awuoav
r VROUWENSPIEGEL
303132
SPECIAAL MENU VOOR PASEN
liet bijengif blijkt 'n kostbare gave
van de wijze moeder natuur
Gelukkig zijn het
prachtige platen
[P
A.
Doetinchemse moordzaak
in hoger beroep
Een nieuwe triom f over het lijden
Levende injectiespuiten in
Londcnse kliniek
„Bijenvrouwtje
genas velen
,T elevisie-schoentje"
Expositie van gereproduceerde meesterwerken
Eerlijk als goud
Gezonde taal
Nieuwe studies
over het zuiden
VN-assemblee
vergadert later
7
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 31 MAART 1956
7
I n Londen is een kliniek gevestigd, waar door middel van
bijengif door de bijen zelf toegediend bepaalde vormen
van blindheid, doofheid, huidaandoeningen en gewrichtsont-
ontstekingen worden behandeld en genezen. De vrouw die deze
reeds in het oude Egypte bekende therapie toepast, Mrs.
Julia Owen, is Oostenrijkse van geboorte. Zij studeerde medi
cijnen aan universiteiten in Oostenrijk en Duitsland en heeft
zich daarna gespecialiseerd in de bijen-therapie in navolging
van haar grootvader, de lijfarts v. keizer Franz Josef v. Oosten
rijk. Door haar huwelijk met een Britse marine-officier En
gelse geworden, heeft ze zich in Londen gevestigd voor het
uitoefenen van haar heilbrengende praktijk.
55
Een zeer kortstondig bezoek heeft
mrs. Owen aan Nederland gebracht
voor het contact met enkele tragi
sche gevallen. Eén er van, een slacht
offer uit Japanse gevangenkampen,
is tot zijn onuitsprekelijke dankbaar
heid als patiënt aangenomen. Dit be
tekent dat er genezing voor hem mo
gelijk is. Want als mrs. Owen ziet,
dat een geval hopeloos is, of als het
iets is, dat buiten haar terrein d.
w.z. buiten dat van haar bijen ligt
dan zegt ze dat ook eerlijk. Zij kwam
hierheen om de mensen, voor het ge
val dat er niets meer aan te doen zou
zijn, de kosten en de moeite van een
eventuele vergeefse tocht naar En
geland te besparen.
Vele Nederlanders, die haar hun
in het Engels gestelde roep om
hulp hadden gezonden, konden er van
profiteren een persoonlijk onderhoud
met haar te hebben. Zij konden over
hun pijnen en hun angst met haar
spreken en haar hun smartelijke
kwalen en ziekten tonen. Hierdoor
kon, mrs. Owen zeggen of zij voor
hun geval redding ziet.
Zij kunnen zich voorbereiden voor
een behandeling en verblijf in de En
gelse hoofdstad, wat uiteraard een
kostbare geschiedenis is. Gezien het
enorme aantal genezingen, dat deze
begaafde vrouw in de loop der jaren
heeft bewerkt, is het begrijpelijk, dat
een positief antwoord een zo goed als
zekere genezing betekent. Het wa
ren dan ook vele hoopvolle en geluk
kig gestemde mensen, die haar ver
lieten na het consult, dat zij zonder
enige honorering gaf. Komen ze in
Londen dan zullen zij zich onderwer
pen aan de op zuiver wetenschappe
lijke basis opgebouwde therapie,
waarbij voor ieder speciaal ziektege
val bijen worden ingeschakeld, die
door verschillend voedsel volgens
bepaalde formules vervaardigd kunst
matig stuifmeel de voor iedere
kwaal noodzakelijke injecties produce
ren.
Uit alle delen van de wereld komen
ze: uit Abessinië, Mexico, China,
Australië, enz. En velen zullen, dank
zij de hulp van de Vrouw met de
bijen", de vrouw, die zo'n rake
diagnose weet te stellen, weer als
volwaardige mensen in het leven ko
men te staan.
ZIEKE MAN
De wijze waarop mrs. Owen er toe
gekomen is, een kliniek te openen, is
zeer merkwaardig. Haar man, de ma
rine-officier, leed na de oorlog aan
een vorm van verlamming, waardoor
hij totaal invalide dreigde te worden.
Een van zijn benen was reeds sterk
aan het vermageren.
Mrs. Owen, die dit zag gebeuren,
wist nog beter dan haar man zij
had immers in haar jeugd medicij
nen gestudeerd? hoe tragisch dit
zou aflopen. Zij aarzelde niet en
vloog naar Oostenrijk.
Wat zij mee terug nam naar En
geland? Het waren bijen... Ze had een
welgedane familie, compleet met ko
ninginnen, in.... haar hoed. De dier
tjes genoten daar van een zoete stof
die aan de binnenkant tegen het vilt
was gesmeerd. Mevrouw Owen had
deze stof vermengd met een scheutje
whisky, zodat de dieren doezelig zou
den worden. Ze mochten immers niet
zoemen
Eenmaal erug in Engeland begon
mrs. Owen "en speciaal soort bijen
te kweken, door de geïmporteerde
diertjes te laten samenwonen met En
gelse bijen. Er kwam tenslotte een
zeer sterk ras te voorschijn, waar
mee mrs. Owen haar experimenten
kon beginnen. Volkomen wetenschap
pelijk en met een geduld dat bijna
niet meer van deze aarde is, diende
ze haar levende injectiespuiten de
stoffen toe, die na te zijn verwerkt
en opgenomen in de gifblaas haar
zieke man genezing moesten brengen.
Precies becijferde ze hoeveel bijen
er op het altaar van deze speciale
wetenschap geofferd zouden worden.
Want... elke injectie betekende de
dood van de gebruikte bijen.
De proef slaagde wonderwel. Op
een verrassende manier trad genezing
in. De echtgenoot van mrs. Owen,
hoewel verrukt over zijn herstel, voel
de echter weinig voor het plan van
zijn voortvarende echtvriendin, om de
gehele lijldende mensheid van haar
kennis te laten profiteren. Een kli
niek, zo dacht hij, zou al gauw een
kwakzalversgedoe worden genoemd.
EEN KLINIEK
Het tegendeel bleek waar. Mrs.
Owen zette door en ziet, haar faam
verspreidde zich snel over een groot
deel van Europa. Vooraanstaande
mensen lieten zich behandelen en be
taalden met liefde het gepeperde ho
norarium. Maar ook degenen, die
geen cent bezaten, kwamen naar de
kliniek van mrs. Owen en werden
daar geheel gratis van hun kwalen
verlost. Ze kregen zelfs logies voor
niets! Mrs. Owen behoort namelijk
tot het slag mensen, dat idealisme
paart aan gezonde zakelijkheid.
WAARDERING
Het ,,bijenvrouwentje" noemt men
haar schetsend. Het is echter opmer
kelijk, dat deze vrouw, wier werk
op dat van de kwakzalver lijkt, rus
tig in haar kliniek kan blijven. Zij
wordt in de Britse medische wereld
die nog wat strengere kaste-ideeën
heeft dan de onze, niet geweerd. In
tegendeel, er zijn medici, die met
hun kwalen (die zij ook kunnen krij
gen) naar het bijenvrouwtje gaan en
bij haar genezing vinden.
Ook tracht men, op basis van het
enorme research-werk dat mrs. Owen
heeft verricht, een nieuwe therapie te
ontwikkelen. AI vaker is gebleken,
dat de geneesmiddelen uit vroeger
eeuwen, die vergeten en verguisd i
waren, enorme waarde bezitten voor j
de lijdende mensheid, 't Bijengif ('n
kostbare gave) zal wellicht ook daar
bij horen.
Lola Craandijki
Met de paasdagen halen wij het
prille voorjaar in huis. Na de lan
ge winter zijn de eerste voorbo
den van het nieuwe leven o zo
welkom en onze paastafel getuigt
ervan
Wij versieren hem met groen,
katjes, bloemen, misschien met
kleurige linten. En we genieten
van een paasmaal, waarin onze
lentevreugd tot uiting komt.
U vindt in dit blad geen menus,
slechts losse gerechten, die u naar
keuze in de maaltijd kunt ia-
lassen.
Ongetwijfeld zult u er sukses
mee oogsten!
Heldere bouillon met
reepjes omelet.
1 1 bouillon van vlees en/of been
deren of van bouillonblokjes, 1 ei,
1 eetlepel melk, zout, boter of mar
garine.
Hetei los, maar niet schuimig
kloppen met een 'weinig zout. De
melk toevoegen. In een koekepan
boter of margarine smelten. Het
mengsel er in schenken en zachtjes
aan één kant bakken tot het gestold
is; niet bruin laten worden.
De omelet in korte smalle reep
jes snijden en deze als vulsel gebrui
ken in de hete bouillon.
Gemengde groente
1/2 blik doperwten, 1/4 blik wor
teltjes, 1 /4 blik sperciebonen, 1
dikke plak van een selderijknol, 1
dl (1/2 kopje) water, 1 dl (1/2
kopje) azijn. 2 eetlepels slaolie, pe
per, zout (slasaus of mayonaise).
De plak selderijknol schoonma
ken. wassen en gaar koken in wei
nig water met zout in 1/2 uur. De
plak laten af koelen en in dobbel
stenen snijden. De blikken openen
en de groenten laten uitlekken. De
worteltjes in schijfjes en de boon
tjes in stukjes snijden en deze
groenten vermengen met de erwtjes
en de dobbelstenen selderij. Water
olie. azijn, peper en zout dooreen
mengen en over de groenten schen
ken. De groenten 1 u. in dit meng
sel laten staan en daarna op een
vergiet laten uitlekken. De sla voor
het opdienen naar verkiezing ver
mengen met een eetlepel slasaus of
mayonaise. Geen groenten uit de
weck gebruiken.
Ham-kaasomelet.
2 eieren. 50 g pittige geraspte
kaas, 50 g (een dikke plak) ham,
boter of margarine.
De ham in dobbelsteentjes snij
den. De eieren scheiden in dooiers
en eiwitten. De eiwitten zeer stijf
slaan. De dooiers los roeren. Het
eiwit voorzichtig vermengen met
achtereenvolgens de dooiers, de
geraspte kaas en de blokjes ham.
In een koekepan een stukje boter
of margarine laten smelten. De ei-
massa overdoen in de koekepan en
zachtjes gaar en aan één kant licht
bruin bakken. De omelet dubbel-
geslagen opdienen.
Schotel van roerei, spinazie
en gebraden gehaktballetjes
Voor het gehakt: 250 g gehakt, 1 ei
zout, peper, 1 klein uitje, 2 beschui
ten, 1/2 dl (4 eetlepels) melk, boter
of margarine.
Het ei los, maar niet schuimig
kloppen met de melk. De beschui
ten tot kruim wrijven en vermen
gen met ei, peper, zout en geraspte
ui en hiermede het gehakt aanma
ken. De massa goed dooreenkneden.
Van het gehakt balletjes maken,
iets groter dan soepballetjes. De bo
ter of margarine verhitten tot het
schuim begint weg te trekken en
hierin de balletjes in 10 minuten
bruin en gaar braden.
Voor de spinazie:
1 1/2 kg spinazie, bloem zout, pe
per, boter of margarine.
De spinazie op de gebruikelijke
wijze gaar koken, laten uitlekken
en fijn hakken. Een weinig bloem
door de spinazie roeren om het
vocht te binden. De spinazie even
goed laten doorkoken en op smaak
afmaken met zout, peper en een
stukje boter of margarine.
Voor het roerei:
3 eieren, 3 eetlepels melk, zout,
peper, boter of margarine.
De eieren los maar niet schuimig
kloppen met de melk, het zout en
de peper. Het stukje boter of mar
garine smelten en de geklopte ei
eren erbij doen. Op een zacht vuur
het ei laten stollen. Daarbij telkens
het laagje ei, dat zich op de pan
bodem heeft vastgezet, losroeren.
Het roerei is gereed, wanneer zich
geen vloeibaar ei meer in de pan
bevindt. Op een platte schotel in
het midden het roerei leggen met
aan weerszijden spinazie en hierom
heen een rand van gehaktballetjes.
De schotel warm opdienen.
Gebraden dikke lende
niet bruine saus.
600 g dikke lende, 75 g (5 eetle
pels) boter of margarine, zout, 1/2
1 bouillonvan vlees of bouillon
blokjes, 40 g (4 1/2 eetlepel) bloem.
1 eetlepel tomatenpuree, peper, lau
rierblad, foelie, tijm, ui, wortel,
selderij knol.
Het vlees zouten. De boter of
margarine zo heet laten worden,
dat het schuim juist begint weg te
trekken. Het vlees in de pan leggen
en door de hete boter of margari
ne wentelen. Het vlees aan alle
kanten mooi bruin laten worden.
De warmte daarna temperen, een
deksel op de pan leggen en het
vlees nog 20 minuten zachtjes na-
braden. Het vlees laten afkoelen.
Het vet van de jus scheppen en in
een pan laten smelten. Hierin een
stukje ui, wortel en selderijknol 5
minuten bakken, uit de pan nemen
en bewaren. De bloem bij de boter
of margarine voegen en onder
voortdurend roeren lichtbruin la
ten worden. Het bruin van de jus,
verdund met de bouillon, bij scheut,
jes tegelijk al roerend toevoegen.
De saus even goed laten doorkoken.
De gebakken ui. wortel en selderij
knol, de droge kruiden en de toma
tenpuree toevoegen en de saus nog
172 uur heel zachtjes laten koken.
De saus zeven en weer in de pan
doen. Het vlees in dikke plakken
snijden en deze 5 minuten in de
saus verwarmen. De plakken vlees
dakpansgewijs op een warme scho
tel leggen en overgieten met de
saus. Het vlees en de saus kunnen
een dag tevoren worden klaarge
maakt.
't Nieuwtje van de schoenindustrie:
het „televisie-schoentje", dat men
de handschoen van de voet zou
kunnen Roemen! Wij zagen het bij
het modecentrum van de schoen
en lederindustrie.
We kunnen ons nog steeds na de barre 'winter, die over
(en door ons heen!) is gegaan oprecht verheugen over de
intrede van het voorjaar. Barstende knoppen en bescheiden
boven het jonge gras glurende krokusjes zijn zoveel als een
glunderende belofte voor de heerlijkheden van het naderende
zomerfeest. Dan is er in vele huizen ook nog die andere
voorbode" van het goede seizoen: de schoonmaak. Door de
mannen nauwelijks of in het geheel niet gewaardeerd (behalve
dan wanneer alles aan de kant is) en door de vrouwen verwel
komd als een aanleiding om nu eindelijk al liet stof van de
winterse dagen te verjagen. Voor allen gelijk is er dit: men
wil hoe dan ook een vernieuwing in of aan het huis uit lente
en/of schoonmaak tevoorschijn zien komen.
DEGAS
...vóórstudie....
Zitting duurde ruim 13 uur.
In hoger beroep heeft voor het Arn
hemse gerechtshof terecht gestaan, de
38-jarige archivaris B. B. uit Den
Haag, die er van wordt verdacht
op 19 januari 1955 doodslag te hebben
gepleegd op zijn oom, de 73-jarige
gepensioneerde rentmeester G. B. en
diens 66-jarige huishoudster, mejuf
frouw R.A.R. te Doetinchem.
De rechtbank had de Hagenaar op
29 november j.l. tot levenslange ge
vangenisstraf veroordeeld. Verdachte
beriep er zich nu op, dat hij buiten-
rechterlijk een bekentenis had afge
legd voor de rechter-commissaris in
een overspannen toestand. Hij zei dat
hij na de lange kruisverhoren geen
weerstand meer had gehad.
De president, mr. J. Kronenberg,
bracht verdachte onder de aandacht,
dat hij in oktober pas was begonnen
te ontkennen. Steunend op verklarin
gen over een zekere Joop, die de
doodslag wel zou hebben gepleegd.
Maar deze Joop zat op de dag van
de moord in arrest. Daarna bent U
steeds weer met andere verhalen aan
gekomen.
Verdachte bestreed nu allerlei vroe
gere verklaringen van getuigen en
van zichzelf. Steeds weer kwam hij
er op terug nimmer op bedoelde da
tum in Doetinchem te zijn geweest.
De gegevens die hij had verstrekt
over de verschillende details had hij
vernomen van zijn broer die in con
tact had gestaan met de Doetinchem
se familie. Verdachte ging verder op
alle mogelijke getuigen verklaringen
in, de bewijskracht van zijn buiten
gerechtelijke bekentenis bestrijdend.
Iedere getuige werd door hem over
stelpt met een reeks van vragen,
waardoor deze zitting praktisch een
marathonzitting werd, die duurde van
's morgens tien tot 's avonds half
twaalf. Veel nieuws kwam er echter
niet meer uit, met uitzondering van
een verklaring van verdachtes broer
uit Den Haag, die in tegenstelling
tot een psychiatrisch rapport, uitdruk
kelijk verklaarde, ('at van abnorma
le neigingen van zijn broer geen spra
ke was geweest. Enkele kennissen uit
Den Haag bevestigden dit.
Tenslotte besliste het gerechtshof
dat de verdachte nog een psychia
trisch onderzoek zal moeten onder
gaan van professor Baan. Verdachte
zei hierop: ,,Ik weet, dat ik onschul
dig ben, en ik ben er niet tegen dat
ik op de normale wijze psychiatrisch
word onderzocht.
De zaak werd daarna voor onbe
paalde tijd aangehouden.
Dat kan. Al is het maar een simpel boeketje tulpen in het snoezige vaasje
waarmee vader de moeder van zijn kinderen ai lang geleden eens mee
had willen verrassen. Het kan ook met een nieuw behangetje in de kamers
beneden of met een kwast frisse verf in de keuken. Natuurlijk zijn er ook,
die dan toch maar liever de tin eens „helemaal lekker opgeknapt zien" en
een enkeling zal ertoe besluiten nu eindelijk eens „iets aardigs voor aan de
wand te kopen".
Toch begint met dit simpele verlan
gen vaak een onafzienbare lawine
moeilijkheden over een bepaald ge
zin neer te storten. Laat ons eens een
denkbeeldige situatie schetsen: moe
der wil met alle geweld hei met
schaapjes en een herder, vader is
sterk vóór een rivier-gezicht, de oud
ste dochter heeft „toch zo'n lief hertje
gezien" (van van Meegeren!) de
H.B.S.-zoon (vierde klas) zegt bruut
dat het allemaal „larie" is wat ze wil
len en „dat hij het wel zou weten, als-
ie het maar voor het zeggen had."
BRAND MAAR EENS LOS
Nu wil het gelukkige toeval, dat
vader kort geleden een zwaar-op-
voedkundige lezing had bijgewoond.
Daar had hij iets opgestoken over
de wenselijkheid van de vrije me
ningsuiting voor HBS-knapen en der
halve viel het verlossende woord:
„Nou, je krijgt het deze keer dan
voor het zeggen. Brand maar eens
los!"
De jongeman had een en ander ge
lezen over een tentoonstelling (bij
boekhandel Oomens te Breda) van
reprodukties van bekende schilderij
en. Hij was gaan kijken en gaf nu
als zijn oordeel: „Die dingen zijn zo
mieters eerlijk, dat iedereen moest
gedwongen worden er een paar van
in huis te hebben. Dan kon de meeste
andere „rommel" rustig met het
oud-roest mee."
Vader vond het nogal bar gespro
ken en moeder was van mening, dat
het toch zeker de moeite waard was
eens te gaan kijken. De oudste zus
pruilde wat na over haar lieve hertje
en tenslotte ging het viertal op stap.
Vooreerst maakten zij op uitgebreide
schaal kennis met het werk van Pi
casso („Toch wel mooi van kleur en
Onder leiding van een commissie,
die voortspruit uit de Katholieke Uni-*
versiteit te Nijmegen is de publikatie
van een nieuwe studiereeks ingezet
en wel betreffende „De sociale en
economische geschiedenis van het
Zuiden van Nederland".
Ze is zeer welkom, want ze ver
hoogt onze kennis van het werk van
onze voorvaderen. Ze verstevigt dus
onze band met onze geboorte of her
komststreek. Al diegenen, die eens
,,Ons Brabant" (1914 - 1920) sticht
ten, die hun activiteit in Brabantia
Nostra hebben ondergebracht, die
Brabants Heem hebben gesticht,
gtroogebracht én in standhouden, die
in het Provinciaal Genootschap" 'n
organisatie zoeken die wat doen kan
voor de provincie, zullen zich over
deze wetenschappelijke studie van
nog te weinig behandelde onderwer
pen verheugen.
Wij krijgen door deze studies ook
kennis van vele personen, die vaak
de grondslag vormden van echte,
flinke Brabantse families.
Taxandria gedurende vijftig jaar
nu de Brabantse Leeuw", die z'n
vijfde jaar ingaat hebben van velen
de familie-afstamming gegeven: vol
ledig, half volledig of schematisch.
In wat nu geboden wordt, kan men
ook omtrent die vaak echte Brabant
se families gegevens vinden.
Maar wat nu geboden wordt, is een
geheel nieuw veld van Brabantse (en
misschien Limburgse en Zeeuwse)
werkzaamheid.
Het is de nu overleden Prof. Ver-
berne, die al vóór 1940 met enke
le losse studies de belangstelling op
riep voor dit domein van weten, waar
in andere provincies en voor de Al
gemene Rijkspublikaties al vóór 1910
voorgegaan was.
De eerste studie is nu verschenen
van het Redactielid, die als redac
tiesecretaris optreedt, dr. H. van den
Eerenbeemt, en dat eigenlijk handelt
over de textielnijverheid in en rond
Helmond, maar als gevolg van de
werkzaamheid van ,,E. van Lanschot
als intermediaire tussen de Neder-
landsche Handel Maatschappij en de
Nijverheid in Noord-Brabant".
De gegevens zijn ontleend aan de
archieven van deze twee firma's te
's Bosch en te Amsterdam.
Hoofdzakelijk bronnenstudie, los
van onderstelling en schatting, al
heeft de schrijver 'n enkele maal een
mening van een andere, eigentijdse
schrijver erbij gehaald.
Voor de eigenlijke studie der Textiel
nijverheid in Helmond zelf geeft deze
studie 'n basis die aangevuld kan wor
den met die der Helmondse archie
ven.
Het is te hopen dat de redactie
nog vele jaren even deskundige me
dewerkers zal vinden om de studie
reeks constant voort te zetten. Na
tuurlijk zal het niet altijd mogelijk
zijn goedbewaarde en zelfs georden
de archieven bij de hand te hebben.
Zo heb ik angst (en ook wel enige
ondervinding) dat met der tijd een
studie over de Brabantse suikerin
dustrie (want zo mag men die noe
men) over heel weinig archieven zal
beschikken. Misschien is het wel zo:
komt tijd, komt raad. Van den Eere-
beemt zelf verdient al sympathie, dat
hij in deze studie zich excuseert
niets over West-Brabant te kunnen
mededelen, dat in de eerste helft
van de 19e eeuw immers meer land-
bouw-economisch was ingesteld, dan
industrieëel waarbij hij ook in de na
geslagen archieven niets gevonden
heeft wat wees op industriële bedrij
vigheid in ons westen.
In 1956 verschijnt er nog een twee
de; de N.V. Centrale Drukkerij te
Nijmegen gaf de nodige zorg aan
de uitgave.
Ir. A.J.L.JUTEN.
Dag Hammarskjoeld, secretaris-ge
neraal van de Verenigde Naties heeft
alle leden-staten op de hoogte gebracht
van een voorstel om de opening van
de zitting van de Algemene Vergade
ring dit jaar van 18 september tot
12 november te verschuiven. Hij heeft
de leden verzocht tegen 30 april hun
mening over dit voorstel, dat enkele
dagen geleden schriftelijk door Chili,
Cuba en Ecuador is ingediend, bekend
te maken. Het voorstel houdt verband
met de presidentsverkiezing in de
V.S. die op 6 november plaats vindt.
zo, al ziet het er af en toe mal uit"
zei moeder), van Renoir, Manet, van
Gogh, Cézanne en Matisse. Ze ston
den oprecht verbaasd.
,,Het zijn net echte schilderijen"
vond vader. Daarop werd hij vrijwel
onmiddellijk fel bestreden door zoon
lief, die in een gloeiend betoog be
weerde:
,,Dat zijn het nu net gelukkig he
lemaal niet. Het zijn platen van
uitstekende schilderijen, maar dan
ook echte platen. De kleuren zijn
fantastisch, maar het is „eerlijk"
drukwerk. Deze reprodukties ko
men in kleur, in gloed als u wilt,
het originele werk van de grote
kunstenaar inderdaad zeer nabij.
Bijna alles van dat „geheimzinni
ge iets" waardoor een meester
werk je „kapot" kan maken van
ontroering, is in deze platen behou
den. Maar nog eens: het zijn ge
lukkig platen gebleven. Er is he
laas ook iets in de handel, dat
„hand-overpainted" wordt genoemd.
Dat is je reinste bedrog. Het is
geen plaat meer en het is beslist
geen schilderij. Nee, dan de platen,
die Meulenhoff importeert. Dat is
eindelijk de kans om „iets goeds
in iedere kamer" te krijgen. Als
je de mensen op wil voeden tot
het genieten en begrijpen van de
waarachtige kunst, dan is dit het
aangewezen middel."
De zoon zweeg, een beetje bek-af.
Vader zweeg, een beetje beduusd.
Moeder zweeg, een beetje bewonde
rend. Zus zweeg, een beetje jaloers.
Maar die avond in de (schone) huis
kamer zwegen ze geen van vieren
meer. Ze wilden allemaal hun ont
dekkingen vertellen. Want telkens
zagen ze „weer iets anders" op de
gekochte plaat
PICASSO
Jong meisje