Een autocratisch vorst ging heen
Belastingen hief hij niet en al zijn
onderdanen waren tevreden
Het geheim van de schakelaar
Rol voortaan
Uw eigen
Amerikaan
van de beste
Amerikaanse
shag!
DOUWE EGBERTS
Een Hagenaar schrijft
aan zijn zoon
Dagorder
Als Marechaussee
feu je wat!
Een en ander over
duivenziekten
Vermogende Nederlanders
Dikken Bruines TjuivenkrOnfek
Tien jaar
wegens doodslag
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 11 DECEMBER 1954
Het vorstendom kostte anderhalve ton
Zonder Vrees
Zonder Blaam
CARLO MANZONI
Nederlanders komen
uit Korea terug
Beste Huub,
Je vader
IT
Op een miniatuur-eilandjc in het Kanaal vein Bristol
TK WIL KONING WORDEN zei op 25-jarige
leeftijd de bankbediende Martin Harnian.
Ongeveer 15 jaar later was hij koning. En als
absoluut heerser is hij dezer dagen gestorven,
Ruim f150.000 betaalde Martin
Harman in 1925 voor een eiland in
het Kanaal van Bristol tussen En
geland en Ierland, Lundy, aldus de
naam van Harman's „eilandgoed",
behoort noch tot Engeland, noch
tot Ierland. Het is een door de mo
gendheden vergeten zelfstandig
eiland. Derhalve noemde Harman
zich „Vorst" van Lundy en liet hij
zich aanspreken met het pompeuze
woord „majesteit". De inwoners van
lundy en onderdanen van Zijne
Majesteit Marinus 1" hielden ech-
diep betreurd door zijn onderdanen. Geen
wonder, want hij zorgde voor hen als een va
der...... en hief van hen nooit een cent belas
ting!
(Ad"ertentie)
Het was in 1810 dat de beroemde Ge
neraal der Gendarmerie Radet in zijn
dagorder van 26 Mei zo treffend de
taak der Marechaussee formuleerde:
_jEerbied voor personen en eigen
dommen, blindelingse onderworpen
heid aan de wetten, gehoorzaam
heid aan de meerderen, inschikke-
lljkheid jegens en respect voor ge
rechtelijke, burgerlijke en militaire
autoriteiten, bedachtzaamheid, goed
heid en bescheidenheid jegens de
burgers, oorlog aan de struikrovers,
dit is de gedragsregel van de gen
darmerie."
Zo was het op 26 October j.l. 140 jaar
jeleden dat bij Koninklijk besluit het
Wapen der Marechaussee werd opge
richt. En al is er in die 140 jaar veel
veranderd, de Kon. Marechaussee is
haar devies trouw gebleven: Zonder
Vrees en Zonder Blaam. t
Het is voor jongemannen van 18 tol
!5 jaar daarom nog steeds een eer
:ot dit Wapen te mogen behoren. Zij
ioen daar verantwoordelijk werk en
[aan een interessante toekomst tege-
noet.
Wie er belangstelling voor heeft, kan
radere inlichtingen krijgen bij de
:chtstbijzijnde Marechaussee-kazerne
tl bij de Sectie Personeelsvoorziening
3 het Ministerie van Oorlog, Grote
larktstraat 40, Den Haag. Tel. 182290
ter gaarne rekening met deze kleine
ijdelheid van hun heerser, want hij
was een mild en medelijdend sou-
verein, die vaak in het buitenland
vertoefde en.... geen belastingen
hief in zijn rijk.
Als rentmeester en Eerste Minister
van de Vorst van Lundy fungeerde
de heer W. F. Gade. die ruim 20
jaar de „Eerste onderdaan" van Mar
tinus I is geweest. Tevreden vervulde
hij zijn ambtsplichten. Hij is boer,
winkelier en herbergier. Hij ver
zorgde de staatszaken en legde zijn
„Heer" rekening en verantwoording
af. Gade's dochter, Mary, werkt des
zomers op het land. Zij ontvangt,
evenals alle andere onderdanen van
wijlen Martinus I. loon uit de staats
kas. U kunt ook zeggen:. Uit de
particuliere kas van de Vorst, want
verschil tussen beide kassen is er
niet.
Geen staat ter wereld wordt zo
autocratisch en tevens zo gemoedelyk
geregeerd als Lundy! De kok, de bar
man en de schoenmaker hebben naast
hun eigenlijke beroepsbezigheden tal
van andere werkzaamheden. Hierdoor
is het te verklaren, dat herten, paar
den, varkens, schapen cn geiten er
bij dozynen in het wild leven. Een
enkele maal wordt zo'n dier wel eens
verschalkt, en belandt dan op de bor
den der Lundynezen of toeristen (die
vooral des zomers het eiland be
zoeken.)
Geen politieman ziet toe op de na
leving van de jachtwet, en wel om
de eenvoudige reden, dat er geen
politie en geen wetten op Lundy
bestaan. Ook de. vuurtorenbemannin
gen (de vuurtorens worden door de
Britse regering in stand gehouden)
zijn vrij, dat wil zeggen, zij zijn
slechts onderworpen aan een beper
kende bepaling. Zij mogen zich van
de torens naar de herberg (de enige!)
slechts begeven langs een speciaal
afgebakend pad. En voor dit „Recht
van een herbergbezoek" betaalde de
Britse regering jaarlijks een aardig
sommetje aan wijlen Zijne Majesteit
Martinus I.
Een oud huis „Milcombe", diende
de vorst tot residentie als hij met
zijn sportvliegtuig op het eiland was
neergedaald. Bij die gelegenheden
schudde hij al zijn onderdanen de
hand, praatte met hen, informeerde
naar hun welstand en gaf vaak mooie
geschenken weg. „Milcombe" werd in
de 19e eeuw gebouwd door de toen
malige eigenaresse van Lundy, de
familie Heaven. Later bouwde Hud
son Heaven een grote kerk op Lundy
maar dit betekende zijn faillissement.
Hij moest het eiland verkopen en
zijn St. Helena Kerk bleef ledig. Dit
gebeurde in de eerste wereldoorlog.
Tien jaar later werd Martinus I eige
naar en Vorst van Lundy.
BEWOGEN GESCHIE
DENIS.
Bewogen is de geschiedenis van
wylen Koning Martinus' rykje zeker.
Zy gaat terug tot ongeveer 1000 jaar
na Christus. Ridders uit het vermaar
de geslacht De Marisco heersten er
toen en stoorden zich niet aan de
koning van Engeland. Conflicten met
Hier ziet men de ligging van het
eiland Lundy in het Kanaal van
Bristol.
strafexpedities der Engelsen kostten
menige Marisco het leven. Later wa
ren het zeerovers, smokkelaars, sla
venhalers en schipbreukelingen, die
op Lundy een veilige wijkplaats
vonden.
Als de grotten en rotsen va"n Lundy
geschiedenis konden schrijven, zou
menige bloedige en zwarte bladzijde
aan de historie worden toegevoegd.
Vooral in de 18e eeuw was Lundy
een berucht smokkelnest!
Postzegels heeft Lundy nog. Mun
ten niet meer. De postzegels zijn ge
zocht en vormden een aardige bron
van inkomsten voor Martinus I. De
munten echter kostten hem meer dan
ze waard waren, want zij verdwenen
in onheilspellend tempo naar alle
oorden der wereld met uiteindelijke
bestemming: munt- en penningver
zamelingen.
Ook het toeristenhotel, welks di
recteur de alom-aanwezige en alles-
beherende „Minister-president" en
„onderkoning" Gade is, betekende
een aardige winstbron voor wijlen
Martinus I, want de laatste jaren
is Lundy nogal in trek bij toeristen.
Vooral de Engelsen nemen graag een
kijkje in het miniatuur-staatje, dat
geen leger heeft, geen lid is van het
Atlantisch pact, geen contact onder
houdt met de Verenigde Naties, en
waar de Engelse politie, ja zelfs
Scotland Yard slechts mogen komen
met speciale toestemming van de
Vorst of diens „Onderkoning". Toch
zijn de betrekkingen met Engeland
vriendschappelijk, heel wat vriend-
schappelijker dan met de Verenigde
Staten. Washington verstoutte zich
namelijk, wijlen Martinus I te dwars
bomen, toen hij Lundy wilde aanslui
ten bij de Wereldpostvereniging.
Boze tongen beweren voorts, dat de
koelheid der betrekkingen tussen
Lundy en de U.S.A. mede haar oor
sprong vond in een brief, die wijlen
Martiuns I eens ontving van een
hooggeplaatst ambtenaar der Ver
enigde Staten en die begon met de
woorden: „Dear Mr. King" (Geachte
Heer Koning). Op het. stuk van zijn
titel verstond Martinus namelijk geen
grapjes!
EEN PARADIJSJE.
Lundy is, ondanks zijn autocrati
sche regeringsvorm, een paradijsje
onze woelige Westerse wereld.
deze heerser bleven niet uit. Bloedige Geen kabinetscrisis en straaljagers,
In alle hotels, waar ik en mijn
teisgezel binnenkomen, doet het
ienstmeisje de deur open en laat
in een prachtige kamer. Ze doet
ramen dicht, zegt: „Dit is de
wasbak, hier is het bad, daar is
kef toilet...." en nadat ze zich er
tan overtuigd heeft, dat er niets
uitbreekt, wenst ze ons goede nacht
en vertrekt.
Wij blijven alleen achter in de
(nchtige kamer met de gestoffeer-
la wanden, met het versierde pla-
totd, met de tapijten, die twee vin-
Sers dik zijn. We openen stilletjes
kieur en kijken in de halfduistere
Alles in het grote hotel is in
'W, De gasten slapen nu en men
'e! een rij van schoenen buiten
't deuren staan.
Hen enorme kroonluchter verlicht
Weelderig het grote slaapvertrek.
Eindelijk kleden we ons uit en
kipen we in bed. We zijn moe en
'vangen door slaap en we hebben
Ize rust zo hard nodig. En dan be-
*»t het spel.
.Doe het licht eens uit", zegt Gio-
hnni.
fc strek een arm uit en pak de
"wormige schakelaar, die aan het
"jofdeinde van het bed hangt. Ik
'•uk op een knopje en men hoort in
verte een bel gaan.
»Je hebt liet licht niet uitgedaan",
'B Giovanni.
j*denk, dat ik het uitgedaan heb
toch is het nog aan.
.."Je slaapt al", zegt Giovanni en
5 strekt de arm uit, pakt de peer-
fuige schakelaar en men hoort in
verte een bel gaan.
J>e hebben gebeld", zeg ik. ,,Dat
Je toch, dat we gebeld hebben in-
ftots van het licht uit te doen. Het
j'is nog aan."
'e horen op de deur kloppen en
■■slaperige stem vraagt, of we iets
'j? hebben.
j..we hebben ons vergist", zeg ik,
tLi gaan we rechtop in bed zitten
V'c kijken naar de peervormige
de
ttrn t 1S
?t hebben ingedrukt?", vraag ik.
"W weet het niet", zegt Giovanni,
L «eb niet gekeken en ze zijn alle-
even groot, alleen is de ene geel
?e andere blauw".
Cle voor de bel moet met de dun-
waad zijn", zeg ik.
„""ie dunne draad wil niks zeggen",
Giovanni, ,,ik heb belknoppen
a]s m?t een draad, die zo dik was
v'nSer. Zullen we eens probe-
Von?'1 als we dan de juffrouw weer
'niks laten komen?"
is"h a,tis zeët Giovanni. ,,Dan
het r ,maar beter, op te staan en
HaaA uit te doen met de knop
aï5t de deur."
Ik sta op. Naast de deur zitten twee
knoppen, waar men op kan drukken.
Ik druk op de bovenste en men
hoort in de verte een bel gaan.
Potverdorie!" zegt Giovanni, „pro
beer de andere eens."
Ik druk op de laagste knop en er
gaan andere lampjes aan in de grote
kroonluchter, ik druk wéér en de
lampjes gaan uit, daarna doe ik ze
weer aan en ik zeg tegen de juffrouw
die aan de deur staat, dat we ons
vergist hebben, ze moet het ons
maar niet kwalijk nemen. Ik doe
de kleine lampjes weer uit.
Nu komt ook Giovanni het bed uit
Door
(Nederlands van
FRANs DE CLERCQ)
en hij komt me helpen bij het onder
zoeken van de kamermuren.
Giovanni vindt een schakelaar
naast het raam en draait hem om.
Het grote licht gaat uit, maar er gaan
vier blauwe lampjes aan boven het
hoofdeinde van het bed en de nacht
kastjes.
Giovanni manoeuvreert een keer of
tien met de schakelaar hij steekt
voortdurend lichten aan en doet ze
weer uit.
„Het lijkt wel, of we lichtsignalen
aan het geven zijn", zeg ik, „schei
er maar uit."
We verlaten de schakelaar van de
blauwe knopjes, maar we zetten de
onderzoekingstocht vcjrt. We komen
zelfs op de gang.
Tegen de stijlen van onze deur zit
een schakelaar.
„Misschien zijn we er," zeg ik. Ik
druk erop en achterin de gang, net
waar die een bocht maakt, gaat een
heel sterke lamp aan. We doen het
licht onmiddellijk uit, daarna keren
we terug naar de kamer en we oriën
teren ons nu aan de kant van het bad.
We drukken op een paar knoppen
en laten zodoende het water van de
kraan en dat van de douche lopen.
„Laten we nog maar eens een van
de knoppen boven het bed proberen",
zegt Giovanni, „als het licht uitgaat
is het O.K. en als de bel gaat, zullen
we aan de juffrouw vragen, waar die
vervloekte schakelaar zit."
Dat doen we dan.
Men hoort in de verte een bel gaan
en daarna een vrouw schreeuwen. We
kijken elkaar aan.
„Deze keer komt ze niet", zeg ik,
„maar de knop, waarop je gedrukt
hebt, was voor de bel, dus de andere
moet voor het licht zijn."
„Juist", zegt Giovanni, „druk maar
op de andere knop."
Ik druk op de knop en de vier blau
we lampjes en al de kleine lampen
in de kroonluchter gaan aan.
We kruipen opnieuw onder de de
kens, want we hebben begrepen, dat
er toch niets aan te doen is: we pro
beren nu maar in slaap te vallen met
het licht aan.
O, wat zijn we toch moe!
Ik slaap in en een grote slag
maakt me ongeveer een uur later
wakker. Het is donker in de kamer en
ik hoor Giovanni een diepe zucht sla
ken en zich in bed omdraaien.
„Morgenochtend oppassen als je op
blote voeten loopt", zegt hij, ,.er lig
gen stukjes glas op de vloer."
„Wat is er gebeurd?", vraag ik.
„Mijn schoen moet daar ergens
rechts in de hoek liggen", zegt Gio
vanni, daarna begint hij onmiddellijk
weer te snurken.
geen belastingen, H-bommen of exa
mens, geen politie en geen misdadigers
men kan zich nauwelijks een idea
ler gemeenschap denken. Natuurlijk is
het er, vooral in de winter, wel eens
wat saai, maar de onderdanen van
wijlen Koning Martinus I treffen el
kaar dan in de Marisco-herberg en
de vuurtorenwachters zorgen voor
nieuws uit de buitenwereld. Zo nu
en dan brengt een schip middels een
sloep post en levensmiddelen aan de
wal en dan is het feest op Lundy en
in de herberg, waar een glaasje bier
niet duur is (Martinus I hief geen
accijnzen!) en de stemming goed. En
als het zomer wordt, doen de Lundy
nezen, het hotel, het postkantoortje en
de herberg allemaal goede zaken. Wat
ze verdienen mogen ze allemaal zelf
houden.
Belastingen? De schoenmaker en de
kok lachen, als ze dit woord horen.
Belastingen zijn immers helemaal niet
nodig, zeggen zü luid en lachend. Op
Lundy hebben we de waarheid van
deze woorden zonneklaar bewezen!
Nu is Martinus I ter ziele. Zijn
volkje rouwt om hem. Wat zal de
toekomst brengen? vragen de Lundy
nezen zich af.
Geen wonder, want zo goed als on
der de heerschappij van Koning Mar
tinus hebben zij het nog nooit gehad!
Op 13 Decen.ber a.s. zullen we
derom te Roosendaal een aantal
uit Korea repatrierende militairen
aankomen. Zij zijn op 9 November
met het ms „Cambodge" uit Yoko
hama vertrokken, zullen volgens
het reisschema op 12 December te
marseille arriveren en per trein de
reis tot Roosendaal voortzetten.
Hier zullen zü op de Kazerne aan
de Rondweg worden ontvangen.
De namen en woonplaats van de
repatrierenden uit ons gewest zijn:
W.H. Burger, Oost-Souburg, W.P.
Bijvoet, Tilburg, J. Coomans, Ka-
pelle (Z.) A.B.T. van Dongen, Roo
sendaal, A.W.D. Doods, Breda, A.
v.d. Bie, 's Gravenmoer, L.J. van
Dijk, Breda, B. Franssen, Breda,
A.H. van Geene, Roosendaal, G.L.
Giezenberg. Bergen op Zoom, C.J.
van Gils, Oosterhout, W. Hermans,
Breda. H.T. de Hond, 's Heeren-
hoek, P. Joziasse, Serooskerke, A.
C. Ladage. Roosendaal, A.A. Lap-
re, Bergen op Zoom, J.R. Lawala-
ta, Bergen op Zoom, G. Lokhoff,
Breda, F Löwe, Bergen op Zoom,
D. J. Nalla, Bergen op Zoom, R. M.
van Pamelen, IJzendijke, L. Pie-
ters, Breda, G. K. v. d. Pluym, Breda,
F.A.M. Reisner, Roosendaal, R.
Roggeveen, Bergen op Zoom, C.C.
Siegers, Roosendaal, J. van Stein,
Breda, J.L. Verheyen, Breda, D.
Walda, Breda. J.R.v. Waterschoot,
Graauw, A.J.M. Wayers. Tilburg,
El. Werdmuller, Tilburg, D. West-
veer, Tilburg, J.C. Willems, Hal
steren, A. P. de Wit, Willemstad,
G. de Wijs, Made.
Deze grafiek, waarvan de gegevens
zijn ontleend aan de statistiek Ver
mogensverdeling van het C.B.S.
geeft een merkwaardig beeld van
de verhouding tussen de bezittende
klasse en de vermogensbelasting.
Ten einde tot een zuivere vergelij
king te komen zijn alle absolute cij
fers aangerekend tot percentages
van de totalen van ieder der drie
opgenomen groepen.
De vermogens beneden de 10.000
blijken voor de fiscus geen belang
stelling te hebben.
De meest voorkomende vermogens
klassen liggen tussen 30.000 en
200.000. Dit is bij elkaar ruim 50
'HDILIH6 V*H oe
vepuooiNSKLtsse*
x «oo-
1 minder dan 10
2 10.15
3 15-20
4 20-30
5 30- 50
6 50- 100
7 100-200
8 200-300
9 300- 500
10 500 - 1000
11 meer dan 1000
procent van het totale vermogens-
bezit. n.l. 1.9.5-10 millioen van de
18 millioen.
In de topklassen treft men maar
weinig belastingplichtigen, doch
de belastingopbrengst is zeer groot.
Degenen met een vermogen van
ƒ100.000 en meer omvatten slechts
9 procent van het aantal belasting
plichtigen, doch in de loop van 1951
betaalden zij ruim 65 procent van
het belastingbedrag.
In genoemd jaar bracht de vermo
gensbelasting 59 millioen op, waar
van bijna 35 millioen werd betaald
door degenen die over meer dan
100.000 beschikten.
Een van mijn principes is: Tracht nooit een duif te genezen met de be
doeling er nog prijs mee te winnen op de vluchten, of er een ras van op
diarrhepHen lijdt aan °P «ezette (en ongezette) tijden terugkerende
Ammaai zult U zeggen mijn voeten
Zijn bacillen en coceen en al zulk gespuis dan erfelijk?
Nee, dat zon ze niet. Ze zijn alleen maar besmettelijk. Wat een groot ver
schil is, zo groot als een koei, zal ik maar zeggen.
-aai! ™ouw?n is echter, of erfelijk en besmettelijk in de practijk der
liefhebberij niet menigmaal op hetzelfde neerkomen. En of ge nu, als melker,
van de hond gebeten wordt of van de kat, het resultaat is er hetzelfde om
De meeste duivenziekten, die spui-
terij veroorzaken, zijn tegenwoordig
bij tijdig, doeltreffend ingrijpen, ge
makkelijk te genezen.
Zaak is echter, de even noodlottige
als alomtegenwoordige complicatie
trichomonas columbae, die als een
hyena op de loer ligt. om zijn weerlo
ze prooi bij de keel te grijpen, uit te
schakelen. Het geel of vet. zoals de
volksmond deze ware gesel van het
duivenhok noemt, wordt veroorzaakt
door een flagel of zweepdiertje, dat
tot de gewone kropbewoners behoort.
Het wordt in de keel- en kropslijm-
vliezen van minstens drie-vierde van
alle duiven aangetroffen en gedraagt
zich daar ogenschijnlijk heel fatsoen-
li' Dat betekent dat de afweermidde
len in het bloed ener gezonde duif in
staat zijn, de parasiet te beteugelen.
Maar, wat gebeurt er, wanneer, als
gevolg van uitputting en zwakte-toe-
standen na zware vluchten of infectie
door coccidiose enz. de kracht van die
afweermiddelen verlamd is? Dan ge
beurt het maar al te vaak, dat er
woekeringen ontstaan van myriaden
dezer flagellen, in het slijmvlies van
bek en keel der duif (gele, kaasachtige
proppen) aan de aars en, in het ergste
geval in de lever. Ziektehaarden in de
lever maken de duif waardeloos voor
de vluchten. Het wordt een spuiterij
(langs achter) zonder einde. Geen en
kel modern chemotherapeuticum of
antibioticum brengt hier nog baat.
EN DE KWEEK?
En de kweek van zulke sukkelaars?
In theorie is de fokwaarde van de
duif onveranderlijk, d.w.z. onafhanke
lijk van de invloed der cultuurom
standigheden. Waartoe ook de nadeli
ge invloeden van ernstige ziekten be
horen, mits geen schade werd toege-
bruélit in die zin dat de voortplanting
onmogelijk is geworden.
Wanneer alweer in de theorie
een zieke, of ziek geweest zijnde dof
fer paart met een zieke duivin en de
eieren worden toevertrouwd aan de
zorgen van een gezond broedkoppel,
dan is er alle kans dat de jongen die
ervan voortkomen, gezond zullen zijn.
De „Malade" van dr Bricoux en de
„Zieke" van Pol Bostijn, om een paar
JE reactie op mijn laatste brief
was wel niet zo'n verrassing als
het Sinterklaas-geschenk, dat je
ons zond en waarover moeder je al
enthousiast geschreven heeft, maar
toch was ik er enigszins verwon
derd over.
Je schreef een wijs man gespro
ken te hebben, die zich overigens
niet met politiek bezig houdt en die
over de politieke spanningen in de
Tweede Kamer zei: „Maak je daar
niet druk over; de heren uit de
verschillende partijen vinden elkaar
altijd. Heb je ooit de KVP of de
PvdA een kabinet naar huis zien
sturen?"
Mijn verwondering bestond nu
hierin, dat je zo maar dat stand
punt van je wijze zegsman tot het
jouwe had gemaakt. Ik zal op de
wijsheid van je relatie niet afdin
gen, op welk gebied dan ook. Maar
op het politieke terrein blijkt hij
toch wel onervaren. Onervaren en
vooringenomen. Dit laatste tref je
vaak bij mensen die zich over de
politiek uiten, zonder er kaas van
gegeten te hebben.
Erg verwonderd was ik over de
genoemde, uitlating dus ook weer
niet. Want het is niet gemakkelijk
om een politiek beleid juist te kun
nen beoordelen. Veel mensen, voor
al jonge mensen, ergeren er zich
vaak aan, dat een principieel, recht
lijnig en glashelder politiek beleid
van regering en parlement in ons
land zelden voorkomt. Ze houden
niet van die politiek vol compro
missen. Ze willen bijvoorbeeld dat
de katholieke politici rechtuit,
rechtaan hun beslissingen nemen.
Maar ze vergeten dat het politieke
compromis in Nederland voor elk
beleid noodzakelijke voorwaarde is.
Immers grote tegenstellingen be
staan er tussen de politieke begin
selen en richtlijnen van socialisten
en katholieken, van protestanten en
liberalen. Er geen dier groeperin
gen heeft een meerderheid. Samen
werking van ten minste twee par
tijen is nodig, wil er geregeerd kun
nen worden. En dan is er dus het
compromis.
Zoals ik je al schreef: daaraan
ergeren zich veel mensen, ten on
rechte. Maar de goodwill van de
partij, die ze aanhangen, ondervindt
de nadelige gevolgen van die erger
nis. De katholieke partij, zowel
vroeger de Staatspartij als nu de
KVP, die bijna steeds mee de rege
ringsverantwoordelijkheid gedragen
heeft, heeft die gevolgen steeds dui
delijk gevoeld. Een partij in de op
positie daarentegen ziet als regel
haar goodwill sterker worden.
Vroeger waren de socialisten
steeds oppositie-partij; na de oor
log draagt de PvdA in belangrijke
mate mee de verantwoordelijkheid
voor het politieke beleid. En nu
moet je eens opletten, Huub. Toen
vooral als gevolg van de finan-
cieel-economische positie van ons
land overheidsbemoeiing, over
heidsordening en overheidsdruk no
dig was, had de katholieke partij
de grootste moeite haar aanhang
duidelijk te maken, dat al die be
moeienis van de Staat en al die druk
noodzakelijk waren. De PvdA daar
entegen, waarvan de beginselen
meebrengen dat de Staat een zeer
sterke centrale positie behoort in
te nemen, dat de overheidszorg
De 25-jarige koopman Pieter van
den H. te Vinkeveen-Waverveen, be
schuldigd van doodslag op de 62-ja-
rige veehouder Aalbert S. te Mij
drecht is tot tien jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
Op 29 Januari j.l. had verdachte op
de Veemarkt te Leiden met enige ken
nissen café's bezocht. Er werd ge
dronken en toen zijn geld op was, her
innerde hij zich nog een bedrag van
f 100,tegoed te hebben van de vee
houder.
Met twee andere jongelui trok hij
per taxi naar Mijdrecht, waar hij met
de oude boer slaags raakte, toen deze
hem weigerde het geld te geven. Tij
dens een vechtpartij sloeg hij de vee
houder met een electrische staaflan
taarn op het hoofd en droeg hem tot
voor het raam van de boerderij, waar
hij de man in de vrieskoude liet lig
gen. Enige dagen later was het slacht
offer overleden.
steeds van groot belang is, beleefde
gulden dagen.
Die situatie is nu veranderd: de
omstandigheden laten toe, dat de
Staat zich terugtrekt uit die gebie
den, waar hij alleen onder abnor
male omstandigheden macht be
hoort te hebben. De druk kun ver
minderd worden, groter vrijheden
moeten gegund worden, als nor
maal. N u heeft de PvdA het moei
lijk. Nu is ze gedwongen mee ver
antwoordelijk gesteld te worden
voor een op zijn zachtst uitge
drukt - niet-socialistische politiek.
AJU zal de socialistische fractie
zich ook omwille van haar
aanhang inspannen om het be
leid althans hier en daar in socia
listische richting om te buigen. Dit
spreekt heel duidelijk bij de kwes
tie van de huurafroming, waarvoor
straks blijkbaar een voorstel kan
worden verwacht in het kader van
de huurverhoging. De heer Bom-
mer heeft heel duidelijk gesteld,
dat de PvdA niet alleen compen
satiemaatregelen wil ten behoeve
van de huurders (wat een algemeen
verlangen is, uit de aard der zaak)
maar dat zij de huurverhoging zal
afwijzen, als niet tevens een deel
van de hogere huuropbrengst langs
de weg van de speciale belasting
wordt wegbelast. Van de andere
kant staat vast, je zult het hebben
gelezen, dat bijvoorbeeld de KVP
zich duidelijk tegen huurafroming
heeft verklaard. Omwille van de
redelijkheid is weliswaar gezegd,
dat men het woord onaanvaardbaar
niet wil bezigen men kent im
mers het voorstel nog niet maar
de zaak ligt toch wel heel moeilijk.
Zo ook bij de overige partijen, de
communisten natuurlijk uitgezon
derd.
Hier ligt nu een kwestie, waar
mee het leven van een kabinet ge
moeid kan zijn. Een heel wat dui
delijker geval, dan toen de VVD
zorgde voor een kabinetscrisis. Je
wijze zegsman, Huub, kon weten
dat in die tien jaar na de oorlog
al één keer een crisis is geweest.
En dat de heren elkaar toen dus
niet vonden.
Binnen het kabinet zal de zaak
der huurbelasting zonder enige
twijfel ook nog wel tot moeilijkhe
den aanleiding geven. Officieel zijn
de ministers niet verder gebonden,
wat hun verantwoordelijkheid be
treft, dan de tekst van de troon
rede vermeldt. En je zult je herin
neren, dat daarin slechts met vage
bewoordingen over huurbelasting
en een daarmee samenhangend ega
lisatiefonds werd geschreven. In
niet-socialistische kringen is men
het er over eens, dat een egalisatie
fonds ten behoeve van de volkswo
ningbouw niet nodig is; voor de
huurbelasting is men in diezelfde
kringen op zijn minst zeer wéinig
gevoelig, terwijl in bepaalde krin
gen het woora „onaanvaardbaar"
zelfs nadrukkelijk gevallen is. Dit
alles kan het kabinet niet onberoerd
laten. Temeer niet, omdat van een
neiging tot heengaan bij de ver
schillende ministers weinig te be
merken valt. Het zou ook zeer te
betreuren zijn, als het kabinet zijn
periode niet uitdiende. Er moeten
nog te veel zaken worden afgehan
deld. Zaken doen immers gebeurt
steeds in het tweede deel van een
parlementaire periode.
fyJAAR als de ministers het eens
worden, dan moeten de eigen
lijke moeilijkheden nog overwonnen
worden: de tegenstellingen in de
Kamer. En hier ligt de kwestie on
getwijfeld moeilijker. Nóch PvdA,
nóch KVP heeft er b.v. blijk van
gegeven tot grote concessies des
noods bereid te zijn. Eer is het
tegendeel gebleken. De wijsheid
van je zuidelijke relatie ten spijt,
Huub, blijf ik van mening dat we
straks bij de behandeling van het
complex van maatregelen betref
fende huren en belastingen span
nende dagen kunnen beleven. Waar
bij het vermijden van een breuk
ongetwijfeld de beste uitslag zou
zijn. Het zal een kwestie van af
wegen moeten zijn, ten koste van
hoeveel. Daarom zij wijsheid het
deel van onze politici straks.
Beste Huub, ik vertrouw dat je
deze „vaderlijke" brief in de goede
geest zult waarderen en blijf met
hartelijke groet,
beroemde voorbeelden te noemen, heb
ben kampioenduiven voortgebracht, zo
oud, zo ziek en zo versleten als zij
waren.
Doch dit zijn uitzonderingsgevallen.
Alleen met uitzonderlijke kampioenen
mag het risico van besmetting van de
andere, op het hok aanwezige dieren,
gelopen worden. Wil het de verkeerde
kant uit denk aan het geval Maris-
sen! dan is het leed niet te overzien.
Erfelijk en besmettelijk, ik geef het
graag toe, zijn niet hetzelfde.
Maar zo-inaar-voor-'t-vaderland-weg
kweken van spuiters-recidivisten kan
U in de kortste keren "duivenboer-af
maken.
KAMPIOENSCHAPPEN
Na dit fijne stukje moet ik weer als
de Engelse weerlicht overschakelen op
ua actualiteit van kampioenschappen
enz.
Zondag a.s. stelt in het Bondslokaal
aan de Haagdijk ten toon de gevreesde
crack Piet Vermeulen, kloknummer 96,
kampioen halve fond van de Bredase
Bond en zesde in het Algemeen Klas
sement, over het seizoen '54.
Hij presteerde het om geweldenaars
als Scheerhoorn, generaal-kampioen
over alle klassementen en vluchten
1954 en Vlemminx, generaal - kam
pioen van Breda in '52, achter zich te
laten.
Ziehier de einstand op de halve fond:
1. Piet Vermeulen 5974 p., 2. J. C.
Scheerhoorn, (de man met 14 oude
duiven en 4 jonge), 5862 p., 3. F.
Vlemminx 5262 p., 4. A. Horward
5184 p., 5. D. van der Linden, 5036 p.,
6. A. v. Sluis 4794 p.
Het hokkampioenschap fond van
Breda, werd dit jaar met grote voor
sprong gewonnen door Christ Basti-
aansen, opvolger L. Smulders. Doch
daar spreken wij later over. Hetzelf
de geldt voor het vitesse-hampioen-
schap, gewonnen door A. Bastiaansen
(geen familie van Christ), die snel
le mannen als Piet van Althuis, Jos.
Puffer. Heeren - Beerens, Piet Cors-
smit enz. in deze volgorde versloeg.
Nog vrij onverwacht is dezer dagen
in Voorburg overleden, de hoofdreke
naar en concours - secretaris van de
Bredase Bond, de heer Jan de Vos.
Met hem verliest de C.C. een van haar
beste en trouwste functionarissen, een
man op wie nimmer een vergeefs be
roep gedaan werd om het vele en
zware werk te verzetten, dat, speciaal
in het vliegseizoen, bij een Bond van
achthonderd leden, gedaan moet wor
den. Reeds tijdens het seizoen '54 werd
ondervonden hoe moeilijk het was, de
lege plaats, die Jan achterliet te vul
len. Met grote dankbaarheid erkent
Breda zijn verdiensten, zijn werklust
en zijn ijver. Moge hij rusten in vre
de.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
En dan heb ik hier de eindstand
der kampioenschappen in West - Z.
Vlaanderen (15 samenwerkende ver
enigingen), in totaal 1853 leden: Vites
se: 1. C. Marteyn te Sluis, 2. Jac. van
der Linde te Biervliet, 3. J. van Ha-
neghem (zat er op als de kippen) te
Retranchement.
Halve fond: bondsvoorzitter J. Kools
te Zuidzande. 2. G. de Wever te
Schoondijke, 3. D. Luteyn te Oost
burg.
Fond: 1. R. Groosman te Hoofd
plaat, 2. A. de Smet te IJzendijke, 3.
G. Dusarduyn te Groede, 4. Th. de
Boevere te Biervliet, 5. G. de Wever te
Schoondijke.
Dit waren de kampioenschappen
per hok; hier zijn ze per duif:
Vitesse: 1. J. van Haneghem te Re
tranchement, 2. C. Marteijn te Sluis,
3. idem dezelfde.
Halve fond: 1. Jacob I. Risseeuw,
te Breskens, 2. Jac. Kools te Zuidzan
de, 37 P.C. de Meij te Cadzand.
Fond: 1. R. Groosman te Hoofd
plaat, 2. J. Carels te Breskens, 3. J.
Kools te Zuidzande, 4 en 5 nogmaals
R. Groosman te Hoofdplaat, die in
dit slechte seizoen van regen en wind
het best gespeeld heeft op de fond
van alle westelijke Zeeuwsch - Vla
mingen.
Wegens mijn reis naar de grootste
duivenkampioenendag ter wereld, de
„People Show" te Londen, kon ge
passeerde week mijn rubriek niet ver
schijnen. Dit heeft mü grotelijks ge-
gespeten, niet zozeer omreden het nu
zo dik betaald wordt, doch eenvoudig
wegens het feit, dat ik zodoende de
jonge duivenmaatschappij „De Gevleu
gelde Vrienden" te Breda, gevestigd
bij Leliard aan het Dökplein, die een
pracht van een hoktentoonstelling
hield, niet heb kunnen vernoemen.
Alhier waren o.a. de gevreesde Hein
van de Pol en de kampioen jonge dui
ven P. J. van Gerven, die nog slechts
voor het tweede jaa. melker is. en
reeds nu alleman de baard afdoet.
Naar 't schijnt is hij door zijn va
der. de ouwe Janus uit de Koeihoorn
op het paard gezet. Stop le Grance,
de onverslijtbare kampioen, treedt al
hier doorgaans als keurmeester op,
en naar U weet, kijkt die dwars door
een duif zijn tractement heen.
Tot slot van de week de uitslag
van da Kampioenendag te Ulvenhout:
Oude doffers: 1. Kest Martens met
een pracht Vlaamse reus, tevens
schoonste van het geheel, 2. Driek van
der Aa, 3 Jaan Struis, 4. Kees Wij-
gaarts, 5. Marijn Martens.
Jonge doffers: 1. Piet Gommeren, 2.
Otto Peeters, 3. Kest Martens, 4. Cor
Paulissen, 5. Gebr. Oomen.
Oude duivinnen: 1. Jaan Voeten, 2.
Kees Wijgaarts, 3. Kees Sips, 4. Jac
Kocks, 5 Jan Ooninckx.
Jonge duivinnen: 1. Jan Frijters. te
vens schoonste duivin, 2. Jac de Kort
3. Ant van den Broek, 4. Sooi van
Gils, 5. Gebr. Oomen,
Late doffers: 1. Sooi van Gils, de
biljartmeester, 2. Piet van Eijnatten,
3. Gebr. Oomen.
Late duivinnen: 1. Cor Paulissen, 2.
Frans Martens, 3. idem dezelfde.
Het was een zware tentoonstelling
met niet minder dan 500 duiven. Een
extra pluim verdient dhr De Jong An-
toon voor zijn vele, belangeloze ar
beid. Vlakt hem niet uit.
Allemaal goeie.
DIKKEN BRUINE