ONDERZEES VERZET
Zeeuws Portret
SI
Hensen en SïLuzen
Pagblaü Pcütcm
in het gebied van platen en ban
ken, zanden en ruggen, droogten
en ondiepten, slikken en schorren
MUZIEK- EN TONEELLEVEN
IN WEST-VLAANDEREN
VROLIJK TONEEL IN ROME
Sprekende
namen
V.
MINSTENS 53 IN VIER ZEEARMEN
L. Stoorvogel
Politieman en mens
„Nog wel enige tijd"
Jacob Obrecht
Meer armslag voor
modelbouwers
DERDE BLAD
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1956
Wat in het noorden met het tekenende
woord Wadden wordt aangeduid, dat name
lijk de onderzeese bodem vaak op een
doorwaadbare diepte ligt, dat bestaat in
het zuidwesten in dezelfde vorm - daar in de
Waddenzee en de vóór de Waddeneilanden
liggende ondiepten hier in het bankenge-
bied buitengaats en de overvloedige hogere
ruggen in de zeearmen. Hft zijn gebieden,
doorsneden van diepe en minder diepe geu
len, die zich neer vertakken in prielen of
Menigeen, die in zijn aardrijkskunde van Nederland behoorlijk thuis
is zal het, 'naar banken en vaargeulen gevraagd in de vier grote zee
armen van het zuidwesten, niet verder brengen dan Wielingen en
Roompot en Neeltje Jans-Roggenplaat. Dit laatste wijst op gebrekkige
kennis zelfs bij vele kaartentekenaars: het zijn er n.l. twee, de Neeltje-
Jansplaat en de Roggenplaat, dus mens en dier behoorlijk apart. Maar
een goede kaart van zuidwest-Nederland leert dat èn de geulen èn de
platen zeer talrijk zijn.
de haven van Vlissingen, Veere, Zie-
rikzee of Bergen op Zoom te berei
ken. Die nog steeds voor wie met het
vaarwater onbekend is, ontoeganke
lijke kust maakte het eens Michiel de
Ruyter mogelijk, de kronkelende geu
len tussen de banken en gronden vol
gend, onder de moeilijkste omstan
digheden Vlissingen te bereiken. Nog
onder de verse indruk van de Twee
daagse zeeslag, die door omstandig
heden buiten De Ruyter's machtsbe
reik een minder fortuinlijk beloop had
dan de enkele weken te voren gele-
kreken, die onderling met elkaar in ver
binding staan. Het is een gebied, waar het
evenwicht zich nog wel eens wat verschuift
hier een zandbank, ivaar vroeger een geul,
daar een kreek of priel, waar eens een
zandbank was. Het is een gebied, dat het
best gekenschetst kan worden als een over
gangsvorm tussen zee en land, een over
gangsvorm, die zich zowel in de kustzee als
in de zeearmen voordoet.
Zich tot de laatste beperkende, ziet
tnen in de beide noordelijke zeearmen
reeds sprekende namen als Garnalen-
plaat, Ribben, Tonneplaat, Hompel
voet, Veermansplaat. De küart geeft
er voor beide zeeboezems tezamett
een twaalftal, de werkelijkheid gaat
misschien nog hoger. Maar Ooster
en Wester-Schelde gaan met platen,
banken, zanden, ruggen, slikken,
schorren, droogten en ondiepten nog
heel wat verder.
In de Ooster-Schelde zijn er 16 te
tellen; de Wester-Schelde voert dat
met 25 op tot tezamen 41; er zijn er
dus minstens 53 in de vier zeearmen
tezamen. Ook de beide Schelde's ko
men met eigenaardige namen: Bree-
zand, Hompels, Vuilbaard, Hoge
Kraaier, Rassen (draaikolken door
getijwerking) Walvisstaart, Hoge en
Lage Springer, Konijnenschor. Het
kustgebied buitengaats, niet van west
naar oost, maar van noord naar zuid
lopend is de tweelingbroeder.)
Hier liggen de Brielse Maasvlakte
de Hinder, de Ooster, het Nieuwe
Zand, de Banj aard, de Zeehonden
plaat, de Schouwenbank, de droogte
van Schoonevelt. Er is inderdaad in
de werkelijkheid meer dan op de
schoolbanken wordt geleerd en dat is
voor beide gelukkig.
Historische episode
In die verscheidene kilometers bre
de strook ondiep water, vóór de eilan
den gelegen, nodigt de zee grote
schepen geenszins uit om zonder loods
binnen te komen. Voor de schipper,
die in stormgetij zijn schip niet meer
in zijn macht had en dus van vuurto
ren en strandlichten geen profijt kon
trekken, waren er kwade kansen om
verde Vierdaagse, schreef de admi
raal op 5 augustus 1666:
„Ende voorwaer, Hpog Mogende
Heeren, het stondt so geschapen,
daf ick niet anders voor oogen sagh
als een totale ruïne van 's Lands
bijhebbende (aanwezige) schepen".
De nog steeds wereldberoemde
vlootvoogd kon dat voorkomen door
partij te trekken van de gesteldheid
van het Zeeuwse kustgebied, toneel
van De Ruyters' meesterlijke terug
tocht. De herhaalde aanvallen van de
overmachtige vijand kloekmoedig af
slaande, trok hij terug in het Zeeuwse
bankengebied. De vijand waagde het
niet hem daarbij te volgen: bij het
naderen der banken deinsde het ene
schip na het andere af. Behouden
zeilde De Ruyter de Wester-Schelde
binnen en schreef op de rede van
Vlissingen nog heet van de naald zijn
gedenkwaardige brief aan de Hoog
mogende Heren Staten Generaal. De
Twee-daagse had het Nederlandse
(Advertentie)
elfde druk toe kwam. Wellicht kent Gij het boekje.
Het is van auto-kenner H. J. Peppink. Met de uitvoe
righeid en de zorg van een goed instructeur leidt hij
zijn lezers binnen in het aparte wereldje rond het stuur
en zo schreef hij inderdaad een boekje ,vol, waarvan
men het nodige kan opsteken, al kan men uiteraard de
praktijk nog niet missen.
Op een verduidelijken-
Auto's bouwen volgens het (nog niet verge
ten) Volkswagen-principe schijnt nog altijd
een ideaal te zijn, dat de fabrieken koesteren.
Gij weet, wat de Volkswagen in het begin van
zijn historie moest worden: Een auto voor
iedereen, ook voor U en mij, die nog op het
fietsje rijden. Een goedkope auto dus.
Dit streven is er nog steeds. Neem de Zweedse
auto-industrie, die momenteel verwoede pogingen in het
werk stelt om te komen tot samenwerking met Noorse
en Deense ondernemingen. Een soortement Scandina
visch auto-pact zou de markt groter maken en de
produktiekosten geringer. De Zweden hebben modellen
gereed waarmee ze op deze manier voor de dag zouden
kunnen komen. Maar de samenwerking is er nog niet en
de modellen zijn nog slechts werktekeningen
In Japan is dat anders. De Toyota-maatschappij
beeft een prototype uitgedacht, dat gemakkelijk kan uit~>
groeien tot de„ Volkswagen van Japan". Het wagentje
Kost momenteel in Tokio nog ongeveer 4600 gulden,
massaproduktie zou de prijs teruglopen tot
aiK gulden.
a* niet &ek meer voor een volwaar-
-Iio„e. iP °°n het nog niet overtuigend is voor
ae leus. „En nou rijden we allemaal auto".)
NifMiwp sronler
de t™ vejf „V00rAe *i« gekomen met el Icooter die
uU «JL rif' edt-voertuigje is uitgerust met
B2 nl r°,t ceetJe, wordt elektrisch gestart en trekt met
pk. naar een maximum-snelheid van 80 km. per uur.
De NSU-scooter,
gedoopt met het
bijnaampje „Pri
ma", is overvloe
dig geveerd en ziet
er fors en kloek
genoeg uit om be
trouwbaar te zijn.
De kleine wielen-
maat verklaren de
NSU-mannen als
volgt: „Het is een
tendens om de
wielen kleiner te
maken, ook al bij
de automobiel-
bouw (zeker, red.)
maar bovendien
geeft de maat de
garantie voor een
grotere wendbaar
heid, terwijl het
zwaartepunt er
veel gunstiger
door komt te lig
gen."
De NSU-prima
laat op het plaat
je hiernaast
zijn neus zien
even
rm «Pf j "«us zien. Let
pn irflfi u erde stuur' waarin men alles aan draden
en kabels heeft weten weg te werken.
Vragend boekje
hpf schijnen zoveel mensen benieuwd te zijn naar
WlHo Jdjop"Hoe krljg ik mijn rijbewijs?", dat het
_Je met deze vragende titel onlangs reeds aan zijn
foto en tekening meer
of minder werd niet
gekeken, terwijl ook
de stijl niet te dor
werd. „Hoe krijg ik
mijn rijbewijs?" dus
ook nog voor Uw ple
zier lezen.
Uitgave: N V. Uit
geversmij. „Kosmos"
te Amsterdam.
Deurtje open
Op een tentoonstel
ling in Chicago is
een Ford-auto ten
toongesteld, waarvan
een flink, stuk van
het dak naar boven
klapt als men een
portier van de wa
gen opent. De bedoe
ling is duidelijk: Men
wil voorkomen, dat
langere dames en
heren hun hoofd sto
ten óf de raarste ca
priolen moeten ma
ken om dc auto uit
te komen. Het snjifje
trekt nogal belang
stelling.
Autostrada
Ook Nederlandse toe
risten zullen er met
belangstelling kennis
van nemen, dat een
aantal afgevaardigden
van de Westduitse
Bondsdag in het ge
weer is gekomen voor
de aanleg van een
autostrada over de
Eifel.
Deze strada zou Ko
blenz biet Trier moe
ten verbinden en ver
der aansluiting moe
ten geven op de reeds
voor de oorlog aange
legde strada naar Kai-
serlautern.
Op het urgentiepro
gram voor de aanleg
van autostrada's staat
de verbinding tussen
Montabour en Ko
blenz. Men wil deze
nu dwars over de
Eifel zien doorgel. -
ken, zoals het eens in
Hitler's plannen heeft
Mevrouw parkeert
de auto zelf.
a fictiiiitJxi neexi
gestaan. Hitler is met de aanleg der grote verbinding
reeds begonnen, doch hij had daarmee militaire bedoe
lingen. Het traject van deze autoweg voerde namelijk
rechtstreeks naar het hart van de Siegfriedlijn
gemenebest slechts twee schepen ge
kost veel zwaarder woog het ver
lies van twee kranige gezagvoerders
Jan Evertsen en Tjerck Hiddes, die
het commando voerden op het Zeeuw
se en het Friese smaldeel.
Deze kleine episode tekent die on
derzeese delta wel zeer levendig. Zo
als ze toen was, zo is ze in grote
trekken nog steeds.
Aanval en verzet
Uit volle zee, waar ze zich ongehin
derd konden voortplanten en zich vol
op ontwikkelen in hoge koppen en in
zo diepe dalen, dat ze de schepeling
een ogenblik in de luwte brengen,
komt het leger der golven opzetten
naar onze kust. Uit de onmetelijke
ruimte van de Noordzee met een
diepte van enkele tientallen meters,
waar de golven vrij spel hadden en
een hoge zeegang veroorzaakten,
gaan ze nu over in een gebied van
veel kleiner bestek en waar andere
wetten gelden. In tyun vaart gestremd
door een steeds hoger rijzende bodem
waar de diepte der zee snel mindert
tot 12 meter, van 12 naar 6, van 6
naar 3, steeds minder, worden ze op
gevangen door een gebied van platen,
banken en gronden. De golfslag wordt
korter, wild steigeren de golven nog
even omhoog, breken op deze natuur
lijke golfbrekers.
Hier in dit stuk zee, dat on
derzees in nauwe verbinding
staat met het land, is een
gevechtsterrein betreden, waar
de voorhoede van de kustver
dediging zich schrap zet en
veel ontneemt aan de aan-
valskracht, die anders kust
en oevers zou aantasten. Die
banken, platen en gronden
zijn in het algemeen vier
maal zo breed als de geulen,
zodat ze een brede slagorde
vormen.
Het is een voortdurend terugdrin
gen van wat zich wil doorzetten; een
aantasten, verzwakken, uitputten van
de kracht der golven. Zo wordt in een
eerste linie door dat onderzeese voor
land onze kust beschermd. Zo is deze
gesteldheid van ons kustgebied en
van die der zeearmen een ware wel
daad als schutse voor land en volk.
Zo wordt in deze buitengaats gelegen
strook van meer dan tien kilometer,
die zich voortzet in de langgerekte
zeearmen, voor een aanzienlijk deel
getemd, wat ontembaar leek!
i
Wind en water
De verschijnselen zijn hiermede
beschreven en lang hebben de men
sen van de praktijk er mee volstaan
te zeggen, dat de kracht van de
stormvloed naar de landzijde wordt
afgezogen. Een wat dieper gaande
verklaring konden zij niet geven en
lange tijd vonden zij weinig geloof of
gehoor. Wat is die geheimzinnige
kracht, die de hoge stormstuwingen,
die zich in volle zee volledig uitle
ven, zo grote afbreuk doen? Daar
voor moet het verband van wind, wa
ter en bodem de mens, die over dit
vraagstuk nadenkt en er over tot
klaarheid wil komen, helder voor
ogen staan.
Bij storm beweegt de vederlichte
lucht zich met grote snelheid voort.
Het zoveel zwaardere water, even
eens aan de storm blootgesteld, ont
komt er niet aan te delen in de rich
ting van deze beweging, maar houdt
daarmede geenszins gelijke tred. De
storm, in volle zee strijdend over de
watervlakte, tracht het water voort
te stuwen met een vaart, aan de
storm eigen. Het natte element ver
zet zich daartegen met de tegenstre
vende kracht der inertie, die wil vol
harden in de rust of de beweging, zo
als deze is. Die kracht is zo sterk
dat de storm slechts een klein deel
van zijn vaart aan het water kan
meedelen. Slechts met een veel klei
ner maatstaf gemeten, kan de storm
vloed de storm volgen. De driftstroom
van het water de naam wijst er
op, dat deze toch nog aanzienlijk is
beperkt zich tot drie percent van
die van de lucht.
Verborgen natuurwet
Zoals het water zijn weerstand
toonde ten opzichte van de wind, zo
ondervindt het water de weerstand
van de bodem, gericht tegen elke op
stuiving, die voor de bodem bereik
baar is. Zolang de snelheid van de
wind nog gering is en de waterspie
gel nog vrij vlak, is de wrijving tos
sen water en bodem nog zeer gering.
Maar zo blijft het niet. Gaandeweg
vormen zich grotere golven, de
stroomsnelheid van het water neemt
toe, ook de wrijving groeit aan, ze
groeien gelijk op, tegen elkaar in.
Zoals ook een fietser meer kracht
zal inzetten, wanneer de tegenwind
aanwakkert en hij daarmede gelijke
tred houdt en nog vee.l meer kracht
inzet, wanneer hij bovendien zijn
gang wil versnellen om vóór de los
brekende bui binnen te zijn.
Voor de wrijving tussen de bodem
en het er overheen stromende water
geldt iets zeer belangwekkends. Bij
aanmerkelijke groter snelheid van het
water groeit de weerstand in vlugger
tempo dan de stroomsnelheid. Het
eigenaardige is, dat terwijl de
stroomkracht van het water aangroeit
als een zich regelmatig voortzettende
optelling, de wrijvingsweerstand zich
%E=
Neen, een geboren Z.
Vlaming is majoor L. Stoor
vogel van de Rijkspolitie
niet; hij is ook geen Zeeuw.
Maar het verging hem zo
als velen die als „vreem
deling" het Zeeuwsch-
Vlaamse land kwamen be
wonen en die van zichzelf
voldoende spontaneïteit en
gemoedelijkheid bezitten
om zich in de sfeer van dit
land thuis te voelen.
Majoor Stoorvogel is een Zuld-
hollander van geboorte, maar hij
is een gewaardeerde figuur ge
worden in het Zeeuwsch-Vlaamse
land, bovenal omdat hij getoond
heeft een karakter te bezitten dat
hem in moeilijke tijden onmid
dellijk gereed deed staan om an
deren te helpen, ook als daarbij
gevaar voor eigen leven was.
Zijn werk in de verzetsbewe
ging heeft hem getypeerd als de
man die een zo klinkende politie-
carrière kon maken. Aan het ein
de van de eerste wereldoorlog
ging hij van de grenadiers over
naar de politietroepen, waar hij
diende in de rang van sergeant-
majoor. Bij zijn overgang naar
de Koninklijke Marechaussee in
1940 deed hij dienst als opper
wachtmeester en na zijn bevrij
ding uit de gevangenis in Duits
land in 1945 kwam hij terug naar
Hulst, en werd hij hoofd van de
politieke recherche in Zeeuwsch-
Vlaanderen, in welke functie 1
de leiding had ov°r twee kampen
politieke delinquenten. Ook in deze
uiterst moeilijke taak heeft hij
door zijn optreden opnieuw veel
waardering verworven.
Op 30 april 1947 werd hij be
vorderd tot kapitein der Rijkspo
litie en sedert 1 jan. 1956 draagt
hij de onderscheidingstekenen
van de rang van majoor, een
bevordering welke de kroon is
op een politiecarrière die over
enige tijd, op 1 april a.s., afloopt.
Dan gaat de heer Stoorvogel met
pensioen.
In 1943 werd de heer Stoor
vogel voor de tweede maal ge
arresteerd door de bezetter. Hij
werd ervan verdacht valse grens-
papieren te hebben afgegeven,
onderduikers over de grens te
hebben gebracht en geallieerde
vliegers in huis te hebben verbor
gen... en niemand beter dan hij
zelf wist hoe juist die beschuldi
gingen waren! Hij werd ter dood
veroordeeld en zijn naam stond
zelfs in de officiële bekendmaking
van executies in de kranten. Maar
als door een wonder is hij aan
de kogel ontsnapt.
De erkenning van alles wat
hij deed vindt men terug in een
groot aantal decoraties. De be
langrijkste onderscheiding welke
hem ten deel viel is het ridder
kruis in de Orde van Oranje Nas
sau en in verband met zijn ver
zetswerk ontving hij ook twee
Belgische decoraties.
vergroot als een veel sterker werken
de vermenigvuldiging. Weldra blijft
de toeneming van de wrijving en
daarmede de afremming lang niet
meer evenredig met de toeneming
der stroomsnelheid. Wordt deze 1.4
maal zo groot, dan wordt de wrij
vingsweerstand 1.4 maal 1.4 of twee
maal zoveel als wat zij was; groeit
de snelheid aan. tot 1.7 maal zoveel,
dan de weerstand 1.7 maal 1.7 of drie
maal zo groot geworden; een snelheid
van tweemaal zo groot geeft een
weerstand van viermaal zoveel. De
snelheid groeit aan als een lijn. line
air de weerstand groeit aan in het
vierkant van die lijn: kwadratisch.
Het eenvoudigfe type van een eerste
machtsweerstand, x of x 1 maal zo
groot, gaat bij het overschrijden van
wat dan de kritieke snelheid heet,
weldTa over in een tweedemachts-
weerstand. x maal x of x 2 maal zo
groot.
Deze weerstandswet met die merk
waardige inslag van kwadratuur is
van het grootste belang., de tegen
werkende wrijvingsweerstand krijgt
een belangrijke voorsprong op de
voortstuwende kracht van het water.
Ze is een der wezenlijke grondslagen
voor de bescherming van het land en
daarmede ook van de mene en zijn
arbeid. De weerstand, voortspruitend
uit de bijzondere gesteldheid van de
bodem en toegespitst door de kwa
dratische weerstandswet. werkt sterk
verlagend op die hoogte van de storm
vloed. Te meer is die afwijking van
belang, daar ze reeds verscheidene
kilometers buiten de zeegaten begint.
Machtige hulp
voor de mens
Lorentz achtte deze onderzeese ver
zetsbeweging van zeer grote waarde.
Vooral komt dit tot uiting, wanneer
een meer of minder hoge springvloed
en een grote stormstuwing gaan sa
menspannen om het water zo hoog
mogelijk op te stuwen. Ze stuiten
daarbij op het steeds krachtiger ver
zet van de 'eigenaardige gesteldheid
van onze met vele banken en platen
gP-„oendp kust.
Voor Harlingen toonde Lorentz
aan, dat in het tijdperk iSOü1925 een
waterstand, die men alleen rekening
hondend met de factoren, die het wa
ter opzetten daar vijfmaal had kun
nen verwachten, slechts tweemaal
was voorgekomen, dank zij de gun
stige werking van de kwadratische
weerstandswet.
Luctor.
Advertentie)
De nationalistisch-Chinese premier
heeft vrijdag in de Formosaanse
hoofdstad Taipeh verklaard, dat het
voornaamste doel van nationalistisch
China blijft: herovering, door mili
taire strijdkrachten, van het Chinese
vasteland.
Hij voegde hier achter in een
„boodschap voor het land" aan toe
dat de „bevrijdingsoorlog" nog wel
enige tijd zou kunnen uitblijven en
dat de mogelijkheid bestond, dat de
koude oorlog voorlopig nog zou voort
duren.
een
Het tweemaandelijks tijdschrift „West-Vlaanderen",
uitgave van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsver bond (Po
lenplein 5, Roeselare), heeft zijn vijfde jaargang ingezet met
een januari-februari-aflevering, waarin enkele aspecten van
het muziek- en toneelleven worden behandeld.
Annie Helewaut opent het nummer
met een bijdrage over het koorwe
zen in West-Vlaanderen tot de zes
tiende eeuw. Uit haar interessant ar
tikel vernemen we, dat aan Jacob
'Obrecht een ereplaats toekomt onder
alle gewezen phonasci (d.w.z. leiders
van de koorgezangen) van de Kapit
telschool van Sint Donaas te Brugge.
Deze musicus was eerst werkzaam
te Bergen op Zoom, waar hij rond
1455 geboren is. Rond de jaren 1470
zou hij aan de Leuvense universiteit
gestudeerd hebben en volgens geloof
waardige bronnen werd Erasmus
door hem in de mtóiek ingewijd.
Vóór zijn aanstelling als phonascus
te B'-ugge in 1485, werkte hij in Ka-
merijk. In 1499 wordt „Magister Ja
cobus Obrecht" proost van ae Sint
Pieterscollegiale te Torhout. Ver
scheidene documenten vermelden hem
rond dezelfde jaren als zangmeester
van de kathedraal te Antwerpen. On
der zijn leiding zou het kerkkoor al
daar niet minder dan zeventig kin
derzangers geteld hebben. Obrechts
vele afwezigheden schijnen samen te
vallen met bezoeken die hij bracht
aan het hof van Hercules I, Hertog
van Ferrara, die zijn werk enkende
en ten zeerste waardeerde. In 1505
kreeg hij aldaar de pest en bezweek
er aan.
NAAR AARDENBURG
Op het Ceciliafeest, vertelt de
schrijfster, kregen de ghesellen van
der musyeke in de verschillende ker
ken een extra vergoeding om naar
Aardenburg te reizen waar onder 't
impuls van Jan van Hulst, een onzer
meest beroemde Rederijkers, zeer
vermaarde dramatische en muzika
le tournooien plaats grepen.
Over lekenmuziek deelt Ignace de
Sutter belangwekkende bijzonderhe
den mee. De nieuwe inhoud van het
begrip „Lekenmuziek", zegt hij, is
de laatste jaren in Vlaanderen tot een
duidelijke en frisse werkelijkheid uit
gegroeid. Centra van uitstraling voor
deze nieuwe muziekbeleving zijn de
cursussen voor muziekpedagogie van
professor M. Andries te Mechelen en
te Antwerpen en vooral de veroveren
de en bloeiende werking van de Ant
werpse Halewijn-Stichting, die nu
reeds vier jaren onder de leiding van
Hans Dirken in talloze weekends en
studiedagen de nieuwe principes en
praktijk propageert, hoofdzakelijk in
school- en jeugdbew-gingsmiddens.
COMPONISTEN.
Ten slotte belicht Hector Deylgat
de theorieën van de auteur en regis
seur Berthold Brecht en diens inter
pretatietechniek.
EEN DEBAT.
Bijzonder leerzaam is het verslag
van een debat, dat na de opvoering
van „De geschiedenis van een kas
sier" werd gehouden en waaraan ook
de schrijver, Andries Poppe. deelnam.
Een geslaagd experiment, dat men in
Nederland al langer kende. Fernand
Etienne uit veel waardering voor „Het
Schouwtoneel", dat hier en daar al
mooie suksessen behaalde.
De redactie-secretaris Fernand Bon
neure stelt de vijf geprimeerden uit
de provinciale toneelprijskamp 1955
aan de lezer voor. Het zijn André
Demedts, Jos de Seyn, Jozef Deroo-
se. Jozef Vandaele en Marcel Verleye
(Broeder Ephrem).
Noemen we nog enige losse beschou
wingen over regionalisme van dr. Al-
bert Smeets en de gebruikelijke ru
brieken, dan zal het duidelijk zijn
dat deze inzet van de lustrum-jaar
gang niets dan lof verdient. De ver
schillende bijdragen zijn als steeds
zeer rijk geïllustreerd. Het omslag
is opgesierd met een opname uit „De
knecht van twee meesters" van Gol-
doni.
Het volgend nummer dat in maart
zal verschijnen, wordt gewijd aan
Omer Karei de Laey en de Heimat-
letterkunde.
W. VAN DER VELDEN.
De schrijver van het boek „Leven
de Componisten uit Vlaanderen", drs.
Karei de Schrijver, belicht hier apart
de huidige generatie van West-
Vlaamse componisten. Zo passeren
Maurits Deroo. Julien Rotsaert (Broe
der Ildefons), prosper van Eechaute,
Louis de Meester, Michiel Decroos,
Lucien van Branteghem, Jos Hanni-
ken, Willy Ostijn. Jean Louël, Jules
Bouquet, Jean Decadt en Victor Leg-
leij de revue. Al deze musici worden
in het kort gekarakteriseerd. Van elk
hunner is tevens een fraaie foto op
genomen.
ANTIGONE
Het werd een, ondanks de koude,
vrolijk tafereel in zwart en wit toen
enige jonge priesters in de buurt
van het „Forum Romanum" in Ro
me even tijd namen voor een stevig
sneeuwballengevecht. Hoewel ook
Rome door de strenge winter is
getroffen, heeft het er veel minder
van te lijden, dan vele andere ste
den en dorpen in Italië.
In verband met de grootse opvoe
ringen van Sofokles' Antigone in het
Klein Seminarie te Roeselare onder
regie van Antoon Vander Plaetse
geeft kanunnik dr. Robert Stock een
diepgaande analyse van dit drama.
Indien Sofokles in de Antigone een
probleem bewust stelt en dat is
volgens dr. Stock een gegronde hy
pothese is het dit van de staat
wiens macht wellicht geen grenzen
tou kennen, indien hij ook geen ver
antwoording verschuldigd was aan de
goden.
Wie God miskent, dit ziet Sofokles
duidelijk in, vervangt hem noodzake
lijk door de tot godheid gepromoveer
de en individuen-verpletterende staat.
Dr. Roger Fieuw beziet in een uit
voerig essay enkele aspecten van de
hedendaagse toneelliteratuur in het
buitenland. Via Checkov, Shaw en Pi
randello komt hij tot de huidige to
neelletterkunde met nam het ex
istentialisme (Sartre, Camus) en de
christelijken (Marcel, Mauriac, Ber-
nanos). Met grote waardering worden
ook iiguren als Claudel en de Mon-
therlant behandeld. Ook het Fr rise
Duitse en Amerikaanse toneel worden
beknopt onder het oog gezien.
In eigen vereniging
Een grote groep modelbouwers
heeft besloten tot de oprichting van
een Vereniging van Radio-Besturing,
welke zich ten doel stelt de beoefe
ning van draadloze besturing te be
vorderen door daarin leiding te geven,
deze vorm van vrijetijdsbesteding te
propageren en maatregelen te beplei
ten, die de moeilijkheden, die rijzen
bij het gebruik van zendapparatuur
opheffen of tot een minimum beper
ken.
Eén van de voornaamste moeilijk
heden was de eis, die de P.T.T.
stelde ten aanzien van het gebruik
van de bij draadloze radiobesturing
vereiste zendapparatuur. Gezien na
melijk de hinder, die de luchtvaart
mobilofoons, Scheveningen Radio en
amateurzenders van het ondeskundig
opereren op dezelfde meterband on
dervonden. achtte zij het noodzake
lijk, dat iedere actieve modelbouwer
in het bezit was van een zendver
gunning en het daarvoor vereiste
moeilijke examen aflegde.
Daar dit examen voor de model
bouwers, die op zendgebied meestal
weinig routine bezitten, een vaak on
mogelijke en dure opgave vormde,
ging de Koninklijke Nederlandse Ver
eniging voor Luchtvaart met de
P.T.T. rond de tafel zitten en be
werkstelligde, dat zij de bevoegdheid
verwierf aan haar leden-bouwers zend
vergunningen zonder meer uit te rei
ken.
Omdat echter velen trein-, boot- en
andersoortige modellen bouwen, die
weinig gemeen hebben met de lucht
vaart en zij dus niet bij die Vereni
ging zijniaangesloten, heeft een grote
groep van hen de handen ineenge
slagen, besloten tot de oprichting van
een eigen vereniging i van de P.T.T.
dezelfde faciliteiten verworven.
Dit initiatief heeft overal in den
lande, maar vooral in Zeeland, waar
de modelbouw een populaire vorm
van vrijetijdsbesteding is grote weer
klank ondervinden.
Advertentie!