. gezien het grote vraagteken dat er
achter is gezet. Nu ben ik het met de
heer Kortenhorst ook niet eens. Het kan
wel gelden voor hen die reeds pensioen
hebben of op een andere manier een ze
ker inkomen trekken, maar het geldt
zeker niet voor de kleine renteniertjes,
die voor de oorlog hun zaakje van de
hand hebben gedaan, maar door de
duurte verkeerd zijn uitgekomen.
Al hebben oude mensen niet zoveel
meer nodig, een gezin kan nu eenmaal
met 1338 gulden niet rondkomen. Het is
te veel om van te sterven, maar te wei
nig om van te kunnen leven.
Er is sprake van aanpassing, maar zou
er niet aangepast moeten worden voor
hen, die het 't hardst nodig hebben? En
laat nu niemand tegen mij zeggen: ,,Ga
naar de Houtmarkt, of naar een of an
dere kerkelijke instelling," want iemand
die tot aan zijn tachtigste jaar onafhan
kelijk is geweest, gaat dan liever de
lucht in.
BREDA. EEN 80-JARIG GEWEZEN
RENTENIERTJE.
CORRESPONDENTIE
Wil „Leurenaar zijn naam en adres
bekend maken, anders kunnen we
zijn stuk niet plaatsen.
Nauwkeurig wordt ieder onderdeel
tje van het fijne raderwerk op
perfectie onderzocht.
Radio-Kopenhagen meldt, dat de
(J slandse socialisten en communisten
een nieuwe, verenigde politieke par-
u Gesticht, de „Partij van het
Volksbondgenootschap".
Voorzitter is Hannibal Valdimars-
son, voormalig president van de so
ciaaldemocratische partij en voorzit
ter van de IJslandse federatie van
SVert)nigl.ngen- Einar Olgeirson,
leider der IJslandse communistische
party, is tot vice-voorzitter benoemd.
„We leven op een vulkaanHet is een uitdrukking, die
we soms achteloos gebruiken. Misschien hebben we elkar op een
zonnige vacantiedag in Napels wel eens de Vesuvius aangewezen:
een goedmoedige, smokende „Oude heer", die op ons lijstje van
bezienswaardigheden stond. En misschien zijn we even beklemd
geweest bij een bezoek aan Herculanem en Pompeji. Maar spreekt
een ramp van achttien eeuwen geleden ons nog wel zo sterk aan?
En toch leven er nu nog vele mensen, die de Vesuvius in
al zijn verschrikking hebben meegemaakt.
Al heel lang hing de dreiging bo-
y?n d® steden en dorpen, die als
kiezelstenen gestrooid schenen rond
om de grijze vulkaan. In 1872 barstte
de krater los: 20 miljoen m3 lava
stroomde met woeste kracht langs
de sidderende flanken van de berg.
De kracht van de explosie was zo
groot, dat de kegel aan één zijde van
boven tot beneden uit elkaar werd
gereten. Toen keerde de stilte weer.
Meer dan drie jaar was het rustig
rondom de Vesuvius. In het begin
van 1876 pas begon het weer te rom
melen in de grote krater. Dit duurde
dertig jaar, zonder dat er grote ram
pen gebeurden. In deze tijd ontston
den er twee nieuwe bergen van 135
en 160 meter hoog. En een onheil
spellend voorteken was, dat de vul
kaan een hoogte bereikte, die sedert
een gruwelijke uitbarsting in 1631 niet
meer was voortgekomen.
En, terwijl de lava zich ophoopte
rf1- helse bergfornuis, verkocht in
de kleine, geelwitte dorpjes de water
drager zijn water en lapte de schoen
maker zingend zijn schoenen. Maar
wonen ook niet onze eigen Zeeuwen
rustig naast het water, dat zich altijd
weer samenballen kan om leven en
bezit te vernietigen?
De eerste waarschuwing was de
gloeiende stroom lava, die op de 27ste
mei 1905 uit twee spleten begon te
spuiten. Een jaar later volgde de
grote catastrofe. Het was voorjaar:
de amandelbloesem geurde en de
zon glansde in de vingers van de
vijgebladeren. In de liefelijkheid van
deze lente begon de berg vuur en
stenen te braken. Als even de zware
ontploffingen ophielden, hing er een
doodse stilte in de dalen: geen vogel
zong, geen kind lachte. De onheils-
geur van zwavel vervulde de lucht.
Voor de madonnabeelden knielden
angstige vrouwen en tientallen kaar
sen flakkerden in de nissen. De ge
beden schenen verhoord te worden,
toen in de morgen van de 7de april
de berg tot rust kwam.
Het was slechts een respijt van
enkele uren. Om half vijf in de mid
dag kwam de gloeiende massa tot het
kookpunt. De berg brulde alsof alle
wilde dieren ter wereld zich verza
meld hadden en de aarde' beefde.
Vurige bollen werden de dampende
lucht ingeslingerd. De krater was één
vuurzee, waaruit spitse gloeiende
tongen omhoogschoten.
HELSE UREN
Wie kon nog zeggen of het nacht
was of dag? Om acht uur in de avond
was de krater een helse fontein van
vuur. Tweeduizend meter hoog spoten
de vuurkolommen omhoog en als lich
tende watervallen stortten beken van
vuur langs de hellingen. Hemel en
aarde waren in beweging: het blik
semde en onweerde.
De verwoestende stroom lava
splitste zich en de morgen was nog
niet aangebroken toen de lava Bosco
binnenviel.
Niets kon de vernietiging stuiten. De
voorstad van Oratorio viel aan dit
geweld ten offer. De stroom wrong
zich onder de spoorbrug door en vond
eindelijk grommend een einde in een
vlakte. De andere, al het leven ver
woestende stroom, kwam tot stilstand
voor het glimlachende beeld van de
Madonna della Neve. Een mirakel?
Zij, die het leven behielden, zouden
nadien deze Madonna devoter vereren
dan zij ooit tevoren deden.
Tot in de verre omtrek daalde een
asregen neer. In Napels keken dui
zenden verstard van ontzetting naar
het tafereel in de verte. Kort na
middernacht beefde de berg onder
een enorme knal. Door een tweede
explosie stortte de kegel in. Een
grauwe wolk omhulde de vulkaan.
En uit die wolk werden met onpeil
bare kracht reusachtige stenen weg
geslingerd. Zij waren nog verwoesten
der dan de lava. Het gegil van ge
wonden en stervenden in de verwoeste
stad Ottajano ging verloren in het
brullen en donderen van de berg.
Eindelijk hield de vreselijke be
schieting op. Op de hellingen was de
lava gestold en in de verwoeste ste
den en dorpen maakte men de balans
op van levenden en doden.
Er waren er, die hun weinige bezit
bijeengaarden en wegtrokken. Het wa
ren er maar enkelen. De meesten
bleven wonen in de schaduw van hun
grauwe vijand, die uitgewoed was,
maar niet dood.
De eeuwige dreigiu
„IN D'R HEMD
Het ié mij niet bekend of veel oudjes
de rubriek ..Mensen en Muzen", ver
zorgd door de heer W. v.d. Velden, lezen.
Maar ik zou die niet graag missen, omdat
men als oudjes zo'n beetje cultureel de
zaken kan bijhouden. In de laatste we
ken heb ik er van genoten en ik heb
eens lekker gegnuifd. Nu de heren Kloos
en Alberding Thijm (Karei) in het zon
netje komen te staan.
Men moet namelijk weten, dat ik ge
boren ben, toen de tachtigers begonnen
en toen ik tot de jaren van verstand
kwam, gebeurde het wel eens, dat ik
thuis gesprekken hoorde tussen mijn va
der en de oudste zoons over de litera
tuur der „tachtigers". Mijn vader had
als leefregel: beoordeel het gesprokene,
geschrevene en alle cultuuruitingen door
eerst de maker te kennen. Want bij wat
hij doet, draagt hij een masker en daar
achter moet "je kijken, dan ziet ge de
mens in zijn eigenlijke gedaante
zijn werk is vaak schijn. Toen hij dood
was heb ik menige aantekening ge
vonden puntig en scherp over men
sen uit eigen omgeving en die zich in
Nederland op de voorgrond drongen.
Voor die tachtigers werd tussen 1890 en
1910 heel wat reclame gemaakt. Vooral
de NRC, met zijn kwasi geleerd- en def-
tig-doenerij deed er aan mee van je
welste. Als men die uitgestreken ge
leerdheid dikwijls las. werd men er on
passelijk vanals men tenminste een
kritische geest had.
Mijn vader was een verwoede Tijd-
lezer en voor hem was de Amsterdamse
cultuur met de toen reeds gestorven
oude Alberding Thijm (één der wekkers
van katholieke cultuur in het ontwakend
„Roomse" Nederland) een figuur, die hij
op handen droeg en zijn zoon Karei werd
voor hem een familierenegaat.
De oude evenwichtige en op zichzelf
weldoende gemoedelijkheid in Brabant,
werd voldoende gesteund en geprikkeld.
Dat deftige en hoogmoedige en met zich
zelve ingenomene van de tachtigers
wel blijkbaar gruwde de wellevendheid
in het mens-zijn in Brabant ervan. Toen
ik op Rolduc kwam, kon de leraar Ne
derlands natuurlijk het werk der tach
tigers niet negeren. Men moest er bij
zijn eindexamen toch wat van weten!
De lesuren konden met dat weinige na
tuurlijk niet gevuld worden. Vondel in
al zijn uitingen diende voor een sma
kelijke en opvoedende vulling. Alber
ding Thijm werd zo weinig mogelijk ge
noemd, hij was (ver gevallen van de
gezonde stam) van Rolduc weggejaagd
en als pestend antwoord had hij „De
kleine Republiek" geschreven, waarmee
Rolduc bedoeld werd. Men zou het kun
nen beschouwen als een hedendaagse
reportage over de USSR of Chinese
Volksrepubliek, waarin men ten aanzien
van het daar bereikte ook niet altijd
even nuehter-eerlijk is.
Met wat ik over de tachtigers thuis
al zo had weggehaald uit de gesprek
ken, begreep ik heel vaak de kritische
waarschuwingen die bij de les gegeven
werden. En nu ik de studie, die over
de tachtigers in Mensen en Muzen door
de heer v.d. Velden gegeven wordt, ge
lezen heb, voel ik me zo echt tevreden
met de voorzichtige lessen uit mijn
.ieugd. En meesmuil ik maar eens als ik
in die artikelen de portretten zie staan
van Kloos en A. Th. de ene vol onver
biddelijke verbetenheid en de andere in
kale hoogmoed. Het is alsof juist deze
portretten voor die artikeltjes zijn uit
gezocht.
De opgehemelde literatoren van toen
zijn heengegaan> maar nog altijd weten
onze school-literatuur-overzichten ze nog
niet te plaatsen in de juiste waardering
van aangeklede taai-franje, die het mas
ker van de wereld, voor hun gezicht
gehouden, omlijstte.
Aan deze mening wilde ik in deze
rubriek uiting geven.
B- o. Z., Ir. J.
ONZE MOEDERTAAL
Hoe heerlijk is het toch een eigen
mooie moedertaal te bezitten. Hoe fijn
komt dat gewoonlijk uit als je zo gere
geld je radio eens aanzet en dan de ver
schillende uitvoeringen beluistert door
eigen Hollandse bands of cabarets uit
gezonden. Van 't begin af hoor je al
van allerlei liedjes en „songs" van uit
sluitend buitenlandse oorsprong, om niet
te zeggen „fabrikaat". En die worden
dan nog hoofdzakelijk door onze be
kendste zangeresjes of zangers met grote
toewijding ten gehore gebracht.
Je t'aime, I love you, ich liebe dich,
centre d'amore, enz. enz. Je hoort ze
over I en II en over „voor onze mili
tairen, cantiné ziekenhuizen, showboat
en mastklimmen". noem ze maar op!
Als speciale attractie van hedenavond,
dames en heren, hebben wij voor U onze
buitenlandse gast (of gaste) die en die.
Deze zal voor u zingen zo en zo, na zich
Je zou zo zeggen, zijn het dan maar al
leen onze Hollandse zangers en zange
ressen die vreemde talen machtig zijn,
en daarmee niet in het buitenland, waar
die taal thuishoort (op één enkele uit
zondering na) voor de microfoon ko
men. maar wel en uitsluitend in ons
eigen Nederland?
Er was eens een beroemde buitenlandse
tenor, die wél mooi op z'n Nederlands
kon zingen, in duidelijke, mooie uit
spraak, van zoals: „Holland, met je...."
(weet je wel?)
Na deze heb ik er tot heden nog nooit
eentje gehoord die dat net zo goed
deed
Mijnheer de redacteur, ik zou wel eens
willen weten of in ons goede Hollandje
één discotheek bestaat die beschikt over
TrEN, zegge 10, records die door buiten
landse zangers of zangeressen in zuiver
Nederlands zijn geproduceerd?
Waarom dan wel duizenden nummers
door onze Hollandse artiesten in allerlei
soorten van vreemde talen opgenomen?
Ik had eens 'n mooie droom: Er zou bij
ons in de concertzaal 'n beroemd cabaret
optreden, met namen van vele bekende
en vooraanstaande artiesten. Het pro
gramma bevatte vier en twintig zang
nummers (buiten de acrobatiek en goo-
chelaarsnummers enz.) maar van die
zangnummers zou er één noch van bui
tenlandse makelij noch in vreemde taal
zijnt neen, uitsluitend gecomponeerd door
Nederlandse musici od oorspronkelijke
Nederlandse teksten en het mooie van
die droom was dat een erg rijke caba
retminnaar een som van duizend gulden
had uitgeloofd als dat werkelijk kon ge
beuren.
BREDA. G. T. BMKA
STANK IN LEUR
Wij hebben begrip voor de weerzin
der omwonenden, maar vestigen er de
aandacht op, dat de Geerkade niet door
óns is uitgezocht als industrie-terrein,
maar ons is aangewezen als de enige
plaats in de gemeente voor het bouwen
en in bedrijf stellen van een isolatie-ma-
terialenfabriek. Wij hebben met klem
gevraagd naar terrein, ver van de
bebouwde kom( maar dit bleek niet mo
gelijk. Wat dé hinder van de fabriek
voor omwonenden betreft, verzekeren
wij, dat wij alles zullen doen om dit
tot een minimum te beperken. Reeds is
contact opgenomen met deskundigen op
dit gebied, om deze kwestie naar waar
heid te onderzoeken. Wat de hinderwet
en bedrijfsvergunning betreft, delen wij
mede, dat de fabriek nog steeds op het
punt van installatie is, dat deze dus
nog in een proefstadium draait en dat
wij binnen zeer korte tijd zullen over
gaan tot regelmatig en officieel produ
ceren. Wij betreuren het ten zeerste,
dat de schrijver van enkele artikelen
geen contact met ons heeft opgenomen,
zodat het bij ons de indruk wekt, dat
niet de onaangename lucht de grootste
oorzaak was.
DE DIRECTIE
Wat dit laatste betreft, merken wij
op, dat het door omwonenden inge
diende rekest (waarover in onze ar
tikelen sprake was) een officieel aan
B. en W. gericht papier was. Dat wij
dit publiceren kan niemand ons kwa
lijk nemen. (Red.)
DE WELVAART (II)
Het komt me voor, dat agrariër uit
Philippine, die over de nood van de boe
ren schreef, een fantast is. Welke ar
beider ken een loon verdienen dat hij
noemt en welke boer werkt 80 uur per
week voor 3000 gulden per jaar? Geen
enkele. Dit alles is dus uit de lucht ge
grepen.
Als de boeren niet meer verdienden
dan dit, zouden ze wel landarbeider wor
den. Met de kinderbijslag en zo inbegre
pen zouden ze er dan beter aan toe zijn.
Dat het de boeren goed gaat is geluk
kig. Het betekent voor ons ook een ver
betering en de W.W. krijgt minder te
doen.
Als het niet goed gaatf kan ik me
niet voorstellen waar de boeren alles
van kunnen doen. Men kan nu eenmaal
niet autorijden van een landarbeiders
inkomen.
DRIEWEGEN, EEN LANDARBEIDER
SINAASAPPELS (II)
Hiermede ben ik zo vrij te antwoor
den op het ingezonden stuk van „Een
gedupeerde". Er bestaat een oud spreek
woord Goedkoop is duurkoop.
In Breda zijn voldoende groente- en
fruithandelaren, die voor een redelijke
prijs, uiteraard hoger dan voor de oor
log door de gestegen lonen en kosten,
prima fruit kunnen leveren. Voor iemand
met een kleine beurs geldt volgens mij
maar één stelregel, liever iets minder
eerst te hebben voorgesteld met: ikk<f kopen maar van goede kwaliteit. Voor
een dubbeltje mag u geen goede sinaas
appel verwachten. U behoort dit te we
ten, maar dacht een koopje te harten en
is bedrogen uitgekomen.
Hogelijk is dit voor u een goede leer
voor een volgende keer.
BREDA, GEEN WINKELIER
finde oew laend doch so moie, dat ikke
wille siengen foor U my lovest song
en dan komt het: O nee, geen Hollands
liedje hoor. maar wel eentje uit dat
eigen Engelse of Franse of Duitse land,
op z'n Engels of Frans of Duits, maar
nooit in dat liebe Hollaendisch, hoor!