SCHOUWTONEEL Kerk van Azië vraagt uw stem en uw hulp Strijdende wederom Koloniale bestuursvorm in Congo door schoolstrijd bedreigd RICHTLIJNEN VOOR DE HERDENKING OP 4 MEI RITA REYS OP REIS NAAR AMERIKA EDWARD STEICHEN ZWOER TROUW AAN DE CAMERA Een bede van de bisschop van Seoul (Korea) tot katholiek Nederland Antoine Lawrence„Deze tweespalt is misdadig Schilderijen op de brandstapel 'NW n Gelukkige Aimo Waardig en stijlvol... Export van Nederlands talent Vraagstukken van het maatsch. werk Geen foto's die het handwerk van de schilder verraden DUIZEND MAAL „KOP EN SCHOTEL" Verver Ontmoeting in de hel In brokken How do you do? Vliegende „schote'" DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 27 MAART 1956 Er ztfn in ons land enkele priesters en een paar honderd jonge kerels die, als U hen vraagt naar de jaren, welke zij aan de andere kant van onze aarde doorgebracht hebben in Korea, op het uiterste punt Yan Azië, tussen 1950 en 1954 een ogenblik zullen aarzelen, omdat zij niet weten met welk ver haal zij moeten beginnen. De afstand is te groot om aangepast te worden aan onze fantasie en wat zij ginds meemaakten ligt zo vaak geheel buiten ons voorstellingsvermogen. Daarom zijn er ook wel Korea-veteranen, die hun schouder ophalen en zwijgen. Hun herinneringen zijn fel, soms schrij nend en cynisch. Hun ervaringen zijn niet over te brengen via de brug van een oppervlakkig gesprek. Doch velen hebben ook gebeurtenissen beleefd, waar zij, als het ys gebroken is, enthousiast over kunnen na-kaarten. Daar is bijvoorbeeld die geschiedenis van de Koreaanse knaap Aimo, een forse wees, die wist te ontkomen aan een hel van honger, kon en verlatenheid en onze Salesianenpater Louis Vermeersch vertelde hoe dat gegaan is. UNO op drift geraakte, vaak in goe de, vaak in verderfelijke richting. Missionarissen en zusters uit Frankrijk en Ierland, uit Beieren, Zwitserland en Amerika hebben hun door oorlog en vlucht verwaarloosde staties in Zuid-Korea opnieuw kunnen betrekken, nadat enkele tientallen hunner - voorop drie bisschop-mar telaren - hun leven hadden moeten offeren in kerkers en slavenkampen van Noord-Korea, Mansjurije en Si berië, waarheen men hen als dubi euze geallieerde „agenten" had mee gesleept. Tientallen inheemse pries ters en zusters zijn vermoord om wille van hun geloofstrouw, als in de eerste martelarenverhalen der Ro meinse christenheid. Men weet in het Westen nauwelijks welke gruwelijke tragedies met onze geloofsbroeders ginds zich hebben afgespeeld, of thans in het bezette Noorden nog voortgaan. De kleine Aimo leefde in een sme rig hol naast een legerroute, waar in de barre winter van 1951 stromen van Amerikaanse trucks en jeeps passeerden. Het was ijzig koud en de jongen - die ouders en familie leden verloren had door vlucht en moord - bedelde bij de voorbijtrek kende kolonnes om oud brood en restanten van blikjes. Een vracht wagen kreeg pech nabij zijn schuil plaats en van het oponthoud profi teerde Aimo, rillend in lompen en smal van honger, doch vriendelijk en pront als elke andere knaap, die bij een defecte truck nieuwsgierig meehelpt. Hij vroeg om een beetje eten toen de manschappen hun maal tijd begonnen en men had zulk een medelijden met Aimo dat de solda ten hem als dank voor zijn hulp bij de reparatie op de vrachtauto lie ten meerijden. Tegen de kou gaven ze hem een soldatenjacket en een muts. Dat was zijn eerste uniform. In het kamp aangekomen, hielden ze Aimo bij de hand voor het doen van kleine karweitjes. Hij was de koning te rijk: een jas, een bed, een job en eten zoveel hij kon. KERSTMIS 1951 „Kerstdag 1951, vertelde hij later aan de pater, was de grootste en ongelukkigste dag van mijn leven. De grootste omdat ik die dag op een feestdis mocht komen waar we ech te kalkoen te eten kregen, iets wat ik slechts uit mijn dromen kende - en lékker De ergste dag, omdat die avond bericht kwam, dat „mijn" compagnie afgelost zou worden en naar de USA zou terugkeren. Ik zat in een hoekje te huilen en was on troostbaar in het besef, dat ik spoe dig weer als bedelaartje in de kou zou moeten zitten. Toen namen mijn geüniformeerde vrienden een echt Amerikaans besluit: ze trokken mij een echt uniform aan, verborgen me tussen kisten en koffers in een car govliegtuig en loodsten mij zo uit het oorlogsgebied, helemaal naar Ja pan. Een van de officieren kende daar een weeshuis" van Salesianen, belde op dat hij een klantje bij zich had en ondanks alle administratieve onmogelijkheden zat ik een paar da gen later, als eerste en enige Kore- aan, in dat huis op school. Ik meen de aanvankelijk dat de Salesianen een Amerikaans legeronderdeel wa ren en verbaasde mij dat er in deze kazerne zo veel gebeden en zo stipt geleefd werd... Spoedig bleek, waar ik terecht was gekomen. De paters en jongens waren allen even geschikt en hulpvaardig, ik leerde de taal, een ambacht en toen het volgende Kerst feest kwam mocht ik het heilig Doop sel ontvangen. Toen ik in 1951 voor het eerst kalkoen at aan de feest tafel, dacht ik dat het in de hemel niet mooier kon zijn. Nu weet ik wel beter..." GELUKSVOGEL De Amerikaanse compagnie nam het peetvaderschap over Aimo aan, betaalde zijn opleiding ook toen de soldaten reeds lang terug waren naar huis en nu staat Aimo als jonge, stoere, sportieve kerel in een nieuwe levenstaak, terug in zijn geteisterd en naar betere wegen zoekend vader land. Hij is een geluksvogel onder duizenden. Maar zoals hij, zo zijn er talloze jongens en meisjes ge holpen door militaire bureaus, door missiestaties, door kindertehuizen en stichtingen van katholieke of protes tantse genootschappen - ook door Nederlandse giften, bemiddeling, bij stand van aalmoezeniers en vrijwil ligers. Duizenden heeft men kunnen redden uit de stroom van jong, men selijk wrakhout dat met de burger oorlog, de revolutie, de wereldom spannende interventiehulp van de COMMUNISTISCH REGIEM Op de 30 miljoen Koreanen zijn er 20 miljoen (inheems of gevlucht) in het vrije Zuiden. Van deze zijn er circa 220.000 katholieken; In het Noordelijk deel, onder communistisch regiem, leefden tot 1950 bijna 70000 geloofsgenoten doch men neemt aan dat er nog 35000 over zijn... niet gedecimeerd, doch veel meer dan dat: op elke twee Noord-Koreaanse katholieken is er één vermoord, ver dwenen, bezweken in een of ander kamp, of vermist op de vlucht. Wie realiseert zich wat dit bete kent voor het Koreaanse Episcopaat, dat thans in het Noorden geen enkele bisschop, géé priester meer heeft (wellicht zijn er enkele ondergedoken, doch concrete gegevens ontbreken) en nu in het Zuiden onder de vluch telingen tracht te werken, waar, zo als Mgr. Paul Ro tijdens zijn recent bezoek aan Nederland verklaarde, ,,de oogst zo groot is als nog nooit, doch enorm tekort aan priesters, ca techisten en onderwijzers heerst, zo danig dat wij van een crisis mogen spreken". Hij bedoelde daarmee, dat voor duizenden ontheemden en daklozen, die thans in een nieuw milieu komen, de sympathie voor het katholicisme - waar zij het effectieve werk in naas tenliefde, caritas, belangeloze verzor ging van aan den lijve leerden ken nen - groeiende is: doch dat deze mensen niet geholpen kunnen wor den bij gebrek aan geestelijke lei ders. Vorming van een inheemse clerus - er zijn reeds een kleine duizend Koreaanse priesters en kloos terzusters van uitstekend gehalte - is een kwestie van bouw, vergroting, inrichting van twee seminaries (de hoofdstad Seoul bezit een centraal seminarie voor de gehele Koreaanse geestelijkheid). Vorming van onder wijzers en catechisten is een kwestie van de bouw van enkele primitieve opleidingsscholen. Deze twee facto ren, aldus Mgr. Ro zijn essentieel voor het slagen van ons apostolaat: seminaries en scholen. „Daarom moeten wij spreken van een critisch punt in onze kerkgeschiedenis: gehe le volksgroepen zoeken contact met het christendom, maar wij hebben geen priesters en geen jonge intellec tuelen om hen op te vangen". Wü in het vrije, en ondanks alle Vele van onze lezers hebben vorig jaar in de passie- en paas tijd meegeholpen aan 't bijeen brengen veelal in kleine gif ten van ruim 40.000 gulden, bestemd voor de katholieke vluchtelingen in Vietnam, die naar men weet met honderd duizenden ontkomen zijn aan de terreur in de noordelijke Vietmin-gebieden. In deze dagen willen wij een beroep op hen doen, om in ge bed en gave hulp te brengen aan de ontelbare ontheemden en vluchtelingen waarmee de bisschop van Seoul in Korea, mgr. Paul Ro, na het einde van de bloedige oorlog sedert 1953 tracht een nieuwe christen gemeenschap op te bouwen in dat geteisterde land. Het Huis- vestings-Comité in Den Bosch zal zich wederom belasten met het overbrengen dezer giften. Op giro 3 4 3 4 8 ten name van dit Huisvestings-Comité, Hekellaan 6 's Hertogenbosch kan men onaer vermelding van „Korea" dit paasoffer 195 6' storten. zorgen zo welvarende. Westen met onze hechte organisaties op onder wijsgebied, met onze talloze scholen en kloosters en redelijke kansen voor elk kind dat vooruit wil - wij kunnen in een klein ogenblik van concentra tie en sympathie ons een voorstelling maken van de mogelijkheden én zwakheden van een gemeenschap als die van onze katholieke broeders, ginds. Als wij eens zélf de gelegen heid gehad hadden om een arm zwervertje als de wees Aimo voort te helpen, wat hadden we dan voor zulk een kind gedaan? Hoeveel spon tane hulpvaardigheid geïmprovi seerd Hoeveel vreugde gehad aan deze kans op helpen? Laten we hem in deze dagen van bezonnen mede-lijden met Christus gedenken, door voor zijn toekomst, voor die van duizenden zijner broe ders en zusters en voor die van van zjjn dappere bisschop te bidden; en allen daarginds, die ons eigenlijk toch zo na zijn, helpen met een blij de gift - een groet van echte solida riteit tussen West en Oost. Te Brussel heeft de heer Antoine Lawrence, algemeen secretaris van de Jeugdraad der Franse Unie en vice-voorzitter van het dagelijks be stuur van de World Assembly of Youth", de Wereld-Jeugdorganisatie, zich in een interview met de Brussel se correspondent van het K.N.P. uit gesproken over de schoolstrijd in. Bel gisch Congo. „Het is de grootste fout, die men maken kan, aldus de heer Lawren ce een schoolstrijd naar een kolo nie over te brengen. Een tweespalt scheppen tussen het bijzonder en staats-onderwijs is crimineel op een ogenblik, dat het de eerste eis is het analfabetisme te bestrijden. Een schoolstrijd in Afrika is iets misda digs". Voorts zeide de heer Lawrence dat de onderwijspolitiek zich in de Congo anders ontwikkeld heeft dan in de overige Afrikaanse landen: „Belgisch Congo heeft nog geen breed geschoolde elite, al is het massa-onderwijs veel verder doorge drongen dan elders". De heer Law rence doelde hierbij op het rapport, dat door de heer Coulon, die in op dracht van de Belgische Minister van Koloniën Buisseret in Afrika een on derzoek instelde naar het onderwijs, is uitgebracht. In dit rapport stelde de heer Cou lon het missie-onderwijs verantwoor delijk voor „de gebrekkige toestand van het onderwijs in Belgisch Congo'?. Antoine Lawrence toonde zich ver heugd over de prestaties van de Coit- golees, wiens levensniveau naar hij zeide aanmerkelijk hoger ligt dan dat van andere Afrikanen. Voorts spr,ak hij vol lof over het werk van de lekenmissie-helpsters in Afrika, in het bijzonder wat de vor ming van de inlandse vrouwen be treft. De heer A. Lawrence wees ten slotte op het grote gevaar van het anticlericalisme, dat in het algemeen in Afrika leidt tot het begunstigen van andere godsdiensten, met name de Islam. „De Islamieten zijn met de communisten de grootste vijanden voor de kolonie", aldus de vice-voor zitter van het dagelijks bestuur van de World Assembly of Youth. Le heer Lawrence is afkomstig uit Frans Guinea, economisch adviseur van de Franse regering, welke hij in talloze internationale organisaties De commissie Nationale Her denking heeft de volgende richtlijnen opgesteld voor de herdenkingsavond op vrijdag 4 mei: Van des avonds 13 uur tot zons ondergang zullen van alle openba re gebouwen, particuliere woningen ,,Oh, ik ben er helemaal weg van ik kan 't me nog niet goed voor stellen!" dat was de reactie van Ri ta Reys al dik 15 jaar in het vak en momenteel Nederlands meest be sproken jazz-zangeres toen wij bij baar informeerden over de Ameri kaanse reis, die zij gaat maken. ..we kregen een uitnodiging van fle International Press Club in New xt°j i0m daar me* enkele andere Nederlandse artiesten een Nederland- sc a.vond te verzorgen." Wij dat zijn dan Rita zelf en haar man Wessel Ilcken, die als drummer en leider van zijn op in ternationaal peil staande moderne combo tot ver over de grenzen naam gemaakt heeft „Op 14 april vertrek ken Wes en ik per KLM naar de States vertelt Rita verder nog steeds een beetje ademloos. We zul len er minstens vijf dagen blijven -?S bekijken ~7 yeel naar goede langspeelplaat ,,Jazz behind the di- nerikaanse jazz luisteren, ook." kes" op zijn draaitafel legde. Rita "e^evenissen-in-'t-ver- zingt daarop met Wessel's combo „I ru K--no^ genoeg waren, komt should care en „There'll never be televisie-uitzending op de another you". Voor George was dit een nieuw geluid! Toen hij enkele w,0a'!.Lh°0r-,haar,veJtrek. hoogst- ...cuw sJSL. nmü .J °Ptreden in de TV— maanden geleden in ons land was grammas van de Amerikaanse om de Europese jazz te verkennen, Arthur Godfrey talentenjagers Steve Allen, En geen wonder dat Rita en heeft deze fijnproever-van-professie enkele avonden lang naar Rita zitten er luisteren in de Amsterdamse gele- bii rtu 'n va,n ondersteboven is genheid waar zij toen optrad. Later van Ho a komt nog het verzoek schreef hij haar: „Voor die Ameri- Gem-.o °n nn^(' Jazz-promotor kaanse plaat moet je een „glamour de i-f om hler speciaal voor foto" laten maken in je beste avond- sones o„ aansf markt oen zestal japon. Anders geloven songs op de plaat vast te J - leggen, dat je een heuse „dure' thuis"in"awoZ1JIVr?n ?esP'Ttsï toen hij bent." Waarmee hij blijk New York de Nederlandse landgenoten te kennen... ze hier niet, zangeres gaf zijn en vaartuigen de vlaggen halfstok worden gehangen. Van kwart voor acht tot 30 sec. voor acht zullen de klokken van alle kerken luiden. Om 8 uur zal twee minuten volko men stilte in acht worden genomen. In overeenstemming met de geest, welke onze gevallen helden, die naamloos streden, bezielde, zullen geen toespraken worden gehouden. De weg naar de plaats der plech tigheid zal te voet en in volkomen stilzwijgen zonder vlag of vaandel worden afgelegd. Geadviseerd is op de herdenkings avond van 19.00 tot 21.00 uur de café's zoveel mogelijk gesloten te houden. Van 19.00 uur af zal de bui tenverlichting, zoals neon en licht bakken gedoofd moeten zijn en wordt in de inrichting geen andere muziek ten gehore gebracht dan die van de officiële Nederlandse radiopro gramma's. De Nederlandse Bioscoop-bond heeft een beroep gedaan op zijn le den, op de herdenkingsavond hun theaters van 18.00 uur tot 21.00 uur te sluiten en gedurende die avond, zowel tijdens als na genoemd tijd stip, geen neon of andere lichtrecla me te bezigen. Commissie geïnstalleerd De minister van maatschrppelijk werk mr. F.J. Th. M. van Thiel, heeft een commissie ingesteld ter bestude ring; van vraagstukken in verband met subsidiering van het maatschap pelijk werk. Bij de installatie merkte de be windsman gistermorgen op. dat het particulier initiatief bij de beharti ging van het maatschappelijk werk altijd 'n uiterst gewichtige taak heeft te vervullen. Wegens de hoge kosten aan salarissen en investeringen voor gebouwen en andere apparatuur is financiële hulp van de overheid ech ter noodzakelijk. Daar het maatschap pelijk werk een steeds duidelijker en belangrijker taak gaat innemen bij de bevordering van het welzijn van de mens, wil de regering gaarne mee werken aan de bevordering van een doelmatige vorming van het maat schappelijk werk. vertegenwoordigt. Verscheidene ma len bracht hij een bezoek aan Bel gië. Momenteel vertoeft de heer Law rence te Brussel ter bijwoning van het congres, dat het dagelijks bestuur van de Wereld-Jeugdorganisatie al daar belegt. Dit Congres behandelt speciaal de problemen, waar de vrou welijke jeugdbewegingen mee te kam pen hebben; voorts treft het voorbe reidingen voor de Raadsvergadering van de World Assembly of Youth in augustus te Berlijn. Ongeveer 35 jaar geleden legde Edward Steichen voorgoed palet en penseel terzijde om zich uitsluitend aan de fotokunst te wijden. Jaren lang had hij zich als schilder en fotograaf grote be kendheid verworven en kort na de Eerste Wereldoorlog kondigde hij zijn besluit op nogal opzienbarende wijze aan toen hij op zijn atelier even buiten Parijs een vuurtje stookje van zijn schilderijen die zijn werk van de laatste 20 jaar vertegenwoordigden. Daar hjj als schilder reeds werk had geleverd, dat in de musea van Europa en de Verenigde Staten meer dan gewone aandacht had getrokken, beteken de de brandstapel van Steichen voor de kunstwereld meer dan een daad om aandacht te trekken. Hij wenste zich verder geheel aan de fotografie te wijden, omdat deze hem „een betere afspiegeling" gaf van het leven zoals hij dat voelde en zag. Mei 1950, een halve eeuw nadat hij zijn loopbaan in de staat Wisconsin begonnen was, verleende het Amerikaanse Instituut van Architecten hem de Fine Arts Medal, de hoogste onderscheiding die dat In stituut kan verlenen op het gebied van de schone kunsten. Toen het Amerikaanse Instituut van Architecten in de bijbehorende oorkonde "welkom heette aan „een nieuwe vaardigheid in het gebruik van lens en film" en aan „een meester in de fotografie" en een nieuwe kunst begroette „ter opluiste ring van de menselijke woning" was deze hulde, hoe indrukwekkend deze ongetwijfeld ook was, niet zo groot als die welke Steichen zelf de foto grafie bewees toen hij de brand stak in zijn schilderijen en zijn camera trouw zwoer, die in die tijd in de kunstwereld als niets meer dan een levenloos werktuig werd beschouwd. Voor de eerste wereldoorlog had zijn belangstelling zich tussen beide technieken fotografie en schilder kunst verdeeld en trachtte hij door middel van elk dezer media in hoofd zaak dezelfde doeleinden na te stre ven. De oorlog bracht de ommekeer en hij beperkte zich nadien uitslui tend tot papier en lens. Daarop volgden de vruchtbare ja ren onder leiding van Alfred Stieg- litz, de Amerikaanse fotograaf en kunstverzamelaar, en in al die ja ren bleef het werk van Steichen ge heel onder invloed van de 19de eeuw- se schilderkunst, terwijl hij tegelij kertijd Stieglitz de helpende hand bood bij de introductie van de mo derne kunst in de „291" Gallery in New York. Zestig van Steichen's fo to's werden gepubliceerd in „Came ra Work", een uitgave van Stieglitz, de belangrijkste publicatie op het ge bied van de fotografie in die tijd. Het was een gelukkige en onschuldi ge tijd, waaraan in 1917 plotseling 'n eind kwam. ZUIVER BEELD. Als chef van de fotografische af deling van het Amerikaanse luchtwa- pen in de Eerste Wereldoorlog, ver richtte Steichen baanbrekend werk op het gebied van de luchtfotografie voor de voorbereiding en uitvoering van militaire operaties. In dat oorlogsjaar kwam Steichen zo in de ban van de zuivere fotografie, dat hij er de waar de van ontdekte, die hij er tot dus ver niet in gezien had. Steichen on dervond dat met de camera niet al leen snel een scherp beeld kon wor de genomen, maar dat dat zuivere beeld van de natuur een van de meest opvaUende deugden was. Hij kwam geheel en al onder de bekoring van de wonderbaarlijke precisie van de camera en hij besefte dat hij het fo tograferen grondig opnieuw moest moest gaan leren. Steichen zag in dat hij vele jaren voor de oorlog een doodlopend slop was ingegaan en al tastend een uit weg trachtte te vinden. Ontevreden over het werk dat hij tot dusver had gedaan, begon hij bloemen, insekten en stillevens te fotograferen. Zijn er varingen in de oorlog waren echter van dien aard, dat toen zijn schilde rijen in rook opgingen, hij tegelijk met zijn fotografisch verleden brak. Hij had niet alleen met schilderen afgedaan maar ook met dat soort fotowerk dat met zijn diffuse roman tische ficties de werkelijkheid ver loochende. Hij verfoeide dé foto, die het handwerk van de ervaren schilder verraadt en grondig als hij in alles is deed hij een jaar lang niets anders dan een enkele kop en schotel te fotograferen, waarvan hij meer dan duizend negatieven ver kreeg om te zien op welke wijze hij de meest waarheidsgetrouwe foto van dit eenvoudige onderwerp kon maken. FANTASIE. Naar aanleiding van de foto-tentoonstelling „Wij Mensen", die vrij dag 23 maart in het Sted. Museum te Am sterdam werd geopend, geven wij hieronder enkele bijzonderheden over de nestor der Ame rikaanse fotografen, Ed ward Steichen, direc teur van de afdeling fotografie jan het „Mu seum of Modern Art" te New York, die deze ver zameling van 503 foto's heeft samengesteld uit meer dan twee miljoen foto's afkomstig uit alle delen van de wereld. „Zoals ik vroeger geen scherpe fo to's kon zien", zo zegt hij tn een van zijn artikelen, „zo was ik nu volkomen onverdraagzaam ten aan zien van de zijde-achtige, kunstmati-1 verslag uitbrengt van gevechtshande- ge „kunstfoto's" die ik bijna 20 jaar nngen kan verbeteren, lang gemaakt had. I In 1932 verbond Edward Steichen zich aan de Conde Nast Publications en bleef daar tot 1938; in die jaren bevestigde hij zijn faam als een fo tograaf, die er niet aan dacht om op zijn lauweren te gaan rusten. In die jaren kon men in het tijdschrift Va nity Fair geregeld foto's van zijn hand aantreffen, die getuigden van. zijn fantasie. In die jaren kon nie mand zich als werkelijk beroemd be schouwen als hij niet door Steichen was gefotografeerd. De Tweede Wereldoorlog zette een streep door zijn rekening en Stei chen werd benoemd tot Chef van de afdeling geveehtsfotografie van de Marine. In 1942 en 1944 stelde hij in samenwerking met het Museum of Modern Art in New York enkele ten toonstellingen samen. Later had hij de leiding bij de opname van de meeste scenes van de kleurenfilm ..The Fighting Lady" de authentie ke geschiedenis van een Amerikaans vliegdekschip, die werd samengesteld uit de opnamen van vier vliegdek schepen en nog altijd beschouwd wordt als een van de beste oorlogsfilms. Nu is hij 76, maar de onvermoei bare Steichen schijnt er nog niet aan te denken zich uit het arbeidzame leven terug te trekken. Hij vas drie jaar directeur van de afdeling foto grafie van het Museum of Modern Art, maar keerde in december 1950 terug in actieve dienst als kapitein bij de Amerikaanse Marine. Hij maak te toen in de Stille Oceaan studies op welke wijze de Marine het best de fotografie die een gedetailleerd Stalins verguizing door de momen tele Sovjetleiders is uiteraard een dank baar object voor de spotprentteke naars. Zij hebben met een ware harts tocht hun tekenstiften over het papier laten vliegen en zo zijn er tal van karikaturen ontstaan. Wij hebben er enige rake uitgezocht. (The Times-Dis- patch, Richmond USA) liet Kroestsjef de verfkwast hanteren om Stalin een paar veelzeggende vegen te geven. Samson (De Telegraaf) organiseerde in de hel een ontmoeting tussen Hitier en Stalin onder het venijnig oog van Satan. Het trotse standbeeld van Stalin ligt er nu in brokken en verguizeld bij. Een satirische demonstratie van vergane glorie. (Ray in The Kansas City Star. USA). How do you do? vraagt de onthutste Ameri kaan aan de Middenoostelijke jonkvrouwe. Een overbodige vraag, want van 't vredesbootje dreigt in de razende storm der conflicten geen spaan over te blijven. (The Washington Post, repro ductie in The New York Times.) Makarios, de Grieks-kath. aartsbisschop en leider de opstande lingen op Cyprus, is door het Britse gezag verbannen. Het Turkse blad Millyet (Istanbul) zag Makarios als een soort vliegende schotel, in beweging gezet door het been van de Britse Gouverneur Hardin, (reproductie in The New York Times.)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 9