Een autocratisch vorst ging heen Belastingen hief hij niet en al zijn onderdanen waren tevreden Het geheim van de schakelaar Rol voortaan Uw eigen Amerikaan van de beste Amerikaanse shag! DOUWE EGBERTS Een Hagenaar schrijft aan zijn zoon Dagorder Als Marechaussee feu je wat! Een en ander over duivenziekten Vermogende Nederlanders Dikken Bruines TjuivenkrOnfek Tien jaar wegens doodslag DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 11 DECEMBER 1954 Het vorstendom kostte anderhalve ton Zonder Vrees Zonder Blaam CARLO MANZONI Nederlanders komen uit Korea terug Beste Huub, Je vader IT Op een miniatuur-eilandjc in het Kanaal vein Bristol TK WIL KONING WORDEN zei op 25-jarige leeftijd de bankbediende Martin Harnian. Ongeveer 15 jaar later was hij koning. En als absoluut heerser is hij dezer dagen gestorven, Ruim f150.000 betaalde Martin Harman in 1925 voor een eiland in het Kanaal van Bristol tussen En geland en Ierland, Lundy, aldus de naam van Harman's „eilandgoed", behoort noch tot Engeland, noch tot Ierland. Het is een door de mo gendheden vergeten zelfstandig eiland. Derhalve noemde Harman zich „Vorst" van Lundy en liet hij zich aanspreken met het pompeuze woord „majesteit". De inwoners van lundy en onderdanen van Zijne Majesteit Marinus 1" hielden ech- diep betreurd door zijn onderdanen. Geen wonder, want hij zorgde voor hen als een va der...... en hief van hen nooit een cent belas ting! (Ad"ertentie) Het was in 1810 dat de beroemde Ge neraal der Gendarmerie Radet in zijn dagorder van 26 Mei zo treffend de taak der Marechaussee formuleerde: _jEerbied voor personen en eigen dommen, blindelingse onderworpen heid aan de wetten, gehoorzaam heid aan de meerderen, inschikke- lljkheid jegens en respect voor ge rechtelijke, burgerlijke en militaire autoriteiten, bedachtzaamheid, goed heid en bescheidenheid jegens de burgers, oorlog aan de struikrovers, dit is de gedragsregel van de gen darmerie." Zo was het op 26 October j.l. 140 jaar jeleden dat bij Koninklijk besluit het Wapen der Marechaussee werd opge richt. En al is er in die 140 jaar veel veranderd, de Kon. Marechaussee is haar devies trouw gebleven: Zonder Vrees en Zonder Blaam. t Het is voor jongemannen van 18 tol !5 jaar daarom nog steeds een eer :ot dit Wapen te mogen behoren. Zij ioen daar verantwoordelijk werk en [aan een interessante toekomst tege- noet. Wie er belangstelling voor heeft, kan radere inlichtingen krijgen bij de :chtstbijzijnde Marechaussee-kazerne tl bij de Sectie Personeelsvoorziening 3 het Ministerie van Oorlog, Grote larktstraat 40, Den Haag. Tel. 182290 ter gaarne rekening met deze kleine ijdelheid van hun heerser, want hij was een mild en medelijdend sou- verein, die vaak in het buitenland vertoefde en.... geen belastingen hief in zijn rijk. Als rentmeester en Eerste Minister van de Vorst van Lundy fungeerde de heer W. F. Gade. die ruim 20 jaar de „Eerste onderdaan" van Mar tinus I is geweest. Tevreden vervulde hij zijn ambtsplichten. Hij is boer, winkelier en herbergier. Hij ver zorgde de staatszaken en legde zijn „Heer" rekening en verantwoording af. Gade's dochter, Mary, werkt des zomers op het land. Zij ontvangt, evenals alle andere onderdanen van wijlen Martinus I. loon uit de staats kas. U kunt ook zeggen:. Uit de particuliere kas van de Vorst, want verschil tussen beide kassen is er niet. Geen staat ter wereld wordt zo autocratisch en tevens zo gemoedelyk geregeerd als Lundy! De kok, de bar man en de schoenmaker hebben naast hun eigenlijke beroepsbezigheden tal van andere werkzaamheden. Hierdoor is het te verklaren, dat herten, paar den, varkens, schapen cn geiten er bij dozynen in het wild leven. Een enkele maal wordt zo'n dier wel eens verschalkt, en belandt dan op de bor den der Lundynezen of toeristen (die vooral des zomers het eiland be zoeken.) Geen politieman ziet toe op de na leving van de jachtwet, en wel om de eenvoudige reden, dat er geen politie en geen wetten op Lundy bestaan. Ook de. vuurtorenbemannin gen (de vuurtorens worden door de Britse regering in stand gehouden) zijn vrij, dat wil zeggen, zij zijn slechts onderworpen aan een beper kende bepaling. Zij mogen zich van de torens naar de herberg (de enige!) slechts begeven langs een speciaal afgebakend pad. En voor dit „Recht van een herbergbezoek" betaalde de Britse regering jaarlijks een aardig sommetje aan wijlen Zijne Majesteit Martinus I. Een oud huis „Milcombe", diende de vorst tot residentie als hij met zijn sportvliegtuig op het eiland was neergedaald. Bij die gelegenheden schudde hij al zijn onderdanen de hand, praatte met hen, informeerde naar hun welstand en gaf vaak mooie geschenken weg. „Milcombe" werd in de 19e eeuw gebouwd door de toen malige eigenaresse van Lundy, de familie Heaven. Later bouwde Hud son Heaven een grote kerk op Lundy maar dit betekende zijn faillissement. Hij moest het eiland verkopen en zijn St. Helena Kerk bleef ledig. Dit gebeurde in de eerste wereldoorlog. Tien jaar later werd Martinus I eige naar en Vorst van Lundy. BEWOGEN GESCHIE DENIS. Bewogen is de geschiedenis van wylen Koning Martinus' rykje zeker. Zy gaat terug tot ongeveer 1000 jaar na Christus. Ridders uit het vermaar de geslacht De Marisco heersten er toen en stoorden zich niet aan de koning van Engeland. Conflicten met Hier ziet men de ligging van het eiland Lundy in het Kanaal van Bristol. strafexpedities der Engelsen kostten menige Marisco het leven. Later wa ren het zeerovers, smokkelaars, sla venhalers en schipbreukelingen, die op Lundy een veilige wijkplaats vonden. Als de grotten en rotsen va"n Lundy geschiedenis konden schrijven, zou menige bloedige en zwarte bladzijde aan de historie worden toegevoegd. Vooral in de 18e eeuw was Lundy een berucht smokkelnest! Postzegels heeft Lundy nog. Mun ten niet meer. De postzegels zijn ge zocht en vormden een aardige bron van inkomsten voor Martinus I. De munten echter kostten hem meer dan ze waard waren, want zij verdwenen in onheilspellend tempo naar alle oorden der wereld met uiteindelijke bestemming: munt- en penningver zamelingen. Ook het toeristenhotel, welks di recteur de alom-aanwezige en alles- beherende „Minister-president" en „onderkoning" Gade is, betekende een aardige winstbron voor wijlen Martinus I, want de laatste jaren is Lundy nogal in trek bij toeristen. Vooral de Engelsen nemen graag een kijkje in het miniatuur-staatje, dat geen leger heeft, geen lid is van het Atlantisch pact, geen contact onder houdt met de Verenigde Naties, en waar de Engelse politie, ja zelfs Scotland Yard slechts mogen komen met speciale toestemming van de Vorst of diens „Onderkoning". Toch zijn de betrekkingen met Engeland vriendschappelijk, heel wat vriend- schappelijker dan met de Verenigde Staten. Washington verstoutte zich namelijk, wijlen Martinus I te dwars bomen, toen hij Lundy wilde aanslui ten bij de Wereldpostvereniging. Boze tongen beweren voorts, dat de koelheid der betrekkingen tussen Lundy en de U.S.A. mede haar oor sprong vond in een brief, die wijlen Martiuns I eens ontving van een hooggeplaatst ambtenaar der Ver enigde Staten en die begon met de woorden: „Dear Mr. King" (Geachte Heer Koning). Op het. stuk van zijn titel verstond Martinus namelijk geen grapjes! EEN PARADIJSJE. Lundy is, ondanks zijn autocrati sche regeringsvorm, een paradijsje onze woelige Westerse wereld. deze heerser bleven niet uit. Bloedige Geen kabinetscrisis en straaljagers, In alle hotels, waar ik en mijn teisgezel binnenkomen, doet het ienstmeisje de deur open en laat in een prachtige kamer. Ze doet ramen dicht, zegt: „Dit is de wasbak, hier is het bad, daar is kef toilet...." en nadat ze zich er tan overtuigd heeft, dat er niets uitbreekt, wenst ze ons goede nacht en vertrekt. Wij blijven alleen achter in de (nchtige kamer met de gestoffeer- la wanden, met het versierde pla- totd, met de tapijten, die twee vin- Sers dik zijn. We openen stilletjes kieur en kijken in de halfduistere Alles in het grote hotel is in 'W, De gasten slapen nu en men 'e! een rij van schoenen buiten 't deuren staan. Hen enorme kroonluchter verlicht Weelderig het grote slaapvertrek. Eindelijk kleden we ons uit en kipen we in bed. We zijn moe en 'vangen door slaap en we hebben Ize rust zo hard nodig. En dan be- *»t het spel. .Doe het licht eens uit", zegt Gio- hnni. fc strek een arm uit en pak de "wormige schakelaar, die aan het "jofdeinde van het bed hangt. Ik '•uk op een knopje en men hoort in verte een bel gaan. »Je hebt liet licht niet uitgedaan", 'B Giovanni. j*denk, dat ik het uitgedaan heb toch is het nog aan. .."Je slaapt al", zegt Giovanni en 5 strekt de arm uit, pakt de peer- fuige schakelaar en men hoort in verte een bel gaan. J>e hebben gebeld", zeg ik. ,,Dat Je toch, dat we gebeld hebben in- ftots van het licht uit te doen. Het j'is nog aan." 'e horen op de deur kloppen en ■■slaperige stem vraagt, of we iets 'j? hebben. j..we hebben ons vergist", zeg ik, tLi gaan we rechtop in bed zitten V'c kijken naar de peervormige de ttrn t 1S ?t hebben ingedrukt?", vraag ik. "W weet het niet", zegt Giovanni, L «eb niet gekeken en ze zijn alle- even groot, alleen is de ene geel ?e andere blauw". Cle voor de bel moet met de dun- waad zijn", zeg ik. „""ie dunne draad wil niks zeggen", Giovanni, ,,ik heb belknoppen a]s m?t een draad, die zo dik was v'nSer. Zullen we eens probe- Von?'1 als we dan de juffrouw weer 'niks laten komen?" is"h a,tis zeët Giovanni. ,,Dan het r ,maar beter, op te staan en HaaA uit te doen met de knop aï5t de deur." Ik sta op. Naast de deur zitten twee knoppen, waar men op kan drukken. Ik druk op de bovenste en men hoort in de verte een bel gaan. Potverdorie!" zegt Giovanni, „pro beer de andere eens." Ik druk op de laagste knop en er gaan andere lampjes aan in de grote kroonluchter, ik druk wéér en de lampjes gaan uit, daarna doe ik ze weer aan en ik zeg tegen de juffrouw die aan de deur staat, dat we ons vergist hebben, ze moet het ons maar niet kwalijk nemen. Ik doe de kleine lampjes weer uit. Nu komt ook Giovanni het bed uit Door (Nederlands van FRANs DE CLERCQ) en hij komt me helpen bij het onder zoeken van de kamermuren. Giovanni vindt een schakelaar naast het raam en draait hem om. Het grote licht gaat uit, maar er gaan vier blauwe lampjes aan boven het hoofdeinde van het bed en de nacht kastjes. Giovanni manoeuvreert een keer of tien met de schakelaar hij steekt voortdurend lichten aan en doet ze weer uit. „Het lijkt wel, of we lichtsignalen aan het geven zijn", zeg ik, „schei er maar uit." We verlaten de schakelaar van de blauwe knopjes, maar we zetten de onderzoekingstocht vcjrt. We komen zelfs op de gang. Tegen de stijlen van onze deur zit een schakelaar. „Misschien zijn we er," zeg ik. Ik druk erop en achterin de gang, net waar die een bocht maakt, gaat een heel sterke lamp aan. We doen het licht onmiddellijk uit, daarna keren we terug naar de kamer en we oriën teren ons nu aan de kant van het bad. We drukken op een paar knoppen en laten zodoende het water van de kraan en dat van de douche lopen. „Laten we nog maar eens een van de knoppen boven het bed proberen", zegt Giovanni, „als het licht uitgaat is het O.K. en als de bel gaat, zullen we aan de juffrouw vragen, waar die vervloekte schakelaar zit." Dat doen we dan. Men hoort in de verte een bel gaan en daarna een vrouw schreeuwen. We kijken elkaar aan. „Deze keer komt ze niet", zeg ik, „maar de knop, waarop je gedrukt hebt, was voor de bel, dus de andere moet voor het licht zijn." „Juist", zegt Giovanni, „druk maar op de andere knop." Ik druk op de knop en de vier blau we lampjes en al de kleine lampen in de kroonluchter gaan aan. We kruipen opnieuw onder de de kens, want we hebben begrepen, dat er toch niets aan te doen is: we pro beren nu maar in slaap te vallen met het licht aan. O, wat zijn we toch moe! Ik slaap in en een grote slag maakt me ongeveer een uur later wakker. Het is donker in de kamer en ik hoor Giovanni een diepe zucht sla ken en zich in bed omdraaien. „Morgenochtend oppassen als je op blote voeten loopt", zegt hij, ,.er lig gen stukjes glas op de vloer." „Wat is er gebeurd?", vraag ik. „Mijn schoen moet daar ergens rechts in de hoek liggen", zegt Gio vanni, daarna begint hij onmiddellijk weer te snurken. geen belastingen, H-bommen of exa mens, geen politie en geen misdadigers men kan zich nauwelijks een idea ler gemeenschap denken. Natuurlijk is het er, vooral in de winter, wel eens wat saai, maar de onderdanen van wijlen Koning Martinus I treffen el kaar dan in de Marisco-herberg en de vuurtorenwachters zorgen voor nieuws uit de buitenwereld. Zo nu en dan brengt een schip middels een sloep post en levensmiddelen aan de wal en dan is het feest op Lundy en in de herberg, waar een glaasje bier niet duur is (Martinus I hief geen accijnzen!) en de stemming goed. En als het zomer wordt, doen de Lundy nezen, het hotel, het postkantoortje en de herberg allemaal goede zaken. Wat ze verdienen mogen ze allemaal zelf houden. Belastingen? De schoenmaker en de kok lachen, als ze dit woord horen. Belastingen zijn immers helemaal niet nodig, zeggen zü luid en lachend. Op Lundy hebben we de waarheid van deze woorden zonneklaar bewezen! Nu is Martinus I ter ziele. Zijn volkje rouwt om hem. Wat zal de toekomst brengen? vragen de Lundy nezen zich af. Geen wonder, want zo goed als on der de heerschappij van Koning Mar tinus hebben zij het nog nooit gehad! Op 13 Decen.ber a.s. zullen we derom te Roosendaal een aantal uit Korea repatrierende militairen aankomen. Zij zijn op 9 November met het ms „Cambodge" uit Yoko hama vertrokken, zullen volgens het reisschema op 12 December te marseille arriveren en per trein de reis tot Roosendaal voortzetten. Hier zullen zü op de Kazerne aan de Rondweg worden ontvangen. De namen en woonplaats van de repatrierenden uit ons gewest zijn: W.H. Burger, Oost-Souburg, W.P. Bijvoet, Tilburg, J. Coomans, Ka- pelle (Z.) A.B.T. van Dongen, Roo sendaal, A.W.D. Doods, Breda, A. v.d. Bie, 's Gravenmoer, L.J. van Dijk, Breda, B. Franssen, Breda, A.H. van Geene, Roosendaal, G.L. Giezenberg. Bergen op Zoom, C.J. van Gils, Oosterhout, W. Hermans, Breda. H.T. de Hond, 's Heeren- hoek, P. Joziasse, Serooskerke, A. C. Ladage. Roosendaal, A.A. Lap- re, Bergen op Zoom, J.R. Lawala- ta, Bergen op Zoom, G. Lokhoff, Breda, F Löwe, Bergen op Zoom, D. J. Nalla, Bergen op Zoom, R. M. van Pamelen, IJzendijke, L. Pie- ters, Breda, G. K. v. d. Pluym, Breda, F.A.M. Reisner, Roosendaal, R. Roggeveen, Bergen op Zoom, C.C. Siegers, Roosendaal, J. van Stein, Breda, J.L. Verheyen, Breda, D. Walda, Breda. J.R.v. Waterschoot, Graauw, A.J.M. Wayers. Tilburg, El. Werdmuller, Tilburg, D. West- veer, Tilburg, J.C. Willems, Hal steren, A. P. de Wit, Willemstad, G. de Wijs, Made. Deze grafiek, waarvan de gegevens zijn ontleend aan de statistiek Ver mogensverdeling van het C.B.S. geeft een merkwaardig beeld van de verhouding tussen de bezittende klasse en de vermogensbelasting. Ten einde tot een zuivere vergelij king te komen zijn alle absolute cij fers aangerekend tot percentages van de totalen van ieder der drie opgenomen groepen. De vermogens beneden de 10.000 blijken voor de fiscus geen belang stelling te hebben. De meest voorkomende vermogens klassen liggen tussen 30.000 en 200.000. Dit is bij elkaar ruim 50 'HDILIH6 V*H oe vepuooiNSKLtsse* x «oo- 1 minder dan 10 2 10.15 3 15-20 4 20-30 5 30- 50 6 50- 100 7 100-200 8 200-300 9 300- 500 10 500 - 1000 11 meer dan 1000 procent van het totale vermogens- bezit. n.l. 1.9.5-10 millioen van de 18 millioen. In de topklassen treft men maar weinig belastingplichtigen, doch de belastingopbrengst is zeer groot. Degenen met een vermogen van ƒ100.000 en meer omvatten slechts 9 procent van het aantal belasting plichtigen, doch in de loop van 1951 betaalden zij ruim 65 procent van het belastingbedrag. In genoemd jaar bracht de vermo gensbelasting 59 millioen op, waar van bijna 35 millioen werd betaald door degenen die over meer dan 100.000 beschikten. Een van mijn principes is: Tracht nooit een duif te genezen met de be doeling er nog prijs mee te winnen op de vluchten, of er een ras van op diarrhepHen lijdt aan °P «ezette (en ongezette) tijden terugkerende Ammaai zult U zeggen mijn voeten Zijn bacillen en coceen en al zulk gespuis dan erfelijk? Nee, dat zon ze niet. Ze zijn alleen maar besmettelijk. Wat een groot ver schil is, zo groot als een koei, zal ik maar zeggen. -aai! ™ouw?n is echter, of erfelijk en besmettelijk in de practijk der liefhebberij niet menigmaal op hetzelfde neerkomen. En of ge nu, als melker, van de hond gebeten wordt of van de kat, het resultaat is er hetzelfde om De meeste duivenziekten, die spui- terij veroorzaken, zijn tegenwoordig bij tijdig, doeltreffend ingrijpen, ge makkelijk te genezen. Zaak is echter, de even noodlottige als alomtegenwoordige complicatie trichomonas columbae, die als een hyena op de loer ligt. om zijn weerlo ze prooi bij de keel te grijpen, uit te schakelen. Het geel of vet. zoals de volksmond deze ware gesel van het duivenhok noemt, wordt veroorzaakt door een flagel of zweepdiertje, dat tot de gewone kropbewoners behoort. Het wordt in de keel- en kropslijm- vliezen van minstens drie-vierde van alle duiven aangetroffen en gedraagt zich daar ogenschijnlijk heel fatsoen- li' Dat betekent dat de afweermidde len in het bloed ener gezonde duif in staat zijn, de parasiet te beteugelen. Maar, wat gebeurt er, wanneer, als gevolg van uitputting en zwakte-toe- standen na zware vluchten of infectie door coccidiose enz. de kracht van die afweermiddelen verlamd is? Dan ge beurt het maar al te vaak, dat er woekeringen ontstaan van myriaden dezer flagellen, in het slijmvlies van bek en keel der duif (gele, kaasachtige proppen) aan de aars en, in het ergste geval in de lever. Ziektehaarden in de lever maken de duif waardeloos voor de vluchten. Het wordt een spuiterij (langs achter) zonder einde. Geen en kel modern chemotherapeuticum of antibioticum brengt hier nog baat. EN DE KWEEK? En de kweek van zulke sukkelaars? In theorie is de fokwaarde van de duif onveranderlijk, d.w.z. onafhanke lijk van de invloed der cultuurom standigheden. Waartoe ook de nadeli ge invloeden van ernstige ziekten be horen, mits geen schade werd toege- bruélit in die zin dat de voortplanting onmogelijk is geworden. Wanneer alweer in de theorie een zieke, of ziek geweest zijnde dof fer paart met een zieke duivin en de eieren worden toevertrouwd aan de zorgen van een gezond broedkoppel, dan is er alle kans dat de jongen die ervan voortkomen, gezond zullen zijn. De „Malade" van dr Bricoux en de „Zieke" van Pol Bostijn, om een paar JE reactie op mijn laatste brief was wel niet zo'n verrassing als het Sinterklaas-geschenk, dat je ons zond en waarover moeder je al enthousiast geschreven heeft, maar toch was ik er enigszins verwon derd over. Je schreef een wijs man gespro ken te hebben, die zich overigens niet met politiek bezig houdt en die over de politieke spanningen in de Tweede Kamer zei: „Maak je daar niet druk over; de heren uit de verschillende partijen vinden elkaar altijd. Heb je ooit de KVP of de PvdA een kabinet naar huis zien sturen?" Mijn verwondering bestond nu hierin, dat je zo maar dat stand punt van je wijze zegsman tot het jouwe had gemaakt. Ik zal op de wijsheid van je relatie niet afdin gen, op welk gebied dan ook. Maar op het politieke terrein blijkt hij toch wel onervaren. Onervaren en vooringenomen. Dit laatste tref je vaak bij mensen die zich over de politiek uiten, zonder er kaas van gegeten te hebben. Erg verwonderd was ik over de genoemde, uitlating dus ook weer niet. Want het is niet gemakkelijk om een politiek beleid juist te kun nen beoordelen. Veel mensen, voor al jonge mensen, ergeren er zich vaak aan, dat een principieel, recht lijnig en glashelder politiek beleid van regering en parlement in ons land zelden voorkomt. Ze houden niet van die politiek vol compro missen. Ze willen bijvoorbeeld dat de katholieke politici rechtuit, rechtaan hun beslissingen nemen. Maar ze vergeten dat het politieke compromis in Nederland voor elk beleid noodzakelijke voorwaarde is. Immers grote tegenstellingen be staan er tussen de politieke begin selen en richtlijnen van socialisten en katholieken, van protestanten en liberalen. Er geen dier groeperin gen heeft een meerderheid. Samen werking van ten minste twee par tijen is nodig, wil er geregeerd kun nen worden. En dan is er dus het compromis. Zoals ik je al schreef: daaraan ergeren zich veel mensen, ten on rechte. Maar de goodwill van de partij, die ze aanhangen, ondervindt de nadelige gevolgen van die erger nis. De katholieke partij, zowel vroeger de Staatspartij als nu de KVP, die bijna steeds mee de rege ringsverantwoordelijkheid gedragen heeft, heeft die gevolgen steeds dui delijk gevoeld. Een partij in de op positie daarentegen ziet als regel haar goodwill sterker worden. Vroeger waren de socialisten steeds oppositie-partij; na de oor log draagt de PvdA in belangrijke mate mee de verantwoordelijkheid voor het politieke beleid. En nu moet je eens opletten, Huub. Toen vooral als gevolg van de finan- cieel-economische positie van ons land overheidsbemoeiing, over heidsordening en overheidsdruk no dig was, had de katholieke partij de grootste moeite haar aanhang duidelijk te maken, dat al die be moeienis van de Staat en al die druk noodzakelijk waren. De PvdA daar entegen, waarvan de beginselen meebrengen dat de Staat een zeer sterke centrale positie behoort in te nemen, dat de overheidszorg De 25-jarige koopman Pieter van den H. te Vinkeveen-Waverveen, be schuldigd van doodslag op de 62-ja- rige veehouder Aalbert S. te Mij drecht is tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Op 29 Januari j.l. had verdachte op de Veemarkt te Leiden met enige ken nissen café's bezocht. Er werd ge dronken en toen zijn geld op was, her innerde hij zich nog een bedrag van f 100,tegoed te hebben van de vee houder. Met twee andere jongelui trok hij per taxi naar Mijdrecht, waar hij met de oude boer slaags raakte, toen deze hem weigerde het geld te geven. Tij dens een vechtpartij sloeg hij de vee houder met een electrische staaflan taarn op het hoofd en droeg hem tot voor het raam van de boerderij, waar hij de man in de vrieskoude liet lig gen. Enige dagen later was het slacht offer overleden. steeds van groot belang is, beleefde gulden dagen. Die situatie is nu veranderd: de omstandigheden laten toe, dat de Staat zich terugtrekt uit die gebie den, waar hij alleen onder abnor male omstandigheden macht be hoort te hebben. De druk kun ver minderd worden, groter vrijheden moeten gegund worden, als nor maal. N u heeft de PvdA het moei lijk. Nu is ze gedwongen mee ver antwoordelijk gesteld te worden voor een op zijn zachtst uitge drukt - niet-socialistische politiek. AJU zal de socialistische fractie zich ook omwille van haar aanhang inspannen om het be leid althans hier en daar in socia listische richting om te buigen. Dit spreekt heel duidelijk bij de kwes tie van de huurafroming, waarvoor straks blijkbaar een voorstel kan worden verwacht in het kader van de huurverhoging. De heer Bom- mer heeft heel duidelijk gesteld, dat de PvdA niet alleen compen satiemaatregelen wil ten behoeve van de huurders (wat een algemeen verlangen is, uit de aard der zaak) maar dat zij de huurverhoging zal afwijzen, als niet tevens een deel van de hogere huuropbrengst langs de weg van de speciale belasting wordt wegbelast. Van de andere kant staat vast, je zult het hebben gelezen, dat bijvoorbeeld de KVP zich duidelijk tegen huurafroming heeft verklaard. Omwille van de redelijkheid is weliswaar gezegd, dat men het woord onaanvaardbaar niet wil bezigen men kent im mers het voorstel nog niet maar de zaak ligt toch wel heel moeilijk. Zo ook bij de overige partijen, de communisten natuurlijk uitgezon derd. Hier ligt nu een kwestie, waar mee het leven van een kabinet ge moeid kan zijn. Een heel wat dui delijker geval, dan toen de VVD zorgde voor een kabinetscrisis. Je wijze zegsman, Huub, kon weten dat in die tien jaar na de oorlog al één keer een crisis is geweest. En dat de heren elkaar toen dus niet vonden. Binnen het kabinet zal de zaak der huurbelasting zonder enige twijfel ook nog wel tot moeilijkhe den aanleiding geven. Officieel zijn de ministers niet verder gebonden, wat hun verantwoordelijkheid be treft, dan de tekst van de troon rede vermeldt. En je zult je herin neren, dat daarin slechts met vage bewoordingen over huurbelasting en een daarmee samenhangend ega lisatiefonds werd geschreven. In niet-socialistische kringen is men het er over eens, dat een egalisatie fonds ten behoeve van de volkswo ningbouw niet nodig is; voor de huurbelasting is men in diezelfde kringen op zijn minst zeer wéinig gevoelig, terwijl in bepaalde krin gen het woora „onaanvaardbaar" zelfs nadrukkelijk gevallen is. Dit alles kan het kabinet niet onberoerd laten. Temeer niet, omdat van een neiging tot heengaan bij de ver schillende ministers weinig te be merken valt. Het zou ook zeer te betreuren zijn, als het kabinet zijn periode niet uitdiende. Er moeten nog te veel zaken worden afgehan deld. Zaken doen immers gebeurt steeds in het tweede deel van een parlementaire periode. fyJAAR als de ministers het eens worden, dan moeten de eigen lijke moeilijkheden nog overwonnen worden: de tegenstellingen in de Kamer. En hier ligt de kwestie on getwijfeld moeilijker. Nóch PvdA, nóch KVP heeft er b.v. blijk van gegeven tot grote concessies des noods bereid te zijn. Eer is het tegendeel gebleken. De wijsheid van je zuidelijke relatie ten spijt, Huub, blijf ik van mening dat we straks bij de behandeling van het complex van maatregelen betref fende huren en belastingen span nende dagen kunnen beleven. Waar bij het vermijden van een breuk ongetwijfeld de beste uitslag zou zijn. Het zal een kwestie van af wegen moeten zijn, ten koste van hoeveel. Daarom zij wijsheid het deel van onze politici straks. Beste Huub, ik vertrouw dat je deze „vaderlijke" brief in de goede geest zult waarderen en blijf met hartelijke groet, beroemde voorbeelden te noemen, heb ben kampioenduiven voortgebracht, zo oud, zo ziek en zo versleten als zij waren. Doch dit zijn uitzonderingsgevallen. Alleen met uitzonderlijke kampioenen mag het risico van besmetting van de andere, op het hok aanwezige dieren, gelopen worden. Wil het de verkeerde kant uit denk aan het geval Maris- sen! dan is het leed niet te overzien. Erfelijk en besmettelijk, ik geef het graag toe, zijn niet hetzelfde. Maar zo-inaar-voor-'t-vaderland-weg kweken van spuiters-recidivisten kan U in de kortste keren "duivenboer-af maken. KAMPIOENSCHAPPEN Na dit fijne stukje moet ik weer als de Engelse weerlicht overschakelen op ua actualiteit van kampioenschappen enz. Zondag a.s. stelt in het Bondslokaal aan de Haagdijk ten toon de gevreesde crack Piet Vermeulen, kloknummer 96, kampioen halve fond van de Bredase Bond en zesde in het Algemeen Klas sement, over het seizoen '54. Hij presteerde het om geweldenaars als Scheerhoorn, generaal-kampioen over alle klassementen en vluchten 1954 en Vlemminx, generaal - kam pioen van Breda in '52, achter zich te laten. Ziehier de einstand op de halve fond: 1. Piet Vermeulen 5974 p., 2. J. C. Scheerhoorn, (de man met 14 oude duiven en 4 jonge), 5862 p., 3. F. Vlemminx 5262 p., 4. A. Horward 5184 p., 5. D. van der Linden, 5036 p., 6. A. v. Sluis 4794 p. Het hokkampioenschap fond van Breda, werd dit jaar met grote voor sprong gewonnen door Christ Basti- aansen, opvolger L. Smulders. Doch daar spreken wij later over. Hetzelf de geldt voor het vitesse-hampioen- schap, gewonnen door A. Bastiaansen (geen familie van Christ), die snel le mannen als Piet van Althuis, Jos. Puffer. Heeren - Beerens, Piet Cors- smit enz. in deze volgorde versloeg. Nog vrij onverwacht is dezer dagen in Voorburg overleden, de hoofdreke naar en concours - secretaris van de Bredase Bond, de heer Jan de Vos. Met hem verliest de C.C. een van haar beste en trouwste functionarissen, een man op wie nimmer een vergeefs be roep gedaan werd om het vele en zware werk te verzetten, dat, speciaal in het vliegseizoen, bij een Bond van achthonderd leden, gedaan moet wor den. Reeds tijdens het seizoen '54 werd ondervonden hoe moeilijk het was, de lege plaats, die Jan achterliet te vul len. Met grote dankbaarheid erkent Breda zijn verdiensten, zijn werklust en zijn ijver. Moge hij rusten in vre de. ZEEUWSCH-VLAANDEREN En dan heb ik hier de eindstand der kampioenschappen in West - Z. Vlaanderen (15 samenwerkende ver enigingen), in totaal 1853 leden: Vites se: 1. C. Marteyn te Sluis, 2. Jac. van der Linde te Biervliet, 3. J. van Ha- neghem (zat er op als de kippen) te Retranchement. Halve fond: bondsvoorzitter J. Kools te Zuidzande. 2. G. de Wever te Schoondijke, 3. D. Luteyn te Oost burg. Fond: 1. R. Groosman te Hoofd plaat, 2. A. de Smet te IJzendijke, 3. G. Dusarduyn te Groede, 4. Th. de Boevere te Biervliet, 5. G. de Wever te Schoondijke. Dit waren de kampioenschappen per hok; hier zijn ze per duif: Vitesse: 1. J. van Haneghem te Re tranchement, 2. C. Marteijn te Sluis, 3. idem dezelfde. Halve fond: 1. Jacob I. Risseeuw, te Breskens, 2. Jac. Kools te Zuidzan de, 37 P.C. de Meij te Cadzand. Fond: 1. R. Groosman te Hoofd plaat, 2. J. Carels te Breskens, 3. J. Kools te Zuidzande, 4 en 5 nogmaals R. Groosman te Hoofdplaat, die in dit slechte seizoen van regen en wind het best gespeeld heeft op de fond van alle westelijke Zeeuwsch - Vla mingen. Wegens mijn reis naar de grootste duivenkampioenendag ter wereld, de „People Show" te Londen, kon ge passeerde week mijn rubriek niet ver schijnen. Dit heeft mü grotelijks ge- gespeten, niet zozeer omreden het nu zo dik betaald wordt, doch eenvoudig wegens het feit, dat ik zodoende de jonge duivenmaatschappij „De Gevleu gelde Vrienden" te Breda, gevestigd bij Leliard aan het Dökplein, die een pracht van een hoktentoonstelling hield, niet heb kunnen vernoemen. Alhier waren o.a. de gevreesde Hein van de Pol en de kampioen jonge dui ven P. J. van Gerven, die nog slechts voor het tweede jaa. melker is. en reeds nu alleman de baard afdoet. Naar 't schijnt is hij door zijn va der. de ouwe Janus uit de Koeihoorn op het paard gezet. Stop le Grance, de onverslijtbare kampioen, treedt al hier doorgaans als keurmeester op, en naar U weet, kijkt die dwars door een duif zijn tractement heen. Tot slot van de week de uitslag van da Kampioenendag te Ulvenhout: Oude doffers: 1. Kest Martens met een pracht Vlaamse reus, tevens schoonste van het geheel, 2. Driek van der Aa, 3 Jaan Struis, 4. Kees Wij- gaarts, 5. Marijn Martens. Jonge doffers: 1. Piet Gommeren, 2. Otto Peeters, 3. Kest Martens, 4. Cor Paulissen, 5. Gebr. Oomen. Oude duivinnen: 1. Jaan Voeten, 2. Kees Wijgaarts, 3. Kees Sips, 4. Jac Kocks, 5 Jan Ooninckx. Jonge duivinnen: 1. Jan Frijters. te vens schoonste duivin, 2. Jac de Kort 3. Ant van den Broek, 4. Sooi van Gils, 5. Gebr. Oomen, Late doffers: 1. Sooi van Gils, de biljartmeester, 2. Piet van Eijnatten, 3. Gebr. Oomen. Late duivinnen: 1. Cor Paulissen, 2. Frans Martens, 3. idem dezelfde. Het was een zware tentoonstelling met niet minder dan 500 duiven. Een extra pluim verdient dhr De Jong An- toon voor zijn vele, belangeloze ar beid. Vlakt hem niet uit. Allemaal goeie. DIKKEN BRUINE

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 9