ONDERZEES VERZET Zeeuws Portret SI Hensen en SïLuzen Pagblaü Pcütcm in het gebied van platen en ban ken, zanden en ruggen, droogten en ondiepten, slikken en schorren MUZIEK- EN TONEELLEVEN IN WEST-VLAANDEREN VROLIJK TONEEL IN ROME Sprekende namen V. MINSTENS 53 IN VIER ZEEARMEN L. Stoorvogel Politieman en mens „Nog wel enige tijd" Jacob Obrecht Meer armslag voor modelbouwers DERDE BLAD ZATERDAG 18 FEBRUARI 1956 Wat in het noorden met het tekenende woord Wadden wordt aangeduid, dat name lijk de onderzeese bodem vaak op een doorwaadbare diepte ligt, dat bestaat in het zuidwesten in dezelfde vorm - daar in de Waddenzee en de vóór de Waddeneilanden liggende ondiepten hier in het bankenge- bied buitengaats en de overvloedige hogere ruggen in de zeearmen. Hft zijn gebieden, doorsneden van diepe en minder diepe geu len, die zich neer vertakken in prielen of Menigeen, die in zijn aardrijkskunde van Nederland behoorlijk thuis is zal het, 'naar banken en vaargeulen gevraagd in de vier grote zee armen van het zuidwesten, niet verder brengen dan Wielingen en Roompot en Neeltje Jans-Roggenplaat. Dit laatste wijst op gebrekkige kennis zelfs bij vele kaartentekenaars: het zijn er n.l. twee, de Neeltje- Jansplaat en de Roggenplaat, dus mens en dier behoorlijk apart. Maar een goede kaart van zuidwest-Nederland leert dat èn de geulen èn de platen zeer talrijk zijn. de haven van Vlissingen, Veere, Zie- rikzee of Bergen op Zoom te berei ken. Die nog steeds voor wie met het vaarwater onbekend is, ontoeganke lijke kust maakte het eens Michiel de Ruyter mogelijk, de kronkelende geu len tussen de banken en gronden vol gend, onder de moeilijkste omstan digheden Vlissingen te bereiken. Nog onder de verse indruk van de Twee daagse zeeslag, die door omstandig heden buiten De Ruyter's machtsbe reik een minder fortuinlijk beloop had dan de enkele weken te voren gele- kreken, die onderling met elkaar in ver binding staan. Het is een gebied, waar het evenwicht zich nog wel eens wat verschuift hier een zandbank, ivaar vroeger een geul, daar een kreek of priel, waar eens een zandbank was. Het is een gebied, dat het best gekenschetst kan worden als een over gangsvorm tussen zee en land, een over gangsvorm, die zich zowel in de kustzee als in de zeearmen voordoet. Zich tot de laatste beperkende, ziet tnen in de beide noordelijke zeearmen reeds sprekende namen als Garnalen- plaat, Ribben, Tonneplaat, Hompel voet, Veermansplaat. De küart geeft er voor beide zeeboezems tezamett een twaalftal, de werkelijkheid gaat misschien nog hoger. Maar Ooster en Wester-Schelde gaan met platen, banken, zanden, ruggen, slikken, schorren, droogten en ondiepten nog heel wat verder. In de Ooster-Schelde zijn er 16 te tellen; de Wester-Schelde voert dat met 25 op tot tezamen 41; er zijn er dus minstens 53 in de vier zeearmen tezamen. Ook de beide Schelde's ko men met eigenaardige namen: Bree- zand, Hompels, Vuilbaard, Hoge Kraaier, Rassen (draaikolken door getijwerking) Walvisstaart, Hoge en Lage Springer, Konijnenschor. Het kustgebied buitengaats, niet van west naar oost, maar van noord naar zuid lopend is de tweelingbroeder.) Hier liggen de Brielse Maasvlakte de Hinder, de Ooster, het Nieuwe Zand, de Banj aard, de Zeehonden plaat, de Schouwenbank, de droogte van Schoonevelt. Er is inderdaad in de werkelijkheid meer dan op de schoolbanken wordt geleerd en dat is voor beide gelukkig. Historische episode In die verscheidene kilometers bre de strook ondiep water, vóór de eilan den gelegen, nodigt de zee grote schepen geenszins uit om zonder loods binnen te komen. Voor de schipper, die in stormgetij zijn schip niet meer in zijn macht had en dus van vuurto ren en strandlichten geen profijt kon trekken, waren er kwade kansen om verde Vierdaagse, schreef de admi raal op 5 augustus 1666: „Ende voorwaer, Hpog Mogende Heeren, het stondt so geschapen, daf ick niet anders voor oogen sagh als een totale ruïne van 's Lands bijhebbende (aanwezige) schepen". De nog steeds wereldberoemde vlootvoogd kon dat voorkomen door partij te trekken van de gesteldheid van het Zeeuwse kustgebied, toneel van De Ruyters' meesterlijke terug tocht. De herhaalde aanvallen van de overmachtige vijand kloekmoedig af slaande, trok hij terug in het Zeeuwse bankengebied. De vijand waagde het niet hem daarbij te volgen: bij het naderen der banken deinsde het ene schip na het andere af. Behouden zeilde De Ruyter de Wester-Schelde binnen en schreef op de rede van Vlissingen nog heet van de naald zijn gedenkwaardige brief aan de Hoog mogende Heren Staten Generaal. De Twee-daagse had het Nederlandse (Advertentie) elfde druk toe kwam. Wellicht kent Gij het boekje. Het is van auto-kenner H. J. Peppink. Met de uitvoe righeid en de zorg van een goed instructeur leidt hij zijn lezers binnen in het aparte wereldje rond het stuur en zo schreef hij inderdaad een boekje ,vol, waarvan men het nodige kan opsteken, al kan men uiteraard de praktijk nog niet missen. Op een verduidelijken- Auto's bouwen volgens het (nog niet verge ten) Volkswagen-principe schijnt nog altijd een ideaal te zijn, dat de fabrieken koesteren. Gij weet, wat de Volkswagen in het begin van zijn historie moest worden: Een auto voor iedereen, ook voor U en mij, die nog op het fietsje rijden. Een goedkope auto dus. Dit streven is er nog steeds. Neem de Zweedse auto-industrie, die momenteel verwoede pogingen in het werk stelt om te komen tot samenwerking met Noorse en Deense ondernemingen. Een soortement Scandina visch auto-pact zou de markt groter maken en de produktiekosten geringer. De Zweden hebben modellen gereed waarmee ze op deze manier voor de dag zouden kunnen komen. Maar de samenwerking is er nog niet en de modellen zijn nog slechts werktekeningen In Japan is dat anders. De Toyota-maatschappij beeft een prototype uitgedacht, dat gemakkelijk kan uit~> groeien tot de„ Volkswagen van Japan". Het wagentje Kost momenteel in Tokio nog ongeveer 4600 gulden, massaproduktie zou de prijs teruglopen tot aiK gulden. a* niet &ek meer voor een volwaar- -Iio„e. iP °°n het nog niet overtuigend is voor ae leus. „En nou rijden we allemaal auto".) NifMiwp sronler de t™ vejf „V00rAe *i« gekomen met el Icooter die uU «JL rif' edt-voertuigje is uitgerust met B2 nl r°,t ceetJe, wordt elektrisch gestart en trekt met pk. naar een maximum-snelheid van 80 km. per uur. De NSU-scooter, gedoopt met het bijnaampje „Pri ma", is overvloe dig geveerd en ziet er fors en kloek genoeg uit om be trouwbaar te zijn. De kleine wielen- maat verklaren de NSU-mannen als volgt: „Het is een tendens om de wielen kleiner te maken, ook al bij de automobiel- bouw (zeker, red.) maar bovendien geeft de maat de garantie voor een grotere wendbaar heid, terwijl het zwaartepunt er veel gunstiger door komt te lig gen." De NSU-prima laat op het plaat je hiernaast zijn neus zien even rm «Pf j "«us zien. Let pn irflfi u erde stuur' waarin men alles aan draden en kabels heeft weten weg te werken. Vragend boekje hpf schijnen zoveel mensen benieuwd te zijn naar WlHo Jdjop"Hoe krljg ik mijn rijbewijs?", dat het _Je met deze vragende titel onlangs reeds aan zijn foto en tekening meer of minder werd niet gekeken, terwijl ook de stijl niet te dor werd. „Hoe krijg ik mijn rijbewijs?" dus ook nog voor Uw ple zier lezen. Uitgave: N V. Uit geversmij. „Kosmos" te Amsterdam. Deurtje open Op een tentoonstel ling in Chicago is een Ford-auto ten toongesteld, waarvan een flink, stuk van het dak naar boven klapt als men een portier van de wa gen opent. De bedoe ling is duidelijk: Men wil voorkomen, dat langere dames en heren hun hoofd sto ten óf de raarste ca priolen moeten ma ken om dc auto uit te komen. Het snjifje trekt nogal belang stelling. Autostrada Ook Nederlandse toe risten zullen er met belangstelling kennis van nemen, dat een aantal afgevaardigden van de Westduitse Bondsdag in het ge weer is gekomen voor de aanleg van een autostrada over de Eifel. Deze strada zou Ko blenz biet Trier moe ten verbinden en ver der aansluiting moe ten geven op de reeds voor de oorlog aange legde strada naar Kai- serlautern. Op het urgentiepro gram voor de aanleg van autostrada's staat de verbinding tussen Montabour en Ko blenz. Men wil deze nu dwars over de Eifel zien doorgel. - ken, zoals het eens in Hitler's plannen heeft Mevrouw parkeert de auto zelf. a fictiiiitJxi neexi gestaan. Hitler is met de aanleg der grote verbinding reeds begonnen, doch hij had daarmee militaire bedoe lingen. Het traject van deze autoweg voerde namelijk rechtstreeks naar het hart van de Siegfriedlijn gemenebest slechts twee schepen ge kost veel zwaarder woog het ver lies van twee kranige gezagvoerders Jan Evertsen en Tjerck Hiddes, die het commando voerden op het Zeeuw se en het Friese smaldeel. Deze kleine episode tekent die on derzeese delta wel zeer levendig. Zo als ze toen was, zo is ze in grote trekken nog steeds. Aanval en verzet Uit volle zee, waar ze zich ongehin derd konden voortplanten en zich vol op ontwikkelen in hoge koppen en in zo diepe dalen, dat ze de schepeling een ogenblik in de luwte brengen, komt het leger der golven opzetten naar onze kust. Uit de onmetelijke ruimte van de Noordzee met een diepte van enkele tientallen meters, waar de golven vrij spel hadden en een hoge zeegang veroorzaakten, gaan ze nu over in een gebied van veel kleiner bestek en waar andere wetten gelden. In tyun vaart gestremd door een steeds hoger rijzende bodem waar de diepte der zee snel mindert tot 12 meter, van 12 naar 6, van 6 naar 3, steeds minder, worden ze op gevangen door een gebied van platen, banken en gronden. De golfslag wordt korter, wild steigeren de golven nog even omhoog, breken op deze natuur lijke golfbrekers. Hier in dit stuk zee, dat on derzees in nauwe verbinding staat met het land, is een gevechtsterrein betreden, waar de voorhoede van de kustver dediging zich schrap zet en veel ontneemt aan de aan- valskracht, die anders kust en oevers zou aantasten. Die banken, platen en gronden zijn in het algemeen vier maal zo breed als de geulen, zodat ze een brede slagorde vormen. Het is een voortdurend terugdrin gen van wat zich wil doorzetten; een aantasten, verzwakken, uitputten van de kracht der golven. Zo wordt in een eerste linie door dat onderzeese voor land onze kust beschermd. Zo is deze gesteldheid van ons kustgebied en van die der zeearmen een ware wel daad als schutse voor land en volk. Zo wordt in deze buitengaats gelegen strook van meer dan tien kilometer, die zich voortzet in de langgerekte zeearmen, voor een aanzienlijk deel getemd, wat ontembaar leek! i Wind en water De verschijnselen zijn hiermede beschreven en lang hebben de men sen van de praktijk er mee volstaan te zeggen, dat de kracht van de stormvloed naar de landzijde wordt afgezogen. Een wat dieper gaande verklaring konden zij niet geven en lange tijd vonden zij weinig geloof of gehoor. Wat is die geheimzinnige kracht, die de hoge stormstuwingen, die zich in volle zee volledig uitle ven, zo grote afbreuk doen? Daar voor moet het verband van wind, wa ter en bodem de mens, die over dit vraagstuk nadenkt en er over tot klaarheid wil komen, helder voor ogen staan. Bij storm beweegt de vederlichte lucht zich met grote snelheid voort. Het zoveel zwaardere water, even eens aan de storm blootgesteld, ont komt er niet aan te delen in de rich ting van deze beweging, maar houdt daarmede geenszins gelijke tred. De storm, in volle zee strijdend over de watervlakte, tracht het water voort te stuwen met een vaart, aan de storm eigen. Het natte element ver zet zich daartegen met de tegenstre vende kracht der inertie, die wil vol harden in de rust of de beweging, zo als deze is. Die kracht is zo sterk dat de storm slechts een klein deel van zijn vaart aan het water kan meedelen. Slechts met een veel klei ner maatstaf gemeten, kan de storm vloed de storm volgen. De driftstroom van het water de naam wijst er op, dat deze toch nog aanzienlijk is beperkt zich tot drie percent van die van de lucht. Verborgen natuurwet Zoals het water zijn weerstand toonde ten opzichte van de wind, zo ondervindt het water de weerstand van de bodem, gericht tegen elke op stuiving, die voor de bodem bereik baar is. Zolang de snelheid van de wind nog gering is en de waterspie gel nog vrij vlak, is de wrijving tos sen water en bodem nog zeer gering. Maar zo blijft het niet. Gaandeweg vormen zich grotere golven, de stroomsnelheid van het water neemt toe, ook de wrijving groeit aan, ze groeien gelijk op, tegen elkaar in. Zoals ook een fietser meer kracht zal inzetten, wanneer de tegenwind aanwakkert en hij daarmede gelijke tred houdt en nog vee.l meer kracht inzet, wanneer hij bovendien zijn gang wil versnellen om vóór de los brekende bui binnen te zijn. Voor de wrijving tussen de bodem en het er overheen stromende water geldt iets zeer belangwekkends. Bij aanmerkelijke groter snelheid van het water groeit de weerstand in vlugger tempo dan de stroomsnelheid. Het eigenaardige is, dat terwijl de stroomkracht van het water aangroeit als een zich regelmatig voortzettende optelling, de wrijvingsweerstand zich %E= Neen, een geboren Z. Vlaming is majoor L. Stoor vogel van de Rijkspolitie niet; hij is ook geen Zeeuw. Maar het verging hem zo als velen die als „vreem deling" het Zeeuwsch- Vlaamse land kwamen be wonen en die van zichzelf voldoende spontaneïteit en gemoedelijkheid bezitten om zich in de sfeer van dit land thuis te voelen. Majoor Stoorvogel is een Zuld- hollander van geboorte, maar hij is een gewaardeerde figuur ge worden in het Zeeuwsch-Vlaamse land, bovenal omdat hij getoond heeft een karakter te bezitten dat hem in moeilijke tijden onmid dellijk gereed deed staan om an deren te helpen, ook als daarbij gevaar voor eigen leven was. Zijn werk in de verzetsbewe ging heeft hem getypeerd als de man die een zo klinkende politie- carrière kon maken. Aan het ein de van de eerste wereldoorlog ging hij van de grenadiers over naar de politietroepen, waar hij diende in de rang van sergeant- majoor. Bij zijn overgang naar de Koninklijke Marechaussee in 1940 deed hij dienst als opper wachtmeester en na zijn bevrij ding uit de gevangenis in Duits land in 1945 kwam hij terug naar Hulst, en werd hij hoofd van de politieke recherche in Zeeuwsch- Vlaanderen, in welke functie 1 de leiding had ov°r twee kampen politieke delinquenten. Ook in deze uiterst moeilijke taak heeft hij door zijn optreden opnieuw veel waardering verworven. Op 30 april 1947 werd hij be vorderd tot kapitein der Rijkspo litie en sedert 1 jan. 1956 draagt hij de onderscheidingstekenen van de rang van majoor, een bevordering welke de kroon is op een politiecarrière die over enige tijd, op 1 april a.s., afloopt. Dan gaat de heer Stoorvogel met pensioen. In 1943 werd de heer Stoor vogel voor de tweede maal ge arresteerd door de bezetter. Hij werd ervan verdacht valse grens- papieren te hebben afgegeven, onderduikers over de grens te hebben gebracht en geallieerde vliegers in huis te hebben verbor gen... en niemand beter dan hij zelf wist hoe juist die beschuldi gingen waren! Hij werd ter dood veroordeeld en zijn naam stond zelfs in de officiële bekendmaking van executies in de kranten. Maar als door een wonder is hij aan de kogel ontsnapt. De erkenning van alles wat hij deed vindt men terug in een groot aantal decoraties. De be langrijkste onderscheiding welke hem ten deel viel is het ridder kruis in de Orde van Oranje Nas sau en in verband met zijn ver zetswerk ontving hij ook twee Belgische decoraties. vergroot als een veel sterker werken de vermenigvuldiging. Weldra blijft de toeneming van de wrijving en daarmede de afremming lang niet meer evenredig met de toeneming der stroomsnelheid. Wordt deze 1.4 maal zo groot, dan wordt de wrij vingsweerstand 1.4 maal 1.4 of twee maal zoveel als wat zij was; groeit de snelheid aan. tot 1.7 maal zoveel, dan de weerstand 1.7 maal 1.7 of drie maal zo groot geworden; een snelheid van tweemaal zo groot geeft een weerstand van viermaal zoveel. De snelheid groeit aan als een lijn. line air de weerstand groeit aan in het vierkant van die lijn: kwadratisch. Het eenvoudigfe type van een eerste machtsweerstand, x of x 1 maal zo groot, gaat bij het overschrijden van wat dan de kritieke snelheid heet, weldTa over in een tweedemachts- weerstand. x maal x of x 2 maal zo groot. Deze weerstandswet met die merk waardige inslag van kwadratuur is van het grootste belang., de tegen werkende wrijvingsweerstand krijgt een belangrijke voorsprong op de voortstuwende kracht van het water. Ze is een der wezenlijke grondslagen voor de bescherming van het land en daarmede ook van de mene en zijn arbeid. De weerstand, voortspruitend uit de bijzondere gesteldheid van de bodem en toegespitst door de kwa dratische weerstandswet. werkt sterk verlagend op die hoogte van de storm vloed. Te meer is die afwijking van belang, daar ze reeds verscheidene kilometers buiten de zeegaten begint. Machtige hulp voor de mens Lorentz achtte deze onderzeese ver zetsbeweging van zeer grote waarde. Vooral komt dit tot uiting, wanneer een meer of minder hoge springvloed en een grote stormstuwing gaan sa menspannen om het water zo hoog mogelijk op te stuwen. Ze stuiten daarbij op het steeds krachtiger ver zet van de 'eigenaardige gesteldheid van onze met vele banken en platen gP-„oendp kust. Voor Harlingen toonde Lorentz aan, dat in het tijdperk iSOü1925 een waterstand, die men alleen rekening hondend met de factoren, die het wa ter opzetten daar vijfmaal had kun nen verwachten, slechts tweemaal was voorgekomen, dank zij de gun stige werking van de kwadratische weerstandswet. Luctor. Advertentie) De nationalistisch-Chinese premier heeft vrijdag in de Formosaanse hoofdstad Taipeh verklaard, dat het voornaamste doel van nationalistisch China blijft: herovering, door mili taire strijdkrachten, van het Chinese vasteland. Hij voegde hier achter in een „boodschap voor het land" aan toe dat de „bevrijdingsoorlog" nog wel enige tijd zou kunnen uitblijven en dat de mogelijkheid bestond, dat de koude oorlog voorlopig nog zou voort duren. een Het tweemaandelijks tijdschrift „West-Vlaanderen", uitgave van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsver bond (Po lenplein 5, Roeselare), heeft zijn vijfde jaargang ingezet met een januari-februari-aflevering, waarin enkele aspecten van het muziek- en toneelleven worden behandeld. Annie Helewaut opent het nummer met een bijdrage over het koorwe zen in West-Vlaanderen tot de zes tiende eeuw. Uit haar interessant ar tikel vernemen we, dat aan Jacob 'Obrecht een ereplaats toekomt onder alle gewezen phonasci (d.w.z. leiders van de koorgezangen) van de Kapit telschool van Sint Donaas te Brugge. Deze musicus was eerst werkzaam te Bergen op Zoom, waar hij rond 1455 geboren is. Rond de jaren 1470 zou hij aan de Leuvense universiteit gestudeerd hebben en volgens geloof waardige bronnen werd Erasmus door hem in de mtóiek ingewijd. Vóór zijn aanstelling als phonascus te B'-ugge in 1485, werkte hij in Ka- merijk. In 1499 wordt „Magister Ja cobus Obrecht" proost van ae Sint Pieterscollegiale te Torhout. Ver scheidene documenten vermelden hem rond dezelfde jaren als zangmeester van de kathedraal te Antwerpen. On der zijn leiding zou het kerkkoor al daar niet minder dan zeventig kin derzangers geteld hebben. Obrechts vele afwezigheden schijnen samen te vallen met bezoeken die hij bracht aan het hof van Hercules I, Hertog van Ferrara, die zijn werk enkende en ten zeerste waardeerde. In 1505 kreeg hij aldaar de pest en bezweek er aan. NAAR AARDENBURG Op het Ceciliafeest, vertelt de schrijfster, kregen de ghesellen van der musyeke in de verschillende ker ken een extra vergoeding om naar Aardenburg te reizen waar onder 't impuls van Jan van Hulst, een onzer meest beroemde Rederijkers, zeer vermaarde dramatische en muzika le tournooien plaats grepen. Over lekenmuziek deelt Ignace de Sutter belangwekkende bijzonderhe den mee. De nieuwe inhoud van het begrip „Lekenmuziek", zegt hij, is de laatste jaren in Vlaanderen tot een duidelijke en frisse werkelijkheid uit gegroeid. Centra van uitstraling voor deze nieuwe muziekbeleving zijn de cursussen voor muziekpedagogie van professor M. Andries te Mechelen en te Antwerpen en vooral de veroveren de en bloeiende werking van de Ant werpse Halewijn-Stichting, die nu reeds vier jaren onder de leiding van Hans Dirken in talloze weekends en studiedagen de nieuwe principes en praktijk propageert, hoofdzakelijk in school- en jeugdbew-gingsmiddens. COMPONISTEN. Ten slotte belicht Hector Deylgat de theorieën van de auteur en regis seur Berthold Brecht en diens inter pretatietechniek. EEN DEBAT. Bijzonder leerzaam is het verslag van een debat, dat na de opvoering van „De geschiedenis van een kas sier" werd gehouden en waaraan ook de schrijver, Andries Poppe. deelnam. Een geslaagd experiment, dat men in Nederland al langer kende. Fernand Etienne uit veel waardering voor „Het Schouwtoneel", dat hier en daar al mooie suksessen behaalde. De redactie-secretaris Fernand Bon neure stelt de vijf geprimeerden uit de provinciale toneelprijskamp 1955 aan de lezer voor. Het zijn André Demedts, Jos de Seyn, Jozef Deroo- se. Jozef Vandaele en Marcel Verleye (Broeder Ephrem). Noemen we nog enige losse beschou wingen over regionalisme van dr. Al- bert Smeets en de gebruikelijke ru brieken, dan zal het duidelijk zijn dat deze inzet van de lustrum-jaar gang niets dan lof verdient. De ver schillende bijdragen zijn als steeds zeer rijk geïllustreerd. Het omslag is opgesierd met een opname uit „De knecht van twee meesters" van Gol- doni. Het volgend nummer dat in maart zal verschijnen, wordt gewijd aan Omer Karei de Laey en de Heimat- letterkunde. W. VAN DER VELDEN. De schrijver van het boek „Leven de Componisten uit Vlaanderen", drs. Karei de Schrijver, belicht hier apart de huidige generatie van West- Vlaamse componisten. Zo passeren Maurits Deroo. Julien Rotsaert (Broe der Ildefons), prosper van Eechaute, Louis de Meester, Michiel Decroos, Lucien van Branteghem, Jos Hanni- ken, Willy Ostijn. Jean Louël, Jules Bouquet, Jean Decadt en Victor Leg- leij de revue. Al deze musici worden in het kort gekarakteriseerd. Van elk hunner is tevens een fraaie foto op genomen. ANTIGONE Het werd een, ondanks de koude, vrolijk tafereel in zwart en wit toen enige jonge priesters in de buurt van het „Forum Romanum" in Ro me even tijd namen voor een stevig sneeuwballengevecht. Hoewel ook Rome door de strenge winter is getroffen, heeft het er veel minder van te lijden, dan vele andere ste den en dorpen in Italië. In verband met de grootse opvoe ringen van Sofokles' Antigone in het Klein Seminarie te Roeselare onder regie van Antoon Vander Plaetse geeft kanunnik dr. Robert Stock een diepgaande analyse van dit drama. Indien Sofokles in de Antigone een probleem bewust stelt en dat is volgens dr. Stock een gegronde hy pothese is het dit van de staat wiens macht wellicht geen grenzen tou kennen, indien hij ook geen ver antwoording verschuldigd was aan de goden. Wie God miskent, dit ziet Sofokles duidelijk in, vervangt hem noodzake lijk door de tot godheid gepromoveer de en individuen-verpletterende staat. Dr. Roger Fieuw beziet in een uit voerig essay enkele aspecten van de hedendaagse toneelliteratuur in het buitenland. Via Checkov, Shaw en Pi randello komt hij tot de huidige to neelletterkunde met nam het ex istentialisme (Sartre, Camus) en de christelijken (Marcel, Mauriac, Ber- nanos). Met grote waardering worden ook iiguren als Claudel en de Mon- therlant behandeld. Ook het Fr rise Duitse en Amerikaanse toneel worden beknopt onder het oog gezien. In eigen vereniging Een grote groep modelbouwers heeft besloten tot de oprichting van een Vereniging van Radio-Besturing, welke zich ten doel stelt de beoefe ning van draadloze besturing te be vorderen door daarin leiding te geven, deze vorm van vrijetijdsbesteding te propageren en maatregelen te beplei ten, die de moeilijkheden, die rijzen bij het gebruik van zendapparatuur opheffen of tot een minimum beper ken. Eén van de voornaamste moeilijk heden was de eis, die de P.T.T. stelde ten aanzien van het gebruik van de bij draadloze radiobesturing vereiste zendapparatuur. Gezien na melijk de hinder, die de luchtvaart mobilofoons, Scheveningen Radio en amateurzenders van het ondeskundig opereren op dezelfde meterband on dervonden. achtte zij het noodzake lijk, dat iedere actieve modelbouwer in het bezit was van een zendver gunning en het daarvoor vereiste moeilijke examen aflegde. Daar dit examen voor de model bouwers, die op zendgebied meestal weinig routine bezitten, een vaak on mogelijke en dure opgave vormde, ging de Koninklijke Nederlandse Ver eniging voor Luchtvaart met de P.T.T. rond de tafel zitten en be werkstelligde, dat zij de bevoegdheid verwierf aan haar leden-bouwers zend vergunningen zonder meer uit te rei ken. Omdat echter velen trein-, boot- en andersoortige modellen bouwen, die weinig gemeen hebben met de lucht vaart en zij dus niet bij die Vereni ging zijniaangesloten, heeft een grote groep van hen de handen ineenge slagen, besloten tot de oprichting van een eigen vereniging i van de P.T.T. dezelfde faciliteiten verworven. Dit initiatief heeft overal in den lande, maar vooral in Zeeland, waar de modelbouw een populaire vorm van vrijetijdsbesteding is grote weer klank ondervinden. Advertentie!

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 5