Orthodoxe communisten leiden de oost-Du itsland herbewapening in ludocil POLITIEKE BRIEVEN Trekpaardhengsten voor vaste commissie Minister Cals komt met kweekscholenplan Geen leger maar veel kleine legértjés Minister van verdediging 55 Stoph, wed steeds op het goede paard De koers is weer hard Hongerige wolven zoeken voedsel in het westen Strijdgroepen in bedrijven N°g vier goedkeuringen uit de bus Dc grijze rovers trekken weer Jachtcommando's gaan op pad NA EEN GEDEGEN STUDIE: Aantal scholen is voldoende Beste Eduard, Gebrek aan offerbereidheid. - „Vuil werk" - Schriele beloningen Picter Amice Pie ter, WINTERhanden en-voeten Kloosterbalsem HasaEEZZEI RUSSEN VERDER DAN DE V.S.? BOEKENPLANK Parijs Eduard. Officiële publicatie DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 7 FEBRUARI 1956 ?5 Wie is Willi Stophde man, die zojuist tot „minister van verdediging van de Soiv jet zone van Duitsland werd benoemd en als zodanig leider is van het Oost-Duitse volks legerBegin januari verscheen Stoph, die voordien nooit een uniform had gedragen plotseling in de parade-uniform van een „dr iesterren" generaal van de „Gekazerneerde Volkspolitie"Op 31 mei 1955 legde Stoph, die behalve één van de tien plaatsvervan gende voorzitters van de ministerraad van de Sowjet-zone, ook lid is van het uit negen personen bestaande politieke bureau van de S.E.D., zijn functie als minister van binnen landse zaken neer. Was hij gedegradeerd of bereidde hij zich voor op een hogere po sitie? In november 1955 werd bekendgemaakt, dat alle vraagstukken „betreffende toepassing van atoom-energie in de Sowjet-zone voortaan onder Stoph zouden ressor teren. Willy Stoph heeft ook voor communistische begrippen een uitermate snelle carrière gemaakt. Als jong metselaar in het Roergebied trad hij toe tot de communis tische partij. In 1931/32 werd hij door de partijleiding naar de Sow jet-Unie gezonden om aan de vermaarde Lenin-schooltot burger-oorlog-specialist te worden opgeleid. Toen de nationaal-socialisten aan de macht kwamen, emigreerde Stoph niet. Hij ging weer in de bouw werken, maar kwam in 1 943 in een concentratiekamp terecht, waar hij tot 1945 verbleef. In 1946 werd hij benoemd tot secretaris van de afdeling eco nomische zaken van het centrale comité van de S.E.D., een be langrijke functie, omdat deze afdeling het recht heeft alle plan- nenbureaus opdrachten te geven en alle sectoren van het econo mische leven te controleren. In 1951 werd hij leider van het iet wat mysterieuze bureau voor economische vraagstukken, dat op dat tijdstip al begon de industrie van de Sowjet-zone voor te be reiden op herbewapening en militaire productie. Stoph is een goed .partij-arbeider", een goed organisator, die de kunst verstaat zonder aanzien des persoons zijn opdrachten te doen uitvoeren. Bovendien kan hij de meest verschil lende werkzaamheden coördineren. Uitnemende kwaliteiten voor een mi nister van binnenlandse zaken, waar toe hij dan ook in mei 1952 werd benoemd. Onder leiding van Stoph is dit mi nisterie van een klassiek administra tief lichaam, tot de eigenlijke cen trale van de communistische staats macht in de Sovjet-zone uitgegroeid. Terwijl de ..volkspolitie" al onder dit ministerie ressorteerde, werd hieraan ook de „gekazerneerde volkspolitie" toegevoegd en in juli 1953 de staats veiligheidsdienst, nadat Wilhelm Zais- ser, de eigenzinnige en zelfzuchtige leider hiervan was afgezet. Stoph heeft er voor gezorgd, dat de voor opbouw en uitbreiding verantwoorde lijke generaals van de gekazerneerde volkspolitie, Hofmann (oppercom mando leger), Kesseler (luchtmacht), Verner (marine) en Müller (chef staf) slechts een zeer beperkt politiek prestige wisten te verwerven. Hij verhinderde, dat in het militaire ap paraat en ook niet in de staatsbureau cratie „ideologische en organisatori sche platforms" konden ontstaan. Een gevaar, dat ook in totalitaire staten niet denkbeeldig is, zoals Zais- ser had bewezen. Stoph werd ook plaatsvervanger van Ulbricht, dus tweede man in de staat. Willi Stoph, die „groot" werd in het stalinistische tijdperk, heeft tot dusver blijk gegeven de typisch sta linistische bekwaamheid te bezitten in de onafgebroken strijd tussen personen en groepen steeds op het goede paard te wedden. Hij is een blinde aanhanger van Ulbricht en diens politiek een agressieve politiek jegens het binnenland (de Sovjet-zone) alsook tegen het bui tenland (de bondsrepubliek). Toen hij in mei 1955 zijn functie als minister van binnenlandse zaken neerlegde, waren velen bereid hierin een aanwijzing te zien, dat het tijd perk van de brutale politiek, dus ook van de aanhangers hiervan, in de Sovjet-zone ten einde was. Ten be wijze werd aangevoerd, dat kort voordien ook een andere paladijn van Ulbricht, de leider van de commu nistische jeugdorganisatie, Honecker, zijn functie ter beschikking had ge steld. Dat bovendien Ulbricht zelf wekenlang niet in het openbaar ver scheen en dat zelfs een maand lang zijn naam in de gehele pers van de Sovjet-zone niet werd genoemd. WIJLEN „DE GEEST' Dat was echter de tijd, die volgde op de eerspe conferentie van Genéve, waar de „geest van Genève" werd geboren. Deze geest en het geloof aan werkelijke ontspanning en vreed zame co-existentie, werd een paar maanden later op de tweede confe rentie van Genève begraven, waar Molotov weer even vlot als vroeger zijn „njet" liet weerklinken tegen alle westelijke voorstellen ten aanzien van Duitsland. Op datzelfde tijdstip proclameerde het centrale comité van de SED een nieuwe „fase" in de ont wikkeling van de Sovjet-zóne. De „nieuwe koers" werd officieel begra ven. De Sovjet-zóne wordt meer en meer een „volksdemocratie" en de militarisering er van met alle macht geforceerd. Deze politiek betekent een vasthou den aan het tactische concept van Ulbricht en de zijnen. De machts positie van Ulbricht is nog sterker geworden. Inmiddels bleek ook, dat Stoph en Honecker, die bijna even oud zijn en ook als type veel van elkaar hebben, destijds hun functies hadden neergelégd om zich onder di recte leiding van Ulbricht voor te be reiden op nieuwe taken. Met name de reorganisatie van de „gekazer- tiitlprUWe Oostdiiitse jeugd verschilt maar weinig van die tijdens het roma;:rem- e macbftiebber$ speculeren welbewust op de zin voor jeuod-«f "#?n avontuur bij de jeugd. Dit meisje maakt deel uit van een deze /h Tl zoa^s ze overal worden gevormd. Op zich betekenen zoan h ewaPen(*e) troepen niet veelmaar samen met de talloze andere een apri,%u4Zerneier(*e v°lkspolitie, de bedrijjslegertjesvormen zij dzuucnte macht neerde volkspolitie" tot „nationaal volksleger". De aanwervingsactie voor de KVP werd versterkt het resul taat was, dat het vluchtelingencijfer omhoog sprong. In 1955 hebben vier duizend leden van die gekazerneerde volkspolitie de West-Berlijn! wijk genomen naar PROPAGANDA De communistische leiders staan dus voor het moeilijke probleem deze vluchtelingenstroom tegen te gaan en de bevolking van de Sovjet-zone steeds meer voor dit „volksleger" te winnen. Vandaar, dat de commu nisten naar uitbreiding van de „ge wapende strijdgroepen" in de bedrij ven streven. Vandaar, dat zij steeds meer aandacht besteden aan „Wehr- sport" en hèt opwekken van enthou siasme bij de jeugd voor de militaire dienst. Anderzijds laat de ontwikkeling van de industrie zeer veel te wensen over. Deze blijkt nog steeds niet in staat te voldoen aan de eisen die de herbewapening stelt. Stoph is nu minister van defensie. Van Honecker wordt aangenomen, dat hij zowel candidaat is voor de func tie van staatssecretaris in dit mini sterie, als voor opvolger van Richard Staimer, de leider van het para-mili taire „Genootschap voor Sport en Techniek". Stoph en Honecker en nog een aan tal hoge communistische functionaris sen, die in het nieuwe ministerie werkzaam zullen zijn, hebben deze zomer maandenlang in Moskou ver toefd om aldaar op hun taak te wor den voorbereid. In de komende maanden zal blijken hoe de plannen er uitzien van het opperbevel van de in het pact van Warschau verenigde volksdemocrati- sche leger. Het staat echter wel vast, dat mannen als Ulbricht, Stoph en Honecker garanderen, dat de wensen van Moskou stipt worden uitgevoerd. Gewapende fabrieks-bedrijfsgroepen paraderen in een Oostduitse stad. Het is de vredelievendeversie van onze bedrijfs-zelfbeschermings- groepen. *S Vs Indien 'n trekpaardhengst voor de dekdienst of voor opname in 't Keur- stambock niet goedgekeurd is door de vaste keuringscommissie die be staat uit de heren H. Boonen te Neer en D. J. den Hartog Jaeger te Her- veld met als arbiter de heer Ant. de Schutter-Koenraadt te Heiningen, leden dus uit Limburg, Gelderland en Noord-Brabant; geen lid uit Zeeland wordt door de Koninklijke Vereniging „Het Nederlandsche Trekpaard" de gelegenheid geboden om a raison van f 200,per paard een herkeuring aan te vragen. Van deze gelegenheid is voor dit jaar gebruik gemaakt voor veertien hengsten, twaalf voor herkeuring voor dekken, twee voor opname in het keurstamboek. Een geheel nieuwe jury, bestaande uit de heren Cam. Roebroeek te Berg en Terblijt en P. de £.int te Zeven bergen en Ir. Groenewege te Hoede- kenskerke heeft in de afgelopen week op 'n vijftal plaatsen n.l. te Hummelo, Beek, Axel, Goes en 's-Hertogen- bosch de veertien hengsten opnieuw- beoordeeld. Bij het aanvragen van zo'n herkeu ring moet een bedrag van f 200, per hengst worden gestort, welk be drag gerestitueerd wordt als het be treffende dier alsnog wordt goed gekeurd resp. opgenomen. De beide voor K. aangeboden heng sten zijn wederom niet opgenomen; van de twaalf voor dekking afgewe zenen zijn alsnog vier goedgekeurd. Deze vier zijn: de driejarige bruin- schimmel Nico van Moustic, v. Mous- tic van Urbain, uit een dochter van Albain van Certain, van C. N. den Hamer te Schoondijke en A M. Dhontv. d. Vijver te St. Kruis, de laatste tevens de fokker, de drie jarige bruinschimmel Costaud van de Hor. v. Costaud de Marche, een Lim burg fokproduct, van Jac. dc Putter Pz., te Axel en de zesjarige vos Peter van Kijkuit K 2403. v Balie van Melo, gefokt door J. F Moort- hamer te Kijkuit, Axel, eig.' C. van Dongen te Made. Deze laatste kreeg op de premie keuring als laatste in de rij, de derde premie van f 50,Nico van Moustic kreeg in Goes op de premie keuring eveneens een derde en wel de 3 A premie; er werd een eerder goedgekeurde nog beneden hem ge plaatst als 3 B. DE AFGEKEURDEN. Wederom niet goedgekeurd werden o.a. een vierjarige zoon van Nico van Annie, f.e. C. A. Dekker Czn, te Axel (gekeurd voor opname in K). een driejarige zoon van Herseur van Alstein. f.e. stallen de Dobbelaere te IJzendijke; een driejarige zoon van Eglon van Echt, f.e. G. Modde te Oostburg; een vierjarige zoon van Brillant van Nico, van A. J v, d. Meulen Becu te IJzendijke; een drie jarige Limburgse, zoon van Nico /an Melo, van Jan Maljaarr te Oostka- pelle e.a., en een driejarige zoon van Nico var. Ella, f.e. Iz. Groene wege te Hoedkenskerke. goed- en afgekeurd. Men vertelde o.a. dat de eigenaar van één dier nu afge- keurden al zijn jonge hengsten als ruins had verkocht....! hortiioontrciiiz u>...uiert de schoonheid van uw huid Endocil, de nieuwe, hormoon- houdende crème, ontsluiert de schoonheid van uw huid. Het in Endocil aanwezige hormoon maakt uw huid weer gaaf, zacht, mooi. Reeds na 3 weken kunt u de verbetering constateren. Ge bruik Endocil ook als basis voor make-up of poeder. hormooncrême van Organon Per tube J 2.90 De overal in oost-Europa aanhoudende strenge vorst heeft ook de eeuwen oude trek van de wolven versterkt. Poolse en Tsjechische dagbladen brengen sinds enkele weken weer regelmatig berichten over de activiteit der speciale jachtcommando's die de trek der wolven naar het westen moeten tegen houden. Uit Oost-Pruisen, Pommeren, Neder-Silezië en uit het Sudetenge- bergte worden steeds weer suksessen gemeld van deze zeer goed betaalde wolvenjagers. Het valt niet te ontkennen de grijze, wrede roofdieren trek ken weer naar het westen. jachtcommando's tot dit gebied toe te laten. De Oost-Pruisische jagers- brigade van Moschner zou deze win ter in het Memelgebied, in het revier van Kaskallnis (Augsgirren) gaan ja gen. Dit gebied schijnen namelijk hon derden wolven tot vaste verblijfplaats te hebben gekozen. De regering in Warschau wees er tevergeefs op, dat van de 312 in 1955 geschoten wolven de meeste uit dit gebied afkomstig waren. STROPERS Polen heeft thans de grootste zor gen door de uit Rusland binnenval lende wolven. Naar het communis tisch dagblad „Trybuna Ludy" in Warschau heeft medegedeeld, wer den alleen in de bossen om de pro vinciale hoofdstad Allenstein al 46 wolven gedood. De Sowjet-autoriteiten tonen ook dit jaar weinig belangstelling voor de wolvenjacht. In het door de Sowjet- Unie beheerde noordelijke deel van Oost-Pruisen en in het bijzonder in het Memeiland alsook aan de Rus- sisch-Poolse oostgrens bij Bialystock worden de roofdieren nauwelijks te gengehouden. Uit deze gebieden trek ken zij daarom ongestoord naar het westen en het zuiden. Het Sowjet- bestuur van Koningsbergen heeft al verschillende malen geweigerd Poolse Minister Cals heeft bij de Tweede Kamer zijn kweekscholenplan inge diend, dat een vrij nauwkeurige richt lijn wil zijn voor wat de komende ja ren op het gebied van de onderwij zersopleiding nodig is. In 1951 had de Kamer al gevraagd om een plan, dat het aantal kweekscholen zou aange ven dat voor een periode van een be paald aantal jaren werd vereist. Een grondige studie was nodig om aan de wens van de Kamer te vol doen. Zowel wat de kwaliteit van de kweekscholen aangaat, als wat de kwantiteit van deze inrichtingen be treft, wilde de minister vrij hoge nor men hanteren. Op grond hiervan stelt hij nu, dat een kweekschool zo danig bezet moet zijn, dat van elk leerjaar ten minste één parallelklas se aanwezig is, zodat het aantal leer lingen in een tien-klassige school om en nabij de 200 zal bedragen. Bij een dergelijke schoolgrootte zullen de leer- iingengroepen voldoende groot kunnen zijn, zal het lerarenteam een vaste kern van 6 a 7 docenten kunnen heb ben en zullen de vaklokalen e.d. in het algemeen intensief gebruikt kunnen worden. Als minimum schoolgrootte meent de Minister eveneens op onderwijs kundige overwegingen een aantal van 125 leerlingen te moeten stellen, aan gezien dan althans de tweede leer- kring nog juist gesplitste leerjaren kan bevatten en nog juist een vast team van 4 leraren aan de school verbonden kan zijn. Slechts in zeer bijzondere omstandigheden zou vol gens de Minister een uitzondering op deze minimumbepaling mogen worden gemaakt. Een maximum is niet ge steld, daar het ontstaan van kweek scholen, waarvan het aantal leerlin gen te groot geacht moet worden, niet te verwachten is. Na deze grondslagen van het plan te hebben vastgelegd, wordt verder bepaald hoe groot de behoefte aan onderwijzers omstreeks het jaar 1966 zal zijn. De Minister heeft daarbij re kening willen houden met het feit, dat in de toekomst de leerlingen schalen worden verlaagd en de leer plicht wordt verlengd. Hij komt dan tot de conclusie, dat de totale kweek schoolbevolking in de periode rond 1966 gemiddeld 16.000 leerlingen zal moeten bedragen. De thans bestaande kweekscholen kunnen vrijwel voldoende worden ge acht om in de behoefte aan onderwij zers te voorzien. In sommige geval len zal de grootte der afzonderlijke scholen moeten worden uitgebreid ter wijl het voortbestaan van te kleine scholen tot concentratie noopt. Voorts is het wenselijk gebleken dat enkele geadopteerde scholen zelfstandigheid verkrijgen en enige nieuwe scholen worden opgericht of gesubsidieerd. Van een aantal scholen dient de ont wikkeling te worden afgewacht. Wat eventuele concentratie betreft: door nauw overleg met de betrokken instanties moet die worden nage streefd. In dit verband wijst de mi nister er op, dat hij ten aanzien van het openbaar onderwijs slechts dan de nodige stappen wil ondernemen, in dien ook bij het bijzonder onderwijs bereidheid tot medewerking bestaat, daar hij anders het openbaar onder wijs in een nadelige positie zou kun nen brengen. g)EZER dagen hoorde ik een wijs man de opmerking maken: Is er in onze rijen nog wel genoeg offer bereidheid. voor de publieke zaak, waaronder ook te rekenen valt evenredige invloed van de katho lieken in allerlei colleges? De vraag werd gesteld naar aanleiding van een droevige ervaring bij het aan zoeken van katholieke persoonlijk heden in een voor de toekomst ge wichtige functie. Mijn zegsman kreeg op zich respectabele redenen aangevoerd voor een aantal weige ringen: Ik mag er toch niet op ach teruit gaan. Ik moet toch ook aan mijn toekomst en die van mijn ge zin denken. En toch, en toch blijft dan de vraag kwellen: Is dat „achteruit gaan" steeds zó erg, zó onoverko melijk, dat men daarvoor gewich tige belangen van Staat en Kerk opzij schuift? Zeqt men niet te ge makkelijk: het is onmogelijk? Ik denk in dit verband ook aan het politieke werk in de volksver tegenwoordiging, als lid van een Kabinet. Ieder kent om zich heen wel mensen, die uit hoofde van hun kennis en hun capaciteiten zulke gewichtige diensten konden bewij zen als volksvertegenwoordiger, straks wellicht als minister. Maar clan komen de tegenwerpingen,miet e^as alle zo serieus als ik daarnet er een citeerde. Men hoort dan ook wel: Ik zal daar gek zijn. Of: Aan dat vuile werk doe ik niet mee. Zulke uitlatingen durf ik gerust voorwendsels te noemen, een vlucht uit het serieuse nadenken. Nu we weer staan voor de ver nieuwing van de Tweede Kamer straks ook van het Kabinet, mocht toch wel eens een beriep gedaan worden op het katholiek verant- In het oosten werden ook enkelen woordelijkheidsbesef van kundige mannen, opdat ze nagaan, of hun afzijdigheid nog wel langer verant woord is. Bij deze hoor ">n junctuur kunnen ze vaak in particuliere functies geld als water verdienen, ik weet het. Maar is dat dan het hoogste? Voor een Christen toch zeker niet. Vandaag was ik wel erg serieus. Ik kan me moeilijk voorstellen, dat je het niet met me eens zou zijn. t.t. 'J'ERECHT was je serieus in je brief, want de keuze van een volksvertegenwoordiging is een zeer belangrijke zaak, zoals het dus ook belangrijk is dat bekwame integere figuren zich als volksvertegenwoor diger beschikbaar stellen. Als volks vertegenwoordiger of zelfs als mi nister. Tegen die beschikbaarstel ling mogen geen minderwaardige argumenten gelden. Zeker niet ar gumenten die jij ook vèr wegwerpt en die aantonen, dat de betrokkenen noch de ernst noch het begrip to nen die van een candidaat-volks- vertegenwoordiger geëist worden. Wie in Nederland b.v, politiek vuil werk noemt werpt onverdiende blaam op de bona-fide partijen en de politieke arbeid en vergeet bo vendien hoeveel „vuil werk" er el ders en duidelijk aantoonbaar wèl bestaat. En toch zou ik de zaak wel eens van de andere kant willen belich ten. Heb je ooit overwogen, dat de vergoeding van een kamerlid (naast het bedrag, dat hij ontvangt voor de extra kosten die hij heeft te maken) lager is dan het maximum, salaris van een hoofdcommies in overheidsdienst, even hoog als het maximum-salaris van een technisch ambtenaar met middelbaar tech nische opleiding? Zou men er in het algemeen bovendien wel eens aan denken, dat het kamerlidmaatschap maar vier jaar duurt en dat een verlenging daarvan lang geen ze kerheid is? Het „achteruitgaan" kan dus in derdaad erg zijn, al zeg ik niet zon der meer onoverkomelijk. Ik ben n.l. met jou van mening, dat wij ka tholieken met een sterke koop mansstand in onze groepering nog al oens te „zakelijk" zijn, dat velen van ons aan politieke of ambtelijke functies niet eens den ken. Want daar zitten geen grote financiële mogelijkheden in. Zou ik daarom willen, dat de vergoeding van een kamerlid veel verhoogd werd? Neen, maar ik zou wel willen, dat ze in overeenstem ming werd gebracht met die der nabuurlanden. Een hoge vergoeding zou ik zelfs onjuist vinden. Het moet geen vette baan worden. En ik zou het bovendien op prijs stel len als de katholieke Nederlanders een andere instelling ten opzichte van politieke functies èn ambtelij ke functies (die ook nimmer „vet" betaald worden) zouden krijgen Want de bezetting van deze posten is we] van heel bijzondere beteke nis. Ziezo, nu ken je mijn mening ook. Ik hoop, dat je met mijn aanvullin gen aceoord kunt gaan. Met harte lijke groet t.t. Aan de wolvenplaag ontbreekt ook de vrolijke kant niet. Zo zijn in Oost- Pommeren bijvoorbeeld de stropers de houtvesters en jagers te hulp ge komen. De stropers gaan daar al maandenlang op wolvenjacht, omdat zij „hun" wild niet langer door de vraatzuchtige roofdieren willen laten verscheuren. Sindsdien drukken de houtvesters en jachtopzieners beide ogen toe en zijn blij over de onver wachte hulp die zij hebben gekregen... Een wolf verorbert in één jaar mins tens tweeduizend pond vlees. Vindt een wolf geen vee, dan neemt hij wild, waardoor de stropers een goede bron van inkomsten verliezen. Ernstiger staat het echter met het wolvengevaar in het gebied van Ne der-Silezië. Nadat de roofdieren op verschillende collectieve boerderijen en veehouderijen waardevolle fokdie- ren hadden verscheurd, werden aan de leden van deze landbouwcoöpera ties meer wapens gegeven. Tot dus ver werden hiermede vier wolven neergeschoten, in de districten Sagon, Glogau, Wohlau en Trebnitz. WOLVEN IN NEDERSAKSEN In de bondsrepubliek werd in bet „Rodewald" in Nedersaksen weer 'n wolf doodgeschoten. Dit is de vierde wolf, die sinds 1948 in West-Duits- lan.d werd neergelegd. Acht jaar ge leden begon het met de „worger" van het Lichtermoor. Het nu doodge schoten dier werd ook in de buurt van dit moeras aangetroffen. Desondanks kunnen de invalswegen van de roof dieren nog niet precies worden vast gesteld. De in West-Duitsiand dood geschoten wolven vertoonden allemaal sporen van talrijke schrootladingen. Hieruit mag worden geconcludeerd, dat op deze wolven ,die misschien wel via Sowjet-Polen door de Sowjet- zone van Duitsland wisten binnen te dringen, ook daar werd geschoten. In de achttiende eeuw kwamen de laat ste grijze roofdieren lags deze zelf de route Duitsland binnen. I Advertentie) Voor velen een jaarlijkse kwel ling. Onmiddellijk verzachting van jeuk en pijn met het ideale middel, dat ontsmet en geneest: Geleide projectielen In een televisie-toespraak heeft de Amerikaanse democratische senator en oud-minister van de Luchtmacht Stuart Symington verklaard, dat naar zijn oordeel geen twijfel bestaat over de grote voorsprong, die de Russen hebben op de Verenigde Staten op het gebied van de geleide projectielen. Symington, die ook lid is van de senaatscommissie voor de strijd krachten, voegde er aan toe, dat de reikwijdte van de door de Sovjet-Unie beproefde projectielen vele honderden kilometers groter was dan die van de door de Verenigde Staten gelanceerde projectielen. In de handige serie Kosmos-reis- gidsen is nu ook een boekje over Pa rijs verschenen. J. P. Doedens is erin geslaagd in een kort bestek en pret tig vertellend het meest wetenswaar dige omtrent de Lichtstad samen te vatten. Hij legt de nadruk op de wer kelijk boeiende aspecten van deze mousserende stad cn veroordeelt de georganiseerde pret van Montmartre „als een trieste vertoning, die met kunst, laat staan Kunst weinig of niets meer gemeen heeft". ONTHEFFING VERBOD TOT HET GEVEN VAN CADEAUS '-GRAVENHAGE 7/2. In verband met de inwerkingtreding van de wet beperking cadeaustelsel op 1 maart 1956, vestigt het ministerie van eco nomische zaken er de aandacht op, dat van de in die wet neergelegde ontheffingsmogelijkheid gebruik kan worden gemaakt niet alleen ten be hoeve van ondernemingen, die ca deaus verstrekken, maar ook ten behoeve van ondernemingen die ca- deau-artikeler. produceren en door de invoering van de wet in plotse linge moeilijkheden zouden komen. De ontheffing zal dan uiteraard moe ten worden aangevraagd door en verleend aan de ondernemers, die geschenken in de vorm van bedoel de artikelen verstrekken. Aanvragen om ontheffing kunnen worden ge richt tot het ministerie van econo mische zaken, directoraat-generaal voor de middenstand. Zij dienen ver gezeld te gaan van gegevens omtrent de aard, omvang en tijdsduur van de cadeau-actie in kwestie en de waar de van de betrokken cadeau-arti kelen, alsook van verdere gegevens, waaruit de motieven, welke aan de aanvrage om ontheffing ten grond slag liggen, zo volledig mogelijk blij ken. Bij het indienen van een aan vrage om e n ontheffing moet een bedrag van f 10.— worden betaald door storting of overschrijving op postrekening 319261 ten name van het ministerie van economische za ken, hoofdafdeling middenstandswet- ten, onder vermelding op de bij strook van het woord „ontheffing". 's-Gravenhage, 7 februari 1956 890-0O

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 7