Hans Nielsen in Bergen
op
Zoom
DE JANSENS VERDWIJNEN
ÜLITIEKE
van provincie tot
ERIEVEN
Den Haag
Winterrust, maar elke dag uren in de piste
DE STUNTS VAN EEN BEROEMD OLIFANTENTEMMER
Eén beest
3000 kilo
Silvana Pampanini stelde
filmmagnaat teleur
Een nieuw wereldwonder
De Zweedse „namen-piramide" brokkelt af
nmtnantfeft
1
De Zwitserse Garde
bestaat 450 jaar
Kloosterbalsem
DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 10 JANUARI 1956
Circusrelaties
Babylonisch
Hij eist nu 30 miljoen
Bij de kettingen
Hoe eet een olifant
een suikerbiet
De Assoean-dam
Thuis sergeant, in buitenland officier
VERNEDERDEN
BOEKENPLANK
Eenzame vesting
Prinselijk huwelijk
in Johore
Viering op 6 Mei
WINTERhandenen -voeten
Beste Eduard,
t Franse spektakelstuk-
Hoe het niet moet j
Een complex geval
Onze „Conservatieve
Partij" en Poujade j
HE? is twee weken geleden, dat
ik je schreef en inmiddels zijn
we 1956 binnen gestapt, waar Ma
rianne dadelijk een wonderlijk po
litiek spektakelstuk voor ons op
voerde. Men heeft het vaak over de
klaarheid van l'esprit latin, de fij
ne Franse smaak, de zin voor ele
gance en harmonie van dit nobele
volk. Maar voor de politiek moesten
we er toch maar niet bij te rade
gaan. Of lieve-, we kunnen er best
bij te rede gaan, om vast te stellen
hoe het beslist niet moet. Je moet
er wel helemaal inzitten, in die
historisch gegroeide warwinkel met
zijn buiten alle logica omgaande
en persoonlijk rancuneuse aspecten, ""poEN ik je brief gelezen had, dacht
Pieter
Amice Pieter
Eduard.
I
(Van onze speciale verslaggever)
Ergens in het een of andere onogelijke ge- Ook tot...... Bergen op Zoom, dat thans
het
hucht in Denemarken zetelt in een woonwa
gen een heer, die luistert naar de naam Ben-
neweis. En ofschoon het wel eeuwig een moei
lijkheid zal blijven om direct de belangrijkheid
van deze heer te schetsen, in alle vrijmoedig
heid kan worden gezegd, dat de Deense heer
de eigenaar is van een zeer fatsoenlijk circus
en bovendien kan worden opgemerkt, dat hij
zich niet alleen bezig houdt met de belangen
van zijn eigen circus, hij voorziet talrijke vak
genoten van nummers en wel heel speciaal
dierennummers. Vandaar, dat de relaties van
de heer Benneweis zich uitstrekken van Lis
sabon tot Rome en van Moskou tot Londen.
voorrecht geniet enkele bruine beren en een
drietal olifanten te herbergen. Met hun (ver
maarde) dresseur beleven deze dieren thans
hun winterrust, hetgeen helemaal niet zeg
gen wil, dat zij zonder uitzondering op één
van hun oren kunnen gaan liggen. Het tegen
deel is veel eerder waar. Elke dag worden de
dieren uit hun respectievelijke stallen gehaald
en urenlang worden zij getraind, zodat zij over
enkele maanden zonder mankeren de bevelen
uitvoeren van de man, die in dit geval Hans
Nielsen heet. Hij is het zo zoetjesaan gewend
in Bergen op Zoom te leven.
Hans Nielsen leeft
Hij heeft een vrouw en enkele schat
ten van kinderen. Als het middag
wordt en hij zich voldoende met zijn
lieve huishouden heeft ingelaten, gaat
hij op zoek naar zijn olifanten, die
ondergebracht zijn in een van de vele
loodsen, die de firma L. C. Ribbens
aan de Noordzijde Haven heeft staan.
De olifanten worden naar een soort
piste getransporteerd in het bijzijn
van de knecht Werner Neuman en
als Nielsen zijn karwats eenmaal
in zijn handen heeft, beginnen de
dressuurproeven, die oneindig, onein
dig veel meer tijd vergen dan de
oppervlakkige circuskenner zou dur
ven vermoeden.
Is het immers allemaal wel waar,
wat er in de boeken over het circus
staat geschreven? Zijn de dieren niet
zo tam geworden, dat zij gehoorza
men, zoals het eerste het beste schoot
hondje van een toegewijde dame dat
pleegt te doen? Klopt het nu wel
allemaal, dat de artisten er een ge
woonte van maken hun nummer tot
in de perfectie voor te bereiden en
daar elke dag enkele uren voor uit
trekken? Het bewijs, dat het leven
van een artist geen rozegeur en mane
schijn is, wordt in Bergen op Zoom
geleverd. Want Hans Niesen repe
teert drie tot vier uur per dag alleen
al met zijn olifanten. Soms is hij meer
dan een uur lang bezig met de dieren
een bepaalde voet in de hoogte te
laten steken. Ziet men dat, dan is
men geneigd de hele heer Hans Niel
sen op slag voor gek te verklaren
want als de olifanten op zijn com
mando hun „voetjes" hebben gepre
senteerd dan zou dat toch voldoende
moeten zijn en zou men mogen ver
onderstellen, dat de dressuur zich
voor het overige van de dag gaat
bezig houden met een ferme jacht
partij of het pikken van enkele bios
coopjes. Maar zo eenvoudig is het
leven van de dresseur niet. Hij eist
van zijn dieren een perfect luisteren
naar zijn bevelen en om de beesten
daaraan te laten wennen herhaalt hij
zijn commando niet éénmaal, maar
honderd maal en om de dieren hele
maal in de sfeer van de oefeningen
te houden, neemt de temmer er geen
genoegen mee een enkele middag
per week te repeteren, maar benut
hij elke middag, zelfs elk uur daar
van.
Hans Nielsen is op het gebied van
olifantendressuur zeker geen kleine
jongen. Hij geniet bij zijn vakgenoten
een grote naam. Hij kreeg applaus
van koningen en keizers: werkelijk,
deze man is een hele grote
Het is wellicht aanbevelenswaardig
eerst te vertellen hoe deze uiterst
merkwaardige kerel in Bergen op
Zoom terecht is gekomen.
Het is bijna ondenkbaar, dat er
Bergenaren zijn die „Ribbens van de
Noordzij" niet kennen. Deze dikke,
vlotte, maar bovenal aardige gast
heer geniet een goede reputatie en
zijn bedrijf heeft na de oorlog een
flinke vlucht genomen. De heer Rib
bens heeft dat aan zijn eigen onder
nemingsgeest te danken. Hij begon
zich na de bevrijding toe te leggen op
de vervaardiging van omvangrijke
artikelen, zoals circustenten, kiosken
en kermisvermakelijkheden. Spoedig
kwam hij in contact met de directies
van diverse behoorlijke circusonder
nemingen en omdat een Nederlan
der beschouwd mag worden als een
nauwkeurige Piet kreeg de heer Rib
bens uiteenlopende, maar grote op
drachten te vervullen en de firmant
werd voor de Europese circusfami
lies zoveel als de Nederlandse ver
trouwensman. Die man kreeg aldus
de gelegenheid half Europa rond te
reizen, immers hij bezocht circussen
in Frankrijk, Italië, Duitsland. Spanje
en waar al niet en hij maakte ken
nis met de vele directeuren van deze
typische instellingen en zo kwam er
ook een relatie tot stand met de heer
Benneweis. die in de aanhef van dit
verhaal reeds werd genoemd.
Deze heer Benneweis verzocht de
firma Ribbens deze winter plaats te
reserveren voor enkele groepen die
ren en zo verschenen er op een
goede dag veertien leeuwen, zes olï—
fanten en een stelletje bruine beren:
een kudde, die inmiddels werd ge
reduceerd tot drie olifanten en drie
bruine beren.
De rest van de nummers is ver
trokken: een gedeelte naar Londen,
een ander gedeelte naar Portugal.
Hans Nielsen vermaakt zich nu met
de olifanten.
Herr Hans Nielsen was juist met dc
repetities begonnen en het viel direct
op, dat de man zo ongeveer gebruik
maakte van alle beschikbare Euro
pese talen om zijn dieren mee te
delen wat zij behoorden te doen. In
Hans Nielsen schijnt de enige te
zijn, die olifanten op hun kop kan
laten staan, zó heeft hij deze dieren
onder de knie. Een grapje is 't niet,
dat bewijst de foto, die in de Bergse
„piste-schuur" werd genomen.
Het leven van filmsterren gaat be
paald met altijd over rozen. Een
groot deel van hen schijnt allerlei
processen aan de lopende band te
voeren. Een van hen. de Italiaanse
filmdiva Silvana Pampanini, zal op
januari a.s. voor de rechtbank
waarschijnlijk een eis tegen zich
horen uitspreken voor de betaling van
liefst 30 miljoen lires, wat neerkomt
op een bedrag van 180.000 gulden
De eis is afkomstig van de in Grie
kenland geboren Morris Ergas een
van de twee algemene directeuren
van de „Constellation filmmaatschap
pij die zegt voor een dergelijk be
drag aan juwelen voor Silvaiia ge
kocht te hebben gedurende een twee
jaren durende romance tussen hem
en de filmster.
De advocaat van Ergas, zegt, dat
zijn cliënt in die twee jaar parel
snoeren, met diamanten afgezette
horloges, kostbare armbanden en
dergelijke voor Silvana heeft gekocht
in de veronderstelling, dat zij hem
deze later zou terug betalen...
Onder regie van Ergas maakte de
nu 28-jarige, groenogige filmdiva een
aantal films, die overigens in het bui
tenland weinig succes hadden.
De romance tussen' Ergas en Sil
vana begon voor in 1953 en hield
stand tot einde 1954. Kort geleden
maakte Silvana haar verloving be
kend met een Romeinse antiquair...
Men heeft er geen idee van hoeveel
uren er nodig zijn, voordat olifan
ten de kommando's van de dresseur
precies opvolgen. Dagelijks laat
Hans Nielsen zijn dieren dit standje
een tiental malen maken. Het vergt
een eindeloos geduld, moed en
stalen zenuwen.
het Deens drukte hij zich uit als de
logge dieren (althans de twee achter
sten) hun slurven rond de staart van
hun voorganger moesten draaien.
Nielsen bezigde een mondjevol Frans
om de olifanten "in een bepaalde hou
ding te zetten en hij gooide er een
woord Engels tussen (alright) als de
beesten zijn bevelen naar zijn zin
hadden uitgevoerd.
Maar zwaar was het werk van de
dresseur. Hij was inderdaad een half
uur bezig met de dieren om hen aan
het verstand te brengen, dat zij op
drie poten dienden te gaan staan en
hij trachtte de „drietonners" zo
goed als een uur aan een stuk in een
Babylonische spraakverwarring te
zeggen hoe zij op een ton en op hun
achterwerk moesten gaan zitten.
En eerst daarna begon Nielsen aan
enkele ietwat moeilijker stunts, die
in een Nederlands circus nog nimmer
zouden zijn vertoond. IIij presteerde
het om de olifanten één voor één
op hun kop te laten gaan staan en
toen hij daarmee gereed was, liet hij
hen deze stunt nog eens gezamenlijk
overdoen.
Daarop spreidde de duivelskun
stenaar een baalzak uit in de ge-
improviseerde piste. Hij ging erop
liggen en kommandeerde Tonnie
naderbij te komen. De'olifant stapte
heel voorzichtig over zijn meester,
die precies tussen de vier voeten
van het dier kwam te liggen. Lang
zaam, heel langzaam en door tel
kens de voeten wat verder uit
elkaar te zetten bracht de olifant
zijn lichaam naar beneden. Het
bleef ongeveer vijf centimeter van
dat van de. dresseur verwijderd.
Deze liet zich niet intimideren en
deed alsof dit 'alles de gewoonste
zaak van de wereld was.
„Heeft de olifant zin zijn hele li
chaam op de grond te brengen dan
kan ik dat niet meer verhinderen",
zei Hans, die er aan toevoegde: „Zou
hij het doen, dan werd ik onherroe
pelijk doodgedrukt. Wat zou jij er van
denken als je drieduizend kilo op je
lichaam „gedrukt" kreeg?"
Het was beter daaraan niet te
denken. Charmanter was het Nielsen
te horen vertellen over zijn reizen,
over de talrijke plaatsen, die hij be
zocht en het hooggeacht publiek zo
enthousiast steeds voor zijn nummer.
Met vuur oreerde de Deen over de
volbloed Spanjaarden en de hete Ita
lianen. Hij dacht nu in april naar
Wenen te worden gestuurd, tesamen
met zijn helper Werner Neuman, 'n
jongen van nauwelijks twintig jaar,
die een apart verhaaltje had.
Werner betreurde het, dat hij sinds
enkele dagen een maat was kwijt ge
raakt. Die trok immers met drie oli
fanten naar Portugal en aan dit ver
trek zat naast het gemis van de
vriendschap nog een groot nadeel.
De olifanten van Benneweis
vertikken het namelijk om
zonder de aanwezigheid van
de knechts te gaan slapen. Is
er niet een bediende in de stal
dan gaan ze net zo lang te keer
tot dat er iemand verschijnt.
De dieren staan vast aan
grondkettingen. Vlak bij die
kettingen brengt Werner nu
zijn nachten door.
„Het zijn zulke gevoelige dieren",
vertelde hij.
Overigens heeft het knechtje een
iets beter leven gekregen. Hij is nu
van het voederen der leeuwen af.
Hij moest tot enkele dagen terug
iedere morgen voor de aanwezigheid
van vijfenzeventig kilo vlees zorgen.
Die aten de leeuwen (van winterkost
genietend) met gemak op.
Er was nog één vraag, maar daar
op bleven de artist en de knecht het
antwoord gedeeltelijk schuldig.
„Wat moet nu een circus betalen
vóór zo'n leeuwen- of olifantennum
mer gedurende een vol seizoen?
„Voor een olifantennummer?
De circuslui keken elkaar even aan
gaven geen direct antwoord, maar
lieten toch wel blijken, dat een der
gelijk nummer f 70.000 tot f 80.000
kost!
Een olifant sjouwt door de piste
krijgt zijn te maken nummertje
geicommandeerd, het publiek ap-
plaudiseert, het dier druipt af en
verdwijnt uit de aandacht. In de
piste van Ribbens was dat anders.
Half in de repetitie wierp dresseur
Hans Nielsen plotseling een tiental
suikerbieten naar de dieren toe.
Het was vermakelijk om te zien
hoe de olifanten zich daar meester
van maakten. Zij halveerden de
bieten op een originele manier.
Eerst legden zij de biet half onder
hun voet, daarna draaiden zij hun
slurf rond de tweede helft en door
De grote, oude wonderen van Egyp
te: de pyramiden, de sphinx, de
vuurtoren van Pharos zjj allen
zullen in de scbaduw komen te lig
gen van het gigantische moderne pro
ject, dat het land gaat uitvoeren. Vijf
kilometer lang, honderd meter hoog,
wordt de stuwdam, die by Assoean
in en boven de Nyi zal verrijzen.
Dertien miljoen dollar, rond vijf
miljoen gulden, zal het bouwwerk kos
ten; de bouwtijd wordt op twintig jaar
geschat. Het materiaal, dat er aan
zal worden verwerkt, is zeventien
maal omvangrijker dan dat, hetwelk
men voor de oprichting der grote
pyramiden gebruikte.
Geld, tijd en materiaal zullen ech
ter uitstekend zijn besteed, indien
het project eenmaal gereed is. De
dam van Assoean zal Egypte's
vruchtbaarheid met dertig procent
verhogen, verder zal hij de stroom
van een nieuwe industriële ontwikke
ling van het land leveren. Voor het
overbevolkte, onderontwikkelde Egyp
te, met zijn onvoorstelbare arme mas
sa's zal dit inderdaad een nieuw
wonder betekenen. Egypte beschikt
zelf niet over de enorme geldmidde
len, die voor de uitvoering van het
project nodig zijn. Maar op dit punt
kan het profiteren van de overi
gens alleen voor Cairo gelukkige
omstandigheid, dat Amerika en de
Sovjet-Unie in een verbeten strijd om
de „ziel" van de volken van het Na
bije Oosten zijn gewikkeld. Moskou,
dat er al in was geslaagd, Egypte's
wapenleverancier te worden, had
Egypte ook al geld aangeboden voor
de Assoean dam. Egypte zou onder
meer met katoenleveranties zijn
schuld kunnen delgen.
Amerika dat geen emplooi heeft
voor Egyptische uitvoerproducten,
maar een verdere uitbreiding van de
Sovjet-invloed in Egypte niet kan
dulden, heeft nu, samen met de Brit
ten, die in het Nabije Oosten ook iets
krachtig met hun voet te drukken 0p het spel hebben staan, Egypte een
a - v r?A boller rilim
en met de slurf te trekken kregen
zij hun voedsel klein. Dat wil zeg
gen, alleen de helft, die zij met hun
slurf ophaalden. Van de helft on
der de voet was niet zo bar veel
overgebleven.
bedrag van 70 miljoen dollar ruim
250 miljoen gulden aangeboden als
gift!
Ook de Wereldbank zal een handje
helpen: voorlopig met een lening van
200 miljoen dollar.
Egypte als lachende derde, kan dus
zijn gang gaan en is het geld op dan
Het namen-drama van Zweden is het drama van sergeant Persson in het
groot. U kent hem misschien als vaa ndrig Persson, maar U bent dan ook
buitenlander. In Zweden is Persson sergeant, ondanks het feit, dat zyn
studies en militaire prestaties hem al jaren her voor een hogere graad in
aanmerking deden komen. Persson is bovendien een beroemd ruiter, die
tydens de Olympische Spelen in 1948 en in 1952 lauweren voor zpn land
oogstte. Lauweren voor Zweden, geen officiers-strepen meer op de mouwen
van Persson, toen hij terugkeerde. Wél voor de representatie in het buiten
land, niét onder eigen volk. Want Persson is maar een -son en dit achter
voegsel van zUn familienaam plaatst hem op de onderste trede van de
namenpyramide, die vele decennia terug in Zweden werd opgetrokken.
daarvoor bestaande procedure zelfs
de koning passeren. Er waren er wei
nig, die het vereiste engelengeduld
en... de kronen konden opbrengen.
De koning zelf heeft daarin ver
andering gebracht. Op zijn aandrin
gen werd de naamsverandering mo
gelijk voor een bedrag van bijna 15
gulden. De vorst zelf had de hand
in de oprichting van speciale namen
bureaus, die onder leiding van oud
minister Mevrouw Karin Koek, de
familie-encyclopaedie in de grond
gaat veranderen. Zij heeft een grote
staf van medewerkers, die een reus
achtig naamboek samenstelden waar-
Géén symbolische pyramide, maar
een, die opgeld deed onder de wei
nigen, die zeldzame achternamen
droegen, in de loop der eeuwen de
Zweedse sleutelposities hadden be
vochten en iedere Jansen-landgenoot
met 'n quasi-adellijke voornaamheid
elke tred-opwaarts resoluut verhin
deren. De -sons- 47,4 percent van de
bevolking uitmakende - moesten het
't zwaarst ontgelden en zelfs onder
hen waren „kasten". De Anderssons
en Johanssons bijvoorbeeld waren ge
boren om geestelijk vernederd door
het leven te gaan. De -berg's en
en -strom's brachten het er al iets
beter af, bij de -gren's, -in's, -lund'si
-man's en -kvist's begon de victorie.
Onder de laatsten trof men de hogere
officieren en ambtenaren aan. De al
lerhoogste posten waren voorbehou
den aan hen - 13,9 percent van het
totaal -, die geen der voornoemde
achtervoegsels in hun naam behoef
den te schrijven.
VADERS-KINDEREN
uit eenieder kon kiezen. Eengekozen
naam werd geschrapt en toen de
keuze te klein werd, mochten de zoe
kers zelf een naam bedenken. Voor
waarde was, dat zij zich onderwier
pen aan de beslissing van het naam-
bureau. dat namen als „Leeuwenge-
brul, Rusland of Casanova" resoluut
terzijde legde. Tenslotte moet het ene
kwaad niet bij het verdwijnen van
het andere worden opgeroepen.
ZIEKTE BLIJFT
De Zweedse namendistributie is in
volle gang en zal dit jaar haar be
slag krijgen. Tienduizenden Zweden
zijn reeds geholpen, een veelvoud van
hen versmacht de dag, waarop zij
hun naambordje kunnen verhangen.
De enkeling, die op het eind van dit
jaar nog Johansson of Andersson
heet, maakt dan een goede kans in
biyft de Zweed.
(Advertentie)
„HET PERZISCH TAPUTHUIS"
JOS DONDERS (ZOON
ZOMERSTRAAT 26 - TILBURG
De qro ofs fe- Spe ciaafz aad[
>fan w- Zutcfa/t-
MIDDEL L
V V*
jl
ca:ro!
T,
EGYPTE
25Ó km 'V
zal er, zo gelooft men in Cairo, waar
een jonge, optimistische regering ze
telt, wel weer nieuw komen.
Deze roman, uit het Italiaans door
Dick Ouwendijk vertaald en door de
Standaardboekhandel uitgegeven, is
aangeduid als „een der beste romans
die sedert de bevrijding in Italië ver
schenen is". Wij kunnen ons voorstel
len dat dit inderdaad zo is, want het
verhaal, dat Dino Buzzati schreef over
de officier Dingo, die als jong luite
nant gedirigeerd wordt naar een een
zame vesting in de bergen, door ieder
beschouwd als een verloren post en
die daar, aangetrokken door een ge
heimzinnig iets, zijn hele leven ver
slijt, is van een ongemene suggestieve
kracht. De dreiging van dit eenzame
oord vol barre verschrikking, is als
tastbaar, evenals de vreemde kracht,
die sommigen er aan kluistert. Er
gebeurt niet veel in deze roman, die
aan Kafka's „Slot" herinnert, doch
de dreiging van vermoed en zelfs ver
hoopt gevaar, geeft evenveel spanning
als geschakeerd avontuur. Het is
bijna ongelooflijk, dat een Italiaan
dit boek schreef, omdat het militair
gedoe op het fort en de kadaverge
hoorzaamheid der bezetting oer-Prui-
sisch aandoet.
Een ontstellende leegte wordt ook
veroorzaakt doordat ieder spoor van
geestelijk en hoger leven in deze een
zame vesting mankeert.
Voor ontwikkelde lezers en literaire
fijnproevers een merkwaardig boek,
dat hen boeien zal.
Een prins en een gewoon burger
meisje zijn in Singapore in het huwe
lijk getreden.
Het paar bestond uit de Maleise
prins Tengku Mahmud, de 24-jarige
kleinzoon van de pro-Britse sultan
van Johore, en Josephine Ruby Tre-
vorrow, de 21-jarige dochter van een
thans in Engeland wonende Canadese
industrieel.
Het huwelijk werd voltrokken door
een Imam (mohammedaanse geeste
lijke) volgens de Islamietische ge
bruiken, waarbij alleen de bruidegom
aanwezig was.
f
Hoe dat allemaal kwam? Het was
in het jaar 1901, dat werd bepaald,
dat ieder de naam mocht kiezen, die
hij wilde. Gepaard aan een eeuwen
her gegroeide traditie, die voor
schreef. dat kinderen in hun achter
naam de voornaam van de vader
vermelden met het achtervoegsel -
son (zoon) of - dotter (dochter),
opende dit de poort der namenellende,
waartegen de bijna twee millioen
-son hetende Zweden enkele jaren ge
leden in fel verzet zijn gekomen. Hun
verzet was de eerste stap tot de sloop
van de namenpyramide, waaraan tot
dan weinig of niet getornd was. Het
kostte immers kapitalen om een let
ter, laat staan een hele naam te
veranderen en bovendien moest de
Deze maand bestaat de Zwitserse
Garde 450 jaar. Aan de feestviering
is een Rome-bedevaart verbonden
van de vereniging van oud-gardisten,
welke begin mei wordt gehouden. De
Pauselijke Zwitserse Garde, een korps
van 100 man, vormt de lijfwacht van
de H. Vader en bewaakt de toegangen
tot stad en paleis.
Ofschoon de meeste gardisten slechts
een contract op korte termijn sluiten
en de militaire tucht zeer streng is
vervullen de meesten een twintigja
rige dienst en keren daarna naar hun
vaderland terug.
De geschiedenis van de garde gaat
J,e™g tof 22 januari 1506, op welke
aag 150 eedgenoten onder leiding van
c'iVan Hertsensteins en Kaspar
Salens via de „porto del po
pulo Rome binnentrokken. De toen-
V6gifjende paus Julius II ont-
in audlënHo6 g ncJg zijn Rifgarde
zegen verleende hen zijn
1E-Jjjen en twintig jaar later, op 6 mei
1572 werd deze gehele Zwitserse gar
de bq een inval van het leger van
Keizer Karei V m de Eeuwige Stad
uitgeroeid. Dit was de „sacco di Ro
ma" ,de plundering van Rome)
De laatste gardisten sneuvelden in
de St. Pieterskerk aan het graf van
de eerste apostel tegen een over
macht van Spanjaarden, Italianen en
10.000 Duitse huursoldaten. Zq werden
begraven op het Duitse kerkhof in
Vaticaanstad. Sinds het westfaalse
vredesverdrag van 1648, waarbij de
onafhankelijkheid van Zwitserland
definitief erkend werd, bezit de Zwit
serse Garde echter een eigen begraaf
plaats met een eigen kerk, de St.
Pellegrinus.
Op 6 mei, de jaariyks terugke
rende herdenkingsdag van de „sacco
di Roma" worden de nieuwe gardis
ten beëdigd. Dan marcheert de garde,
geharnast en gehelmd, voor de plech
tige ceremonie naar de grote Hof van
Belvedère. Deze éde mei wordt dit
jaar, nu de garde 450 jaar bestaat, op
bijzondere wijze gevierd.
(Advertentie)
a Voor velen een jaarlijkse kwel-
(ak5er> ',n8- Onmiddellijk verzachting
\T/ van jeuk en pijn met het ideale
middel, dat ontsmet en geneest
GEEN GOUD ZO GOED'
ken. Snap jij iets van die logica?
Ik niet, Saluut,
om er met kennis van zaken over
mee te praten. Ik ben er in ieder
geval niet goed achter. Zo zie je
de MRP nogal eens betiteld als „de"
katholieke partij het Vrije Volk
duidde haar zelfs aan als „de katho
lieken" maar ik heb ook wel
eens gehoord, dat haar leiders zelfs
niet formeel wilden toetreden tot
de Nouvelles Equipes Internatio
nales de Christen-Democratische
Internationale omdat hun partij
toch anders gefundeerd was. Hoog
stens wilden ze wel als waarnemers
verschijnen. Hoe het program dier
partij zich nu ongeveer verhoudt tot
de katholieke staats- en maatschap
pijleer kun je mij misschien te ge-
gelegener tijd wel eens uitleggen.
In ieder geval heb ik me weer da
nig geërgerd en een beetje geamu
seerd met de pogingen, om de hou
ding der Franse bisschoppen ten
overstaan van deze warwinkel uit
te spelen tegen het mandement van
onze bisschoppen. Stel je voor, dat
Franse katholieke kranten gingen
uitpakken met citaten uit dat man
dement, om de Fransen de les te
lezen. Terecht zou men hun tege
moet voeren, dat dit een ongepast
misbruik zou zijn. Maar het om
gekeerde schijnen sommige scriben
ten heel normaal te vinden, terwijl
het ongepast zou zijn in de Neder
landse verkiezingsstrijd citaten van
Nederlandse bisschoppen te gebrui-
ik aan een recente uitspraak van
een politieke radio-commentator
naar aanleiding van de uitslag der
Franse verkiezingen, die luidde:
Het nieuwe jaar is voor Europa niet
best ingezet. De man had schoon
gelijk, want de ongelukkige verkie
zingsuitslag in Frankrijk heeft zijn
repercussies voor Europa, omdat
Frankrijk nu eenmaal in dit we
relddeel een belangrijke rol heeft
te spelen en ook speelt. Een 'ol,
die wel zeer ongunstig wordt be-
invloed door de politieke moeilijk
heden en de politieke verwarring,
die er sedert het einde van de oor
log strijk en zet en beurtelings pre
sent waren.
Beziet men de jongste verkie
zingsuitslag, waarbij 200 van de 600
zetels bezet worden door ondemo
cratische figuren, 150 door commu
nisten en 50 door poujadisten, dan
constateert men wel een bijzonder
zorgelijke situatie. Overweegt men
daarbij; dat de beide „middenblok-
ken", één naar links georienteerd en
een naar rechts gericht, elkaar tot
dusverre fel bevochten, hoewel hun
politieke instelling met betrekking
tot het landsbeleid niet zo grote
verschillen toont, dan zal men zijn
zorg zeker niet verkleind zien.
Alleen een Fransman zal een der
gelijke situatie goed unnen beoor
delen. want het Franse karakter, -"e
Franse verhoudingen en de geestes-
gesteltenis in Frankrijk spelen bij
dit alles uiteraard een zeer grote
rol.
Zoals het Franse individualisme,
dat vrij gemakkelijk tot extreme
uitingen komt, tot ondemocratisch
handelen, tot schreeuwen en afbre
ken: de Poujade-beweging. Zoals
de ontkerstening en niet alleen in
industriegebieden, het materialisme
mee gevolg van soms hopeloze so
ciale verhoudingen en omstandig
heden: de verwekker van een sterk
communistisch blok. Zoals het an-
ticlericalisme, dat de MRP blijkbaar
niet toestaat zich een christelijke
partij te noemen, zodat deze bewe
ging vooral van katholieken
zich bij haar doelstelling beperkt
tot het voeren van een politiek
„d'un esprit chrétien". Zoals het
reeds genoemde materialisme, dat
het overgrote deel der partijen
overheerst. Bij dit alles is hoog
conjunctuur maar een factor van de
tweede orde.
En vergeet dan niet, hoe de moei
lijkheden in Frankrijk enorm wor
den vergroot door die haast hope
loze pogingen bij het liquideren der
Franse koloniale politiek. In ons
rustig land hadden wij al zeer ern
stige conflicten bij de behandeling
va-i het Indonesische vraagstuk.
Zoals je leest, Pieter, zie ik de
Franse moeilijkheden wel als een
zeer cofhplex geheel, nauw verband
houdend met volksaard, historie en
wereldbeschouwing en daarom juist
zo moeilijk te ontwarren en op te
lossen.
En dat deze zaken haar weerslag
elders zullen vinden, bleek mij al
uit een krantenbericht, waarin
stond vermeld, dat de nieuwe Ne
derlandse Conservatieve Partij,
waarin de namen van Westerling en
Gf.lliard een grote rol spelen, reeds
contact heeft met de Franse „ster"
Poujade en hem heeft uitgenodigd
voor vergaderingen, voor midden
standers te organiseren. Soort zoekt
soort. Het is maar goed, Pieter, dat
wij een politiek niet al te onver
standig volk zijn.
Met hartelijke groet, als steeds t.t.