Nol Otten, de ondergrondse beeldhouwer van Stm. Emma r Zeeuws Portret ZEEPBEL" het huis van de toekomst? BOEKENPLANK I OOK IN DE OUDHEID KENDE MEN DE CHARMES VAN HET TOERISME Duits Exploti SLAG Ontmoeting in landelijk Retersbeek Gedurfd, maar uiterst praktisch Dikken Bi DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 APRIL 1956 Protest van gepensioneerden legen aanpassing aan algew ouderdomswet EUROPA'S PERSPECTIEF Er moet gerationaliseerd worden Zijn artistieke kwaliteiten geeft hij gestalte in mijnstreek In elk huisgezin: Zuur stof cylinder als vliegende schotel Martien Steyn Maatschappelijk en sociaal voelend J Indische plannen in Pakistan tl Woning van tien verdiepingen door de lucht verplaatst Het begon al in 1927 De Grieken waren een gastvrij volk Minder valuta- I moeilijkheden dan nu 11 De onzichtbare vijand Zeeuwse vertelseltjes Het huis aan de gracht Vrije tijd reeks hu V' 10 meter verdieping; Nol is ook nog beeldhouwer. Het zal tien jaar gele den zijn, dat Nol Otten met de kunst in aanraking kwam. De verveling tij dens schafttijd was hierva 1 eigenlijk de oorzaak. Met het bandmes be werkte hij een stuk mijnsteen en in de dagen, die volgden kreeg de blok gestalte.. Het mijnwerk had hem ge ïnspireerd en de eerste kompel, ge sneden uit miljoenen jaren oude mijn- steen, was „geboren". Hij was er niet weinig trots op en nam hem mee naar huis. Nol, de goedmoedige mijn werker. die alleen maar vrienden heeft op de Emma, had zijn hobby gevonden. ZELFS ABE LENSTRA Het hoofdbestuur van de Alg. Ned. Bond van Gepensioneerden, verte genwoordigend ruLm 6000 leden, heeft bjj de Tweede Kamer geprotesteerd tegen aantasting van wettelijk ver kregen rechten door middel van kor ting op reeds verleende ambtelijke pensioenen als gevolg van de Alg. Ouderdomswet. Aan de minister van Binnenlandse Zaken is tegelijkertijd het dringend verzoek gedaan de indiening van de aangekondigde wetsontwerpen tot op trekking van oude pensioenen en tot herziening van de degressie met het oog op de komende verkiezingen zo veel mogelijk te bespoedigen. 20JUIST is verschenen de >,Eco- mic Survey of Europe in 1955". Dit rapport is uitgegeven door het secretariaat van de ECE (Economie Commission for Europe). De ECE is een commissie, waarin voorna melijk de handel ter sprake komt tussen oost- en west-Europa en tus sen deze gebieden en de rest van de wereld. Daar de economische positie van een land als het onze. dat zo sterk op export is gericht, wel in zeer sterke mate bepaald wordt door de ontwikkeling op het terrein van de handel, moge het hier nuttig zijn de Europese handelspositie en toekomstmogelijkheden iets nader te belichten. Wij zullen dit doen aan de hand van het bovengenoemd rapport. Bij de bespreking van de econo mische ontwikkeling in west-Eu ropa wordt er gewezen op de voort durende produktie-expansie. Ner gens heeft er een bijzondere prijs verhoging plaatsgevonden en ook is er praktisch nergens nadeel berok kend aan de handelsbalans ten op zichte van de overzeese landen. Als één van de oorzaken van de prijs stabiliteit en de vermindering van importbehoeften van overzee wordt genoemd de hoge mate van han delsliberalisatie tussen de west- Europese landen. Die west-Europese expansie had natuurlijk repercussies op het in komen en de consumptie, alsmede op de buitenlandse handel. Er werd meer geïmporteerd uit de Europese landen zelf. Ook was er een toe nemende vraag naar goederen uit de dollar-area. Dit laatste was me de een gevolg van de dollarlibera lisatie en van de verkopen, onder de verschillende USA-programma's, die erop gericht zijn om de land- bouwsurplussen te verminderen. De economische verhouding van west- Europa tot de andere overzeese lan den (dan Amerika) was echter niet zo gunstig in het afgelopen jaar. De recessie in Amerika veroorzaak te een mindere vraag naar goede ren (vnl. naar landbouwprodukten) van overzeese landen. Daardoor ver minderde in die landen de koop kracht. De heropleving in de USA lag uitsluitend op industrieel ter rein. Er ontstond daardoor een toe nemende vraag naar industriële grondstoffen, in het bijzonder naar mineraal-produkten uit de over zeese landen. Deze toenemende vraag deed de prijzen stijgen. De prijzen van de landbouwprodukten uit de overzeese landen daarente gen bleven dalen. Gevolg: de over zeese landen, die hoofdzakelijk landbouwprodukten exporteren, za gen hun deviezenreserve verminde ren; terwijl de overzeese landen, die overwegend minerale produkten exporteren, hun deviezenreserve za gen oplopen. Het grootste afzetgebied vindt west-Europa echter in die landen (Van een Limburgse medewerker) De zon stond hoog aan de blauwe hemel toen we een dezer dagen per pedes apostolorum op pad togen om voor enkele uren het zo sterk geregle menteerde verkeersleven ener stad, gelijk Heerlen, te vergeten. Retersbeek, een behoorlijk gehuchtje onder de gemeente Klimmen, was het doel van deze voetreis en hier zouden we een bezoek brengen aan Nol Otten, de onder grondse beeldhouwer van Staatsmijn Emma. Nauwelijks hadden we de auto snelweg, welke de mijnsteden Heerlen en Geleen met elkander verbindt, verlaten of we werden geconfronteerd met kasteel Revieren. De weldadig aandoende rust om ons heen deed ons 'n wijle verpozen bij zwaardvechtende ridders en lieftallige jonkvrouwen, die hier binnen de gekanteelde muren van de burcht in de tijd van de middeleeuwen geproefd hadden van zoete romantiek en opwindende steekspelen. Wreed werden we in onze overpeinzin gen gestoord toen een gierende straaljager het hemelruim doorkliefde en deze mijmering aan flarden scheurde. We genoten met volle teugen van de zoete geur der ontluikende lente, toen wij het stoffige veldpad volg den. In de verte ontwaarden wij de kerktorens van het land van Klim men en Valkenburg en wisten- we, dat we weldra het doel van onze reis bereikt zouden hebben. Aan een jon ge boer, die lustig fluitend de koeien voor zich uitdreef, vroegen we naar het huis van Nol Otten. Even later stonden we voor een pittoresk boer derijtje. De waakhond liet een ver vaarlijk gehuil horen, maar zijn baas, met wie wij even later als Nol Otten zou'den kennismaken, leg de hem met een „koest" het zwijgen op. Toen keerde de rust in het vre dige Retersbeek weer. In de perelaar floot een merel zijn hoogste lied. Hier. in dit dorado van rust en on gerept natuurschoon, was het, dat wij Nol Otten (42) hebben ontmoet. mende deviezenvoorraad in de mi neraal producerende landen, is ech ter nog niets te zien. Deze veranderingen in het im port- en exportpatroon en de toe nemende produktie-expansie in west-Europa, doet het er voor de Europese export nu niet bepaald gunstig uitzien. Gezien de enorme technische ontwikkeling op het ge bied van de produktie, kan verder verwacht worden, dat west-Europa door zal gaan met het onafhanke lijker worden van het buitenlandse aanbod (dit betekent dus een ver dere importbeperking, wat weer leidt tot een verdere koopkracht vermindering en dus ook importbe perking van de overzeese landen). Dit alles stelt ons voor een lastig probleem, waarvoor het rapport slechts twee oplossingen ziet: 1. De west-Europese economie móet zich als geheel bewegen in de richting van het Amerikaanse pa troon. Dit betekent, dat met de toe nemende binnenlandse produktie de importen van buiten dit gebied zullen terugvallen, met als resul taat echter dat met het stijgen van de west-Europese exportcapaciteit, ook de exportmogelijkheden zullen verminderen, tenzij deze door kapi taalexport worden ondersteund. 2. De west-Europese landen moe ten hun traditionele importpolitiek herzien. Grote delen van west-Eu ropa nemen nog een protectionis tische houding in ten opzichte van arbeidsintensieve produkten, die geproduceerd worden in landen met een lagere levensstandaard en la gere arbeidskosten. Dit is echter foutief. De weg om de west-Euro pese economie in de wereldhandel te integreren is die, welke de voor delen weet te halen uit het feit dat de arbeid goedkoper buiten, dan in Europa „gekocht" kan worden. Het moet daarom mogelijk zijn om met een politiek te komen van geleide lijke transfer van Europese arbeid naar industrieën waar de produkti- viteit hoog is, dat is dus naar ka pitaalintensieve industrieën. Zonder de hulp van beschermen de maatregelen nodig te hebben, die het reëel inkomen van de economie als geheel verminderen, kunnen al leen dergelijke industrieën voldoen aan de behoefte van de Europese arbeiders naar een regelmatig stij gende levensstandaard. Dit bete kent, dat vooral in de landbouw en in de detailhandel, waar dikwijls nog veel verkapte werkloosheid heerst, gerationaliseerd zal moeten worden. Velen van hen die in een dier bedrijfstakken werkzaam zijn, zullen een andere bestaansmogelijk heid moeten gaan zoeken. Nu waarschijnlijk getracht zal worden om de Europese econo mische politiek in de richting van de tweede oplossing te drijven, dringt zich, vooral voor vele kinde ren van boeren en detailhandela ren, de economische noodzaak nog KOOL- EN BEELDHOUWER Nol, een martiale figuur met het respectabele gewicht van 127 kilo, is de zwaarste ondergrondse mijnwer ker van Staatsmijn Emma. Geen won der dan ook, dat ieder, van de tien duizend kompels hem kent. Zelfs de Italianen (Itakki's noemt hij ze) wui ven naar hem of knopen zo goed en zo kwaad als het kan een praatje met hem aan, wanneer ze hem ont moeten. Want behalve aan zijn om vang heeft Nol ook nog zijn bekend heid te danken aan zijn kunstzinnige aanleg. Hij is immers niet alleen koolhou wer op afdeling B-west van de 546 Nu sjouwt beeldhouwer Nol, elke dag, wanneer hij van middagschicht naar huis keert vetsteen mee naar boven. Uren achtereen bewerkt hij de plompe stukken om dan een figuur te voorschijn te toveren. Mijnwer kers, cowboys, danseresjes, prehisto rische dieren, ja zelfs Abe Lenstra, ons nationaal voetbalfenomeen ging onder Nols mes. De werkstukjes ge tuigen van geduld en liefde. Talrij ke mede-kompels hebben getracht Nols produkten na te maken. Geen van hen i- het gelukt. Missen zij de artistieke inborst of is het het geduld, want één zo'n werkstukje be tekent acht a negen uur ingespannen arbeid. ZIJN ANDERE HOBBY'S Nol, de enige mijnsteenhouwer van Nederland heeft ook nog andere hob by's. In zijn boekenkast heeft hij in acht albums duizenden postzegels uit alle landen van de wereld verzameld. Wanneer we in de tuin komen, wijst hij naar de marmotten en cavia's, welke laatsten tot het gilde der Gui- nese biggetjes behoren. Hij kweekt hier nieuwe rassen en wie het resul taat aanschouwt, ziet dat hem dit wonderwel gelukt. In de zomermaan den maakt Nol lange zwerftochten door de omgeving. Dan observeert hij door zijn kijker de vogels en het is verbluffend, welke rijke ervaringen hij tijdens deze speurtochten heeft op gedaan. Nol Otten leeft zo samen met zijn gezin zijn eigen leven in het gehucht Retersbeek, waar hij nu al achttien jaar woont. Zijn Kerkraads dialect in welke stad hij werd geboren, heeft hij niettemin in ere gehouden. „Went ze allenuij zpeë woare wie mieg, dan kom jinne krig mieë", zegt hij schert send. En wie deze gezellige causeur kent, is hiervan overtuigd. (Advertentie) In de Claes de Vrieselaan te Rot terdam, waar voor asfalteringswerk- zaamheden de tramrails weggetakeld worden, is vanmorgen een takelwa gen achteruitrijdend tegen een zuur stofcylinder terechtgekomen. De auto raakte precies de afsluitkraan van het .apparaat,- ?pdat de zuurstof met grote kracht ontsnapte. Blazend en sissend vloog de cylin der als een raket pijlsnel de lucht in, schoot over de Middellandstraat en viel in de Witte van Haemstedestraat midden op de rfjueg neer. Wonder boven wonder werd er niemand ge wond. Er werd zelfs geen enkele schade aangericht. V Toen H. M. de Koningin op 30 april 1953 de heer Martien Steyn te Hoede- kenskerke benoemde tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau, wist iedere landbouwer in Zeeland wel, waar hij dit aan ver diend had. Wie Martien Steyn zegt, zegt ook L.T.B. en het is via deze ka tholieke landbouwersorganisatie, dat in alle mogelijke neven-orga nisaties kwam en er verdienste lijk en gewaardeerd werk deed in de laatste twintig jaar. De in 1921 opgerichte L.T.B. heeft lang 'n kwijnend bestaan geleid, zodat de heer Steyn, die alleen voorzitter der Kwaden- damse afdeling was, slechts nood gedwongen in 1936 de algemene leiding op zich nam, omdat hij wel begreep, dat het heel wat van zijn tijd zou kosten, Doch toen hij eenmaal de stap had gezet, is hij rustig voortgegaan en nam ook de vele verplichtingen op zich welke uit die nieuwe functie vloeiden. Zijn vertrouwenwekken de leiding is de L.T.B. ten goede gekomen, zodat wanneer straks de L.T.B. overgaat naar de Bra- banise N.C.B., deze laatste orga nisatie een welkome en goede aanvulling zal bekomen. Zo goed als alle katholieke land- en tuin bouwers op Zuid Beveland zijn thans in eigen stand-organisatie verenigd. Na 1936 is veel actie ontplooid en kwam er ook veel tot stand. De lagere landbouw school van de L.T.B. werd te 'sHeerenhoek begonnen en de la gere landbouw-huishoudschool die vóór twee jaar een nieuw home kreeg, kon zich te Ovezan- de ontwikkelen. Het eigen boekhoudbureau, te Goes begonnen, bloeit sinds een vijftal jaren te Heinkenszand en de coöperatieve beweging is in tussen zo sterk geworden, dat op Zuid Beveland onlangs een zelf standige kring ontstond. De rij van neven-functies welke de heer Steyn bekleedt, is eerbiedwaardig in lengte geworden. Als de voor- naamsten beschouwt hij de vol gende: bestuurslid van het Zeeuw se Landbouwschap; hoofdbestuur - der van de L.T.B.; voorzitter van de Zuid Bevelandse pluimveehou ders en idem van de weegbrug te Kwadendamme en van de afdeling Zuid Beveland van de Gezond heidsdienst voor dieren; lid van de Pachtkamer; lid vakgroep ak kerbouw; gezworene van de pol der Hoedkenskerke; lid der com missie samenvoeging van polders op Zuid Beveland en van 1936 af ook voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur te Hoedekenskerke. Daarnaast treedt de heer Steyn nog op als schatter voor heel Zuid Beveland van het vee dat we gens t.b.c. door de Gezondheids dienst wordt afgemaakt. Al dit organisatie- en maatschap pelijk werk kost de heer Steyn drie dagen werk per week en hij zou dit nooit allemaal hebben kun nen volbrengen indien er niet de gelukkige omstandigheid was ge weest, dat hij eerst 'n broer had die toezicht kon uitoefenen op het eigen landbouwbedrijf in de Nieu we Hoondertpolder en later zijn zonen dit konden doen. In de politiek heeft de heer Steyn zich niet druk bewogen op ander terrein had hij al ge noeg hooi op de vork alleen heeft hij na de oorlog de stoot gegeven tot de oprichting van de afdeling Kwadendamme der KVP. Eenvoudig van aard bezit hij niet de neiging zich te laten gelden. Zijn praktische kennis, grote er varing en strikt rechtvaardigheids gevoel, geven hem echter genoeg gezag om veel te bereiken voor de organisaties en instellingen, die hij vertegenwoordigt, evenals voor de samenleving in het algemeen en diverse personen in het bij zonder. Nog in de kracht van zijn leven hij is de zes kruisjes net gepasseerd behoeft de heer Steyn zich nog niet te ontzien en kan de gemeenschap nog veel goeds van hem verwachten. De Pakistaanse premier, Mohamad Ali, heeft in de grondwetgevende ver gadering verklaard over gegevens te beschikken, die wijzen op Indische plannen om meer niet-Moslims in Kasjmir te vestigen, tenein.de de hui dige Moslim-bevolking uit dit land te dryven. India had kennelijk het plan, om na verkiezingen in Kasjmir een fictieve constituante in te stellen, die zou moeten verklaren, dat Kasjmir een deel van India is geworden. Pakistan noch de Veiligheidsraad der Verenigde Naties zijn gebonden meter'hoge mast "hing"aan sterke" Een paar weken geleden werd door een der Amerikaanse televisie-zenders een zgn. „spectacular" uitgezonden, een hoor- schouwspel, dat een fantastische en humoristische blik in de toe komst liet werpen; het droeg tot titel „1976" en gaf een beeld van de levensomstandigheden die wij over een jaar of twintig zullen meemaken en dat vooral het gemakkelijke leventje schildert, waarin wij ons dan zullen kunnen verheugen. Daartoe behoorde onder meer „de zeepbel" en die zeepbel zou dan de vorm heb ben van onze „levensapparatuur", een doorzichtige koepel, die elk denkbaar gemak bevatten zou, die men voor een comfor tabel en aangenaam leven nodig heeft. In feite echter bestaat die zeepbel al: het Is het laatste produkt van de vaak verbazingwekkende en altjjd vruchtbare geest van R. Buckminster Fuller („Bucky"), een van de meesf creatieve ontwerpers en daarenboven wiskundige, ingenieur, architect, geograaf en filosoof van naam, die al meermalen door zijn collega's als een „genie"- is aangeduid. Reeds in 1932 werden Fuller's denk beelden over het produceren van on derkomens voor grote groepen men sen beschouwd als de eerste originele aanval op het huisvestingsprobleem sedert eeuwen. Zijn Dymaxion-woning, waarvan de eerste ideeën reeds tot 1927 terug gingen baseerde hij op zijn stelling, dat een woning is opgebouwd uit twee elementen: het zware permanen te deel, waarin de verwarming, het sanitair, de elektriciteit, het gas, enz., zijn opgenomen en een lichter meer veranderlijk deel, waarin de mensen onderdak vinden. Deze woning had als centraal deel een cylindrische mast van licht me taal, waarin de verwarming enz., wa ren opgenomen. Aan deze vijftien door welk besluit dan ook van India of de zogenaamde grondwetgevende vergadering van Kasjmir, aldus Mo hamad Ali. Kasjmir heeft thans een Mohamme daanse meerderheid en Pakistan eist dit gebied daarom op. staaldraadkabels 'n zeshoekig bouw sel van lichtmetalen vloeren en wan den, onderverdeeld in grote hoge ver trekken, die goed geïsoleerd waren en waarin veel bergruimte was uitge spaard. Dit merkwaardige huis scheen alle die hun deviezenreserve zagen ver- méér op om op korte termijn naar minderen. Van een vermeerderde andere beroepen over te gaan. import tengevolge van die toene- Dr. JACQUES J. B. P. v. LIERDE Wie van de hedendaag se toeristen zal vermoe den, dat al ruim twee duizend jaar geleden mensen voor het genoe gen op reis gingen? Reeds in de Griekse Oudheid bestond een vrij intensief vreemdelingen verkeer. Aanleiding daar toe waren de religieuze feesten ter ere van ver schillende goden. Om daarheen te kunnen rei zen, hadden de Grieken zeventig dagen per jaar vrij een lange vakantie naar onze begrippen. Die tijd hadden ze ove rigens wel nodig. Het verkeer ging langzaam en de afstanden waren lang. Van plaats tot plaats werd de stoet van feestgangers groter, want men reisde vrijwel uit sluitend in gezelschap. In de plaatsen waar men overnachtte vonden velen kwartier bij parti culieren. De Grieken wa ren van nature zeer gast vrij en de route naar een bepaald godsdienstig cen trum was altijd eender. Men kende elkaar van vorige reizen en men was blij elkaar weer gezond terug te zien. Voorzover men geen onderdak vond b(j de inwoners, sliep men in de zuilenhallen der tempels of in de open lucht. In de feestcentra zelve bevonden zich grote logieshallen annex eethui zen, waarvan men zonder betaling gebruik kon ma ken. Wel stelden de pries ters, die deze gelegenhe den exploiteerden, het op prijs als de offerblokken goed gevuld werden. Uiteraard heeft de be hoefte om in de buiten lucht te verkeren in het Griekse toerisme hoege naamd geen rol gespeeld. Het warm klimaat nood de altijd tot buiten zijn, ook als men geen vacan- tie had. Wel waren de baaplaatsen, zoals Aedep- sos, prachtig gelegen aan een baai, in trek, eens deels bij hen die er gene zing zochten en ander deels bij degenen, die hiel den van de schittering van het seizoen. Langs de kust stonden fraaie logies- gelegenheden. er waren goed ingerichte badhui zen en op het strand wer den rijke feestmalen ge houden. Tijdens het Romeinse Imperium ontwikkelde 't toerisme zich op veel gro ter schaal. Van Rome uit liepen acht en twintig wegen door het gehele rijk, waar langs het reizigersverkeer zich volgens de opvattin gen van die tijd. snel voortbewoog. Per dag kon men met een reiswagen circa 75 km. afleggen en per draagstoel naar de badplaatsen, die in de na bijheid van Rome gele gen waren, circa 30 km. Van Anzio tot Surrento strekte zich een snoer van badplaatsen uit, waar de Romeinse groten hun eigen villa's hadden staan. In Egypte trok Canobus vele bezoekers, doch het waren niet de besten. Van daar dat Seneca aanraadt om er niet heen te gaan, als men de deugd wilt na streven. Ook na de verwostingen door Sulla bleef Athene een van de schoonste reis doelen. Het was een cos- mopolitisch centrum waar vele onderwijsinrichtingen gevestigd waren. Vandaar dat de jongeren uit alle delen van het rijk erheen trokken om er voor hun studie vier of vijf jaar te blijven. Op 16-jarige leef tijd reisden zij bijvoor beeld naar Antiochië in Syrië over land naar Con- stantinopel en vervolgens per schip naar Athene. Hun enig gezelschap wa ren enige vertrouwde sla ven, die de ezels met ba gage voortdreven en na aankomst in Athene huis waarts keerden. Daar de studenten gedurende hun studiejaren ook gemeen schappelijke uitstapjes maakten, was de invloed van het nabije Oosten op de toekomstige leiders van het Romeinse rijk groot. Hoe primitief het reizen naar onze begrippen ook mocht zijn, in één opzicht was het Romeinse toeris me het onze ver vooruit. In het gehele rijk, met uit zondering van Egypte gold de „denarius" als wettig betaalmiddel. Het omwis selen van vreemde valuta kende men alleen als men naar of uit Egypte kwam, zodat het toerisme wat dat betreft, weinig belem mering ondervond. Wel moest iedereen, die het Italiaanse vasteland binnenkwam, 2,5 procent invoerrechten betalen op alle onmisbare artikelen. En daar de welgestelde toerist van die eeuwen mozaïekvloeren, kostbare vazen, en kleurige kleden tot de onmisbare reisbe- nodigdheden rekende, waarmede hij onderweg pronkte, voer 's Rijks schatkist ongetwijfeld wel bij et innen der invoer rechten.... goede eigenschappen te bezitten: compactheid, goedkope en gemakke lijke bouw, economisch in onderhoud en bewoning, doch er kwam één „maar" bij, n.l. dat het idee werd gelanceerd juist toen het dieptepunt van de malaise was bereikt. De blauwdrukken van dit huis wa ren in het jaar 1932 reeds als zeer vooruitstrevend betiteld, want in de woning waren allerlei arbeidsbespa rende apparaten aangebracht, waar voor men nu nog de grootste be wondering kan hebben. Door de toen heersende economische toestanden, misschien ook wel omdat dit soort woning haar tijd te ver vooruit was had deze vinding niet het verdiende sukses. Nu komt Fuller evenwel met iets nieuws: de „geodetische koepel" en hij koestert de beste verwachtingen van wat dé woning, zoniet van van daag dan toch van de naaste toe komst zal blijken. De koepel of „zeepbel", zoals die in de volksmond genoemd wordt, is het resultaat van zijn toepassing van de beginselen van synergetische en energetische geometrie op de woningbouw, begin selen die hij ongeveer vijf en twin tig jaar geleden ontdekt heeft en sindsdien op de samenleving tracht toe te passen. Kort gezegd wordt hiermede be doeld de toepassing van in elkaar grijpende driehoeken, die zich uit eindelijk aaneensluiten tot een vol komen cirkel of halve cirkel. Druk- en trekspanning is verdeeld over alle punten van het bouwsel. ESKIMO-IGLO Fuller heeft deze mathematische beginselen nu toegepast op gebruiks voorwerpen, en een er van is dus de koepel, die door de Amerikaanse marine wordt beschouwd als „een revolutionair nieuw type onderko men". Het revolutionaire ligt niet zo zeer in de vorm omdat zij recht streeks teruggaat tot de iglo der Eskimo's maar in de constructie: een dergelijke koepel kan voor veer tien procent van de kosten worden gebouwd, die een daarmee gelijk staand bouwsel, op de conventionele wijze opgetrokken, zou kosten, terwijl het gewicht slechts drie procent daar van en het volume van het te ge bruiken materiaal zes procent be draagt; de oprichting van de koepel vergt, in man-uren berekend, slechts één procent van het aantal arbeids uren dat het oude type vereist. Dank zij de belangstelling die de marine voor zijn vinding toonde, kon Fuller een deel van zijn oude dromen verwezenlijken; in 1927 hield hij zich bezig met het fantastische denkbeeld een montage-woning van tien ver diepingen te bouwen volgens zijn bo vengenoemd Dymaxion' '-principe, deze van de fabriek met een bestuur baar luchtschip naar de bouwgrond te vervoeren en daar neer te laten. Nu is het de gewoonste zaak van de wereld wanneer een helicopter zo'n koepel van vijfhonderd kg ge wicht en vijftien meter doorsnee op neemt, over grote afstand vervoert I en hem neerlaat, waar dit nodig ia. Dit boek van de jonge Amerikaan se schrijver C. Edwards, dat in het Thijmfonds verscheen, heeft ons wel kunnen boeien. De pakkende scènes volgen elkaar regelmatig op en hou den tot het einde spanning erin. De roman brengt ons binnen een Amerikaans katholiek ziekenhuis, dat wat wazig blijft en dan ook alleen bedoeld is als een passend décor, waarin de hoofdpersonen zich met hun conflicten bewegen. Daar is eerst de eerzuchtige en ongelovige dr. Po wers, die instemming met de katho lieke beginselen huichelt om een lei dende positie bij de medische staf te krijgen, doch op slinkse wijze die be ginselen tracht te ontduiken en een moord beraamd op zijn nog ongebo ren kind! Tot zijn ontzetting moet hij dan echter bespeuren, dat de moraal der kerk correspondeert met de na tuurwet en zijn eigen vrouw daar een levend getuigenis van wordt, tisch gegeven met vwrwikkeling rond De schrijver combineert dit drama tisch gegeven met verwikkeling rond de verpleegster Sandra, die hij, nadat ze liefde voor hem heeft opgevat, ver stoot en vernietigen wil, maar tot machteloosheid gedoemd is, omdat ze het bewijs van zijn gehuichel in han den krijgt. De katholieke strekking van het verhaal manifesteert zich ook op andere wijze en prachtige bladzij den worden gevuld mét het optreden van de heldhaftige rector Chriswell. Bevreemdend is het daarom, dat Edwards zo critiekloos de verboden liefde van Sandra mee laat spelen in zijn intrigue. Als no. zes in de bij de firma G. W. den Boer te Middelburg verschij nende serie „Land en volk der Schel- demonden", kwam de bundel „Zeeuw se vertelseltjes" van mevrouw L. Huysman-Griep uit. Het zijn pretentieloze schetsjes uit het leven van elke dag, van humoris tische aard en veel locale kleur, dank zij ook het Zeeuwse dialect, dat de schrijfster goed machtig ls. Vele pit tige gezegden kruiden de tien verha len die herinneringen opwekken aan de bundels van wijlen de heer Pol derman en een dankbare buit gaan worden voor hen, die op een gezellige avond een Zeeuwse voordracht ten beste willen geven. De schrijftrant van Henriette van Eyk kan men wellicht het beste ty peren door het woord „leuk" en daar mee is helemaal niets misprijzend! gezegd. Leuk is ook dit boekje van dit leven in een oud grachtenhuis, waar het advocatenvrouwtje geen schokkende gebeurtenissen beleeft, doch de vreugden en verdrietigheden van alledag met humor doorschouwt en er ons ook een glimlach mee ont lokt. Elsevier gaf het boekje met aar dige tekeningen van Fiep Westendorp uit. De uitgeverij Cantecleer te Utrecht heeft zich met de uitgave van deze reeks ten dóel gesteld, in handig formaat een aantal boekjes te doen verschijnen, die ideeën en tips be vatten voor hen, die hun vrije tijd prettig willen besteden. Wij ontvin gen de deeltjes 7 en 8, respectieve^ lijk „Poppen en dieren van draad" door Lotte Marie van Oordt en „Speel buiten" door N.G.Vlot. In deel 7 wordt aan de hand van zeer instructieve tekeningen de werk- techniek voor draadfiguren uiteenge zet. De tekst eist wel enige ontwik keling. In deel 8 vindt men een beschrij ving van een aantal minder-bekende buitenspelen. Enkele hiervan z'jn werkelijk leuk, sommige ook minder origineel. De tekst van dit laatste boekje is ook voor kinderen vanaf 12 jaar begrijpelijk. Wij kunnen deze serie aanbeveP" aan allen, die met kinderen te ma ken hebben of via welfaren of anders zins (ook voor eigen gebruik!! met goede vrije-tijdsbesteding op de hoog te willen zijn. Bzd. <T In Ahrensburg, pan Hamburg, bevi| sen stil park een ichappelijke instill itaatsinstituut voor ïhemie alsook dl instalt für Forstgq instituut waar o.m. n het boswezen leerd en waarvan dl serij talrijke bezoeij buitenland trekt, oevinden zich velej ie bomen, wier tl sen huifje dragen takken werden b Droeven genomen e moeten vreemd tegenhouden. Hie| jich ook grote nieuwe boomaanplj grote laboratoria verbetering van de tverkt. Enkele jaren geleden nemingen aan, dat bos j zelfde wijze kunnen wel vruchtbom .1. Nu zijn klas bosbomen voor nog zeldzamer #dan groef] de veehoudery. Op twef tare dennenwoud werfl twintig plus-dennen speurwerk duurde jard bomen waren normale] men. De plusbon.en en iedere jaar werd uit] ge bomen gekweekt, dij genschappen van de hebben. De zaadopbrengst va nen is in verhouding r bomen, dat de uitgesti vormt, zeer klein. Da bossen kweken is moe: vend. Vandaar, dat m burg ging proberen dc enkele waardevolle bc gewone" stam te en deze boom, a.h.w. een on-edele grondslag wo van deze veredelde b tot de edele soort, wa plus-bomen groeien. Speciale „speur-ploe op een gebied van 251 bos in Sleeswijk-Holste lijke plus-bomen. Zij v< veer veertig, die dU3 f van de toekomstige Du len zijn. De bedoeling van deze dennen, spa dennen, Europese en elzen en berken het b komst te kweken. De p den gemerkt door tw^c van al deze bomen naar Ahrensburg gebr vlak bij de grond, op ee geënt. Deze nieuwe bor struiken gekweekt. B In den Bels zit het Vankeymeulen van tig van zich spreken, voor Eine. 't Werden die Witten". In ma: seizoen eerste prijzen 1 golf van Biscaje. Hij er van de eerste pri bamis, bij gebrek aan zitten er algelijk nog n <*ust en Miele Rutsaei winter en zomer en ervan krijgen. Jong e weer en wind. Ik had een pracht v gemaakt, al zeg ik heeft de blankste b... vrouw vond hem nie ik zeg laat die van u dat was helemaal pet.I de kachel al mee aa heeft de schoorsteen gerookt. Gevolg dat h}aar lang kan ze dat tj zijn en van de noen k\ Jhet een verstandige v den ze met al die afgi heren, 't is de zegge» lossingen, doen? Toch °Pstoken? Bollen van maken, zi Kollen?... wat voor ze, met een ongelovig Ik zet het liever nic L*e kunt er alle kere: groffen bustel door ga Anders een interessa doen aan zulke prijsvr;

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 10