Hofchauffeur werd cabaretartiest
GOLD
STAR
Dit was de
laatste rit
pagblad pe jitct»
Jij wordt mijn chauffeur,aldus Prins
Bernhard en binnen enkele dagen reed
Bouk Martens op de blauwe jeep
De Benjamin van de wacht,
die Anneville bewaakte
Hfiffe fanaten fr/geeaateni
metafe n/eutve Cb/ga?ef
r:4~
Hl H l
fjgp l|f
Hofauto als bruidswagen
Barkas dreef
64 dagen rond
DERDE BLAD
VRIJDAG 2 MAART 1956
Bouk Martens in zijn
uniform van prinselijk
chauffeur
Dat kan ik wel
.ij
Prinselijk chauffeur
Churchill wilde liften
Nieuwe heerlijke smaak!
Nieuw actief schuim!
Standaard tube
Familietube f l-
Tekening van prinses Beatrix
Het cabaret trok
Bruidsvaart in Hof auto "s
Bemanning uitgeput
(Advertentie)
55
Bouk Martens heeft zijn leven lang aan het toneel gewild. Als kind van drie jaar stond hij al op
de stoof versjes te „declameren" en als jongen van een jaar of acht luisterde hij met ontzag naar
de voordrachten, die zijn oom ten beste gaf. Want die oom was vroeger een bekend komiek, hij
vormde met nóg een Martens het oude Bredanaars welbekende duo van die naam. Geen patro
naat in het Brabantse land van die jaren of zij zijn er geweest, jarenlang kwamen zij op het
klein-seminarie om er hun humor te brengen. Bouk had het talent van zijn oom geërfd, maar
toen hy ouder werd, was de tijd er niet naar om aan toneel te gaan doen. De Duitse bezetting
kneep er de humor wel uit, zelfs bij Bouk. Hij werd een grimmig man, hij verdween in de ille
galiteit. Hij sloot zich aan bij de Groep Mol, die thuis was in de school aan de Nieuwe Huizen.
Bouk werd als illegaal gegrepen, kwam weer los, dook onder bij kapelaan De Wit van de St.
Anna-parochie. Het was een avontuurlijk leven wellicht, maar allesbehalve rustig. Maar Bouk
wist toen nog niet, dat het grote avontuur van zijn leven nog beginnen moest.
Dat grote avontuur begon op een avond, toen bekend werd dat
een extra contingent illegalen werd aangevraagd voor de bewa
king van Anneville, het grote, ouderwetse maar fraaie landhuis
in Nieuw Ginneken, dat gevorderd was door de geallieerde
strijdkrachten. Er werd 24 man van de Bredase illegaliteit ge
vraagd. Zij werden zorgvuldig uitgekozen en getest. Bouk be
hoorde tot de uitverkoren groep, hij was de benjamin. Sergeant
majoor Veldhuis was de commandant en zij werden gekleed door
het le Canadese leger, dat toen in het zuiden van ons land ope
reerde. De opdracht van de 24 illegalen leek eenvoudig genoeg:
wacht houden in en rondom het gebouw. Want over enige dagen
zou Prins Bernhard hier zijn hoofdkwartier opslaan.
Zij betrokken de wacht en Bouk
(toen amper twintig jaar) kreeg met
een het zwaarste corvee op te knap
pen: hij kreeg plantonwacht. Dat wil
de dus zeggen, dat hij aan de hoofd
ingang tot het gebouw kwam te
staan; de in- en uitgaande man moest
controleren op zijn papieren en maat
regelen nemen als er iemand pro
beerde door te komen zonder dat hij
op Annevdle iets te maken had. Bouk
nam het allemaal nogal rustig en ge
moedelijk op, 'n wachtje kloppen leek
hem niet de zwaarste opgave, die het
leven hem te stellen had.
Dat veranderde echter, toen plot
seling op de weg naar Anneville een
lange stoet legerauto's kwam aanrij
den, die stopte voor de ingang van
het landhuis. Bouk kwam letterlijk
in het geweer, maar de schrik sloeg
hem om het hart, toen hij uit die
wagens alsmaar balken en sterren
zag stappen. Zoveel waren het er, dat
het hem voor de ogen begon te schit
teren. „Daar ga je, Bouk," dacht hij,
maar hij bleef als vastgenageld aan
de grond staan, toen hij tussen al die
generaals en kolonels eensklaps de fi
guur herkende van Prins Bern
hard.
Even dreigde de moed hem in de
schoenen te zinken en kreeg hij aan
vechting zijn sten-gun tegen de gTond
te gooien en ertussenuit te knijpen.
Maar hij herstelde zich bijna hetzelf
de ogenblik. Hij meldde zich als plan
tonwacht bij de Prins, hij gaf hem
de consignes door. Hij deed dat alle
maal zo vanzelfsprekend, dat hij er
aohteraf zelf verbaasd over was, zo
gemakkelijk als het hem afging. Mis
schien dat hier zijn aangeboren aan
leg voor toneel een woordje mee
sprak? Bouk weet het niet en maakte
er zich ook geen kopzorgen over. Wèl
Dit was de laatste rit, die Bouk
Martens maakte. Hij reed het
prinselijk paar naar de Dom te
Utrecht, waar het vierde prin
sesje ten doop werd gehouden.
Men ziet Bouk Martens salu
erend achter het portier staan.
Deze foto werd hem door Prins
Bernhard bij zijn afscheid ge
schonken. Zij was voorzien van
een persoonlijk dankwoord van
de prins: „Met mijn hartelijken
dank voor de uitstekende dien
sten bij mijn staf en bij ons
huis, met mijn allerbeste wen
sen voor de toekomst."
weet hij, dat even na de aankomet
van de prins de kapitein van de
wacht werd opgebeld door kapitein
Hoogeboom, die tot de staf van Prins
Bernhard behoorde. In opdracht
van Z. K. H. moet ik U zijn compli
ment maken voor de keurige wijze,
waarop de plantonwacht zijn taak
heeft vervuld," zeidg de stem door
de telefoon. Het compliment werd
Bouk doorgegeven en hij ademde op.
Tenslotte zit je toch wel even in je
piepzak als je de Prins der Neder
landen ontvangen moet.
Heel wat Bredanaars zullen zich
nog weten te herinneren, dat de prins
in die dagen steeds reed in een
blauwe jeep. Op een gegeven dag wa
ren daar stukken aan. De sergeants
van der Wal en Schalkoord, beiden
van het wapen der Koninklijke Ma
rechaussee, zaten daar een beetje
mee in. Want de prins, die laat was
teruggekeerd op Anneville, wenste de.
wagen de volgende morgen voor ze
ven uur weer voor de deur te zien
staan. Ze kwamen eens informeren
bij de wacht: „Weten jullie niemand
in Breda, die dat vannacht nog in
orde kar. maken?" was hun vraag.
Bouk bekeek het mankement eens.
„Dat kan ik wel, gaf hij te kennen.
„Weet je dat zeker?" was de argwa
nende vraag. „Ik ben er natuurlijk de
hele nacht zoet mee, maar 't komt
voor elkaar," zei Bouk.
Hij dook onder de wagen, het
bleek geen kleinigheid. Het
was een hele karwei, maar de
volgende morgen om vóór
zeven uur stond de wagen
zonder één mankementje ge
reed om met de prins af te
rijden. Die stond verbaasd,
dat zijn jeep weer zo piekfijn
in orde was. Sergeant van de
(Advertentie)
Wal moest vertellen, wie dat
gefikst had. Bouk kreeg op
dracht zich bij de prins te
melden. „Mijn compliment",
zei hij, „jij wordt mijn chauf
feur...."
Het was een totaal verbouwereerde
Bouk, dfe even daarna de prins ver
liet, die met zijn jeep weggierde. De
komende dagen leerde sergeant van
de Wal hem omgaan met de blau
we jeep van de prins en enige dagen
daarna werd hij zonder veel omhaal
daar op gezet met de opdracht de
prins naar de Chassee-kazerne te
Breda te rijden, waar het vliegtuig
voor hem gereed stond,
„Die rit vergeet ik niet licht," zegt
Bouk. „De prins zat naast me en ik
had het gevoel of ik mijn rij-examen
AujU" w «L. - 4«|
kt**—w-, w-*-rt d*-
mij
moest afleggen. En het ergste was,
dat ik een bok van jewelste sahoot
onderweg. Ik had namelijk vergeten
de motorkap van de jeep vast te
zetten met de vier handles. Alles ging
goed, totdat in een bocht de beide
zijden van de motorkap omhoog vlo
gen en teger. elkaar klepperden. Het
gaf een geluid, dat horen en zien je
verging. We schrokken beiden, het
euvel was snel verholpen. „Daar ga
je, Bouk," dacht de nieuwbakken mili
taire chauffeur, „dat is je eerste maar
ook je laatste rit geweestPrins
Bernhard kwam op het ongelukje
echter nooit meer terug, Bouk bleef
zitten waar hij zat: achter het stuur
van de blauwe jeep en als zodanig
verhuisde hij later naar Het Loo,
waar hij iin Spelderholt, gem. Beek
bergen werd gedetacheerd. Hier
maakte hij de capitulatie mee. Van
daar ging het naar Soestdijk. Hier
was hij nag enige tijd ingedeeld bij
de staf van de prins als persoonlijk
militair chauffeur. Daarna ging hij
over r.aar de staf van de inspecteur-
generaal van de Koninklijke Land
macht, want tot deze functie werd
Prins Bernhard kort nadien geroepen.
Nadien werd hij particulier chauf
feur, waardoor hij kwam te behoren
tot het personeel van het Huis Oranje
Nassau.
Bouk zat nu aan het prinselijk hof
in Soestdijk. Hij bewoonde met nóg
een collega een kamer in de nabij
heid van de koninklijke stallen, waar
ook de garages te vinden waren. Hij
kreeg een keurig livrei aan met een
ehauffeurspet, waarop het wapen van
prinses Juliana en Prins Bernhard
waren geborduurd. Maar zelfs hier
kroop het bloed, waar het niet gaan
kon, ook in deze omgeving (waar het
vlotter naar toe ging, dan menigeen
zou denken) kwamen zijn toneelta
lenten naar boven. Hij kreeg onver
wacht gelegenheid zijn gaven op dit
gebied te ontplooien. Er was een
feestje aan het hof voor het perso
neel. Bouk zou Bouk niet geweest
zijn, als hij die avor.d niet was op
getreden. Hij bracht de creatie van
mejuffrouw Jansen, zij sloeg dave
rend aan. Het gehele personeel juich
te hem toe. Ook het prinselijk paar
woonde deze avond bij, het beleefde
eveneens veel plezier aan wat Bouk
ten tonele bracht. Zó had dit stukje
toneel ingeslagen, dat Martens later
een keurig ingelijste tekening van
Prins Bernhard kreeg, waarop hij was
uitgebeeld in zijn rol van „mejuf
frouw Jansen".
De volgende morgen kwam prinses
Juliana met de twee oudste kinderen
(die ook door het personeel bij de
voornamen genoemd moesten worden)
naar de garages, waar Bouk druk aan
het werk was. Zou Martens nog eens
zijn toneelstukje willen voordragen
van „juffrouw Jansen," vroeg de prin
ses, want daar hebben we ons gister
avond zo geweldig mee geamuseerd.
Natuurlijk wilde Bouk dat en de vol
gende dag kwam prinses Beatrix naar
Bouk toe om hem vol trots een teke
ning te brengen, die zij zelf gemaakt
had. Dat was om hem te bedanken.
Prinses Beatrix was toen negen jaar
oud.
Die „juffrouw Jansen" had voor
Bouk prettige gevolgen. Er kon nu
geen feestje verzorgd worden of Bouk
was van de partij. Hij organiseerde
tal van cabaret-avonden. Verschillen
de keren is het gebeurd, dat de twee
oudste prinsessen mochten opblijven
tot Bouk zijn nummer gebracht had.
Het is gebeurd, dat Prins Bernhard
op een dergelijke avond door zijn
werk verhinderd, te laat verscheen en
het heel vervelend vond, dat Bouks
nummer al voorbij was. Zelfs toen
Bouk niet meer tot het personeel van
het prinselijk hof behoorde, kreeg hij
nog geregeld invitaties om naar Soest
dijk te komen. Ofschoon dergelijke
avonden dan door een beroepsgezel
schapje verzorgd werden, moest
Bouk dan toch een nummer ten beste
geven op speciaal verlangen van de
Prins.
Uiteindelijk was het organiseren
van cabaretavondjes voor het perso
neel van het hof slechts een bepaalde
vorm van vrijetijdsbesteding. Hoofd
zaak bleef natuurlijk zijn werk als
chauffeur.
„Als de dag van gisteren herinner
ik me nog, hoe ik door een volkomen
onverwacht toeval voor het eerst van
mijn leven de prinses en de prins sa
men gereden heb, aldus Bouk. „Dat
gebeurde in Leiden. Churchill was er
op bezoek, hij werd er aan de univer
siteit tot ere-doctor benoemd. Er was
een misverstand in de organisatie: de
auto's reden door op het moment,
dat Churchill op de trappen ver
scheen van de sociëteit om weer in
zijn wagen te stappen. Daar stond de
grote Engelse staatsman, maar hij
vatte de fout in het protocol op zijn
eigen manier op. Hij ging op de stoep
van het gebouw zitten en stak zijn
hoed op zijn paraplu. Hij stak zijn
duim omhoog en ging dus zitten
liften. Hilariteit onder het publiek
natuurlijk, maar ontzetting onder de
genen, die verantwoordelijk waren
voor de goede gang van zaken. Er
dreigde daar een kleine paniek.
Prins Bernhard greep persoonlijk in.
Een chauffeur kreeg opdracht met
zijn wagen Churchill „een lift te ge
ven" en hem ogenblikkelijk in volle
vaart naar Den Haag te rijden, waar
hij een bezoek zou brengen. Dat ge
beurde en voor de ogen van de ver
bouwereerde Leidse chef de protocol
reed Churchill plotseling weg. De po
litieautoriteiten stonden als versteend.
De wagen met de Engelse premier
was Leiden al ongeveer door, toen
men tot bezinning kwam en de Leidse
motorpolitie opdracht kreeg Churchill
te begeleiden. Het is er niet meer van
gekomen, Churchill was al te ver uit
het zicht. Hij bereikte de Haagse ge
meentegrens zonder motor-escorte en
degene, die daar het meeste plezier
om had, was Churchill zelf.
De verrukkelijke peper-
muntsmaak vinden ook
de kinderen erg lekker.
Het zuivere, werkzame
schuim houdt Uw mond
fris en gezond.
Nieuwe lage prijs!
Na kan iedereen zich Colgate veroorloven.
Colgate - de meest verkochte tandpasta ter wereld
J
■$§8
ggggL
Als negenjarig meisje maakte prin
ses Beatrix deze tekening speciaal
voor Bouk Mariens. Hij kreeg de
tekening als dank voor een humo
ristische schets, die hij in de garage
van Soestdijk, speciaal voor de
twee oudste prinsessen, opvoerde.
Maar ondertussen moesten
ook de prinses en de prins naar
Soestdijk gebracht worden.
Daar kreeg toen Bouk plotse
ling opdracht voor, want zijn
collega, die het prinselijk paar
zou rijden, was met Churchill
(Advertentie)
de wagen zaten twee chauffeurs. Ook
de vier volgwagens waren van het
hof, zij waren eveneens met tweeën
bemand. Bouks moeder werd de dag
voor de bruiloft per hof-auto uit
Breda gehaald. Van de chauffeurs
mocht niemand die avond dienst
doen; zij kregen permissie feest te
vieren in Apeldoorn.
Het huwelijk werd met een kindje
gezegend het stierf kort daarna Bij
de vele troostwoorden, die het echt
paar Martens toen bereikte, zal niets
zo goed hebben gedaan als het eigen
handig geschreven briefje van prinses
Juliana op paars postpapier, dat zij
eenvoudig met haar voornaam onder
tekende. Martens bewaart dit briefje,
als een kostbaar souvenir, dat hij
voor geen geld zou willen afstaan.
Zo zijn er meer van die kostbare
herinneringen. Bij de geboorte van de
tweede kieine stuurde prinses Juliana
een twaalftal luiers, die voorzien wa
ren van 'n oranje prinsessenkroontje
dat op iedere luier was geborduurd.
Het was de trots van mevrouw Mar
tens haar kindje deze luiers zó voor
te doen, dat het kroontje goed zicht
baar was. En zo reed zij haar kleine
in Apeldoorn ror.d.
Bouk heeft tenslotte zijn dienst aan
het hof verlaten. Het werk als vor
stelijk chauffeur mag dan al interes
sant zijn, tenslotte ging zijn hart uit
naar het toneel en daarvoor kreeg hij
op Soestdijk onvoldoende de kans Hij
besprak de zaak met Frin« Bernhard,
die liet hem node gaan. Daarvan
sprak het prachtige getuigschrift, dat
hij van zijn vorstelijke werkgever
meekreeg, boekdelen.
Sindsdien is Bouk de helft van het
bekende duo Martens. Hij werkt bij de
Bescherming Burgerbevolking en be
steedt al zijn vrije tijd aan het schrij
ven van revue's en schetsjes. Hij
oogstte een reeks suksessen op caba-
retgebied, het duo is over geheel Bra
bant bekend. Hij schreef de revues
Komen er wolken, Ze deren ons niet;
Niet treuren, niet zeuren; wij vieren
feest; 't Zit in de lucht. En natuurlijk
is hij bezig met een nieuwe revue in
elkaar te timmeren, Daar zijn we
weer, heet die.
Zijn keuze heeft hij nooit be
treurd. Bouk Martens leeft alleen
I onderweg. Het was het grote
moment in Bouks carrière van Aaitjes? wll/hlfoptre^tZh1" kan
hofchauffeur. Weliswaar ze
nuwachtig, al was dat uiterlijk
misschien niet te merken, reed
hij pijlsnel naar Soestdijk. „Je
hebt perfect gereden, Mar
tens," aldus de prins, toen de
wagen voor de trappen van het
paleis stilhield. Kort daarna
kreeg hij opdracht prinses Ju
liana te rijden bij een bezoek
aan oost-Brabant.
Het was toen, dat plotseling een
kindje ergens op de weg hij het na
deren van de stoet plotseling over
stak. Een van de begeleidende mo
toren kon een aanrijding niet meer
voorkomen: het werd gewond tegen
de grond geworpen. Prinses Juliana
gaf meteen opdracht om te stoppen.
Zij ging naar het kindje toe om het
te helpen, zij gir.g naar de woonwa-
een, waar het kindje thuishoorde,
om alles persoonlijk te regelen. Pas
toen medische hulp aanwezig was,
werd de rit door Oost-Brabant voort
gezet.
Bouk Martens is gehuwd in Apel
doorn, toen hij nog chauffeur was aan
het vorstelijk hof. Hij zal 't zijn kin
deren nog vertellen, dat zijn bruid en
hij toen gereden hebben in de Lin
coln-zephyr van prinses Juliana. Op
zich moeilijker een ander bestaan in
denken. Maar de tijd, op Soestdijk
doorgebracht, zal hij nooit vergeten.
De barkas „Arakarimoa", die met
20 personen aan boord sinds 28 de
cember werd vermist op een tocht
van Tarawa naar Maiana in de Gil-
berteilanden, is weer terecht.
Tot dusverre zijn twaalf opvaren
den op de zuidkust van Guadalcanal
in de Salomonseilanden aan land
gebracht. Met kano's wordt getracht
nog zes opvarenden van het vaartuig
te halen. Het reddingswerk wordt be
moeilijkt door zware zeeën.
De twaalf personen die tot dusverre
in veiligheid zijn gebracht lijden allen
aan ondervoeding. De meesten heb
ben ernstig te lijden gehad van de
felle zon.
De „Arakarimoa" was op 28 decem
ber uit Tarawa vertrokken met een
bemanning van 12 koppen en acht
passagiers en is 64 dagen zoek ge
weest. Het vaartuig heeft al die tijd
rondgedreven in een gebied dat be
rucht staat om zijn gevaarlijke riffen
en zeestromingen.
Bouk Martens bij de wagen, een
Lyncoln Zephyr, waar Prinses Ju
liana indertijd in reed. Op de dag
van zijn huwelijk kwam deze wagen
voorgereden om het bruidspaar
naar kerk en stadhuis te vervoeren.