Mensen en 0M,uzen
Invalide Hein Cameron schildert
De ruimte roept
ONS ZIEKE ONDER WIJS'
De tien
gebod
en
Feest van de H. Familie
Besteding opbrengst van
Reuma-actie
Mohammedanen in Soedan
dreigen met terreur
Belgische cipiers voor
24 uur in staking
Ook in 1955 met injecties
de been gehouden
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 JANUARI 1956
OP EEN ZOLDERKAMER IN BERGEN OP ZOOM
,Ik wist ineens toch weer
waarvoor ik verder zou leven
Egypte
Koptische kerk
krijgt haar zin
Adviescommissie
ingesteld
In de Noordzee
Drie kinderen
verdronken
Driekoningen
in Argentinië
Geen zorgen over een huis
Sovjet-kunstmaan
dit jaar omhoog
Zuid-Soedan vraagt
federale regering
Gevangenen bleven in hun cel
op
HET LEZEN VAN ROMANS
Een kunst, die men pas geleidelijk en al
doende aanleert
Brandweer moest toekijken
99
55
(Van onze speciale verslaggever)
,1 k bewaar mooie, zeer mooie herinneringen aan mijn eerste schilders-
tijd. Ik was nog jong, had nog geen ongeluk gekregen en kon me vrij
bewegen. Ik voelde me aangetrokken tot de schilderkunst en ik pro
beerde dan ook in contact te komen met artiesten van enige naam. Veel
plezier beleefde ik aan Willem van Dordt, die eens Bergenaar was
Veel lessen kreeg ik van Jan van Raamsdonk, die destijds in Halsteren
woonde. Ja, bij van Raamsdonk bracht ik wel zeer genoegelijke uren
door. Vaak was de schrijver A. M. de Jong bij deze kunstenaar op
bezoek. Dat was precies in de periode, dat „Merijntje Gijzen" werd
geboren. De Jong las daaruit regelmatig voor. Ik kende het hele
manuscript voordat het naar de uitgever ging," zo vertelde Hein Ca
meron, een invalide, maar toch weer gelukkige Bergenaar, die in een
huisje woont in de Koepelstraat en die op de zolder van dat huisje nog
wel eens een artiest, een vriend of een kennis ontvangt.
een plaatsje hebben gekregen op zijn
atelier. Op de grond stond een „Ma
ria met het kind", een schilderij met
een vrij moderne inslag, zeer aan
vaardbaar en zonder enige twijfel een
van de beste werkjes, die ooit door
Cameron werden gemaakt.
De herinnering aan die goeie ouwe
tijd kwam bij Hein opnieuw terug.
Hij haalde een knipselboek onder zijn
bureau vandaan en liet een aantal
tekeningen zien, die in verscheidene
dagbladen werden gepubliceerd. En
hij vertelde:
„Vroeger interesseerde ik me voor
de politiek. Ik schiep er een groot ge
noegen in politieke prenten te maken",
en de schilder wees er enkele aan uit
de vooroorlogse jaren: uit de tijd van
de conferenties van Chamberlain en
Hitier, de propaganda van mijnheer
Goebbels en de zeer lawaaierige stunts
van de heer Mussolini.
Verleden tijd waren echter de te
keningen en daarom stapte Hein weer
snel over naar zijn huidige werk.
„Ik zie zo graag het werk van de
oude meesters", zei hij. „Omdat ik
hen» graag bestudeer maak ik een en
kele maal wel eens een kopie van een
van hun werken. „De appelschiller.-
de vrouw" van Pieter de Hoogh heb
ik nog pas gekopieerd. Het is een
magnifiek schilderij, waarvoor de
Hoogh niet meer dan negen kleuren
gebruikte. Ja, ik zoek een beetje ach
ter de techniek van de oude meesters.
Ik geraak daar het beste achter als
ik zelf hun schilderijen ontleed door te
kopiëren."
Hein kon echter ook veel eigen
werk laten zien. Een buitengewoon
geslaagd zelfportret en talrijke bij
belse fragmenten zoals Sodoma en
Hein Cameron
Het is alsof Onze-Lieve-Heer hem
de liefde tot het schilderen speciaal
■heeft willen meegeven, want de in-
valide begon er reeds mee toen hij
nauwelijks zeventien jaar oud was. In
I 1930 werd Cameron betrokken in een
ernstig ongeluk, zodat hij zijn beide
benen kwijt raak-te. Het duurde twee
I jaar voordat de man er weer een
[beetje bovenop was. Enkele vrienden,
bezorgd om zijn lot, moedigden hem
aan weer te gaan schilderen. Enige
maanden nog twijfelde Hein of hij nog
ooit zo ver zou komen, want zijn li-
I chaam wilde niet, maar er kwam toch
een dag, dat hij in staat was naar de
zolder van zijn huisje te klauteren en
I eenmaal achter de schildersezel geze
ten, voelde de invalide zich gelukkig
en schilderde hij.
„Ik hield er van landschappen op
I een doek te brengen, maar uiteraard
kon daar nu niets meer van komen.
Mijn vrienden gaven me andermaal
goede raad. Je moet lezen, gedichten
en verzen bestuderen en schilderen,
alsmaar schilderen. Ik deed dat en
langzaam maar zeker kwam ik er ge
heel bovenop. Dat wil zeggen, natuur
lijk bleven mijn lichamelijke gebre
ken, maar ik wist ineens toch weer
waarvoor ik verder zou kunnen le
ven".
Hein wees met zijn rechterhand
naar de diverse schilderstukken, die
Gomorra, de Wandelende Jood, de
Eeuwige Kruisweg, Christus, Saloroé
en anderen.
„Reeds jaren ben ik bezig met het
in beeld brengen van de tien gebo-
denT zo besloot de schilder. „Het
moet mijn grootste werk worden, maar
niemand krijgt het te zien voordat
het volledig is voltooid".
Cameron toonde wel enkele studies
van deze tien geboden. Studies, die
enigszins aangaven in welke richting
zich dit werk ontwikkelt.
Dat was echter het einde van dit
atelierbezoek. Als een eenzaam le
vend, maar toch gelukkig mens bleef
Cameron achter op zijn zolderkamer
tje. Opnieuw nam hij het palet ter
hand. Opnieuw schilderde hij onder
de dakpannen
Tussen de Egyptische regering en
de ortodoxe christelijke kopten van
Egypte is een overeenstemming be
reikt! die tegemoet komt aan de wen
sen van de koptische kerk.
De kerk had geprotesteerd tegen
het overdragen van zekere rechtsbe
voegdheden aan nationale gerechtsho
ven. De betreffende rechtsbevoegdhe
den - zij hebben betrekking op huwe
lijk, echtscheiding, erfeniskwesties en
dergelijke - berusten vroeger bij „kop
tlsche gerechtshoven".
De kring van feesten, die rond
het Kerstfeest gegroepeerd zijn,
wordt in zekere zin besloten door
de Zondag, waarop onze aandacht
valt op de H. Familie van Naza
reth. In onze gedachten hebben we
de tocht van die drie heilige
personen meegemaakt naar het
land der ballingschap, Egypte;
vandaar zijn zij op bevel van de
Engel teruggekeerd naar hun oor
spronkelijke woonplaats Nazareth
en daar duikt Christus onder, als
ik het zo mag uitdrukken, in de
verborgenheid en onbekendheid.
Niemand heeft er vermoedelijk
enige kennis van gehad, buiten
Maria en Joseph, wie die opgroei
ende knaap uit het timmermans
gezin was, die in onderdanigheid
aan zijn ouders leefde en werkte.
Op zich is die tamelijk lange pe
riode van Christus' verborgen le
ven een mysterie voor ons. En
kele van de diepere redenen er
van belicht ons de Kerk, wanneer
zij zegt, dat Christus het huise
lijk leven geheiligd heeft door Zijn
onuitsprekelijke voorbeelden van
deugd en heiligheid. De meest
treffende van alle is ongetwijfeld
Zijn onderdanigheid geweest. ,,De
God, Wie de engelen en heer
schappijen en de machten ge
hoorzamen, was onderdanig aan
Maria en om harentwille ook aan
St. Joseph", zo schrijft de H.
Bernardus.
De onderdanigheid is wel een
der voornaamsten voor ieder ge
zin, noodzakelijke voorwaarde
ook voor de huiselijke vrede en
geluk. Zij erkent de door God ge
stelde verhoudingen, handhaaft de
orde, kweekt de onderlinge lief
de en toewijding en de eensge
zindheid. waardoor de harten sa
mengroeien.
De Kerk, die door het instellen
van de gelovigen te richten
leen beoogt om het gebedsleven
van de gegelovigen te richten,
maar ook om hen te onderrichten
en hun leven te beinvloeden, heeft
de feestdag der H. Familie juist
in deze tijd algemeen ingevoerd,
om het ideaal van het Christelijk
gezin te stellen tegenover de dwa
lingen van deze tijd, die geken
merkt wordt door haast onbe
perkte vrijheid en najagen van
genoegens. De jonge man en het
jonge rrveisje, die zelfstandig zijn
en het ouderlijke huis beschouwen
als een gemakkelijk pension, zijn
een heel gewone verschijning van
deze tijd. Huwelijk en gezin zijn
niet meer het oude bolwerk, waar
binnen de gezinsleden veilig en
gelukkig leven en waar godsdienst
en wederzijdse liefde als vanzelf
sprekend zijn. „Wanneer het de
vijanden gelukt het huwelijk te
onteren, het ouderlijk gezag te
ondermijnen en de banden van
liefde en plicht tussen het kind
en zijn vader en moeder te ver
breken, verwoesten zij het chris
telijk gezin", schrijft Coleridge.
Daartegenover verdedigt de Kerk
een van haar schoonste scheppin
gen, die tevens een van de groot
ste welddaden der mensheid is:
het Christelijke gezin. Dit is de
glorie der Kerk, het grootste ge
luk voor ouders en kinderen, die
in Christus zijn verankerd, een
geluk en een vreugde, die men
een leven lang niet zal vergeten.
Het is daarom goed in deze da
gen na Kerstmis, nu onze ge
dachten no<r zijn vervuld van het
liefelijk tafereel der Geboorte,
ook zijn geest te richten op die
stille werkplaats van Nazareth,
op liet eenvoudige en doodarme
huisje van Nazareth, want daar
heeft een gezin geleefd, dat zulk
een heerlijk en verlichtend voor
beeld was, dat de glans ervan ook
door onze dagen gaat en op velen,
wier hart op God gericht is een
onweerstaanbare aandrang uit
oefent.
Hein Cameron wordt geïnspireerd
door gedichten en verzen, maar ook
door muziek. Hij is bezig met het
vervaardigen van een doek, dat
geïnspireerd is op Beethoven's
„Missa Solemnis".
Het bestuur van de nederlandse ver
eniging tot reumatiekbestrijding heeft
een commissie ingesteld, die het be-i
stuur zal adviseren omtrent de ver
deling van de opbrengst der in de
afgelopen zomer gevoerde actie van
het Nationaal Reumafonds.
Tachtig procent van de opbrengst
der actie is bestemd voor de uitbrei
ding van behandelingsmogelijkheden.
Over de besteding van deze tachtig
procent wordt het advies der commis
sie gevraagd. Tien procent wordt be
stemd voor wetenschappelijk onder
zoek. Dit bedrag wordt geschonken
aan het dr. Jan van Breemenfonds.
De resterende tien procent zal wor
den besteed om de Nederlandse
Vereniging tot Reumatiekbestrijding
in staat te stellen meer intensief de
propaganda en voorlichting voof de
reumatiekbestrijding in Nederland
ter hand te kunnen nemen.
De stichting landelijk katholiek reu
macentrum heeft een actie, die zij
vorig jaar van plan was, opgeschort
tot na afloop van de landelijke actie
van het nationaal reumafonds, en
zich bovendien geheel achter laatst
genoemde actie gesteld. Daartegen
over verwachtte men, dat een even
redig deel van 80% van de opbrengst
ten goede zou komen van het lande
lijk katholiek reumacentrum. Het be-
Aan de Duitse Noordzeekust heeft
men na 24 uur zoeken de lichamen
gevonden van drie jongens. De kna
pen, Alex Vollmer, 11 jaar, Wilfried
Peters, 7 jaar en Senke Peter, 6 jaar,
werden vermist nadat zij aan het
strand hadden gespeeld toen de vloed
opkwam. Volgens de politie liepen de
kinderen te ver in zee en waren zij
in de dikke mist, die de kust bedek
te, verdwaald.
De drie knapen waren de kinderen
van drie Duitse arbeiders. Wilfried
en Senke waren geen familie van el
kaar.
Wesselburen is een kleine vissers
plaats ongeveer 120 km ten noord
westen van Hamburg. (U.P.)
stuur van het nationaal reumafonds
heeft dit als billijk aanvaard.
Wat de opbrengst van de actie be-n
treft: op 31 december j.l. was ont
vangen
uit de verrassingscouvertjes netto
pl.m. f 2.000.000.van de zieken
fondsen f 40.409.54; van het bedrijfs
leven f 81.756.85; van gemeenten
f 11.839.52.
Nog steeds komen er echter gelden
binnen. Men verwacht, dat de eind
afrekening van de verrassingscouver
tjes op 16 februari zal kunnen ge
schieden.
Het feest van Driekoningen zal uit
achting voor de katholieke mening
in Argentinië weer worden gevierd.
Het regiem van Peron had dit feest
bekend als ,,tres reyes" afgeschaft.
De voorlopige Argentijnse president,
generaal Pedro Aramburu, telegra
feerde de H.Vader zijn dank voor de
bijzondere zegen van het Argentijnse
volk. Hij zond de Heilige Vader en
de katholieke kerk zijn beste wensen,
(U.P.)
Op deze foto ziet men hoe twee
Duitse prinsessen, de 22-jarige prin
ses Christina van Hessen (rechts)
en de 19-jarige prinses Beatrix von
Hohenlohe-Langenburg (links) bei
den nichtjes van de hertog van
Edinburgh, uit Duitsland in het
Londense Liverpoolstreet - station
arriveerden. De meisjes, die in En
geland werk kwamen zoeken en
daar een nieuw leven willen be
ginnen, vonden meteen onderdak
in een op aanwijzingen van prins
Philip met meubilair uit Windsor
Castle ingerichte flat bij Pimlico's
Dolphin Square, met uitzicht op de
Theems, waarvan de huur het niet
onaardige sommetje van 100 gulden
per week bedraagt....
Professor Prokrofski, een vooraan
staand sovjet-expert op het gebied
van ruimtevaart, schrijft in het blad
„Troed", dat de Sovjet-Unie in staat
is om nog dit jaar (1956) een kunst
matige satelliet om de aarde te doen
draaien.
Hij zegt, dat de proeven zo ver ge
vorderd zijn dat men in de praktische
faze is gekomen.
Er zijn twee methoden, aldus Pro-
kofski, de een bestaat in het afschie
ten van een drievoudige raket, waar
van het laatste stuk, de „neus", zich
op een hoogte van enkele honderden
kilometers zou losmaken om met een
snelheid van acht kilometer per se
conde verder te stijgen. Dit stuk zou
in 103 minuten om de aarde cirke
len.
Volgens de andere, goedkopere en
eenvoudiger, methode zou een raket
afgevuurd worden die op haar beurt
na het bereiken van de gewenst
hoogte een hoeveelheid met behulp
van explosieven zou afschieten. Deze
hoeveelheid metaal zou als kunstsa
telliet kunnen fungeren. Als dit meta
len voorwerp de grootte van een ten
nisbal zou hebben zou men bijzonder
sterke telescopen nodig hebben. Zou
het echter de omvang van een voet
bal hebben, dan zou men met gewone
telexcopen kunnen volstaan.
De professor schrijft verder, dat
honden en apen honderden kilometers
omhoog geschoten zijn zonder dat zjj
daarvan schade bleken te hebben on
dervonden. Deze proeven waren ge
daan, om de uitwerking van ruimte
vaart op het biologische leven te be
studeren.
In de Soedan, de jongste onafhan
kelijke staat van Afrika, hebben fa
natieke Mohammedanen verklaard,
dat het zuiden van het land binnen
enige jaren volledig mohammedaans
zal zijn. De missionarissen zullen dan
verdreven zyn en wanneer de mo
hammedanen aan de macht gekomen
zullen zyn, zal er slechts werk en
geld zijn voor de volgelingen van de
Islam.
De bijna 6,5 miljoen Arabische is
lamieten van het economisch voorlig
gende noorden is zich zeer bewuèt
van hun superioriteit over de 2,5 mil
joen primitief levende negers en hei
denen van het zuiden. De 143 duizend
soedanese katholieken, die voor 95
procent in het zuiden wonen, vrezen
met de andere bewoners van het zui
den, dat zij thans na het einde van
het koloniaal bestuur onder de machts
heerschappij komen van het moham
medaanse noorden.
Derhalve vraagt Zuid-Soedan een
fedei-alistische regeringsvorm en wij
zen zij de centralisatie in regering
en bestuur beslist van de hand.
„De kerk vraagt vrijheid van on-
derwys en opvoeding; en vrijheid van
geweten voor een ieder zowel als voor
het bestuur en zijn instellingen", heb
ben de katholieke bisschoppen reeds
twee jaar geleden verklaard naar aan
leiding van de anglo-egyptische over
eenkomst met de Soedan. Destijds
heeft het parlement een resolutie aan
genomen waarin aan christenen en
heidenen volledige gelijkstelling voor
de wet en godsdienstvrijheid verze
kerd werden.
De 143.000 katholieken en 20.000 ka-
techumenen van de Soedan zijn ver
deeld onder vier apostolische-vicaria-
ten en twee apostolisch-perfecturen.
In totaal oefenen 198 priesters, waar
van 11 inheemse, de zielzorg uit. Mo
menteel bereiden zich 25 soedanezen
op het priesterschap voor.
Cipiers en gevangenispersoneel, aangesloten by de Christelijke vakbonden
zijn donderdagmorgen om 6 uur in staking gegaan. Rond het middaguur
schatte men dat over gans het land ongeveer 60 pet. van het gevangenis
personeel het werk had neergelegd. Dat alles gaf natuurlijk geen aanlei
ding tot spectaculaire zaken. De gevangenispoorten bleven potdicht en by
ons weten slaagde er geen enkele gevangene in, te ontkomen, dank zij
die stakinj;.
Veeleer waren het de gevangenen, In Merksplas was de staking van
die het konden uitzweten. Niet alleen 6 uur 's morgens algemeen. De ge-
moesten ze overal op cel blijven, iets vangenen werden allemaal binnenge-
wat volgens ingewijden, heel wat min- houden en rond en in de gevangenis
der interessant is dan onder toezicht circuleerden niet minder dan 200
te arbeiden, en bovendien werd het rijkswachters. Overvalwagens pa-
eten door een te zwakke personeels- troeljeerden bovendien tussen Merks-
bezetting zo met vertraging opgediend plas en de kolonies van Hoogstraten
dat de gevangenen allemaal koude en Wortel. In Hoogstraten begaven de
schotels te verorberen kregen. bewakers zich normaal naar de ge-
i vangenis, maar daargekomen gingen
OVERZICHT zij in zitstaking. Stakende cipiers uit
VAN DE TOESTAND Merksplas* kwamen zich hier, even-
als te Wortel bij het ingaan der shif-
j ten aan de gevangenispoort opstellen
1 om hun collega's de zitstaking af te
In Antwerpen ging éen vierde van raden. Alleen de medische diensten
het personeel in staking. De bewakers 5 en de voedselvoorzieningsdienst ble-
van de nachtploeg mochten het werk
niet verlaten. Te Mechelen legden al
le cipiers het werk neer, terwijl zelfs
de administratie zich bij de actie aan-
(Van onze onderwij smedewerker)
ven verzekerd.
In Turnhout werkten alleen de so
cialistisch georganiseerde cipiers.
sloot. In Brugge was de staking even- De cipiers eisen in de eerste plaats
eens algemeen en dienden gendar- loonsverhoging. Het huidige minimum
mf»n Ho oovanoorion to howalron fioV r\,\n e
van 46.000 fr. per jaar zou moeten
men de gevangenen te bewaken. Ook
in Dendermonde bleven de cipiers verhoogdworden ~tot~~47,8M~ fr.",~ te'rl
thuis, terwijl de mannen van de - - -
muis, terwijl ae mannen van ae wijl -t maximum van 65.000 op 69.400
nachtdienst met afgelost werden dus lr. zou moeten gebracht wordPen.
en dan maar in zitstaking gingen,
aangezien ze niet buiten mochten. In J Voor het overige zijn er eisen ge-
de hulpgevangenis van Leuven werd steld inzake een grote personeelswer-
de dienst verzekerd door zegge en
schrijve vier bewakers. Alle anderen
staakten. Te Aarden en Namen "was
de staking volledig terwijl te Luik
en te Nijvel het volledig administra
tief personeel het werk neerlegde.
ving. Het is namelijk zo, dat de ci
piers thans heel wat overuren moeten
maken. Hun rusturen dienen ze in de
regel in de gevangenis door te bren
gen en hiervoor ontvangen ze slechts
20 fr. per dag van 8 uren.
Voor wij ons aan het schrij
ven zetten van een onderwijs-
jaaroverzicht, hebben wij nog
eens aandachtig het soortge
lijke artikel nagelezen, dat in
januari 1955 op deze plaats
verscheen. „Voorspel van de
chaos" luidde toen het op
schrift en daaronder volgde 'n
opsomming van sombere fei
ten uit de wereld van het on
derwijs. De conclusie luidde:
het onderwijs is zo ziek, dat
men tevreden mag zijn, wan
neer er althans een medicijn
gevonden wordt, waardoor de
zieken niet overlijdt.
Welnu: het onderwijs is in 1955 niet
overleden. En zoals wij bij nader
inzien begrijpen: deze patiënt zal ook
niet overlijden. Helaas, mag men
wel zeggen. Was het maar zo, dat
de kwalen van het onderwijs zicht
baar te maken waren voor iedere
toeschouwer. Doch hoe ziek deze lij
der ook is, de critische buitenstaan
der leest herhaaldelijk van nieuwe
schoolgebouwen en departementale ac
tiviteiten; alle kinderen uit de straat
gaan nog dagelijks naar school, dus
wat zou er aan de hand zijn, niet
waar?
En toch gaat achter deze rustige
facade een toestand schuil, die bij
voortduring een demonstratie vormt
van verwaarlozing van een levensge
bied, dat volks-zaak zou moeten zijn.
Zeker, het is gepast een woord van
lof uit te spreken aan het adres van
Minister Cals, die in 1955 met inzet
van alle krachten het onderwijs heeft
gediend en de onsterfelijke verdienste
heeft, de wet op het Kleuteronder-,
wys op zyn naam te hebben ge
bracht. Weliswaar kleven aan deze
wet nog enige schoonheidsgebreken,-
met name de hoge leerlingenschaal
maar dit weegt toch niet op tegen
het vele goed, dat in deze welkome
wet werd vastgelegd.
KLACHTEN
Onze tijd kent geen letterkundig
genre, dat zo druk beoefend en ook
algemeen aanvaard wordt als dat
van de roman. Dagelijks ontmoet mar
in de aankondigingen der uitgeverij
en en de catalogi der boekhandelaren
waaronder de brievenbus bijna be
zwijkt, de namen van nieuwe schrij
vers en nieuwe boeken. De markt
wordt overstroomd door de nimmer,
aliatende vloed van oorspronkelijke
en vertaalde romans, die elke das
verschijnen en, naar men veronder
stellen mag gretig aftrek vinden De
boekenplanken in onze bibliotheken
buigen door onder het gewicht van
de lijvige trilogieën, die broerderlijk
naast werken staan van sprankelende
humor, of vernuftige detective-verna-
I Icn. Kranten en tijdschriften publice-
ren alle romans in feuilleton-vorm
Het zal dan ook moeilijk zijn iemand
I te vinden heden ten dage, die geen
Bimans leest. Wat is er ook genoeg-
hjker dan zich op winteravond in ecu
I f™,kke^e stoel bij de haard te
nestelen met een roman, met een
ooekska in een hoekske....
EEN EIGEN WERELD
Het lezen van een roman is e
kunst, die men eerst geleidelijk en al
doende aanleert-Wanneer men bijvoor
beeld vliegensvlug het boek doorbla
dert, hier en daar wat leest, om zo
gauw mogelijk te weten te kom»,i
„hoe het afloopt", dan leest men geen
romans, op zijn hoogst aardige ver
haaltjes. die men ook zelf bedenken
kan. Wil een roman goed gelezen
worden, dan moet de lezer zich op
een zeer bepaalde manier instellen jp
het boek, en een „hurry-hurry temp""
is altijd funest. Het is met het lezen
van boeken als met het nuttigen van
spijs en drank: het is de aard van
het voedsel, dat de smaak bepaalt,
maar niet minder de toestand van
hem die het tot zich neemt. Al geeft
de vrouw des huizes al haar kook
kunst ten beste, haar moeite blijft
vergeefs, als haar gast grieperig is ol
gehaast. Het goede gerecht moet goed
worden gegeten: geen caviaar bij een
haastig twaalf-uurtje. Op dezelfde
wijze vraagt de goede roman een rus
tige lezer, die wat de schrijver hem
voorschotelt proeven kan.
De roman is een eigen wereld. De
schrijver roept er werkelijke mensen
in het leven, die hij afschildert in hun
aard en hun lot. Hij laat zien, wat ze
doen en waarom ze juist dit doen.
Men ontmoet er zo de meest uiteen
lopende typen: de verliefde knaap en
de nukkige vader, de grillige vrouw
en de wanhopige zelfmoordenaar, de
bon-viveur en de schurk. Al deze
personen nemen hun eigen houdi ig
aan tegenover heV leven en de din
gen, die men daarin aantreft. De rus
tige lezer, die zich open stelt om on.-
vankelijk te zijn, zal elk der figuren
en hun denk- en handelwijze kunnen
gaan begrijpen, geleid aan de hand
van de schrijver. Door deze begrij
pende houding ten aanzien van Je
personen, die in de wereld van de
roman hun leven leiden, wordt de
persoonlijkheid van de lezer rijker en
ruimer, want hij treedt uit het enge
kringetje van het eigen ik door ook
een andere manier van denken en le
ven te zien en te begrijpen. Maar
Hieraan is ook een gevaar verbonden,
wanneer men zich al te zeer inleeft
in de figuren van de auteur, zonder
critische zin, en men zich uitsluitend
leiden laat door de spontane antipa
thieën en sympathieën, die de schrij
ver via zijn figuren wakker roeot,
dan verliest men de eigen levenshou
ding en de persoonlijkheid van de le
zer boet in aan eigen oorspronkelijk
heid. Leven en denken wordt dan te-
zeer geschoeid op de leest van de
romanfiguren. Een critische instelling
bij de lezer, die daardoor zijn eigen
houding tegenover het leven niet
prijs geeft en zijn vrijheid handhaaft,
is dan ook alleszins gewenst. Ook
hier moet men echter niet in een
uiterste vervallen. De lezer moet ge
reserveerd blijven en een overhaast
oordeel vermijden. Een overhaasting
is bij het lezen van romans een groot
gevaar, juist omdat de door de
schrijver in zijn figuren uitgedrukte
levenshoudingen reeds vanaf de eer
ste bladzijde sympathie of antipathie
wekken.
HERLEZEN
Wat zal dus de ideale romanlezer
doen? Hij moet begrijpen èn critisch
oordelen, zichzelf openstellen en toch
niet zichzelf verliezen. De spontane
■sympathieën en antipathieën zal hij
niet wegdrukken, maar ze ook niet
als onmiddellijke en enige leidraad
nemen. De roman moet onbevangen
worden gelezen, de figuren worden
begrepen, doorvoeld en doorleefd,
maar critisch aan de eigen persoon
lijke godsdienstige en zedelijke over
tuigingen worden getoest. De ware
romanlezer zal er dan ook niet voor
terugsohrikken het boek voor ae
tweede, eventueel derde maal te le
zen. De sensatie van het „verhaaltje"
is dan voorbij, men weet wat er komt
en hoe „het afloopt", men staat dan
ook open voor de fijnere nuances,
waardoor men nóg beter begrijpen
kan en juister oordelen.
Het zal de lezer van deze weinige
regels duidelijk zijn, dat het lezen
van romans een geheel eigen instel
ling vraagt, die ieder zich persoonlijk
al lezende toeëigent. Het vruchtbaar
verwerken van romanlectuur is een
eigen kunst, die men niet zonder in
spanning verwerft. Maar heeft men
haar eenmaal eigen gemaakt, dan be
tekent elke roman een verruiming
van blik, meer begrip voor de ander
en een persoonlijker en bewuster stel-
lingname tegenover de dingen des
levens.
C. B.
Tegenover dit hoogtepunt in het
onderwijs-beleid van 1955 staat he
laas een eindeloze reeks klachten uit
alle takken van Onderwijs over een
nijpend tekort aan docenten. En hier
wreekt zich weer de aard van dit
geestelijke vraagstuk: wanneer een
industrie onderbezet is aan personeel,
bemerkt men dit tekort in de om
vang van de productie. Maar een met
leerkrachten onderbezette school
neemt toch dagelijks de gebruikelijke
aantallen leerlingen op. Wat deze kin
deren echter kwalitatief tekort ko
men, kunt U hun niet om vier uur
van het gezicht aflezen. Kwantiteits
verschillen zijn onmiddellijk meet
baar; kwalitatieve achteruitgang nau
welijks of niét.
In feite is het zo, dat het lager
onderwijs, het ulo, het n.o. en het
m.o. gaande worden gehouden door
inschakeling van grote aantallen ge
huwde en onvolledig-bevoegde leer
krachten. En deze staan dan nog
dagelijks voor klassen van een derge
lijke omvang, dat de kwaliteit van
het onderwijs daar ernstig onder lij
den moet.
Wat deze leerlingenschaal betreft:
in de loop van 1955 stelde Minister
Ca)s een Departemantale Commissie
in, die plannen moet ontwerpen tot
een geleidelijke verbetering van deze
leerlingenschool. Doch zelfs wanneer
binnen afzienbare tijd concrete plan
nen ter tafel komen: wat valt er
van hun verwezenlijking te verwach
ten, zolang de klassen moeten worden
„volgepropt" wegens een leerkrach
ten-tekort?
Zeker, door diverse maatregelen is
het aantal kwekelingen aanmerkelijk
uitgebreid. Maar daartegenover staat
het feit, dat nu langzamerhand de
kinderen uit de jaren van de hoge
geboortecijfers de lagere school be
ginnen te verlaten. Grote aantallen
van hen zullen bij ulo en n.o. voor
voortgezet onderwijs aankloppen. Het
leerkrachtenreservoir van deze school
typen moet echter grotendeels vanuit
het lagere onderwijs worden gevuld.
Lijkt dit niet verdacht veel op het
bekende: het ene gat met het an
dere stoppen? Met name het ulo ver
keert ten aanzien van de personeels
voorziening in een wanhopige toe
stand.
DE SCHULD
Nadat er op de eerste nieuwjaars
dag in de Russische ambasaade in
de Canadese hoofdstad Ottawa op
mysterieuze wijze - volgens de Rus
sische ambassadeur, D. S. Chauva-
hin, „door slechte elektrische lei
dingen of zoiets" brand was uit
gebroken, werd dit gebouw, zoals
de foto laat zien, tot in de funda-
mentc door de vlammen vernield.
Het merkwaardige van dit geval is,
dat de Russische diplomaten alle,
snel aanwezige, Canadese brand
weerlieden bij het laaiende gebouw
weghielden, „omdat de ambassade
Russisch grondgebied was"... De
schade wordt geschat op honderd
duizend dollar....
Waar ligt de schuld? Is het niet zo,
dat men het onderwijs als werk
kring te weinig aantrekkelijk heeft
gemaakt. Onze lezers weten, dat wij
doorgaans de materiële strijdpunten
uit de onderwijswereld in onze ru
briek niet aanroeren.
Doch in dit verband mag een ern
stige klacht over de trage gang van
zaken in het Georganiseerd Overleg
tussen regering en onderwijs-organi-
saties van alle takken van dienst niet
verzwegen worden. Op dit punt is ook
in 1955 door de overheid zeer ern
stig tekort geschoten.
Wat zouden wij dan nog spreken
over onderwijsvernieuwing? Men
spreekt niet over nieuwe meubels en
een fris behangetje aan een ziekbed.
Wij kunnen slechts constateren, dat
door een groot aantal nood-maatrege
len het onderwijs in 1955 gaande ge
houden is. Nood-maatregelen! De pa
tiënt is weer een jaar lang met in
jecties op de been gehouden! Wij
moeten echter blijven hopen, dat 1956
misschien bij regering en volk het
besef zal wakker schudden, dat een
welvarend land geschandvlekt wordt
door een dergelijke provisorische en
onvoldoende onderwijsvoorziening. Op
de thans gebruikelijke wijze onder
graaft men de geestkracht van een
ganse generatie.