DE MIJN zoekt MENSEN
CONCDROtH
COEBERGH's
Zwitsaletten
SPIONNEN IN PEKING
Gebogen gingen de klompenmakers
door het leven
Vliegers ontdekten het bedrog van
de vlakke landkaart
Gebogen lijn als de kortste weg
FRAMBOZEN
BRANDEWIJN
p Uw maag
deren
EROM
ELTDAG
Alberts komt
V. P. naar
nszand
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 27 DECEMBER 1954
ENDA
;den
orgen
Herinneringen van Cam. Seghers
Een halve eeuw geleden heerstén merk
waardige toestanden
Maandag: 2e Zondag
Limburg onze rijkst geindustraliseerde provincie
Alaska: onmisbaar tussenstation
Sovjets hebben spijt
Nieuwe Kalenders
('R A dkdJ
KOORTSIG, RILLERIG
pEEwssam
naar het Amerikaans van J. P. MARQUAND
e)
nlas.
iereen Rennies
et zonder reden
tien mensen
ie hand. Voor
bij te springen
anden anderen
k komt er niet
als was 't een
op de tong. En
telyk ook.
iUANE.
Januari as. is
r van Sas van
rgeplaatst naar
terwijl met in-
Lum de assistent
m Harlingen (I.
Gent (visitatie)
te Rotterdam
-oor het Staats-
igden de wacht-
ier Kon. Mare-
n A. Luiten, be-
e Sas van Gent.
•n Haag slaagde
heer E. Herde-
ter verkrijging
ithandel in kaas.
elvereniging van
door Vermaak"
Jarieke in studie
toneelgroep ver
voor de dag is
ans weer volop
6 Februari a.s.
ng plaats vinden,
orden gestort in
in het leven is
n van de fanfare
'PER NOVICEN-
TER.
toot, de Weleerw.
chepper. C.M.,_ is
sur van het Se
tt het Groot-semi-
;n te Helden-Pan-
chepper draagt in
-g voor de oplei-
3URG
Utrecht slaagden
Jullu en Miep Bo
rn stenografie.
iENTENKRING.
scember as., houdt
■nkring „Isendica"
dies. Het program
luidt als volgt:
rdt in de parochie-
ogedragen door de
de Grauw. Daar-
mkomst plaats in
om 3 uur Drs. L.
g zal houden over
Na afloop vindt
lts, terwijl tot be-
rdt gehouden.
deskundige
woord
zal de N.F.O. te
fruitteeltdag hou-
;preken dr. G. de
Hennik resp. over
jk onderzoek en de
;euwse fruitteelt en
ikomst zal de heer
ïanisatie en de Bel-
dr. Soenen de be-
elmeeldauw behan-
rigens maar matig
vergadering deelde
leester Derckx mee,
i de heer Alberts,
Rucphen en hoofd-
K.V.P. een spreek-
illen.
werd deze mede-
aar allen die zich
ilitiek interesseren,
wekkende avond te
etracht zal worden
in brede kring be
ken en tevens werd
tot opvoering van
ede een beroep op
;ief mede te werken
oor de heer Alberts
kbeurt als de leden
es mogen worden,
ilijke mededelingen
en penningmeester
tijd van gedachten
erschillende politiek
werpen.
8 uur: Road to Zan-
Cinema
an de
van Dijck 7.30
Nijl.
opgebouw 8 uur: De
del 8 uur: Van de wal
8 uur: Het
Olympia
3orpagina
uxor 8
jebouw
uur
8
Het vierde
uur: Sterren
Kon. Vlaamse
Opera
Het vierde
Olympia 8 uur: Het
"gEGEN het einde van liet jaar dwalen 's mensen gedachten onwillekeurig
terug, want wat in het verleden is gebeurd is een werkelijkheid waar
aan men houvast heeft. Juist omdat die realiteit niet altijd even mooi is,
heeft men zo over het verleden mijmerend dingen te over om te
bepeinzen en om gelukkig toch nog al eens tot de conclusie te komen
dat het tegenwoordig in enkele opzichten toch nog een beetje beter is.
Toen we in Clinge de voorzitter van de Klompenmakers-patroonsvcreni-
ging „St Gummarus", de heer Cam. Seghers, ontmoetten, bleek hij ook al
aan het wroeten in het verleden bezig te zijn. Een jaar is niets, vooral een
reeds gepasseerd jaar, en daarom zaten we zo maar ineens aan het begin
van de eeuw.
En in die tijd was het voor de klompenmakers heus zo lollig niet in de
wereld
Zeeland telde toen ongeveer 50 kloiu-
penmakeisbedrijven, uiteraard alle
maal handwerkers want machines
waren toen nog dingen waarvan nie
mand droomde. De meesten van die
klompenmakers zaten in of rond
Clinge, St. Janstcen, Koewacht en
Hulst en verder telde men er wat in
West Zeeuwsch-Vlaandcren, op Wal
cheren en Zuid-Beveland.
„Als je in die tijd 's Zondags naar
de kerk ging", vertelt de heer Seg
hers, „kon je aan de mensen zien wie
er klompenmaker was, ook al kende
je er niemand van. Die kromme rug
gen, die bleke gezichten zeiden ge
noeg. Dat waren de kentekenen van
de klompenkapper."
Hoe die slechte lichamelijke conditie
veroorzaakt werd? Wel, de klompen
makers uit het begin van de 20e eeuw
waren gewend niet alleen hard, maar
vooral zeer langdurig te zwoegen en
te sjouwen. Voor een karig loon werk
ten ze ongeveer 80 uren per week,
want een Arbeidswet was ook nog een
ding van de verre toekomst.
Men kon aan een loontje van 6 7
gulden per week komen en daarvan
hielden de klompenmakers er nog een
op zak, want 's Zondags moesten ze
de narigheid van een hele week "weg
werken met vele pinten. Geen wonder
dat ze dan 's Maandags niet al te fris
op hun werk kwamen. Evenals in
veie andere streken hield men er hier
daarom de gewoonte op na, die eerste
werkdag van de week tot een tweede
Zondag te maken. Zo spreekt men in
Zuid-Holland nog van de vroegere
„kuipertjes-maandag", waarop er geen
vat gemaakt werd door de kuipers en
waar de uitdrukking „een blauwe
Maandag" vandaan komt ,is ook be
paald typerend! Zo ook hier, in die
nog altijd als „goeie ouwe" te boek
staande tijd. Er werd onder elkaar
wat gekaart en gepierd en daarbij
werd natuurlijk nog eens een pintje
gedronken. Soms met het gevolg dat
de Dinsdagmorgen weer een verleog-
stukje van de Maandag werd.
Maar daarna begon het dan ook De
klompenkappers trókken aan hét
werk. Ze begonnen 's morgens om
5 uur en werkten vaak aan één stuk
door tot 's avonds 9 of 10 uur, hun
boterhammetjes ondertussen inslik
kend. Geen wonder dus, dat ze er niet
al te best uitzagen.
KLOMPENWETJE.
klompenmakerijen schoten uit de
grond, oude knechten die naar de boer
getrokken waren kwamen terug en
jongens wilden het vak leren. Want
er was te verdienen!
„Als dat niet gebeurd was", aldus
de heer Seghers, ,zou men nu reed?
zonder klompenmakersknechts gezeten
hebben. Want sedert de laatste jaren
is er weinig animo meer voor het
toch zo mooie vak, onder de jongeren.
Maar als elke andere oorlog bleken
die vier jaren niet het zuiver natuur
lijke middel tot stimulatie van deze
bedrijfstak. De prijzen liepen snel om
hoog en in 1918 kostten 100 paar
klompen 156 gulden. Maar toen het
gedaan was met de strijd, zakte de
prijs in één jaar tijd terug tot 42
gulden en wie met grote voorraden
hout zat, verloor er dik aan! Vele van
de nieuwe bedrijfjes gingen toen weer
machines aanschaffen. De prijzen ver
laagden, maar de strijd bleef.
ALS SNEEUW VOOR DE ZON.
Een klompenmaker aan de arbeid.
op de fles. Het werd een crisistijd voor
de klompenmakers en als de heer
Fleskens in de Tweede Kamer het
Klompenwetje er niet doorgekregen
had, zou het nog erger geweest zijn,
want België overvoerde de markt na
de oorlog met zijn klompen.
Tot aan de laatste wereldorlog is
het evenwel nog niet veel geweest in
het bedrijf. De concurrentie bleef en
werd door de mechanisatie niet ver
holpen. Integendeel: de ene na de
andere klompenmakerspatroon ging
(Advertentie)
Schaarste aan leer in de tweede
wereldoorlog bracht enige opleving,
maar de prijsbeheersing en de hout
distributie lieten de klompenmakers
geen bokkesprongen toe.
Tot 1947 is de distributie blijven
bestaan en toen de vraag groot
bleef, waren er velen die hun ma
chinepark uitbreidden en voorraden
aanmaakten. Maar toen de behoefte
snel daalde, zaten ze er mee en weer
gingen er verschillende bedrijven voor
goed dicht.
Dat werd tevens het einde van bijna
alle handwerkbedrijven. Er zijn er nu
nog slechts vier in Zeeland: één in
St. Jansteen en drie in Hulst. Van
de 102 klompenmakerijen, die de pro
vincie vroeger telde, zijn er nog geen
50 over en hetzelfde beeld biedt ge
heel Nederland: van de 1800 klompen
makerijen van vroeger zijn er meer
dan duizend verdwenen!
En nog is het voor iedere klompen
maker een hele strijd om aan de
gang te blijven en er wat aan te
winnen. Maar samenwerking vermag
veel en de bonden kunnen dan ook
heel wat bereiken.
Met zeldzaam fraaie auto-reproducties voor de liefhebberd
Coöp. Levensverzekering Mij. u.a.
f 0 Maximale zekerheid
0 Minimale premie
Ook voor collectieve personeelverzekeringen
Hoofdkantoor:
Oudenoord - Utrecht
Tel. 16591 (3 lijnen)
De werkgevers zelf sjouwden even
hard mee. Ze verdienden dan althans
hun eigen werkloon en ais het meezat
en ze konden voor hun klompen 30
cent maken, dan hielden ze er nog
wat van over ook, wat de totale fabri-
cagekosten bedroegen ongeveer 25 ct.
per paar.
Wie in die tüd een paar honderd
gulden bezat, kon een bedrijfje begin
nen ,want kapitaalsintensicf waren de
klompenmakerijen niet. „Ik ben zelf
ook met zo'n vier honderd gulden aan
de slag gegaan," zegt de heer Seghers.
Wie duizend gulden had in die tijd,
was al een man die meetelde. Maar
wat wilt ge: geen investeringen en
afschrijvingen voor grote werkplaat
sen, machines en zeer lage lonen!
De oorlog van 1914 tot 1918 heeft
menigeen er bovenop geholpen: het
leger had het leer nodig, dus de men
sen droegen meer klompen. Nieuwe
TY^EINIGEN zullen wel eens geografisch hebben nagedacht. Dat
wil zeggen, dat zij de betrekkelijkheid hebben ingezien van
de wijze, waarop wij onze aarde in beeld trachten te brengen.
Slaan we onze atlas open, dan zien we een schitterende collectie
kaarten, waarop ons de wereld in brokjes wordt voorgeschoteld
en waaruit we ons met behulp van een enkele grote overzichts
kaart, die ons als het er op aankomt nog maar van de wijs brengt,
een beeld moeten vormen van de planeet, waarop we leven.
Voor het dagelijks gebruik kunnen we het hiermee stellen, maar wanneer
er hogere eisen worden gesteld, ontdekken we dadelijk, dat onze atlas niet
voldoet. Wij komen, vooral wanneer het oyi grote afstanden gaat, dikwijls
vrij snel tot de conclusie, dat er iets niet klopt. Om ons uit de impasse
te helpen, moet er dan een globe bijkomen, u kent dat ding wel, zo'n
grote wereldbol in een standaard. Je kunt die wereld om haar as laten
draaien en dan geeft de bol ons een juister beeld van de aarde dan de
kaarten in de a.ias kunnen doen.
inzicht en men ploeterde door op de
van ouds bekende manier. Men zocht
op de kaarten de kortste afstand
tussen twee punten en vond een rech
te lijn. Deze volgde men dan in de
stellige overtuiging, dat men er zo
het snelst kwam. Maar hoe heeft
men zich vergist!
Iïet is eigenlijk aan de vliegerij te
danken geweest, dat men een andere
kijk kreeg op deze materie. Al vrij
spoedig ontdekte men, dat de kort
ste weg niet de rechte lijn, maar een
cirkelboog was, hetgeen klopt wan
neer men de globe er bij neemt, want
op die globe was de kromme lijn van
de platte kaart een rechte lijn. Men
had met de werkelijkheid te maken
en paste zich aan.
Nu doet zich het merkwaardig ver
schijnsel voor, dat ongeveer drie-
Wanneer we deze beide systemen
van uitbeelding met elkaar gaan ver
gelijken, bemerken we al spoedig
waar de schoen wringt. Het is prac-
tisch onmogelijk op platte kaarten
een deel van de bol in de juiste ver
houding weer te geven, hetgeen leidt
tot de kleinere verschillen die ons
vertrouwen in de atlas aan het wan
kelen hebben gebiecht.
Vroeger had men nog vrijwel geen
begrip van de juiste verhoudingen en
al werkte men toen ook al met een
globe en kaarten, toch ontbrak het
(Advertentie)
kwart van het vasteland van de we
reld zich op de noordelijke helft van
de aardbol bevindt. Als gevolg hier
van wonen ongeveer 9 van de 10
mensen op het noordelijk deel en is
dit deel daardoor het belangrijkst,
want begrijpelijk^jnden we hier d,e
grote wereldsteden en de enorme in
dustriecentra van deze aarde. De
luchtverbindingen moeten zo kort mo
gelijk zijn om reden van efficiency
en dergelijke en nu blijkt, dat de at
las ons bedriegt wanneer we denken,
dat de kortste weg van Noorwegen
naar Alaska over de Atlantische Oce
aan en van Chicago naar China via
de Stille Oceaan leidt. Neen, de kort
ste weg voert over de Noordpool! De
laatstgenoemde route wordt er zelfs
3000 kilometer korter door.
ALASKA EEN KNOOPPUNT
Sinds men deze ontdekking heeft ge
daan, die voor burger- en mili
taire luchtvaart van zo ontzettend
veel belang is en sinds de voortschrij
dende techniek ons in staat gesteld
heeft over deze barre ijswoestijnen
te vliegen, is men koortsachtig aan
de slag om deze noordelijke gebie
den voor de luchtvaart te ontsluiten.
Zowel door de V.S. als door de
Sowjet Unie worden er ontzaglijke
kapitalen besteed om binnen de pool
cirkel vliegvelden aan te leggen, zo
wel voor de burgerluchtvaart als uit
strategische overwegingen. Ieder
tracht zich een zo groot mogelijk
deel van het vrije poolgebied toe te
eigenen en er is als het ware een
wedloop ontstaan. De V.S. zijn ech
ter wel het beste af, want zij bezit
ten het schiereiland Alaska, dat zij
indertijd voor enige millioenen ddl-
lars van de Russen kochten en van
welke transactie deze nu wel onnoe
melijk veel spijt zullen hebben, nu
blijkt, wanneer men op de globe de
belangrijkste punten van ons noorde
lijk halfrond met elkaar op de kort
ste wijze gaat verbinden, dat 't groot
ste deel van deze lijnen loopt over
dit beruchte Alaska.
Deze eertijds ijzige wereld, waar
slechts enkele bontjagers en avontu
riers leefden, is daardoor tot een
zeer snelle ontwikkeling gekomen.
Het gonst er nu van bedrijvigheid.
Duizenden arbeiders en technici wer
ken er om van dit land één grote
luchthaven te maken. De luchtvaart
heeft ons een andere wereld doen
zien, waarin vroeger onbelangrijke
gebieden van grote betekenis blij
ken te zijn.
Hoewel Nederland zo lang
zamerhand wel gewend is aan
het beeld dat de mijnstreek
biedt, toch ziet men in een foto
als de bijgaande nog steeds een
contrast: het natuurschoon van
Zuid-Limburg en daarin de
zakelijkheid van een mijncom-
plex. Niettemin, Limburg is er
rijk mee. Het is met zijn mijnen
de rijkst geindustrialiseerde
provincie van ons land gewor
den.
De Nederlandse steenkolenmijnen
verschaffen momenteel werk aan
35.000 ondergrondse arbeiders. Dat
is geen topcijfer, want nog altijd
behoeft het leger mijnwerkers aan
vulling In Limburg kan men niet
voldoende werkkrachten meer recru-
teren en daarom trekken de mensen
van de mijnen uit over andere pro
vincies, om ook daar belangstelling
te kweken voor het vak van delver
naar zwart goud". Wanneer ze vol
gende maand weer naar West-Bra
bant komen om iets over het leven
van de mijnwerker en de omstan
digheden waaronder hij ^werkt, te
vertellen, dan is het zeker niet de
bedoeling om hun overredingskracht
te gebruiken tegenover mensen, die
hier, in de eigen streek en de eigen
bedrijven, een goede baan hebben.
Maar ook in ons gewest zijn er
mensen, die hier geen toekomst zien
en zelfs elders hun emplooi vinden,
vaak op losse basis en die er beslist
op vooruit zouden gaan wanneer ze
b.v. bij de mijnen een vaste betrek
king zouden kunnen vinden die hun
ligt en waarin ze, bij gebleken ge
schiktheid, goede kansen op promotie
maken.
OPLEIDING.
De mijnen Laura" en Julia" te
Eygelshoven zijn er twee, die mo
menteel mensen kunnen gebruiken.
Zij maken hun speurtocht naar per
soneel in samenwerking met het Gew.
Arbeidsbureau en in volledige over
eenstemming met de standsorgani
saties.
Iedere nieuweling" in de mijnen
maakt een opleidingsperiode door,
waarin hij begint als sleper. Na enige
tijd wordt hij tot postsleper bevor
derd en dan benadert hij al aardig
het houwersloon, het loon dus van
de man, die als volwaardige onder
grondse arbeider staat aangetekend.
Langzaam-aan klimt hij hoger op
en na vier jaar als ondergrondse ar
beider te hebben gewerkt, waarvan
twee jaar als hulphouwer, kan hij tot
houwer worden bevorderd. Hij moet
daarvoor echter 23 jaar oud zijn en
het houwersexamen hebben afgelegd.
De voorraad kalenders, waarover
de redactie komen jaar kan be
schikken dank zij een vriendelijk
gebaar van veel instellingen en be-
drijvèn, werd de laatste dagen nog
met enkele exemplaren aangevuld.
De Nederlandse Spoorwegen komen
met een kalender, waarop een zes
tal zeer verdienstelijke reproduc
ties van moderne (gelukkig niet al
te moderne) schilderijen en Douwe
Egberts doet de eerbiedwaardigheid
van zijn oude bedrijf recht met een
plaat van een bijna klassiek Neder
lands stadsgezicht:water,schepen en
een stompe toren. ,,Good Year" is
er in geslaagd, de krachten van na
tuur en auto-) techniek harmoni
eus te verbeelden op een plaat met
de afmetingen van een schilderstuk
en garage P. Otten te Breda heeft
het in de fotokunst gezocht. De ka
lender van deze firma geeft zes
markante foto's van landschappen,
die karakteristiek zijn voor Neder
land.
Voor dit examen, dat kosteloos is,
ontvangt hij zijn opleiding onder
werktijd.
Blijkt, intussen dat de man de no
dige geschiktheid bezit, dan kan hij
nog hoger opklimmen en het tot mijn-
opzichter brengen, waarvoor hij
wordt opgeleid aan de mijnschool te
Heerlen.
HUISVESTING.
De Laura, te Eygelshoven
in Zuid-Limburg
Naast de sociale voorzieningen krij
gen ook de huisvestingsmogelijkheden
in de mijnstreek de volle aandacht.
Arbeiders die van buiten de mijn
streek komen worden ondergebracht
in het Gezellenhuis. Zijn zij gehuwd,
dan wordt zo spoedig mogelijk voor
een huis gezorgd.
Zoals gezegd zullen voorlichtings
avonden hierover in Januari in West-
Brabant gehouden worden. Bezocht
worden achtereenvolgens Breda, Roo
sendaal, Fijnaart, Oudenbosch, Ze
venbergen, Bergen op Zoom, Halste
ren, Steenbergen, Dinteloord, Ooster
hout en Ette*1
DINSDAG 28 DECEMBER
HILVERSUM I 402 m. KRO: 7.00
Nws 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en lit.
kal. 8.00 Nws, weerbr. en kath. nws 8.20
Gram. 9.00 V. d. huisvrouw 9.35 Waterst.
9.40 Gram. 10.00 V. d. kleuters 10.15 Fran
se chansons 10.30 Gram. 11.00 V. d. vrouw
11.30 Kamerork. 11.50 Als de ziele luis
tert, caus. 12.00 Angelus 12.03 Gram. 12.30
Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.55
Zonnewijzer 13.00 Nws en kath. nws 13.20
Pianoduo 13.45 Gram. 14.00 Orgelconc.
14.30 Parijse liedjes 15.00 Gram. 15.30
Ben je zestig? 16.00 V. d. zieken 16.30
Ziekenlof 17.00 V. d. jeugd 17.45 Rege-
ringsuitz.: Rijksdelen Overzee: Naar het
witte hart van Nieuw-Guinea door Cl.
Belloni 18.00 V. d. jeugd 18.20 Sport-
praatje 18.30 RVU: De boom als symbool,
door drs D. Ruarus 19.00 Nws 19.10 Lich
te muz. 19.30 Avondgebed en lit. kal. 19.45
Lichte muz. 20.15 Gram. 21.00 Act. 21.15
De gewone man 21.20 Radio Philh. Ork.
en solist 22.15 Gram. 22.20 Uit het Boek
der Boeken 22.35 Gram. 22.50 Rep. 23.00
Nws 23.15 Brabants Ork. en solist 23.50-
24.00 Gram.
HILVERSUM II 298 m. AVRO: 7.00
Nws 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws
8.15 Gram. 9.00 Idem 9.30 V. d. huisvr.
9.35 Gram. 9.40 Morgenwijd. 10.00 Gram.
10.50 V. d. kleuters 11.00 RVU: Prof. ir
R. Forbes: De techniek in de Oudheid,
3e lezing 11.30 Gram. 12.00 Lichte muz.
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 V. h.
platteland 12.40 Instr. kwart. 13.00 Nws
13.15 Meded. of gram. 13.20 Lichte muz.
13.55 Koersen 14.00 Kookpraatje 14.15 Alt
en piano 14.40 V. d. jeugd 15.30 V. d.
huisvr. 16.00 Gram. 16.30 V. d. jeugd
17.30 Lichte muz. 18.00 Nws 18.15 Piano
spel 18.30 Amateursprogr. 19.00 V. d.
kleuters 19.05 Paris vous parle 19 10
Gram. 19.15 Viool en piano 19.45 Film
praatje 20.00 Nws 20.05 Promenade ork.
en sol. 21.00 Meded. en rep. 21.10 Lichte
muz. 21.35 Gevar. progr. 22.20 De Ant
woordman 22.35 Orgelconc. 22.55 Ik ge
loof, dat... caus. 23.00 Nws 23.15 New
York calling 23.20-24.00 Filmpr.
BRUSSEL 324 m: 11.45 Gram. 12.30
Weerber. 12.34 Gram. 13.00 Nws 13.15
Filmmuz. 14.00 Kamermuz. 14.40 Gram.
15.30, 15.40 en 15.55 Idem 16.00 Koersen
16.02 Gram. 16.30 Orgelsp. 17.00 Nws 17.10
Gram. 17.50 Boekbespr. 18.00 Gevar. muz.
18.30 V. d. sold. 19.00 Nws 19.40 Omr.
koor 20.00 Gram. 21.00 en 21.44 Idem 22.00
Nws 22.15 Zang en piano 22.45 Gram.
22.55-23.00 Nws.
BRUSSEL 484 m: 12.00 Omr. ork. 13.00
Nws 13.20 Gevar. muz. 14.00 Gram. 15.00
Idem 15.45 Omr. koren 16.05 Lichte muz.
17.00 Nws 17.15 Verz. progr. 18.30 en 19.15
Gram. 19.30 Nws 20.00 Muz. en hoorsp.
22.00 Nws 22.15 Herinneringen van een
musicus 22.55 Nws.
(Advertentie)
verjaag dat lome griepgevoel met-
„U bent in lange tijd niet in mijn
nederige woning geweest", zei hij.
„Ik heb u gemist. De krekels zijn
6r; u hebt de krekels nog niet ge
zien."
Zijn woorden voerden mij terug
naar het andere deel van mijn le
ven, dat in verband stond met Chi
na. Ze voerden mij terug naar een
wisselende, raadselachtige, betove
rende wereld. Een uitstervende we
reld misschien, maar een, waar
voor ik toch respect koesterde. Het
was een medogenloze wereld, maar
onbeschrijfelijk beschaafd en be
leefd, met een beschaving die bo
ven de armoede en wanorde en de
ergernissen van het heden uitging.
Ik bewonderde Prins Toeng oprecht
en was trots erop, dat hij vriend
schap voor mij koesterde,
n» jn® Toeng stamde uit een
Mandsjoe-geslacht, dat in de dagen
va-i het Keizerrijk aan het hof gro-
v,6 dunj bezeten. Als jongen
had hu de Verboden Stad gekend
en mj kon boeiend vertellen over
die bewogen tijden. Als de meeste
Mandsjoes, kon hij niet met geld
omgaan en scheen thans vrij arm
te Zijn. Hij had zich uit het openba
re leven teruggetrokken en ver
bracht zijn tijd in een gedeelte van
zijn vervallen paleis, bij de noorder
poort van de stad, met het schilde
ren van gedichten op perkamentrol
len: doch vreemdelingen amuseer
den hem. Zo dit vermaak al niet ge
heel vrij was van minachting, liet
hij dit toch nimmer blijken. Hij had
een aangeboren beleefdheid, nog
versterkt door een toegewijde studie
van de klassieken.
„Amuseert u zich, mijn Heer?"
vroeg ik hem.
„Ja", zei Prins Toeng, „ik ver
maak mij. Uw landgenoten verma
ken mij altijd. Ik zeg u dit, omdat
gij mij begrijpt te goed misschien
voor uw welzijn."
Prins Toeng glimlachte en stak
de fijne handen in de mouwen.
„Die jonge vrouw, waarmee u
sprak, bijvoorbeeld. Ik kan dat niet
begrijpen. Is zij welopgevoed?"
„O ja", antwoordde ik, „heelwel-
opgevoed, zou ik zo zeggen."
„Zo", merkte Prins Toeng
„interessant. Ik kan dat niet
oordelen."
„We hebben zeer openhartig
sproken", vertelde ik hem. „Ze
mc. dat ik had afgedaan."
Hij begreep me eerst niet en
had moeite, hem de zin in het Chi
nees uit te leggen.
op.
be-
ge-
zei
ik
„O, nu versta ik u eindelijk. Wat
is uw geëerde leeftijd? Dat ben ik
vergeten."
„Vier en dertig".
„Dan heeft zij eigenlijk gelijk",
verklaarde Prins Toeng; ,,u behoor
de zoons te hebben, die bijna tot
mannen waren gerijpt.
Ik zelf ben op mijn vijftiende jaar
gehuwd. Ik heb een grote familie
gehad cn behoef mij verder geen
zorgen te maken. U zou uw vogels
hebben en uw wandelingen en ge
sprekken. Dan behoefde u zich geen
zorgen te maken."
„Dat doe ik weinig", antwoordde
ik.
„Weinig is nog te veel", zei Prins
Toeng. „Laat ik u een voorbeeld ge
ven. De toestand in de stad is op
het ogenblik zeer kritiek. Een koop
man, een mijner beste vrienden,
heeft vanmiddag verscheidene kis
ten voor de veiligheid naar de Bank
der Gezantschappen gezonden. Ik
zal morgen hetzelfde doen, maar ik
maak mij geen zorgen."
„Waarom is de toestand kritiek?"
vroeg ik.
Ik wist heel goed, dat hij mijn
vraag niet zou beantwoorden; hij
hield niet van rechtstreekse vragen.
„Het heeft niets te beduiden. Men
beweert, dat verschillende personen,
die nogal eens onrust stichten, ge
zien zijn. Het land wordt weer ver
scheurd door de vreemdelingen. Het
is treurig, dat wij leven in de tijd
van verwarring die pleegt te volgen
op de val van een dynastie. Zulke
tijden zijn altijd moeilijk, maar zij
gaan voorbij."
„Maakt u zich ongerust over uw
eigendommen?"
Prins Toeng glimlachte weer.
„Ik heb mij nog nooit ongerust ge
maakt over mijn eigendommen. Ik
kan tóch niets doen."
Zijn antwoord ergerde mij niet meer,
zoals het enige jaren geleden gedaan
zou hebben.
„Maar u hebt vrienden, u hebt in
vloed", zei ik.
Toeng. „Tot het ogenblik aanbreekt.
Men kan nooit weten."
Toen hoorde ik majoor Best roepen.
Zijn stem klonk nuchter en gerust
stellend.
„Hallo, Nelson", riep hij, „ga je
nu mee"
Het laatste avondrood kleurde de
straat. De ricksja-lantaarns waren
ontstoken. Majoor Best legde de hand
op mijn arm. Ik voelde zijn vingers
op mijn mouw ze omsloten mijn
arm vaster dan strikt noodzakelijk
was.
„Hoor eens", zei Best. „Heeft die
Prins-Tceng-Kwibus nog iets tegen je
gezegd?"
„Hij zei ,dat de toestand in de stad
gevaarlijk was|", antwoordde ik.
„Hoezo?"
Ik hoorde de majoor zwaar adem
halen en hij liet mijn arm los.
„Ik zag vandaag een man op straat,
zei hij. „Ik kan Chinese gezichten
onderscheiden. Hij zag mij ook. Ik
hoop vurig, dat hij niet weet dat ik
hem herkend heb."
„Waarom?"
„Omdat ik anders geen duit meer
geef voor mijn leven", zei Majoor
Best. „Kom. We hebben nog tijd om
een whiskey te drinken voor het eten.'
Ik keek hem aan, niet zeer ver
schrikt, want de mensen overdrijven
gewoonlijk zo in hun verklaringen,
dat men er geen waarde meer aan
hecht. Ik heb vaak genoeg mensen
horen beweren, dat hun leven geen
duit waard was als ze niet op tij(l
bij de Jansens kwamen. Ik keek Ja-
meson Best aan en kon zijn gelaat
niet duidelijk onderscheiden. Ik be
dacht, dat Peking wel de veiligste
stad ter wereld is.
HOOFDSTUK IV.
Onze riksjas reden door de poort
in de muur van de Gezantenwijk en
sloegen eerst rechts en toen links
af naar de Hatamenstraat. Deze is
breed, zoals alle straten der Noord-
Chinese steden. Met revolvers gewa
pende politiemannen in vaalgroene
uniformen regelden het verkeer. De
open winkels vormden lichtplekken.
Vaag schemerden de Chinese letter
tekens boven de deuren, en de Ha
tamenstraat was een rivier van ge
luiden. Chinese stemmen en Chi
nees gelach verjoegen mijn onplezie
rige gedachten. Eleanor Joyce had
me gezegd dat ik had afgedaan, doch
haar stem hinderde mij niet meer;
ze ging verloren in die zee van an
dere stemmen, in het mensengewoel
om ons heen. De geur van Chinees
eten streelde mijn reukorganen. Van
dat mengelmoes van geluiden ging
een brede verdraagzaamheid uit, die
mij Peking deed liefhebben. Het was
een edele stad met haar muren en
brede straten, haar verborgen tem
pels en paleizen. Het was een stad
der fantasie, een stad der gedach
ten in droomgelijk verval, fantastisch
als de figuren op een Chinese teke
ning: altijd veranderend, maar nim
mer anders.
Troostrijk was het besef, dat de
hoge, grijze muren der tartaarse stad
ons beschermden, dat de puntige to
ren der poorten in de nacht staarden
en de boze geesten uit de onrustige
wereld daarbuiten op een afstand
hielden. De muren sloten het rumoer
in Zuid-China buiten, de overstro
mingen en hongersnoden van de Ge
le Hivier en de onheilspellende ver
latenheid der bergpassen, die als een
grote trap noordwaarts reikten, tot
voorbij de eeuwenoude Chinese Muur,
naar de Mongoolse hoogvlakten. Pe
king was door zijn stichters erop
gebouwd, onheil buiten te houden,
zelfs de rechtse straten hadden
hier en daar een onverwachte draai
om het gevaar van. symmetrie af te
wenden. De voorhof der huizen was
erop berekend, dat alleen goede gees
ten konden binnenkomen, cn over
het geheel was alles goed gegaan.
Al jaren gebruikte Jameson Best
Peking als uit ungspunt voor zijn rei
zen. Hij bezat een huis aan een der
ontelbare straatjes, die, door hoge
tuinmuren ingesloten, zo op elkaar
gelijken, dat een vreemdeling ze even
min uit elkaar kent als de Chinese
gezichten.
Vx-oeger vormde Jameson Bests
woning nog maar een binnenplaats
van een dier uitgestrekte paleizen
van 't ancien régime, van welke de
gebouwen, binnenplaatsen en tuinen
een uitgestrekt terrein besloegen. De
poorten in de muren, die toegang
gaven tot de verdere binnenplaatsen
van dat oude paleis, waren reeds
lang dichtgemetseld, zodat Jameson
Bests huis een besloten geheel vorm
de, bestaande uit een voorhof met
een laag gebouw, dat de eetkamer
en ontvangkamer bevatte. Deze kwa
men uit op een tuintje, omgeven door
tegelgedekte gebouwen, bestaande uit
het slaapvertrek van de majoor, zijn
werkkamer en een bergruimte.
Onze ricksj a-koelies schreeuwden
tegen enkele voetgangers, die in het
smalle straatje opzij gingen om ons
voorbij te laten. Wij hotsten over de
oneffenheden, die de regens van de
vorige week hadden achtergelaten.
„Wij zullen in de werkkamer wat
drinken", zei majoor Best.
De werkkamer was een diep ver
trek, welks met snij- en schilder
werk versierde balken op rode hou
ten pilaren rustten. Langs de wan
den bevonden zich boekenkasten, die
een fraaie verzameling orieritalia be
vatten. Enkele opgezette koppen en
verscheidene jachtgeweren hingen
boven de boekenkasten; en ook een
Chinees schilderij op zijde een
tijger, grommend en gereed tot de
sprong. Op de vloer lagen verschei
dene tijgerhuiden.
(wordt vervolgd)
uxor 8 uur:
oorpagina.