IJ
GOLDEN
FICTION
I3agbla9 pe^ïcin
Corruptie-schandaal bij
politie van New-York
HHl
CSER
Meningen en Commentaren
AT EEN
ONDERLIJKE
ERELD
radio
Het heengaan
van Monnet
toch maar liever
Het huis met de
duizend kaarsen
8
ftluüanwe
TWEEDE BLAD
Onwaardig spel
Boeten gingen in eigen zak
Humorist
wekker
enslaapje
lere huis
merk als
edellen in
der steen
I„ I
DINSDAG 16 NOVEMBER 1954
Nauwelijks heeft men zich in Lu-
xemburg enigszins hersteld van
de vrees, dat een spoedige over
plaatsing van de zetel der K.S.G
in het vooruitzicht stond als gevolg
van de Frans-Duitse afspraken te
Parijs, of een nieuwe aanleiding tot
ongerustheid heeft zich aangediend.
De president van de Hoge Auto
riteit de Fransman Jean Monnet,
wiens mandaat in Februari a.s. ver
valt, maar die dan herkiesbaar zou
zijn,' heeft zijn ontslag ingediend en
zelfs ook afgezien van een verder
gewoon lidmaatschaap der Hoge
Autoriteit. Hij wil zich vrij gaan
wijden aan de bevordering van de
Europese integratie-gedachte in
Frankrijk, nu de Kolen- en Staal-
Gemeenschap, zoals hij zegt, na
twee jaar is geconsolideerd en tot
een gemeenschappelijke markt heeft
geleid.
Deze motivering van Monnets
ontslag wordt intussen druk bespro
ken en in verband gebracht met an-,
dere ontslagaanvragen van voor
aanstaande Fransen in internatio
nale organen. Ook de secretaris-ge
neraal van de Organisatie voor
Europese Economische Samenwer
king (O.E.E.S.), Marjolin en de
Franse vertegenwoordiger bij de
NATO, Alphand, hebben hun func
ties ter beschikking gesteld.
Het ligt voor de hand, dat achter
deze ontslagaanvragen politieke
wrijvingen schuilgaan. Er wordt
ook openlijk te kennen gegeven, dat
een tegenstelling tussen de opvat
tingen van de huidige Franse pre
mier Mendès-France en die van de
heengaande mandatarissen de
eigenlijke oorzaak der ontslagaan
vragen is.
In het geval van Monnet is dit
al wel duidelijk. Nog maar pas ge
leden heeft het optreden van de
Franse minister van Economische
Zaken, Ulver, verhinderd, dat de
Hoge Autoriteit op korte termijn
een verdrag zou sluiten met Enge
land, waarbij dit land een associa
tie zou aangaan met de K.S.G. Maar
op de conferentie van Brussel die
nog aan de E.D.G. gewijd was, heeft
Mendès-France van een persoon
lijke tegenstelling met Jean Monnet
blijk gegeven, toen hij een clausule
wenste, waardoor een lid van de
Hoge Autoriteit pas vijf jaar na
zijn aftreden als zodanig in aan
merking zou kunnen komen voor
het lidmaatschap van een ander
supranationaal orgaan.
Dat ander supranationaal orgaan
is er overigens nog niet, maar de
E.D.G. had het moeten worden. En
Mendès-France heeft de E.D.G. juist
om haar supranationaal karakter
tegengewerkt. De Parijse accoorden,
die er voor in de plaats kwamen,
vertolken de associatie-, niet de in
tegratie-gedachte. De K.S.G. is als
supranationaal orgaan geisoleerd
komen te staan, terwijl Monnet en
andere federalisten juist een uit
breiding van de supranationale or
ganisatie verhoopten, waarbij de
nationale Europese regering telkens
meer van haar souvereiniteit aan
het supranationaal gezag zouden af
staan en tenslotte een Europese re
gering het aanzijn zou krijgen.
jy^endès-France gaat echter met
zijn strevingen precies de te
genovergestelde kant uit. Hij wil
niet, dat Frankrijk door meer sou
vereiniteit af te staan de mindere
wordt van Engeland en niet méér
dan de gelijke van West-Duitsland.
Hij grijpt terug naar een nationa
listische politiek, welke de supra
nationale bemoeienis van de K.S.G.,
al betreft deze slechts een enkele
sector van het economisch leven,
als een hindernis ondervindt. Men
dès-France zal dan ook in de lijn
van deze politiek de betekenis van
de K.S.G. eerder verkleinen dan
vergroten, al verzwakt hij daarmee
tevens zijn positie in het Saarvraag-
stuk, want de K.S.G. heeft mede
gediend om de vrees van Frankrijk
voor een nieuw Duits overwicht op
economisch terrein weg te nemen.
Zij hield eigenlijk een Europese op
lossing voor het Saarvraagstuk in,
wanneer het gezag der Hoge Auto
riteit zich werkelijk supranationaal
kon laten gelden.
Mendès-France is echter weinig
geneigd veel waarde aan deze ga
rantie te hechten en streeft naar
een bilaterale schikking tussen
Duitsland en Frankrijk, waarbij de
K.S.G. op de achtergrond dreigt
te raken en misschien tot een lou
ter administratief orgaan zal in
eenschrompelen.
Men ziet zo de nationalistische
gedachten opnieuw veld winnen en
de Europese integratiegedachte in
het defensief gedrongen.
^/oor het presidentschap der Hoge
Autoriteit komt nu niet direct
weer een Fransman in aanmerking.
Men acht de verkiezing van de
Duitser Etzel rationeel, ofschoon
om politieke redenen niet waar
schijnlijk. De Belgische professor
Coppé, evenzeer als Etzel thans vi
ce-president, hoort men daarom ook
noemen.
Uit Parijs is de naam van Robert
Schuman geventileerd. Maar het is
niet duidelijk, hoe deze voorstander
van een Klein Europa in suprana
tionale geest bereid kan worden ge
vonden om zich te laten gebruiken
als intrument der politiek van Men
dès-France, die juist dit suprana
tionaal Europa wil doen kelderen.
Een aanbod van de Franse premier
om ambassadeur in Washington te
worden heeft Schuman afgewim
peld met de opmerking, op zijn leef
tijd niet meer geschikt te zijn voor
het uitvoeren der orders van ande
ren. Als lid van de Hoge Autoriteit
zou hij wel niet aan orders van de
Franse regering zijn gebonden en,
eenmaal president van de Hoge
Autoriteit, kan hij in theorie een
zelfde gedragslijn volgen als die van
Jean Monnet. Maar het is moeilijk
om aan te nemen, dat Mendès-
France niet vooraf voor Schuman
onaannemelijke voorwaarden zou
stellen.
Het laat zich in ieder geval aan
zien, dat het presidentschap citer
K.S.G. in de komende tijd minder
dan ooit een sinecure zal zijn, wil
het supranationaal orgaan niet wel
dra aan betekenis inboeten en zijn
prestige als gezagsorgaan boven de
Europese regeringen tegenover de
weerstrevende nationalistische
krachten kunnen handhaven.
JTet is een onwaardig en unfair
spel, dat Indonesië aan het spe
len is met Nieuw Guinea. Een spel,
dat veel lijkt op de methodes van
een zekere Oostenrijker, ten name
Hitier, waarvan de wereld nogal
last heeft gehad. Met allerlei pro
pagandistische trucs en kunst
matig aangewakkerde „vrijheidsbe
wegingen", wist hij zijn veroverin
gen voor te bereiden. Vergelij
kingen gaan nooit helemaal op.
Maar in dit geval wel tot op aan
zienlijke hoogte. Nog vóór de sou-
vereiniteitsoverdracht, zo lezen we
in De Telegraaf, hebben Indonesi
sche agenten uit de kustkampongs
van Nieuw Guinea Papoeas geron
seld voor de vorming van een „be
vrijdingsbataljon Irian". Enkelen
hunner werden zelfs op vrachtwa
gens geladen en door de grote
plaatsen van Java gevoerd als „be
wijs voor de stelling, dat de Pa
poeas het Nederlandse „juk" wil
len afschudden. Er is nu echter
grote ontevredenheid ontstaan on
der deze „vrijheidsstrijders" en op
Ambon is een groep zelfs de ber
gen ingevlucht. Intussen is het nu
duidelijk geworden, dat deze Pa
poeas worden opgeleid, om in ge
zelschap van Indonesische militai
(Advertentie
Advertentie)
Je probeert wel eens iets anders, maar
Een gulden genieting voor 80 ct.
ren op Nieuw Guinea te infiltreren.
Een dergelijke poging is nu bekend
geworden. Een groep infiltranten
heeft zelfs een hoofdagent ontvoerd.
Het zou ons niets verwonderen, als
men nu zou trachten deze man zo
danig de hersens te spoelen, dat hij
straks als getuige zal optreden voor
het hevig snakken van de Papoeas
naar een Indonesisch bewind. Reeds
staan Indonesische diplomaten met
een stalen gezicht te beweren, dat
er hevige onrust onder de Papoeas
heerst, welke de Nederlandse over
heid met geweld zou onderdrukken.
Men heeft het er blijkbaar ook op
aangelegd, juist in deze tijd, aan de
vooravond van de behandeling der
kwestie Nieuw-Guinea, voor de
U.N.O., show-processen te organi
seren, welke moesten bewijzen, dat
Nederlanders in Indonesië in ver
binding stonden met de rampok-
kende benden. Het is nu wel een he
vige teleurstelling, dat men deze
Nederlanders niet voldoende murw
heeft weten te krijgen, om op tijd
te bekennen. Deze precessen en hun
voorbereiding, werken nu als een
boemerang. Zij klagen juist Indo
nesië aan als een staat, waar met
het recht gesold wordt en demago
gie voor de huidige regeerders als
hoogste wet geldt.
Toch zullen er in de U.N.O. wel
staten zijn, die ons zullen trachten
te dwingen over West Nieuw-Gui
nea in onderhandeling te treden on
der het motto: Weg met alle kolo
nialisme! Het is te hopen, dat deze
staten geen meerderheid zullen vor
men. Mocht dit wel het geval zijn,
dan moet echter nu reeds vaststaan,
dat we ons niet laten dwingen. Mi
nister Luns heeft zich onlangs al in
die zin uitgelaten. Hem zij volhar
ding in dezen toegewenst.
D»t in dere vier landen met hun hoge
levensstandaard (en in vele andere landen van
wereld) steeds meer Buisman gevraagd wordt,
wel het bewijs van de goede eigenschappen,
dat de koffie lekkerder èn goedkoper wordt
»r het gebruik van
De automobilisten in New-
York rijden stapvoets en ner
gens ziet men auto's op verbo
den plaatsen geparkeerd staan.
Zij verwachten dat de politie
de komende dagen dubbel
streng zal optreden, nu een
groot schandaal bij de New-
Yorkse motorpolitie aan 't licht
is gekomen.
Alle dagbladen schrijven er over
mei koppen over de hele breedte.van
de pagina's.
Gebleken is, dat niet minder dan
100 man van de 400 leden tellende
motorpolitie boeten in eigen zak sta
ken. Zij boden overtredende wegge
bruikers een kaart aan waarop
slechts het woord O.K. en de handte
kening van de politieman bij aan
koop waarvan zij veelal slechts de
helft van de opgelegde boete zouden
behoeven te betalen. Soms slechts en
kele dollars voor een overtreding,
waarvoor men 50 dollars boete en
zelfs 30 dagen gevangenisstraf zou
kunnen krijgen.
Vijftien leden van de motorpolitie
moesten voor de rechtbank verschij
nen om een verklaring te geven voor
de plotselinge stijging van hun bank
saldo.
Een automobilist vertelde, dat een
politieman hem na een overtreding
zo'n kaart voor 10 dollar had aange
boden. Een ander kreeg een boete van
50 dollar voor te snel rijden. De poli
tieman stelde hem echter voor samen
te delen en kwam de volgende dag
op het kantoor van de overtreder 25
dollar halen. Deze stak hij natuurlijk
in eigen zak.
Men gelooft, dat de getuigenverkla
ringen heel wat interessante details
zullen opleveren over de wijze, waar
op de New7Yorkse motorpolitie haar
.zaakje" draaiende hield.
TUSSEN TWEE VUREN
Twee Japanse geleerden hebben in
een persintervieuw een beroep op de
Sovjet-Unie en Amerika gedaan, om
voor Japan minder ongunstige jaar
getijden te kiezen voor het doen van
atoomproeven, als zij deze al niet ge
heel achterwege konden laten. In het
voorjaar wordt Japan bereikt door
winden uit de Stille Oceaan en in het
najaar en de winter uit Siberië. Ame
rika had juist in het voorjaar proe
ven gedaan in de Stille Oceaan en de
Sovjet-Unie had in Siberië in het
najaar proeven uitgevoerd.
MYSTERIE- ROMAN
door
Meredith Nicholson
9)
„Het is hier een rustig leven," merk-
!k op, met de bedoeling hem zodoende
een gelegenheid te geven mij zijn
knntUUr Van morgen mee te de-
„U hebt volkomen gelijk, mijnheer.
£oals uw grootvader placht te zeggen,
w hier een. Plaats des vrtdes".
„Wanneer niemand door een ven-
s e °P je schiet"', merkte ik op.
„iets dergelijks kan iedeteen over-
men antwoordde hij, „maar het is
maal Waarschijnli.)k> <*at zoiets twee-
maai zaj gebeuren, wanneer u mij de-
P Itos°phie wilt veroorloven".
..J wüde p Lijkbaar niet spreken over
fyn ontmoeting met de opzichter, en
jk besloot niet te laten blijken, dat
mij iets bekend was Op een gegeven
ogenblik keek ik om ?n zag hem pein
zend met gevouwen armen achter
mijn stoel staan.
Hij bloosde en bracht 7i r, hand aan
zijn voorhootd.
„F is mij vanmorgen een ongeluk
overkomen, mijnheer. Een stuk hout
trof mij aan het voorhoofd."
„Hoe jammer!", zeide ik. „Ga van
middag maar een poosje rusten".
„Dank u mijnheer; maar het heeft
niets te betekenen u zoudt het al
leen een onaangenaam gezicht kunnen
vinden".
Hij stak een lucifer voor mijn si
garet aan en zonder hem nog eens aan
te zien, verliet ik het vertrek. Doch
toen ik de bibliotheek binnentrad, for
muleerde ik deze note: „Bates is een
leugenaar, en een man met actieve
vijanden; wees voorzichtig."
Ik nam een boek en ging op een di
van liggen lezen, alvorens mijn onder
zoekingstochten voort te zetten. Toen
ik daar lag kwam Bates mij een tele
gram brengen, een antwoord op mijn
bericht aan Pickering. Het luidde:
„Uw bericht van aankomst ontvan
gen en genoteerd."
Na nog enige tijd gelezen te hebben,
stond ik op en liep naar buiten, in de
richting van het meer.
Er waren verscheidene boten in het
boothuis, en ik liet een kano in het
water glijden en pagaaide naar de zo-
mer-kolonie, waarvan de daken en
schoorstenen vanaf den GIon er
duidelijk zichtbaar waren
Ik landde en liep lang/ cn
met bladeren bedekt paci la en
honderdtal buitenhuisjes wan i de
ramen voorzien waren van bli-u e t. die
aan 't geheel 'n sombere indruk gaven
Aan de oever van het men een
I terras gebouwd, dat gedeeltcluk boven
het water hing, en daaronder was een
boothuis. Vanaf dat punt had ik een
mooi uitzicht over het meer en kon ik
duidelijk de daken van Glenarm Hou
se en de St. Agatha School waarnemen.
Ik wandelde terug naar de landings
plaats en wilde juist in mijn kano
stappen, toen ik betrekkelijk dichtbij
een andere kano ontdekte. Ik wist ze
ker, dat het bootje daar niet gelegen
had, toen ik landde. Mogelijk was het
van Morgan, de opzichter. Ik liep er
heen en bekeek het nauwkeurig. Ik
tilde het zelfs uit het water op, om de
zwaarte te onderzoeken. De pagaai lag
op de werf en ook die nam ik in mijn
hand en constateerde dat zij voor mijn
eigen smaak iets te licht was.
„Pardonals u er niets op tegen
hebt.
Ik wendde mij om en stond tegen
over het meisje met de rode muts.
„Neemt u mij niet kwalijk", zeide ik
en trad ter zijde.
Zij droeg nu niet de korte mantel,
doch een rood wollen jasje, hoog dicht
geknoopt. Zij was nog zeer jong. Een
paar donkere blauwe ogen keken mij
nieuwsgierig aan. Haar gelaat was
licht bruin gebrand, en deed denken
aan licht brons.
Zij was mij behoedzaam genaderd en
schepte er genoegen in, dat zij mij
overrompeld had.
Ik had mijn pet afgenomen en stond
naast de kano te wachten, mij schuldig
gevoelend, omdat ik er op betrapt was
het eigendom van een ander aan een
on -ok te onderwerpen. En dan nog
wel liet eigendom van zo'n lieftallig
persoontje!
„Als u die pagaai niet meer nodig
hebt.
Ik keek naar beneden en bemerkte
tot mijn ergernis, dat ik de pagaai in
mijn rechterhand hield ja, er zelfs
rustig op leunde, alsof hij mijn recht
matig eigendom was.
.,Ik vraag u nogmaals excuus", zeide
ik, „ik had niet verwacht...."
Ik wilde de tabak in mijn pijp wat
aandrukken, brandde mijn vinger, en
wierp het ding op de grond.
Zij lachte toen zij de pijp van de
aanlegplaats in het water zag vallen.
„Wat jammer!", riep zij uit; „maar
als u vlug bent kunt u uw pijp nog
pakken, voordat zij wegdrijft."
„Dank u voor dat voorstel", zeide ik.
Maar ik voelde er niets voor om aan
de oever van het meer neer te knielen
en mijn pijp uit het water te vissen in
bijzijn van een schoolmeisje, dat mij
dolgraag wilde uitlachen.
Zij liep naar het touw, waarmee
haar boot was vastgebonden.
„Laat mij het voor u losmaken."
„Als u het kunt gaat uw gang",
zeide zij; en het lachje in haar ogen
ergerde mij.
„De vrouwelijke knoop is uitgevon
den om mannen in verwarring te bren
gen," merkte ik op, tevergeefs aan het
touw rukkend, dat in allerei onmoge
lijke lussen vastgeknoopt was.
Zij gaf geen antwoord. De gedachte
dat zij waarschijnlijk stond te lachen
over mijn onhandigheid, maakte mijn
vingers niet leniger.
„Deze knoop is een ingewikkeld
stukje borduurwerk. Maar ik vermoed
dat mijn hulpvaardigheid opweegt te-
i gen uw geduld."
De bekende Amerikaanse
humorist Danny Kaye had
zich voor de rechter te Los
Angeles te verantwoorden,
omdat hij een dokter op het
stedelijke vliegveld onheus
zou hebben behandeld. De
dokter wilde zijn auto niet
opzij zetten voor die van Kaye
omdat hij juist bezig was af
scheid te nemen van zijn
vrouw. De humorist greep hem
toen onder het uitroepen van
geestige kreten bij de nek en
zette hem op zijn hoofd. De
dokter werd ook tegen het
zitvlak geschopt.
„De dokter maakte nogal
wat koude drukte", verklaar
de Danny Kaye tegen de rech
ter.
Dievegge
De inbraken, die lange tijd Holly
wood verontrustten, zün opgehel
derd. De politie kreeg in de gaten,
wie in totaal 27 huizen binnendrong
en er alleen eieren, spek en bier
weghaalde. Het was een vrouw. „Ik
had honger", verklaarde zij bij haar
arrestatie.
Wachtkamers
De directie van het vliegveld te
Mexico City overweegt het ge
bouwencomplex van het vliegveld
uit te breiden met twee speciale
wachtkamers. Op de eerste plaats
zou er een romantisch vertrek moe
ten komen, waar teer geliefden on
gestoord afscheid van elkaar kunnen
nemen. Op de tweede plaats is er
ook een wachtkamer nodig voor
lijkkisten. Zij kunnen daar worden
opgeborgen in afwachting van hun
transport overzee.
Publiek
Alle poorten van het voetbal
stadion te Melbourne waren ste
vig gesloten op de middag, dat
een belangrijke nationale match
zou worden gespeeld. De voetbal-
strijd was wegens het slechte weer
toch uitgesteld. Niettemin zagen
de' bewakers op een gegeven mo
ment op de voorste rijen twintig
toeschouwers, die hoopvol op het
begin van de match zaten te wach
ten. Zij waren via de ladder van
een geleende brondweerauto bin
nen gekomen en hadden niets van
het uitstel gehoord.
Namen
Ray Thompson werd gearresteerd
door politie-agent William Thomp
son vanwege e.en verkeersongeval te
Collinsville. Gisteren werd hij tot
10 dollar boete veroordeeld door de
vrederechter Robert Thompson. Zij
zijn geen familie.
Burger
In Parijs woont een zekere Salka-
nazof, die zich de eerste burger van
het heelal noemt en als strijdkreet
heeft: Eén planeet, één regering, één
volk.
Schip
Het vliegdekschip „Forres-
tal", het grootste oorlogsschip
ter wereld, zal op 11 Decem
ber van dit jaar te Newport in
Virginia te water worden ge
laten. Het schip meet onge
veer 45.000 ton en is ruim 310
meter lang. Aan boord is
plaats voor negentig straal
jagers.
Verkeer
Onlangs is het verkeer in het Suez-
kanaal bijna twaalf uur gestremd
geweest, doordat drie schepen tus
sen de Bittermeren aan de grond ge
lopen waren. Dit werd radiografisch
in uiterst kernachtige taal bekend
gemaakt door woedende kapiteins
van andere schepen.
Kat
Een poes, die kalmpjes over een
smalle richel van een huis aan de
Parijse Boulevard Saint Michel
wandelde, is oorzaak geworden
van een droevig ongeluk. Haar
baasje, een zesjarig jongetje,
dacht dat het beest in gevaar utas
en klom haar achterna. Het ven
tje gleed uit, viel naar beneden
en werd dodelijk gewond.
Verdediging
In Engeland stond een dame te
recht voor een verkeersongeval, dat
zij had veroorzaakt. „Dat kan niet",
verdedigde de dame zich. „Het was
een rechte weg en als ik wakker
was geweest, had ik de tegenligger,
die ik raakte, moeten zien. Ik zag
hem niet en moet dus hebben gesla
pen. Maar als ik sliep zou ik geen
wagen kunnen besturen^ En als ik
geen wagen bestuurd heb kan ik
niet roekeloos hebben gereden". De
rechter prakkizeerde er geruime tijd
over en sprak de dame vrij.
Liefde
Toevalligerwijze hoorde een oude
mevrouw te Massachuetts. dat het
locomotiefje van de boemeltrein te
Cambridge zou worden vervangen
door een moderne en sterke, loc. Zij
studeerde in haar jeugd te Cam
bridge en bewaarde prettige herin
neringen aan het locomotiefje. Zij
heeft het nu gekocht van de Britse
spoorwegen en kijkt uit naar een
plaats in haar tuintje, waar ze het
ding kwijt kan.
ITALIi? STREEFT NAAR
MEER WELVAART
In Italië worden thans de grondsla
gen gelegd van een programma, dat
beoogt de tekortkomingen in de na
tionale economie weg te nemen.
Er wordt gewerkt aan de opstelling
van een veelomvattend tienjaren
plan ter opheffing van de werkloos
heid.
De economische vooruitzichten wor
den gunstig geacht. In economisch op
zicht was 1953 een uitstekend jaar
voor Italië. De eerste helft van 1954
was bevredigend, al was het tempo
van de vooruitgang trager. De pro
ductie cn de productiviteit zijn in 1953
aanmerkelrfk toegenomen en bij de
bestrijding van de werkloosheid werd
grotere vooruitgang geboekt dan in
de voorafgaande jaren.
Opgemerkt wordt echter, dat er nog
steeds geen oplossing is gevonden
voor het vraagstuk van de massale
werkloosheid in het Zuiden van Italië.
(Advertentie)
WOENSDAG, 17 NOVEMBER 1954
HILVERSUM I. 402 m. NCRV: 7.00
Nws. en SOS ber. 7.10 Gewijde muz.
7.45 Een woord v.d. dag. 8.00 Nws. en
weerber. 8.15 Gram. 9.00 V.d. zieken. 9.30
V.d. huisvr. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.15
Idem. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram.
11.25 „Twee", hoorsp. 12.00 Gram. 12.30
Land- en tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.53
Gram of act. 13.00 Nws. 13.15 „Met Pit
op pad", caus. 13.20 „Ode on St. Caeci-
lia's Day". 13.50 „Iphigénie en Tauride",
opera (gr). 16.00 V.d. jeugd. 17.20 Gram.
of act. 17.30 Orgelspel. 18.00 „Spectrum
v.h. Chr. Organisatie- en Verenigings
leven". 18.15 Piano en cello. 18.30 RVU:
Mevr. Dr. Pereira d'Oliveira: „Over
slaap''. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Mu
zikale caus. 19.30 Buitenl. overz. 19.50
Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Kamermuz.
21.20 „Augustinus", caus. 21.40 Gram.
21.45 Lichte muz. 22.00 Int. Evang. comm.
22.15 Omr.ork. en soliste. 22.45 Avond
overdenking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.30
„Man en vrouw", caus. 23.45-24.00 Gram.
HILVERSUM n. 298 m. VARA: 7.00
Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.33 Gram.
Als U wacht op de
volmaakte bromfiets, dan is
nu Uw tijd gekomen:
De SIMPLEX-bromfiets met
de beroemde SACHS-motor:
Snel en... twee versnellingen
7.45 „Even opkrikken!" 7.50 Gram. 8.00
Nws. 8.18 Gram. 8.50 V.d. huisvr. 9.00
Gym. v.d. vrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00
Schoolradio. VARA: 10.20 V.d. vrouw.
11.00 RVU: Prof. Ir. R. J. Forbes: „De
techniek in de Oudheid". 11.30 Gram.
12.00 Accord.ork. en solist. 12.30 Land
en tuinb.meded. 12.33 V.h. platteland.
12.38 Amus.muz. 13.00 Nws. 13.15 Ten
toonstellingsagenda. 13.18 Orgel en zang.
13.45 Gram. 14.00 Medische kron. 14.10
V.d. jeugd. 16.00 V.d. zieken. 16.30 V.d.
jeugd. 16.50 Gram. 17.15 Dansmuz. 17.50
Regeringsuitz.Rijksdelen Overzee: M.
D. Thijs: „Het Maranatha-quartet te Pa
ramaribo". 18.00 Nws. en comm. 18.20
Orgelsp. 18.35 Act. 18.45 Gitaarens en
solist. 19.00 V.d. jeugd. 19.10 „Bezwaren
tegen ^geheelonthouding", caus. 19.25
VARA-varia. VPRO: 19.30 V.d. jeugd.
VARA: 20.00 Nws. 20.05 Pol.comm. 20.15
V.d. mil. 20.50 „De glinsterende onzeker
heid", documentaire. 21.20 promenade
ork., Omr.koor en sol. 22.20 „Behouden
vaart!", caus. 22.35 Pianorecital. 23.00
Nws. 23.15 Socialistisch nws. in Espe
ranto. 23.20 Romantische muz. 23.40-24.00
Gram.
BRUSSEL 324 m. 12.00 Symph.ork.
en solist. 12.30 Weerber. 12.34 Gram.
13.00 Nws. 13.15 Gram. 14.00 Schoolradio.
15.45 Kamerork. 16.20 Ork.conc. 17.00 Nws
17.10 Saxophoonkwartet. 17.40 Zangreci
tal. 17.50 Boekbespr. 18.00 Vlaamse dich
ters in woord en melodie. 18.30 V.d. sold.
19.00 Nws. 19.40 Volkszang. 20.00 „Hare
Hoogheid walst", operette, 22.00 Nws.
22.15 Gram. 22.45 Idem. 22.55-23.00 Nws.
BRUSSEL 484 m. 12.00 Gram. 13.00
Nws. 13.15, 14.10 Gram. 14.15 Ork.conc.
15.15 Gram. 16.05 Lichte muz. 17.00 Nws.
17.15 Gram. 17.30 Kamermuz. 18.33 Gram.
19.15 en 19.28 Idem. 19.30 Nws. 20.00 Ork.
conc. 21.35 Spaanse muz. 22.00 Nws.
22.15 Lichte muz. 22.55 Nws.
Het meisje met de rode muts bleef
zwijgen. Het natte touw was weerspan
nig, de knoop werd meer en meer ho
peloos, en mijn pogingen om licht in
de situatie te brengen, faalden alle. Ik
rukte aan het touw, en probeerde het
op alle mogelijke manieren.
„Het is werkelijk een Gordiaanse
knoop, maar ik heb geen mes bij mij."
„Oh, maar dat moet u niet doen!",
riep zij uit. „Ik denk dat het mij wel
zal lukken."
Zij bukte zich, greep een eind van
het touw, dat aan mijn aandacht ont
snapt was, gaf een flinke ruk met haar
kleine, bruine hand en trok de knoop
los.
„Daar!", riep zij lachend uit. „Ik had
u al die moeite kunnen besparen!"
„Wat dom van mij! Maar ik wist de
samenstelling niet", zeide ik, terwijl ik
de kano naar de kant trok, teneinde
mijn falen met de knoop enigszins
goed te maken.
Vlug stapte zij in het bootje en greep
de pagaai. Het werd reeds laat. De
schaduwen van het bos werden die
per; een kille nevel trok over het wa
ter, en achter de kapel gloeide de he
mel in de prachlige zonsondergang.
Met een paar handige slagen bracht
zij haar kano bij mijn pijp, greep ze
en wierp ze op de oever.
„Misschien kunt u ze nog gebruiken"
riep zij.
„Ik ben u zeer veel verschuldigd",
antwoordde ik. „Zijn al die meisjes van
St. Agatha zo vriendelijk?"
„Dat zou ik niet kunnen zeggen! Ik
ben 'n grote uitzondering en ik
mag eigenlijk niet eens met u spreken.
Het is tegen de regelen. En wij moedi
gen het roken dok niet aan."
Zij had haar pagaai opgeheven, klaar
om weg te roeien.
„Ik zag u vanmorgen in 't bos
bij de muur."
Nu nog haat ik mijzelf dat ik haar
zo liet schrikken. De pagaai viel met
een plons in het water; zij bracht de
kano iets dichter naar de oever en
keek mij aan met woede en afkeer in
haar ogen.
„U bent dus een luistervink en een
detective, hè? Ik verzoek u mijn com
plimenten aan uw meester over te
brengen! U moet mij werkelijk veront
schuldigen; ik dacht dat u een heer
was!" riep zij uit en dreef dan haar
kano met kracht voort.
Ik riep haar na, doch zij wendde
zich niet om. De pagaai werd met gro
te regelmaat ondergedompeld en ge
ruisloos gleed zij de zonsondergang te
gemoet.
Ik stond haar berouwvol na te sta
ren. Een pracht van geel en rood over-
toog de Westelijke hemel. Plotseling
strpek de wind door de bomen achter
mij, en rimpelde de oppervlakte van
het meer. Ik zag de rimpels vlug
voortkruipen totdat zij haar kano had
den ingehaald, die even schommelde
en dan weer rustig verder gleed om
tenslotte te verdwijnen onder de bo
men van de schoolgrond. Ik stapte
daarna in mijn kano en pagaaide in
een sombere stemming naar huis.
HOOFDSTUK VII.
De man op de muur.
Ik was zo woedend op mijzelf, dat ik,
na aan de oever van het meer geland
te zijn. in het dichte geboomte ver
dwaalde en terecht kwam bij de ach
terdeur, die doorgaans door Bates ge
bruikt werd. Ik vond de weg naar de
keuken en naar een trap daarachter,
die naar de tweede verdieping liep.
Het huis was donker err mijn humeur
werd er niet beter op, toen ik in het
donker voortdurend struikelde over
losse planken. Mijn onvergeeflijke
grofheid tegen het meisje hinderde mij
buitengewoon; en ik was koud gewor
den door de snel neergedaalde avond
nevel en verlangde er naar van kle
ding te verwisselen. Op de tweede ver
dieping aangekomen, tastte ik mijn
weg naar mijn kamer, toen ik vanuit
mijn zitkamer een gefluister meende
te horen.
Het was donker in de hall. Ik bleef
staan luisteren. De deur van de kamer
stond open en een ogenblik flitste een
lichtstraal door de gang. Ik hoorde nu
een geluid alsof men met een hamer
op houtwerk klopte.
Plotseling hield het op en een stem
fluisterde:
„Hij zal mij vermoorden, als hij mij
hier vindt. Morgen zal ik het nog eens
proberen: Ik zweer bij God. dat ik je
zal helpen, maar nu niet meer
(wordt vervolgd)