C VROUWENSPIEGEL
J303I12M3WU0HV
liefde zijn
werk
Onuitputtelijk geduld en
grondslagen van haar
Van schapenvacht tot kant wol
Permanent in conditie
KENT U DE SPINTOL
Leeuw in de
staltent
SIERLIJK EN PRACTISCH
NARCOSE-SPEELGOED
Foor de Vrouw ,f
Zegetocht van Bandfluweel
Gesprek met een hogeschoolrijdster
Mademoiselle Valesca bleef vrouwook
de wereld van het circus
ACHT MILJOEN KILOMETER WOL PER JAAR
Let op de kleur
Met Nederlandse grutterswaren
is het goed bakken
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 JANUARI 1956
o
Een ontmoeting met de hogeschoolrijdster, mademoiselle Valesca, die verbonden is aan
een bekend Nederlands circus, is zonder meer overrompelend. Een van huis uit (ón
danks haar romantisch beroep van „Circusl'rinzessin"doodgewone vrouiv van grote
eenvoud en toch ook weer hoge voornaamheid en ontwikkeling. Internationaal georiën
teerd uitstekend belezen, thuis in de bouw-stijlen van de gehele oude en nieuwe wereld
en.... hogeschoolrijdster. Mile Valesca is een telg uit het aloude beroemde circusge
slacht JVilke. Zij is bekend als harstochtelijke dierenvriendin, terwijl haar zeldzaam vak
kundige omgang met paarden befaamd is door geheel Europa.
Deze intelligente, doch overigens zeer bescheiden vrouw doet b.v. evenveel aan op weten
schappelijke basis geschoeide dierenkunde als aan de gewone dressuur, die niet alleen
paarden, doch ook wilde dieren, vooral beren, omvat.
Haar kostbare bruine en witte volbloeds verzorgt zij persoonlijk. Zelfs
wanneer er eits aan hun gezondheid hapert komt er geen dierenarts over
de vloer. Valesca bedient zich bij de genezing van de modernste technische
hulpmiddelen zoals kort geleden toen zij een beenwonde bij een paard vol
komen genas met infraphile-bestraling. Zij vormt als het ware een eenheid
met haar dieren waarmede zij even gemakkelijk optreedt op de Bühne
als in de circuspiste. Temidden van een Nederlands tournee deed haar
vader, Opa Wilke, destijds ook Zevenbergen (N.B.) aan waar geheel on
verwacht dit veelbelovend kind Valesca geboren werd.
Opa Wilke, die als doorgewinterde
circusfiguur zich nooit schaamde in
het jachtende toernee het zwaarste
werk te doen en nooit alles zo maar
lukraak alleen aan het personeel
overliet, kreeg dus naast zijn vele
besognes, er weer nieuwe zorgen bij.
Hij was nu eens dompteur, dresseur
dan weer regisseur of zakelijk leider;
opbouw of toepassing van circustech
niek, het was hem om 't even. De
ook in ons land zeer populaire cir
cuskoning Carl Strassburger, kon het
uitstekend met de Wilke's vinden.
Onder directeur Strassburger heb ik
mijn mooiste levensdagen gekend"
merkt Valesca met enige weemoed
in haar stem op. Met haar broer
Bobby, waarmee zij geregeld in een
sterk team samenwerkt en avond aan
avond spectaculaire parforce en jocky
nummers rijdt met als top-nummer
haar prima hogeschoolwerk, vormt zij
een der hoogtepunten van een pro
gram zowel uit oogpunt van technisch
kunnen, elegance als artistiek peil.
Twee circuskinderen van beroemde
stam die op elkaar zijn ingesteld, en
die de keiharde kanten van hun stiel
nemen voor wat ze zijn doch daar
naast ook de genoegens van betrek
kelijke roem cn romantiek door hun
vakmanschap mogen smaken.
Flatteus gekleed in een rijcostuum
(overigens loopt zij normaal in vrou
wenkleding en verfoeit de spijker
broek) treedt dit charmante artisten-
kind vanuit de circusstallen ons met
een joviaal uitgesproken Hollandse
morgengroet tegemoet. Mademoisel
le Valesca, U is eigenlijk van huis
uit een Ameriwaanse", laten wij ons
een tikje verbaasd ontvallen. ..Dat
klopt" zegt Valesca, „maar ik ben
in Zevenbergen geboren".
NIET DE ZWEEP
,,Opa Wilke" vertelt Valesca,
leerde zijn beide kinderen, niet zo
zeer met de zweep of karwats om
gaan doch hij leerde hen het volle
dig begrijpen van het dier in al zijn
onvolkomenheid. Alleen zo kan het
dier behoorlijk opgevoed worden,
waarvoor het veelal dankbaar is. Om
uit mijn volbloed rossinanten de
hoogst mogelijke prestaties te halen
moet ik er mee omgaan als waren
het schoolkinderen. Een berisping, be
straffing of beloning kan daarbij dik
wijls niet ontbeerd worden. De dres-
suurtijd duurt zo ongeveer 1.5 jaar.
Vanaf mijn 7e jaar begon ik onder
vaders leiding dit naar mijn mening
ook idealistische werk; onuitputte
lijk geduld en liefde zijn er de grond
slagen van.
Practisch het gehele Europese con
tinent, w.o. alle hoofdsteden heb ik
bereisd met altijd ongeëvenaarde suc
cessen wat voor ons kleine gevoelige
mensen toch altijd nog evenementen
zijn. Aan de onberispelijk uitgevoer
de Pas de deux die ik met mijn twee
wittê sierlijk opgetuigde rijdieren
Douglas en Hydia avond aan avond
in de voorstelling maak is heel wat
aan voorafgegaan. Ik geniet niet min
der dan het dankbare publiek als
mijn vossen ..Mascotte" en ,,Pari"
op perfecte wijze ,,E11 Bayon" voor
schotelen. Ik werkte o.m. bij de cir
cussen Portiers, Gleich, Boglione,
Strassburger en ons zeer populaire
Hollandse circus van Bever. ,,Ons
werk", merkt Mile Valesca op onze
vraag op, ,.is niet zonder gevaar."
En op boeiende wyze verhaalt zy
van het incident dat zich tydcns haar
toernee in een der hoofdsteden van
Europa afspeelde, waarbij een vol
wassen leeuw door de nalatigheid
van een staljongen, zijn stalen kooi
uitstormde en zich in de stallen ver
greep aan twee kostbare paarden.
Dank zij Valesca's doortastend en on
verschrokken optreden (waar haalde
ik de moed vandaan, ik snap het
zelf niet) werd het ongeluk spoedig
bezworen. Angst", zegt Valesca iro
nisch, „is in deze gevallen altijd een
slechte raadgever. Het ene paard
werd gedood het andere was dusda-i
nig toegetakeld dat het moest wor
den afgemaakt. Het breken van mijn
sleutelbeen destijds bij een val was
bij dit schadepost je vergeleken niet«
Het zware artistenwerk eist dat we
permanent in prima conditie zyn. Cor
pulentie, zwakheid van lichaamstruc
tuur, onvastheid van blik en onma
tigheid zijn onze grootste vijanden."
De zware bronzen circusbei luidt.
Het is voor haar nummer. Met een
stevige handdruk neemt Valesca har
telijk afscheid van ons. „We zijn haast
aan het einde van ons toernee, nieu
we mogelijkheden, een nieuwe toe
komst rijzen voor ons op. Vaste toe
komstplannen heb ik nog niet. Voor
lopig slaan we ons winterkwartier
op ergens in Nederland. Tijd om te
dresseren, om te denken en te creë
ren" besloot Mademoiselle Valesca.
Als men op het punt staat te denken, dat de menselijke
fantasie op modegebied eindelijk wel eens uitgeput zal
raken, is daar plotseling tceer iets heel nieuws om ons van
het tegendeel te overtuigen.
Een voorbeeld hiervan is de sier-
rltssluiting. die zich als nieuwste
snufje heeft aangediend. Jaren zijn
er heengegaan over onze eenvoudige
handige ritssluitingen, die wij zoveel
mogelijk trachtten te verbergen, om
ze liefst onzichtbaar te doen zijn.
Maar daar verschijnt opeens de sier-
ritssluiting, die niet alleen practisch
is, maar bovendien een versiering
vormt voor onze japonnen, blouses,
pullovers, mantels, tassen en para-
pluies. Inplaats van de „rits" te
verbergen, wordt ze nu juist zoveel
mogelijk naar voren gehaald, ze is
van gebruiksvoorwerp, siervoorwerp
geworden, van stille assepoester tot
stralende prinses. Deze omtovering
begon in Wenen en vandaar kwam ze
naar ons land, waar ze nu in de
daarvoor aangewezen zaken verkrijg
baar is. De meest gangbare lengte
bedraagt 20 cm en deze wordt gele
verd in elf verschillende kleuren:
zwart, wit, grijs, bruin, groen, rose,
bleu, blauw, geel, rood en wijnrood.
Het materiaal is een bijzonder soort
verharde plastic, dat vrijwel onver
slijtbaar is. Inplaats van met plastic
tandjes, is de sierrits ook wel bezet
met strass, imitatie - diamantsteen
tjes, die een fonkeleffect geven. Som'
mige vertonen de z.g. „Mondschein-
stecn", die goudkleurig geëloxeerd
is en niet verkleurt. Ook de strass-
bezetting is van de beste kwaliteit.
De sluitingen kunnen da,i ook nor
maal met het kledingstuk mee ge
wassen worden in een lauw of half-
warm sopje, de steentjes zullen niet
loslaten; er wordt een langdurige
garantie op gegeven. Dit is een heel
belangrijk punt met betrekking tot
de verkoop en cr is geen twijfel mo
gelijk of de sierritssluiting zal zich
snel een favoriete plaats veroveren in
de damesgarderobc. Als extra - ver
siering hebben deze nieuwe ritsen
fantasie-schuiver, terwijl het meren
deel vergezeld gaat van bijpassende
oorknoppen of oorclips.
Nu wordt het dus een kwestie van
smaak om de sierritssluiting in toe
passing te brengen, want daarvan
hangt natuurlijk haar cffeet af, even
als het succes van het betreffende
kledingstuk. Bij het innaaien moet er
wel op gelet worden, dat de rails,
waarin de schuiver loopt, geheel vrij-
blijven. In het voorjaar en misschien
al eerder, zullen we de sierrits ook
in confectie-kieding zien verwerkt.
Waarmee een kleine, moderne vin
ding burgerrecht verworven heeft 1
M. M.
Het is vaak moeilijk zich aan een motie te
onttrekken, vooral wanneer men zo nauw
bij mode betrokken is als wij. Wij vragen
ons dus met velen af, wie er eigenlijk ge
lukkiger zijn, mensen in min of meer pri
mitieve samenlevingen of wij, stervelingen
van een jachtige door de machine beheerste
westerse maatschappij. Dit vraagstuk, dat
Wol is nu eenmaal een prettig materiaal, waarmede we allen graag
omgaan. De man die een mooi kamgaren pak heeft gekocht strijkt met
voldoening over de stof, de coupeur, die een mantel gaat maken, laat
een coupon met liefde door zijn handen glijden en de huisvrouw of het
jonge meisje die een trui of een rok breien, leggen het werkstuk telkens
even op hun schoot uit en voelen hoe zacht en warm het is.
ons in het algemeen nauwelijks beroert,
omdat wij ons nu eenmaal zeer wel thuis
voelen in de jachtige, wat lawaaierige en
door reclame beheerste tijd, waarin wij
leven, stellen wij aan ^le orde omdat wij
ons hier bezig houden met wol, met brei-
wol in het bijzonder.
Maar zou de voldoening bij allen
niet nog veel groter zijn, wanneer zij
zelf het materiaal hadden kunnen
maken? Voor de eerstgenoemden is
de afstand tot het schaap reeds zo
onoverbrugbaar geworden, dat de
mogelijkheid feitelijk nauwelijks meer
bij hen opkomt: de industrie is vol
komen onmisbaar geworden. Maar bij
de breiwol ligt het toch nog wel iets
anders. Velen zullen zich uit de oor
logsjaren herinneren, hoe men pogin
gen deed zelf te spinnen met de wol
van klandestien geslachte schapen.
Het sukses was niet altijd even groot,
want ook handspinnen is een kunst,
die slechts langzaam eigen gemaakt
wordt. In primitievere landen echter,
wordt deze kunst nog druk beoefend.
In Joego-Slavië zagen wij deze zomer
nog talrijke vrouwen rustig langs de
weg of achter hun schapen voort-
wandelend, hun spintol hanteren. Deze
vrouwen smaken nog het genoegen
zelf de schapen te weiden, de gescho
ren vacht te sorteren en te wassen,
zelf de wol te spinnen en te verven,
zelf te verwerken tot allerlei kle-
dings- en gebruiksvoorwerpen. Wan
neer zij iets klaar hebben, is het
hun eigen werk van begin tot eind!
En de moderne Nederlandse Jiuis-
vrouw? Heeft zij dan alleen maar
een achterstelling by haar eenvoudi
ger levende seksegenoten? Integen
deel, want ook al bereiken deze
boerenvrouwen soms een grote vaar
digheid in de verschillende bewerkin
gen, het resultaat blijft ruw en on
volkomen vergeleken met de produc
ten van de moderne breiwolindustrie!
En dan tellen wij nog niet eens het
ontzagwekkende aantal uren dat nodig
is alvorens zij alleen nog maar kan
beginnen met het breien!
De moderne breiwol is het resultaat
van een wijd vertakte handel en in
dustrie, die met de grootste zorg en
liefde de gore ruwe vachten van
schapen uit Australië, Zuid-Afrika of
Zuid-Amerika verzamelen, sorteren,
reinigen en nog eens reinigen, uit
kammen, samenvoegen en uitspinnen
tot steeds gelijkmatiger, steeds zach
tere en mooiere draden, die tenslotte
door nauw contact met de belangrijke
modecentra recepten samenstellen
voor verfbaden, die precies dat resul
taat verzekeren, dat door de moderne
breister wordt gewenst en op ieder
bepaald moment. Want dat die wen
sen van jaar tot jaar en van seizoen
tot seizoen wisselen, en dat de vraag
nooit teleurgesteld wordt, dat reali
seren zich slechts weinigen. Men
neemt als vanzelfsprekend aan. dat
wat men verlangt ook prompt in de
winkel aanwezig is.
In Nederland begint de breiwol-
fabricage gewoonlijk met hot zgn.
kamband, dat is een dikke lont van
reeds geheel gereinigde wolvezels, die
door middel van kaarden en kammen
keurig in dezelfde richting zijn ge
legd en ontdaan van de te korte
vezels, die later onsterke plakken en
pluizen zouden veroorzaken. Deze
kambanden komen uit allerlei delen
van de wereld, waar speciale indus
trieën deze tot dikke kluwen opge
wonden lonten, de zogenaamde
„tops" vervaardigen. Deze tops zijn
als laatste bewerking met een wei
nig olie gedrenkt, wat het stuiven
tegengaat en het eigenlijke spinnen
vergemakkelijkt.
In de breiwol-fabriek nu begint men
de lont voorzichtig uit te rekken, twee
gerekte lonten samen te voegen en
weer te rekken, waarbij steeds min
der wolvezels naast elkaar komen
te liggen en de resulterende lont
dus dunner wordt, maar tevens ega
ler. Bij de nog meest in gebruik
zijnde systemen zijn 6 tot 8 van deze
gangen noodzakelijk om een goed
product te verkrijgen.
Een Engelse wolfabrikant, de heer
Raper, was hiermede niet tevreden, -
hij trok zich uit zijn zaak terug en dan ook in principe beter!
wijdde zich gedurende vyf jaar aan
het construeren van een nieuwe ma
chine. Zyn gehele vermogen offerde
hij in deze tijd op, maar hij had suc
ces! De Raper Autoleveler doet in 3
gangen, waar vroeger gemiddeld ze
ven voor nodig waren. Bovendien
werkt deze machine met veel groter
spoelen en neemt een fractie in van
de ruimte benodigd voor de oude
apparaten.
De volkomen egale lont wordt ver
volgens in elkaar gedraaid, getwijnd,
waarna het zo ontstane garen op
strengen wordt gewonden. Deze stren
gen gaan naar wasserij (om de olie
te verwijderen), blekerij en ververij
en komen als evenzovele wonder
mooie donzige kleurige dotten schoon
heid daar weer uit.
Men krijgt de neiging er met de
handen in rond te woelen, maar dat
mag natuurlijk niet, omdat ze dan in
de war gaan! Een deel van de
strengen wordt dan in elkaar gedraaid
en verpakt, terwijl een ander deel op
kluwenwinders tot kluwen wordt om
gespoeld. In de baden zijn alle span
ningen, die tijdens het spinproces
in het garen mochten zijn ontstaan,
verdwenen; na het winden tot kluwen
worden de laatste nogmaals gestoomd
om zeker te zijn dat niet opnieuw
spanningen zijn opgetreden. Dit laat
ste moge voor onze lezesessen een
waarschuwing zijn nooit te stijve
kluwen te winden, ^ant dan kan in
het breisel later spanningskrimp op
treden, wat grote teleurstelling zou
kunnen geven. Machinale kluwen zijn
Handspinnen wordt ook in ons land nog roei beoefend. Hier demonstreren
enkelen die de kunst nog meester zijnhoe men het spinnewiel laat
snorren. Vele volkeren kennen deze hoge vorm van spinnen niet en
gebruiken slechts een spintol, een simpel stokje, waar het gesponnen
garen omheen gewonden wordt en dat tevens helpt bij het in elkaar
draaien van de vezels
Voor een kind komt het ergste ge
deelte van.een operatie gewoonlijk
voordat de chirurg met zijn taak
begint. De vreemd?dingen, die kin
deren ondergacn, zoals de lucht van
chloroform en het masker, dat te
gen hun gezicht gedrukt wordt om
hen onder narcose te brengen, zijn
dingen die de kinderen met angst
vervullen. Om geestelijke stoornis
sen te voorkomen hebben doktoren
speelgoed aangeraden, dat de nar
cose zonder tranen doet verlopen.
Susie krijgt een teddybeer om er
mee te spelen, als ze in de operatie
kamer is. Terwijl ze daarmee bezig
is, ontsnapt wat gas uit een ver-
borgen buisje in de snuit van het
beertje. Nadat Susie rustig is weg
geslopen, krijgt zij een grotere nar
cose door middel van een masker.
Speelgoed-telefoontoestellen, pop
pen en nog een massa andere stuk
ken speelgoed worden evenzo ge
bruikt voor een lichte voor-narcose.
De meeste doktoren geven toe, dat
men de kinderen eigenlijk precies
moet vertellen, hóe rij onder nar
cose gebracht worden. Maar het
fascinerende, dat het speelgoed de
kinderen biedt, is gewoonlijk reeds
genoeg om hun vrees voor de
operatiekamer te overwinnen.
Fluweel, dit voorname, charmante, flatterende materiaal, heeft voor
de vrouw, van welk tijdperk ook, een jrrote aantrekkingskracht. Men noemt
het niet voor niets een stof met koninklijke allure. Ze leent zich dan ook
heel bijzonder voor feestelijke dagen en gelegenheden. Avondjaponnen van
fluweel, coctaii- en namiddagjaponnen, fluwelen rokken, gecombineerd met
zijden bloezen, fluwelen bloezen, op ot toman rokjes, ai deze toiletten hebben
de eigenschap, de vrouw rijk en feestelijk te kleden.
Nog meer variatie echter wordt be
reikt met de smallere of bredere
strookjes, die wij onder de benaming
„bandfluwecl" kennen. Het is hier
van dat de Haute Couture in alle
dominerende mode-landen zich thans
heeft moester gemaakt, en men mag
zich verbazen over het oneindig aan
tal mogelijkheden, dat zij met band
fluweel wist te verwezenlijken.
WAAR EN HOE
Waar vindt men dan wel bandflu
weel en hoe wordt het verwerkt? zal
de belangstellende lezeres vragen.
In Parijs knoopte Dessès, bij coc-
tailjaponnen. zijn mannequins een
smal, zwartfluwelen bandje rond de
hals en hing er een medaillon aan.
Het was geen vondst - hij greep te
rug naar voorbije perioden - maar
het effect was verrassend cn menig
een zal zich haasten zijn oud medail
lon weer tevoorschijn te halen. Ook
gebruikte Dessès bandfluweel - voor
namelijk zwart - om zijn Vogellijn
te benadrukken. Het hoekige décolle
té wordt eveneens met bandfluweel
omzoomd, en met een strik afgewerkt.
Kostbare, halflange lamé avondtoilet
jes worden over de maag met band
fluweel bekruist, dat op taille-hoogte
in de rug gestrikt wordt. Revillon ver
werkte bandfluweel op bontkragen.
Bandfluweel op tweed bracht Griffe.
Dior had een coctailjapon trapsge
wijze met bandfluweel in diverse
breedtes versierd. Givenchy, Fath,
Manguin, Gres, Chanel, Balmain en
Madeleine de Rauch bleven niet ach
ter cn wisten, elk op hun manier,
wonderen te bewerkstelligen met de
smalle strookjes fluweel in allerlei
kleuren.
De bekende Italiaanse modekunste
naar Schuberth biesde de grote, witte
kraag-met-strik, en de witte manchet
ten van een bedrukte japon in grijze
tint, met smal zwart bandfluwecl af.
Veneziani garneert kraag en zakken
van een kameelharen mantel met een
dubbele reep reekleurig bandfluweel.
Bij vele Haute Couturehuizen ziet men
bandfluwecl over vormnaden en na
den van rokbanen lopen, of grote kra
gen en kleine zakken decoreren.
VAN DE MORGEN TOT DE AVOND
In Berlijn vindt men de bandflu
welen strik als mode-symbool van de
morgen tot de avond, van de hoed
tot de schoen, in alle collecties. Ja
ponnen, mantels, hoeden en lingerie,
er is geen kledingstuk of het wordt
met bandfluweel gegarneerd, in
Frankrijk, Italië, Duitsland, en bin
nenkort natuurlijk ook in onze stre
ken. De fantasie van de mode-ont
werpers kan zich met bandfluweel
naar hartelust uitleven. De witte her
melijnen kraag van een deux-piéces
werd door Sinaida Rudow Brosda met
een blauw fluwelen strik gesloten. Men
vindt fluweel rond de rokranden. over
de buste, de heupen, de taille, op
mouwen en kragen, langs decolleté's
en zakkenzelfs de voering van
mantels wordt ermee afgewerkt.
Bandfluweel is een lieftallig klei
nood, waarvan de mode zich heeft
meester gemaakt om - in een tijd
perk van nuchterheid en techniek -
do zeer vrouwelijke vrouw te beha
gen! M. M.
Voor die huisvrouwen die ware kun
stenaressen zijn in het hanteren van
de beslaglepel, volgen enkele oude
recepten, die de moeite zeker nog
waard zijn:
FRIESE DRABBELKOEKEN.
125 gr. bloem, 125 gr. boekwcitmecl,
200 gr. suiker, 2 eieren. 2 dl melk,
3 theelepels kaneel, 300 gr. reuzel,
200 gr. margarine.
Van bloem, meel, eieren en melk
een glad beslag maken, kaneel en
suiker er door roeren. Het beslag door
een trechter met drie openingen in
het inmiddels heet gemaakte frituur
vet laten lopen, waarbij men de hand
zodanig beweegt, dat zich een soort
vlechtwerk vormt. Koekje met brei
naald keren en als het lichtbruin is
in een kommetje laten bekoelen,
waardoor het de vorm van een vogel
nestje krijgt.
INDISCHE SPEKKOEK.
150 gr. boter, 150 gr. suiker, 40 gr.
bloem. 5 eieren, kaneel en cardamon-
poeder. De boter en suiker goed aan
roeren, één voor één de stukgeklopte
eieren er door en daarna bloem,
kaneel en cardamon er luchtig door
spadelen. De helft van het beslag uit
strijken op ingevette bakplaat en in
matig warme oven bakken. De koek
in zes gelijke plakken snijden, deze na
bekoeling opstapelen met steeds een
laagje beslag ertussen en ook rondom
met beslag insmeren. Het geheel in
bakblik nogmaals bakken en na af
koeling bestuiven met poedersuiker.
„KANT EN KLAAR"-
PAKKETTEN.
Voor huisvrouwen die weinig tijd
hebben zijn de moderne „kant en
klaar"-pakketten een ware uitkomst.
Geen lange boodschappenlijst, geen
afwegen van een tiental ingrediënten,
geen onvoordelige restjes, men koopt
eenvoudig een mengsel, samengesteld
volgens 'n beproefd recept. De grond
legger van dit systeem, afkomstig uit
een oud Fries gruttersgeslacht, begon
hier eigenlijk al mee in een ver ver
leden, toen hij het zijn Haagse klan
ten gemakkelijk maakte door hen
Vrijdags „alles voor een krenten
brood' 'of „alles voor een Sükerbolle"
thuis te bezorgen. Het respectabele
aantal puntzakjes is echter thans ver
vangen door één stevig pakket met
cocoskoekmeel, speculaasmeel. tul-
bar.dmeel enz. Er zijn wel twintig
soorten.
BLADERDEEG, GEKNEED
EN WEL.
Een moeilyk deeg was altijd het
bladerdeeg. U weet wel, eerst een
toer „kneden-, rollen- vouwen", dan
een nacht slapen en de volgende dag
wéér vyf toeren, steeds met een
kwartier rust. Wat kwam er niet bij
kijken! Het is dus begrijpelijk dat
„bladerdeeg kant en klaar" veel af
trek vindt. In de decembermaand
verlaten tienduizenden pakjes van
transparante film, waarin zich het
geheel bereide bladerdeeg bevindt, de
fabriek. De huisvrouw heeft het maar
Een taart van „kant en klaarpro-
dukten, ah resultaat van een bak-
demonstratie.
uit te rollen en kan er met ook al
kant en klaar amandelpers boter
letters, kerstkrans of amandelbrood
jes van maken of het gebruiken voor
appeltaart, appelbollen, saucijzen
broodjes of pasteitjes.
Moderne grutterswaren zorgen zo
dat de huisvrouw kwaliteitsproducten
kan maken en zij helpen haar zelfs
het werk te verlichten.
Ook het buitenland toont belang
stelling. Geen wonder, want de Ne
derlandse grutters kennen hun vak
en de Nederlandse huisvrouwen
óók.