DE MIJN zoekt MENSEN CONCDROtH COEBERGH's Zwitsaletten SPIONNEN IN PEKING Gebogen gingen de klompenmakers door het leven Vliegers ontdekten het bedrog van de vlakke landkaart Gebogen lijn als de kortste weg FRAMBOZEN BRANDEWIJN p Uw maag deren EROM ELTDAG Alberts komt V. P. naar nszand DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 27 DECEMBER 1954 ENDA ;den orgen Herinneringen van Cam. Seghers Een halve eeuw geleden heerstén merk waardige toestanden Maandag: 2e Zondag Limburg onze rijkst geindustraliseerde provincie Alaska: onmisbaar tussenstation Sovjets hebben spijt Nieuwe Kalenders ('R A dkdJ KOORTSIG, RILLERIG pEEwssam naar het Amerikaans van J. P. MARQUAND e) nlas. iereen Rennies et zonder reden tien mensen ie hand. Voor bij te springen anden anderen k komt er niet als was 't een op de tong. En telyk ook. iUANE. Januari as. is r van Sas van rgeplaatst naar terwijl met in- Lum de assistent m Harlingen (I. Gent (visitatie) te Rotterdam -oor het Staats- igden de wacht- ier Kon. Mare- n A. Luiten, be- e Sas van Gent. •n Haag slaagde heer E. Herde- ter verkrijging ithandel in kaas. elvereniging van door Vermaak" Jarieke in studie toneelgroep ver voor de dag is ans weer volop 6 Februari a.s. ng plaats vinden, orden gestort in in het leven is n van de fanfare 'PER NOVICEN- TER. toot, de Weleerw. chepper. C.M.,_ is sur van het Se tt het Groot-semi- ;n te Helden-Pan- chepper draagt in -g voor de oplei- 3URG Utrecht slaagden Jullu en Miep Bo rn stenografie. iENTENKRING. scember as., houdt ■nkring „Isendica" dies. Het program luidt als volgt: rdt in de parochie- ogedragen door de de Grauw. Daar- mkomst plaats in om 3 uur Drs. L. g zal houden over Na afloop vindt lts, terwijl tot be- rdt gehouden. deskundige woord zal de N.F.O. te fruitteeltdag hou- ;preken dr. G. de Hennik resp. over jk onderzoek en de ;euwse fruitteelt en ikomst zal de heer ïanisatie en de Bel- dr. Soenen de be- elmeeldauw behan- rigens maar matig vergadering deelde leester Derckx mee, i de heer Alberts, Rucphen en hoofd- K.V.P. een spreek- illen. werd deze mede- aar allen die zich ilitiek interesseren, wekkende avond te etracht zal worden in brede kring be ken en tevens werd tot opvoering van ede een beroep op ;ief mede te werken oor de heer Alberts kbeurt als de leden es mogen worden, ilijke mededelingen en penningmeester tijd van gedachten erschillende politiek werpen. 8 uur: Road to Zan- Cinema an de van Dijck 7.30 Nijl. opgebouw 8 uur: De del 8 uur: Van de wal 8 uur: Het Olympia 3orpagina uxor 8 jebouw uur 8 Het vierde uur: Sterren Kon. Vlaamse Opera Het vierde Olympia 8 uur: Het "gEGEN het einde van liet jaar dwalen 's mensen gedachten onwillekeurig terug, want wat in het verleden is gebeurd is een werkelijkheid waar aan men houvast heeft. Juist omdat die realiteit niet altijd even mooi is, heeft men zo over het verleden mijmerend dingen te over om te bepeinzen en om gelukkig toch nog al eens tot de conclusie te komen dat het tegenwoordig in enkele opzichten toch nog een beetje beter is. Toen we in Clinge de voorzitter van de Klompenmakers-patroonsvcreni- ging „St Gummarus", de heer Cam. Seghers, ontmoetten, bleek hij ook al aan het wroeten in het verleden bezig te zijn. Een jaar is niets, vooral een reeds gepasseerd jaar, en daarom zaten we zo maar ineens aan het begin van de eeuw. En in die tijd was het voor de klompenmakers heus zo lollig niet in de wereld Zeeland telde toen ongeveer 50 kloiu- penmakeisbedrijven, uiteraard alle maal handwerkers want machines waren toen nog dingen waarvan nie mand droomde. De meesten van die klompenmakers zaten in of rond Clinge, St. Janstcen, Koewacht en Hulst en verder telde men er wat in West Zeeuwsch-Vlaandcren, op Wal cheren en Zuid-Beveland. „Als je in die tijd 's Zondags naar de kerk ging", vertelt de heer Seg hers, „kon je aan de mensen zien wie er klompenmaker was, ook al kende je er niemand van. Die kromme rug gen, die bleke gezichten zeiden ge noeg. Dat waren de kentekenen van de klompenkapper." Hoe die slechte lichamelijke conditie veroorzaakt werd? Wel, de klompen makers uit het begin van de 20e eeuw waren gewend niet alleen hard, maar vooral zeer langdurig te zwoegen en te sjouwen. Voor een karig loon werk ten ze ongeveer 80 uren per week, want een Arbeidswet was ook nog een ding van de verre toekomst. Men kon aan een loontje van 6 7 gulden per week komen en daarvan hielden de klompenmakers er nog een op zak, want 's Zondags moesten ze de narigheid van een hele week "weg werken met vele pinten. Geen wonder dat ze dan 's Maandags niet al te fris op hun werk kwamen. Evenals in veie andere streken hield men er hier daarom de gewoonte op na, die eerste werkdag van de week tot een tweede Zondag te maken. Zo spreekt men in Zuid-Holland nog van de vroegere „kuipertjes-maandag", waarop er geen vat gemaakt werd door de kuipers en waar de uitdrukking „een blauwe Maandag" vandaan komt ,is ook be paald typerend! Zo ook hier, in die nog altijd als „goeie ouwe" te boek staande tijd. Er werd onder elkaar wat gekaart en gepierd en daarbij werd natuurlijk nog eens een pintje gedronken. Soms met het gevolg dat de Dinsdagmorgen weer een verleog- stukje van de Maandag werd. Maar daarna begon het dan ook De klompenkappers trókken aan hét werk. Ze begonnen 's morgens om 5 uur en werkten vaak aan één stuk door tot 's avonds 9 of 10 uur, hun boterhammetjes ondertussen inslik kend. Geen wonder dus, dat ze er niet al te best uitzagen. KLOMPENWETJE. klompenmakerijen schoten uit de grond, oude knechten die naar de boer getrokken waren kwamen terug en jongens wilden het vak leren. Want er was te verdienen! „Als dat niet gebeurd was", aldus de heer Seghers, ,zou men nu reed? zonder klompenmakersknechts gezeten hebben. Want sedert de laatste jaren is er weinig animo meer voor het toch zo mooie vak, onder de jongeren. Maar als elke andere oorlog bleken die vier jaren niet het zuiver natuur lijke middel tot stimulatie van deze bedrijfstak. De prijzen liepen snel om hoog en in 1918 kostten 100 paar klompen 156 gulden. Maar toen het gedaan was met de strijd, zakte de prijs in één jaar tijd terug tot 42 gulden en wie met grote voorraden hout zat, verloor er dik aan! Vele van de nieuwe bedrijfjes gingen toen weer machines aanschaffen. De prijzen ver laagden, maar de strijd bleef. ALS SNEEUW VOOR DE ZON. Een klompenmaker aan de arbeid. op de fles. Het werd een crisistijd voor de klompenmakers en als de heer Fleskens in de Tweede Kamer het Klompenwetje er niet doorgekregen had, zou het nog erger geweest zijn, want België overvoerde de markt na de oorlog met zijn klompen. Tot aan de laatste wereldorlog is het evenwel nog niet veel geweest in het bedrijf. De concurrentie bleef en werd door de mechanisatie niet ver holpen. Integendeel: de ene na de andere klompenmakerspatroon ging (Advertentie) Schaarste aan leer in de tweede wereldoorlog bracht enige opleving, maar de prijsbeheersing en de hout distributie lieten de klompenmakers geen bokkesprongen toe. Tot 1947 is de distributie blijven bestaan en toen de vraag groot bleef, waren er velen die hun ma chinepark uitbreidden en voorraden aanmaakten. Maar toen de behoefte snel daalde, zaten ze er mee en weer gingen er verschillende bedrijven voor goed dicht. Dat werd tevens het einde van bijna alle handwerkbedrijven. Er zijn er nu nog slechts vier in Zeeland: één in St. Jansteen en drie in Hulst. Van de 102 klompenmakerijen, die de pro vincie vroeger telde, zijn er nog geen 50 over en hetzelfde beeld biedt ge heel Nederland: van de 1800 klompen makerijen van vroeger zijn er meer dan duizend verdwenen! En nog is het voor iedere klompen maker een hele strijd om aan de gang te blijven en er wat aan te winnen. Maar samenwerking vermag veel en de bonden kunnen dan ook heel wat bereiken. Met zeldzaam fraaie auto-reproducties voor de liefhebberd Coöp. Levensverzekering Mij. u.a. f 0 Maximale zekerheid 0 Minimale premie Ook voor collectieve personeelverzekeringen Hoofdkantoor: Oudenoord - Utrecht Tel. 16591 (3 lijnen) De werkgevers zelf sjouwden even hard mee. Ze verdienden dan althans hun eigen werkloon en ais het meezat en ze konden voor hun klompen 30 cent maken, dan hielden ze er nog wat van over ook, wat de totale fabri- cagekosten bedroegen ongeveer 25 ct. per paar. Wie in die tüd een paar honderd gulden bezat, kon een bedrijfje begin nen ,want kapitaalsintensicf waren de klompenmakerijen niet. „Ik ben zelf ook met zo'n vier honderd gulden aan de slag gegaan," zegt de heer Seghers. Wie duizend gulden had in die tijd, was al een man die meetelde. Maar wat wilt ge: geen investeringen en afschrijvingen voor grote werkplaat sen, machines en zeer lage lonen! De oorlog van 1914 tot 1918 heeft menigeen er bovenop geholpen: het leger had het leer nodig, dus de men sen droegen meer klompen. Nieuwe TY^EINIGEN zullen wel eens geografisch hebben nagedacht. Dat wil zeggen, dat zij de betrekkelijkheid hebben ingezien van de wijze, waarop wij onze aarde in beeld trachten te brengen. Slaan we onze atlas open, dan zien we een schitterende collectie kaarten, waarop ons de wereld in brokjes wordt voorgeschoteld en waaruit we ons met behulp van een enkele grote overzichts kaart, die ons als het er op aankomt nog maar van de wijs brengt, een beeld moeten vormen van de planeet, waarop we leven. Voor het dagelijks gebruik kunnen we het hiermee stellen, maar wanneer er hogere eisen worden gesteld, ontdekken we dadelijk, dat onze atlas niet voldoet. Wij komen, vooral wanneer het oyi grote afstanden gaat, dikwijls vrij snel tot de conclusie, dat er iets niet klopt. Om ons uit de impasse te helpen, moet er dan een globe bijkomen, u kent dat ding wel, zo'n grote wereldbol in een standaard. Je kunt die wereld om haar as laten draaien en dan geeft de bol ons een juister beeld van de aarde dan de kaarten in de a.ias kunnen doen. inzicht en men ploeterde door op de van ouds bekende manier. Men zocht op de kaarten de kortste afstand tussen twee punten en vond een rech te lijn. Deze volgde men dan in de stellige overtuiging, dat men er zo het snelst kwam. Maar hoe heeft men zich vergist! Iïet is eigenlijk aan de vliegerij te danken geweest, dat men een andere kijk kreeg op deze materie. Al vrij spoedig ontdekte men, dat de kort ste weg niet de rechte lijn, maar een cirkelboog was, hetgeen klopt wan neer men de globe er bij neemt, want op die globe was de kromme lijn van de platte kaart een rechte lijn. Men had met de werkelijkheid te maken en paste zich aan. Nu doet zich het merkwaardig ver schijnsel voor, dat ongeveer drie- Wanneer we deze beide systemen van uitbeelding met elkaar gaan ver gelijken, bemerken we al spoedig waar de schoen wringt. Het is prac- tisch onmogelijk op platte kaarten een deel van de bol in de juiste ver houding weer te geven, hetgeen leidt tot de kleinere verschillen die ons vertrouwen in de atlas aan het wan kelen hebben gebiecht. Vroeger had men nog vrijwel geen begrip van de juiste verhoudingen en al werkte men toen ook al met een globe en kaarten, toch ontbrak het (Advertentie) kwart van het vasteland van de we reld zich op de noordelijke helft van de aardbol bevindt. Als gevolg hier van wonen ongeveer 9 van de 10 mensen op het noordelijk deel en is dit deel daardoor het belangrijkst, want begrijpelijk^jnden we hier d,e grote wereldsteden en de enorme in dustriecentra van deze aarde. De luchtverbindingen moeten zo kort mo gelijk zijn om reden van efficiency en dergelijke en nu blijkt, dat de at las ons bedriegt wanneer we denken, dat de kortste weg van Noorwegen naar Alaska over de Atlantische Oce aan en van Chicago naar China via de Stille Oceaan leidt. Neen, de kort ste weg voert over de Noordpool! De laatstgenoemde route wordt er zelfs 3000 kilometer korter door. ALASKA EEN KNOOPPUNT Sinds men deze ontdekking heeft ge daan, die voor burger- en mili taire luchtvaart van zo ontzettend veel belang is en sinds de voortschrij dende techniek ons in staat gesteld heeft over deze barre ijswoestijnen te vliegen, is men koortsachtig aan de slag om deze noordelijke gebie den voor de luchtvaart te ontsluiten. Zowel door de V.S. als door de Sowjet Unie worden er ontzaglijke kapitalen besteed om binnen de pool cirkel vliegvelden aan te leggen, zo wel voor de burgerluchtvaart als uit strategische overwegingen. Ieder tracht zich een zo groot mogelijk deel van het vrije poolgebied toe te eigenen en er is als het ware een wedloop ontstaan. De V.S. zijn ech ter wel het beste af, want zij bezit ten het schiereiland Alaska, dat zij indertijd voor enige millioenen ddl- lars van de Russen kochten en van welke transactie deze nu wel onnoe melijk veel spijt zullen hebben, nu blijkt, wanneer men op de globe de belangrijkste punten van ons noorde lijk halfrond met elkaar op de kort ste wijze gaat verbinden, dat 't groot ste deel van deze lijnen loopt over dit beruchte Alaska. Deze eertijds ijzige wereld, waar slechts enkele bontjagers en avontu riers leefden, is daardoor tot een zeer snelle ontwikkeling gekomen. Het gonst er nu van bedrijvigheid. Duizenden arbeiders en technici wer ken er om van dit land één grote luchthaven te maken. De luchtvaart heeft ons een andere wereld doen zien, waarin vroeger onbelangrijke gebieden van grote betekenis blij ken te zijn. Hoewel Nederland zo lang zamerhand wel gewend is aan het beeld dat de mijnstreek biedt, toch ziet men in een foto als de bijgaande nog steeds een contrast: het natuurschoon van Zuid-Limburg en daarin de zakelijkheid van een mijncom- plex. Niettemin, Limburg is er rijk mee. Het is met zijn mijnen de rijkst geindustrialiseerde provincie van ons land gewor den. De Nederlandse steenkolenmijnen verschaffen momenteel werk aan 35.000 ondergrondse arbeiders. Dat is geen topcijfer, want nog altijd behoeft het leger mijnwerkers aan vulling In Limburg kan men niet voldoende werkkrachten meer recru- teren en daarom trekken de mensen van de mijnen uit over andere pro vincies, om ook daar belangstelling te kweken voor het vak van delver naar zwart goud". Wanneer ze vol gende maand weer naar West-Bra bant komen om iets over het leven van de mijnwerker en de omstan digheden waaronder hij ^werkt, te vertellen, dan is het zeker niet de bedoeling om hun overredingskracht te gebruiken tegenover mensen, die hier, in de eigen streek en de eigen bedrijven, een goede baan hebben. Maar ook in ons gewest zijn er mensen, die hier geen toekomst zien en zelfs elders hun emplooi vinden, vaak op losse basis en die er beslist op vooruit zouden gaan wanneer ze b.v. bij de mijnen een vaste betrek king zouden kunnen vinden die hun ligt en waarin ze, bij gebleken ge schiktheid, goede kansen op promotie maken. OPLEIDING. De mijnen Laura" en Julia" te Eygelshoven zijn er twee, die mo menteel mensen kunnen gebruiken. Zij maken hun speurtocht naar per soneel in samenwerking met het Gew. Arbeidsbureau en in volledige over eenstemming met de standsorgani saties. Iedere nieuweling" in de mijnen maakt een opleidingsperiode door, waarin hij begint als sleper. Na enige tijd wordt hij tot postsleper bevor derd en dan benadert hij al aardig het houwersloon, het loon dus van de man, die als volwaardige onder grondse arbeider staat aangetekend. Langzaam-aan klimt hij hoger op en na vier jaar als ondergrondse ar beider te hebben gewerkt, waarvan twee jaar als hulphouwer, kan hij tot houwer worden bevorderd. Hij moet daarvoor echter 23 jaar oud zijn en het houwersexamen hebben afgelegd. De voorraad kalenders, waarover de redactie komen jaar kan be schikken dank zij een vriendelijk gebaar van veel instellingen en be- drijvèn, werd de laatste dagen nog met enkele exemplaren aangevuld. De Nederlandse Spoorwegen komen met een kalender, waarop een zes tal zeer verdienstelijke reproduc ties van moderne (gelukkig niet al te moderne) schilderijen en Douwe Egberts doet de eerbiedwaardigheid van zijn oude bedrijf recht met een plaat van een bijna klassiek Neder lands stadsgezicht:water,schepen en een stompe toren. ,,Good Year" is er in geslaagd, de krachten van na tuur en auto-) techniek harmoni eus te verbeelden op een plaat met de afmetingen van een schilderstuk en garage P. Otten te Breda heeft het in de fotokunst gezocht. De ka lender van deze firma geeft zes markante foto's van landschappen, die karakteristiek zijn voor Neder land. Voor dit examen, dat kosteloos is, ontvangt hij zijn opleiding onder werktijd. Blijkt, intussen dat de man de no dige geschiktheid bezit, dan kan hij nog hoger opklimmen en het tot mijn- opzichter brengen, waarvoor hij wordt opgeleid aan de mijnschool te Heerlen. HUISVESTING. De Laura, te Eygelshoven in Zuid-Limburg Naast de sociale voorzieningen krij gen ook de huisvestingsmogelijkheden in de mijnstreek de volle aandacht. Arbeiders die van buiten de mijn streek komen worden ondergebracht in het Gezellenhuis. Zijn zij gehuwd, dan wordt zo spoedig mogelijk voor een huis gezorgd. Zoals gezegd zullen voorlichtings avonden hierover in Januari in West- Brabant gehouden worden. Bezocht worden achtereenvolgens Breda, Roo sendaal, Fijnaart, Oudenbosch, Ze venbergen, Bergen op Zoom, Halste ren, Steenbergen, Dinteloord, Ooster hout en Ette*1 DINSDAG 28 DECEMBER HILVERSUM I 402 m. KRO: 7.00 Nws 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00 Nws, weerbr. en kath. nws 8.20 Gram. 9.00 V. d. huisvrouw 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.00 V. d. kleuters 10.15 Fran se chansons 10.30 Gram. 11.00 V. d. vrouw 11.30 Kamerork. 11.50 Als de ziele luis tert, caus. 12.00 Angelus 12.03 Gram. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.55 Zonnewijzer 13.00 Nws en kath. nws 13.20 Pianoduo 13.45 Gram. 14.00 Orgelconc. 14.30 Parijse liedjes 15.00 Gram. 15.30 Ben je zestig? 16.00 V. d. zieken 16.30 Ziekenlof 17.00 V. d. jeugd 17.45 Rege- ringsuitz.: Rijksdelen Overzee: Naar het witte hart van Nieuw-Guinea door Cl. Belloni 18.00 V. d. jeugd 18.20 Sport- praatje 18.30 RVU: De boom als symbool, door drs D. Ruarus 19.00 Nws 19.10 Lich te muz. 19.30 Avondgebed en lit. kal. 19.45 Lichte muz. 20.15 Gram. 21.00 Act. 21.15 De gewone man 21.20 Radio Philh. Ork. en solist 22.15 Gram. 22.20 Uit het Boek der Boeken 22.35 Gram. 22.50 Rep. 23.00 Nws 23.15 Brabants Ork. en solist 23.50- 24.00 Gram. HILVERSUM II 298 m. AVRO: 7.00 Nws 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws 8.15 Gram. 9.00 Idem 9.30 V. d. huisvr. 9.35 Gram. 9.40 Morgenwijd. 10.00 Gram. 10.50 V. d. kleuters 11.00 RVU: Prof. ir R. Forbes: De techniek in de Oudheid, 3e lezing 11.30 Gram. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 V. h. platteland 12.40 Instr. kwart. 13.00 Nws 13.15 Meded. of gram. 13.20 Lichte muz. 13.55 Koersen 14.00 Kookpraatje 14.15 Alt en piano 14.40 V. d. jeugd 15.30 V. d. huisvr. 16.00 Gram. 16.30 V. d. jeugd 17.30 Lichte muz. 18.00 Nws 18.15 Piano spel 18.30 Amateursprogr. 19.00 V. d. kleuters 19.05 Paris vous parle 19 10 Gram. 19.15 Viool en piano 19.45 Film praatje 20.00 Nws 20.05 Promenade ork. en sol. 21.00 Meded. en rep. 21.10 Lichte muz. 21.35 Gevar. progr. 22.20 De Ant woordman 22.35 Orgelconc. 22.55 Ik ge loof, dat... caus. 23.00 Nws 23.15 New York calling 23.20-24.00 Filmpr. BRUSSEL 324 m: 11.45 Gram. 12.30 Weerber. 12.34 Gram. 13.00 Nws 13.15 Filmmuz. 14.00 Kamermuz. 14.40 Gram. 15.30, 15.40 en 15.55 Idem 16.00 Koersen 16.02 Gram. 16.30 Orgelsp. 17.00 Nws 17.10 Gram. 17.50 Boekbespr. 18.00 Gevar. muz. 18.30 V. d. sold. 19.00 Nws 19.40 Omr. koor 20.00 Gram. 21.00 en 21.44 Idem 22.00 Nws 22.15 Zang en piano 22.45 Gram. 22.55-23.00 Nws. BRUSSEL 484 m: 12.00 Omr. ork. 13.00 Nws 13.20 Gevar. muz. 14.00 Gram. 15.00 Idem 15.45 Omr. koren 16.05 Lichte muz. 17.00 Nws 17.15 Verz. progr. 18.30 en 19.15 Gram. 19.30 Nws 20.00 Muz. en hoorsp. 22.00 Nws 22.15 Herinneringen van een musicus 22.55 Nws. (Advertentie) verjaag dat lome griepgevoel met- „U bent in lange tijd niet in mijn nederige woning geweest", zei hij. „Ik heb u gemist. De krekels zijn 6r; u hebt de krekels nog niet ge zien." Zijn woorden voerden mij terug naar het andere deel van mijn le ven, dat in verband stond met Chi na. Ze voerden mij terug naar een wisselende, raadselachtige, betove rende wereld. Een uitstervende we reld misschien, maar een, waar voor ik toch respect koesterde. Het was een medogenloze wereld, maar onbeschrijfelijk beschaafd en be leefd, met een beschaving die bo ven de armoede en wanorde en de ergernissen van het heden uitging. Ik bewonderde Prins Toeng oprecht en was trots erop, dat hij vriend schap voor mij koesterde, n» jn® Toeng stamde uit een Mandsjoe-geslacht, dat in de dagen va-i het Keizerrijk aan het hof gro- v,6 dunj bezeten. Als jongen had hu de Verboden Stad gekend en mj kon boeiend vertellen over die bewogen tijden. Als de meeste Mandsjoes, kon hij niet met geld omgaan en scheen thans vrij arm te Zijn. Hij had zich uit het openba re leven teruggetrokken en ver bracht zijn tijd in een gedeelte van zijn vervallen paleis, bij de noorder poort van de stad, met het schilde ren van gedichten op perkamentrol len: doch vreemdelingen amuseer den hem. Zo dit vermaak al niet ge heel vrij was van minachting, liet hij dit toch nimmer blijken. Hij had een aangeboren beleefdheid, nog versterkt door een toegewijde studie van de klassieken. „Amuseert u zich, mijn Heer?" vroeg ik hem. „Ja", zei Prins Toeng, „ik ver maak mij. Uw landgenoten verma ken mij altijd. Ik zeg u dit, omdat gij mij begrijpt te goed misschien voor uw welzijn." Prins Toeng glimlachte en stak de fijne handen in de mouwen. „Die jonge vrouw, waarmee u sprak, bijvoorbeeld. Ik kan dat niet begrijpen. Is zij welopgevoed?" „O ja", antwoordde ik, „heelwel- opgevoed, zou ik zo zeggen." „Zo", merkte Prins Toeng „interessant. Ik kan dat niet oordelen." „We hebben zeer openhartig sproken", vertelde ik hem. „Ze mc. dat ik had afgedaan." Hij begreep me eerst niet en had moeite, hem de zin in het Chi nees uit te leggen. op. be- ge- zei ik „O, nu versta ik u eindelijk. Wat is uw geëerde leeftijd? Dat ben ik vergeten." „Vier en dertig". „Dan heeft zij eigenlijk gelijk", verklaarde Prins Toeng; ,,u behoor de zoons te hebben, die bijna tot mannen waren gerijpt. Ik zelf ben op mijn vijftiende jaar gehuwd. Ik heb een grote familie gehad cn behoef mij verder geen zorgen te maken. U zou uw vogels hebben en uw wandelingen en ge sprekken. Dan behoefde u zich geen zorgen te maken." „Dat doe ik weinig", antwoordde ik. „Weinig is nog te veel", zei Prins Toeng. „Laat ik u een voorbeeld ge ven. De toestand in de stad is op het ogenblik zeer kritiek. Een koop man, een mijner beste vrienden, heeft vanmiddag verscheidene kis ten voor de veiligheid naar de Bank der Gezantschappen gezonden. Ik zal morgen hetzelfde doen, maar ik maak mij geen zorgen." „Waarom is de toestand kritiek?" vroeg ik. Ik wist heel goed, dat hij mijn vraag niet zou beantwoorden; hij hield niet van rechtstreekse vragen. „Het heeft niets te beduiden. Men beweert, dat verschillende personen, die nogal eens onrust stichten, ge zien zijn. Het land wordt weer ver scheurd door de vreemdelingen. Het is treurig, dat wij leven in de tijd van verwarring die pleegt te volgen op de val van een dynastie. Zulke tijden zijn altijd moeilijk, maar zij gaan voorbij." „Maakt u zich ongerust over uw eigendommen?" Prins Toeng glimlachte weer. „Ik heb mij nog nooit ongerust ge maakt over mijn eigendommen. Ik kan tóch niets doen." Zijn antwoord ergerde mij niet meer, zoals het enige jaren geleden gedaan zou hebben. „Maar u hebt vrienden, u hebt in vloed", zei ik. Toeng. „Tot het ogenblik aanbreekt. Men kan nooit weten." Toen hoorde ik majoor Best roepen. Zijn stem klonk nuchter en gerust stellend. „Hallo, Nelson", riep hij, „ga je nu mee" Het laatste avondrood kleurde de straat. De ricksja-lantaarns waren ontstoken. Majoor Best legde de hand op mijn arm. Ik voelde zijn vingers op mijn mouw ze omsloten mijn arm vaster dan strikt noodzakelijk was. „Hoor eens", zei Best. „Heeft die Prins-Tceng-Kwibus nog iets tegen je gezegd?" „Hij zei ,dat de toestand in de stad gevaarlijk was|", antwoordde ik. „Hoezo?" Ik hoorde de majoor zwaar adem halen en hij liet mijn arm los. „Ik zag vandaag een man op straat, zei hij. „Ik kan Chinese gezichten onderscheiden. Hij zag mij ook. Ik hoop vurig, dat hij niet weet dat ik hem herkend heb." „Waarom?" „Omdat ik anders geen duit meer geef voor mijn leven", zei Majoor Best. „Kom. We hebben nog tijd om een whiskey te drinken voor het eten.' Ik keek hem aan, niet zeer ver schrikt, want de mensen overdrijven gewoonlijk zo in hun verklaringen, dat men er geen waarde meer aan hecht. Ik heb vaak genoeg mensen horen beweren, dat hun leven geen duit waard was als ze niet op tij(l bij de Jansens kwamen. Ik keek Ja- meson Best aan en kon zijn gelaat niet duidelijk onderscheiden. Ik be dacht, dat Peking wel de veiligste stad ter wereld is. HOOFDSTUK IV. Onze riksjas reden door de poort in de muur van de Gezantenwijk en sloegen eerst rechts en toen links af naar de Hatamenstraat. Deze is breed, zoals alle straten der Noord- Chinese steden. Met revolvers gewa pende politiemannen in vaalgroene uniformen regelden het verkeer. De open winkels vormden lichtplekken. Vaag schemerden de Chinese letter tekens boven de deuren, en de Ha tamenstraat was een rivier van ge luiden. Chinese stemmen en Chi nees gelach verjoegen mijn onplezie rige gedachten. Eleanor Joyce had me gezegd dat ik had afgedaan, doch haar stem hinderde mij niet meer; ze ging verloren in die zee van an dere stemmen, in het mensengewoel om ons heen. De geur van Chinees eten streelde mijn reukorganen. Van dat mengelmoes van geluiden ging een brede verdraagzaamheid uit, die mij Peking deed liefhebben. Het was een edele stad met haar muren en brede straten, haar verborgen tem pels en paleizen. Het was een stad der fantasie, een stad der gedach ten in droomgelijk verval, fantastisch als de figuren op een Chinese teke ning: altijd veranderend, maar nim mer anders. Troostrijk was het besef, dat de hoge, grijze muren der tartaarse stad ons beschermden, dat de puntige to ren der poorten in de nacht staarden en de boze geesten uit de onrustige wereld daarbuiten op een afstand hielden. De muren sloten het rumoer in Zuid-China buiten, de overstro mingen en hongersnoden van de Ge le Hivier en de onheilspellende ver latenheid der bergpassen, die als een grote trap noordwaarts reikten, tot voorbij de eeuwenoude Chinese Muur, naar de Mongoolse hoogvlakten. Pe king was door zijn stichters erop gebouwd, onheil buiten te houden, zelfs de rechtse straten hadden hier en daar een onverwachte draai om het gevaar van. symmetrie af te wenden. De voorhof der huizen was erop berekend, dat alleen goede gees ten konden binnenkomen, cn over het geheel was alles goed gegaan. Al jaren gebruikte Jameson Best Peking als uit ungspunt voor zijn rei zen. Hij bezat een huis aan een der ontelbare straatjes, die, door hoge tuinmuren ingesloten, zo op elkaar gelijken, dat een vreemdeling ze even min uit elkaar kent als de Chinese gezichten. Vx-oeger vormde Jameson Bests woning nog maar een binnenplaats van een dier uitgestrekte paleizen van 't ancien régime, van welke de gebouwen, binnenplaatsen en tuinen een uitgestrekt terrein besloegen. De poorten in de muren, die toegang gaven tot de verdere binnenplaatsen van dat oude paleis, waren reeds lang dichtgemetseld, zodat Jameson Bests huis een besloten geheel vorm de, bestaande uit een voorhof met een laag gebouw, dat de eetkamer en ontvangkamer bevatte. Deze kwa men uit op een tuintje, omgeven door tegelgedekte gebouwen, bestaande uit het slaapvertrek van de majoor, zijn werkkamer en een bergruimte. Onze ricksj a-koelies schreeuwden tegen enkele voetgangers, die in het smalle straatje opzij gingen om ons voorbij te laten. Wij hotsten over de oneffenheden, die de regens van de vorige week hadden achtergelaten. „Wij zullen in de werkkamer wat drinken", zei majoor Best. De werkkamer was een diep ver trek, welks met snij- en schilder werk versierde balken op rode hou ten pilaren rustten. Langs de wan den bevonden zich boekenkasten, die een fraaie verzameling orieritalia be vatten. Enkele opgezette koppen en verscheidene jachtgeweren hingen boven de boekenkasten; en ook een Chinees schilderij op zijde een tijger, grommend en gereed tot de sprong. Op de vloer lagen verschei dene tijgerhuiden. (wordt vervolgd) uxor 8 uur: oorpagina.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 2