awuoav r VROUWENSPIEGEL 303132 SPECIAAL MENU VOOR PASEN liet bijengif blijkt 'n kostbare gave van de wijze moeder natuur Gelukkig zijn het prachtige platen [P A. Doetinchemse moordzaak in hoger beroep Een nieuwe triom f over het lijden Levende injectiespuiten in Londcnse kliniek „Bijenvrouwtje genas velen ,T elevisie-schoentje" Expositie van gereproduceerde meesterwerken Eerlijk als goud Gezonde taal Nieuwe studies over het zuiden VN-assemblee vergadert later 7 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 31 MAART 1956 7 I n Londen is een kliniek gevestigd, waar door middel van bijengif door de bijen zelf toegediend bepaalde vormen van blindheid, doofheid, huidaandoeningen en gewrichtsont- ontstekingen worden behandeld en genezen. De vrouw die deze reeds in het oude Egypte bekende therapie toepast, Mrs. Julia Owen, is Oostenrijkse van geboorte. Zij studeerde medi cijnen aan universiteiten in Oostenrijk en Duitsland en heeft zich daarna gespecialiseerd in de bijen-therapie in navolging van haar grootvader, de lijfarts v. keizer Franz Josef v. Oosten rijk. Door haar huwelijk met een Britse marine-officier En gelse geworden, heeft ze zich in Londen gevestigd voor het uitoefenen van haar heilbrengende praktijk. 55 Een zeer kortstondig bezoek heeft mrs. Owen aan Nederland gebracht voor het contact met enkele tragi sche gevallen. Eén er van, een slacht offer uit Japanse gevangenkampen, is tot zijn onuitsprekelijke dankbaar heid als patiënt aangenomen. Dit be tekent dat er genezing voor hem mo gelijk is. Want als mrs. Owen ziet, dat een geval hopeloos is, of als het iets is, dat buiten haar terrein d. w.z. buiten dat van haar bijen ligt dan zegt ze dat ook eerlijk. Zij kwam hierheen om de mensen, voor het ge val dat er niets meer aan te doen zou zijn, de kosten en de moeite van een eventuele vergeefse tocht naar En geland te besparen. Vele Nederlanders, die haar hun in het Engels gestelde roep om hulp hadden gezonden, konden er van profiteren een persoonlijk onderhoud met haar te hebben. Zij konden over hun pijnen en hun angst met haar spreken en haar hun smartelijke kwalen en ziekten tonen. Hierdoor kon, mrs. Owen zeggen of zij voor hun geval redding ziet. Zij kunnen zich voorbereiden voor een behandeling en verblijf in de En gelse hoofdstad, wat uiteraard een kostbare geschiedenis is. Gezien het enorme aantal genezingen, dat deze begaafde vrouw in de loop der jaren heeft bewerkt, is het begrijpelijk, dat een positief antwoord een zo goed als zekere genezing betekent. Het wa ren dan ook vele hoopvolle en geluk kig gestemde mensen, die haar ver lieten na het consult, dat zij zonder enige honorering gaf. Komen ze in Londen dan zullen zij zich onderwer pen aan de op zuiver wetenschappe lijke basis opgebouwde therapie, waarbij voor ieder speciaal ziektege val bijen worden ingeschakeld, die door verschillend voedsel volgens bepaalde formules vervaardigd kunst matig stuifmeel de voor iedere kwaal noodzakelijke injecties produce ren. Uit alle delen van de wereld komen ze: uit Abessinië, Mexico, China, Australië, enz. En velen zullen, dank zij de hulp van de Vrouw met de bijen", de vrouw, die zo'n rake diagnose weet te stellen, weer als volwaardige mensen in het leven ko men te staan. ZIEKE MAN De wijze waarop mrs. Owen er toe gekomen is, een kliniek te openen, is zeer merkwaardig. Haar man, de ma rine-officier, leed na de oorlog aan een vorm van verlamming, waardoor hij totaal invalide dreigde te worden. Een van zijn benen was reeds sterk aan het vermageren. Mrs. Owen, die dit zag gebeuren, wist nog beter dan haar man zij had immers in haar jeugd medicij nen gestudeerd? hoe tragisch dit zou aflopen. Zij aarzelde niet en vloog naar Oostenrijk. Wat zij mee terug nam naar En geland? Het waren bijen... Ze had een welgedane familie, compleet met ko ninginnen, in.... haar hoed. De dier tjes genoten daar van een zoete stof die aan de binnenkant tegen het vilt was gesmeerd. Mevrouw Owen had deze stof vermengd met een scheutje whisky, zodat de dieren doezelig zou den worden. Ze mochten immers niet zoemen Eenmaal erug in Engeland begon mrs. Owen "en speciaal soort bijen te kweken, door de geïmporteerde diertjes te laten samenwonen met En gelse bijen. Er kwam tenslotte een zeer sterk ras te voorschijn, waar mee mrs. Owen haar experimenten kon beginnen. Volkomen wetenschap pelijk en met een geduld dat bijna niet meer van deze aarde is, diende ze haar levende injectiespuiten de stoffen toe, die na te zijn verwerkt en opgenomen in de gifblaas haar zieke man genezing moesten brengen. Precies becijferde ze hoeveel bijen er op het altaar van deze speciale wetenschap geofferd zouden worden. Want... elke injectie betekende de dood van de gebruikte bijen. De proef slaagde wonderwel. Op een verrassende manier trad genezing in. De echtgenoot van mrs. Owen, hoewel verrukt over zijn herstel, voel de echter weinig voor het plan van zijn voortvarende echtvriendin, om de gehele lijldende mensheid van haar kennis te laten profiteren. Een kli niek, zo dacht hij, zou al gauw een kwakzalversgedoe worden genoemd. EEN KLINIEK Het tegendeel bleek waar. Mrs. Owen zette door en ziet, haar faam verspreidde zich snel over een groot deel van Europa. Vooraanstaande mensen lieten zich behandelen en be taalden met liefde het gepeperde ho norarium. Maar ook degenen, die geen cent bezaten, kwamen naar de kliniek van mrs. Owen en werden daar geheel gratis van hun kwalen verlost. Ze kregen zelfs logies voor niets! Mrs. Owen behoort namelijk tot het slag mensen, dat idealisme paart aan gezonde zakelijkheid. WAARDERING Het ,,bijenvrouwentje" noemt men haar schetsend. Het is echter opmer kelijk, dat deze vrouw, wier werk op dat van de kwakzalver lijkt, rus tig in haar kliniek kan blijven. Zij wordt in de Britse medische wereld die nog wat strengere kaste-ideeën heeft dan de onze, niet geweerd. In tegendeel, er zijn medici, die met hun kwalen (die zij ook kunnen krij gen) naar het bijenvrouwtje gaan en bij haar genezing vinden. Ook tracht men, op basis van het enorme research-werk dat mrs. Owen heeft verricht, een nieuwe therapie te ontwikkelen. AI vaker is gebleken, dat de geneesmiddelen uit vroeger eeuwen, die vergeten en verguisd i waren, enorme waarde bezitten voor j de lijdende mensheid, 't Bijengif ('n kostbare gave) zal wellicht ook daar bij horen. Lola Craandijki Met de paasdagen halen wij het prille voorjaar in huis. Na de lan ge winter zijn de eerste voorbo den van het nieuwe leven o zo welkom en onze paastafel getuigt ervan Wij versieren hem met groen, katjes, bloemen, misschien met kleurige linten. En we genieten van een paasmaal, waarin onze lentevreugd tot uiting komt. U vindt in dit blad geen menus, slechts losse gerechten, die u naar keuze in de maaltijd kunt ia- lassen. Ongetwijfeld zult u er sukses mee oogsten! Heldere bouillon met reepjes omelet. 1 1 bouillon van vlees en/of been deren of van bouillonblokjes, 1 ei, 1 eetlepel melk, zout, boter of mar garine. Hetei los, maar niet schuimig kloppen met een 'weinig zout. De melk toevoegen. In een koekepan boter of margarine smelten. Het mengsel er in schenken en zachtjes aan één kant bakken tot het gestold is; niet bruin laten worden. De omelet in korte smalle reep jes snijden en deze als vulsel gebrui ken in de hete bouillon. Gemengde groente 1/2 blik doperwten, 1/4 blik wor teltjes, 1 /4 blik sperciebonen, 1 dikke plak van een selderijknol, 1 dl (1/2 kopje) water, 1 dl (1/2 kopje) azijn. 2 eetlepels slaolie, pe per, zout (slasaus of mayonaise). De plak selderijknol schoonma ken. wassen en gaar koken in wei nig water met zout in 1/2 uur. De plak laten af koelen en in dobbel stenen snijden. De blikken openen en de groenten laten uitlekken. De worteltjes in schijfjes en de boon tjes in stukjes snijden en deze groenten vermengen met de erwtjes en de dobbelstenen selderij. Water olie. azijn, peper en zout dooreen mengen en over de groenten schen ken. De groenten 1 u. in dit meng sel laten staan en daarna op een vergiet laten uitlekken. De sla voor het opdienen naar verkiezing ver mengen met een eetlepel slasaus of mayonaise. Geen groenten uit de weck gebruiken. Ham-kaasomelet. 2 eieren. 50 g pittige geraspte kaas, 50 g (een dikke plak) ham, boter of margarine. De ham in dobbelsteentjes snij den. De eieren scheiden in dooiers en eiwitten. De eiwitten zeer stijf slaan. De dooiers los roeren. Het eiwit voorzichtig vermengen met achtereenvolgens de dooiers, de geraspte kaas en de blokjes ham. In een koekepan een stukje boter of margarine laten smelten. De ei- massa overdoen in de koekepan en zachtjes gaar en aan één kant licht bruin bakken. De omelet dubbel- geslagen opdienen. Schotel van roerei, spinazie en gebraden gehaktballetjes Voor het gehakt: 250 g gehakt, 1 ei zout, peper, 1 klein uitje, 2 beschui ten, 1/2 dl (4 eetlepels) melk, boter of margarine. Het ei los, maar niet schuimig kloppen met de melk. De beschui ten tot kruim wrijven en vermen gen met ei, peper, zout en geraspte ui en hiermede het gehakt aanma ken. De massa goed dooreenkneden. Van het gehakt balletjes maken, iets groter dan soepballetjes. De bo ter of margarine verhitten tot het schuim begint weg te trekken en hierin de balletjes in 10 minuten bruin en gaar braden. Voor de spinazie: 1 1/2 kg spinazie, bloem zout, pe per, boter of margarine. De spinazie op de gebruikelijke wijze gaar koken, laten uitlekken en fijn hakken. Een weinig bloem door de spinazie roeren om het vocht te binden. De spinazie even goed laten doorkoken en op smaak afmaken met zout, peper en een stukje boter of margarine. Voor het roerei: 3 eieren, 3 eetlepels melk, zout, peper, boter of margarine. De eieren los maar niet schuimig kloppen met de melk, het zout en de peper. Het stukje boter of mar garine smelten en de geklopte ei eren erbij doen. Op een zacht vuur het ei laten stollen. Daarbij telkens het laagje ei, dat zich op de pan bodem heeft vastgezet, losroeren. Het roerei is gereed, wanneer zich geen vloeibaar ei meer in de pan bevindt. Op een platte schotel in het midden het roerei leggen met aan weerszijden spinazie en hierom heen een rand van gehaktballetjes. De schotel warm opdienen. Gebraden dikke lende niet bruine saus. 600 g dikke lende, 75 g (5 eetle pels) boter of margarine, zout, 1/2 1 bouillonvan vlees of bouillon blokjes, 40 g (4 1/2 eetlepel) bloem. 1 eetlepel tomatenpuree, peper, lau rierblad, foelie, tijm, ui, wortel, selderij knol. Het vlees zouten. De boter of margarine zo heet laten worden, dat het schuim juist begint weg te trekken. Het vlees in de pan leggen en door de hete boter of margari ne wentelen. Het vlees aan alle kanten mooi bruin laten worden. De warmte daarna temperen, een deksel op de pan leggen en het vlees nog 20 minuten zachtjes na- braden. Het vlees laten afkoelen. Het vet van de jus scheppen en in een pan laten smelten. Hierin een stukje ui, wortel en selderijknol 5 minuten bakken, uit de pan nemen en bewaren. De bloem bij de boter of margarine voegen en onder voortdurend roeren lichtbruin la ten worden. Het bruin van de jus, verdund met de bouillon, bij scheut, jes tegelijk al roerend toevoegen. De saus even goed laten doorkoken. De gebakken ui. wortel en selderij knol, de droge kruiden en de toma tenpuree toevoegen en de saus nog 172 uur heel zachtjes laten koken. De saus zeven en weer in de pan doen. Het vlees in dikke plakken snijden en deze 5 minuten in de saus verwarmen. De plakken vlees dakpansgewijs op een warme scho tel leggen en overgieten met de saus. Het vlees en de saus kunnen een dag tevoren worden klaarge maakt. 't Nieuwtje van de schoenindustrie: het „televisie-schoentje", dat men de handschoen van de voet zou kunnen Roemen! Wij zagen het bij het modecentrum van de schoen en lederindustrie. We kunnen ons nog steeds na de barre 'winter, die over (en door ons heen!) is gegaan oprecht verheugen over de intrede van het voorjaar. Barstende knoppen en bescheiden boven het jonge gras glurende krokusjes zijn zoveel als een glunderende belofte voor de heerlijkheden van het naderende zomerfeest. Dan is er in vele huizen ook nog die andere voorbode" van het goede seizoen: de schoonmaak. Door de mannen nauwelijks of in het geheel niet gewaardeerd (behalve dan wanneer alles aan de kant is) en door de vrouwen verwel komd als een aanleiding om nu eindelijk al liet stof van de winterse dagen te verjagen. Voor allen gelijk is er dit: men wil hoe dan ook een vernieuwing in of aan het huis uit lente en/of schoonmaak tevoorschijn zien komen. DEGAS ...vóórstudie.... Zitting duurde ruim 13 uur. In hoger beroep heeft voor het Arn hemse gerechtshof terecht gestaan, de 38-jarige archivaris B. B. uit Den Haag, die er van wordt verdacht op 19 januari 1955 doodslag te hebben gepleegd op zijn oom, de 73-jarige gepensioneerde rentmeester G. B. en diens 66-jarige huishoudster, mejuf frouw R.A.R. te Doetinchem. De rechtbank had de Hagenaar op 29 november j.l. tot levenslange ge vangenisstraf veroordeeld. Verdachte beriep er zich nu op, dat hij buiten- rechterlijk een bekentenis had afge legd voor de rechter-commissaris in een overspannen toestand. Hij zei dat hij na de lange kruisverhoren geen weerstand meer had gehad. De president, mr. J. Kronenberg, bracht verdachte onder de aandacht, dat hij in oktober pas was begonnen te ontkennen. Steunend op verklarin gen over een zekere Joop, die de doodslag wel zou hebben gepleegd. Maar deze Joop zat op de dag van de moord in arrest. Daarna bent U steeds weer met andere verhalen aan gekomen. Verdachte bestreed nu allerlei vroe gere verklaringen van getuigen en van zichzelf. Steeds weer kwam hij er op terug nimmer op bedoelde da tum in Doetinchem te zijn geweest. De gegevens die hij had verstrekt over de verschillende details had hij vernomen van zijn broer die in con tact had gestaan met de Doetinchem se familie. Verdachte ging verder op alle mogelijke getuigen verklaringen in, de bewijskracht van zijn buiten gerechtelijke bekentenis bestrijdend. Iedere getuige werd door hem over stelpt met een reeks van vragen, waardoor deze zitting praktisch een marathonzitting werd, die duurde van 's morgens tien tot 's avonds half twaalf. Veel nieuws kwam er echter niet meer uit, met uitzondering van een verklaring van verdachtes broer uit Den Haag, die in tegenstelling tot een psychiatrisch rapport, uitdruk kelijk verklaarde, ('at van abnorma le neigingen van zijn broer geen spra ke was geweest. Enkele kennissen uit Den Haag bevestigden dit. Tenslotte besliste het gerechtshof dat de verdachte nog een psychia trisch onderzoek zal moeten onder gaan van professor Baan. Verdachte zei hierop: ,,Ik weet, dat ik onschul dig ben, en ik ben er niet tegen dat ik op de normale wijze psychiatrisch word onderzocht. De zaak werd daarna voor onbe paalde tijd aangehouden. Dat kan. Al is het maar een simpel boeketje tulpen in het snoezige vaasje waarmee vader de moeder van zijn kinderen ai lang geleden eens mee had willen verrassen. Het kan ook met een nieuw behangetje in de kamers beneden of met een kwast frisse verf in de keuken. Natuurlijk zijn er ook, die dan toch maar liever de tin eens „helemaal lekker opgeknapt zien" en een enkeling zal ertoe besluiten nu eindelijk eens „iets aardigs voor aan de wand te kopen". Toch begint met dit simpele verlan gen vaak een onafzienbare lawine moeilijkheden over een bepaald ge zin neer te storten. Laat ons eens een denkbeeldige situatie schetsen: moe der wil met alle geweld hei met schaapjes en een herder, vader is sterk vóór een rivier-gezicht, de oud ste dochter heeft „toch zo'n lief hertje gezien" (van van Meegeren!) de H.B.S.-zoon (vierde klas) zegt bruut dat het allemaal „larie" is wat ze wil len en „dat hij het wel zou weten, als- ie het maar voor het zeggen had." BRAND MAAR EENS LOS Nu wil het gelukkige toeval, dat vader kort geleden een zwaar-op- voedkundige lezing had bijgewoond. Daar had hij iets opgestoken over de wenselijkheid van de vrije me ningsuiting voor HBS-knapen en der halve viel het verlossende woord: „Nou, je krijgt het deze keer dan voor het zeggen. Brand maar eens los!" De jongeman had een en ander ge lezen over een tentoonstelling (bij boekhandel Oomens te Breda) van reprodukties van bekende schilderij en. Hij was gaan kijken en gaf nu als zijn oordeel: „Die dingen zijn zo mieters eerlijk, dat iedereen moest gedwongen worden er een paar van in huis te hebben. Dan kon de meeste andere „rommel" rustig met het oud-roest mee." Vader vond het nogal bar gespro ken en moeder was van mening, dat het toch zeker de moeite waard was eens te gaan kijken. De oudste zus pruilde wat na over haar lieve hertje en tenslotte ging het viertal op stap. Vooreerst maakten zij op uitgebreide schaal kennis met het werk van Pi casso („Toch wel mooi van kleur en Onder leiding van een commissie, die voortspruit uit de Katholieke Uni-* versiteit te Nijmegen is de publikatie van een nieuwe studiereeks ingezet en wel betreffende „De sociale en economische geschiedenis van het Zuiden van Nederland". Ze is zeer welkom, want ze ver hoogt onze kennis van het werk van onze voorvaderen. Ze verstevigt dus onze band met onze geboorte of her komststreek. Al diegenen, die eens ,,Ons Brabant" (1914 - 1920) sticht ten, die hun activiteit in Brabantia Nostra hebben ondergebracht, die Brabants Heem hebben gesticht, gtroogebracht én in standhouden, die in het Provinciaal Genootschap" 'n organisatie zoeken die wat doen kan voor de provincie, zullen zich over deze wetenschappelijke studie van nog te weinig behandelde onderwer pen verheugen. Wij krijgen door deze studies ook kennis van vele personen, die vaak de grondslag vormden van echte, flinke Brabantse families. Taxandria gedurende vijftig jaar nu de Brabantse Leeuw", die z'n vijfde jaar ingaat hebben van velen de familie-afstamming gegeven: vol ledig, half volledig of schematisch. In wat nu geboden wordt, kan men ook omtrent die vaak echte Brabant se families gegevens vinden. Maar wat nu geboden wordt, is een geheel nieuw veld van Brabantse (en misschien Limburgse en Zeeuwse) werkzaamheid. Het is de nu overleden Prof. Ver- berne, die al vóór 1940 met enke le losse studies de belangstelling op riep voor dit domein van weten, waar in andere provincies en voor de Al gemene Rijkspublikaties al vóór 1910 voorgegaan was. De eerste studie is nu verschenen van het Redactielid, die als redac tiesecretaris optreedt, dr. H. van den Eerenbeemt, en dat eigenlijk handelt over de textielnijverheid in en rond Helmond, maar als gevolg van de werkzaamheid van ,,E. van Lanschot als intermediaire tussen de Neder- landsche Handel Maatschappij en de Nijverheid in Noord-Brabant". De gegevens zijn ontleend aan de archieven van deze twee firma's te 's Bosch en te Amsterdam. Hoofdzakelijk bronnenstudie, los van onderstelling en schatting, al heeft de schrijver 'n enkele maal een mening van een andere, eigentijdse schrijver erbij gehaald. Voor de eigenlijke studie der Textiel nijverheid in Helmond zelf geeft deze studie 'n basis die aangevuld kan wor den met die der Helmondse archie ven. Het is te hopen dat de redactie nog vele jaren even deskundige me dewerkers zal vinden om de studie reeks constant voort te zetten. Na tuurlijk zal het niet altijd mogelijk zijn goedbewaarde en zelfs georden de archieven bij de hand te hebben. Zo heb ik angst (en ook wel enige ondervinding) dat met der tijd een studie over de Brabantse suikerin dustrie (want zo mag men die noe men) over heel weinig archieven zal beschikken. Misschien is het wel zo: komt tijd, komt raad. Van den Eere- beemt zelf verdient al sympathie, dat hij in deze studie zich excuseert niets over West-Brabant te kunnen mededelen, dat in de eerste helft van de 19e eeuw immers meer land- bouw-economisch was ingesteld, dan industrieëel waarbij hij ook in de na geslagen archieven niets gevonden heeft wat wees op industriële bedrij vigheid in ons westen. In 1956 verschijnt er nog een twee de; de N.V. Centrale Drukkerij te Nijmegen gaf de nodige zorg aan de uitgave. Ir. A.J.L.JUTEN. Dag Hammarskjoeld, secretaris-ge neraal van de Verenigde Naties heeft alle leden-staten op de hoogte gebracht van een voorstel om de opening van de zitting van de Algemene Vergade ring dit jaar van 18 september tot 12 november te verschuiven. Hij heeft de leden verzocht tegen 30 april hun mening over dit voorstel, dat enkele dagen geleden schriftelijk door Chili, Cuba en Ecuador is ingediend, bekend te maken. Het voorstel houdt verband met de presidentsverkiezing in de V.S. die op 6 november plaats vindt. zo, al ziet het er af en toe mal uit" zei moeder), van Renoir, Manet, van Gogh, Cézanne en Matisse. Ze ston den oprecht verbaasd. ,,Het zijn net echte schilderijen" vond vader. Daarop werd hij vrijwel onmiddellijk fel bestreden door zoon lief, die in een gloeiend betoog be weerde: ,,Dat zijn het nu net gelukkig he lemaal niet. Het zijn platen van uitstekende schilderijen, maar dan ook echte platen. De kleuren zijn fantastisch, maar het is „eerlijk" drukwerk. Deze reprodukties ko men in kleur, in gloed als u wilt, het originele werk van de grote kunstenaar inderdaad zeer nabij. Bijna alles van dat „geheimzinni ge iets" waardoor een meester werk je „kapot" kan maken van ontroering, is in deze platen behou den. Maar nog eens: het zijn ge lukkig platen gebleven. Er is he laas ook iets in de handel, dat „hand-overpainted" wordt genoemd. Dat is je reinste bedrog. Het is geen plaat meer en het is beslist geen schilderij. Nee, dan de platen, die Meulenhoff importeert. Dat is eindelijk de kans om „iets goeds in iedere kamer" te krijgen. Als je de mensen op wil voeden tot het genieten en begrijpen van de waarachtige kunst, dan is dit het aangewezen middel." De zoon zweeg, een beetje bek-af. Vader zweeg, een beetje beduusd. Moeder zweeg, een beetje bewonde rend. Zus zweeg, een beetje jaloers. Maar die avond in de (schone) huis kamer zwegen ze geen van vieren meer. Ze wilden allemaal hun ont dekkingen vertellen. Want telkens zagen ze „weer iets anders" op de gekochte plaat PICASSO Jong meisje

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 11