C VROUWENSPIEGEL J303I12M3WU0HV liefde zijn werk Onuitputtelijk geduld en grondslagen van haar Van schapenvacht tot kant wol Permanent in conditie KENT U DE SPINTOL Leeuw in de staltent SIERLIJK EN PRACTISCH NARCOSE-SPEELGOED Foor de Vrouw ,f Zegetocht van Bandfluweel Gesprek met een hogeschoolrijdster Mademoiselle Valesca bleef vrouwook de wereld van het circus ACHT MILJOEN KILOMETER WOL PER JAAR Let op de kleur Met Nederlandse grutterswaren is het goed bakken DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 JANUARI 1956 o Een ontmoeting met de hogeschoolrijdster, mademoiselle Valesca, die verbonden is aan een bekend Nederlands circus, is zonder meer overrompelend. Een van huis uit (ón danks haar romantisch beroep van „Circusl'rinzessin"doodgewone vrouiv van grote eenvoud en toch ook weer hoge voornaamheid en ontwikkeling. Internationaal georiën teerd uitstekend belezen, thuis in de bouw-stijlen van de gehele oude en nieuwe wereld en.... hogeschoolrijdster. Mile Valesca is een telg uit het aloude beroemde circusge slacht JVilke. Zij is bekend als harstochtelijke dierenvriendin, terwijl haar zeldzaam vak kundige omgang met paarden befaamd is door geheel Europa. Deze intelligente, doch overigens zeer bescheiden vrouw doet b.v. evenveel aan op weten schappelijke basis geschoeide dierenkunde als aan de gewone dressuur, die niet alleen paarden, doch ook wilde dieren, vooral beren, omvat. Haar kostbare bruine en witte volbloeds verzorgt zij persoonlijk. Zelfs wanneer er eits aan hun gezondheid hapert komt er geen dierenarts over de vloer. Valesca bedient zich bij de genezing van de modernste technische hulpmiddelen zoals kort geleden toen zij een beenwonde bij een paard vol komen genas met infraphile-bestraling. Zij vormt als het ware een eenheid met haar dieren waarmede zij even gemakkelijk optreedt op de Bühne als in de circuspiste. Temidden van een Nederlands tournee deed haar vader, Opa Wilke, destijds ook Zevenbergen (N.B.) aan waar geheel on verwacht dit veelbelovend kind Valesca geboren werd. Opa Wilke, die als doorgewinterde circusfiguur zich nooit schaamde in het jachtende toernee het zwaarste werk te doen en nooit alles zo maar lukraak alleen aan het personeel overliet, kreeg dus naast zijn vele besognes, er weer nieuwe zorgen bij. Hij was nu eens dompteur, dresseur dan weer regisseur of zakelijk leider; opbouw of toepassing van circustech niek, het was hem om 't even. De ook in ons land zeer populaire cir cuskoning Carl Strassburger, kon het uitstekend met de Wilke's vinden. Onder directeur Strassburger heb ik mijn mooiste levensdagen gekend" merkt Valesca met enige weemoed in haar stem op. Met haar broer Bobby, waarmee zij geregeld in een sterk team samenwerkt en avond aan avond spectaculaire parforce en jocky nummers rijdt met als top-nummer haar prima hogeschoolwerk, vormt zij een der hoogtepunten van een pro gram zowel uit oogpunt van technisch kunnen, elegance als artistiek peil. Twee circuskinderen van beroemde stam die op elkaar zijn ingesteld, en die de keiharde kanten van hun stiel nemen voor wat ze zijn doch daar naast ook de genoegens van betrek kelijke roem cn romantiek door hun vakmanschap mogen smaken. Flatteus gekleed in een rijcostuum (overigens loopt zij normaal in vrou wenkleding en verfoeit de spijker broek) treedt dit charmante artisten- kind vanuit de circusstallen ons met een joviaal uitgesproken Hollandse morgengroet tegemoet. Mademoisel le Valesca, U is eigenlijk van huis uit een Ameriwaanse", laten wij ons een tikje verbaasd ontvallen. ..Dat klopt" zegt Valesca, „maar ik ben in Zevenbergen geboren". NIET DE ZWEEP ,,Opa Wilke" vertelt Valesca, leerde zijn beide kinderen, niet zo zeer met de zweep of karwats om gaan doch hij leerde hen het volle dig begrijpen van het dier in al zijn onvolkomenheid. Alleen zo kan het dier behoorlijk opgevoed worden, waarvoor het veelal dankbaar is. Om uit mijn volbloed rossinanten de hoogst mogelijke prestaties te halen moet ik er mee omgaan als waren het schoolkinderen. Een berisping, be straffing of beloning kan daarbij dik wijls niet ontbeerd worden. De dres- suurtijd duurt zo ongeveer 1.5 jaar. Vanaf mijn 7e jaar begon ik onder vaders leiding dit naar mijn mening ook idealistische werk; onuitputte lijk geduld en liefde zijn er de grond slagen van. Practisch het gehele Europese con tinent, w.o. alle hoofdsteden heb ik bereisd met altijd ongeëvenaarde suc cessen wat voor ons kleine gevoelige mensen toch altijd nog evenementen zijn. Aan de onberispelijk uitgevoer de Pas de deux die ik met mijn twee wittê sierlijk opgetuigde rijdieren Douglas en Hydia avond aan avond in de voorstelling maak is heel wat aan voorafgegaan. Ik geniet niet min der dan het dankbare publiek als mijn vossen ..Mascotte" en ,,Pari" op perfecte wijze ,,E11 Bayon" voor schotelen. Ik werkte o.m. bij de cir cussen Portiers, Gleich, Boglione, Strassburger en ons zeer populaire Hollandse circus van Bever. ,,Ons werk", merkt Mile Valesca op onze vraag op, ,.is niet zonder gevaar." En op boeiende wyze verhaalt zy van het incident dat zich tydcns haar toernee in een der hoofdsteden van Europa afspeelde, waarbij een vol wassen leeuw door de nalatigheid van een staljongen, zijn stalen kooi uitstormde en zich in de stallen ver greep aan twee kostbare paarden. Dank zij Valesca's doortastend en on verschrokken optreden (waar haalde ik de moed vandaan, ik snap het zelf niet) werd het ongeluk spoedig bezworen. Angst", zegt Valesca iro nisch, „is in deze gevallen altijd een slechte raadgever. Het ene paard werd gedood het andere was dusda-i nig toegetakeld dat het moest wor den afgemaakt. Het breken van mijn sleutelbeen destijds bij een val was bij dit schadepost je vergeleken niet« Het zware artistenwerk eist dat we permanent in prima conditie zyn. Cor pulentie, zwakheid van lichaamstruc tuur, onvastheid van blik en onma tigheid zijn onze grootste vijanden." De zware bronzen circusbei luidt. Het is voor haar nummer. Met een stevige handdruk neemt Valesca har telijk afscheid van ons. „We zijn haast aan het einde van ons toernee, nieu we mogelijkheden, een nieuwe toe komst rijzen voor ons op. Vaste toe komstplannen heb ik nog niet. Voor lopig slaan we ons winterkwartier op ergens in Nederland. Tijd om te dresseren, om te denken en te creë ren" besloot Mademoiselle Valesca. Als men op het punt staat te denken, dat de menselijke fantasie op modegebied eindelijk wel eens uitgeput zal raken, is daar plotseling tceer iets heel nieuws om ons van het tegendeel te overtuigen. Een voorbeeld hiervan is de sier- rltssluiting. die zich als nieuwste snufje heeft aangediend. Jaren zijn er heengegaan over onze eenvoudige handige ritssluitingen, die wij zoveel mogelijk trachtten te verbergen, om ze liefst onzichtbaar te doen zijn. Maar daar verschijnt opeens de sier- ritssluiting, die niet alleen practisch is, maar bovendien een versiering vormt voor onze japonnen, blouses, pullovers, mantels, tassen en para- pluies. Inplaats van de „rits" te verbergen, wordt ze nu juist zoveel mogelijk naar voren gehaald, ze is van gebruiksvoorwerp, siervoorwerp geworden, van stille assepoester tot stralende prinses. Deze omtovering begon in Wenen en vandaar kwam ze naar ons land, waar ze nu in de daarvoor aangewezen zaken verkrijg baar is. De meest gangbare lengte bedraagt 20 cm en deze wordt gele verd in elf verschillende kleuren: zwart, wit, grijs, bruin, groen, rose, bleu, blauw, geel, rood en wijnrood. Het materiaal is een bijzonder soort verharde plastic, dat vrijwel onver slijtbaar is. Inplaats van met plastic tandjes, is de sierrits ook wel bezet met strass, imitatie - diamantsteen tjes, die een fonkeleffect geven. Som' mige vertonen de z.g. „Mondschein- stecn", die goudkleurig geëloxeerd is en niet verkleurt. Ook de strass- bezetting is van de beste kwaliteit. De sluitingen kunnen da,i ook nor maal met het kledingstuk mee ge wassen worden in een lauw of half- warm sopje, de steentjes zullen niet loslaten; er wordt een langdurige garantie op gegeven. Dit is een heel belangrijk punt met betrekking tot de verkoop en cr is geen twijfel mo gelijk of de sierritssluiting zal zich snel een favoriete plaats veroveren in de damesgarderobc. Als extra - ver siering hebben deze nieuwe ritsen fantasie-schuiver, terwijl het meren deel vergezeld gaat van bijpassende oorknoppen of oorclips. Nu wordt het dus een kwestie van smaak om de sierritssluiting in toe passing te brengen, want daarvan hangt natuurlijk haar cffeet af, even als het succes van het betreffende kledingstuk. Bij het innaaien moet er wel op gelet worden, dat de rails, waarin de schuiver loopt, geheel vrij- blijven. In het voorjaar en misschien al eerder, zullen we de sierrits ook in confectie-kieding zien verwerkt. Waarmee een kleine, moderne vin ding burgerrecht verworven heeft 1 M. M. Het is vaak moeilijk zich aan een motie te onttrekken, vooral wanneer men zo nauw bij mode betrokken is als wij. Wij vragen ons dus met velen af, wie er eigenlijk ge lukkiger zijn, mensen in min of meer pri mitieve samenlevingen of wij, stervelingen van een jachtige door de machine beheerste westerse maatschappij. Dit vraagstuk, dat Wol is nu eenmaal een prettig materiaal, waarmede we allen graag omgaan. De man die een mooi kamgaren pak heeft gekocht strijkt met voldoening over de stof, de coupeur, die een mantel gaat maken, laat een coupon met liefde door zijn handen glijden en de huisvrouw of het jonge meisje die een trui of een rok breien, leggen het werkstuk telkens even op hun schoot uit en voelen hoe zacht en warm het is. ons in het algemeen nauwelijks beroert, omdat wij ons nu eenmaal zeer wel thuis voelen in de jachtige, wat lawaaierige en door reclame beheerste tijd, waarin wij leven, stellen wij aan ^le orde omdat wij ons hier bezig houden met wol, met brei- wol in het bijzonder. Maar zou de voldoening bij allen niet nog veel groter zijn, wanneer zij zelf het materiaal hadden kunnen maken? Voor de eerstgenoemden is de afstand tot het schaap reeds zo onoverbrugbaar geworden, dat de mogelijkheid feitelijk nauwelijks meer bij hen opkomt: de industrie is vol komen onmisbaar geworden. Maar bij de breiwol ligt het toch nog wel iets anders. Velen zullen zich uit de oor logsjaren herinneren, hoe men pogin gen deed zelf te spinnen met de wol van klandestien geslachte schapen. Het sukses was niet altijd even groot, want ook handspinnen is een kunst, die slechts langzaam eigen gemaakt wordt. In primitievere landen echter, wordt deze kunst nog druk beoefend. In Joego-Slavië zagen wij deze zomer nog talrijke vrouwen rustig langs de weg of achter hun schapen voort- wandelend, hun spintol hanteren. Deze vrouwen smaken nog het genoegen zelf de schapen te weiden, de gescho ren vacht te sorteren en te wassen, zelf de wol te spinnen en te verven, zelf te verwerken tot allerlei kle- dings- en gebruiksvoorwerpen. Wan neer zij iets klaar hebben, is het hun eigen werk van begin tot eind! En de moderne Nederlandse Jiuis- vrouw? Heeft zij dan alleen maar een achterstelling by haar eenvoudi ger levende seksegenoten? Integen deel, want ook al bereiken deze boerenvrouwen soms een grote vaar digheid in de verschillende bewerkin gen, het resultaat blijft ruw en on volkomen vergeleken met de produc ten van de moderne breiwolindustrie! En dan tellen wij nog niet eens het ontzagwekkende aantal uren dat nodig is alvorens zij alleen nog maar kan beginnen met het breien! De moderne breiwol is het resultaat van een wijd vertakte handel en in dustrie, die met de grootste zorg en liefde de gore ruwe vachten van schapen uit Australië, Zuid-Afrika of Zuid-Amerika verzamelen, sorteren, reinigen en nog eens reinigen, uit kammen, samenvoegen en uitspinnen tot steeds gelijkmatiger, steeds zach tere en mooiere draden, die tenslotte door nauw contact met de belangrijke modecentra recepten samenstellen voor verfbaden, die precies dat resul taat verzekeren, dat door de moderne breister wordt gewenst en op ieder bepaald moment. Want dat die wen sen van jaar tot jaar en van seizoen tot seizoen wisselen, en dat de vraag nooit teleurgesteld wordt, dat reali seren zich slechts weinigen. Men neemt als vanzelfsprekend aan. dat wat men verlangt ook prompt in de winkel aanwezig is. In Nederland begint de breiwol- fabricage gewoonlijk met hot zgn. kamband, dat is een dikke lont van reeds geheel gereinigde wolvezels, die door middel van kaarden en kammen keurig in dezelfde richting zijn ge legd en ontdaan van de te korte vezels, die later onsterke plakken en pluizen zouden veroorzaken. Deze kambanden komen uit allerlei delen van de wereld, waar speciale indus trieën deze tot dikke kluwen opge wonden lonten, de zogenaamde „tops" vervaardigen. Deze tops zijn als laatste bewerking met een wei nig olie gedrenkt, wat het stuiven tegengaat en het eigenlijke spinnen vergemakkelijkt. In de breiwol-fabriek nu begint men de lont voorzichtig uit te rekken, twee gerekte lonten samen te voegen en weer te rekken, waarbij steeds min der wolvezels naast elkaar komen te liggen en de resulterende lont dus dunner wordt, maar tevens ega ler. Bij de nog meest in gebruik zijnde systemen zijn 6 tot 8 van deze gangen noodzakelijk om een goed product te verkrijgen. Een Engelse wolfabrikant, de heer Raper, was hiermede niet tevreden, - hij trok zich uit zijn zaak terug en dan ook in principe beter! wijdde zich gedurende vyf jaar aan het construeren van een nieuwe ma chine. Zyn gehele vermogen offerde hij in deze tijd op, maar hij had suc ces! De Raper Autoleveler doet in 3 gangen, waar vroeger gemiddeld ze ven voor nodig waren. Bovendien werkt deze machine met veel groter spoelen en neemt een fractie in van de ruimte benodigd voor de oude apparaten. De volkomen egale lont wordt ver volgens in elkaar gedraaid, getwijnd, waarna het zo ontstane garen op strengen wordt gewonden. Deze stren gen gaan naar wasserij (om de olie te verwijderen), blekerij en ververij en komen als evenzovele wonder mooie donzige kleurige dotten schoon heid daar weer uit. Men krijgt de neiging er met de handen in rond te woelen, maar dat mag natuurlijk niet, omdat ze dan in de war gaan! Een deel van de strengen wordt dan in elkaar gedraaid en verpakt, terwijl een ander deel op kluwenwinders tot kluwen wordt om gespoeld. In de baden zijn alle span ningen, die tijdens het spinproces in het garen mochten zijn ontstaan, verdwenen; na het winden tot kluwen worden de laatste nogmaals gestoomd om zeker te zijn dat niet opnieuw spanningen zijn opgetreden. Dit laat ste moge voor onze lezesessen een waarschuwing zijn nooit te stijve kluwen te winden, ^ant dan kan in het breisel later spanningskrimp op treden, wat grote teleurstelling zou kunnen geven. Machinale kluwen zijn Handspinnen wordt ook in ons land nog roei beoefend. Hier demonstreren enkelen die de kunst nog meester zijnhoe men het spinnewiel laat snorren. Vele volkeren kennen deze hoge vorm van spinnen niet en gebruiken slechts een spintol, een simpel stokje, waar het gesponnen garen omheen gewonden wordt en dat tevens helpt bij het in elkaar draaien van de vezels Voor een kind komt het ergste ge deelte van.een operatie gewoonlijk voordat de chirurg met zijn taak begint. De vreemd?dingen, die kin deren ondergacn, zoals de lucht van chloroform en het masker, dat te gen hun gezicht gedrukt wordt om hen onder narcose te brengen, zijn dingen die de kinderen met angst vervullen. Om geestelijke stoornis sen te voorkomen hebben doktoren speelgoed aangeraden, dat de nar cose zonder tranen doet verlopen. Susie krijgt een teddybeer om er mee te spelen, als ze in de operatie kamer is. Terwijl ze daarmee bezig is, ontsnapt wat gas uit een ver- borgen buisje in de snuit van het beertje. Nadat Susie rustig is weg geslopen, krijgt zij een grotere nar cose door middel van een masker. Speelgoed-telefoontoestellen, pop pen en nog een massa andere stuk ken speelgoed worden evenzo ge bruikt voor een lichte voor-narcose. De meeste doktoren geven toe, dat men de kinderen eigenlijk precies moet vertellen, hóe rij onder nar cose gebracht worden. Maar het fascinerende, dat het speelgoed de kinderen biedt, is gewoonlijk reeds genoeg om hun vrees voor de operatiekamer te overwinnen. Fluweel, dit voorname, charmante, flatterende materiaal, heeft voor de vrouw, van welk tijdperk ook, een jrrote aantrekkingskracht. Men noemt het niet voor niets een stof met koninklijke allure. Ze leent zich dan ook heel bijzonder voor feestelijke dagen en gelegenheden. Avondjaponnen van fluweel, coctaii- en namiddagjaponnen, fluwelen rokken, gecombineerd met zijden bloezen, fluwelen bloezen, op ot toman rokjes, ai deze toiletten hebben de eigenschap, de vrouw rijk en feestelijk te kleden. Nog meer variatie echter wordt be reikt met de smallere of bredere strookjes, die wij onder de benaming „bandfluwecl" kennen. Het is hier van dat de Haute Couture in alle dominerende mode-landen zich thans heeft moester gemaakt, en men mag zich verbazen over het oneindig aan tal mogelijkheden, dat zij met band fluweel wist te verwezenlijken. WAAR EN HOE Waar vindt men dan wel bandflu weel en hoe wordt het verwerkt? zal de belangstellende lezeres vragen. In Parijs knoopte Dessès, bij coc- tailjaponnen. zijn mannequins een smal, zwartfluwelen bandje rond de hals en hing er een medaillon aan. Het was geen vondst - hij greep te rug naar voorbije perioden - maar het effect was verrassend cn menig een zal zich haasten zijn oud medail lon weer tevoorschijn te halen. Ook gebruikte Dessès bandfluweel - voor namelijk zwart - om zijn Vogellijn te benadrukken. Het hoekige décolle té wordt eveneens met bandfluweel omzoomd, en met een strik afgewerkt. Kostbare, halflange lamé avondtoilet jes worden over de maag met band fluweel bekruist, dat op taille-hoogte in de rug gestrikt wordt. Revillon ver werkte bandfluweel op bontkragen. Bandfluweel op tweed bracht Griffe. Dior had een coctailjapon trapsge wijze met bandfluweel in diverse breedtes versierd. Givenchy, Fath, Manguin, Gres, Chanel, Balmain en Madeleine de Rauch bleven niet ach ter cn wisten, elk op hun manier, wonderen te bewerkstelligen met de smalle strookjes fluweel in allerlei kleuren. De bekende Italiaanse modekunste naar Schuberth biesde de grote, witte kraag-met-strik, en de witte manchet ten van een bedrukte japon in grijze tint, met smal zwart bandfluwecl af. Veneziani garneert kraag en zakken van een kameelharen mantel met een dubbele reep reekleurig bandfluweel. Bij vele Haute Couturehuizen ziet men bandfluwecl over vormnaden en na den van rokbanen lopen, of grote kra gen en kleine zakken decoreren. VAN DE MORGEN TOT DE AVOND In Berlijn vindt men de bandflu welen strik als mode-symbool van de morgen tot de avond, van de hoed tot de schoen, in alle collecties. Ja ponnen, mantels, hoeden en lingerie, er is geen kledingstuk of het wordt met bandfluweel gegarneerd, in Frankrijk, Italië, Duitsland, en bin nenkort natuurlijk ook in onze stre ken. De fantasie van de mode-ont werpers kan zich met bandfluweel naar hartelust uitleven. De witte her melijnen kraag van een deux-piéces werd door Sinaida Rudow Brosda met een blauw fluwelen strik gesloten. Men vindt fluweel rond de rokranden. over de buste, de heupen, de taille, op mouwen en kragen, langs decolleté's en zakkenzelfs de voering van mantels wordt ermee afgewerkt. Bandfluweel is een lieftallig klei nood, waarvan de mode zich heeft meester gemaakt om - in een tijd perk van nuchterheid en techniek - do zeer vrouwelijke vrouw te beha gen! M. M. Voor die huisvrouwen die ware kun stenaressen zijn in het hanteren van de beslaglepel, volgen enkele oude recepten, die de moeite zeker nog waard zijn: FRIESE DRABBELKOEKEN. 125 gr. bloem, 125 gr. boekwcitmecl, 200 gr. suiker, 2 eieren. 2 dl melk, 3 theelepels kaneel, 300 gr. reuzel, 200 gr. margarine. Van bloem, meel, eieren en melk een glad beslag maken, kaneel en suiker er door roeren. Het beslag door een trechter met drie openingen in het inmiddels heet gemaakte frituur vet laten lopen, waarbij men de hand zodanig beweegt, dat zich een soort vlechtwerk vormt. Koekje met brei naald keren en als het lichtbruin is in een kommetje laten bekoelen, waardoor het de vorm van een vogel nestje krijgt. INDISCHE SPEKKOEK. 150 gr. boter, 150 gr. suiker, 40 gr. bloem. 5 eieren, kaneel en cardamon- poeder. De boter en suiker goed aan roeren, één voor één de stukgeklopte eieren er door en daarna bloem, kaneel en cardamon er luchtig door spadelen. De helft van het beslag uit strijken op ingevette bakplaat en in matig warme oven bakken. De koek in zes gelijke plakken snijden, deze na bekoeling opstapelen met steeds een laagje beslag ertussen en ook rondom met beslag insmeren. Het geheel in bakblik nogmaals bakken en na af koeling bestuiven met poedersuiker. „KANT EN KLAAR"- PAKKETTEN. Voor huisvrouwen die weinig tijd hebben zijn de moderne „kant en klaar"-pakketten een ware uitkomst. Geen lange boodschappenlijst, geen afwegen van een tiental ingrediënten, geen onvoordelige restjes, men koopt eenvoudig een mengsel, samengesteld volgens 'n beproefd recept. De grond legger van dit systeem, afkomstig uit een oud Fries gruttersgeslacht, begon hier eigenlijk al mee in een ver ver leden, toen hij het zijn Haagse klan ten gemakkelijk maakte door hen Vrijdags „alles voor een krenten brood' 'of „alles voor een Sükerbolle" thuis te bezorgen. Het respectabele aantal puntzakjes is echter thans ver vangen door één stevig pakket met cocoskoekmeel, speculaasmeel. tul- bar.dmeel enz. Er zijn wel twintig soorten. BLADERDEEG, GEKNEED EN WEL. Een moeilyk deeg was altijd het bladerdeeg. U weet wel, eerst een toer „kneden-, rollen- vouwen", dan een nacht slapen en de volgende dag wéér vyf toeren, steeds met een kwartier rust. Wat kwam er niet bij kijken! Het is dus begrijpelijk dat „bladerdeeg kant en klaar" veel af trek vindt. In de decembermaand verlaten tienduizenden pakjes van transparante film, waarin zich het geheel bereide bladerdeeg bevindt, de fabriek. De huisvrouw heeft het maar Een taart van „kant en klaarpro- dukten, ah resultaat van een bak- demonstratie. uit te rollen en kan er met ook al kant en klaar amandelpers boter letters, kerstkrans of amandelbrood jes van maken of het gebruiken voor appeltaart, appelbollen, saucijzen broodjes of pasteitjes. Moderne grutterswaren zorgen zo dat de huisvrouw kwaliteitsproducten kan maken en zij helpen haar zelfs het werk te verlichten. Ook het buitenland toont belang stelling. Geen wonder, want de Ne derlandse grutters kennen hun vak en de Nederlandse huisvrouwen óók.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1956 | | pagina 8