IJ GOLDEN FICTION I3agbla9 pe^ïcin Corruptie-schandaal bij politie van New-York HHl CSER Meningen en Commentaren AT EEN ONDERLIJKE ERELD radio Het heengaan van Monnet toch maar liever Het huis met de duizend kaarsen 8 ftluüanwe TWEEDE BLAD Onwaardig spel Boeten gingen in eigen zak Humorist wekker enslaapje lere huis merk als edellen in der steen I„ I DINSDAG 16 NOVEMBER 1954 Nauwelijks heeft men zich in Lu- xemburg enigszins hersteld van de vrees, dat een spoedige over plaatsing van de zetel der K.S.G in het vooruitzicht stond als gevolg van de Frans-Duitse afspraken te Parijs, of een nieuwe aanleiding tot ongerustheid heeft zich aangediend. De president van de Hoge Auto riteit de Fransman Jean Monnet, wiens mandaat in Februari a.s. ver valt, maar die dan herkiesbaar zou zijn,' heeft zijn ontslag ingediend en zelfs ook afgezien van een verder gewoon lidmaatschaap der Hoge Autoriteit. Hij wil zich vrij gaan wijden aan de bevordering van de Europese integratie-gedachte in Frankrijk, nu de Kolen- en Staal- Gemeenschap, zoals hij zegt, na twee jaar is geconsolideerd en tot een gemeenschappelijke markt heeft geleid. Deze motivering van Monnets ontslag wordt intussen druk bespro ken en in verband gebracht met an-, dere ontslagaanvragen van voor aanstaande Fransen in internatio nale organen. Ook de secretaris-ge neraal van de Organisatie voor Europese Economische Samenwer king (O.E.E.S.), Marjolin en de Franse vertegenwoordiger bij de NATO, Alphand, hebben hun func ties ter beschikking gesteld. Het ligt voor de hand, dat achter deze ontslagaanvragen politieke wrijvingen schuilgaan. Er wordt ook openlijk te kennen gegeven, dat een tegenstelling tussen de opvat tingen van de huidige Franse pre mier Mendès-France en die van de heengaande mandatarissen de eigenlijke oorzaak der ontslagaan vragen is. In het geval van Monnet is dit al wel duidelijk. Nog maar pas ge leden heeft het optreden van de Franse minister van Economische Zaken, Ulver, verhinderd, dat de Hoge Autoriteit op korte termijn een verdrag zou sluiten met Enge land, waarbij dit land een associa tie zou aangaan met de K.S.G. Maar op de conferentie van Brussel die nog aan de E.D.G. gewijd was, heeft Mendès-France van een persoon lijke tegenstelling met Jean Monnet blijk gegeven, toen hij een clausule wenste, waardoor een lid van de Hoge Autoriteit pas vijf jaar na zijn aftreden als zodanig in aan merking zou kunnen komen voor het lidmaatschap van een ander supranationaal orgaan. Dat ander supranationaal orgaan is er overigens nog niet, maar de E.D.G. had het moeten worden. En Mendès-France heeft de E.D.G. juist om haar supranationaal karakter tegengewerkt. De Parijse accoorden, die er voor in de plaats kwamen, vertolken de associatie-, niet de in tegratie-gedachte. De K.S.G. is als supranationaal orgaan geisoleerd komen te staan, terwijl Monnet en andere federalisten juist een uit breiding van de supranationale or ganisatie verhoopten, waarbij de nationale Europese regering telkens meer van haar souvereiniteit aan het supranationaal gezag zouden af staan en tenslotte een Europese re gering het aanzijn zou krijgen. jy^endès-France gaat echter met zijn strevingen precies de te genovergestelde kant uit. Hij wil niet, dat Frankrijk door meer sou vereiniteit af te staan de mindere wordt van Engeland en niet méér dan de gelijke van West-Duitsland. Hij grijpt terug naar een nationa listische politiek, welke de supra nationale bemoeienis van de K.S.G., al betreft deze slechts een enkele sector van het economisch leven, als een hindernis ondervindt. Men dès-France zal dan ook in de lijn van deze politiek de betekenis van de K.S.G. eerder verkleinen dan vergroten, al verzwakt hij daarmee tevens zijn positie in het Saarvraag- stuk, want de K.S.G. heeft mede gediend om de vrees van Frankrijk voor een nieuw Duits overwicht op economisch terrein weg te nemen. Zij hield eigenlijk een Europese op lossing voor het Saarvraagstuk in, wanneer het gezag der Hoge Auto riteit zich werkelijk supranationaal kon laten gelden. Mendès-France is echter weinig geneigd veel waarde aan deze ga rantie te hechten en streeft naar een bilaterale schikking tussen Duitsland en Frankrijk, waarbij de K.S.G. op de achtergrond dreigt te raken en misschien tot een lou ter administratief orgaan zal in eenschrompelen. Men ziet zo de nationalistische gedachten opnieuw veld winnen en de Europese integratiegedachte in het defensief gedrongen. ^/oor het presidentschap der Hoge Autoriteit komt nu niet direct weer een Fransman in aanmerking. Men acht de verkiezing van de Duitser Etzel rationeel, ofschoon om politieke redenen niet waar schijnlijk. De Belgische professor Coppé, evenzeer als Etzel thans vi ce-president, hoort men daarom ook noemen. Uit Parijs is de naam van Robert Schuman geventileerd. Maar het is niet duidelijk, hoe deze voorstander van een Klein Europa in suprana tionale geest bereid kan worden ge vonden om zich te laten gebruiken als intrument der politiek van Men dès-France, die juist dit suprana tionaal Europa wil doen kelderen. Een aanbod van de Franse premier om ambassadeur in Washington te worden heeft Schuman afgewim peld met de opmerking, op zijn leef tijd niet meer geschikt te zijn voor het uitvoeren der orders van ande ren. Als lid van de Hoge Autoriteit zou hij wel niet aan orders van de Franse regering zijn gebonden en, eenmaal president van de Hoge Autoriteit, kan hij in theorie een zelfde gedragslijn volgen als die van Jean Monnet. Maar het is moeilijk om aan te nemen, dat Mendès- France niet vooraf voor Schuman onaannemelijke voorwaarden zou stellen. Het laat zich in ieder geval aan zien, dat het presidentschap citer K.S.G. in de komende tijd minder dan ooit een sinecure zal zijn, wil het supranationaal orgaan niet wel dra aan betekenis inboeten en zijn prestige als gezagsorgaan boven de Europese regeringen tegenover de weerstrevende nationalistische krachten kunnen handhaven. JTet is een onwaardig en unfair spel, dat Indonesië aan het spe len is met Nieuw Guinea. Een spel, dat veel lijkt op de methodes van een zekere Oostenrijker, ten name Hitier, waarvan de wereld nogal last heeft gehad. Met allerlei pro pagandistische trucs en kunst matig aangewakkerde „vrijheidsbe wegingen", wist hij zijn veroverin gen voor te bereiden. Vergelij kingen gaan nooit helemaal op. Maar in dit geval wel tot op aan zienlijke hoogte. Nog vóór de sou- vereiniteitsoverdracht, zo lezen we in De Telegraaf, hebben Indonesi sche agenten uit de kustkampongs van Nieuw Guinea Papoeas geron seld voor de vorming van een „be vrijdingsbataljon Irian". Enkelen hunner werden zelfs op vrachtwa gens geladen en door de grote plaatsen van Java gevoerd als „be wijs voor de stelling, dat de Pa poeas het Nederlandse „juk" wil len afschudden. Er is nu echter grote ontevredenheid ontstaan on der deze „vrijheidsstrijders" en op Ambon is een groep zelfs de ber gen ingevlucht. Intussen is het nu duidelijk geworden, dat deze Pa poeas worden opgeleid, om in ge zelschap van Indonesische militai (Advertentie Advertentie) Je probeert wel eens iets anders, maar Een gulden genieting voor 80 ct. ren op Nieuw Guinea te infiltreren. Een dergelijke poging is nu bekend geworden. Een groep infiltranten heeft zelfs een hoofdagent ontvoerd. Het zou ons niets verwonderen, als men nu zou trachten deze man zo danig de hersens te spoelen, dat hij straks als getuige zal optreden voor het hevig snakken van de Papoeas naar een Indonesisch bewind. Reeds staan Indonesische diplomaten met een stalen gezicht te beweren, dat er hevige onrust onder de Papoeas heerst, welke de Nederlandse over heid met geweld zou onderdrukken. Men heeft het er blijkbaar ook op aangelegd, juist in deze tijd, aan de vooravond van de behandeling der kwestie Nieuw-Guinea, voor de U.N.O., show-processen te organi seren, welke moesten bewijzen, dat Nederlanders in Indonesië in ver binding stonden met de rampok- kende benden. Het is nu wel een he vige teleurstelling, dat men deze Nederlanders niet voldoende murw heeft weten te krijgen, om op tijd te bekennen. Deze precessen en hun voorbereiding, werken nu als een boemerang. Zij klagen juist Indo nesië aan als een staat, waar met het recht gesold wordt en demago gie voor de huidige regeerders als hoogste wet geldt. Toch zullen er in de U.N.O. wel staten zijn, die ons zullen trachten te dwingen over West Nieuw-Gui nea in onderhandeling te treden on der het motto: Weg met alle kolo nialisme! Het is te hopen, dat deze staten geen meerderheid zullen vor men. Mocht dit wel het geval zijn, dan moet echter nu reeds vaststaan, dat we ons niet laten dwingen. Mi nister Luns heeft zich onlangs al in die zin uitgelaten. Hem zij volhar ding in dezen toegewenst. D»t in dere vier landen met hun hoge levensstandaard (en in vele andere landen van wereld) steeds meer Buisman gevraagd wordt, wel het bewijs van de goede eigenschappen, dat de koffie lekkerder èn goedkoper wordt »r het gebruik van De automobilisten in New- York rijden stapvoets en ner gens ziet men auto's op verbo den plaatsen geparkeerd staan. Zij verwachten dat de politie de komende dagen dubbel streng zal optreden, nu een groot schandaal bij de New- Yorkse motorpolitie aan 't licht is gekomen. Alle dagbladen schrijven er over mei koppen over de hele breedte.van de pagina's. Gebleken is, dat niet minder dan 100 man van de 400 leden tellende motorpolitie boeten in eigen zak sta ken. Zij boden overtredende wegge bruikers een kaart aan waarop slechts het woord O.K. en de handte kening van de politieman bij aan koop waarvan zij veelal slechts de helft van de opgelegde boete zouden behoeven te betalen. Soms slechts en kele dollars voor een overtreding, waarvoor men 50 dollars boete en zelfs 30 dagen gevangenisstraf zou kunnen krijgen. Vijftien leden van de motorpolitie moesten voor de rechtbank verschij nen om een verklaring te geven voor de plotselinge stijging van hun bank saldo. Een automobilist vertelde, dat een politieman hem na een overtreding zo'n kaart voor 10 dollar had aange boden. Een ander kreeg een boete van 50 dollar voor te snel rijden. De poli tieman stelde hem echter voor samen te delen en kwam de volgende dag op het kantoor van de overtreder 25 dollar halen. Deze stak hij natuurlijk in eigen zak. Men gelooft, dat de getuigenverkla ringen heel wat interessante details zullen opleveren over de wijze, waar op de New7Yorkse motorpolitie haar .zaakje" draaiende hield. TUSSEN TWEE VUREN Twee Japanse geleerden hebben in een persintervieuw een beroep op de Sovjet-Unie en Amerika gedaan, om voor Japan minder ongunstige jaar getijden te kiezen voor het doen van atoomproeven, als zij deze al niet ge heel achterwege konden laten. In het voorjaar wordt Japan bereikt door winden uit de Stille Oceaan en in het najaar en de winter uit Siberië. Ame rika had juist in het voorjaar proe ven gedaan in de Stille Oceaan en de Sovjet-Unie had in Siberië in het najaar proeven uitgevoerd. MYSTERIE- ROMAN door Meredith Nicholson 9) „Het is hier een rustig leven," merk- !k op, met de bedoeling hem zodoende een gelegenheid te geven mij zijn knntUUr Van morgen mee te de- „U hebt volkomen gelijk, mijnheer. £oals uw grootvader placht te zeggen, w hier een. Plaats des vrtdes". „Wanneer niemand door een ven- s e °P je schiet"', merkte ik op. „iets dergelijks kan iedeteen over- men antwoordde hij, „maar het is maal Waarschijnli.)k> <*at zoiets twee- maai zaj gebeuren, wanneer u mij de- P Itos°phie wilt veroorloven". ..J wüde p Lijkbaar niet spreken over fyn ontmoeting met de opzichter, en jk besloot niet te laten blijken, dat mij iets bekend was Op een gegeven ogenblik keek ik om ?n zag hem pein zend met gevouwen armen achter mijn stoel staan. Hij bloosde en bracht 7i r, hand aan zijn voorhootd. „F is mij vanmorgen een ongeluk overkomen, mijnheer. Een stuk hout trof mij aan het voorhoofd." „Hoe jammer!", zeide ik. „Ga van middag maar een poosje rusten". „Dank u mijnheer; maar het heeft niets te betekenen u zoudt het al leen een onaangenaam gezicht kunnen vinden". Hij stak een lucifer voor mijn si garet aan en zonder hem nog eens aan te zien, verliet ik het vertrek. Doch toen ik de bibliotheek binnentrad, for muleerde ik deze note: „Bates is een leugenaar, en een man met actieve vijanden; wees voorzichtig." Ik nam een boek en ging op een di van liggen lezen, alvorens mijn onder zoekingstochten voort te zetten. Toen ik daar lag kwam Bates mij een tele gram brengen, een antwoord op mijn bericht aan Pickering. Het luidde: „Uw bericht van aankomst ontvan gen en genoteerd." Na nog enige tijd gelezen te hebben, stond ik op en liep naar buiten, in de richting van het meer. Er waren verscheidene boten in het boothuis, en ik liet een kano in het water glijden en pagaaide naar de zo- mer-kolonie, waarvan de daken en schoorstenen vanaf den GIon er duidelijk zichtbaar waren Ik landde en liep lang/ cn met bladeren bedekt paci la en honderdtal buitenhuisjes wan i de ramen voorzien waren van bli-u e t. die aan 't geheel 'n sombere indruk gaven Aan de oever van het men een I terras gebouwd, dat gedeeltcluk boven het water hing, en daaronder was een boothuis. Vanaf dat punt had ik een mooi uitzicht over het meer en kon ik duidelijk de daken van Glenarm Hou se en de St. Agatha School waarnemen. Ik wandelde terug naar de landings plaats en wilde juist in mijn kano stappen, toen ik betrekkelijk dichtbij een andere kano ontdekte. Ik wist ze ker, dat het bootje daar niet gelegen had, toen ik landde. Mogelijk was het van Morgan, de opzichter. Ik liep er heen en bekeek het nauwkeurig. Ik tilde het zelfs uit het water op, om de zwaarte te onderzoeken. De pagaai lag op de werf en ook die nam ik in mijn hand en constateerde dat zij voor mijn eigen smaak iets te licht was. „Pardonals u er niets op tegen hebt. Ik wendde mij om en stond tegen over het meisje met de rode muts. „Neemt u mij niet kwalijk", zeide ik en trad ter zijde. Zij droeg nu niet de korte mantel, doch een rood wollen jasje, hoog dicht geknoopt. Zij was nog zeer jong. Een paar donkere blauwe ogen keken mij nieuwsgierig aan. Haar gelaat was licht bruin gebrand, en deed denken aan licht brons. Zij was mij behoedzaam genaderd en schepte er genoegen in, dat zij mij overrompeld had. Ik had mijn pet afgenomen en stond naast de kano te wachten, mij schuldig gevoelend, omdat ik er op betrapt was het eigendom van een ander aan een on -ok te onderwerpen. En dan nog wel liet eigendom van zo'n lieftallig persoontje! „Als u die pagaai niet meer nodig hebt. Ik keek naar beneden en bemerkte tot mijn ergernis, dat ik de pagaai in mijn rechterhand hield ja, er zelfs rustig op leunde, alsof hij mijn recht matig eigendom was. .,Ik vraag u nogmaals excuus", zeide ik, „ik had niet verwacht...." Ik wilde de tabak in mijn pijp wat aandrukken, brandde mijn vinger, en wierp het ding op de grond. Zij lachte toen zij de pijp van de aanlegplaats in het water zag vallen. „Wat jammer!", riep zij uit; „maar als u vlug bent kunt u uw pijp nog pakken, voordat zij wegdrijft." „Dank u voor dat voorstel", zeide ik. Maar ik voelde er niets voor om aan de oever van het meer neer te knielen en mijn pijp uit het water te vissen in bijzijn van een schoolmeisje, dat mij dolgraag wilde uitlachen. Zij liep naar het touw, waarmee haar boot was vastgebonden. „Laat mij het voor u losmaken." „Als u het kunt gaat uw gang", zeide zij; en het lachje in haar ogen ergerde mij. „De vrouwelijke knoop is uitgevon den om mannen in verwarring te bren gen," merkte ik op, tevergeefs aan het touw rukkend, dat in allerei onmoge lijke lussen vastgeknoopt was. Zij gaf geen antwoord. De gedachte dat zij waarschijnlijk stond te lachen over mijn onhandigheid, maakte mijn vingers niet leniger. „Deze knoop is een ingewikkeld stukje borduurwerk. Maar ik vermoed dat mijn hulpvaardigheid opweegt te- i gen uw geduld." De bekende Amerikaanse humorist Danny Kaye had zich voor de rechter te Los Angeles te verantwoorden, omdat hij een dokter op het stedelijke vliegveld onheus zou hebben behandeld. De dokter wilde zijn auto niet opzij zetten voor die van Kaye omdat hij juist bezig was af scheid te nemen van zijn vrouw. De humorist greep hem toen onder het uitroepen van geestige kreten bij de nek en zette hem op zijn hoofd. De dokter werd ook tegen het zitvlak geschopt. „De dokter maakte nogal wat koude drukte", verklaar de Danny Kaye tegen de rech ter. Dievegge De inbraken, die lange tijd Holly wood verontrustten, zün opgehel derd. De politie kreeg in de gaten, wie in totaal 27 huizen binnendrong en er alleen eieren, spek en bier weghaalde. Het was een vrouw. „Ik had honger", verklaarde zij bij haar arrestatie. Wachtkamers De directie van het vliegveld te Mexico City overweegt het ge bouwencomplex van het vliegveld uit te breiden met twee speciale wachtkamers. Op de eerste plaats zou er een romantisch vertrek moe ten komen, waar teer geliefden on gestoord afscheid van elkaar kunnen nemen. Op de tweede plaats is er ook een wachtkamer nodig voor lijkkisten. Zij kunnen daar worden opgeborgen in afwachting van hun transport overzee. Publiek Alle poorten van het voetbal stadion te Melbourne waren ste vig gesloten op de middag, dat een belangrijke nationale match zou worden gespeeld. De voetbal- strijd was wegens het slechte weer toch uitgesteld. Niettemin zagen de' bewakers op een gegeven mo ment op de voorste rijen twintig toeschouwers, die hoopvol op het begin van de match zaten te wach ten. Zij waren via de ladder van een geleende brondweerauto bin nen gekomen en hadden niets van het uitstel gehoord. Namen Ray Thompson werd gearresteerd door politie-agent William Thomp son vanwege e.en verkeersongeval te Collinsville. Gisteren werd hij tot 10 dollar boete veroordeeld door de vrederechter Robert Thompson. Zij zijn geen familie. Burger In Parijs woont een zekere Salka- nazof, die zich de eerste burger van het heelal noemt en als strijdkreet heeft: Eén planeet, één regering, één volk. Schip Het vliegdekschip „Forres- tal", het grootste oorlogsschip ter wereld, zal op 11 Decem ber van dit jaar te Newport in Virginia te water worden ge laten. Het schip meet onge veer 45.000 ton en is ruim 310 meter lang. Aan boord is plaats voor negentig straal jagers. Verkeer Onlangs is het verkeer in het Suez- kanaal bijna twaalf uur gestremd geweest, doordat drie schepen tus sen de Bittermeren aan de grond ge lopen waren. Dit werd radiografisch in uiterst kernachtige taal bekend gemaakt door woedende kapiteins van andere schepen. Kat Een poes, die kalmpjes over een smalle richel van een huis aan de Parijse Boulevard Saint Michel wandelde, is oorzaak geworden van een droevig ongeluk. Haar baasje, een zesjarig jongetje, dacht dat het beest in gevaar utas en klom haar achterna. Het ven tje gleed uit, viel naar beneden en werd dodelijk gewond. Verdediging In Engeland stond een dame te recht voor een verkeersongeval, dat zij had veroorzaakt. „Dat kan niet", verdedigde de dame zich. „Het was een rechte weg en als ik wakker was geweest, had ik de tegenligger, die ik raakte, moeten zien. Ik zag hem niet en moet dus hebben gesla pen. Maar als ik sliep zou ik geen wagen kunnen besturen^ En als ik geen wagen bestuurd heb kan ik niet roekeloos hebben gereden". De rechter prakkizeerde er geruime tijd over en sprak de dame vrij. Liefde Toevalligerwijze hoorde een oude mevrouw te Massachuetts. dat het locomotiefje van de boemeltrein te Cambridge zou worden vervangen door een moderne en sterke, loc. Zij studeerde in haar jeugd te Cam bridge en bewaarde prettige herin neringen aan het locomotiefje. Zij heeft het nu gekocht van de Britse spoorwegen en kijkt uit naar een plaats in haar tuintje, waar ze het ding kwijt kan. ITALIi? STREEFT NAAR MEER WELVAART In Italië worden thans de grondsla gen gelegd van een programma, dat beoogt de tekortkomingen in de na tionale economie weg te nemen. Er wordt gewerkt aan de opstelling van een veelomvattend tienjaren plan ter opheffing van de werkloos heid. De economische vooruitzichten wor den gunstig geacht. In economisch op zicht was 1953 een uitstekend jaar voor Italië. De eerste helft van 1954 was bevredigend, al was het tempo van de vooruitgang trager. De pro ductie cn de productiviteit zijn in 1953 aanmerkelrfk toegenomen en bij de bestrijding van de werkloosheid werd grotere vooruitgang geboekt dan in de voorafgaande jaren. Opgemerkt wordt echter, dat er nog steeds geen oplossing is gevonden voor het vraagstuk van de massale werkloosheid in het Zuiden van Italië. (Advertentie) WOENSDAG, 17 NOVEMBER 1954 HILVERSUM I. 402 m. NCRV: 7.00 Nws. en SOS ber. 7.10 Gewijde muz. 7.45 Een woord v.d. dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Gram. 9.00 V.d. zieken. 9.30 V.d. huisvr. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.15 Idem. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.25 „Twee", hoorsp. 12.00 Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.53 Gram of act. 13.00 Nws. 13.15 „Met Pit op pad", caus. 13.20 „Ode on St. Caeci- lia's Day". 13.50 „Iphigénie en Tauride", opera (gr). 16.00 V.d. jeugd. 17.20 Gram. of act. 17.30 Orgelspel. 18.00 „Spectrum v.h. Chr. Organisatie- en Verenigings leven". 18.15 Piano en cello. 18.30 RVU: Mevr. Dr. Pereira d'Oliveira: „Over slaap''. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Mu zikale caus. 19.30 Buitenl. overz. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Kamermuz. 21.20 „Augustinus", caus. 21.40 Gram. 21.45 Lichte muz. 22.00 Int. Evang. comm. 22.15 Omr.ork. en soliste. 22.45 Avond overdenking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.30 „Man en vrouw", caus. 23.45-24.00 Gram. HILVERSUM n. 298 m. VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.33 Gram. Als U wacht op de volmaakte bromfiets, dan is nu Uw tijd gekomen: De SIMPLEX-bromfiets met de beroemde SACHS-motor: Snel en... twee versnellingen 7.45 „Even opkrikken!" 7.50 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.50 V.d. huisvr. 9.00 Gym. v.d. vrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00 Schoolradio. VARA: 10.20 V.d. vrouw. 11.00 RVU: Prof. Ir. R. J. Forbes: „De techniek in de Oudheid". 11.30 Gram. 12.00 Accord.ork. en solist. 12.30 Land en tuinb.meded. 12.33 V.h. platteland. 12.38 Amus.muz. 13.00 Nws. 13.15 Ten toonstellingsagenda. 13.18 Orgel en zang. 13.45 Gram. 14.00 Medische kron. 14.10 V.d. jeugd. 16.00 V.d. zieken. 16.30 V.d. jeugd. 16.50 Gram. 17.15 Dansmuz. 17.50 Regeringsuitz.Rijksdelen Overzee: M. D. Thijs: „Het Maranatha-quartet te Pa ramaribo". 18.00 Nws. en comm. 18.20 Orgelsp. 18.35 Act. 18.45 Gitaarens en solist. 19.00 V.d. jeugd. 19.10 „Bezwaren tegen ^geheelonthouding", caus. 19.25 VARA-varia. VPRO: 19.30 V.d. jeugd. VARA: 20.00 Nws. 20.05 Pol.comm. 20.15 V.d. mil. 20.50 „De glinsterende onzeker heid", documentaire. 21.20 promenade ork., Omr.koor en sol. 22.20 „Behouden vaart!", caus. 22.35 Pianorecital. 23.00 Nws. 23.15 Socialistisch nws. in Espe ranto. 23.20 Romantische muz. 23.40-24.00 Gram. BRUSSEL 324 m. 12.00 Symph.ork. en solist. 12.30 Weerber. 12.34 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Gram. 14.00 Schoolradio. 15.45 Kamerork. 16.20 Ork.conc. 17.00 Nws 17.10 Saxophoonkwartet. 17.40 Zangreci tal. 17.50 Boekbespr. 18.00 Vlaamse dich ters in woord en melodie. 18.30 V.d. sold. 19.00 Nws. 19.40 Volkszang. 20.00 „Hare Hoogheid walst", operette, 22.00 Nws. 22.15 Gram. 22.45 Idem. 22.55-23.00 Nws. BRUSSEL 484 m. 12.00 Gram. 13.00 Nws. 13.15, 14.10 Gram. 14.15 Ork.conc. 15.15 Gram. 16.05 Lichte muz. 17.00 Nws. 17.15 Gram. 17.30 Kamermuz. 18.33 Gram. 19.15 en 19.28 Idem. 19.30 Nws. 20.00 Ork. conc. 21.35 Spaanse muz. 22.00 Nws. 22.15 Lichte muz. 22.55 Nws. Het meisje met de rode muts bleef zwijgen. Het natte touw was weerspan nig, de knoop werd meer en meer ho peloos, en mijn pogingen om licht in de situatie te brengen, faalden alle. Ik rukte aan het touw, en probeerde het op alle mogelijke manieren. „Het is werkelijk een Gordiaanse knoop, maar ik heb geen mes bij mij." „Oh, maar dat moet u niet doen!", riep zij uit. „Ik denk dat het mij wel zal lukken." Zij bukte zich, greep een eind van het touw, dat aan mijn aandacht ont snapt was, gaf een flinke ruk met haar kleine, bruine hand en trok de knoop los. „Daar!", riep zij lachend uit. „Ik had u al die moeite kunnen besparen!" „Wat dom van mij! Maar ik wist de samenstelling niet", zeide ik, terwijl ik de kano naar de kant trok, teneinde mijn falen met de knoop enigszins goed te maken. Vlug stapte zij in het bootje en greep de pagaai. Het werd reeds laat. De schaduwen van het bos werden die per; een kille nevel trok over het wa ter, en achter de kapel gloeide de he mel in de prachlige zonsondergang. Met een paar handige slagen bracht zij haar kano bij mijn pijp, greep ze en wierp ze op de oever. „Misschien kunt u ze nog gebruiken" riep zij. „Ik ben u zeer veel verschuldigd", antwoordde ik. „Zijn al die meisjes van St. Agatha zo vriendelijk?" „Dat zou ik niet kunnen zeggen! Ik ben 'n grote uitzondering en ik mag eigenlijk niet eens met u spreken. Het is tegen de regelen. En wij moedi gen het roken dok niet aan." Zij had haar pagaai opgeheven, klaar om weg te roeien. „Ik zag u vanmorgen in 't bos bij de muur." Nu nog haat ik mijzelf dat ik haar zo liet schrikken. De pagaai viel met een plons in het water; zij bracht de kano iets dichter naar de oever en keek mij aan met woede en afkeer in haar ogen. „U bent dus een luistervink en een detective, hè? Ik verzoek u mijn com plimenten aan uw meester over te brengen! U moet mij werkelijk veront schuldigen; ik dacht dat u een heer was!" riep zij uit en dreef dan haar kano met kracht voort. Ik riep haar na, doch zij wendde zich niet om. De pagaai werd met gro te regelmaat ondergedompeld en ge ruisloos gleed zij de zonsondergang te gemoet. Ik stond haar berouwvol na te sta ren. Een pracht van geel en rood over- toog de Westelijke hemel. Plotseling strpek de wind door de bomen achter mij, en rimpelde de oppervlakte van het meer. Ik zag de rimpels vlug voortkruipen totdat zij haar kano had den ingehaald, die even schommelde en dan weer rustig verder gleed om tenslotte te verdwijnen onder de bo men van de schoolgrond. Ik stapte daarna in mijn kano en pagaaide in een sombere stemming naar huis. HOOFDSTUK VII. De man op de muur. Ik was zo woedend op mijzelf, dat ik, na aan de oever van het meer geland te zijn. in het dichte geboomte ver dwaalde en terecht kwam bij de ach terdeur, die doorgaans door Bates ge bruikt werd. Ik vond de weg naar de keuken en naar een trap daarachter, die naar de tweede verdieping liep. Het huis was donker err mijn humeur werd er niet beter op, toen ik in het donker voortdurend struikelde over losse planken. Mijn onvergeeflijke grofheid tegen het meisje hinderde mij buitengewoon; en ik was koud gewor den door de snel neergedaalde avond nevel en verlangde er naar van kle ding te verwisselen. Op de tweede ver dieping aangekomen, tastte ik mijn weg naar mijn kamer, toen ik vanuit mijn zitkamer een gefluister meende te horen. Het was donker in de hall. Ik bleef staan luisteren. De deur van de kamer stond open en een ogenblik flitste een lichtstraal door de gang. Ik hoorde nu een geluid alsof men met een hamer op houtwerk klopte. Plotseling hield het op en een stem fluisterde: „Hij zal mij vermoorden, als hij mij hier vindt. Morgen zal ik het nog eens proberen: Ik zweer bij God. dat ik je zal helpen, maar nu niet meer (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 5