SCHOUWTONEEL
Kerk van Azië vraagt
uw stem en uw hulp
Strijdende
wederom
Koloniale bestuursvorm in Congo
door schoolstrijd bedreigd
RICHTLIJNEN VOOR DE
HERDENKING OP 4 MEI
RITA REYS OP REIS
NAAR AMERIKA
EDWARD STEICHEN ZWOER
TROUW AAN DE CAMERA
Een bede van de bisschop van Seoul (Korea)
tot katholiek Nederland
Antoine Lawrence„Deze
tweespalt is misdadig
Schilderijen op de brandstapel
'NW
n
Gelukkige Aimo
Waardig en stijlvol...
Export van Nederlands talent
Vraagstukken van
het maatsch. werk
Geen foto's die het handwerk
van de schilder verraden
DUIZEND MAAL
„KOP EN SCHOTEL"
Verver
Ontmoeting in de hel
In brokken
How do you do?
Vliegende „schote'"
DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 27 MAART 1956
Er ztfn in ons land enkele priesters en een paar honderd jonge kerels die,
als U hen vraagt naar de jaren, welke zij aan de andere kant van onze aarde
doorgebracht hebben in Korea, op het uiterste punt Yan Azië, tussen 1950
en 1954 een ogenblik zullen aarzelen, omdat zij niet weten met welk ver
haal zij moeten beginnen. De afstand is te groot om aangepast te worden
aan onze fantasie en wat zij ginds meemaakten ligt zo vaak geheel buiten
ons voorstellingsvermogen. Daarom zijn er ook wel Korea-veteranen, die
hun schouder ophalen en zwijgen. Hun herinneringen zijn fel, soms schrij
nend en cynisch. Hun ervaringen zijn niet over te brengen via de brug van
een oppervlakkig gesprek. Doch velen hebben ook gebeurtenissen beleefd,
waar zij, als het ys gebroken is, enthousiast over kunnen na-kaarten. Daar
is bijvoorbeeld die geschiedenis van de Koreaanse knaap Aimo, een forse
wees, die wist te ontkomen aan een hel van honger, kon en verlatenheid
en onze Salesianenpater Louis Vermeersch vertelde hoe dat gegaan is.
UNO op drift geraakte, vaak in goe
de, vaak in verderfelijke richting.
Missionarissen en zusters uit
Frankrijk en Ierland, uit Beieren,
Zwitserland en Amerika hebben hun
door oorlog en vlucht verwaarloosde
staties in Zuid-Korea opnieuw kunnen
betrekken, nadat enkele tientallen
hunner - voorop drie bisschop-mar
telaren - hun leven hadden moeten
offeren in kerkers en slavenkampen
van Noord-Korea, Mansjurije en Si
berië, waarheen men hen als dubi
euze geallieerde „agenten" had mee
gesleept. Tientallen inheemse pries
ters en zusters zijn vermoord om
wille van hun geloofstrouw, als in
de eerste martelarenverhalen der Ro
meinse christenheid. Men weet in het
Westen nauwelijks welke gruwelijke
tragedies met onze geloofsbroeders
ginds zich hebben afgespeeld, of
thans in het bezette Noorden nog
voortgaan.
De kleine Aimo leefde in een sme
rig hol naast een legerroute, waar
in de barre winter van 1951 stromen
van Amerikaanse trucks en jeeps
passeerden. Het was ijzig koud en
de jongen - die ouders en familie
leden verloren had door vlucht en
moord - bedelde bij de voorbijtrek
kende kolonnes om oud brood en
restanten van blikjes. Een vracht
wagen kreeg pech nabij zijn schuil
plaats en van het oponthoud profi
teerde Aimo, rillend in lompen en
smal van honger, doch vriendelijk
en pront als elke andere knaap, die
bij een defecte truck nieuwsgierig
meehelpt. Hij vroeg om een beetje
eten toen de manschappen hun maal
tijd begonnen en men had zulk een
medelijden met Aimo dat de solda
ten hem als dank voor zijn hulp bij
de reparatie op de vrachtauto lie
ten meerijden. Tegen de kou gaven
ze hem een soldatenjacket en een
muts. Dat was zijn eerste uniform.
In het kamp aangekomen, hielden
ze Aimo bij de hand voor het doen
van kleine karweitjes. Hij was de
koning te rijk: een jas, een bed,
een job en eten zoveel hij kon.
KERSTMIS 1951
„Kerstdag 1951, vertelde hij later
aan de pater, was de grootste en
ongelukkigste dag van mijn leven. De
grootste omdat ik die dag op een
feestdis mocht komen waar we ech
te kalkoen te eten kregen, iets wat
ik slechts uit mijn dromen kende -
en lékker De ergste dag, omdat
die avond bericht kwam, dat „mijn"
compagnie afgelost zou worden en
naar de USA zou terugkeren. Ik zat
in een hoekje te huilen en was on
troostbaar in het besef, dat ik spoe
dig weer als bedelaartje in de kou
zou moeten zitten. Toen namen mijn
geüniformeerde vrienden een echt
Amerikaans besluit: ze trokken mij
een echt uniform aan, verborgen me
tussen kisten en koffers in een car
govliegtuig en loodsten mij zo uit
het oorlogsgebied, helemaal naar Ja
pan. Een van de officieren kende
daar een weeshuis" van Salesianen,
belde op dat hij een klantje bij zich
had en ondanks alle administratieve
onmogelijkheden zat ik een paar da
gen later, als eerste en enige Kore-
aan, in dat huis op school. Ik meen
de aanvankelijk dat de Salesianen
een Amerikaans legeronderdeel wa
ren en verbaasde mij dat er in deze
kazerne zo veel gebeden en zo stipt
geleefd werd... Spoedig bleek, waar
ik terecht was gekomen. De paters
en jongens waren allen even geschikt
en hulpvaardig, ik leerde de taal, een
ambacht en toen het volgende Kerst
feest kwam mocht ik het heilig Doop
sel ontvangen. Toen ik in 1951 voor
het eerst kalkoen at aan de feest
tafel, dacht ik dat het in de hemel
niet mooier kon zijn. Nu weet ik wel
beter..."
GELUKSVOGEL
De Amerikaanse compagnie nam
het peetvaderschap over Aimo aan,
betaalde zijn opleiding ook toen de
soldaten reeds lang terug waren naar
huis en nu staat Aimo als jonge,
stoere, sportieve kerel in een nieuwe
levenstaak, terug in zijn geteisterd
en naar betere wegen zoekend vader
land. Hij is een geluksvogel onder
duizenden. Maar zoals hij, zo zijn
er talloze jongens en meisjes ge
holpen door militaire bureaus, door
missiestaties, door kindertehuizen en
stichtingen van katholieke of protes
tantse genootschappen - ook door
Nederlandse giften, bemiddeling, bij
stand van aalmoezeniers en vrijwil
ligers. Duizenden heeft men kunnen
redden uit de stroom van jong, men
selijk wrakhout dat met de burger
oorlog, de revolutie, de wereldom
spannende interventiehulp van de
COMMUNISTISCH REGIEM
Op de 30 miljoen Koreanen zijn er
20 miljoen (inheems of gevlucht) in
het vrije Zuiden. Van deze zijn er
circa 220.000 katholieken; In het
Noordelijk deel, onder communistisch
regiem, leefden tot 1950 bijna 70000
geloofsgenoten doch men neemt aan
dat er nog 35000 over zijn... niet
gedecimeerd, doch veel meer dan
dat: op elke twee Noord-Koreaanse
katholieken is er één vermoord, ver
dwenen, bezweken in een of ander
kamp, of vermist op de vlucht.
Wie realiseert zich wat dit bete
kent voor het Koreaanse Episcopaat,
dat thans in het Noorden geen enkele
bisschop, géé priester meer heeft
(wellicht zijn er enkele ondergedoken,
doch concrete gegevens ontbreken)
en nu in het Zuiden onder de vluch
telingen tracht te werken, waar, zo
als Mgr. Paul Ro tijdens zijn recent
bezoek aan Nederland verklaarde,
,,de oogst zo groot is als nog nooit,
doch enorm tekort aan priesters, ca
techisten en onderwijzers heerst, zo
danig dat wij van een crisis mogen
spreken".
Hij bedoelde daarmee, dat voor
duizenden ontheemden en daklozen,
die thans in een nieuw milieu komen,
de sympathie voor het katholicisme -
waar zij het effectieve werk in naas
tenliefde, caritas, belangeloze verzor
ging van aan den lijve leerden ken
nen - groeiende is: doch dat deze
mensen niet geholpen kunnen wor
den bij gebrek aan geestelijke lei
ders. Vorming van een inheemse
clerus - er zijn reeds een kleine
duizend Koreaanse priesters en kloos
terzusters van uitstekend gehalte -
is een kwestie van bouw, vergroting,
inrichting van twee seminaries (de
hoofdstad Seoul bezit een centraal
seminarie voor de gehele Koreaanse
geestelijkheid). Vorming van onder
wijzers en catechisten is een kwestie
van de bouw van enkele primitieve
opleidingsscholen. Deze twee facto
ren, aldus Mgr. Ro zijn essentieel
voor het slagen van ons apostolaat:
seminaries en scholen. „Daarom
moeten wij spreken van een critisch
punt in onze kerkgeschiedenis: gehe
le volksgroepen zoeken contact met
het christendom, maar wij hebben
geen priesters en geen jonge intellec
tuelen om hen op te vangen".
Wü in het vrije, en ondanks alle
Vele van onze lezers hebben
vorig jaar in de passie- en paas
tijd meegeholpen aan 't bijeen
brengen veelal in kleine gif
ten van ruim 40.000 gulden,
bestemd voor de katholieke
vluchtelingen in Vietnam, die
naar men weet met honderd
duizenden ontkomen zijn aan
de terreur in de noordelijke
Vietmin-gebieden.
In deze dagen willen wij een
beroep op hen doen, om in ge
bed en gave hulp te brengen
aan de ontelbare ontheemden
en vluchtelingen waarmee de
bisschop van Seoul in Korea,
mgr. Paul Ro, na het einde van
de bloedige oorlog sedert 1953
tracht een nieuwe christen
gemeenschap op te bouwen in
dat geteisterde land. Het Huis-
vestings-Comité in Den Bosch
zal zich wederom belasten met
het overbrengen dezer giften.
Op giro 3 4 3 4 8 ten name
van dit Huisvestings-Comité,
Hekellaan 6 's Hertogenbosch
kan men onaer vermelding van
„Korea" dit paasoffer 195 6'
storten.
zorgen zo welvarende. Westen met
onze hechte organisaties op onder
wijsgebied, met onze talloze scholen
en kloosters en redelijke kansen voor
elk kind dat vooruit wil - wij kunnen
in een klein ogenblik van concentra
tie en sympathie ons een voorstelling
maken van de mogelijkheden én
zwakheden van een gemeenschap als
die van onze katholieke broeders,
ginds. Als wij eens zélf de gelegen
heid gehad hadden om een arm
zwervertje als de wees Aimo voort
te helpen, wat hadden we dan voor
zulk een kind gedaan? Hoeveel spon
tane hulpvaardigheid geïmprovi
seerd
Hoeveel vreugde gehad aan deze
kans op helpen?
Laten we hem in deze dagen van
bezonnen mede-lijden met Christus
gedenken, door voor zijn toekomst,
voor die van duizenden zijner broe
ders en zusters en voor die van van
zjjn dappere bisschop te bidden; en
allen daarginds, die ons eigenlijk
toch zo na zijn, helpen met een blij
de gift - een groet van echte solida
riteit tussen West en Oost.
Te Brussel heeft de heer Antoine
Lawrence, algemeen secretaris van
de Jeugdraad der Franse Unie en
vice-voorzitter van het dagelijks be
stuur van de World Assembly of
Youth", de Wereld-Jeugdorganisatie,
zich in een interview met de Brussel
se correspondent van het K.N.P. uit
gesproken over de schoolstrijd in. Bel
gisch Congo.
„Het is de grootste fout, die men
maken kan, aldus de heer Lawren
ce een schoolstrijd naar een kolo
nie over te brengen. Een tweespalt
scheppen tussen het bijzonder en
staats-onderwijs is crimineel op een
ogenblik, dat het de eerste eis is het
analfabetisme te bestrijden. Een
schoolstrijd in Afrika is iets misda
digs".
Voorts zeide de heer Lawrence
dat de onderwijspolitiek zich in de
Congo anders ontwikkeld heeft dan
in de overige Afrikaanse landen:
„Belgisch Congo heeft nog geen
breed geschoolde elite, al is het
massa-onderwijs veel verder doorge
drongen dan elders". De heer Law
rence doelde hierbij op het rapport,
dat door de heer Coulon, die in op
dracht van de Belgische Minister van
Koloniën Buisseret in Afrika een on
derzoek instelde naar het onderwijs,
is uitgebracht.
In dit rapport stelde de heer Cou
lon het missie-onderwijs verantwoor
delijk voor „de gebrekkige toestand
van het onderwijs in Belgisch Congo'?.
Antoine Lawrence toonde zich ver
heugd over de prestaties van de Coit-
golees, wiens levensniveau naar hij
zeide aanmerkelijk hoger ligt dan dat
van andere Afrikanen.
Voorts spr,ak hij vol lof over het
werk van de lekenmissie-helpsters in
Afrika, in het bijzonder wat de vor
ming van de inlandse vrouwen be
treft. De heer A. Lawrence wees ten
slotte op het grote gevaar van het
anticlericalisme, dat in het algemeen
in Afrika leidt tot het begunstigen
van andere godsdiensten, met name
de Islam. „De Islamieten zijn met
de communisten de grootste vijanden
voor de kolonie", aldus de vice-voor
zitter van het dagelijks bestuur van
de World Assembly of Youth.
Le heer Lawrence is afkomstig uit
Frans Guinea, economisch adviseur
van de Franse regering, welke hij in
talloze internationale organisaties
De commissie Nationale Her
denking heeft de volgende
richtlijnen opgesteld voor de
herdenkingsavond op vrijdag
4 mei:
Van des avonds 13 uur tot zons
ondergang zullen van alle openba
re gebouwen, particuliere woningen
,,Oh, ik ben er helemaal weg van
ik kan 't me nog niet goed voor
stellen!" dat was de reactie van Ri
ta Reys al dik 15 jaar in het vak
en momenteel Nederlands meest be
sproken jazz-zangeres toen wij bij
baar informeerden over de Ameri
kaanse reis, die zij gaat maken.
..we kregen een uitnodiging van
fle International Press Club in New
xt°j i0m daar me* enkele andere
Nederlandse artiesten een Nederland-
sc a.vond te verzorgen."
Wij dat zijn dan Rita zelf en
haar man Wessel Ilcken, die als
drummer en leider van zijn op in
ternationaal peil staande moderne
combo tot ver over de grenzen naam
gemaakt heeft „Op 14 april vertrek
ken Wes en ik per KLM naar de
States vertelt Rita verder nog
steeds een beetje ademloos. We zul
len er minstens vijf dagen blijven
-?S bekijken ~7 yeel naar goede langspeelplaat ,,Jazz behind the di-
nerikaanse jazz luisteren, ook." kes" op zijn draaitafel legde. Rita
"e^evenissen-in-'t-ver- zingt daarop met Wessel's combo „I
ru K--no^ genoeg waren, komt should care en „There'll never be
televisie-uitzending op de another you". Voor George was dit
een nieuw geluid! Toen hij enkele
w,0a'!.Lh°0r-,haar,veJtrek. hoogst- ...cuw sJSL.
nmü .J °Ptreden in de TV— maanden geleden in ons land was
grammas van de Amerikaanse om de Europese jazz te verkennen,
Arthur Godfrey
talentenjagers
Steve Allen,
En
geen wonder dat Rita
en heeft deze fijnproever-van-professie
enkele avonden lang naar Rita zitten
er luisteren in de Amsterdamse gele-
bii rtu 'n va,n ondersteboven is genheid waar zij toen optrad. Later
van Ho a komt nog het verzoek schreef hij haar: „Voor die Ameri-
Gem-.o °n nn^(' Jazz-promotor kaanse plaat moet je een „glamour
de i-f om hler speciaal voor foto" laten maken in je beste avond-
sones o„ aansf markt oen zestal japon. Anders geloven
songs op de plaat vast te J -
leggen, dat je een heuse „dure'
thuis"in"awoZ1JIVr?n ?esP'Ttsï toen hij bent." Waarmee hij blijk
New York de Nederlandse landgenoten te kennen...
ze hier niet,
zangeres
gaf zijn
en vaartuigen de vlaggen halfstok
worden gehangen.
Van kwart voor acht tot 30 sec.
voor acht zullen de klokken van alle
kerken luiden.
Om 8 uur zal twee minuten volko
men stilte in acht worden genomen.
In overeenstemming met de geest,
welke onze gevallen helden, die
naamloos streden, bezielde, zullen
geen toespraken worden gehouden.
De weg naar de plaats der plech
tigheid zal te voet en in volkomen
stilzwijgen zonder vlag of vaandel
worden afgelegd.
Geadviseerd is op de herdenkings
avond van 19.00 tot 21.00 uur de
café's zoveel mogelijk gesloten te
houden. Van 19.00 uur af zal de bui
tenverlichting, zoals neon en licht
bakken gedoofd moeten zijn en wordt
in de inrichting geen andere muziek
ten gehore gebracht dan die van
de officiële Nederlandse radiopro
gramma's.
De Nederlandse Bioscoop-bond
heeft een beroep gedaan op zijn le
den, op de herdenkingsavond hun
theaters van 18.00 uur tot 21.00 uur
te sluiten en gedurende die avond,
zowel tijdens als na genoemd tijd
stip, geen neon of andere lichtrecla
me te bezigen.
Commissie geïnstalleerd
De minister van maatschrppelijk
werk mr. F.J. Th. M. van Thiel, heeft
een commissie ingesteld ter bestude
ring; van vraagstukken in verband
met subsidiering van het maatschap
pelijk werk.
Bij de installatie merkte de be
windsman gistermorgen op. dat het
particulier initiatief bij de beharti
ging van het maatschappelijk werk
altijd 'n uiterst gewichtige taak heeft
te vervullen. Wegens de hoge kosten
aan salarissen en investeringen voor
gebouwen en andere apparatuur is
financiële hulp van de overheid ech
ter noodzakelijk. Daar het maatschap
pelijk werk een steeds duidelijker en
belangrijker taak gaat innemen bij
de bevordering van het welzijn van
de mens, wil de regering gaarne mee
werken aan de bevordering van een
doelmatige vorming van het maat
schappelijk werk.
vertegenwoordigt. Verscheidene ma
len bracht hij een bezoek aan Bel
gië.
Momenteel vertoeft de heer Law
rence te Brussel ter bijwoning van
het congres, dat het dagelijks bestuur
van de Wereld-Jeugdorganisatie al
daar belegt. Dit Congres behandelt
speciaal de problemen, waar de vrou
welijke jeugdbewegingen mee te kam
pen hebben; voorts treft het voorbe
reidingen voor de Raadsvergadering
van de World Assembly of Youth in
augustus te Berlijn.
Ongeveer 35 jaar geleden legde Edward Steichen voorgoed
palet en penseel terzijde om zich uitsluitend aan de fotokunst te
wijden. Jaren lang had hij zich als schilder en fotograaf grote be
kendheid verworven en kort na de Eerste Wereldoorlog kondigde
hij zijn besluit op nogal opzienbarende wijze aan toen hij op zijn
atelier even buiten Parijs een vuurtje stookje van zijn schilderijen
die zijn werk van de laatste 20 jaar vertegenwoordigden.
Daar hjj als schilder reeds werk had geleverd, dat in de musea van Europa
en de Verenigde Staten meer dan gewone aandacht had getrokken, beteken
de de brandstapel van Steichen voor de kunstwereld meer dan een daad om
aandacht te trekken. Hij wenste zich verder geheel aan de fotografie te
wijden, omdat deze hem „een betere afspiegeling" gaf van het leven zoals
hij dat voelde en zag. Mei 1950, een halve eeuw nadat hij zijn loopbaan in de
staat Wisconsin begonnen was, verleende het Amerikaanse Instituut van
Architecten hem de Fine Arts Medal, de hoogste onderscheiding die dat In
stituut kan verlenen op het gebied van de schone kunsten.
Toen het Amerikaanse Instituut
van Architecten in de bijbehorende
oorkonde "welkom heette aan „een
nieuwe vaardigheid in het gebruik
van lens en film" en aan „een
meester in de fotografie" en een
nieuwe kunst begroette „ter opluiste
ring van de menselijke woning" was
deze hulde, hoe indrukwekkend deze
ongetwijfeld ook was, niet zo groot
als die welke Steichen zelf de foto
grafie bewees toen hij de brand stak
in zijn schilderijen en zijn camera
trouw zwoer, die in die tijd in de
kunstwereld als niets meer dan een
levenloos werktuig werd beschouwd.
Voor de eerste wereldoorlog had
zijn belangstelling zich tussen beide
technieken fotografie en schilder
kunst verdeeld en trachtte hij door
middel van elk dezer media in hoofd
zaak dezelfde doeleinden na te stre
ven. De oorlog bracht de ommekeer
en hij beperkte zich nadien uitslui
tend tot papier en lens.
Daarop volgden de vruchtbare ja
ren onder leiding van Alfred Stieg-
litz, de Amerikaanse fotograaf en
kunstverzamelaar, en in al die ja
ren bleef het werk van Steichen ge
heel onder invloed van de 19de eeuw-
se schilderkunst, terwijl hij tegelij
kertijd Stieglitz de helpende hand
bood bij de introductie van de mo
derne kunst in de „291" Gallery in
New York. Zestig van Steichen's fo
to's werden gepubliceerd in „Came
ra Work", een uitgave van Stieglitz,
de belangrijkste publicatie op het ge
bied van de fotografie in die tijd.
Het was een gelukkige en onschuldi
ge tijd, waaraan in 1917 plotseling 'n
eind kwam.
ZUIVER BEELD.
Als chef van de fotografische af
deling van het Amerikaanse luchtwa-
pen in de Eerste Wereldoorlog, ver
richtte Steichen baanbrekend werk op
het gebied van de luchtfotografie voor
de voorbereiding en uitvoering van
militaire operaties. In dat oorlogsjaar
kwam Steichen zo in de ban van de
zuivere fotografie, dat hij er de waar
de van ontdekte, die hij er tot dus
ver niet in gezien had. Steichen on
dervond dat met de camera niet al
leen snel een scherp beeld kon wor
de genomen, maar dat dat zuivere
beeld van de natuur een van de meest
opvaUende deugden was. Hij kwam
geheel en al onder de bekoring van
de wonderbaarlijke precisie van de
camera en hij besefte dat hij het fo
tograferen grondig opnieuw moest
moest gaan leren.
Steichen zag in dat hij vele jaren
voor de oorlog een doodlopend slop
was ingegaan en al tastend een uit
weg trachtte te vinden. Ontevreden
over het werk dat hij tot dusver had
gedaan, begon hij bloemen, insekten
en stillevens te fotograferen. Zijn er
varingen in de oorlog waren echter
van dien aard, dat toen zijn schilde
rijen in rook opgingen, hij tegelijk
met zijn fotografisch verleden brak.
Hij had niet alleen met schilderen
afgedaan maar ook met dat soort
fotowerk dat met zijn diffuse roman
tische ficties de werkelijkheid ver
loochende. Hij verfoeide dé foto,
die het handwerk van de ervaren
schilder verraadt en grondig als hij
in alles is deed hij een jaar lang
niets anders dan een enkele kop en
schotel te fotograferen, waarvan hij
meer dan duizend negatieven ver
kreeg om te zien op welke wijze hij
de meest waarheidsgetrouwe foto van
dit eenvoudige onderwerp kon maken.
FANTASIE.
Naar aanleiding van
de foto-tentoonstelling
„Wij Mensen", die vrij
dag 23 maart in het
Sted. Museum te Am
sterdam werd geopend,
geven wij hieronder
enkele bijzonderheden
over de nestor der Ame
rikaanse fotografen, Ed
ward Steichen, direc
teur van de afdeling
fotografie jan het „Mu
seum of Modern Art" te
New York, die deze ver
zameling van 503 foto's
heeft samengesteld uit
meer dan twee miljoen
foto's afkomstig uit alle
delen van de wereld.
„Zoals ik vroeger geen scherpe fo
to's kon zien", zo zegt hij tn een
van zijn artikelen, „zo was ik nu
volkomen onverdraagzaam ten aan
zien van de zijde-achtige, kunstmati-1 verslag uitbrengt van gevechtshande-
ge „kunstfoto's" die ik bijna 20 jaar nngen kan verbeteren,
lang gemaakt had. I
In 1932 verbond Edward Steichen
zich aan de Conde Nast Publications
en bleef daar tot 1938; in die jaren
bevestigde hij zijn faam als een fo
tograaf, die er niet aan dacht om op
zijn lauweren te gaan rusten. In die
jaren kon men in het tijdschrift Va
nity Fair geregeld foto's van zijn
hand aantreffen, die getuigden van.
zijn fantasie. In die jaren kon nie
mand zich als werkelijk beroemd be
schouwen als hij niet door Steichen
was gefotografeerd.
De Tweede Wereldoorlog zette een
streep door zijn rekening en Stei
chen werd benoemd tot Chef van de
afdeling geveehtsfotografie van de
Marine. In 1942 en 1944 stelde hij in
samenwerking met het Museum of
Modern Art in New York enkele ten
toonstellingen samen. Later had hij
de leiding bij de opname van de
meeste scenes van de kleurenfilm
..The Fighting Lady" de authentie
ke geschiedenis van een Amerikaans
vliegdekschip, die werd samengesteld
uit de opnamen van vier vliegdek
schepen en nog altijd beschouwd wordt
als een van de beste oorlogsfilms.
Nu is hij 76, maar de onvermoei
bare Steichen schijnt er nog niet aan
te denken zich uit het arbeidzame
leven terug te trekken. Hij vas drie
jaar directeur van de afdeling foto
grafie van het Museum of Modern
Art, maar keerde in december 1950
terug in actieve dienst als kapitein
bij de Amerikaanse Marine. Hij maak
te toen in de Stille Oceaan studies
op welke wijze de Marine het best
de fotografie die een gedetailleerd
Stalins verguizing door de momen
tele Sovjetleiders is uiteraard een dank
baar object voor de spotprentteke
naars. Zij hebben met een ware harts
tocht hun tekenstiften over het papier
laten vliegen en zo zijn er tal van
karikaturen ontstaan. Wij hebben er
enige rake uitgezocht. (The Times-Dis-
patch, Richmond USA) liet Kroestsjef
de verfkwast hanteren om Stalin een
paar veelzeggende vegen te geven.
Samson (De Telegraaf) organiseerde
in de hel een ontmoeting tussen Hitier
en Stalin onder het venijnig oog van
Satan.
Het trotse standbeeld van Stalin ligt
er nu in brokken en verguizeld bij. Een
satirische demonstratie van vergane
glorie. (Ray in The Kansas City Star.
USA).
How do you do? vraagt de onthutste Ameri
kaan aan de Middenoostelijke jonkvrouwe. Een
overbodige vraag, want van 't vredesbootje dreigt
in de razende storm der conflicten geen spaan
over te blijven. (The Washington Post, repro
ductie in The New York Times.)
Makarios, de Grieks-kath. aartsbisschop en leider de opstande
lingen op Cyprus, is door het Britse gezag verbannen. Het Turkse
blad Millyet (Istanbul) zag Makarios als een soort vliegende schotel,
in beweging gezet door het been van de Britse Gouverneur Hardin,
(reproductie in The New York Times.)