Beste goochelaar ter wereld werd
in Nederland geboren—
ZWJTSAL
Hij deed Edison verbaasd
hield Frans Léhar „voor
staan en
de gek''
Maak dat 'n kommies
nu eens wijs....
BRESKENS: straks in één adem genoemd
met Scheveningen en Ymuiden!
Hoe staan de clubs er voor
Okito werd Chinees
ondanks zijn vader
JUBILEA IN 1955
Bij de Minderbroeders
CAPUCIJNEN
Winterhanden
ra genéést Irsf
IJle-haringvisserij beleeft koortsachtig seizoen
Dit seizoen (bij gunstig weer) aanvoer van
10.000.000 kg bereikbaar
BOEKENPLANK
DERDE BLAD
WOENSDAG 22 DECEMBER 1954
5?
Theo Bamberg, de latere Okito, 's-werelds beroemdste goochelaar is een
afstammeling van zes generaties goochelaars. Een der beroemdste daarvan
was Elias Bamberg <1760-1833), wiens carrière gebroken scheen, toen hij in
1807, na een ontploffing aan boord van een schip, een been moest missen. Hij
kwam echter terug op het toneel engebruikte zijn houten been als ge
heime bergplaats voor munten .balletjes, kaarten en doekjes.
Vijf jaar voor de geboorte van Theo werd diens vader tot hofmeehaniker
benoemd en het was ook als assistent van zijn vader, dat de elfjarige Theo
ten paleize goochelde, ter gelegenheid van de zesde verjaardag van prinses
Wilhelmina. Hij moet er allerliefst hebben uitgezien met zijn Velasquezpakje
met kanten kraag en kanten manchetjes op donker fluweel. Daar hij boven
dien grote aanleg voor het vingervlugge vak vertoonde was het te begrijpen
dat pa Bamberg zijn zoon overal mee het toneel op nam, ook tijdens de tour
nee, die hij door Nederlands-Indie en andere Oosterse landen maakte. Als
afwisseling in de goochelshow vertoonde Theo een eigen nummer met hand
schaduwbeelden, maar tegelijk trof hij ijverig voorbereidingen om zélf een
goochelnummer te brengen.
xxxxxxx>ooooooooooooooo<*^
Het was juist in deze tijd,, dat hij
door een ongeluk bij het zwemmen,
zijn gehoor vrijwel verloor. Een gena
deklap voor een artist, die het van het
contact met de zaal moet hebben.
„Alle grote mannen waren doof"
troostte zijn vader. „Denk maar aan
Beethoven". Waarop Theo reageerde
met de verzuchting, dat je ook niet
moest vragen, hoe chagrijnig die altijd
keek. Voor em leek het, net als voor
zijn bet-overgrootvader, een einde van
zijn carrière. Tot ook Theo van de
nood een deugd maakte. Hij zou on
gehoord voor die tijd toch wel als
zwijgende goochelaar kunnen optre
den?
„Onmogelijk. Waanzin", zei zijn va
der, maar Theo herinnerde er aan,
dat Chinezen en Japanners altijd ver
ondersteld werden te zwijgen. Dus als
hij een Japans costuum aantrok en de
letters van het woord Tokio verhas
pelde tot Okito, dan had hij een reden
om zijn mond te houden.
PROBEER HET.
„Probeer het", gaf vader toe en
Theo werd Japanner. Later kreeg hij
de beschikking over een kostbare ver
zameling Chinese eostuums en daar
om veranderde hij in een t Chinees
goochelaar meteen Japanse naam.
Voor het eerst trad Okito op in een
Maudeville theater in Berlijn, waar de
ïüeuwe Oosterse stijl groot succes
oogstte. Engeland, Dênemarkeft en
■Frankrijk volgden en het was in 1907,
dat een impressario te Parijs Okitó
voor een tournee van een half jaar in
de Verenigde Staten contracteerde.' In
De geheimzinnigste man ter
wereld heeft zijn memoires ge-
schreven: Okito, de Chinese
goochelaar, die méér landen
heeft bereisd, méér trucs heeft
uitgevonden en... méér vorste-
lijke personen ongestraft voor
de gek heeft gehouden dan wel-
ke andere goochelaar ook!
Weinigen slechts weten, dat
Okito, die in vakkringen een
grotere naam heeft, dan een
Danteeen Marvelli of zelfs een
Houdini, in 1875 te* Amsterdam
werd geboren als zoon van de J
hof goochelaar David Tobias
Bamberg. Nog minder is be-
kend, dat Okito alleen Chinees
is geworden, omdat hij zestig
jaar geleden bij het zwemmen
een ongeluk kreeg. 6
'6ooooooooooo<xxxxxx>ooooo
1908 hoorde hij zijn eerste „overzeese
applaus" in het Majestictheater te Chi
cago, waar hij het voor die tijd fabel
achtige salaris van 500 dollar per week
verdiende.
liet'Zou tot 1919 duren, eer hij
de Verenigde Staten weer zou verla
ten. In die tijd werkte hij o.m. vier
jaar als assistent van Howard Thur
ston, toen. de grootste goochelaar
van Amerika. Meer en meer werd
Okito bekend als uitvinder en ver
vaardiger van feilloos werkende ap
paraten en uiteindelijk opende hij
dan ook in New York, op de hoek
van de 28e Straat en Broadway een
handel in goochelartikelcn.
Om een indruk te geven van Okito's
vindingrijkheid, vermelden wij slechts
hoe hij eens inspiratie putte uit een
pillendoosje van zijn zakenpartner
Joe Klein, die een constante pillen-
strijd tegen zijn maag voerde. Op ze
kere dag speelde Okito met zo'n spa
nen doosje, drukte het deksel per on
geluk op de onderzijde en bemerkte,
dat er op het oog geen verschil te zien
was. Uit dit simpele idee werd een be
roemde truc geboren, over de gehele
wereld bekend als „Okito's Munten-
doos".
EDISON VERBLUFT
Via Zuid-Amerika vertrok Okito op
zijn wereldtournee: Zuid-Afrika, Ja
pan, Engels-Indië, Europa. Vele staats
hoofden vermaakte hij met zijn kunst
en nog bezit hij een medaille van ko
ning Leopold van België, een sigaret
tenkoker van koning Alfonso van
Spanje en de herinnering aan koning
Christiaan de Tiende van Denemarken
die dolgraag het geheim van de truc
wilde kennen, waarbij een gekozen
kaart in een sigaar wordt teruggevon
den en die, toen de goochelaar aarzel
de, gemoedelijk opmerkte: „Wees niet
bang, ik zal u geen concurrentie aan
doen".
Voor Edison trad Okito eens op
in een hotel, de grote uitvinder be
kende, dat hij cle trucs niet kon
doorgronden. Franz Léhar meende
het geheim te kennen van Okito's
fenomenaalste uitvinding: „De Zwe
vende Bal", waarvan het principe
zeer vernuftig is. „Ik weet het", zei
hij vertrouwelijk tot de goochelaar,
„Magneten natuurlijk". „Allicht",
antwoordde Okito en Lehar heeft
nooit geweten dat hij er ver naast
was.
Samen met zijn collega Carl Rosini
reisde Okito eei per boot naar Zuid-
Amerika. Zij kortte?! zich de tijd met
goochelen. Rosini bijvoorbeeld legde
een kleine sinaasappel op tafel en
hield er een servet boven. Iedereen
mocht zich overtuigen, dat de vrucht
zich nog onder de doek bevond, óók
Okito. „Ik geloof U wel", zei hij on-
(Advertentie)
Hun gouden priesterfeest vieren op
23 December: pater Salesius, te Til
burg, pater Joseph te Den Bosch, pater
Bavo te Babberich, pater Macarius tt
Handel.
Hun zilveren priesterfeest vieren:
op 15 Maart: pater Liberatus, Den
Bosch, pater Redemptus, Babberich,
pater Melchior, Rotterdam: pater Ro-
gatianus, Tilburg; pater Maurus, Be-
bra (Duitsland); pater Donatus, Se-
kadau (Borneo); op 20 Septembei:
pater Zeno, Oosterhout.
Hun gouden kloosterfeest vieren: op
3 October: pater Cyrillus, Gardiaan
te Voorburg en pater Cyprianus te
Tilburg.
Hun diamanten kloosterfeest vieren:
op 3 October: pater Rufinus en pa
ter Henricus te Helmond en pater
Marcellus te Grave (Velp).
Hun zilveren kloosterfeest vieren:
op 8 September: pater Rizzerius, Bab
berich; pater Petrus, Helmond; pater
Othmarus, Helmond pater Victorianus
Gardiaan te IJmuiden-O; pater Seoas-
tianus, Eindhoven: pater Paduanus, te
Pematangsiantar (Sumatra) pater Bea-
tus, Tomok (Sumatra); pater Honora»
tus, Pontianak (Borneo); pater Racl-
bodus, Pangururan (Sumatra); pater
Beginaldus, Lau-Diski (Sumatra).
verschillig en schijnbaar geprikkeld
drong Rosini aan: „Nee, nee, overtuigt
Dan tastte Okito onder de doek,
verborg de sinaasappel onopvallend in
zijn handpalm en trok met een hoofd
knik zijn hand terug. „Ja hoor, hij is
er nog". Rosini rukte de doeg weg en
de vrucht was op mysterieuze wijze
verdwenen
In 1932 keerde Okito naar Neder
land terug waar hij zijn geld belegde
in huize?? e?? ondernemingen en in
193G liet hij in Rijswijk het huis bou
wen, dat de naam „Pagode" kreeg. Op
verzoek van zijn zoon David vertrok
hij in 194Ü met zijn vrouw naar Zuid-
Amerika, tien dagen voordat de Duit
sers ons land binnenvielen. Vele van
zijn bezittingen werden vernietigd en
Okito blééf in Amerika waar hij zich
associeerde met een handelaar in ma
gische apparatuur. Hij heeft nu ook de
Amerikaanse nationaliteit.
Nog éénmaal trad Theo Bamberg
op tijdens een afscheidsvoorstelling in
Havana, op 7 Maart 194G, waar hij de-
„Magische Mantel" om de schouder^
hing van zijn zoon, die thans als Fu-
Manchu in Zuid-Amerika triomfen
viert.
Reeds is Okito onder vakbroeders
legendarisch "geworden als de leidei
van een show, waarin rijkgekleden
koelies in hoog tempo nieuwe beno
digdheden voor nieuwe wonderen
aamiroegfn en waarin een weelde
ten toon werd gespreid, die slechts
weinige artisten zich kunnen veroor
loven. Okito trad af maar zijn zoon
zet zijn werk voort en wie zijn klein
zoon Robert lieeft bezig gezien, met
ringen, zijden doeken en kaarten, weet
dat door deze generatie de familietra
ditie van de Bambergs zal worden
hooggehouden.
Smokkelen is een sport. Hoeveel vermanend en afkeurend kijkende kom
miezen men ook op de Zeeuwsch-VIamingen mag loslaten: hun rotsvaste
overtuiging, dat smokkelen een eerbaar avontuur is, praat men de grens
bewoners niet uit bet lioofd.
Sterke smokkelverhalen hoort men niet veel. Daarover praat men niet.
Alleen als twee vakgenoten elkaar een gezellige loer draaien, als ze pro
beren „met eikaars voeten te spelen", dan gaat zo'n verhaal van mond tot
mond. Kil als toevallig het peoliduiveltje alles in 't honderd schopt en van
de smokkelpoging een dwaze belevenis maakt, lacht de Zeeuwsch-Vla-
ming er hartelijk om. En de onfortuinlijke smokkelaar lacht even gul mee.
Zoals toen in dat grensplaatsje in het Oosten
„Kun je 'r nog wat aan winnen?"
informeerde een melkslijter-op-ronde
bij zijn collega, toen ze elkaar ont
moetten. ,,IIet beste is er af jong" zei
de ander kwasi somber ,,de kom
miezen volgen je overal en als je
ergens wat te veel boter durft verko
pen, ben je de sigaar."
Ze zeverden gezellig wat door. Ze
waren het overal gloeiend over eens
vooral dat cle minister de hele room-
boterverkoop dan maar moest ver
bieden. Dan wist je tenminste hoe of
wat. Nu mag het wél, maar als je
wat te veel aan de man brengt zeg
gen de komiezen dat je best wist dat
die boter naar België moest. Proces
verbaal, op 't matje komen en boete.
Wat een wereld!
,,Ik weet nog wel ergens wat te
winnen" zei Piet toen tegen collega
Sjef. Die voelde er alles voor en ze
zouden samen doen. Piet kende een
Belg die 's nachts zelf wel om de
boter wou komen en ze hoefden niets
anders te doen dan de partij bij een
boertje brengen. Honderd meter van
de grens. Piet zou 200 kilo uit Hol
land laten komen, Sjef zou ze met
z'n auto naar het boertje rijden (ver
voeren mocht hij) en bij de afleve
ring zou Piet weer een oogje in 't
zeil houden.
Het kwam allemaal sjuust. Een
dag later had Piet de boter, met de
Belg werd accoord gemaakt en met
het boertje werden ze het eens over
het liggeld. In juten baaltjes van
veertig kilo elk zou het spul klaar
gemaakt worden, de Belg zou 's
nachts betalen, laden en dan was
verder de risico voor hem. En het
boertje zou van niks weten.
Het wegbrengen verliep gunstig: de
boter lag netjes onder stro en om
twaalf uur 's nachts zou de Belg ko
men. Piet zat te wachten om de cen
ten te beuren. Maar het werd twaalf
uur en nog veel later en om twee
uur trapte hij het kwaad af. De Belg
had zijn kat gestuurd.
,,Ja, het zat niet goed" wist de ko
per de volgende morgen te vertel
len, ,,gans de nacht waren er kom
miezen op dienst." Maar hij kwam
de komende nacht zonder mankeren.
Piet wachtte weer en weer voor niets.
Zo ging het een paar nachten lang
en Piet had intussen danig de smoor
in. „Verraaien werk, mannen" kwa
men de drie tot de overtuiging, ,,de
kommiezen weten er van."
Na zeven vergeefs doorwaakte
nachten proefde Piet eens van de
boter: ze was sterk geworden. Toe
vallig kwam de Belg ook eens neu
zen en hij moest ze natuurlijk niet
meer hebben. De twee brave melk-
slijters zaten er toen maar mee.
HALT!
,,Ik bel die Hollander op, hij moet
de boter maar terugkopen" vond
Piet. Tenslotte zou de boel hoe lan
ger hoe sterker worden. De boter-
handelaar gaf toe, mits ze een gulden
op de prijs lieten vallen en zuchtend
stemden Piet en Sjef toe. In plaats
van een goeie winst werd het nu een
strop van 200 gulden.
De Hollander kwam de boter halen.
Piet zou er eerst de baaltjes af gaan
doen, want ze zo te vervoeren was
wel te riskant en daarna zou Sjef ze
met de auto gaan halen.
Piet was net in het stro gedoken
toen 't ineens klonk: Halt, rijksamb
tenaren! De onfortuinlijke boterver-
koper sprong op, liet de boter in de
sterk en ging'Sr van tussen, zo hard
hij kon. De kommiezen waren al te
vreden met de boter en lieten hem
gaan. Hijgend kwam hij bij zijn col
lega en de Hollandse boterhandelaar
aan om te vertellen dat het nou hele
maal kapot was.
Nu waren ze boter kwijt die niet
eens naar België verkocht was, waar
ze (nog) niets ongeoorloofds mee uit
gevoerd hadden. Maar breng dat de
kommiezen eens aan het verstand.
„Om één cling ben ik blij" zei Piet
de volgende morgen, op zijn ronde
Sjef weer ontmoetend, „die boter
was gelukkig sterk
Dorde en vierde klassers
DERDE KLASSE B.
Taxandria
13
11
1
1
23 36—12
Uno Animo
12
10
0
2
20 47—15
WSC
11
7
1
3
15 34—21
Hcusden
12
3
9
0
15 29—22
KKC
12
6
2
4
14 25—21
Zwaluw
12
5
2
5
12 25—23
KKDVC
13
5
2
6
12 22—23
GUDOK
11
3
1
7
7 13—40
St. Mich. Gestel
13
2
3
8
7 20—43
Hieronymus
11
2
2
8
6 37—36
HKTVV
12
2
2
8
6 37—36
Concordia
10
2
1
7
5 16—31
DERDE
KLASSE
C.
Dongen
13
10
2
1
22 39—19
VOAB
12
9
2
1
20 34—17
Baardwijk
11
8
1
2
17 24—14
BSC
13
7
0
6
14 42—24
WVO
13
6
2
5
14 27—22
Hero
11
5
3
3
13 16—19
IIWB
12
4
1
7
9 27—32
Virtus
11
3
1
7
7 21—34
VES
11
3
1
7
7 16—24
DHV
7
2
2
3
6 8—12
ODIO
10
2
1
7
5 16—31
Zierikzee
8
0
0
8
0 6—33
DERDE KLASSE D.
Axel
12
8
2
2
18 30—10
KKFC
12
7
4
1
18 29—19
Nieuw Borgvliet 12
8
0
4
16 22—22
Hulst
11
6
3
2
15 35-21
RCS
10
5
3
2
15 35—21
METO
10
3
4
3
10 14—15
Zeelandia
10
4
2
4
10 17-19
Terneuzen
11
4
2
5
10 33—22
(Advertentie)
Breskens, het verwoeste en snel herbouwde dorp aan de Scheldemond,
heeft de wind in de zeilen en snelt een goede visserij-toekomst tegemoet.
l)e na cle oorlog naar Breskens gekomen ijle-liaringvisserij is van grote
betekenis geworden en zal ongetwijfeld een nog veel groter vlucht nemen.
Met name tussen vorig jaar en dit seizoen is een zeer groot verschil
in gunstige zin te constateren. De ongeveer 50 haringschepen, grotendeels
bemand met Urkers en verder met Scheveningers en Katwijkers, markten
tweemaal per week zeer grote aanvoeren.
Vanwaar die sterke opleving? Dit jaar is de export van haring naar
Duitsland enorm groot. Wel 95e/c van alle aanvoer gaat over de Oostgrens
en talloze auto's, ook vele speciaal uit „Holland" besteld, rijden de blanke
vette vissen onafgebroken weg.
per week te „markten" en dat het tot
nog toe niet verder dan tweemaal ge
komen is, moet men de weergoden
verwijten.
Toen dit seizoen begon (in Novem
ber) was er aanvankelijk weinig aan
voer. Iïet ging echter snel beter, al
is het niet al te beste weer nog een
handicap. Dat houdt de aanvoer nog
enigszins tegen. Een enkele dag goed
ladingen komen halen, omdat er an
ders geen rijden aan is!
Ook met hel vervoer zit men nog
wat moeilijk. Het NIWO, dat de ver
gunningen voor vervoer naar het
buitenland regelt (wat moet tegen
woordig eigenlijk niet geregeld wor
den!) is helaas niet al te gul met
vergunningen. Veel meer expediteurs
zouden zo'n papier moeten hebben om
de enorme aarvoer te vervoeren. Gee n
wonder dat tussen Vismijn en ge-
tweede voorstelling,
meente Breskens enerzijds en NIWO
anderzijds drukke besprekingen ge
voerd worden.
Als Breskens de steeds groeiende
haringaanvoer wil opvangen (en dat
wil het maar al te graag!) moet ook
dat onderdeel van de nodige „machi
nerie" gesmeerd draaien.
De gemiddelde weekaanvoer wettigt
de hoop, dat Breskens dit seizoen een
Topdag van 500 ton
le haring) houdt zich vooral in het
Toen na de bevrijding de Urkers,
Scheveningers en Katwijkers naar
Breskens kwamen om van daaruit op
cle ijle haring te gaan vissen, scheen
dat nog niet van zo grote betekenis, kens.
Waarom kwamen die vissers naar Bij aanhoudend goed weer is het
Breskens? (IJle haring die kuit ge- de „spannen" (men vist in spannen
schoten heeft, in tegenstelling tot vol- van twee schepen) mogelijk driemaal
haringvisserij is de specialiteit van
deze vloot: dus kwam ze naar Brej-
weer benutten de vissers om de netten totaal-aanvoer zal bereiken, welke die
vol te trekken en dan gonst Breskens van Scheveningen en LJmuiden benn-
na het binnenvallen der spannen, van dert of wellicht bereikt. Wanneer
koortsachtige activiteit. Breskens de 10 millioen k.g. kan halen
Dan worden onophoudelijk records heelt het met één slag een alleszins
gebroken» dan noteert men soms een eervolle plaats in de ranglijst der
enorme aanvoer. Gemiddeld wordt Nederlandse haringhavens behaalu.
per week door de haringvloot in Bies- Nu ^et de vierde van Nederland:
kens circa 700.000 k.g. gelost en eni^e gelijk komen met de „grote concui-
gedeelde eerste
plaats!
De belangrijkste medewerking daar
toe moet ech ter van de on bereken
bare weersomstandigheden komen.
GROTE BLOEI
circa 700.000 k.g. gelost en enige geliJk komen met de
Kanaal op en van alle Nederlandse tijd terug was er zelfs een „topdag", renten" betekent: een g
vissersplaatsen is Breskens voor de waarop men 500.000 k.g. aanvoerde.
visserij op de „Kanaalharing" uitei- Voor één dar is dat een enorme
aard het gunstigst gelegen. De ijle hoeveelheid en om die vloed van
glinsterende haring te verwerken
heeft men van 's morgens 7 uur tot
het middaguur van de daaropvolgende
dag aan één stuk door moeten
werken. Gedurende dat anderhalve et
maal reden de auto's af en aan: wa
gens vol haring, op weg naar Duits
land. Auto's uit Breskens en omge
ving, maar ook vele uit Rotterdam,
Utrecht, Den Haag, enz., in het geweer
geroepen door een op volle toeren
draaiend Breskens, dat aan een ware
haringkoorts ten prooi is. Zelfs wa
gens uit Duitsland, die de gekochte
Daarom is de uitbreiding van de
vishal, welke volgend jaar gebouwd
zal worden een feit van zo grote be
tekenis. En het typeert ook, dat een
grote Scheveningse firma, welke ge
regeld ongeveer de helft van de ge
hele haringaanvoer te Breskens op-
'koopt, reeds een splinternieuwe Ja-
cobsladder voor het lossen heeft
geplaatst bij de Breskense Vismijn.
Zo'n investering doet men niet in een
zaak, welke geen langdurige bloei-
mogelijkheden biedt.
Zo wordt Breskens langzamerhand
van zeer grote betekenis, een visserij
plaats waarmee in „Holland" reeds
ernstig rekening wordt gehouden 011
welke slraks in één adem zal worden
genoemd met Scheveningen, Vlaardir-
gen en IJmuiden.
Behalve de drukke en reeds
lang bestaande, typisch-Bres-
kense visserij op garnalen enz.
en de levendige exporthandel
daarin, zal deze van activiteit
Druisende gemeente op geheel
Zeeuwsch-Vlaanderen iets van
de glans afstralen, weermee
een bloeiende haringplaats is
omgeven. En als de haringvis
serij en -handel zich opwerkt
tot de hoogte welke zo
wel in theorie als practise!) is te
bereiken, zal ze Breskens on
getwijfeld het grootste aandeel
leveren voor een in die plaats
nog niet gekende welvaart!
Corn. Boys
Hontcnisse
De Zeeuwen
Biervliet
VIERDE
GSWB
OJC
Vlijm. Boys
Zaltbommel
RKJVV
Ons Vios
Nevelo
Haarsteeg
Oisterwijk
Wit Zwart
SVG
Nieuwkuik
10
3
1
6
7 2129
11
3
0
8
6 21—23
11
1
4
6
6 22—35
12
1
1
10
3 24—59
KLASSE D.
13
10
1
2
21 36—14
10
7
0
3
14 32—13
11
6
2
3
14 28—19
11
6
2
3
14 34—23
11
6
2
3
14 38—25
10
4
3
3
11 25—25
10
4
3
3
11 26—28
10
4
2
4
10 23—24
11
3
3
5
9 23—27
13
2
3
8
7 22—43
11
1
3
7
5 14—23
10
1
0
9
2 15—37
VIERDE KLASSE E.
Gilze
12
10
1
X 21 43—15
TAC
13
10
1
2 21 32—'3
Veerse Boys
11
9
1
1 19 37—15
Groen Wit
12
6
0
6 12 23—25
TVC
13
4
3
6 11 28—39
SCO
13
4
2
7 10 28—33
PCP
1!
4
1
6 9 24—26
Were Di
12
4
1
7 9 24—26
Madese Boys
11
4
2
5 8 25—23
Boeimeer
11
3
1
7 7 20—33
ZIGO
11
3
0
8 6 24—39
Breda
10
2
1
7 5 14—28
VIERDE
KLASSE
F.
De Schutters
12
9
1
2 19 38—13
SC Gastel
11
8
1
2 17 35-14
Zundert
12
8
1
3 17 36—20
Steenbergen
12
7
1
4 15 34—22
Burgh
11
6
1
4 13 22—20
RKVVU
11
5
0
6 10 24—19
Kaaise Boys
12
5
0
7 10 29—33
Halsteren
10
4
1
5 9 17—17
NSV
12
4
1
7 9 28—48
Grenswachters
10
4
0
6 8 27—23
RSV
12
3
2
7 8 19—23
HSC
11
0
X
10 1 14—68
VIERDE
KLASSE
G.
Steen
10
9
0
1 18 48— 7
Aardenburg
10
8
1
1 17 39—13
Clinge
11
7
1
3 15 32—13
Luctor
13
7
X
5 15 35—23
Breskens
9
4
2
3 10 22—16
Yerseke
10
4
2
4 10 25—22
Hoofdplaat
10
3
3
4 9 21—27
Sluiskil
9
3
2
4 8 21—29
Oostburg
11
3
2
6 8 26—42
Koewacht
10
1
4
5 6 15—33
EMM
9
1
X
7 3 11—42
Ria
10
1
X
8 3 14—30
DE VROLIJKE LANDVERHUIZER!
Wie er prijs op stelt, dat zijn kin
deren spelenderwijs kennis verga
ren, zal zonder twijfel de uitgeverij
Helmond dankbaar zijn voor het
kinderboek „De vrolijke landverhui
zers". Daarin vertelt Eline Capit
smakelijk en ..deskundig" over de
dierenwereld, die getroffen is door
een overstroming. Aan de massale
verhuizing der dieren zit natuurlijk
een heleboel vast, zodat wc kennis
maken met tal van grappige of
pijnlijke situaties. Juist daardoor le
ren de kinderen de dieren kennen
en waarderen. De aardige tekenin
gen van Annclies Kuiper verhogen
de opvoedende waarde van dit boek
aanzienlijk.
Mand na mand wordt geleegd op
de wagen. Met tientallen tonnen
tegelijk gaat de ijle haring of
Breskens-haring'zoals ze reeds
min of meer officieel heet, naar
Duitsland, dat de grootste afnemer
is. Rijen vrachtauto's (steeds te
kort) staan te wachten op hun
„voer" haring. Ieder span dat meert
en lost brengt Breskens dichter bij
de bereikbare eerste plaats in de
ranglijst der Nederlandse haring
havens.
Foto links:
Stoere Urker vissers met gelaarsde
en geklompte zeebenen gaan over
het haventerrein van Breskens, de
plaats waar ze welvaart en be
drijvigheid brengen. Met het res
tant haring uit het schip trekken
ze naar de Vismijn, waar slraks de
klok zal draaien en de spanning
onder vissers en handelaren tast
baar zal worden.
Rechts: