Beste goochelaar ter wereld werd in Nederland geboren— ZWJTSAL Hij deed Edison verbaasd hield Frans Léhar „voor staan en de gek'' Maak dat 'n kommies nu eens wijs.... BRESKENS: straks in één adem genoemd met Scheveningen en Ymuiden! Hoe staan de clubs er voor Okito werd Chinees ondanks zijn vader JUBILEA IN 1955 Bij de Minderbroeders CAPUCIJNEN Winterhanden ra genéést Irsf IJle-haringvisserij beleeft koortsachtig seizoen Dit seizoen (bij gunstig weer) aanvoer van 10.000.000 kg bereikbaar BOEKENPLANK DERDE BLAD WOENSDAG 22 DECEMBER 1954 5? Theo Bamberg, de latere Okito, 's-werelds beroemdste goochelaar is een afstammeling van zes generaties goochelaars. Een der beroemdste daarvan was Elias Bamberg <1760-1833), wiens carrière gebroken scheen, toen hij in 1807, na een ontploffing aan boord van een schip, een been moest missen. Hij kwam echter terug op het toneel engebruikte zijn houten been als ge heime bergplaats voor munten .balletjes, kaarten en doekjes. Vijf jaar voor de geboorte van Theo werd diens vader tot hofmeehaniker benoemd en het was ook als assistent van zijn vader, dat de elfjarige Theo ten paleize goochelde, ter gelegenheid van de zesde verjaardag van prinses Wilhelmina. Hij moet er allerliefst hebben uitgezien met zijn Velasquezpakje met kanten kraag en kanten manchetjes op donker fluweel. Daar hij boven dien grote aanleg voor het vingervlugge vak vertoonde was het te begrijpen dat pa Bamberg zijn zoon overal mee het toneel op nam, ook tijdens de tour nee, die hij door Nederlands-Indie en andere Oosterse landen maakte. Als afwisseling in de goochelshow vertoonde Theo een eigen nummer met hand schaduwbeelden, maar tegelijk trof hij ijverig voorbereidingen om zélf een goochelnummer te brengen. xxxxxxx>ooooooooooooooo<*^ Het was juist in deze tijd,, dat hij door een ongeluk bij het zwemmen, zijn gehoor vrijwel verloor. Een gena deklap voor een artist, die het van het contact met de zaal moet hebben. „Alle grote mannen waren doof" troostte zijn vader. „Denk maar aan Beethoven". Waarop Theo reageerde met de verzuchting, dat je ook niet moest vragen, hoe chagrijnig die altijd keek. Voor em leek het, net als voor zijn bet-overgrootvader, een einde van zijn carrière. Tot ook Theo van de nood een deugd maakte. Hij zou on gehoord voor die tijd toch wel als zwijgende goochelaar kunnen optre den? „Onmogelijk. Waanzin", zei zijn va der, maar Theo herinnerde er aan, dat Chinezen en Japanners altijd ver ondersteld werden te zwijgen. Dus als hij een Japans costuum aantrok en de letters van het woord Tokio verhas pelde tot Okito, dan had hij een reden om zijn mond te houden. PROBEER HET. „Probeer het", gaf vader toe en Theo werd Japanner. Later kreeg hij de beschikking over een kostbare ver zameling Chinese eostuums en daar om veranderde hij in een t Chinees goochelaar meteen Japanse naam. Voor het eerst trad Okito op in een Maudeville theater in Berlijn, waar de ïüeuwe Oosterse stijl groot succes oogstte. Engeland, Dênemarkeft en ■Frankrijk volgden en het was in 1907, dat een impressario te Parijs Okitó voor een tournee van een half jaar in de Verenigde Staten contracteerde.' In De geheimzinnigste man ter wereld heeft zijn memoires ge- schreven: Okito, de Chinese goochelaar, die méér landen heeft bereisd, méér trucs heeft uitgevonden en... méér vorste- lijke personen ongestraft voor de gek heeft gehouden dan wel- ke andere goochelaar ook! Weinigen slechts weten, dat Okito, die in vakkringen een grotere naam heeft, dan een Danteeen Marvelli of zelfs een Houdini, in 1875 te* Amsterdam werd geboren als zoon van de J hof goochelaar David Tobias Bamberg. Nog minder is be- kend, dat Okito alleen Chinees is geworden, omdat hij zestig jaar geleden bij het zwemmen een ongeluk kreeg. 6 '6ooooooooooo<xxxxxx>ooooo 1908 hoorde hij zijn eerste „overzeese applaus" in het Majestictheater te Chi cago, waar hij het voor die tijd fabel achtige salaris van 500 dollar per week verdiende. liet'Zou tot 1919 duren, eer hij de Verenigde Staten weer zou verla ten. In die tijd werkte hij o.m. vier jaar als assistent van Howard Thur ston, toen. de grootste goochelaar van Amerika. Meer en meer werd Okito bekend als uitvinder en ver vaardiger van feilloos werkende ap paraten en uiteindelijk opende hij dan ook in New York, op de hoek van de 28e Straat en Broadway een handel in goochelartikelcn. Om een indruk te geven van Okito's vindingrijkheid, vermelden wij slechts hoe hij eens inspiratie putte uit een pillendoosje van zijn zakenpartner Joe Klein, die een constante pillen- strijd tegen zijn maag voerde. Op ze kere dag speelde Okito met zo'n spa nen doosje, drukte het deksel per on geluk op de onderzijde en bemerkte, dat er op het oog geen verschil te zien was. Uit dit simpele idee werd een be roemde truc geboren, over de gehele wereld bekend als „Okito's Munten- doos". EDISON VERBLUFT Via Zuid-Amerika vertrok Okito op zijn wereldtournee: Zuid-Afrika, Ja pan, Engels-Indië, Europa. Vele staats hoofden vermaakte hij met zijn kunst en nog bezit hij een medaille van ko ning Leopold van België, een sigaret tenkoker van koning Alfonso van Spanje en de herinnering aan koning Christiaan de Tiende van Denemarken die dolgraag het geheim van de truc wilde kennen, waarbij een gekozen kaart in een sigaar wordt teruggevon den en die, toen de goochelaar aarzel de, gemoedelijk opmerkte: „Wees niet bang, ik zal u geen concurrentie aan doen". Voor Edison trad Okito eens op in een hotel, de grote uitvinder be kende, dat hij cle trucs niet kon doorgronden. Franz Léhar meende het geheim te kennen van Okito's fenomenaalste uitvinding: „De Zwe vende Bal", waarvan het principe zeer vernuftig is. „Ik weet het", zei hij vertrouwelijk tot de goochelaar, „Magneten natuurlijk". „Allicht", antwoordde Okito en Lehar heeft nooit geweten dat hij er ver naast was. Samen met zijn collega Carl Rosini reisde Okito eei per boot naar Zuid- Amerika. Zij kortte?! zich de tijd met goochelen. Rosini bijvoorbeeld legde een kleine sinaasappel op tafel en hield er een servet boven. Iedereen mocht zich overtuigen, dat de vrucht zich nog onder de doek bevond, óók Okito. „Ik geloof U wel", zei hij on- (Advertentie) Hun gouden priesterfeest vieren op 23 December: pater Salesius, te Til burg, pater Joseph te Den Bosch, pater Bavo te Babberich, pater Macarius tt Handel. Hun zilveren priesterfeest vieren: op 15 Maart: pater Liberatus, Den Bosch, pater Redemptus, Babberich, pater Melchior, Rotterdam: pater Ro- gatianus, Tilburg; pater Maurus, Be- bra (Duitsland); pater Donatus, Se- kadau (Borneo); op 20 Septembei: pater Zeno, Oosterhout. Hun gouden kloosterfeest vieren: op 3 October: pater Cyrillus, Gardiaan te Voorburg en pater Cyprianus te Tilburg. Hun diamanten kloosterfeest vieren: op 3 October: pater Rufinus en pa ter Henricus te Helmond en pater Marcellus te Grave (Velp). Hun zilveren kloosterfeest vieren: op 8 September: pater Rizzerius, Bab berich; pater Petrus, Helmond; pater Othmarus, Helmond pater Victorianus Gardiaan te IJmuiden-O; pater Seoas- tianus, Eindhoven: pater Paduanus, te Pematangsiantar (Sumatra) pater Bea- tus, Tomok (Sumatra); pater Honora» tus, Pontianak (Borneo); pater Racl- bodus, Pangururan (Sumatra); pater Beginaldus, Lau-Diski (Sumatra). verschillig en schijnbaar geprikkeld drong Rosini aan: „Nee, nee, overtuigt Dan tastte Okito onder de doek, verborg de sinaasappel onopvallend in zijn handpalm en trok met een hoofd knik zijn hand terug. „Ja hoor, hij is er nog". Rosini rukte de doeg weg en de vrucht was op mysterieuze wijze verdwenen In 1932 keerde Okito naar Neder land terug waar hij zijn geld belegde in huize?? e?? ondernemingen en in 193G liet hij in Rijswijk het huis bou wen, dat de naam „Pagode" kreeg. Op verzoek van zijn zoon David vertrok hij in 194Ü met zijn vrouw naar Zuid- Amerika, tien dagen voordat de Duit sers ons land binnenvielen. Vele van zijn bezittingen werden vernietigd en Okito blééf in Amerika waar hij zich associeerde met een handelaar in ma gische apparatuur. Hij heeft nu ook de Amerikaanse nationaliteit. Nog éénmaal trad Theo Bamberg op tijdens een afscheidsvoorstelling in Havana, op 7 Maart 194G, waar hij de- „Magische Mantel" om de schouder^ hing van zijn zoon, die thans als Fu- Manchu in Zuid-Amerika triomfen viert. Reeds is Okito onder vakbroeders legendarisch "geworden als de leidei van een show, waarin rijkgekleden koelies in hoog tempo nieuwe beno digdheden voor nieuwe wonderen aamiroegfn en waarin een weelde ten toon werd gespreid, die slechts weinige artisten zich kunnen veroor loven. Okito trad af maar zijn zoon zet zijn werk voort en wie zijn klein zoon Robert lieeft bezig gezien, met ringen, zijden doeken en kaarten, weet dat door deze generatie de familietra ditie van de Bambergs zal worden hooggehouden. Smokkelen is een sport. Hoeveel vermanend en afkeurend kijkende kom miezen men ook op de Zeeuwsch-VIamingen mag loslaten: hun rotsvaste overtuiging, dat smokkelen een eerbaar avontuur is, praat men de grens bewoners niet uit bet lioofd. Sterke smokkelverhalen hoort men niet veel. Daarover praat men niet. Alleen als twee vakgenoten elkaar een gezellige loer draaien, als ze pro beren „met eikaars voeten te spelen", dan gaat zo'n verhaal van mond tot mond. Kil als toevallig het peoliduiveltje alles in 't honderd schopt en van de smokkelpoging een dwaze belevenis maakt, lacht de Zeeuwsch-Vla- ming er hartelijk om. En de onfortuinlijke smokkelaar lacht even gul mee. Zoals toen in dat grensplaatsje in het Oosten „Kun je 'r nog wat aan winnen?" informeerde een melkslijter-op-ronde bij zijn collega, toen ze elkaar ont moetten. ,,IIet beste is er af jong" zei de ander kwasi somber ,,de kom miezen volgen je overal en als je ergens wat te veel boter durft verko pen, ben je de sigaar." Ze zeverden gezellig wat door. Ze waren het overal gloeiend over eens vooral dat cle minister de hele room- boterverkoop dan maar moest ver bieden. Dan wist je tenminste hoe of wat. Nu mag het wél, maar als je wat te veel aan de man brengt zeg gen de komiezen dat je best wist dat die boter naar België moest. Proces verbaal, op 't matje komen en boete. Wat een wereld! ,,Ik weet nog wel ergens wat te winnen" zei Piet toen tegen collega Sjef. Die voelde er alles voor en ze zouden samen doen. Piet kende een Belg die 's nachts zelf wel om de boter wou komen en ze hoefden niets anders te doen dan de partij bij een boertje brengen. Honderd meter van de grens. Piet zou 200 kilo uit Hol land laten komen, Sjef zou ze met z'n auto naar het boertje rijden (ver voeren mocht hij) en bij de afleve ring zou Piet weer een oogje in 't zeil houden. Het kwam allemaal sjuust. Een dag later had Piet de boter, met de Belg werd accoord gemaakt en met het boertje werden ze het eens over het liggeld. In juten baaltjes van veertig kilo elk zou het spul klaar gemaakt worden, de Belg zou 's nachts betalen, laden en dan was verder de risico voor hem. En het boertje zou van niks weten. Het wegbrengen verliep gunstig: de boter lag netjes onder stro en om twaalf uur 's nachts zou de Belg ko men. Piet zat te wachten om de cen ten te beuren. Maar het werd twaalf uur en nog veel later en om twee uur trapte hij het kwaad af. De Belg had zijn kat gestuurd. ,,Ja, het zat niet goed" wist de ko per de volgende morgen te vertel len, ,,gans de nacht waren er kom miezen op dienst." Maar hij kwam de komende nacht zonder mankeren. Piet wachtte weer en weer voor niets. Zo ging het een paar nachten lang en Piet had intussen danig de smoor in. „Verraaien werk, mannen" kwa men de drie tot de overtuiging, ,,de kommiezen weten er van." Na zeven vergeefs doorwaakte nachten proefde Piet eens van de boter: ze was sterk geworden. Toe vallig kwam de Belg ook eens neu zen en hij moest ze natuurlijk niet meer hebben. De twee brave melk- slijters zaten er toen maar mee. HALT! ,,Ik bel die Hollander op, hij moet de boter maar terugkopen" vond Piet. Tenslotte zou de boel hoe lan ger hoe sterker worden. De boter- handelaar gaf toe, mits ze een gulden op de prijs lieten vallen en zuchtend stemden Piet en Sjef toe. In plaats van een goeie winst werd het nu een strop van 200 gulden. De Hollander kwam de boter halen. Piet zou er eerst de baaltjes af gaan doen, want ze zo te vervoeren was wel te riskant en daarna zou Sjef ze met de auto gaan halen. Piet was net in het stro gedoken toen 't ineens klonk: Halt, rijksamb tenaren! De onfortuinlijke boterver- koper sprong op, liet de boter in de sterk en ging'Sr van tussen, zo hard hij kon. De kommiezen waren al te vreden met de boter en lieten hem gaan. Hijgend kwam hij bij zijn col lega en de Hollandse boterhandelaar aan om te vertellen dat het nou hele maal kapot was. Nu waren ze boter kwijt die niet eens naar België verkocht was, waar ze (nog) niets ongeoorloofds mee uit gevoerd hadden. Maar breng dat de kommiezen eens aan het verstand. „Om één cling ben ik blij" zei Piet de volgende morgen, op zijn ronde Sjef weer ontmoetend, „die boter was gelukkig sterk Dorde en vierde klassers DERDE KLASSE B. Taxandria 13 11 1 1 23 36—12 Uno Animo 12 10 0 2 20 47—15 WSC 11 7 1 3 15 34—21 Hcusden 12 3 9 0 15 29—22 KKC 12 6 2 4 14 25—21 Zwaluw 12 5 2 5 12 25—23 KKDVC 13 5 2 6 12 22—23 GUDOK 11 3 1 7 7 13—40 St. Mich. Gestel 13 2 3 8 7 20—43 Hieronymus 11 2 2 8 6 37—36 HKTVV 12 2 2 8 6 37—36 Concordia 10 2 1 7 5 16—31 DERDE KLASSE C. Dongen 13 10 2 1 22 39—19 VOAB 12 9 2 1 20 34—17 Baardwijk 11 8 1 2 17 24—14 BSC 13 7 0 6 14 42—24 WVO 13 6 2 5 14 27—22 Hero 11 5 3 3 13 16—19 IIWB 12 4 1 7 9 27—32 Virtus 11 3 1 7 7 21—34 VES 11 3 1 7 7 16—24 DHV 7 2 2 3 6 8—12 ODIO 10 2 1 7 5 16—31 Zierikzee 8 0 0 8 0 6—33 DERDE KLASSE D. Axel 12 8 2 2 18 30—10 KKFC 12 7 4 1 18 29—19 Nieuw Borgvliet 12 8 0 4 16 22—22 Hulst 11 6 3 2 15 35-21 RCS 10 5 3 2 15 35—21 METO 10 3 4 3 10 14—15 Zeelandia 10 4 2 4 10 17-19 Terneuzen 11 4 2 5 10 33—22 (Advertentie) Breskens, het verwoeste en snel herbouwde dorp aan de Scheldemond, heeft de wind in de zeilen en snelt een goede visserij-toekomst tegemoet. l)e na cle oorlog naar Breskens gekomen ijle-liaringvisserij is van grote betekenis geworden en zal ongetwijfeld een nog veel groter vlucht nemen. Met name tussen vorig jaar en dit seizoen is een zeer groot verschil in gunstige zin te constateren. De ongeveer 50 haringschepen, grotendeels bemand met Urkers en verder met Scheveningers en Katwijkers, markten tweemaal per week zeer grote aanvoeren. Vanwaar die sterke opleving? Dit jaar is de export van haring naar Duitsland enorm groot. Wel 95e/c van alle aanvoer gaat over de Oostgrens en talloze auto's, ook vele speciaal uit „Holland" besteld, rijden de blanke vette vissen onafgebroken weg. per week te „markten" en dat het tot nog toe niet verder dan tweemaal ge komen is, moet men de weergoden verwijten. Toen dit seizoen begon (in Novem ber) was er aanvankelijk weinig aan voer. Iïet ging echter snel beter, al is het niet al te beste weer nog een handicap. Dat houdt de aanvoer nog enigszins tegen. Een enkele dag goed ladingen komen halen, omdat er an ders geen rijden aan is! Ook met hel vervoer zit men nog wat moeilijk. Het NIWO, dat de ver gunningen voor vervoer naar het buitenland regelt (wat moet tegen woordig eigenlijk niet geregeld wor den!) is helaas niet al te gul met vergunningen. Veel meer expediteurs zouden zo'n papier moeten hebben om de enorme aarvoer te vervoeren. Gee n wonder dat tussen Vismijn en ge- tweede voorstelling, meente Breskens enerzijds en NIWO anderzijds drukke besprekingen ge voerd worden. Als Breskens de steeds groeiende haringaanvoer wil opvangen (en dat wil het maar al te graag!) moet ook dat onderdeel van de nodige „machi nerie" gesmeerd draaien. De gemiddelde weekaanvoer wettigt de hoop, dat Breskens dit seizoen een Topdag van 500 ton le haring) houdt zich vooral in het Toen na de bevrijding de Urkers, Scheveningers en Katwijkers naar Breskens kwamen om van daaruit op cle ijle haring te gaan vissen, scheen dat nog niet van zo grote betekenis, kens. Waarom kwamen die vissers naar Bij aanhoudend goed weer is het Breskens? (IJle haring die kuit ge- de „spannen" (men vist in spannen schoten heeft, in tegenstelling tot vol- van twee schepen) mogelijk driemaal haringvisserij is de specialiteit van deze vloot: dus kwam ze naar Brej- weer benutten de vissers om de netten totaal-aanvoer zal bereiken, welke die vol te trekken en dan gonst Breskens van Scheveningen en LJmuiden benn- na het binnenvallen der spannen, van dert of wellicht bereikt. Wanneer koortsachtige activiteit. Breskens de 10 millioen k.g. kan halen Dan worden onophoudelijk records heelt het met één slag een alleszins gebroken» dan noteert men soms een eervolle plaats in de ranglijst der enorme aanvoer. Gemiddeld wordt Nederlandse haringhavens behaalu. per week door de haringvloot in Bies- Nu ^et de vierde van Nederland: kens circa 700.000 k.g. gelost en eni^e gelijk komen met de „grote concui- gedeelde eerste plaats! De belangrijkste medewerking daar toe moet ech ter van de on bereken bare weersomstandigheden komen. GROTE BLOEI circa 700.000 k.g. gelost en enige geliJk komen met de Kanaal op en van alle Nederlandse tijd terug was er zelfs een „topdag", renten" betekent: een g vissersplaatsen is Breskens voor de waarop men 500.000 k.g. aanvoerde. visserij op de „Kanaalharing" uitei- Voor één dar is dat een enorme aard het gunstigst gelegen. De ijle hoeveelheid en om die vloed van glinsterende haring te verwerken heeft men van 's morgens 7 uur tot het middaguur van de daaropvolgende dag aan één stuk door moeten werken. Gedurende dat anderhalve et maal reden de auto's af en aan: wa gens vol haring, op weg naar Duits land. Auto's uit Breskens en omge ving, maar ook vele uit Rotterdam, Utrecht, Den Haag, enz., in het geweer geroepen door een op volle toeren draaiend Breskens, dat aan een ware haringkoorts ten prooi is. Zelfs wa gens uit Duitsland, die de gekochte Daarom is de uitbreiding van de vishal, welke volgend jaar gebouwd zal worden een feit van zo grote be tekenis. En het typeert ook, dat een grote Scheveningse firma, welke ge regeld ongeveer de helft van de ge hele haringaanvoer te Breskens op- 'koopt, reeds een splinternieuwe Ja- cobsladder voor het lossen heeft geplaatst bij de Breskense Vismijn. Zo'n investering doet men niet in een zaak, welke geen langdurige bloei- mogelijkheden biedt. Zo wordt Breskens langzamerhand van zeer grote betekenis, een visserij plaats waarmee in „Holland" reeds ernstig rekening wordt gehouden 011 welke slraks in één adem zal worden genoemd met Scheveningen, Vlaardir- gen en IJmuiden. Behalve de drukke en reeds lang bestaande, typisch-Bres- kense visserij op garnalen enz. en de levendige exporthandel daarin, zal deze van activiteit Druisende gemeente op geheel Zeeuwsch-Vlaanderen iets van de glans afstralen, weermee een bloeiende haringplaats is omgeven. En als de haringvis serij en -handel zich opwerkt tot de hoogte welke zo wel in theorie als practise!) is te bereiken, zal ze Breskens on getwijfeld het grootste aandeel leveren voor een in die plaats nog niet gekende welvaart! Corn. Boys Hontcnisse De Zeeuwen Biervliet VIERDE GSWB OJC Vlijm. Boys Zaltbommel RKJVV Ons Vios Nevelo Haarsteeg Oisterwijk Wit Zwart SVG Nieuwkuik 10 3 1 6 7 2129 11 3 0 8 6 21—23 11 1 4 6 6 22—35 12 1 1 10 3 24—59 KLASSE D. 13 10 1 2 21 36—14 10 7 0 3 14 32—13 11 6 2 3 14 28—19 11 6 2 3 14 34—23 11 6 2 3 14 38—25 10 4 3 3 11 25—25 10 4 3 3 11 26—28 10 4 2 4 10 23—24 11 3 3 5 9 23—27 13 2 3 8 7 22—43 11 1 3 7 5 14—23 10 1 0 9 2 15—37 VIERDE KLASSE E. Gilze 12 10 1 X 21 43—15 TAC 13 10 1 2 21 32—'3 Veerse Boys 11 9 1 1 19 37—15 Groen Wit 12 6 0 6 12 23—25 TVC 13 4 3 6 11 28—39 SCO 13 4 2 7 10 28—33 PCP 1! 4 1 6 9 24—26 Were Di 12 4 1 7 9 24—26 Madese Boys 11 4 2 5 8 25—23 Boeimeer 11 3 1 7 7 20—33 ZIGO 11 3 0 8 6 24—39 Breda 10 2 1 7 5 14—28 VIERDE KLASSE F. De Schutters 12 9 1 2 19 38—13 SC Gastel 11 8 1 2 17 35-14 Zundert 12 8 1 3 17 36—20 Steenbergen 12 7 1 4 15 34—22 Burgh 11 6 1 4 13 22—20 RKVVU 11 5 0 6 10 24—19 Kaaise Boys 12 5 0 7 10 29—33 Halsteren 10 4 1 5 9 17—17 NSV 12 4 1 7 9 28—48 Grenswachters 10 4 0 6 8 27—23 RSV 12 3 2 7 8 19—23 HSC 11 0 X 10 1 14—68 VIERDE KLASSE G. Steen 10 9 0 1 18 48— 7 Aardenburg 10 8 1 1 17 39—13 Clinge 11 7 1 3 15 32—13 Luctor 13 7 X 5 15 35—23 Breskens 9 4 2 3 10 22—16 Yerseke 10 4 2 4 10 25—22 Hoofdplaat 10 3 3 4 9 21—27 Sluiskil 9 3 2 4 8 21—29 Oostburg 11 3 2 6 8 26—42 Koewacht 10 1 4 5 6 15—33 EMM 9 1 X 7 3 11—42 Ria 10 1 X 8 3 14—30 DE VROLIJKE LANDVERHUIZER! Wie er prijs op stelt, dat zijn kin deren spelenderwijs kennis verga ren, zal zonder twijfel de uitgeverij Helmond dankbaar zijn voor het kinderboek „De vrolijke landverhui zers". Daarin vertelt Eline Capit smakelijk en ..deskundig" over de dierenwereld, die getroffen is door een overstroming. Aan de massale verhuizing der dieren zit natuurlijk een heleboel vast, zodat wc kennis maken met tal van grappige of pijnlijke situaties. Juist daardoor le ren de kinderen de dieren kennen en waarderen. De aardige tekenin gen van Annclies Kuiper verhogen de opvoedende waarde van dit boek aanzienlijk. Mand na mand wordt geleegd op de wagen. Met tientallen tonnen tegelijk gaat de ijle haring of Breskens-haring'zoals ze reeds min of meer officieel heet, naar Duitsland, dat de grootste afnemer is. Rijen vrachtauto's (steeds te kort) staan te wachten op hun „voer" haring. Ieder span dat meert en lost brengt Breskens dichter bij de bereikbare eerste plaats in de ranglijst der Nederlandse haring havens. Foto links: Stoere Urker vissers met gelaarsde en geklompte zeebenen gaan over het haventerrein van Breskens, de plaats waar ze welvaart en be drijvigheid brengen. Met het res tant haring uit het schip trekken ze naar de Vismijn, waar slraks de klok zal draaien en de spanning onder vissers en handelaren tast baar zal worden. Rechts:

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 9