DE SLAG OM AFRIKA IS BEGONNEN DE DANSTAAL VAN DE BIJEN De geest van ..Harry dwaalde Brits dorp door een Koning der uitbrekers zal dertiende keer slagen de Rusland betrekt zijn stellingen Een dans in het duister Wonderen der natuur pakkend beschreven Fascinerend onderzoek van Duitse professor Werkloze had te veel energie Een dozijn keren mislukte het, doch Pierrot le Foru lapt alle tralies aan ziin laars Levenslang is me te lang Zestigduizend kettinggangers Tactiek geraffineerd aangepast aan de omstandigheden Het westen mag de boot niet missen Vrouwelijke nieuwsgierigheid werd zijn ondergang DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 2 MAART 1956 De Afro-aziatische conferentie, die in het voorjaar van 1955 te Dandoeng werd gehouden, heeft het Kremlin duidelijk ge maakt, dat al de daar vertegenwoordigde volken 1.400.000.000 afrikanen en aziaten vooral door één ding bijeen gehouden worden: het streven naar zelfstandigheid en afkeer tegen al les wat aan het kolonialialisme herinnert. Van de onrust, die daaruit geboren is of zal worden, tracht het communisme zich meester te maken. Het ziet er een bruikbaar middel in om met de steun van de inheemse voormannen zelf het Westen te be strijden en aan Moskou vaste voet in Afrika te verschaffen. Tot dat doel hebben de rode machthebbers bereids een massaal aanvalsplan ontworpen en ten dele reeds ten uitvoer gelegd. In grote lijnen komt het hierop neer; het gehele Afrikaanse contin gent moet langzaam ondermijnd worden en zo in communistische han den gebracht; infiltratie van Afrika, van Tunis tot Kaapstad en van Dakar tot Madagascar; registratie van alle bestaande communistische organisaties achter de nationalistische bewegingen in ieder land en landstreek; en ten slotte volledige steun aan elke vorm van revolutio naire geweldpleging en godsdienstig fanatisme. Aan het hoofd van de organisatie, die dit grootscheepse campagneplan ten uitvoer zal gaan leggen, staat naar men meent te weten de vertrouweling van Kroestjev, Mikhail Soeslow, hoofd van hel Internationale Bureau der Partij en lid van het Partij-presidium. Onder hem werken Dmitri She- pilow, hoofdredacteur van de „Pratvda", kolonel-generaal Iwan Serow, voorzitter van de Staatsveiligheidsdienst en Grigori Rassadin, directeur van het onlangs opgerichte departement voor Afrikaanse zaken in het Sovjet-instituut voor psychologische oorlogsvoering. Soeslow is onmiddellijk begonnen met een reeks speciale activiteiten. Hieronder vallen allereerst de oplei dingsscholen voor Afrikanen waarvan de hoofdzetel gevestigd is in het Stara Beleslav-district bij Praag, met als filiaal Budapest. De leerlingen worden gerecruteerd uit de Britse Goudkust, Nigeria, Togo en Uganda, de Franse Ivoorkust en Dahomey, de Belgische Congo en Portugees Oost- Afrika. Verder voorziet men studie reizen naar Afrika door hoog getrain de propaganda-experts, die onder het mom van wetenschappelijke expedi ties Afrika doorkruisen en overal een netwerk knopen van agenten en cor respondenten. Deze operatie wordt geleid door twee in Moskou geschool de Tsjechen, Pakosta en Holubuva, die hun hoofdkwartier hebben in Praag. Het meest geraffineerde mid del om Afrika in zijn bezi. te krijgen is wel de infiltratie door middel van missies". Na de Russische revolutie zijn veel Wit-Russen in Afrika terecht gekomen en krijgen daar geestelijke verzorging van Russisch-Orthodoxe missionarissen" waarvan er niet weinigen communistische agenten zijn. Ook heeft de Sovjet-Unie sedert enige tijd communistische semina ries". Dat Rusl-nd officieel zijn aan val op Afrika is begonnen blijkt uit een verklaring van het „Instituut voor Oriëntalisme" dat aan de Rus sische Academie voor Wetenschappen verbonden is. Volgens dit instituut zullen de geschiedenis, dc economie en de literatuur van de Algerijnse Tunesische, Marokkaanse en Egypti sche volkeren speciaal in studie wor den genomen. De volkenkundige afde ling dezer zelfde academie heeft zich belast met de studie 'an de volkeren van midden- en zuid-Afrika en met het samensmelten van woordenboeken van de twee algemeen gesproken en begrepen talen het Haussa en Kis- wahili, waarmee een zeer groot deel van west- en centraal-Afrika bereikt kan worden. Volgens de beschikbare gegevens kan men van de campagne het vol gende beeld samenstellen. Wapens Wat Egypte betreft, hier heeft Rus land zijn invloed al laten voelen door Je verkoop en leverantie van wape- 8nrt Y'°' !ot dusver meer dan 200 >iiG-straalj.agers, 150 zware tanks, J onderzeeërs, 500 stukken geschut, wiet onverdacht was het Russische nood om in Egypte een heel nieuw 'b°°rwfknet te bouwen, waardoor nonderden communistische technici f,2-, t? inden binnendringen om -b-gypte een uitvalspoort naar het f werelddeel te maken. Evenmin ac'ht was het aanbod van Mos- A«o„0m de "?achtige Stuwdammen te V2 de Boven-Nijl te bouwen, een aanbod dat overigens geen gevolg El..'ia?r de Amerikanen door hun dn-alsche.„ hulpverlening van hon derden miljoenen dollars de Sovjets r geweest zijn. Verdere leveran ties van kleinere wapens zullen nog verscheept worden van Odessa naar de havens van de Rode Zee of aan de Afrikaanse oostkust om verder het continent in verhandeld te worden Voor de vlotte afwikkeling van deze wapenhandel beschikt men over een netwerk van Armeense en Perzische tussenhandelaren, wier leider in de afgelopen zomer de gast was van de Sovjet-regering. Ook Ethiopië en Lybië genieten grootscheepse aanbiedingen van eco nomische hulp en samenwerking, wel ke casu quo vergezeld zullen gaan van de leverantie van honderden Sov jet-deskundigen. Voor Portugees Angola en Mozam bique zal een speciale afdeling wor den opgericht aan het Bureau voor Afrikaanse Zaken te Budapest met als een der activiteiten aanwakkering van rassen-onenigheden. In Liberia wordt de leiding der rode propaganda om de anti-Ameri kaanse actie aan te wakkeren, aan inheemse agenten toevertrouwd. In middels heeft een speciale Sovjet delegatie de installatie bijgewoond van de president der neger-republiek wat een van de agendapunten uit maakte van de campagne in Liberia. De installatie van president Tub man van Liberia heeft in het westen zelf niet erg veel aandacht genoten, in Rusland des te meer. Naast de delegaties van het Vaticaan, India, Indonesia, Birma, Cambodja, Ceylon, de Philippynen, Japan en de westerse mogendheden, was ook de Russische delegatie aanwezig onder leiding van Volkof, voorzitter van de Volkenraad. Dit was het eerste officiële Russische bezoek aan Afrika ten zuiden van de Sahara. In verband hiermede mogen we herinneren aan het feit, dat in juli van het vorige jaar de hoofd redacteur van de Prawda, Shepilow, in Cairo de bevrijdingsfeesten bij woonde, waarna drie maanden later de bijzonderheden bekend werden over de Tsjechisch-Egyptische In het tijdschrift Afri- Jra" van de Witte Paters j troffen we nevenstaand artikel aan over de Rtis- sische pogingen om liet sivarte werelddeel tot j een bolwerk van het in- ternationale communis- me te maken. Het stuk i geeft een uitvoerige do- j cumentatie van de plan- nen der Sovjets en van hun bedenkelijke activi- j teilen in verschillende J Afrikaanse landen. nistische campagne was, zoals boven gezegd, de infiltratie van het conti nent en de vestiging van steunpunten door oeïnvloeding op het godsdiensti ge vlak. De meest in he. oog sprin gende vorm van propaganda is het bevorderen van de z.g. „.nationale kerken". (Verg. China). Vooral in Centraal-Afrika neemt het aantal pro feten dat de bijbel uitlegt en toepast in nationale zin, toe en worden mas sa's argeloze mensen meegesleept. Hierbij wordt dankbaar gebruik ge maakt van de tovenaars, die hun invloed met lede ogen zien tanen en alles in het werk stellen om het ver loren terrein terug te winnen. Ook van dit troebel water zijn de communisten niet afkerig, al lopen zij het risico dat de rechtzinnigheid der communistische theorieën er voorlopig wel onder zal lijden. Maar om der wille van de smeer likt de kat altijd nog volgaarne de kande- leer. Met andere woorden: de kosten gaan ook bij de communisten voor de baten uit. Eens zal de verwarring net groot genoeg zijn om een goede slag te kunnen slaan. Bij alle ijver be schikken ze over voldoende geduld om de tijd en de omstandigheden hun werk te laten doen. Hoe dan ook, Afrika is het voorwerp van een mach tige communistische veldtocht en dat van de uitslag daarvan zo enorm veel afhangt voor Afrika zelf en het christelijke westen. Het spreekt vanzelf, dat dit alles het katholieke volk van Europa allerminst onverschil lig kan laten. Wil het de dreiging van de rode vloed nog keren, dan zal het zelf tot dc aanval moeten overgaan. Eens temeer blijkt nu, dat „Mis sie" geen vrome bezigheid is van wel menende christenen, die begaan zijn met het geestelijk lot van ,,de zwart jes", maar een stuk wereldgeschiede nis, die door alle volgelingen van Christus gemaakt en geleefd moet worden. Meer dan ooit vraagt Afrika tljians om leiders, die het brengen zullen naar de enige ware vrede en het enig ware geluk. wapenhandel, die In de zomer was Ook de Afrikanen hebben hun beklonken. Leverancier van de wapens was een Tsjechische fabriek met 11.000 arbei ders, die ook werkt voor rood-China. In hoeverre president Tubman op de Russische voorstellen zal ingaan, is nog niet bekend. Zeker is, dat de Sovjet-Unie in Liberia een van de mogelijkheden ziet voor de inrichting van een steunpunt, van waaruit de communistische invloed in Afrika verstevigd kan worden. Onrust In Frans west- en equatoriaal-Afri- ka zal men verscheidene nieuwe se- paratische bewegingen onder inheem se leiding op gang trachten te bren gen evenals in Frans Kameroen. In Belgisch Congo hoopt men de sociale onrust in de industrieën en mijnen op te zwepen. Tovenaars en medicijnmannen, wier invloed onder de verbreiding van het christendom en de westerse beschaving hard ach teruit gaat, krijgen van door de Ko loniale School te Praag gediplomeer de agenten te horen, dat hun oude macht niet zal terugkeren, vooraleer de laatste Belg het land verlaten heeft. Dezelfde tactiek zal men gaan doorvoeren in de Engelse gebieden. YiSSF A°Xer bekend studeren thans 3000 Afrikanen te Praag en Moskou op kosten van de Sovjets, die daar voor studiebeurzen beschikbaar heb ben gesteld. Hun opdracht bestaat o.m in het veroveren van sleutel posities in de nationalistische bewe gingen, die door heel Afrika strijd voeren voor een gelijkberechtigde plaats onder de volkeren. Door de infiltratie van deze linksgeoriënteerde elementen dreigen verschillende van die vrijheidsbewegingen te ontaarden in revolutionaire benden, die met al lerlei intimidatie-middelen de massa van de Afrikanen terroriseren. Daar bij komt nog, dat de geest van kolo nialisme, de mentaliteit van niet wei nige blanken, het hatelijke rassen onderscheid én bepaalde trieste so ciale mistoestanden evenzeer het hun ne bijdragen tot een steeds sterker wordende vijandigheid. E n andere taak van de in Rusland opgeleide agenten is het binnendringen in co- operaties en vakbonden. In zuid-Afrika zal men aan de te genstanders der apartheidspolitiek volle steun verlenen. Het doel is, er dezelfde rebellie veroorzaken, als nu de Franse heerschappij in no d-Afri- ka bedreigt en waar de communisten al evenmin vreemd aan zijn. De magazijnen van Brno nabij Breciav in Tsjechoslowakije zitten reeds volge propt met wapens die voor Afrika bestemd zijn. Punt 3 van de commu- kranten. Een sterk wapen in han den van hen, die de^massa, ten goede of ten slechte, kunnen beïnvloeden. Prof, dr. Karl von Frisch, gewoon hoogleraar voor zoölo gie en directeur van het zoölogisch instituut van de univer siteit van Miinclien staat in de vakwereld algemeen als „bijen-Friseh" bekend. Zijn roem, die over de grenzen van Duitsland heen gaat, heeft de vroeger in Wenen en Graz werkzame geleerde te danken aan zijn onderzoek naar de taal der bijen. Hij heeft ook op ander gebied veeel prestaties op zijn naam staan en is een voortreffelijk academisch leraar alsook schrijver van een modern, op de Duitse scholen in gebruik zijnd, leerboek over biolo gie. Maar het meest hekend werd hij wel door zijn bijen- onderzoek. Hij heeft een alleraardigst hoek over het leven der bijen geschreven, dat in tegenstelling tot de bekende hoeken over hetzelfde thema uit de pen der dichters, strikt wetenschappelijk is, maar de onderhoudende kant van dit onderzoek ook niet verzwijgt. Professor von Frisch bestudeert nu ai bijna dertig jaar het leven der bijen. Hij draagt de leergierige beest jes in een observatie-korf, waarin hij de bijen kan gadeslaan, hetgeen in de gewone korf, die van binnen donker is, niet mogelijk is, naar de meest verschillende plaatsen. Naar hoge bergtoppen en bovenop zendmasten, alles om te zien hoe de bijen zich daar gedragen en zeer in het bijzon der waarnaar zij zich oriënteren en hoe zij elkaar mededelingen doen. Want dat bijen een methode hebben voor het aan elkaar overbrengen van mededelingen, is een feit. Bijen spre ken, schrijven, seinen of telegraferen niet en ook hun lieflijk zoemen is geen taal. Maar bijen dansen en het was professor von Frisch, die dit ont dekte. Bijen doen elkaar mededelingen door middel van een danstaal. Im kers was reeds lang opgevallen, dat de bijen somtijds op de plankjes voor hun korven merkwaardige dansen uit voeren, maar zij hadden hiervoor geen verklaring. Het grootste deel van deze „mededelingen-dansen" vindt overigens binnen in het duister van de korf plaats en onttrekt zich in de regel aan waarneming. Wanneer een bij een „eetplaats" heeft gevonden, bijvoorbeeld een mooi bloemenbed, waar heel wat honing is te peuren, spoedt zij zich naar huis om de andere bijen van haar vondst in kennis te stellen. Soms en dat zijn de zeldzame gevallen begint zij al op het horizontale plankje voor de korf te dansen. Men kan dan de zojuist „gelande" eigenaardige bewe gingen zien uitvoeren, waardoor zij de aandacht van haar vriendinnen trekt. Deze beginnen dan achter haar aan te trippelen, daarbij trachtend met hun voelsprieten met het achter lijf van de dansende bij in contact te blijven. BLOESEMGEUR ALS WEGWIJZER De eenvoudigste vorm van mede deling is de rondedans. De bij be schrijft al trippelend een kleine cir kel, maar vlak vóórdat zij deze cirkel sluit, keert zij om en trippelt een on geveer parallele cirkel in omgekeerde richting. Zulks herhaalt zij vele ma len. In de „bijen-danstaal" betekent dit: „In de buurt van onze korf, in een straal van ongeveer 50 meter, is een voederplaats. Vliegt in het rond, tot jullie hem vindt". De kringdans betekent „rondom", hetgeen een ta melijke prestatie in symboliek voor een bijenbrein mag worden genoemd. Daar een bij snel vliegt, zijn nadere mededelingen over de richting waar zich de voederplaats bevindt, niet no dig: de ronde is snel gemaakt en de bijen zullen de plaats vinden. Over de soort van het „voer" geeft de bloesemgeur uitsluitsel. Deze hangt aan de naar huis gedragen honing; de danseres perst een druppeltje uit haar honingblaasje. Daarmede wil zij zeggen: „zo ruikt de voerplaats". Bo vendien blijft de geur der bloesems, waarheen zij haar bijenzusters wil sturen, meestal aan het bijenlichaam hangen. Vandaar dat de belangstel lende collega's naar het achterlijf van de dansende bij tasten. In de voel sprieten zit namelijk het zeer scherp ontwikkelde reukorgaan van de bijen. Dit voelinghouden met het achterlijf is bovendien, vanwege de duisternis die in de korf heerst, noodzakelijk om de bewegingen van de dansende bij aan te kunnen voelen. Voor reukloze stoffen, zoals suiker water, heeft de bij een eigen reuk orgaan paraat: een kleine klier aan het achterlijf, die zij uitstulpt om het object met haar eigen reukstof te markeren. De geur van byen doet denken aan citroenkruid. Thuis geko men stulpt zij haar reukklicrtje weer uit om te zeggen: „ik heb de plaats gemarkeerd". De dans werkt aanstekelijk. De meetrippelende, de „mededelingen- lezende bijen" beginnen de bewegin gen na te maken, anderen vallen in en weldra danst de gehele bijen zwerm. Dan vliegen zij naar het aan geduide punt en gaan honing verza melen. Is de „voerplaats" rijkelijk, dan worden na terugkeer door een massale dans ook de andere verza- melaarsters opgewekt mee te komen en het verkeer van de korven naar de voerplaats wordt steeds drukker. DE WISKUNDE DER BIJEN Gecompliceerder is de taal van de „staartjesdans", die alleen wordt toe gepast voor punten, die verder dan vijftig meter verwijderd liggen. Hier bij beschrijft de dansende bij vlug een halve cirkel, die zij met een rechte lijn afsluit. Dan beschrijft zij weer een halve cirkel in tegenover gestelde richting, die zij op dezelfde lijn sluit. Deze lijn is dus de doorsnee van de hele cirkel. Op deze lijn, die steeds in dezelfde richting wordt ge danst, voert de dansende bij merk waardige „waggelende" bewegingen uit met haar achterlijf en vouwt daar bij haar vleugeltjes een beetje uit elkaar. De richting van de rechte lijn geeft de richting aan waar de voer plaats zich bevindt. De frequentie, waarmede de bij deze rechte lijn be- trippelt, geeft daarentegen de afstand aan, waarbinnen het voedsel is te vin den. Hierbij maakt hij gebruik van een getallensysteem, dat het omge keerde is van dat der mensen: grote getallen betekenen: kleine afstanden, kleine getlalen daarentegen grote af standen. Wanneer de „woordvoerende" bij tien keer per 15 seconden de rechte lijn aftrippelt, wil dit zeggen: de honing is op een afstand van 100 meter te vinden, 6 keer betekent op een af stand van 500 meter en 1 keer op een rechte lijn getrippeld betekent, de af stand is tien kilometer. Professor von Frisch heeft een grafiek gemaakt van dit cijfersysteem der bijen. Hierop is de frequentie van het waggelen ge noteerd en vergeleken met de afstan den, die genummerde bijen naar be paalde voerplaatsen hebben afgelegd. In de duisternis van de korf danst de bij op de verticale wand van de raat. Zy neemt daarbij de richting van de zwaartekracht, dus de lood rechte, voor de richting van de zonne stralen. De hoek, waarin de gedanste rechte lijn van deze loodrechte lijn afwykt, is de hoek, die dc bijen naar de richting van de zon moeten vlie gen. Wanneer deze hoek naar hoven wyst, wil dit zeggen: „Vliegt de zon tegemoet in de hoek, die ik met ver- tikalen maak". De richting naar be neden betekent: „Hetzelfde, maar wèg van de zon". Dit zyn nogmaals aanzienlijke prestaties in abstract denken, in symboliek en niet tn de laatste plaats in trigonometrie. De mededelingen van de byen zijn uiter mate nauwkeurig. Zij bezitten een zeer scherp gevoel zowel voor zwaar tekracht als voor de graden van een hoek! De Britten houden van griezelen. Ze kunnen er doodgewoon niet buiten, 's Avonds aan het haardvuur, hij voorkeur als de stormwind aan de blinden rukt, worden er vreselijke verhalen opgedist, welke de aanwezigen kippe- vlees doen krijgen en hen heerlijke rillingen over dc ruggegraat doen lopen. Gezellig is dat. Echt huiselijk. Elk plaatsje in Engeland dat zich respecteert heeft dan ook zyn spook. Er zijn genoeg oude kastelen en ruïnes te vinden, waar de spoken zich kunnen schuilhouden als ze niet op tocht zijn om ae inwoners hun portie griezeligheid *e bezorgen. ëerbiedigd door een spook, dat het Britse dorpje Witchurch onveilig maakte. Het was de geest van Har ry die weer was opgedoken en die geen nacht liet voorbijgaan om de brave mensen de duivel aan te doen. Zie, dat was wel wat overdreven... Die Harry was destijds, toen hij nog niet tot de geesten behoorde, een struikrover. Hij was de schrik van de streek en werd dan ook to—i men hem eindelijk te pakken had gekregen, te Witchurch aan een boom opgeknoopt. Het zal wel niemand verwonderen dat Harry daarna kwam spoken. Maar hij deed het volgens de regels van het spel en hij kon dan ook op de achting bogen van de inwoners van Witchurch. Toen hij zijn geestelijke buik van het spoken vol had, verdween hij zonder een spoor na te laten, zoals het een goed spook past. Als buiten de stormwind raasde en aan de blin den rukte, vertelden de Witchurchers van de gangen die Harry's geest ge gaan was en griezelden lekker. De Britten zijn fier op hun spoken. Ze dulden niet dat er aan deze gees ten wordt geraakt en de vreemdeling die het zou wagen ongelovig de schouders op te halen, mag er zeker van zijn dat hij wordt overladen met minachting. Als het daar dan bij blijft, want wie niet in spoken ge loofd wordt beschouwd als laatdun kend en minderwaardig en dient daar naar behandeld. Nu heeft ook de spokerij zijn gren zen. Efl die grenzen werden niet ge- (Van onze Parijse correspondent) Pierre Carrot, alias Pierrot le Fou II, heeft willen aantonen, dat hy zijn titel „koning der uitbrekers" wel verdient. Hij heeft gepoogd om uit de overigens heel gezellige gevangenis van Beaune, het beroemde wijncentrum, uit te breken, waarby twee bewakers bewusteloos werden getimmerd. Dc ijlings gewaarschuwde gendarmerie heeft kunnen voorkomen,, dat alle ge vangenen er onder leiding van Pierrot tussen uit trokken. Na de mislukking zei hy: „Mijn twaalfde poging is mislukt. Maar ik weet dat het getal dertien me geluk brengt. Over een paar weken ben ik er tussen uit al komt er het hele leger aan te pas Pierrot, één der grote gangsterko ningen van Parijs werd in maart 1954 veroordeeld tot levenslang. Hij had een serie inbraken op z'n eeweten plus een kleine honderd hold-ups en er konden hem ook nog wat moor den worden aangeschreven. Toen hij naar de rechter van instructie werd overgebracht zaagde hij de bodem van de auto door en enige maanden genoot hij een onbeperkte vrijheid Met ongekende vindingrijkheid heeft hij vervolgens de ene ontvluchtings poging na do andere ondernomen. Ze mislukten ongeveer voor de helft maar de andere helft gaf hem vol doende vakantie. Ook de gevangenis van Beaune, waar hij met slechts twaalf medegevangenen papieren zakjes zat te plakken werd hem te benauwd. Tegen de dokter had hij gezegd: „Het bevalt me hier wel, maar ik heb weer gebrek aan frisse lucht; ik moet er eens uit..." Twee dagen later zei hij tegen de bibliothecaris: „Geef me „mijn ontsnappingen" van generaal Giraud. Misschien kan ik er nog iets uit leren..." Ze kunnen onder geen voorwaarde zeggen, dat Pierrot zijn pi: nnen heeft geheim gehouden, want nog daags te voren zei hij tegen de chef van de bewakers: „Ik zie de vryheid gloren..." De volgende dag nochtans scheen rustig voorbij te gaan. Het twaalf tal had papieren zakjes geplakt zo als gewoonlijk. Er viel nietr bijzon ders te constateren, zelfs geen indis- ciplinair optreden, dat in het alge meen ontsnappingspogingen of opstan den aankondigt. Maar om 18.30 gaf Pierrot le Fou plotseling het signaal voor de op stand. De gevangenen namen hun avondmaaltijd onder toezicht van 2 bewakers. Toen één der bewakers echter Pierrot wilde passeren vloog de gangster omhoog. Hij trok van onder zijn jas een stevige stok te voorschyn, waarmee hy de eerste be waker een flinke tik gaf. Twee an dere gevangenen sloegen vervolgens de tweede bewaker buiten bewust- zijn, waarna Pierrot en zyn mede boeven zich de tijd gunden een h.i. onbetrouwbare mede-gevangene af te rossen. Deze schreeuwde om hulp, waarna twee andere bewakers kwa men toegehoid. Zij stelden onmiddel lijk de alarmschei in werking, zodat er één minuut later acht gendarmen uit de naast gelegen kazerne aanwe zig waren, die met de stengun in de aanslag de orde weer herstelden. BROODWINNING Enkele ogenblikken later sloot zich de deur van een cel achter Pierrot. De eerste weken heeft men dus niets te duchten. Maar men kan hem maar acht weken geïsoleerd laten. En daar na zal Pierrot le Fou, oftewel le „Roi de l'évasion" opnieuw proberen om er vit te trekken. En die dertiende keer zal het hem wel lukken. Tegen de directeur zei hij: „Ontsnappen is mijn broodwin ning. Mijn maats moeten zó van tijd tot tijd ingepompt krijgen, dat ik er nog ben en iedere minuut voor hun neus ka., staan. Daarom ben ik zo blij, dat er kranten zijn. De publiciteit is nu eenmaal ook voor gangsterkoningen onmisbaar. Stel eens voor, dat ik een paar jaar niets van me liet horen en qr daar na in slaagde uit te bieken? Wel, ik zou dan geen -nkelc medewer ker meer ter beschikking hebben en nu... ja nu staan ze allemaal klaar" ANGST. Maar nu was plots Harry weer op gedoken. Zodra de schemering in viel ging hij als ik mij zo mag uitdrukken op stap en bonkte op de deuren. Men zag door het raam zijn bleek gezicht opduiken, men hoorde hoe hij kiezelsteentjes tegen het vensterglas gooide en men stak het hoofd onder de dekens. Want het was al te bar. Avond aan avond, nacht aan nacht was de geest van Harry present en dit begon op de duur te gelijken op een waarachtige terreur. Vooral de vrouwen beefden. En'ze hadden daar alle reden toe Inderdaad toen Harry destijds nog struikrover was. -ïad hij 't niet enkel voorzien op geldbeurzen, maar ook op vrouwen harten. Wie niets van spoken kent, zal zich d-erin misschien niet ver ontrusten, maar als men weet dat een spook ai de ondeugden behoudt die het als mens bezat, kan de angst van de vrouwen van Witchurch be grijpen. KLOPJACHT. Dc dorpsmensen riepen de hulp van de politie in. De politie nam de zaken ernstig op. Met bloedhonden werd het hele dorp herhaaldelijk afgekamd, maar de klopjachten leverden niet het minste resultaat op. Wat vermag een bloed hond tegenover een bloedloos spook? Als dé politie aan de ene kant van het dorp aan het werk was, opereer de de geest van Harry precies aan de andert- kant. Harry legde een hardnekkigheid aan de dag die de gerechtsdienaars met de handen in het haar deed zitten en de arme be woners var. Wifchu-ch met het hoofd onder de dekens. Harry trommelde met de vuisten tegen de deuren, hij wierp met kie zelsteentjes tegen de vensters, hij stak zijn bleek gelaat voor het raam en hij lachte onheilspellend bij het gegil van de vrouwen. En toch werd Harry ontmaskerd. Dat had hij te danken aan de vrou welijke nieuwsgierigheid. Op een nacht, toen hij een hoeve bezocht, gebeurde het dat de nieuws gierigheid van de boerin het haalde op haar schrik. De vrouw trok de de kens van het hoofd en liep naar het venster waar zy het spook had bezig gehoord. Het spook sloeg o„ de vlucht maar de boerin had genoeg gezien. 's Anderendaags deed zy haar zon dagse kleren aan, ging naar de poli tic en verklaarde met begrypeljjke trots: „Dat spook is niemand anders dan John Trengove. Ik heb hem dui delijk herkend. Ondervraag hem en ge zult dien dat ik gelijk heb. Hjj woont hiei in het dorp en hy" doet de godganse dag niets". Zo kwam John Trengove op het bankje. Hij was een jongeman van 22 jaar en voor de rechter moest hij met hangend hoofd toegeven dat hij het geweest was die gans het dorp op stelten had gezet... ENERGIE.... Met een bang stemmetje, dat niets weg had van de onheilspellende lach die hij zo menigmaal had laten weer klinken, fluisterde hij: „Ge weet toch dat ik werkloos ben, edelachtbare... Waar moest ik dan blijven met al mijn energie...?" De rechter was een wijs man en hij begreep dat. Maar hij legde aan John uit dat sommige energieuitlatin gen niet door de beugel kunnen en drukte hem op het hart het spoken te laten. Anders zou hij achter de tralies vliegen. Daarmee was de zaak opgelost. De inwoners van Witchurch hebben hun rast teruggevonden en ze kunnen nu weer slapen, zonder met het hoofd onder de dekens te moeten kruipen. Maar niemand wil John Trengove nog een goeie dag zeggen. Wat denkt ge wel! Weliswaar heeft ieder mens zyn gebreken, maar u uitgeven voor spook is al te misdadig. Naast de vogels heeft deze strenge winter ook zeer veel leed gebracht aan die tienduizenden trouwe dieren, die veroordeeld zijn tot levenslaftge gevangenisstraf: de kettinghonden. Nu het voorjaar aanbreekt, zullen zij niet meer in sneeuw en ijs be hoeven te lopen of te liggen, zal hun ketting niet meer vastgevroren zijn in de modder rondom hun hok of andere „beschutting". Maar hun el lende blijft.... Zestigduizend „kettinggangers" blij ven dag en nacht gekweld door die folterende ketting, die hun op be weging ingestelde lichaam verzwakt die hun geest sloopt tot de onherroe pelijk optredende krankzinnigheid... Elke dag. dat deze schande voort duurt, is een dag teveei. Daarom heeft de anti-trek- en kettinghonden- bond een groot actieprogram opge steld, waarbij o.m. tienduizenden fol ders aan geselecteerde adressen wor den gezonden. Hoe beter het publiek ingelicht wordt over de nood Van deze dieren, hoe meer ook de overheid be wogen zal worden om aan deze mid deleeuwse toestand een einde te ma ken. Het gironummer van de Bond is no. 130184 te Voorburg.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 9