Hans Nielsen in Bergen op Zoom DE JANSENS VERDWIJNEN ÜLITIEKE van provincie tot ERIEVEN Den Haag Winterrust, maar elke dag uren in de piste DE STUNTS VAN EEN BEROEMD OLIFANTENTEMMER Eén beest 3000 kilo Silvana Pampanini stelde filmmagnaat teleur Een nieuw wereldwonder De Zweedse „namen-piramide" brokkelt af nmtnantfeft 1 De Zwitserse Garde bestaat 450 jaar Kloosterbalsem DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 10 JANUARI 1956 Circusrelaties Babylonisch Hij eist nu 30 miljoen Bij de kettingen Hoe eet een olifant een suikerbiet De Assoean-dam Thuis sergeant, in buitenland officier VERNEDERDEN BOEKENPLANK Eenzame vesting Prinselijk huwelijk in Johore Viering op 6 Mei WINTERhandenen -voeten Beste Eduard, t Franse spektakelstuk- Hoe het niet moet j Een complex geval Onze „Conservatieve Partij" en Poujade j HE? is twee weken geleden, dat ik je schreef en inmiddels zijn we 1956 binnen gestapt, waar Ma rianne dadelijk een wonderlijk po litiek spektakelstuk voor ons op voerde. Men heeft het vaak over de klaarheid van l'esprit latin, de fij ne Franse smaak, de zin voor ele gance en harmonie van dit nobele volk. Maar voor de politiek moesten we er toch maar niet bij te rade gaan. Of lieve-, we kunnen er best bij te rede gaan, om vast te stellen hoe het beslist niet moet. Je moet er wel helemaal inzitten, in die historisch gegroeide warwinkel met zijn buiten alle logica omgaande en persoonlijk rancuneuse aspecten, ""poEN ik je brief gelezen had, dacht Pieter Amice Pieter Eduard. I (Van onze speciale verslaggever) Ergens in het een of andere onogelijke ge- Ook tot...... Bergen op Zoom, dat thans het hucht in Denemarken zetelt in een woonwa gen een heer, die luistert naar de naam Ben- neweis. En ofschoon het wel eeuwig een moei lijkheid zal blijven om direct de belangrijkheid van deze heer te schetsen, in alle vrijmoedig heid kan worden gezegd, dat de Deense heer de eigenaar is van een zeer fatsoenlijk circus en bovendien kan worden opgemerkt, dat hij zich niet alleen bezig houdt met de belangen van zijn eigen circus, hij voorziet talrijke vak genoten van nummers en wel heel speciaal dierennummers. Vandaar, dat de relaties van de heer Benneweis zich uitstrekken van Lis sabon tot Rome en van Moskou tot Londen. voorrecht geniet enkele bruine beren en een drietal olifanten te herbergen. Met hun (ver maarde) dresseur beleven deze dieren thans hun winterrust, hetgeen helemaal niet zeg gen wil, dat zij zonder uitzondering op één van hun oren kunnen gaan liggen. Het tegen deel is veel eerder waar. Elke dag worden de dieren uit hun respectievelijke stallen gehaald en urenlang worden zij getraind, zodat zij over enkele maanden zonder mankeren de bevelen uitvoeren van de man, die in dit geval Hans Nielsen heet. Hij is het zo zoetjesaan gewend in Bergen op Zoom te leven. Hans Nielsen leeft Hij heeft een vrouw en enkele schat ten van kinderen. Als het middag wordt en hij zich voldoende met zijn lieve huishouden heeft ingelaten, gaat hij op zoek naar zijn olifanten, die ondergebracht zijn in een van de vele loodsen, die de firma L. C. Ribbens aan de Noordzijde Haven heeft staan. De olifanten worden naar een soort piste getransporteerd in het bijzijn van de knecht Werner Neuman en als Nielsen zijn karwats eenmaal in zijn handen heeft, beginnen de dressuurproeven, die oneindig, onein dig veel meer tijd vergen dan de oppervlakkige circuskenner zou dur ven vermoeden. Is het immers allemaal wel waar, wat er in de boeken over het circus staat geschreven? Zijn de dieren niet zo tam geworden, dat zij gehoorza men, zoals het eerste het beste schoot hondje van een toegewijde dame dat pleegt te doen? Klopt het nu wel allemaal, dat de artisten er een ge woonte van maken hun nummer tot in de perfectie voor te bereiden en daar elke dag enkele uren voor uit trekken? Het bewijs, dat het leven van een artist geen rozegeur en mane schijn is, wordt in Bergen op Zoom geleverd. Want Hans Niesen repe teert drie tot vier uur per dag alleen al met zijn olifanten. Soms is hij meer dan een uur lang bezig met de dieren een bepaalde voet in de hoogte te laten steken. Ziet men dat, dan is men geneigd de hele heer Hans Niel sen op slag voor gek te verklaren want als de olifanten op zijn com mando hun „voetjes" hebben gepre senteerd dan zou dat toch voldoende moeten zijn en zou men mogen ver onderstellen, dat de dressuur zich voor het overige van de dag gaat bezig houden met een ferme jacht partij of het pikken van enkele bios coopjes. Maar zo eenvoudig is het leven van de dresseur niet. Hij eist van zijn dieren een perfect luisteren naar zijn bevelen en om de beesten daaraan te laten wennen herhaalt hij zijn commando niet éénmaal, maar honderd maal en om de dieren hele maal in de sfeer van de oefeningen te houden, neemt de temmer er geen genoegen mee een enkele middag per week te repeteren, maar benut hij elke middag, zelfs elk uur daar van. Hans Nielsen is op het gebied van olifantendressuur zeker geen kleine jongen. Hij geniet bij zijn vakgenoten een grote naam. Hij kreeg applaus van koningen en keizers: werkelijk, deze man is een hele grote Het is wellicht aanbevelenswaardig eerst te vertellen hoe deze uiterst merkwaardige kerel in Bergen op Zoom terecht is gekomen. Het is bijna ondenkbaar, dat er Bergenaren zijn die „Ribbens van de Noordzij" niet kennen. Deze dikke, vlotte, maar bovenal aardige gast heer geniet een goede reputatie en zijn bedrijf heeft na de oorlog een flinke vlucht genomen. De heer Rib bens heeft dat aan zijn eigen onder nemingsgeest te danken. Hij begon zich na de bevrijding toe te leggen op de vervaardiging van omvangrijke artikelen, zoals circustenten, kiosken en kermisvermakelijkheden. Spoedig kwam hij in contact met de directies van diverse behoorlijke circusonder nemingen en omdat een Nederlan der beschouwd mag worden als een nauwkeurige Piet kreeg de heer Rib bens uiteenlopende, maar grote op drachten te vervullen en de firmant werd voor de Europese circusfami lies zoveel als de Nederlandse ver trouwensman. Die man kreeg aldus de gelegenheid half Europa rond te reizen, immers hij bezocht circussen in Frankrijk, Italië, Duitsland. Spanje en waar al niet en hij maakte ken nis met de vele directeuren van deze typische instellingen en zo kwam er ook een relatie tot stand met de heer Benneweis. die in de aanhef van dit verhaal reeds werd genoemd. Deze heer Benneweis verzocht de firma Ribbens deze winter plaats te reserveren voor enkele groepen die ren en zo verschenen er op een goede dag veertien leeuwen, zes olï— fanten en een stelletje bruine beren: een kudde, die inmiddels werd ge reduceerd tot drie olifanten en drie bruine beren. De rest van de nummers is ver trokken: een gedeelte naar Londen, een ander gedeelte naar Portugal. Hans Nielsen vermaakt zich nu met de olifanten. Herr Hans Nielsen was juist met dc repetities begonnen en het viel direct op, dat de man zo ongeveer gebruik maakte van alle beschikbare Euro pese talen om zijn dieren mee te delen wat zij behoorden te doen. In Hans Nielsen schijnt de enige te zijn, die olifanten op hun kop kan laten staan, zó heeft hij deze dieren onder de knie. Een grapje is 't niet, dat bewijst de foto, die in de Bergse „piste-schuur" werd genomen. Het leven van filmsterren gaat be paald met altijd over rozen. Een groot deel van hen schijnt allerlei processen aan de lopende band te voeren. Een van hen. de Italiaanse filmdiva Silvana Pampanini, zal op januari a.s. voor de rechtbank waarschijnlijk een eis tegen zich horen uitspreken voor de betaling van liefst 30 miljoen lires, wat neerkomt op een bedrag van 180.000 gulden De eis is afkomstig van de in Grie kenland geboren Morris Ergas een van de twee algemene directeuren van de „Constellation filmmaatschap pij die zegt voor een dergelijk be drag aan juwelen voor Silvaiia ge kocht te hebben gedurende een twee jaren durende romance tussen hem en de filmster. De advocaat van Ergas, zegt, dat zijn cliënt in die twee jaar parel snoeren, met diamanten afgezette horloges, kostbare armbanden en dergelijke voor Silvana heeft gekocht in de veronderstelling, dat zij hem deze later zou terug betalen... Onder regie van Ergas maakte de nu 28-jarige, groenogige filmdiva een aantal films, die overigens in het bui tenland weinig succes hadden. De romance tussen' Ergas en Sil vana begon voor in 1953 en hield stand tot einde 1954. Kort geleden maakte Silvana haar verloving be kend met een Romeinse antiquair... Men heeft er geen idee van hoeveel uren er nodig zijn, voordat olifan ten de kommando's van de dresseur precies opvolgen. Dagelijks laat Hans Nielsen zijn dieren dit standje een tiental malen maken. Het vergt een eindeloos geduld, moed en stalen zenuwen. het Deens drukte hij zich uit als de logge dieren (althans de twee achter sten) hun slurven rond de staart van hun voorganger moesten draaien. Nielsen bezigde een mondjevol Frans om de olifanten "in een bepaalde hou ding te zetten en hij gooide er een woord Engels tussen (alright) als de beesten zijn bevelen naar zijn zin hadden uitgevoerd. Maar zwaar was het werk van de dresseur. Hij was inderdaad een half uur bezig met de dieren om hen aan het verstand te brengen, dat zij op drie poten dienden te gaan staan en hij trachtte de „drietonners" zo goed als een uur aan een stuk in een Babylonische spraakverwarring te zeggen hoe zij op een ton en op hun achterwerk moesten gaan zitten. En eerst daarna begon Nielsen aan enkele ietwat moeilijker stunts, die in een Nederlands circus nog nimmer zouden zijn vertoond. IIij presteerde het om de olifanten één voor één op hun kop te laten gaan staan en toen hij daarmee gereed was, liet hij hen deze stunt nog eens gezamenlijk overdoen. Daarop spreidde de duivelskun stenaar een baalzak uit in de ge- improviseerde piste. Hij ging erop liggen en kommandeerde Tonnie naderbij te komen. De'olifant stapte heel voorzichtig over zijn meester, die precies tussen de vier voeten van het dier kwam te liggen. Lang zaam, heel langzaam en door tel kens de voeten wat verder uit elkaar te zetten bracht de olifant zijn lichaam naar beneden. Het bleef ongeveer vijf centimeter van dat van de. dresseur verwijderd. Deze liet zich niet intimideren en deed alsof dit 'alles de gewoonste zaak van de wereld was. „Heeft de olifant zin zijn hele li chaam op de grond te brengen dan kan ik dat niet meer verhinderen", zei Hans, die er aan toevoegde: „Zou hij het doen, dan werd ik onherroe pelijk doodgedrukt. Wat zou jij er van denken als je drieduizend kilo op je lichaam „gedrukt" kreeg?" Het was beter daaraan niet te denken. Charmanter was het Nielsen te horen vertellen over zijn reizen, over de talrijke plaatsen, die hij be zocht en het hooggeacht publiek zo enthousiast steeds voor zijn nummer. Met vuur oreerde de Deen over de volbloed Spanjaarden en de hete Ita lianen. Hij dacht nu in april naar Wenen te worden gestuurd, tesamen met zijn helper Werner Neuman, 'n jongen van nauwelijks twintig jaar, die een apart verhaaltje had. Werner betreurde het, dat hij sinds enkele dagen een maat was kwijt ge raakt. Die trok immers met drie oli fanten naar Portugal en aan dit ver trek zat naast het gemis van de vriendschap nog een groot nadeel. De olifanten van Benneweis vertikken het namelijk om zonder de aanwezigheid van de knechts te gaan slapen. Is er niet een bediende in de stal dan gaan ze net zo lang te keer tot dat er iemand verschijnt. De dieren staan vast aan grondkettingen. Vlak bij die kettingen brengt Werner nu zijn nachten door. „Het zijn zulke gevoelige dieren", vertelde hij. Overigens heeft het knechtje een iets beter leven gekregen. Hij is nu van het voederen der leeuwen af. Hij moest tot enkele dagen terug iedere morgen voor de aanwezigheid van vijfenzeventig kilo vlees zorgen. Die aten de leeuwen (van winterkost genietend) met gemak op. Er was nog één vraag, maar daar op bleven de artist en de knecht het antwoord gedeeltelijk schuldig. „Wat moet nu een circus betalen vóór zo'n leeuwen- of olifantennum mer gedurende een vol seizoen? „Voor een olifantennummer? De circuslui keken elkaar even aan gaven geen direct antwoord, maar lieten toch wel blijken, dat een der gelijk nummer f 70.000 tot f 80.000 kost! Een olifant sjouwt door de piste krijgt zijn te maken nummertje geicommandeerd, het publiek ap- plaudiseert, het dier druipt af en verdwijnt uit de aandacht. In de piste van Ribbens was dat anders. Half in de repetitie wierp dresseur Hans Nielsen plotseling een tiental suikerbieten naar de dieren toe. Het was vermakelijk om te zien hoe de olifanten zich daar meester van maakten. Zij halveerden de bieten op een originele manier. Eerst legden zij de biet half onder hun voet, daarna draaiden zij hun slurf rond de tweede helft en door De grote, oude wonderen van Egyp te: de pyramiden, de sphinx, de vuurtoren van Pharos zjj allen zullen in de scbaduw komen te lig gen van het gigantische moderne pro ject, dat het land gaat uitvoeren. Vijf kilometer lang, honderd meter hoog, wordt de stuwdam, die by Assoean in en boven de Nyi zal verrijzen. Dertien miljoen dollar, rond vijf miljoen gulden, zal het bouwwerk kos ten; de bouwtijd wordt op twintig jaar geschat. Het materiaal, dat er aan zal worden verwerkt, is zeventien maal omvangrijker dan dat, hetwelk men voor de oprichting der grote pyramiden gebruikte. Geld, tijd en materiaal zullen ech ter uitstekend zijn besteed, indien het project eenmaal gereed is. De dam van Assoean zal Egypte's vruchtbaarheid met dertig procent verhogen, verder zal hij de stroom van een nieuwe industriële ontwikke ling van het land leveren. Voor het overbevolkte, onderontwikkelde Egyp te, met zijn onvoorstelbare arme mas sa's zal dit inderdaad een nieuw wonder betekenen. Egypte beschikt zelf niet over de enorme geldmidde len, die voor de uitvoering van het project nodig zijn. Maar op dit punt kan het profiteren van de overi gens alleen voor Cairo gelukkige omstandigheid, dat Amerika en de Sovjet-Unie in een verbeten strijd om de „ziel" van de volken van het Na bije Oosten zijn gewikkeld. Moskou, dat er al in was geslaagd, Egypte's wapenleverancier te worden, had Egypte ook al geld aangeboden voor de Assoean dam. Egypte zou onder meer met katoenleveranties zijn schuld kunnen delgen. Amerika dat geen emplooi heeft voor Egyptische uitvoerproducten, maar een verdere uitbreiding van de Sovjet-invloed in Egypte niet kan dulden, heeft nu, samen met de Brit ten, die in het Nabije Oosten ook iets krachtig met hun voet te drukken 0p het spel hebben staan, Egypte een a - v r?A boller rilim en met de slurf te trekken kregen zij hun voedsel klein. Dat wil zeg gen, alleen de helft, die zij met hun slurf ophaalden. Van de helft on der de voet was niet zo bar veel overgebleven. bedrag van 70 miljoen dollar ruim 250 miljoen gulden aangeboden als gift! Ook de Wereldbank zal een handje helpen: voorlopig met een lening van 200 miljoen dollar. Egypte als lachende derde, kan dus zijn gang gaan en is het geld op dan Het namen-drama van Zweden is het drama van sergeant Persson in het groot. U kent hem misschien als vaa ndrig Persson, maar U bent dan ook buitenlander. In Zweden is Persson sergeant, ondanks het feit, dat zyn studies en militaire prestaties hem al jaren her voor een hogere graad in aanmerking deden komen. Persson is bovendien een beroemd ruiter, die tydens de Olympische Spelen in 1948 en in 1952 lauweren voor zpn land oogstte. Lauweren voor Zweden, geen officiers-strepen meer op de mouwen van Persson, toen hij terugkeerde. Wél voor de representatie in het buiten land, niét onder eigen volk. Want Persson is maar een -son en dit achter voegsel van zUn familienaam plaatst hem op de onderste trede van de namenpyramide, die vele decennia terug in Zweden werd opgetrokken. daarvoor bestaande procedure zelfs de koning passeren. Er waren er wei nig, die het vereiste engelengeduld en... de kronen konden opbrengen. De koning zelf heeft daarin ver andering gebracht. Op zijn aandrin gen werd de naamsverandering mo gelijk voor een bedrag van bijna 15 gulden. De vorst zelf had de hand in de oprichting van speciale namen bureaus, die onder leiding van oud minister Mevrouw Karin Koek, de familie-encyclopaedie in de grond gaat veranderen. Zij heeft een grote staf van medewerkers, die een reus achtig naamboek samenstelden waar- Géén symbolische pyramide, maar een, die opgeld deed onder de wei nigen, die zeldzame achternamen droegen, in de loop der eeuwen de Zweedse sleutelposities hadden be vochten en iedere Jansen-landgenoot met 'n quasi-adellijke voornaamheid elke tred-opwaarts resoluut verhin deren. De -sons- 47,4 percent van de bevolking uitmakende - moesten het 't zwaarst ontgelden en zelfs onder hen waren „kasten". De Anderssons en Johanssons bijvoorbeeld waren ge boren om geestelijk vernederd door het leven te gaan. De -berg's en en -strom's brachten het er al iets beter af, bij de -gren's, -in's, -lund'si -man's en -kvist's begon de victorie. Onder de laatsten trof men de hogere officieren en ambtenaren aan. De al lerhoogste posten waren voorbehou den aan hen - 13,9 percent van het totaal -, die geen der voornoemde achtervoegsels in hun naam behoef den te schrijven. VADERS-KINDEREN uit eenieder kon kiezen. Eengekozen naam werd geschrapt en toen de keuze te klein werd, mochten de zoe kers zelf een naam bedenken. Voor waarde was, dat zij zich onderwier pen aan de beslissing van het naam- bureau. dat namen als „Leeuwenge- brul, Rusland of Casanova" resoluut terzijde legde. Tenslotte moet het ene kwaad niet bij het verdwijnen van het andere worden opgeroepen. ZIEKTE BLIJFT De Zweedse namendistributie is in volle gang en zal dit jaar haar be slag krijgen. Tienduizenden Zweden zijn reeds geholpen, een veelvoud van hen versmacht de dag, waarop zij hun naambordje kunnen verhangen. De enkeling, die op het eind van dit jaar nog Johansson of Andersson heet, maakt dan een goede kans in biyft de Zweed. (Advertentie) „HET PERZISCH TAPUTHUIS" JOS DONDERS (ZOON ZOMERSTRAAT 26 - TILBURG De qro ofs fe- Spe ciaafz aad[ >fan w- Zutcfa/t- MIDDEL L V V* jl ca:ro! T, EGYPTE 25Ó km 'V zal er, zo gelooft men in Cairo, waar een jonge, optimistische regering ze telt, wel weer nieuw komen. Deze roman, uit het Italiaans door Dick Ouwendijk vertaald en door de Standaardboekhandel uitgegeven, is aangeduid als „een der beste romans die sedert de bevrijding in Italië ver schenen is". Wij kunnen ons voorstel len dat dit inderdaad zo is, want het verhaal, dat Dino Buzzati schreef over de officier Dingo, die als jong luite nant gedirigeerd wordt naar een een zame vesting in de bergen, door ieder beschouwd als een verloren post en die daar, aangetrokken door een ge heimzinnig iets, zijn hele leven ver slijt, is van een ongemene suggestieve kracht. De dreiging van dit eenzame oord vol barre verschrikking, is als tastbaar, evenals de vreemde kracht, die sommigen er aan kluistert. Er gebeurt niet veel in deze roman, die aan Kafka's „Slot" herinnert, doch de dreiging van vermoed en zelfs ver hoopt gevaar, geeft evenveel spanning als geschakeerd avontuur. Het is bijna ongelooflijk, dat een Italiaan dit boek schreef, omdat het militair gedoe op het fort en de kadaverge hoorzaamheid der bezetting oer-Prui- sisch aandoet. Een ontstellende leegte wordt ook veroorzaakt doordat ieder spoor van geestelijk en hoger leven in deze een zame vesting mankeert. Voor ontwikkelde lezers en literaire fijnproevers een merkwaardig boek, dat hen boeien zal. Een prins en een gewoon burger meisje zijn in Singapore in het huwe lijk getreden. Het paar bestond uit de Maleise prins Tengku Mahmud, de 24-jarige kleinzoon van de pro-Britse sultan van Johore, en Josephine Ruby Tre- vorrow, de 21-jarige dochter van een thans in Engeland wonende Canadese industrieel. Het huwelijk werd voltrokken door een Imam (mohammedaanse geeste lijke) volgens de Islamietische ge bruiken, waarbij alleen de bruidegom aanwezig was. f Hoe dat allemaal kwam? Het was in het jaar 1901, dat werd bepaald, dat ieder de naam mocht kiezen, die hij wilde. Gepaard aan een eeuwen her gegroeide traditie, die voor schreef. dat kinderen in hun achter naam de voornaam van de vader vermelden met het achtervoegsel - son (zoon) of - dotter (dochter), opende dit de poort der namenellende, waartegen de bijna twee millioen -son hetende Zweden enkele jaren ge leden in fel verzet zijn gekomen. Hun verzet was de eerste stap tot de sloop van de namenpyramide, waaraan tot dan weinig of niet getornd was. Het kostte immers kapitalen om een let ter, laat staan een hele naam te veranderen en bovendien moest de Deze maand bestaat de Zwitserse Garde 450 jaar. Aan de feestviering is een Rome-bedevaart verbonden van de vereniging van oud-gardisten, welke begin mei wordt gehouden. De Pauselijke Zwitserse Garde, een korps van 100 man, vormt de lijfwacht van de H. Vader en bewaakt de toegangen tot stad en paleis. Ofschoon de meeste gardisten slechts een contract op korte termijn sluiten en de militaire tucht zeer streng is vervullen de meesten een twintigja rige dienst en keren daarna naar hun vaderland terug. De geschiedenis van de garde gaat J,e™g tof 22 januari 1506, op welke aag 150 eedgenoten onder leiding van c'iVan Hertsensteins en Kaspar Salens via de „porto del po pulo Rome binnentrokken. De toen- V6gifjende paus Julius II ont- in audlënHo6 g ncJg zijn Rifgarde zegen verleende hen zijn 1E-Jjjen en twintig jaar later, op 6 mei 1572 werd deze gehele Zwitserse gar de bq een inval van het leger van Keizer Karei V m de Eeuwige Stad uitgeroeid. Dit was de „sacco di Ro ma" ,de plundering van Rome) De laatste gardisten sneuvelden in de St. Pieterskerk aan het graf van de eerste apostel tegen een over macht van Spanjaarden, Italianen en 10.000 Duitse huursoldaten. Zq werden begraven op het Duitse kerkhof in Vaticaanstad. Sinds het westfaalse vredesverdrag van 1648, waarbij de onafhankelijkheid van Zwitserland definitief erkend werd, bezit de Zwit serse Garde echter een eigen begraaf plaats met een eigen kerk, de St. Pellegrinus. Op 6 mei, de jaariyks terugke rende herdenkingsdag van de „sacco di Roma" worden de nieuwe gardis ten beëdigd. Dan marcheert de garde, geharnast en gehelmd, voor de plech tige ceremonie naar de grote Hof van Belvedère. Deze éde mei wordt dit jaar, nu de garde 450 jaar bestaat, op bijzondere wijze gevierd. (Advertentie) a Voor velen een jaarlijkse kwel- (ak5er> ',n8- Onmiddellijk verzachting \T/ van jeuk en pijn met het ideale middel, dat ontsmet en geneest GEEN GOUD ZO GOED' ken. Snap jij iets van die logica? Ik niet, Saluut, om er met kennis van zaken over mee te praten. Ik ben er in ieder geval niet goed achter. Zo zie je de MRP nogal eens betiteld als „de" katholieke partij het Vrije Volk duidde haar zelfs aan als „de katho lieken" maar ik heb ook wel eens gehoord, dat haar leiders zelfs niet formeel wilden toetreden tot de Nouvelles Equipes Internatio nales de Christen-Democratische Internationale omdat hun partij toch anders gefundeerd was. Hoog stens wilden ze wel als waarnemers verschijnen. Hoe het program dier partij zich nu ongeveer verhoudt tot de katholieke staats- en maatschap pijleer kun je mij misschien te ge- gelegener tijd wel eens uitleggen. In ieder geval heb ik me weer da nig geërgerd en een beetje geamu seerd met de pogingen, om de hou ding der Franse bisschoppen ten overstaan van deze warwinkel uit te spelen tegen het mandement van onze bisschoppen. Stel je voor, dat Franse katholieke kranten gingen uitpakken met citaten uit dat man dement, om de Fransen de les te lezen. Terecht zou men hun tege moet voeren, dat dit een ongepast misbruik zou zijn. Maar het om gekeerde schijnen sommige scriben ten heel normaal te vinden, terwijl het ongepast zou zijn in de Neder landse verkiezingsstrijd citaten van Nederlandse bisschoppen te gebrui- ik aan een recente uitspraak van een politieke radio-commentator naar aanleiding van de uitslag der Franse verkiezingen, die luidde: Het nieuwe jaar is voor Europa niet best ingezet. De man had schoon gelijk, want de ongelukkige verkie zingsuitslag in Frankrijk heeft zijn repercussies voor Europa, omdat Frankrijk nu eenmaal in dit we relddeel een belangrijke rol heeft te spelen en ook speelt. Een 'ol, die wel zeer ongunstig wordt be- invloed door de politieke moeilijk heden en de politieke verwarring, die er sedert het einde van de oor log strijk en zet en beurtelings pre sent waren. Beziet men de jongste verkie zingsuitslag, waarbij 200 van de 600 zetels bezet worden door ondemo cratische figuren, 150 door commu nisten en 50 door poujadisten, dan constateert men wel een bijzonder zorgelijke situatie. Overweegt men daarbij; dat de beide „middenblok- ken", één naar links georienteerd en een naar rechts gericht, elkaar tot dusverre fel bevochten, hoewel hun politieke instelling met betrekking tot het landsbeleid niet zo grote verschillen toont, dan zal men zijn zorg zeker niet verkleind zien. Alleen een Fransman zal een der gelijke situatie goed unnen beoor delen. want het Franse karakter, -"e Franse verhoudingen en de geestes- gesteltenis in Frankrijk spelen bij dit alles uiteraard een zeer grote rol. Zoals het Franse individualisme, dat vrij gemakkelijk tot extreme uitingen komt, tot ondemocratisch handelen, tot schreeuwen en afbre ken: de Poujade-beweging. Zoals de ontkerstening en niet alleen in industriegebieden, het materialisme mee gevolg van soms hopeloze so ciale verhoudingen en omstandig heden: de verwekker van een sterk communistisch blok. Zoals het an- ticlericalisme, dat de MRP blijkbaar niet toestaat zich een christelijke partij te noemen, zodat deze bewe ging vooral van katholieken zich bij haar doelstelling beperkt tot het voeren van een politiek „d'un esprit chrétien". Zoals het reeds genoemde materialisme, dat het overgrote deel der partijen overheerst. Bij dit alles is hoog conjunctuur maar een factor van de tweede orde. En vergeet dan niet, hoe de moei lijkheden in Frankrijk enorm wor den vergroot door die haast hope loze pogingen bij het liquideren der Franse koloniale politiek. In ons rustig land hadden wij al zeer ern stige conflicten bij de behandeling va-i het Indonesische vraagstuk. Zoals je leest, Pieter, zie ik de Franse moeilijkheden wel als een zeer cofhplex geheel, nauw verband houdend met volksaard, historie en wereldbeschouwing en daarom juist zo moeilijk te ontwarren en op te lossen. En dat deze zaken haar weerslag elders zullen vinden, bleek mij al uit een krantenbericht, waarin stond vermeld, dat de nieuwe Ne derlandse Conservatieve Partij, waarin de namen van Westerling en Gf.lliard een grote rol spelen, reeds contact heeft met de Franse „ster" Poujade en hem heeft uitgenodigd voor vergaderingen, voor midden standers te organiseren. Soort zoekt soort. Het is maar goed, Pieter, dat wij een politiek niet al te onver standig volk zijn. Met hartelijke groet, als steeds t.t.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 5