I SPORT- en SPEL-momenten PAPIER VOOR UW PEN J CARNAVAL VERLIEST NIET ZIJN RECHTEN Schophoek - Wel en Wee - Zwart Atleten einde - Avontuur Supporters Tennislijst Zeeuws Korfbal Zwarte Kaarten Nee, Chatawav? weest gerust.. Onderdanen Elektro Klokjes carnaval bruggenbouw verenigingen in zundert (ii) woningtelling (iii) jeugd en muziek huishuur woningtelling (ii) jazz (vi) jazz (vii) jazz (vlll) jazz (ix) slipgevaar hoog loon een medaille te weinig dierenleed (iv) dierenleed (iv) DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 28 JANUARI 1956 r A ;da V Nu heeft ook de sport een „kleuren-vraagstuk". Dat wringt al langer, maar eerst thans heeft men er een officiële kwestie van gemaakt. Het gaat niet over Amerika, waar de negers in de schophoek zitten en worden behandeld op een manier, die de hele wereld ergert. Het gaat in dit speciale geval over Zuid-Afrika, waar het probleem tussen zwart en blank even scherp is. Daar heeft een viermans-commissie van de FIFA een onderzoek beëindigd, dat ging over de ,,k!eurslagboom". Het begon in eerste aan leg over de aanvraag van de Zuid-Afrikaanse voetbalfederatie (waarin gekleurde rassen spe len), om bij de FIFA te worden aangesloten. De kwestie is dat Zuid-Afrika al met een voetbalorganisatie in FIFA-verband werkt en dat diezelfde FIFA slechts één bond per land toelaat. En „toevallig" is dat voor Zuid-Afrika de bond waarin alleen blanken mogen uit komen.... Onze landgenoot Karei Lotsy is een van de leden. Hij heeft gezegd, dat er een rapport wordt opgemaakt en dat de commissie dan pas met feiten voor de dag zal komen. De FIFA-mannen hebben in Johannesburg enige tyd zoek gebracht met het ondervragen van verschillende Zuid-Afrikanen. Om verslaggevers te weren deden ze daarbij de deur van hun hotelkamer op slot. Principe is principe en niks zeggen is niks zeggen. zelfs verschillen tot 1/1000 secon- I de worden geregistreerd. Twee Duitse jongens van vijf tien jaar, opgegroeid „temidden der kampioenen" van de winter sport, wilden zo dolgraag naar de Olympische wedstrijden in Cor tina, dat zij de grenzen van het betamelijke uit het oog verloren. Uit de kas van een oom „leenden" zij zo lang even een kleine acht honderd guldon en gingen op weg. Met het geld, maar uiteraard zonder paspoort. Hoe zij het voor elkaar gekre gen hebben, weet op het ogenblik nog niemand, maar een feit is, dat zij er in slaagden, van Keulen uit over allerlei grenzen Italiaans grondgebied te bereiken. Daar liepen de jonge avontu riers op een of andere manier in de armen van de politie. De Italiaanse agenten brachten de knapen bij hun Duitse collega's en die zullen er nu voor zorgen, dat het tweetal terugkomt in hun woonplaats Garmisch, waar „oom" ongetwijfeld met ongeduld staat te wachten. KAREL LOTSY Een van de eerste gevolgen van die nauwgezetheid was evenwel, dat geen mens meer de kamer uit kon, omdat men de sleutel kwijt was. Alle aanwezigen moes ten via de brandtrap naar buiten. En de latere gevolgen? Mis schien een vergelijk, dat de ver houdingen tussen blank en zwart wat zachter maakt. Misschien een indirecte oplossing voor de kleu- renkwestie, al is het alleen maar in $e sport. Als hun rapport zo ^jfned blijkt te zijn, verdienen de i commissieleden een lintje. Pas geleden heeft de Kon. Ne derlandse Lawntenn'sbond zo'n beetje „inventarisatie" gehouden van wat er aan talent in de bona rondloopt. Het resultaat was een lijst van tennissende dames en heren, naar prestaties in het vo rige jaar gerangschikt. Bij de dames heeft mej. F. ten Bosch de leiding, samen met mevrouw P. v. d. Storm-Herm- sen. Bij de heren ieidt J. v. Dal- sum op zijn eentje. De eerste vijf bij de dames zijn: 1-2 mej. F. ten Bosch en mevrouw P. v. d. Storm-Herm- sen, 3 mej. C. Grosveld, 4 me vrouw A. Koopmans-Knottenbelt, 5 mevrouw E. Reus-Hooghoudt. Bij de heren: 1 J. v. Dalsum (ook het jaar tevoren al top-ten- nisser), 2-3 A. Dehnert en A. v. Meegeren, 4 J. Karamoy, 5 J. Goris. Als vandaag in Middelburg de Zeeuwse korfballers tijdens hun jaarvergadering aan het praten slaan, dan gaat het over wel-en- wee. Tot de verheugende dingen be hoort het feit, dat in 1955 in Zee land vijf nieuwe clubs werden opgericht. Daarmee steeg het aantal aangesloten verenigingen tot 33 en dat hoeft helemaal nog niet het einde te zijn. Er zijn nog plaatsen genoeg, waar over korfballen wordt geprakkizeerd en waar men vandaag of morgen wellicht ook aan de slag gaat. Gij zult vragen wat dan het - „wee" is. Het is- de ietwat teleur- fi stellende mededeling, dat de 1000 senior-leden, die men in 1955 wil- i de halen, niet zijn bereikt. Men i liep zelfs terug. (Van 967 tot 937). Maar ja, afgezien dan van die senioren, het totaal-aantal leden ging in ieder geval omhoog. Het groeide van 1313 tot 1375. Het hoeft trouwens ook niet al lemaal ineens te gaan. De Belgische Voetbalbond heeft ernstige dingen gezegd over hel sjacheren van toe gangskaarten voor inter land- voetbalwedstrijden. Speciaal voor de duels tussen België en Nederland verdwijnen bergen kaarten naar de zwarte markt, waar ze grof geld opbrengen. Om het meteen maar straf aan te pakken heeft de bond aan 61 verenigingen laten weten, dat ze voor de eerstvolgende derby slechts de helft van het aantal kaarten zullen ontvangen, dat ze tot dusver plachten te krijgen. Ooorzaak: Twaalf van die clubs hadden na de wedstrijd Neder landBelgië in Rotterdam geen lijst ingediend van personen, die otJ^ehka?,rten 8elukkig hadden nn^nM a 49 andera hadden onvoldoende mhchtingen gegeven. i het. n°g een keer gebeurt I zullen de betrokken clubs hele maal geen kaarten meer kr^InT J Chris Chataway, een van Enee lands beste atleten, heeft ver klaard, dat hij nog niet zeker weet of hij aan de Olympische Spelen in Melbourne zal meedoen. Chataway, die momenteel nieuws lezer is bij de commerciële tele visie. vindt dat hij niet genoeg kan trainen. de Olympische Spelen te ver wachten is, zal zowel te Cortina d'Ampezzo bij de winterspelen als te Melbourne, bij de zomer spelen, overgegaan worden op elektronische tijdmeting. Bij de orthodoxe chronometers was het kleinst meetbare tijdsverschil 1/10 seconde. Bij het nieuwe systeem, dat door de Zwitserse horloge industrie voor de Olympische Spelen is samengesteld, kunnen In het zwarte vierkantje op dit kaartje zullen de eerste Olym pische medailles worden be vochten. Daar ligt namelijk Cor tina d'Ampezzo, waar dit jaar de Winterspelen worden gehou den. CHRIS CHATAWAY Als dat in de toekomst niet beter wordt en daar is weinig Rijk op dan zal hij van deel name aan de Spelen afzien. „En dan trek jk me tevens tegelijk uit de wedstrijdsport terug", voegde onze Chataway er aan toe! Gezien het geringe krachtsver schil, dat vooral in de finales bij Aan mijn trouwe onder daan, en allen die met hem bezorgd zijt.: Agge mar leut et Gij geeft mij teveel eer wanneer gij stelt dat ik alleen het beslissende woord kan spreken over de vraag of de matiging van de vastenwet aan leiding zou kunnen geven tot afschaf fing van de vastenavond. Vele ande ren zijn bevoegder dan ik om u te verklaren wat de vasten is. Maar om uw vertrouwen niet te beschamen zal ik u in alle bescheidenheid mijn me ning geven, opdat gij gewapend zijt tegen lien die de wijziging vail de vastenwet aangrijpen om huir tegen~ stand tegen dit ons feest op nieuw tot leven te wekken. Zo gij'-toQ? vindt en zo gij aangevallen wordt, vreest niet en antwoordt onversaagd dat men met scherpe pijlen zal moe ten richten 0111 deze vogel af te schieten. Op de eerste plaats: het Carnaval is ouder dan de Vasten. Het leest is zo oud als de mens en zal pas onder gaan mét de mens. Carnaval is sinds de oudheid geweest het vreugdefeest om het einde van de winter, het feest van de uitgelatenheid om het naderen van de lente, het feest van vreugde om het nieuwe leven, het feest van dankbaarheid voor het leven zelf. Dionysos en Bacchus waren de eer ste prinsen Carnaval en onder hun leiding werden feesten gevierd, c.e in uitzinnige vreugde doch ook in tomeloze losbandigheid ontaardden. De wijn was het vreugde-tonicum bij uitnemendheid, de druiven, waarmee Bacchus zich tooide, het symbool van het leven in een mate van rijpheid die dikwijls aan verrotting grensde. Het christendom heeft aan dit len tevreugdefeest een diepere zin ge geven. Vanuit de wijsheid, dat men de mensen het feest niet moet ont nemen omdat het een van de schoon ste gaven is die God hen gaf (en wellicht vanuit de overtuiging, dat men eenvoudig de mens deze moge lijkheid, deze gave tot feesten niet kon ontnemen) heeft men dit feest gekerstend, het hierheen trachten te leiden, met wisselend sukses, om de excessen te voorkomen. De vroeger, zo men wil heidense vertaling voor carnaval „Carrus navalis" (wagen schip) maakte plaats voor het „Car- nevale" (vaarwel vlees). Het werd een afscheid van het vlees, het voor het laatst genieten van de volheid van het leven, alvorens men zich in de Vasten begaf. Zo ontwikkelde car naval zich tot Vastenavond. Daaruit is iets te verklaren van het ieit, dat men in Nederland car naval uitsluitend vindt in de zuide lijke, katholieke streken, waar dit vastenavondbegrip, bewust of onbe wust, het sterkste leeft. Nu T -?.egt gij bez°rgd zijn de voorschriften over het vasten gewij zigd dus verliest de vastenavond zijn bestaansrecht. Wees gerust Zii die dit stellen vergissen zich of be driegen u. Het vasten, het zich matigen in onrie ,en.drank> is maar een klein schrnm.ev-!aIVde vasten" Men doet devie tckSrt aan het wezen van vastciviv!Lrfn daarmee aan dat van alta rl wanneer men de vasten in w kc lr"erkt door de matiging ter, in het besef van zijn zwakheden Hij versobert zijn leven en legt zich verstervingen op. Als hij het eneri doet, laat hij niet alleen de overvloed van spijs en drank onaangeroerd maar oefent de zelfdiscipline vom-ai in het geestelijke vlak. Inderdaad, nu hoeft het lichaam zich geen beperkingen meer op te leg gen in spijs en drank. Maar het lichaam kent andere verstervingen ook. En de woestijn die de vasten is en waarover gij spreekt blijft! Is zij werkelijk de laatste jaren steeds min der een woestijn geworden? Op het gebied van spijs en drank ja! Maai de geest wordt steeds meer gespan nen. De specialisatie dwingt de mens terug op een steeds kleiner vlak, maakt het ..mens-zijn" steeds meet tot een „ding-zijn". De spanningen van het alledaagse leven worden steeds groter het tempo versnelt zich. De persoonlijkheid krijgt telkens minder kans zich staande te houden tegen een stormvloed van ..massafi- catie". Vroeger vormden de indivi- J Antwoord van Prins Nilles aan „een trouwe Bergse 1 onderdaan" naar aanlei- f J ding van zijn vraag „Nilles J wat 1111?" onder de rubriek J „Papier voor uw pen" van 5 zaterdag 21 januari. duele mensen samen een „gemeen schap" waarin het individu zichzelf bleef. Nu zjjn de mensen steeds meer deOjl van^een nxassa waarin het mens zijn steeds minder kans krijgt. -Vanuit deze spanningen is een ontspanning nodig om zich te kunnen bezinnen op het eigen bestaan, op het ergens „zijn". De geest krygt kans zich opnieuw bewust te worden van zijn superioriteit over de stof. In het vastenavond dat bij ons altijd geweest is het „feest van de geest" kan de mens zichzelf zijn, zichzelf terugvin den als eenheid van geest en stof. Naarmate t»e hedendaagse maat- j schappij nicer ontaardt in een ver stoffelijking, wordt het noodzakelijker zich deze eenheid van stof en geest bewust te zijn en daar ligt voor de moderne mensen de waarde van het feest in 't algemeen en van ons vas tenavond in het bijzonder! Begrijpt gij dat er, zo gezien, geen crisis dreigt voor mijn bewind en dat mijn troon niet wankelt! De Aliens wordt geboren met het feest. Hij beleeft in dat feest zijn eenheid van stof en geest. Het goede feest wordt beheerst door de geest en niet door het beest. En ik aarzel niet te zeggen, dat ons vastenavond feest een goed feest is, dat de mensen uitgelaten doet zijn en leven in dwaasheid. Dat ons terugbrengt tot onszelf en tot de verbondenheid in onze gemeenschap. Niets is verruk kelijker dan weer eens primitief te mogen zijn als een kind. Niets maakt de mens beter dan het kind-zijn. God heeft ons het feest gegeven wij mogen het niet bederven. De krab begrijpt dat! En daarom meer dan ooit, uit de grond van mij hart: Agge mar leut et. NILLES Dat er tijdens en vlak voor carnaval commerciële reclame wordt gemaakt om bepaalde artikelen, is niet te vermijden en zelfs het goed recht van de handela ren. Het is m.i. echter onjuist dat er door een officieel carnavalsorgaan (in functie) in Bergen op Zoom commerciële reclame is gemaakt voor een bepaald ar tikel.' Zodra men van uit de hogere leiding een zakelijk element in de vastenavond viering gaat halent zet men de eerste stap om de echte, spontane, onbaatzuch tig geleide carnavalsviering te slopen. Want in steden waar men tracht carna val te introduceren zijn de pogingen ge doemd te mislukken omdat men als hoofdmotief heeft „zaken doen en niet leut maken". Laat men in Bergen op Zoom gewaar schuwd zijn om zijn carnaval van smet ten vrij te houden, want waar is het einde van een eenmaal getollereerde reclame-stunt? Er zullen er dan meer volgen: Bergen op Zoom. F. G. o*Hl"maand*n is het bru«getje eer,Js. "an Vredenburchsinge) daael.fk °,°rdStraat sereed maken bruf' n voetfian«ers hiervan ge- brui,,. Doch ik verzoek de heren van de gemeenteraad, met sennet.». v. hipr none gepoetste schoenen, hier eens een kijkje te willen nemen naar naar het modderpad, van de brug naar de Fellenoordstraat. Dat Gemeentewerken het druk heeft met stadswerkzaamheden neem ik aan doch het gaat hier om een verhard pad' van plm. 100 m„ of moet er gewacht worden op het a.s. parkeerterrein t.b.v de NAC-supporters? BREDA, j, LOONTJENS Oranjeboomstraat 34. In ons blad van zaterdag 21 januari heb ik natuurlijk ook in deze rubriek het schrijven van de heer van Hassel aangetroffen, waarin deze meende enke le zaken recht te moeten zetten, waar van ik volgens inzender een verkeerde voorstelling had gegeven in mijn ru briek „Op Zunderts Vereni0ingspodium" Daar de heer J. C. van Hassel bij de muziekverenigingen, waar op het vereni gingspodium sprake van was, nauw be trokken is, zullen de door hem opgesom de gegevens wel juist zijn. In feite vorm den die gegevens echter het antwoord op hetgeen ik me in het bedoelde arti kel afvroeg, zodat er van een verkeerde voorstelling van zaken of verdraaiing der feiten geen sprake was, dunkt me. Wat dan het eerste antwoord van de heer van Hassel betreft op mijn „vraag of twee jeugd tamboercorpsen in Zundert niet te veel van het goede zal blijken te zijn, kan ik me afvragen waar hij de zelfverzekerdheid vandaan haalt om daar zo positief „nee" op te antwoorden! Al leen de toekomst zal immers kunnen uit wijzen of men er verstandig aan gedaan heeft deze korpsen, nu al in het leven te roepen! Welke mijn bezwaren tegen die tamboers waren, heb ik onlangs uit voerig beschreven in „Het ongewoon Zunderts dagboek"' als Sandraudiga n- der de titel „Jeugdige Tamboers". Ik zou de heer van Hassel willen aanraden hierover het Dagblad De Stem van 17 oktober 1955 te willen raadplegen, want het zou me te ver voeren om dat alles hier nóg eens onder de loep te gaan nemen. (Desgewenst wil ik de heer van Hassel gaarne dit artikel bezorgen). Zo als ik echter ook destijds schreef, hoop ik, dat de daarin opgesomde bezwaren de bloei van de tomboerkorpsen niet in de weg zullen staan. Ter geruststelling van de heer van Hassel moet ik hieraan dan nog toevoegen, dat ik er eveneens wel van overtuigd ben, dat de heren bestuursleden van de genoemde vereni gingen over een flinke dosis gezond ver stand beschikken. Maar is dat feit een garantie voor de bloei van de korpsen? In ieder geval vond ik het ook bijzonder sympathiek van de heer van Hassel om aan te nemen, dat ik toch óók wel over gezond verstand schijn te beschikken. Dank U zeer.... Om dan antwoord nummer twee ten slotte ook nog maar eens bij de horens te pakken, kan ik wel mededelen, dat ik het een prettig antwoord vond, zoals ik trouwens ook wel verwachtte. De heer van Hassel verzekert me immers, dat „Wernhout Vooruit" in géén geval als toneelgezelschap belangrijker zal wor den dan als fanfare en het feit, dat de muzikanten daar zo trouw de repetities bezoeken, verheugt me bijzonder. Maar of de negen keer, dat de Wernhoutse fanfare naar buiten optrad in 1955. een jvAte barometer vormen van de muzi kale prestaties? Bij de serenades bij gouden bruiloften gaat het immers méér om de vrolijkheid dan om de muziek als zodanig en een concert werd er in Wernhout zélf heïcmaal geen gegeven. In Zundert verzorgde Wernhout Voor uit" ook maar ééri concert en alles bij elkaar vind ik dat wel wat te weinig. Ongetwijfeld zijn daar wel redenen voor aan te wijzen en ik twijfel er dan ook niet aan, of de Wernhoutse fanfare zal zich ook in dit opzicht nog wel doen gelden. Zeker als de ambitie voor de repetities zo zal blijven, nietwaar mijn heer van Hassel? Gaarne zal ik daar dan op het Zundertse verenigingspodium weer melding van maken! ZUNDERT, HERMAN WASSENAAR Molenstraat 107. die wel te zullen vinden in de sector „beter gesitueerden" en dan fiog de hogere of hoogste categorie daarvan. En wat wil de regering nu, als blijkt dat er aan de ene zijde een ontstellend woning tekort is, terwijl er aan de andere kant een ruime mate van overschot aanwezig blijkt te zijn? Wanneer het in de be doeling van de regering ligt om dan bij"Oorbeeld te stellen dat in het door Jhr. G bewoonde perceel aan de Laan van Meerdervoort (of noem maar iets) zonder enig bezwaar wat de beschik bare ruimte betreft kan worden ge splist voor onder bewcrung door Jhr Y of Z, dan zou ik zeggen, kijk daar zit iets in in die woningtelling, maar wie gelooft dat? Wanneer ik mij realiseer dat voor deze woningtelling als ik mij niet vergis een post op de begroting is uitgetrokken van een slordige 5 miljoen gulden, dan vraag ik mij in gemoede af, wat is wijsheid? Mag ik dan misschien even idioot zijn en in alle bescheidenheid vragen of het niet beter ware voor deze 5 miljoen woningen te bouwen in plaats van tellen? De inzender van het stukje getiteld „Woningtelling", opgenomen in uw blad van 21 dezer, kan er zeker van zijn dat zijn ontboezeming door zeer velen met instemming is gelezen en het is te ho pen, dat velen met mij openlijk van die instemming blijk zullen geven. De heer v.d. Broek (de inzender) ves tigt de aandacht oj^ een wantoestand waaraan geen ruchtbaarheid genoeg kan worden gegeven. De noodzaak van sa menwoning bestaat nu eenmaal en de daaruit voortvloeiende narigheden moe ten worden gedragen. Het is immers inderdaad zoals de heer v.d. Broek schrijft, dat er nog verschil lende grotere huizen zijn die door slechts enkele personen worden bewoond en waar men, om welke duistere reden dan ook, géén woonruimte vordert. Daaren tegen worden zij, die al jaren inwoning hebben gehad, steeds wéér daarmede be dreigd wanneer de inwonenden zo ge lukkig zijn een eigen woning te krijgen toegewezen. Vooral nu het er naar uitziet, dat de woningnood nog vele jaren zal duren is het dringend nodig eens grondig na te gaan, waar nog woonruimte beschik baar is en die ruimte zonder aanzien des persoons te doen benutten. Het is onbillijk steeds weer dezelfde categorie de ellende te laten dragen en anderen te sparen, die dezelfde of méér ruimte ter beschikking hebben. Langdurige in woning, zonder uitzicht op verandering, is funest voor alle betrokkenen en richt menig gezin moreel ten gronde. Of de voorgenomen woningtelling een verandering ten goede zal brengen zul len we moeten afwachten; persoonlijk geloof ik, dat de betreffende instanties nu óók heus wel weten waar nog ruim te beschikbaar is. Zelfs voor het bouwen van een duivenhok is een vergunning nodig en het lijkt mij daarom wel erg onwaarschijnlijk, dat men bij een even tuele woningtelling hier of daar nog wat clandestien gebouwde flats zou ontdek ken. BREDA. Zeisstraat 22. P. t' SAS Onder de rubriek „in het Kort" op de voorpagina van Uw blad van 26 dezer .as ik, zeer tot mijn genoegen, een kort, maar zeer belangrijk bericht, dat op de lagere scholen in Hoorn met ingang van 27 januari 1956 officieel een lesuur zal worden ingevoegd in muziekkunst onder leiding van de heer R. Heuckeroth. Een zeer verblijdend verschijnsel en een prachtig voorbeeld van Hoorn. Als be stuurslid van een zangvereniging te Bre da en met mij vele bestuurderen van verenigingen op instrumentaal- en vo caal gebied hebben wij de laatste tijd en vooral in de naoorlogse jaren moeten constateren welk een ontstellend gebrek er bestaat aan liefde voor de instrumen tale en vocale muziek, vooral vocale mu ziek en de beoefening daarvan. Waar vroeger goed bezette verenigingen be stonden komt het thans voor dat er ko ren worden ontbonden wegens onderbe zetting, ontslaan doordat oudere krach ten afvloeien en 1e weinig of geen jon geren daarvoor in de plaals treden. 7,eer zeker kon men vroeger muziek leren, doch dan meestal alleen door dure prive- lessen. Door de oprichting van diverse muziekscholen kwam in de lesgelden wel enige verlichting, doch voor velen bleven muzieklessen een luxe uitgave. Het is daarom toe te juichen dat Hoorn thans op de lagere school reeds onze jeugd het mooie van de muzikale kunst gaat bijbrengen en mogelijk ook de beginse len van de notenleer. Met deze „jonge kweek" zullen over een tiental jaren de orkesten en koren in Hoorn en omgeving er wel bij varen en er vruchten van plukken. Ik ben er van overtuigd dat vele verenigingsbesturen het zouden toe juichen, indien ook onze Bredase lagere scholen en ook bij het voortgezet lager onderwijs één muziek-les-uur per week werd ingevoerd. Welk lid van de Bredase gemeenteraad doet een desbetreffend voorstel? Ik hoop spoedig een notenschrift-boekje tussen de leerboeken van mijn kinderen te zienen van de gehele Bredase jeugd, waaruit in de toekomst onze nieuwe le den zullen moeten komen. Mijnheer de redacteur, ik zou graag een klein plaatsje in uw hoekje hebben over de verhoogde huishuur. Wat is na melijk het geval? Er is gezegd de huis huur moet opgevoerd worden voorlopig tot 150 van de vroegere huurwaarde. Volgens mij en veel anderen zijn we daar al lang overheen. Ik neem mezelf maar en daar kunnen anderen zich aan spiegelen. Ik betaalde vóór de verhoging f 4,huishuur en 25 ct. voor de water leiding is f 4,25. Dit zou nu moeten zijn volgens mij f 4,00 en 43% verhoging is f 4,- f f 1,72 en f 0,25 is f 5,97, maar het is nu f 5,35 dus meer dan 350%. I BERGEN OP ZOOM W. A. J. EIJSERMANS BREDA, J. S. Zoals bekend zal de regering een wo ningtelling doen houden en de daarvoor aan te wijzen personen o.a. die bevoegd heid toekennen dat betreden van wonin gen niet zal kunnen worden geweigerd. Ik vraag mij intussen af wat deze vvo- ningtelhng voor praktische waarde zal hebben tenopzichte van een effectieve bestrijding van het schreeuwend woning tekort. Immers mag worden aangenomen dat die speciale bevoegdheid van de a.s. woningtellers ten doel heeft vast te stellen waar, hoeveel en door wie er huizen worden bewoond waarvan de ruimte, aangepast aan behoefte, te overvloedig is in verhouding tot het hui dige woningtekort. Nu weet toch ieder een dat een teveel aan woningruimte niet behoeft te worden gezocht bij wat men pleegt te noemen de kleine man, volgt hier dus uit dat de regering meent Met veel belangstelling volg ik het duel om de jazz. Met de mening van de heer C. P. kan ik het tot mijn spiit niet eens zijn. Dat in de jazz geen compositie zit is niet zo. Er is een grondmelodie en iedere bandleider gaat die naar eigen stijl en smaak uitwerken. Zodoende staan over het algemeen de partijen van ieder spe Ier in de grote lijnen op papier. Hierop nu wordt geimproviseerd. Het is nog niet zo zeker, dat jazzlief hebbers voornamelijk onder de jonge ren gezocht moeten worden. Ik ken ge noeg oudere mensen, die een hoge dunk van jazz hebben. Verder wordt deze ge cultiveerde negermuziek niet verminkt, maar vervolmaakt in deze moderne tijd. Dit is niet te bewijzen, maar elke jazz kenner zal het zeggen. Dat jazz over 50 jaar verdwenen zal zijn is slechts een voorspelling en dat de klassieke mu ziek o istervelijk is, wordt nog niet door 2 eeuwen bewezen. De oorsprong van de jazz is nog vele eeuwen ouder!! En plm. 1575 bestond er reeds op een Amerikaanse plantage een band van 5 negers en 2 blanken, die een soort muziek speelde, die sterk leek op onze tegenwoordige vorm van jazz. BREDA, A.L. „Pas wanneer het improviseren over dreven wordt, wordt het een spektakel", schreef vorige week de heer H. v.d. K.; maar in welk stadium mag dat improvi seren op toevallige impulsen en dik werf geleende melodieën dan wel ont aarden tot wansmakelijke buitensporig heid? Er zijn minstens evenveel jazz- theorieën als er ooit jazz-bands hebben bestaan, die althans allen hun eigen criteria voor overdrijving en plagiaat bepaalden, of helemaal geen. „Ook het publiek kan er een spekta kel van maken", inderdaad; en volgens sommige band-leaders en een heleboel jazz-fans is dat zelfs onontbeerlijk en kenmerkend voor echte jazz. De heer v.d. K. noemt zulks echter „een verkeerde houding van het pu bliek", waaruit we zouden mogen con cluderen dat hij de „klassieke" Dixie- land-stijl voorgoed heeft afgezworen, zo hij er al ooit van heeft gehoord. Toch beantwoordt dit veelomstreden verschijnsel onmiskenbaar aan het pri mitief-dynamische karakter van jazz, als o.m. berustend op het beginsel der col lectieve improvisatie. Mer'-waardig ge noeg evenwel, schuilt het „geheim" van jazz niet in het profaneren van Brahms- symfonieët en Bt ethoven-cocnerten, doch in de „tam-tam", in de magie van het opzwepend ritme, het oer-prineipe van de dans. (Zo kan een serie knar- send-valse klarinetstoten altijd nog wel worden uitgelegd als een „meesterlijke improvisatie"^ maar zonder een fervente- en virtuoze drummer is jazz eenvoudig geen jazz). In het licht van bovenstaande blijkt het dan ook geenszins verbazingwekkend, dat de heer A. W. inzake de medewer king van het publiek bijvoorbeeld weer een andere opvatting is toegedaan: Hij beschouwt zo een begeleidende wilde- beestenboel meer als een gezonde, de monstratieve uitbundigheid, een spontaan soort mystieke manifestatie van liefde voor jazz (dus niet van afschuw voor de klassieke muziek), en ter bevordering van de o zo broodnodige populariteit natuurlijk, vanzelf. „Met een gil of een jank ontstaat bijna nooit een nieuw jazz-nummer"Dus het gebeurt toch wel eens. Gelukkig mar. voor Louis Armstrong en voor ons culturele geheugen. Tenslotte maakt één zwaluw nog geen lente, en één bierglas nog geen agres sieve dronkaard, kom-kom. Jazz is hier de hoofdzaak. En de verdediging ervan. BREDA, L. PISON Met genoegen en ook deels met erger nis heb ik in uw blad d.d. 21 jan. j.l. de verschillende reacties gelezen n.a.v. de publicaties der heren M. v. G. en L. Pison over het onderwerp „jazz"( in uw rubriek „Papier voor Uw pen". Ik zou hier als jazz-fan ook graag een woordje aan toe willen voegen, voor namelijk gericht tot de tegenstanders der jazz, in het bijzonder dan de hierboven genoemde heren, die openlijk hebben toegegeven niet veel met jazz op te heb ben. Met de mening der beide andere heren kan ik me wel verenigen. Het is n.l. zeer spijtig te noemen, dat men de jazz tracht te verminken, door haar gelijk te stellen met lawaai en hoempa. Jazz is geen synoniem hiervan. Men mag zich bij de beschouwingen over de jazz niet laten beinvloeden door de onbeschaafde uitlatingen van het „hooggeachte" publiek, dat eigen lijk veel beter thuis kan blijven, dan het improviserende spel der musicerende instrumentalisten te niet te doen. Vanzelfsprekend kan het te sterk over dreven improviseren der jazz-musici ook een beetje hiervan de schuld zijn. Maar, ik voor mij, geloof niet, dat dit veel voorkomt. Men moet dus de kunst jazz zelf be schouwen; het is n.l. nooit de bedoeling der jazz-componisten en musici geweest lawaai te produceren, verre vandaar!! Daarom zou ik alle tegenstanders der jazz, die hiervan blijkbaar niet overtuigd zijn, of om welke reden dan ook, niet willen inzien, aanraden eens naar goede beschaafde jazz te luisteren. Ik hoop, dat de tegenstanders der jazz hun meningen dan eens zullen herzien en willen begrijpen, dat hun tegenstand verre van gegrond is. U, jazz-fans, jazz-musici en jazz-jam- sessions-bezoekers tracht u in het ver volg zo netjes mogelijk te gedragen, bij eventuele jazz-concertenü HULST, HEDW. CROMBEEN Paardenmarkt 13. Reeds gedurende drie weken vielen mij in deze rubriek enige artikelen op over de jazz. Ik vind de jazz een prach tig stuk zieleleven onzer moderne tijd en daarom kan ik nu mijn pen niet langer bedwingen en neem dus de me lodie dezer regels op om de jazz te ver dedigen. De jazz is een prachtige uitdrukking van de enerverende indrukken, die de hedendaagse mens opdoet in het koken de atoomtijdperk. Waarom dan zo'n drukte gemaakt over een beetje ru moerig publiek bij zo'n jazz-uitvoering? Dit afreageren is toch heel normaal, of voelt de heer M. v. G. (of een heer A. W.) niet de kriebel in zijn kuiten ko men, wanneer hij opgenomen is in een enerverend iets (b.v. een snel rijdende auto), voelt hij dan niet de drang in zich opwellen mede onder te gaan in deze bekoorlijke, avontuurlijke, snel- heidsstroom? En ook dat alleen jonge mensen dit zouden doen (wat ik niet geloof!), is natuurlijk larie, want dis een oudere mens nog werkelijk de fut heeft zijn schouders onder alles te zetten, dan raakt hij net zo goed opgewonden en begint rond te huppen (of als dit onmogelijk is, toch minstens imee te zingen!) De voorstanders der klassieke muziek weten natuurlijk niet, dat deze muziek óók een beeld van haar tijd was (en is) omdat er aan alles meerdere kanten zitten. Ook een Glen Miller, Louis Arm strong en Benny Goodman, voorzagen (of voorzien) de mens van een typering van zijn tijd. een typering die de mens ligt en het ritme heeft der voortschrij dende techniek. Ik kan hieraan nog toevoegen: „Raak niet aan de jazz, want dan geeft U te kennen, buiten uw eigen tijd te staan!" De redactie van dit blad (die zo ver standig is de problemen der mensen van onze tijd, door deze mensen zelf te la ten behandelen), dank ik zeer hartelijk voor deze plaatsruimte. De toevloed van Ingezonden stukken is de laatste weken overstelpend. Als het zo door gaat zou de zaterdagkrant wel eens te klein kunnen worden. Schrijf gerust wat U van het hart moetmaar doe het kort en krachtig. We moesten er al toe overgaan, verschillende stukken te besnoeien, omdat de rubriek anders buiten propor tie zou worden. Liever is het ons, dat de inzenders zichzelf een, toch niet zo moeilijke, be perking opleggen. Zullen we af spreken: voortaan hoogstens 30 regels in druk? BREDA J. L. jr. Dat men klassieke muziek en jazz als afzonderlijke uitingen van een tijdgeest tegenover elkaar kan stel len, geloven we niet. Klassieke mu ziek is juist klassiek omdat ze niet aan een tijdsgewricht is gebonden. Overigens achten we het probleem „jazz" nu van genoeg kanten belicht en de discussie als geëindigd te kun nen beschouwen. (Red.) Het zal U wel bekend zijn, dat de re dactie van het Amsterdamse „Wierings- weekblad" geregeld de prijsvraag uit schrijft „de mislukte advertentie". Iede re week wordt er een advertentie ge plaatst, welke verkeerd zou zijn gezet. Onder diegene die de mislukte adver tentie weten op te sporen wordt een prijs van f 10 uitgeloofd. Nu bestaat er tussen uw dagblad en bovengenoemd weekblad wel enige over eenstemming. Immers in uw blad van 2o januari j.l. komt n.l. de volgende ad vertentie voor: „Aankomend bakkersbe- diende, (we zullen maar X zeggen) Vraagt voor direct hoog loon". Gaarne zou ik van u vernemen oi de bewuste bakker er in geslaagd is „voor direct" een hoog loon te krijgen. Mocht deze annonce echter als prijs vraag bedoeld zTfh, dan vernam ik gaar ne wie de prijs van f 10 heeft gewonnen. Inmiddels verblijft uw puzzelende \m- sterdammer, met de meeste hoogachting, BREDA, F. H. MENKE Jr. Zandbergplein 20. Natuurlijk heeft die bakker direct een hoog loon gekregen. Wat dacht U? We hebben toch het „ruimte-onder zoek" van de SER gehad! Een prijs vraag was aan de advertentie niet verbonden. Inzer der zal het dus zon der loon moeten doen. Laat hem onze erkentelijkheid echter een genoeg zame beloning zijn. (Red.) Wij, Teteringsedijk-bewoners, vragen ons af: Moeten er nu eerst dodelijke on gelukken gebeurd zijn, alvorens de ge vaarlijke bocht op de Teteringsedijk ver anderd wordt? Herhaaldelijk slippen daar de auto's. En niet alleen door hard rij den! Volgens deskundigen moet de bocht verkeerd bestraat zijn. de auto's glijden er af, met als gevolg: slippen. Na het ongeluk met dodelijke afloop van een paar jaar geleden, zijn de stenen ge ruwd, doch dat helpt niets. Als de weg nat is, is het slipgevaar groot. Van no. 35 tot 21 is het levensgevaarlijk ook op het trottoir. No. 33 is voor de tweede maal het slachtoffer geworden. Nog maar enkele dagen was de deur gerepa reerd en vandaag werd de pui voor de tweed j maal geramd. 14 dec. 's avonds 23,30 uur hebben no. 23 en 21 een beurt gehad. Toen vloog een auto bij no. 29 het trottoir op en ramde de gevels 23 en 21. Dat was een harde rijder. Als ze een matige gang hebben zijn het de no's 35. 33 of 31 die slachtoffer worden. Het is louter toeval dat er tot heden geen mensenlevens te betre"ren zijn. Vraag maar eens bij de verkeerspolitie hoeveel slipgevallen er het laatste jaar op dat punt geweest zijn. U kunt er rustig nog zeker zoveel bijtellen, waarbij geen scha de is geleden. Wordt het nu niet meer dan tijd, dat de gemeente daar verandering in gaat brengen. Het wordt er heus niet beter op als over enige maanden het verkeer van de Teteringsedijk ontlast is. Het gevaar blijft bestaan .zolang het wegdek niet veranderd is. Als de heren leden van de gemeenteraad aan deze regels aandacht willen besteden, zullen wij z® zeer dankbaar zijn. Mevr. A.M.C. METSELAAR- BREDA, OELP. Teteringsedijk 29, tel. 6419. In Uw editie van 16 januari j.l. kómt het artikel voor „Twee bronzen KNZB medailles naar Zeeland". Als secretaris van de vereniging S.Z. en P.C. „De Bruinvis" trok dit artikel natuurlijk da delijk mijn aandacht, maar hoe groot was mijn verwondering dat dit artikel zo een zijdig is opgesteld. De berichtgever is wel erg chauvinistisch Middelburgs uitgeval len dat hij alleen de Luctor-zwemmers in de KNZB lijst kan ontdekken en die van een andere Zeeuwse vereniging over het hoofd ziet of misschien niet wil zien. Bij de bronzen-medailles komt n.l. ook voor mej. R. Vergauwen van de Bruin vis uit Sas van Gent, voor haar presta ties op de 200 m. schoolslag. Aangezien Sas v. Gent ook tot de provincie Zeeland behoort en tot de kring Zeeland der KNZB zijn er dus niet 2 maar 3 KNZB- medailles naar Zeeland gekomen. Ver meldenswaard is ook nog dat ook in 1954 mej. Vergauwen de prestatie-medaille werd toegekend. Ik hoop na bovenstaand exposé dat U genegen bent dit artikel te herroepen en alsnog mej. Vergauwen en de Bruinvis de eer te geven die hen toekomt. Ik acht dit van groot belang vooral voor de abon- né's van Uw blad in Sas van Gent en omgeving. E. DE VRIEND Secretaris Van eenzijdigheid kan hier beslist j geen sprake zijn, daarvoor is de des betreffende correspondent te serieus met zijn berichtgeving. Er is hier dus zonder meer van een misverstand sprake, waarvoor dezerzijds gaarne excuus. Overigens, proficiat Raymon- de in „De Bruinvis". (Red.) Met alle aandacht heb ik gelezen in uw blad van zaterdag j.l. 21-l-'5«, het schrijven van een Meh. N.L. over die renleed (II). Nu moet ik in vele opzich ten die meneer gelijk geven, maar dat hij schrijft, de waakhond is waardeloos, nu dan moet mij van het hart dat er vele mensen zijn die géén goede hond waard zijn, maar als die meneer eens wil zien wat een waakhond waard is, dan moet hij eens bij mij komen kijken. Maar laat hij dan niet zijn beste pak aan trekken. Hoevele mensen hebben hun leven te danken aan een goede waakhond? Hetzij met brand, of diefstal? Maar wat denkt u van de loslopende honden? Ik zie dat dagelijks een hond wordt uit gelaten, want dat moet, maar de eige naar laat de hond zijn buurmans tuintje omwoelen en hij laat dat dier bij een ander voor de deur zijn behoefte doen. Is het geen hoog tijd dat daar ook eens naar wordt gekeken, net als in andere plaatsen? Daar moet hij aan de lijn en. zetten ze hem langs de stoep in de goot, zodat ook de wandelaar daar geen hin der van heeft. Maar juist al die hon den die maar raak lopen en niet goed zijn opgebracht, die zijn waardeloos. BREDA. M. v.d. K. In het ingezonden stukje Dierenleed (1) in de krant van 21 januari, heb ik ge zien dat er toch nog meer dierenvrienden zijn die medelijden hebben met de kalf jes bij de Hero-fabriek. Reeds ruim 2 jaar ben ik inwoner van de stad Breda, en al die tijd heb ik daar die kalfjes zien lopen of liggen in sneeuw en regen en 2 maal ben ik er al voor bij de politie geweest waar ik als antwoord kreeg: Daar kunnen wij niets aan doen want ze kunnen binnen. Ja, als je dat binnen noemt, weet ik niet meer wat buiten is. Want het zijn wat oude golfplaten, waar het hokje van gemaakt is met allemaal gaten er in waar de wind overal door jaagt, en als je er in kijkt, ligt er wat stro in, dat bevuild is door ontlasting en half opgegeten van de honger. En meer dere malen (ik kom er bijna elke dag) heb ik gezien dat de beesten geen drink water hadden door bevriezing en dan moeten ze maar dorst lijden; is dat een goede verzorging? Deze eigenaar is in elk geval geen landbouwer, want die zor gen beter voor hun vee. BREDA, J. VOGELS.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 7