Nol Otten, de ondergrondse
beeldhouwer van Stm. Emma
r
Zeeuws Portret
ZEEPBEL" het huis van
de toekomst?
BOEKENPLANK
I
OOK IN DE OUDHEID KENDE MEN DE
CHARMES VAN HET TOERISME
Duits
Exploti
SLAG
Ontmoeting in landelijk Retersbeek
Gedurfd, maar uiterst praktisch
Dikken Bi
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 APRIL 1956
Protest van
gepensioneerden
legen aanpassing aan
algew ouderdomswet
EUROPA'S PERSPECTIEF
Er moet gerationaliseerd worden
Zijn artistieke kwaliteiten geeft
hij gestalte in mijnstreek
In elk huisgezin:
Zuur stof cylinder als
vliegende schotel
Martien Steyn
Maatschappelijk en
sociaal voelend
J
Indische plannen
in Pakistan
tl
Woning van tien verdiepingen
door de lucht verplaatst
Het begon al in 1927
De Grieken waren een gastvrij volk
Minder valuta- I
moeilijkheden
dan nu
11
De onzichtbare vijand
Zeeuwse vertelseltjes
Het huis aan de gracht
Vrije tijd reeks
hu
V'
10
meter verdieping; Nol is ook nog
beeldhouwer. Het zal tien jaar gele
den zijn, dat Nol Otten met de kunst
in aanraking kwam. De verveling tij
dens schafttijd was hierva 1 eigenlijk
de oorzaak. Met het bandmes be
werkte hij een stuk mijnsteen en in
de dagen, die volgden kreeg de blok
gestalte.. Het mijnwerk had hem ge
ïnspireerd en de eerste kompel, ge
sneden uit miljoenen jaren oude mijn-
steen, was „geboren". Hij was er
niet weinig trots op en nam hem mee
naar huis. Nol, de goedmoedige mijn
werker. die alleen maar vrienden
heeft op de Emma, had zijn hobby
gevonden.
ZELFS ABE LENSTRA
Het hoofdbestuur van de Alg. Ned.
Bond van Gepensioneerden, verte
genwoordigend ruLm 6000 leden, heeft
bjj de Tweede Kamer geprotesteerd
tegen aantasting van wettelijk ver
kregen rechten door middel van kor
ting op reeds verleende ambtelijke
pensioenen als gevolg van de Alg.
Ouderdomswet.
Aan de minister van Binnenlandse
Zaken is tegelijkertijd het dringend
verzoek gedaan de indiening van de
aangekondigde wetsontwerpen tot op
trekking van oude pensioenen en tot
herziening van de degressie met het
oog op de komende verkiezingen zo
veel mogelijk te bespoedigen.
20JUIST is verschenen de >,Eco-
mic Survey of Europe in 1955".
Dit rapport is uitgegeven door het
secretariaat van de ECE (Economie
Commission for Europe). De ECE
is een commissie, waarin voorna
melijk de handel ter sprake komt
tussen oost- en west-Europa en tus
sen deze gebieden en de rest van de
wereld.
Daar de economische positie van
een land als het onze. dat zo sterk
op export is gericht, wel in zeer
sterke mate bepaald wordt door de
ontwikkeling op het terrein van
de handel, moge het hier nuttig
zijn de Europese handelspositie en
toekomstmogelijkheden iets nader
te belichten. Wij zullen dit doen aan
de hand van het bovengenoemd
rapport.
Bij de bespreking van de econo
mische ontwikkeling in west-Eu
ropa wordt er gewezen op de voort
durende produktie-expansie. Ner
gens heeft er een bijzondere prijs
verhoging plaatsgevonden en ook is
er praktisch nergens nadeel berok
kend aan de handelsbalans ten op
zichte van de overzeese landen. Als
één van de oorzaken van de prijs
stabiliteit en de vermindering van
importbehoeften van overzee wordt
genoemd de hoge mate van han
delsliberalisatie tussen de west-
Europese landen.
Die west-Europese expansie had
natuurlijk repercussies op het in
komen en de consumptie, alsmede
op de buitenlandse handel. Er werd
meer geïmporteerd uit de Europese
landen zelf. Ook was er een toe
nemende vraag naar goederen uit
de dollar-area. Dit laatste was me
de een gevolg van de dollarlibera
lisatie en van de verkopen, onder
de verschillende USA-programma's,
die erop gericht zijn om de land-
bouwsurplussen te verminderen. De
economische verhouding van west-
Europa tot de andere overzeese lan
den (dan Amerika) was echter niet
zo gunstig in het afgelopen jaar.
De recessie in Amerika veroorzaak
te een mindere vraag naar goede
ren (vnl. naar landbouwprodukten)
van overzeese landen. Daardoor ver
minderde in die landen de koop
kracht. De heropleving in de USA
lag uitsluitend op industrieel ter
rein. Er ontstond daardoor een toe
nemende vraag naar industriële
grondstoffen, in het bijzonder naar
mineraal-produkten uit de over
zeese landen. Deze toenemende
vraag deed de prijzen stijgen. De
prijzen van de landbouwprodukten
uit de overzeese landen daarente
gen bleven dalen. Gevolg: de over
zeese landen, die hoofdzakelijk
landbouwprodukten exporteren, za
gen hun deviezenreserve verminde
ren; terwijl de overzeese landen, die
overwegend minerale produkten
exporteren, hun deviezenreserve za
gen oplopen.
Het grootste afzetgebied vindt
west-Europa echter in die landen
(Van een Limburgse medewerker)
De zon stond hoog aan de blauwe hemel toen we een dezer dagen per
pedes apostolorum op pad togen om voor enkele uren het zo sterk geregle
menteerde verkeersleven ener stad, gelijk Heerlen, te vergeten. Retersbeek,
een behoorlijk gehuchtje onder de gemeente Klimmen, was het doel van deze
voetreis en hier zouden we een bezoek brengen aan Nol Otten, de onder
grondse beeldhouwer van Staatsmijn Emma. Nauwelijks hadden we de auto
snelweg, welke de mijnsteden Heerlen en Geleen met elkander verbindt,
verlaten of we werden geconfronteerd met kasteel Revieren. De weldadig
aandoende rust om ons heen deed ons 'n wijle verpozen bij zwaardvechtende
ridders en lieftallige jonkvrouwen, die hier binnen de gekanteelde muren
van de burcht in de tijd van de middeleeuwen geproefd hadden van zoete
romantiek en opwindende steekspelen. Wreed werden we in onze overpeinzin
gen gestoord toen een gierende straaljager het hemelruim doorkliefde en
deze mijmering aan flarden scheurde.
We genoten met volle teugen van
de zoete geur der ontluikende lente,
toen wij het stoffige veldpad volg
den. In de verte ontwaarden wij de
kerktorens van het land van Klim
men en Valkenburg en wisten- we,
dat we weldra het doel van onze reis
bereikt zouden hebben. Aan een jon
ge boer, die lustig fluitend de koeien
voor zich uitdreef, vroegen we naar
het huis van Nol Otten. Even later
stonden we voor een pittoresk boer
derijtje. De waakhond liet een ver
vaarlijk gehuil horen, maar zijn
baas, met wie wij even later als
Nol Otten zou'den kennismaken, leg
de hem met een „koest" het zwijgen
op. Toen keerde de rust in het vre
dige Retersbeek weer. In de perelaar
floot een merel zijn hoogste lied.
Hier. in dit dorado van rust en on
gerept natuurschoon, was het, dat wij
Nol Otten (42) hebben ontmoet.
mende deviezenvoorraad in de mi
neraal producerende landen, is ech
ter nog niets te zien.
Deze veranderingen in het im
port- en exportpatroon en de toe
nemende produktie-expansie in
west-Europa, doet het er voor de
Europese export nu niet bepaald
gunstig uitzien. Gezien de enorme
technische ontwikkeling op het ge
bied van de produktie, kan verder
verwacht worden, dat west-Europa
door zal gaan met het onafhanke
lijker worden van het buitenlandse
aanbod (dit betekent dus een ver
dere importbeperking, wat weer
leidt tot een verdere koopkracht
vermindering en dus ook importbe
perking van de overzeese landen).
Dit alles stelt ons voor een lastig
probleem, waarvoor het rapport
slechts twee oplossingen ziet:
1. De west-Europese economie
móet zich als geheel bewegen in de
richting van het Amerikaanse pa
troon. Dit betekent, dat met de toe
nemende binnenlandse produktie
de importen van buiten dit gebied
zullen terugvallen, met als resul
taat echter dat met het stijgen van
de west-Europese exportcapaciteit,
ook de exportmogelijkheden zullen
verminderen, tenzij deze door kapi
taalexport worden ondersteund.
2. De west-Europese landen moe
ten hun traditionele importpolitiek
herzien. Grote delen van west-Eu
ropa nemen nog een protectionis
tische houding in ten opzichte van
arbeidsintensieve produkten, die
geproduceerd worden in landen met
een lagere levensstandaard en la
gere arbeidskosten. Dit is echter
foutief. De weg om de west-Euro
pese economie in de wereldhandel
te integreren is die, welke de voor
delen weet te halen uit het feit dat
de arbeid goedkoper buiten, dan in
Europa „gekocht" kan worden. Het
moet daarom mogelijk zijn om met
een politiek te komen van geleide
lijke transfer van Europese arbeid
naar industrieën waar de produkti-
viteit hoog is, dat is dus naar ka
pitaalintensieve industrieën.
Zonder de hulp van beschermen
de maatregelen nodig te hebben, die
het reëel inkomen van de economie
als geheel verminderen, kunnen al
leen dergelijke industrieën voldoen
aan de behoefte van de Europese
arbeiders naar een regelmatig stij
gende levensstandaard. Dit bete
kent, dat vooral in de landbouw en
in de detailhandel, waar dikwijls
nog veel verkapte werkloosheid
heerst, gerationaliseerd zal moeten
worden. Velen van hen die in een
dier bedrijfstakken werkzaam zijn,
zullen een andere bestaansmogelijk
heid moeten gaan zoeken.
Nu waarschijnlijk getracht zal
worden om de Europese econo
mische politiek in de richting van
de tweede oplossing te drijven,
dringt zich, vooral voor vele kinde
ren van boeren en detailhandela
ren, de economische noodzaak nog
KOOL- EN BEELDHOUWER
Nol, een martiale figuur met het
respectabele gewicht van 127 kilo, is
de zwaarste ondergrondse mijnwer
ker van Staatsmijn Emma. Geen won
der dan ook, dat ieder, van de tien
duizend kompels hem kent. Zelfs de
Italianen (Itakki's noemt hij ze) wui
ven naar hem of knopen zo goed en
zo kwaad als het kan een praatje
met hem aan, wanneer ze hem ont
moeten. Want behalve aan zijn om
vang heeft Nol ook nog zijn bekend
heid te danken aan zijn kunstzinnige
aanleg.
Hij is immers niet alleen koolhou
wer op afdeling B-west van de 546
Nu sjouwt beeldhouwer Nol, elke
dag, wanneer hij van middagschicht
naar huis keert vetsteen mee naar
boven. Uren achtereen bewerkt hij de
plompe stukken om dan een figuur
te voorschijn te toveren. Mijnwer
kers, cowboys, danseresjes, prehisto
rische dieren, ja zelfs Abe Lenstra,
ons nationaal voetbalfenomeen ging
onder Nols mes. De werkstukjes ge
tuigen van geduld en liefde. Talrij
ke mede-kompels hebben getracht
Nols produkten na te maken. Geen
van hen i- het gelukt. Missen zij
de artistieke inborst of is het het
geduld, want één zo'n werkstukje be
tekent acht a negen uur ingespannen
arbeid.
ZIJN ANDERE HOBBY'S
Nol, de enige mijnsteenhouwer van
Nederland heeft ook nog andere hob
by's. In zijn boekenkast heeft hij in
acht albums duizenden postzegels uit
alle landen van de wereld verzameld.
Wanneer we in de tuin komen, wijst
hij naar de marmotten en cavia's,
welke laatsten tot het gilde der Gui-
nese biggetjes behoren. Hij kweekt
hier nieuwe rassen en wie het resul
taat aanschouwt, ziet dat hem dit
wonderwel gelukt. In de zomermaan
den maakt Nol lange zwerftochten
door de omgeving. Dan observeert
hij door zijn kijker de vogels en het
is verbluffend, welke rijke ervaringen
hij tijdens deze speurtochten heeft op
gedaan.
Nol Otten leeft zo samen met zijn
gezin zijn eigen leven in het gehucht
Retersbeek, waar hij nu al achttien
jaar woont. Zijn Kerkraads dialect
in welke stad hij werd geboren, heeft
hij niettemin in ere gehouden. „Went
ze allenuij zpeë woare wie mieg, dan
kom jinne krig mieë", zegt hij schert
send. En wie deze gezellige causeur
kent, is hiervan overtuigd.
(Advertentie)
In de Claes de Vrieselaan te Rot
terdam, waar voor asfalteringswerk-
zaamheden de tramrails weggetakeld
worden, is vanmorgen een takelwa
gen achteruitrijdend tegen een zuur
stofcylinder terechtgekomen. De auto
raakte precies de afsluitkraan van
het .apparaat,- ?pdat de zuurstof met
grote kracht ontsnapte.
Blazend en sissend vloog de cylin
der als een raket pijlsnel de lucht in,
schoot over de Middellandstraat en
viel in de Witte van Haemstedestraat
midden op de rfjueg neer. Wonder
boven wonder werd er niemand ge
wond. Er werd zelfs geen enkele
schade aangericht.
V
Toen H. M. de Koningin
op 30 april 1953 de heer
Martien Steyn te Hoede-
kenskerke benoemde tot
ridder in de Orde van
Oranje-Nassau, wist iedere
landbouwer in Zeeland
wel, waar hij dit aan ver
diend had.
Wie Martien Steyn zegt, zegt
ook L.T.B. en het is via deze ka
tholieke landbouwersorganisatie,
dat in alle mogelijke neven-orga
nisaties kwam en er verdienste
lijk en gewaardeerd werk deed
in de laatste twintig jaar.
De in 1921 opgerichte L.T.B.
heeft lang 'n kwijnend bestaan
geleid, zodat de heer Steyn, die
alleen voorzitter der Kwaden-
damse afdeling was, slechts nood
gedwongen in 1936 de algemene
leiding op zich nam, omdat hij
wel begreep, dat het heel wat van
zijn tijd zou kosten, Doch toen hij
eenmaal de stap had gezet, is hij
rustig voortgegaan en nam ook
de vele verplichtingen op zich
welke uit die nieuwe functie
vloeiden. Zijn vertrouwenwekken
de leiding is de L.T.B. ten goede
gekomen, zodat wanneer straks
de L.T.B. overgaat naar de Bra-
banise N.C.B., deze laatste orga
nisatie een welkome en goede
aanvulling zal bekomen. Zo goed
als alle katholieke land- en tuin
bouwers op Zuid Beveland zijn
thans in eigen stand-organisatie
verenigd. Na 1936 is veel actie
ontplooid en kwam er ook veel
tot stand. De lagere landbouw
school van de L.T.B. werd te
'sHeerenhoek begonnen en de la
gere landbouw-huishoudschool
die vóór twee jaar een nieuw
home kreeg, kon zich te Ovezan-
de ontwikkelen.
Het eigen boekhoudbureau, te
Goes begonnen, bloeit sinds een
vijftal jaren te Heinkenszand en
de coöperatieve beweging is in
tussen zo sterk geworden, dat op
Zuid Beveland onlangs een zelf
standige kring ontstond. De rij
van neven-functies welke de heer
Steyn bekleedt, is eerbiedwaardig
in lengte geworden. Als de voor-
naamsten beschouwt hij de vol
gende: bestuurslid van het Zeeuw
se Landbouwschap; hoofdbestuur -
der van de L.T.B.; voorzitter van
de Zuid Bevelandse pluimveehou
ders en idem van de weegbrug te
Kwadendamme en van de afdeling
Zuid Beveland van de Gezond
heidsdienst voor dieren; lid van
de Pachtkamer; lid vakgroep ak
kerbouw; gezworene van de pol
der Hoedkenskerke; lid der com
missie samenvoeging van polders
op Zuid Beveland en van 1936 af
ook voorzitter van het Burgerlijk
Armbestuur te Hoedekenskerke.
Daarnaast treedt de heer Steyn
nog op als schatter voor heel Zuid
Beveland van het vee dat we
gens t.b.c. door de Gezondheids
dienst wordt afgemaakt.
Al dit organisatie- en maatschap
pelijk werk kost de heer Steyn
drie dagen werk per week en hij
zou dit nooit allemaal hebben kun
nen volbrengen indien er niet de
gelukkige omstandigheid was ge
weest, dat hij eerst 'n broer had
die toezicht kon uitoefenen op het
eigen landbouwbedrijf in de Nieu
we Hoondertpolder en later zijn
zonen dit konden doen.
In de politiek heeft de heer
Steyn zich niet druk bewogen
op ander terrein had hij al ge
noeg hooi op de vork alleen
heeft hij na de oorlog de stoot
gegeven tot de oprichting van de
afdeling Kwadendamme der KVP.
Eenvoudig van aard bezit hij niet
de neiging zich te laten gelden.
Zijn praktische kennis, grote er
varing en strikt rechtvaardigheids
gevoel, geven hem echter genoeg
gezag om veel te bereiken voor
de organisaties en instellingen, die
hij vertegenwoordigt, evenals voor
de samenleving in het algemeen
en diverse personen in het bij
zonder. Nog in de kracht van zijn
leven hij is de zes kruisjes net
gepasseerd behoeft de heer
Steyn zich nog niet te ontzien
en kan de gemeenschap nog veel
goeds van hem verwachten.
De Pakistaanse premier, Mohamad
Ali, heeft in de grondwetgevende ver
gadering verklaard over gegevens te
beschikken, die wijzen op Indische
plannen om meer niet-Moslims in
Kasjmir te vestigen, tenein.de de hui
dige Moslim-bevolking uit dit land te
dryven.
India had kennelijk het plan, om na
verkiezingen in Kasjmir een fictieve
constituante in te stellen, die zou
moeten verklaren, dat Kasjmir een
deel van India is geworden.
Pakistan noch de Veiligheidsraad
der Verenigde Naties zijn gebonden meter'hoge mast "hing"aan sterke"
Een paar weken geleden werd door een der Amerikaanse
televisie-zenders een zgn. „spectacular" uitgezonden, een hoor-
schouwspel, dat een fantastische en humoristische blik in de toe
komst liet werpen; het droeg tot titel „1976" en gaf een beeld van
de levensomstandigheden die wij over een jaar of twintig zullen
meemaken en dat vooral het gemakkelijke leventje schildert,
waarin wij ons dan zullen kunnen verheugen. Daartoe behoorde
onder meer „de zeepbel" en die zeepbel zou dan de vorm heb
ben van onze „levensapparatuur", een doorzichtige koepel, die
elk denkbaar gemak bevatten zou, die men voor een comfor
tabel en aangenaam leven nodig heeft.
In feite echter bestaat die zeepbel al: het Is het laatste produkt van
de vaak verbazingwekkende en altjjd vruchtbare geest van R. Buckminster
Fuller („Bucky"), een van de meesf creatieve ontwerpers en daarenboven
wiskundige, ingenieur, architect, geograaf en filosoof van naam, die al
meermalen door zijn collega's als een „genie"- is aangeduid.
Reeds in 1932 werden Fuller's denk
beelden over het produceren van on
derkomens voor grote groepen men
sen beschouwd als de eerste originele
aanval op het huisvestingsprobleem
sedert eeuwen.
Zijn Dymaxion-woning, waarvan de
eerste ideeën reeds tot 1927 terug
gingen baseerde hij op zijn stelling,
dat een woning is opgebouwd uit
twee elementen: het zware permanen
te deel, waarin de verwarming, het
sanitair, de elektriciteit, het gas, enz.,
zijn opgenomen en een lichter meer
veranderlijk deel, waarin de mensen
onderdak vinden.
Deze woning had als centraal deel
een cylindrische mast van licht me
taal, waarin de verwarming enz., wa
ren opgenomen. Aan deze vijftien
door welk besluit dan ook van India
of de zogenaamde grondwetgevende
vergadering van Kasjmir, aldus Mo
hamad Ali.
Kasjmir heeft thans een Mohamme
daanse meerderheid en Pakistan eist
dit gebied daarom op.
staaldraadkabels 'n zeshoekig bouw
sel van lichtmetalen vloeren en wan
den, onderverdeeld in grote hoge ver
trekken, die goed geïsoleerd waren en
waarin veel bergruimte was uitge
spaard.
Dit merkwaardige huis scheen alle
die hun deviezenreserve zagen ver- méér op om op korte termijn naar
minderen. Van een vermeerderde andere beroepen over te gaan.
import tengevolge van die toene- Dr. JACQUES J. B. P. v. LIERDE
Wie van de hedendaag
se toeristen zal vermoe
den, dat al ruim twee
duizend jaar geleden
mensen voor het genoe
gen op reis gingen?
Reeds in de Griekse
Oudheid bestond een vrij
intensief vreemdelingen
verkeer. Aanleiding daar
toe waren de religieuze
feesten ter ere van ver
schillende goden. Om
daarheen te kunnen rei
zen, hadden de Grieken
zeventig dagen per jaar
vrij een lange vakantie
naar onze begrippen.
Die tijd hadden ze ove
rigens wel nodig. Het
verkeer ging langzaam
en de afstanden waren
lang. Van plaats tot
plaats werd de stoet van
feestgangers groter, want
men reisde vrijwel uit
sluitend in gezelschap.
In de plaatsen waar
men overnachtte vonden
velen kwartier bij parti
culieren. De Grieken wa
ren van nature zeer gast
vrij en de route naar een
bepaald godsdienstig cen
trum was altijd eender.
Men kende elkaar van
vorige reizen en men was
blij elkaar weer gezond
terug te zien. Voorzover
men geen onderdak vond
b(j de inwoners, sliep men
in de zuilenhallen der
tempels of in de open
lucht. In de feestcentra
zelve bevonden zich grote
logieshallen annex eethui
zen, waarvan men zonder
betaling gebruik kon ma
ken. Wel stelden de pries
ters, die deze gelegenhe
den exploiteerden, het op
prijs als de offerblokken
goed gevuld werden.
Uiteraard heeft de be
hoefte om in de buiten
lucht te verkeren in het
Griekse toerisme hoege
naamd geen rol gespeeld.
Het warm klimaat nood
de altijd tot buiten zijn,
ook als men geen vacan-
tie had. Wel waren de
baaplaatsen, zoals Aedep-
sos, prachtig gelegen aan
een baai, in trek, eens
deels bij hen die er gene
zing zochten en ander
deels bij degenen, die hiel
den van de schittering
van het seizoen. Langs de
kust stonden fraaie logies-
gelegenheden. er waren
goed ingerichte badhui
zen en op het strand wer
den rijke feestmalen ge
houden.
Tijdens het Romeinse
Imperium ontwikkelde 't
toerisme zich op veel gro
ter schaal.
Van Rome uit liepen
acht en twintig wegen
door het gehele rijk, waar
langs het reizigersverkeer
zich volgens de opvattin
gen van die tijd. snel
voortbewoog. Per dag kon
men met een reiswagen
circa 75 km. afleggen en
per draagstoel naar de
badplaatsen, die in de na
bijheid van Rome gele
gen waren, circa 30 km.
Van Anzio tot Surrento
strekte zich een snoer
van badplaatsen uit, waar
de Romeinse groten hun
eigen villa's hadden staan.
In Egypte trok Canobus
vele bezoekers, doch het
waren niet de besten. Van
daar dat Seneca aanraadt
om er niet heen te gaan,
als men de deugd wilt na
streven.
Ook na de verwostingen
door Sulla bleef Athene
een van de schoonste reis
doelen. Het was een cos-
mopolitisch centrum waar
vele onderwijsinrichtingen
gevestigd waren. Vandaar
dat de jongeren uit alle
delen van het rijk erheen
trokken om er voor hun
studie vier of vijf jaar te
blijven. Op 16-jarige leef
tijd reisden zij bijvoor
beeld naar Antiochië in
Syrië over land naar Con-
stantinopel en vervolgens
per schip naar Athene.
Hun enig gezelschap wa
ren enige vertrouwde sla
ven, die de ezels met ba
gage voortdreven en na
aankomst in Athene huis
waarts keerden. Daar de
studenten gedurende hun
studiejaren ook gemeen
schappelijke uitstapjes
maakten, was de invloed
van het nabije Oosten op
de toekomstige leiders van
het Romeinse rijk groot.
Hoe primitief het reizen
naar onze begrippen ook
mocht zijn, in één opzicht
was het Romeinse toeris
me het onze ver vooruit.
In het gehele rijk, met uit
zondering van Egypte gold
de „denarius" als wettig
betaalmiddel. Het omwis
selen van vreemde valuta
kende men alleen als men
naar of uit Egypte kwam,
zodat het toerisme wat
dat betreft, weinig belem
mering ondervond.
Wel moest iedereen, die
het Italiaanse vasteland
binnenkwam, 2,5 procent
invoerrechten betalen op
alle onmisbare artikelen.
En daar de welgestelde
toerist van die eeuwen
mozaïekvloeren, kostbare
vazen, en kleurige kleden
tot de onmisbare reisbe-
nodigdheden rekende,
waarmede hij onderweg
pronkte, voer 's Rijks
schatkist ongetwijfeld wel
bij et innen der invoer
rechten....
goede eigenschappen te bezitten:
compactheid, goedkope en gemakke
lijke bouw, economisch in onderhoud
en bewoning, doch er kwam één
„maar" bij, n.l. dat het idee werd
gelanceerd juist toen het dieptepunt
van de malaise was bereikt.
De blauwdrukken van dit huis wa
ren in het jaar 1932 reeds als zeer
vooruitstrevend betiteld, want in de
woning waren allerlei arbeidsbespa
rende apparaten aangebracht, waar
voor men nu nog de grootste be
wondering kan hebben. Door de toen
heersende economische toestanden,
misschien ook wel omdat dit soort
woning haar tijd te ver vooruit was
had deze vinding niet het verdiende
sukses.
Nu komt Fuller evenwel met iets
nieuws: de „geodetische koepel" en
hij koestert de beste verwachtingen
van wat dé woning, zoniet van van
daag dan toch van de naaste toe
komst zal blijken. De koepel of
„zeepbel", zoals die in de volksmond
genoemd wordt, is het resultaat van
zijn toepassing van de beginselen
van synergetische en energetische
geometrie op de woningbouw, begin
selen die hij ongeveer vijf en twin
tig jaar geleden ontdekt heeft en
sindsdien op de samenleving tracht
toe te passen.
Kort gezegd wordt hiermede be
doeld de toepassing van in elkaar
grijpende driehoeken, die zich uit
eindelijk aaneensluiten tot een vol
komen cirkel of halve cirkel. Druk-
en trekspanning is verdeeld over
alle punten van het bouwsel.
ESKIMO-IGLO
Fuller heeft deze mathematische
beginselen nu toegepast op gebruiks
voorwerpen, en een er van is dus
de koepel, die door de Amerikaanse
marine wordt beschouwd als „een
revolutionair nieuw type onderko
men". Het revolutionaire ligt niet zo
zeer in de vorm omdat zij recht
streeks teruggaat tot de iglo der
Eskimo's maar in de constructie:
een dergelijke koepel kan voor veer
tien procent van de kosten worden
gebouwd, die een daarmee gelijk
staand bouwsel, op de conventionele
wijze opgetrokken, zou kosten, terwijl
het gewicht slechts drie procent daar
van en het volume van het te ge
bruiken materiaal zes procent be
draagt; de oprichting van de koepel
vergt, in man-uren berekend, slechts
één procent van het aantal arbeids
uren dat het oude type vereist.
Dank zij de belangstelling die de
marine voor zijn vinding toonde, kon
Fuller een deel van zijn oude dromen
verwezenlijken; in 1927 hield hij zich
bezig met het fantastische denkbeeld
een montage-woning van tien ver
diepingen te bouwen volgens zijn bo
vengenoemd Dymaxion' '-principe,
deze van de fabriek met een bestuur
baar luchtschip naar de bouwgrond
te vervoeren en daar neer te laten.
Nu is het de gewoonste zaak van
de wereld wanneer een helicopter
zo'n koepel van vijfhonderd kg ge
wicht en vijftien meter doorsnee op
neemt, over grote afstand vervoert
I en hem neerlaat, waar dit nodig ia.
Dit boek van de jonge Amerikaan
se schrijver C. Edwards, dat in het
Thijmfonds verscheen, heeft ons wel
kunnen boeien. De pakkende scènes
volgen elkaar regelmatig op en hou
den tot het einde spanning erin.
De roman brengt ons binnen een
Amerikaans katholiek ziekenhuis, dat
wat wazig blijft en dan ook alleen
bedoeld is als een passend décor,
waarin de hoofdpersonen zich met
hun conflicten bewegen. Daar is eerst
de eerzuchtige en ongelovige dr. Po
wers, die instemming met de katho
lieke beginselen huichelt om een lei
dende positie bij de medische staf te
krijgen, doch op slinkse wijze die be
ginselen tracht te ontduiken en een
moord beraamd op zijn nog ongebo
ren kind! Tot zijn ontzetting moet hij
dan echter bespeuren, dat de moraal
der kerk correspondeert met de na
tuurwet en zijn eigen vrouw daar een
levend getuigenis van wordt,
tisch gegeven met vwrwikkeling rond
De schrijver combineert dit drama
tisch gegeven met verwikkeling rond
de verpleegster Sandra, die hij, nadat
ze liefde voor hem heeft opgevat, ver
stoot en vernietigen wil, maar tot
machteloosheid gedoemd is, omdat ze
het bewijs van zijn gehuichel in han
den krijgt. De katholieke strekking
van het verhaal manifesteert zich ook
op andere wijze en prachtige bladzij
den worden gevuld mét het optreden
van de heldhaftige rector Chriswell.
Bevreemdend is het daarom, dat
Edwards zo critiekloos de verboden
liefde van Sandra mee laat spelen in
zijn intrigue.
Als no. zes in de bij de firma G.
W. den Boer te Middelburg verschij
nende serie „Land en volk der Schel-
demonden", kwam de bundel „Zeeuw
se vertelseltjes" van mevrouw L.
Huysman-Griep uit.
Het zijn pretentieloze schetsjes uit
het leven van elke dag, van humoris
tische aard en veel locale kleur, dank
zij ook het Zeeuwse dialect, dat de
schrijfster goed machtig ls. Vele pit
tige gezegden kruiden de tien verha
len die herinneringen opwekken aan
de bundels van wijlen de heer Pol
derman en een dankbare buit gaan
worden voor hen, die op een gezellige
avond een Zeeuwse voordracht ten
beste willen geven.
De schrijftrant van Henriette van
Eyk kan men wellicht het beste ty
peren door het woord „leuk" en daar
mee is helemaal niets misprijzend!
gezegd. Leuk is ook dit boekje van
dit leven in een oud grachtenhuis,
waar het advocatenvrouwtje geen
schokkende gebeurtenissen beleeft,
doch de vreugden en verdrietigheden
van alledag met humor doorschouwt
en er ons ook een glimlach mee ont
lokt. Elsevier gaf het boekje met aar
dige tekeningen van Fiep Westendorp
uit.
De uitgeverij Cantecleer te Utrecht
heeft zich met de uitgave van deze
reeks ten dóel gesteld, in handig
formaat een aantal boekjes te doen
verschijnen, die ideeën en tips be
vatten voor hen, die hun vrije tijd
prettig willen besteden. Wij ontvin
gen de deeltjes 7 en 8, respectieve^
lijk „Poppen en dieren van draad"
door Lotte Marie van Oordt en „Speel
buiten" door N.G.Vlot.
In deel 7 wordt aan de hand van
zeer instructieve tekeningen de werk-
techniek voor draadfiguren uiteenge
zet. De tekst eist wel enige ontwik
keling.
In deel 8 vindt men een beschrij
ving van een aantal minder-bekende
buitenspelen. Enkele hiervan z'jn
werkelijk leuk, sommige ook minder
origineel. De tekst van dit laatste
boekje is ook voor kinderen vanaf
12 jaar begrijpelijk.
Wij kunnen deze serie aanbeveP"
aan allen, die met kinderen te ma
ken hebben of via welfaren of anders
zins (ook voor eigen gebruik!! met
goede vrije-tijdsbesteding op de hoog
te willen zijn.
Bzd.
<T
In Ahrensburg,
pan Hamburg, bevi|
sen stil park een
ichappelijke instill
itaatsinstituut voor
ïhemie alsook dl
instalt für Forstgq
instituut waar o.m.
n het boswezen
leerd en waarvan dl
serij talrijke bezoeij
buitenland trekt,
oevinden zich velej
ie bomen, wier tl
sen huifje dragen
takken werden b
Droeven genomen e
moeten vreemd
tegenhouden. Hie|
jich ook grote
nieuwe boomaanplj
grote laboratoria
verbetering van de
tverkt.
Enkele jaren geleden
nemingen aan, dat bos j
zelfde wijze kunnen wel
vruchtbom .1. Nu zijn
klas bosbomen voor
nog zeldzamer #dan groef]
de veehoudery. Op twef
tare dennenwoud werfl
twintig plus-dennen
speurwerk duurde jard
bomen waren normale]
men. De plusbon.en
en iedere jaar werd uit]
ge bomen gekweekt, dij
genschappen van de
hebben.
De zaadopbrengst va
nen is in verhouding r
bomen, dat de uitgesti
vormt, zeer klein. Da
bossen kweken is moe:
vend. Vandaar, dat m
burg ging proberen dc
enkele waardevolle bc
gewone" stam te en
deze boom, a.h.w. een
on-edele grondslag wo
van deze veredelde b
tot de edele soort, wa
plus-bomen groeien.
Speciale „speur-ploe
op een gebied van 251
bos in Sleeswijk-Holste
lijke plus-bomen. Zij v<
veer veertig, die dU3 f
van de toekomstige Du
len zijn. De bedoeling
van deze dennen, spa
dennen, Europese en
elzen en berken het b
komst te kweken. De p
den gemerkt door tw^c
van al deze bomen
naar Ahrensburg gebr
vlak bij de grond, op ee
geënt. Deze nieuwe bor
struiken gekweekt. B
In den Bels zit het
Vankeymeulen van
tig van zich spreken,
voor Eine. 't Werden
die Witten". In ma:
seizoen eerste prijzen 1
golf van Biscaje. Hij
er van de eerste pri
bamis, bij gebrek aan
zitten er algelijk nog n
<*ust en Miele Rutsaei
winter en zomer en
ervan krijgen. Jong e
weer en wind.
Ik had een pracht v
gemaakt, al zeg ik
heeft de blankste b...
vrouw vond hem nie
ik zeg laat die van u
dat was helemaal pet.I
de kachel al mee aa
heeft de schoorsteen
gerookt. Gevolg dat
h}aar lang kan ze dat tj
zijn en van de noen k\
Jhet een verstandige v
den ze met al die afgi
heren, 't is de zegge»
lossingen, doen? Toch
°Pstoken?
Bollen van maken, zi
Kollen?... wat voor
ze, met een ongelovig
Ik zet het liever nic
L*e kunt er alle kere:
groffen bustel door ga
Anders een interessa
doen aan zulke prijsvr;