WYBERT
MensencM.uzen
CONVOY
CONVOY *%%*r
CONVOY U ruikt'I - U- proeft 't!
ZWITSARUB
Meningen en Commentaren
..Belgische'* boeren leveren
niet meer aan de fabriek
Keur van West-Vlaams proza
AT EEN
ONDERLIJKE
ERELD
MEISJES
MET GELD
fdr
m
J
RADIO
Tekoi 't aan
arbeidskrachten
Onze defensie
Middengroepen
Melkkwestie in de Baarle s
Voordelen
van twee kanten
Juist nu!
Voortreffelijke samenwerking
tussen letterkunde en plastiek
Gekleurd
Verkouden kinderen?
TWEEDE BLAB
DINSDAG 19 OCTOBER 1954
Het tekort aan arbeidskrachten
is aanwezig en wordt zeer sterk ge
voeld. In het ene soort bedrijf min
der dan in het andere en niet in
elke streek even sterk.
Het zijn niet alleen de cijfers van
de statistiek, waarbij vastgesteld is
of wordt, dat er een tekort is. In
verschillende metaalbedrijven en in
de aannemerswereld 'ondervond
men dit tekort al gedurende ge
heel 1954.
Het tekort aan arbeiders, niet di
rect tot de vakbekwamen te reke
nen, was en is vooral voelbaar in
die bedrijven, waar zwaar werk
gedaan moet worden. Angst voor
hard werken?
Het tekort aan vakbekwamen
blijft, omdat het natuurlijk niet
mogelijk is, door een spoedoplei
ding vakbekwaamheid aan te kwe
ken. Degenen echter die blijk ge
ven, aanleg te hebben, krijgen nu
de kans in enige jaren in de rij der
vakbekwamen opgenomen te wor
den.
Het „proletariaat" der witte boor
den blijft groeien. Verwacht men
gemakkelijk werk te vinden, waar
bij geen zweet gelaten wordt?
„Men" heeft er tegen geschreven,
maar dat helpt niet, want allerlei
regeringsbureaux en ook wel de ge
meenten beconcurreren elkaar bij
de aanwerving van jonge boorden-
krachten, die jammer genoeg voor
hen, in hun latere jaren zullen
merken, dat zij langs deze weg zich
slechts een slecht betaalde levens
baan hebben gekozen.
Maar het is merkwaardig
ook de werkkrachten met de witte
boord zoeken de gemakkelijkste
weg om aan een eerste levens-in-
komste te komen.
Er melden zich niet voldoende
„werknemers", die als onderwijzer,
leraar, onderofficier en officier in
het leven willen treden. Voor deze
functies moet immers gestudeerd
worden. En dat bekomt blijkbaar
weinigen. Hiervoor zijn te weinig
sollicitanten, voor wie het oud-Ne
derlands gezegde: „de cost gaet
voor de baet uit" een levende en
sprekende waarheid is.
Waterstaat klaagt over een te
weinig aan „civiele ingenieurs",
nodig als het grote werk van de
Afsluitdijk zal beginnen, techni
sche bedrijven vragen nu weer
M.T.S.-ers. Enige jaren geleden was
men bang voor een teveel aan dok
ters, nu blijken bijvoorbeeld in het
militaire kamp onvoldoende re
serve-officieren van gezondheid
aanwezig te zijn.
En zo gaat dat maar door: het ge
vraag naar arbeidskrachten in alle
sectoren van ons dagelijks leven.
Men vraagt zich af, hoe dat zal af
lopen. Men is er nieuwsgierig naar,
omdat men het onbegrijpelijk vindt.
Hier is het voor de gehele maat
schappij voorlopig verbazende en
in het voorjaar van 1955 misschien
aansprekende verschijnsel van een
tekort, dat de indruk geeft een of
meer jaren blijvend te zullen zijn.
We moeten afwachten, tot de win
tertijd voorbij is, de suikerbieten
campagne ten einde is en in de wa-
tersnoodgebieden de spoedwerk-
zaamheden afgelopen, hoe het ver
schijnsel zich dan vertoont. Voor
spellingen op dit gebied (optimis
tisch of pessimistisch) lijken mij
geen nuttig effect te hebben.
Gelukkig zal het Nederlandse
volk zich wel een beetje aanpassen
aan het verschijnsel. Zo, bijvoor
beeld: er worden meer dan voor
heen studiebeurzen verschaft in de
uithoeken van het land, om daar
door meer studenten te krijgen
voor Universiteit of Middelbaar
Technische School. Een ander voor
beeld: Allerwegen zijn er bedrijfs-
cursussen om lichamelijke en zwak-
geestelijke onvolwaardige arbeids
krachten aan lichte, maar overigens
noodzakelijke, arbeid te helpen.
Vele besturen zoeken, overigens
noodzakelijke, lichte arbeid op te
dragen aan oudere min of meer in
valide of in allen gevalle onge
schoolde arbeiders.
Het tekort aan arbeiders dwingt
menige industrie tot de invoering
van moderne machinale arbeids-
methoden, waarbij „dure" mense
lijke arbeid gespaard kan worden.
Er is hier en daar al een trek
aanwezig bij openbare lichamen
van bestuur om hun personeel eens
wat te gaan inkrimpen als een eer
ste begin van bezuiniging op de
uitgaven.
Allemaal zaken, die men in el-
kaars verband moet zien, voor wat
betreft hun invloed op het Neder
lands arbeidsbestand.
Vóór 1940 droegen duizenden stu
dies en statistieken over de werk
loosheid er weinig toe bij om deze
op te heffen, te verzachten of te
bestrijden, terwijl ze plotseling
verdween of sterk inkromp. Even
min zal het nu plaats hebbende ver-
schijnse' voldoende duidelijk zijn
om een redelijke methode te vinden
voor het voorkomen van nieuwe
schommelingen. Ook thans weet
men niet of het tekort aan arbeids
krachten kort zal duren of plotse
ling weer zal ophouden.
Het lijkt wel dat in het bijzon
der voor dit verschijnsel geldt: de
men wikt en God beschikt. Maar
hoe het zij, het mag best eens onze
aandacht hebben.
B. o. Z. Ir. J.
De militaire medewerker van de
Nieuwe Rotterd. Crt. geeft het ver
haal van de verbitterde strijd om
de Schcldemonding, nu tien jaar ge
leden. En hij voegt daaraan deze
opmerking toe: „Het is buitenge
woon belangwekkend en instructief
om te zien, hoe ster'' n - 4
landse dijk- en kanaalstellingen zijn
en welke moeite en offers het aan
de toch uitmuntende en geharde
Canadese troepen kostte om deze
stelling te veroveren.
Wij betwijfelen of dit door onze
militaire leiding in voldoende mate
wordt ingezien en vrezen dat uit
dit onjuiste en door de krijgsgeschie
denis weerlegde inzicht o.m. de hui
vering voortspruit om onze Noord
oostelijke provinciën te verdedigen"
De militaire medewerker citeert
een boek van Stacey over de strijd
der Canadezen in de wereldorolog.
Deze noemt het volgens Neder
landse begrippen zeer smalle en on
betekenende kanaal Antwerpen-
Turnhout, „de volgende formidabele
hindernis" na het Albertkanaal. Wel
nu, dergelijke kanalen telt men in
ons land bij tientallen, o.m. in Gro
ningen, Friesland en Drente!
Wat hebben degenen, die onze
Noordelijke provincies thans on
verdedigbaar achten, hiertegenover
te zeggen?
Bekend is, dat de K.V.P. binnen
kort met een vierde rapport over de
situatie van de middengroepen voor
de dag zal komen. Het wordt na het
stellen van de diagnose en het op
stellen van een verbeteringspro
gram in de voorgaande rapporten
van belang nu eens na te gaan, hoe
we er precies met dit vraagstuk
voor staan na enige jaren van actie.
We menen een voorafschaduwing
van dit nieuwe rapport te mogen
bespeuren in een enkele opmerking
welke Prof. Romme tijdens de al
gemene beschouwingen betoogde:
Ik zou met aandrang aan de Rege
ring willen vragen om naast de toe
passing van de 6-percentsverhoging
op haar eigen personeel tevens na
der te overwegen een wat verder
gaande verhoging voor de midden
groepen".
De minister-president heeft hier
op geantwoord: „De vraag of in ze
kere zin las van de 6 procent-ver
hoging andere maatregelen nodig
zijn op grond van een vroeger bij
de stijging gemaakt verschil tussen
hoger en lager peroneel, zal van
wege de Minster van Binnenland
se Zaken bij zijn begroting kunnen
worden behandeld".
Men ziet: dat klinkt nu niet
direct afwijzend. En mocht de re
gering straks bevestigend antwoor
den op prof. Rommes vraag, dan
komt meteen de kwestie aan de or
de, of en hoe dit regeringsvoorbeeld
ook voor de middengroepen buiten
de ambtelijke wereld kan worden
doorgevoerd. Er zit wel „muziek"
in. We hoorden al fluisteren over
een percentage van 9 procent voor
de achtergebleven groepen. Binnen
kort zullen w e er wel meer van
vernemen.
jl 0
De boeren in Baarle-Hertog leveren niet meer aan de Neder
landse zuivelfabriek. Ze hebben, sinds enkele weken, hun lid
maatschap van de coöperatie opgezegd en gaan nu hun melk
ineens aan de Belgische afnemers verkopen. Dan krijgen ze er
meer voor.
Een logisch besluit, zult U zeggen. Zaken zijn zaken.... Maar
zo eenvoudig is het toch niet. De boeren namelijk, die hun huis
op Belgisch grondgebied hebben staan, rekenen zich uit hoofde
hiervan tot de gemeenschap van onze Zuiderburen. De meesten
echter hebben de Nederlandse nationaliteit en van hun grond is
maar een klein deel Belgisch.
De directie van de coöperatieve is ontstemd. De mensen, zegt zij, die
nu hun lidmaatschap hebben opgezegd, profiteren van alle zorgen die
de Nederlandse boeren genieten. De kostprijs van hun melk is even hoog
als die van hun Nederlandse collega's.
Hierom gaat het in feite. Voor de
oorlog, toen de prijzen in Nederland
hoger lagen, dachten de Belgische vee
houders er niet aan, het gezicht naar
Advertentie)
Nu zoveel mensen
om U heen ver
kouden zijn, mag
U vooral Uw keel
niet verwaarlozen.
Geef de bacillen
geen kans, gebruik
J-JET TWEEMAANDELIJKS tijdschrift „West-Vlaanderen" van het
Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond (Beheer Polenpiein 5, Roe-
selaere). is met een lijvig September-nummer uitgekomen, geheel ge
wijd aan het hedendaagse West-Vlaamse proza. Deze novellenbundel
kreeg als titelpagina een reproductie van De Lezer naar een genoeglijk
schilderij van Adriaen van Ostade.
22 DEELNEMERS
^JIET MINDER DAN 62 schrijvers
hebben aan de samenstelling
van deze regionale bloemlezing deel
genomen. Zoals een der redacteuren,
dr Albert Smeets, in een woord
verklaart. werd niemand prin
cipieel uitgesloten om het overzicht
zo objectief mogelijk te maken. We
gens plaatsgebrek moest men auteurs,
die zich op meer speciale genres toe
leggen, zoals het jeugd- en kinder
boek. het reisverhaal en het essay la
ten vallen. Ook de toneelschrijvers
ontbreken, met uitzondering van de
uiterst productieve Jos Janssen,
wiens Wonderdoktoor ook buiten
Vlaanderen veel bijval verwierf.
De aflevering opent met een frag
ment i]it „Onze Streek" van Stijn
Streuvels, ere-deken van het C.V.K.V.
Het uitzonderlijk fraaie handschrift is
in fascimile afgedrukt.
Andere, ook in Noord-Nederland
bekende, figuren zijn Raymond Bru-
lez, die een sprookje bijdroeg; André
Demedts met een geestig voorval uit
een dokterspractijk; Jean du Pare
(Willem Putman), onlangs overleden
en in dit nummer herdacht met een
levensbeschrijving en een weergave
van de lijkrede, uitgesproken bij de
begrafenis te Waregem; Marcel Mat-
thijs, bekend om zijn „Een spook op
zolder" en hier vertegenwoordigd met
een der beste verhalen, namelijk „De
diplomaat en de galg" en ten slotte
Lia Timmermans, die een charmant
boekje schreef over haar vader en die
hier een gedeelte afstond uit haar
nieuw werk „Uit het kleine Album
van Martha", dat dezer dagen van de
pers kwam.
Van de schrijvers, die naar de in
leider meent, door al te grote be
scheidenheid tot du toe onvoldoende
erkenning verwierven, moge nog ge
noemd worden Marcel Boey. Deze
droeg een vertelling bij, die speelt in
Indonesië. Ook Arthur Verthe liet
zich inspireren door de tropen. Zijn
fascinerend verhaal ,,Een eenzame
avond" speelt in Kongo. Het ligt in
de lijn der verwachtingen, dat de bij-
Advertentie)
drage van F. R. Boschvogel zich op
historisch ge bied beweegt. Hij toont
zich ook hier in een boeiend relaas
de man van het vak. Daarentegen is
Jan Schepens met zijn „Schoolreis"
niet boven het niveau van een jon
gensopstel uitgekomen. Het proza van
Leo Devloo in zijn sprookje „Van
Prins Joris en Prinses Johanna" was
voor ons een openbaring. „De Groene
Glaskogel" van Gaston Duribreux is
fantastisch en boeiend zoals al zijn
pennevruchten.
DE ILLUSTRATIES.
TTET SPREEKT vanzelf, dat niet alle
novellen even waardevol zijn,,
maar over het geheel genomen mogen
we zeggen, dat hier een bloemlezing
is tot stand gebracht, die een goed
beeld geeft van het proza, dat West-
Vlaanderen kan opbrengen. We ho
pen, dat deze bundel ook in Noord-
Nederland de aandacht zal trekken,
want tal van schrijvers verdienen een
bredere erkenning dan alleen die van
streekgenoten.
Het was een voortreffelijke ge
dachte alle verhalen door West-
Vlaamse kunstenaars te doen illustre
ren,waar door de samenwerking tus
sen letterkunde en plastiek op geluk
kige wijze in de hand werd gewerkt.
Ook hier komt men voor tal van ver
rassingen te staan, daar de meeste
tekenaars boven de Belgische Noord
grens volkomen onbekend zijn.
De documentaire waarde van deze
uitgave wordt aanzienlijk vergroot
door de bio- en bibliografische bij
zonderheden, die de ijverige redac
teur-secretaris Fernand Bonneure ver
strekt. Van elke schrijver is boven
dien een foto opgenomen.
Het November-December-nummer zal
weer een speciale aflevering zijn, ge
wijd aan het ideaal wonen. Het zal
een kijkje geven in de moderne bouw
stijl van verschillende Europese lan
den en de Nieuwe Wereld. Voor de
volgende jaargang wordt een nummer
over Frans Vlaanderen aangekondigd.
W. v. d. V.
het Zuiden te keren. Ze leverden hun
melk aan Nederland en kregen er
goed geld voor.
De laatste jaren echter betaalt Bel
gië meer. De boeren bleven niettemin
hun melk naar de coöperatie brengen.
De fabriek mocht uit hoofde hiervan
een kwantum, gelijk aan de door Bel
gische boeren geleverde hoeveelheid,
over de grens voeren. Dat leverde een
extra-winst op die dan gelijkelijk on
der alle aangesloten boeren, zowel Ne
derlandse als Belgische werd verdeeld.
Als de Belgische boeren inderdaad
op België waren aangewezen, zou hun
besluit te billijken zijn. Wie meer be
taalt voor zijn levensonderhoud, moet
meer verdienen, om de eindjes aan el
kaar te kunnen knopen. In feite ech
ter genieten de mensen in kwestie van
alle Nederlandse voordelen. De toe
vallige omstandigheid, dat zij hun
woonhuis op Belgisch grondgebied
hebben staan, geeft hun echter aan
leiding, zich tot de Belgen te reke
nen.
VOORDELEN
De boeren zelf beweren: we geven
er op toe. En de toestand in de Baarle's
is wel zo ingewikkeld, dat men niet
nauwkeurig kan controleren, in hoe
verre kost en baat van hun bedrijf af
wijkt van de Nederlandse omstandig
heden.
Het is echter een feit, dat uitgestrek
te landerijen, die bij een „Belgisch" be
drijf horen, op Nederlands grondge
bied liggen en de overheid er nooit
aan gedacht heeft, de eigenaars ervan
als Belgen t. behandelen. Zij profiteer
den van de rundveebestrijding, zoals
die in Nederland wordt aangepakt, ze
kregen de gebruikelijke steun voor
hun beestjes en ga zo maar door
Nu gaat de melk. die zij aan de co
öperatie plachten te leveren, dus recht
streeks naar België. Maar dat betekont
tevens, dat er weinig controle meer is
en dat de verleiding ook voor anderen
wei eens groot kon worden om hun
melk naar de beter betalende Belgi-
gische huisvrouwen te brengen. Dit zou
de goede verstandhouding, zoals die tot
nu toe altijd heeft bestaan, nog méér
afbreuk doen.
Men kan de Belgische boeren be
zwaarlijk verplichten, hun melk aan
de coöperatie te leveren. En evenmin
is het goed denkbaar, dat men de
grens in Baarle helemaal open zou
stellen. Dit kon de Nederlandse boeren
geliike voordelen geven als hun colle
ga's die toevallig hun hofstee1 hebben
op een van die Belgische eilandjes, die
tesamen de enclave van Baarle Hertog
vormen. De Belgische overheid zou er
weinig bezwaar tegen maken, maar
honderden tonnen boter zouden op die
manier, zonder een regeringsheffing,
die het prijsverschil nivelleert, de
grens overgaan. Van Nederlandse zijde
zou men dus wel op tegenstand mogen
rekenen.
In elk geval zit men met de melk
kwestie een beetje in de maag. Het is
weer eens een van de vele onaangena
me gevolgen van een onmogelijke toe
stand, die blijkbaar onmogelijk kan
worden opgelost. De directie van de
zuivelfabriek die 35 van de 280 leden
zag vertrekken .heeft terecht haar be
zwaren. En de boeren zullen inderdaad
wel ongelijk hebben. Aan de andere
ka at echter moet men bedenken, dat zij
van twee walletjes kunnen eten, om
dat er nooit iemand is geweest, die
de walletjes zo wist te leggen, dat het
water ertussen diep genoeg werd.
De verleiding blijft nu eenmaal be
staan.
De mijnbouwmaatschuppij
Iiibernia te Heme in West-
falen overweegt haar depu-
taatkolen, de voor gebruik
door mijnwerkers bestemde
kolen te kleuren, teneinde de
ontoelaatbare verkoop er van
aan derden te voorkomen.
Evenals dit in de Ver. Staten
reeds gebeurt, zullen de ko
len met een kleurstof bespoten
worden. In laatstgenoemd land
past men deze methode toe
om kolen van bepaalde kwa
liteit duidelijk kenbaar te
maken.
l\ieuw
Geleerden, die het congres van de
Standard Oil Development in Atlan
tic City bijwoonden, hebben voor
bet eerst kennis gemaakt' met een
nieuw middel, dat lange redevoe
ringen voorkomt. Wanneer ie tijd
van de spreker bijna om was ging
er een geel licht branden, dat rood
werd als de laatste seconde was
verstreken. Trok een van de geleer
den zich niettemin niets aan van
waarschuwende tekenen dan ont
plofte er een rookbom, die hem van
het spreekgestoelte verdreef.
Risico
In Trenton hield mevrouw Law
rence Kelly zoveel van paarden, dat
zij op een gegeven moment suiker
klontjes ging voederen aan het rij
dier van een bereden agent. Het
beest at de suiker op, maar toen
mevrouw opstapte, gaf het haar
een trap, waar 'oor zij gewond werd.
Nu wilde mevrouw Kelly opeens
schadevergoeding van de gemeente
hebben, maar de rechter heeft reeds
verklaard, dat men op eigen risico's
paarden voert en trappen maar op
de koop toe moet nemen. Mevrouw
eet de suikerklontjes voortaan zelf
maar op.
Raadsel
Wetenschapsmensen zijn een
onderzoek begonnen naar het
vreemde gedrag, dat de elanden
in de buurt van het Zweedse
plaatsje Aelsvborg ontplooien. Zij
rennen de laatste tijd op ieder
mensenkind af en likken dat teder
in het gezicht. De elanden hebben
dat vroeger nooit gedaan. Men
wil zien of het de dieren af te
leren is.
Haast
Tot schrik van de toeschouwers
holde een olifant, waarop kinderen
ritjes kunnen maken in de dieren
tuin van Johannesburg, plotseling
in grootse vaart naar zijn stal. Er
zaten acht jongens op zijn rug, die
gelukkig ongedeerd konden afstap
pen. De oorzaak was, dat het beest
een vrouwtjes-olifant, zekere Mona,
waarnam. Twee jaar geleden deed
Mona van haar kant hetzelfde en
toen heeft het ook in de krant ge
staan.
Lijfrente
Poes Dusky in Londen be
hoeft zich haar gehele leven
geen zorgen meer te maken-
Haar onlangs overleden bazin
liet haar poes een lijfrente van
vijf gulden in de week na en
dat is genoeg om kattebrood en
melk te betalen. Waarschijnlijk
houdt poes Dusky er nog wel
een klein zakcentje van over
ook.
Oog
Het „grote oog" zal weer maar
eens een keer de hemel afzoeken.
Het is een enorme telescoopcamera,
die bij San Diego in Californië staat
en waarmee men al eerder geheimen
in het zwerk heeft ontdekt. Het oog
kan 19.ooo.ooo.ooo.ooo.ooo.ooo.ooo
kilometer ver kijken, hetgeen nogal
wat is om te lopen.
Schoolmeisje
Een schoolmeisje van 17 jaar zal
misschien keizerin van Japan wor
den. Volgens een Japans blad, dat
wü steeds nauwgezet lezen, is zij
verloofd met de kroonprins. Het
meisje, Hatsuko, is van adel. Haar
vader sneuvelde in 1937 tijdens een
gevecht met Russische schepen. De
familie verloor haar titels en is
thans geheel verarmd.
Pijpen
Juffrouw Marie Quackenbush in
New York heeft verklaard, dat
mannen weg zijn van vrouwen, die
pijp roken. Zij kan het weten, want
zij heeft een zaak in rookartikelen,
met als specialiteit damespijpen. De
verkoop daarvan is na haar uit
spraak geweldig gestegen, dus Marie
kan in haar handen wrijven. Zij op
haar beurt is namelijk weer meer
weg van winst.
Honkvast
In Rambouillet, in het goede
Frankrijk, is mevrouw Angeline
Philip-Dalbiez gestorven. Zij werd
102 jaar oud. Haar hele leven heeft
ze geen stap buiten haar dorpje
gezet.
t—
6tA Ctl
„Ze hebben geen rode stikzijde,
daarom heb ik maar een ijsje
gekocht!"
Geïmporteerd door: N.V. CIGARETTES IMPORT CY - A.J. BLOK^ SCHEVLNINGEN
WOENSDAG 20 OCTOBER 1954
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 Nws; 7.10
Gewijde muziek; 7.45 'n Woord voor de
dag; 8.00 Nieuws en weerber.- 8.15 Gram;
9.00 Voor de zieken; 9.30 Voor de vrouw;
9.35 Waterstanden; 9.40 Gram; 10.30 Mor
gendienst; 11.00 Gram.; 11.20 „Neem de
lantaarn, Pierre", hoorspel; 12.00 Gram;
12.30 Land- en tuinb. meded.; 12.33 Vo
caal ens.; 12.53 Gram; evt act.; 13.00
Nieuws: 13.15 Prot. Interkerkelijk Thuis
front; 13.20 „Boris Godounov" opera (ac-
tes 2, 3 en 4); 15.05 Gram; 18.00 Voor de
Jeugd; 17.20 Gram. of act.; 17.30 Orgel-
conc.; 18.00 Mil. caus.; 18.10 Gram; 18.30
Cello en orgel; 18.45 Spectrum v. h. Chr.
organisatie- en verenigingsleven; 19.00
Nieuws en weerber.; 19.10 Muz. caus.;
19.30 Buitenl. overz.; 19.50 Gram; 20.00
Radiokrant; 20.20 Radio Philharm. ork.
en soliste; 21.25 „Augustinus", caus; 21.45
Pianoduo; 22.10 Internat, evangelisch
comm.; 22.20 Kerkkoor en orgel; 22.45
Avondoverdenking; 23.00 Nieuws en SOS-
ber.; 23.15 „Man en vrouw", caus; 23.45
24.00 Gram.
HILVERSUM II 298 m. 7.00 Nieuws;
7.10 Gram.; 7.15 Gym.; 7.30 Gram.; 7.45
Even opkrikken!; 7.50 Gram.; 8.00 Nieuws
8.18 Gram.; 8.50 Voor de huisvr.; 9.00
Gym.; voor de vrouw; 9.10 Gram.; 10.00
Schoolradio; 10.20 Voor de vrouw; 11.00
Gram.; 12.00 Orgel en zang; 12.30 Land
en tuinb. meded.; 12.33 Voor het platte
land; 12.38 Gevar. muz.; 13.00 Nieuws;
13.15 Tentoonstellingsagenda; 13.18 Dans-
muz. 13.50 Gram.; 14.00Medische kron.;
14.10 Voor de jeugd; 16.00 Voor de zieken;
16.30 Gram.; 17.15 Accord, ork. en solist;
17.50 Regeringsuitz.: Dr. E. van Raalte:
Rijksdelen Overzee; De Rijksdelen Over
zee en d Staten-Generaal"; 18.00 Nieuws
en comm.; 18.20 Orgelsp.; 18.35 Act.; 18.45
Gitaarens en solist; 19.00 Voor de jeugd;
19.10 „Niet met de mond vol tanden,
caus.; 19.25 Vara-Varia; 19.30 Voor de
jeugd; 20.00 Nieuws; 20.05 Pol. comm.;
20.15 Voor de militairen; 20.50 De diefstal"
hoorspel; 21.25 Promenade ork. en sol.;
22.25 Weersverwachting; 22.40 Joods progr;
23.00 Nieuws; 23.15 Socialistisch nieuws
jn Esperanto; 23.00 Lichte muziek; 23.40
24.00 Gram.
BRUSSEL 324 m. 11.45 Gram; 12.00
Idem; 12.30 Weerber.; 12.34 Gram; 13.00
Nieuws; 13.15 en 14.10 Gram.; 14.15 Ork.
Gram.; 14.00 Schoolradio; 15.45 Kamer-
muz.; 16.00 Koersen; 16.03 Omr. ork.;
17.00 Nieuws; 17.10 Fagot en piano; 17.50
Boekbespr.; 18.00 Vlaamse dichters in
woord en melodie; 18.30 Voor de solda
ten; 19.00 Nieuws: 19.40 Volkszang; 20.00
..Die Lustige Witwe", operette; 22.00 Nws
22.15 Gram.; 22.45 Idem; 22.5523.00 Nws.
BRUSSEL. 484 m, 12.00 Gram; 13.00
Niews; 13.15 en 1* 10 Gram.; 14.15 Ork.
concert; 15.00 Gram; 16.05 Lichte muz.;
17.00 Nieuws; 17.15 Gram.; 17.30 Viool
recital; 17.55 18,33 en 19.15 Gram.; 19.28
Idem.; 19.30 Nieuws; 20.00 Ork. concert.;
21.45 Gram.; 22.00 Nieuws; 22.15 Lichte
muz.; 22.55 Niuws.
(Advertentie)
Genezende warmte door wrijven met:
een Zwitsal preparaat
door
Louis Joseph Vange
28)
„Dat weet ik", antwoordde Nat droog
„maar wel weet ik toevallig, dat je een
Project om gas uit ruwe olie te ma-
onderhanden hebt en als mijnheer
Graham naar mijn raad luistert, zal jij
z'J.n patent niet krijgen, voordat ik met
mijn vriend Kellog overlegd heb."
„Kellogg!"
„Ja! Die van L. J Bartlett Co."
™et zlin wijsvinger gaf hij, dit zeg-
ini' n h a m een stoot in de borst,
z°ais nij het de Sheriff met zoveel
succes gedaan had. Burnham sprong
had a'S°' ee" s'ang 'lem Sebeten
„Goed: Als u hier Kellogg vertegen
woordigt" Mm paste wel op dit te
gen te spreken „dan trek ik mij te
rug. Alleen kan ik me niet begrijpen,
waarom hij u hierheen gezonden
heeft"
„Ik zou me schamen om het te zeg-
8™zei Duncan eerlijk en lachend
„G deert beter het hem te vragen."
Burnham deed een laatste poging
9m Nat schaakmat te zetten. „Dat zal
rs ,Zf,ke' doen. mijnheel Hoe Heet u
Ook A „et li' 1 or hetzelfde ogenblik,
dat ik hem zie Daar kunt u een wed
denschap op aangaan!"
„Nee, dat kan ik niet!" merkte Nat
onnozel op. „Ik mag namelijk niet
wedden."
Deze vondst verbijsterde Burnham.
Op hetzelfde ogenblik, dat hij zijn ne
derlaag moest erkennen, verloor hij
zijn zelfbeheersing. Kwaad draaide hij
zich om.
„Met jou is helemaal niet te praten."
„Inderdaad niet!" gaf Nat volmon
dig toe.
„Ik spreek u nog wel eens, mijnheer
Graham!"
„Maar niet onder vier ogen, als ik er
wat aan doen kan", zei Duncan ho
ningzoet.
„Neemt u van mij een goede raad
aao", vervolgde Burnham, Nat's op
merking straal negerend, „doet u met
die vent niet langer zaken alvorens u
eerst eens precies weet, wie hij is."
Toen was hij met een woedend „Goe
dendag" de winkel uit.
„JEn mijnheer Graham?" Duncan
wendde zich een beetje ongerust tot
de uitvinder. Die straalde echter van
een welhaast zalige voldoening. Met
de ogen half dicht, de mond kramp
achtig gesloten en de vingertoppen te
gen elkaar, terwijl zijn gestalte zacht
jes schommelde.
„Zo spral- Margaret soms" zei hij.
.Ze was de beste vrouw van heel de
wereld. Ze zorgde altijd voor me en
maakte, dat ik geen gekke dingen
/leed.... net als jij nu gedaan hebt.
beste jongen."
Duncan zweeg enige ogenblikken, uit
eerbied voor de herinneringen van de
oude man en zich klein voelend door
de vergelijking, die hij gemaakt had.
Toen zei hij: „Ik ben bang, dat wat ik
zeggen ga, u misschien erg vreemd zal
klinken.... ik ben hier niet om u uw
uitvinding afhandig te maken
„Niets op de wereld zou mij dat ooit
kunnen doen geloven", zei Graham,
zijn hand op Nat's arm leg- >nd. „Maar
met vijfhonderd dollar had ik je terug
kunnen betalen voor het overnemen
van die wissel enen had ik Betty
een nieuwe japon kunnen kopen voor
dat partijtje. Maar ik ben er zeker van,
dat je het beste hebt gedaan wat mo
gelijk was. Jij bent nu eenmaal een za
kenman!"
„Zeg dat niet!", smeekte Nat bijna
woest. „Dat heeft men mij dc aatste
tijd zo dikwijls gezegd, dat ik het niet
meer horen kan."
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Sam Graham zei mij diezelfde avond
„Ik kan mij naar niet voorstellen, dat
er in zo korte tijd zoveel dingen ge
beurd zijn. Ik kan me nauwelijks voor
stellen, dat het maar een paar dagen
geleden is, dat Duncan hier om werk
kwam vragen. Het is ongelooflijk, wat
hij al een verandering teweeg heeft
gebracht."
Hij maakte een veelbetekenend
handgebaar en de geheel vernieuwde
winkel rondkijkend, moest ik het met
hem eens zijn. Alles zag er even net
jes en keurig uit. bijzonder aantrek
kelijk. De kasten stonden vol keurig
gearrangeerde patentgeneesmiddelen
tubes, flacons, enz. en nergens waren
onuitgepakte voorraden in kisten of
grote dozen te zien.
„Je moest hem eens zien werken!
Niet te geloven, Homer! Hij zei, dat
hij vroeg thuis wou zijn om een brief
te schrijven aan een vriend in New-
York, een zekere mijnheer Kellogg.
Over mijn uitvinding. Maar eerst wil
de hij de hele winkel weer tip-top
voor morgen in orde hebben. Kijk
maar eens rond!"
„Maar ik dacht, dat Roland Barnet
te.merkte ik listig op. Natuurlijk
had ik klanken opgevangen van wat
er gebeurd was zoals zowat ieder
een in het stadje en hoe Roland en
zijn vriend, mijnheer Burnham, van
het hotel zogenaamd naar het station
gaande, eerst nog weer bij Graham
waren geweest. Maar het fijne van de
zaak wist niemand. En ik wilde graag
het naadje van de kous weten, zoals
we dat in Radville zeggen.
Dus was ik op weg van kantoor naar
huis even bij Graham aangelopen om
een babbeltje te maken en een pijp
te roken, iets wat ik zelden doe, maar
dat toch zijn nut heeft om mijn ge
dachten wat tot rust te laten komen
na al dat denken en schrijven voor de
couran. Sam was juist bezig de zaak
te sluiten. Hij was alleen in de winkel,
daar Duncan een uurtje vroeger dan
gew -inlijk was weggegaan en Bet'y
was boven daar het al half negen
was terwijl de rest van Radville
een paar lieden, die in het hotel
rond de bar hingen, uitgezonderd -
bezig was de avond door te suffen tot-
1 dat het gelukkig tijd zou zijn om te
gaan slapen. Na negenen was het in
de stad zo rustig als op een kerkhof.
Als journalist, gewoon om uit ieder
een elke druppel nieuws te pompen
en zonder enige barmhartigheid op dit
gebied, wist ik natuurlijk binnen het
uur van ouwe Sam precies wat er die
dag gebeurd was. Toen ik hem een
uur later goedenavond zei, liet ik hem
moe maar gelukkig achter, terwijl ik
zelf door zijn opgewektheid een heel
stuk opgeknapt was en genoeglijk naar
huis wandelde onder het half-duister
van het bladerdak der bomen in Main
Street.
Na enige tijd merkte ik, dat iemand
achter mij aankwam en bleef staan,
denkende dat het een mijner gewone
kennissen zou zijn. Maar aan de haas
tige voetstappen van de naderbij ko
mende bemerkte ik aldra, dat het nie
mand van Radville kon zijn. Het was
net licht genoeg om een herkenning
mogelijk te maken en dus groette ik
hartelijk met een:
„Goede avond, mijnheer Duncan."
Hij bleef direct staan en staarde
door het halfduister. „Goede avond!
hé! mijnheer Littlejhon Een
genoegen u te zien."
Hij kwam naast me lopen en geza
menlijk gingen we naar huis, terwij]
hij wat langzamer doorstapte uit res
pect voor mijn leeftijd. „Is u niet
laat?"
„Een beetje", gaf ik toe. „Ik heb
wat gebabbeld met Sam Graham.
„Zo....?"
„U is zelf ook laat, mijnheer Dun
can. tenminste voor iemand van zo
geregelde levensgewoonten, om niet
te zeggen ongewoon geregelde."
Hij lachte zachtjes.
„Ja, ik had een brief die met de
eerste ochtendtrein mee moest."
„Dan heeft u belangen bij die bran
der van Sam?"
„Ik hoop van niet, maar ik hoop
anderen er voor te interesseren....
Ja. mijnheer Graham heeft u natuur-
'ijk een en ander verteld.... het viel
mij op. dat een man als Burnham er
vijfhonderd dollar aan wou wagen:
hij zag er blijkbaar een kansje in, dat
ik voor mij net zo graag aan mijnheer
Graham zou gunnen. Daarom heb ik
een gedetailleerde beschrijving van
het ding aan een vriend van mij in
New-York doen toekomen, die van die
dingen verstand heeft, om dat voor
mij eens na te zien."
Daarna zweeg hij even. Opeens vroeg
hij echter:
„Wat is kolonel Bohun voor
iemand?"
„Waarom vraagt u dat?"
„Ik zag hem vanavond. Hij kwam
bij ons voorbij en bleef stil staan om
naar binnen te kijken, alsof hij de
zaak haatte. Hij bleef zolang staan,
dat ik er bijna zenuwachtig van
werd en aan Miss Lockwood vroeg
die net nog even een glas limonade
kwam drinken of hij een anarchist
was of een inbreker in ruzie. Zij zal
mij wie hij was, maar bleef verder
onmenselijk gereserveerd".
„En da' is voor Josie wel heel on
gewoon als het over anderen gaat",
merkte ik lachend op. Maar daar
ging Duncan niet op in en dus deed
ik hem het verhaal aangaande de
meest vooraanstaande familie van
Radville. „Het verhaal gaat, dat de
Bohuns een van die planterfamilies
waren, die ziek waren van het houden
van slaven, de hunne in vrijheid stel
den en naar het Noorden trokken,
waarbij zij zich in Radville neerlie
ten. Ik geloof, dat zij ergens vanuit
de buurt van Lynchburg kwamen,
maar dat is een paar geslachten ge
leden. Toen de burgeroorlog uitbrak,
kon de oude kolonel daar" ik
maakte een vaag gebaar in de rich
ting van zijn woning „niet onzij
dig blijven, maar hij kon ook niet
vechten aan de zijde van de Noorde
lijken en dus vocht hij voor het Zui
den. Toen de oorlog eindelijk voorbij
was, kwam hij thuis om te horen,
dat zijn zoon later bij de Radville-
vrijwilligers getekend had en nooit
was thuis gekomen vermist voor
Gettysburg. Dat deed hem bijna de
dood aan, hoewel hij nog jong was.
Hij was er gevoelig op het punt van
eer en beschouwde zijn zoon als een
„verrader".
„En dat heeft hem zo verbitterd
gemaakt tegen de hele wereld?"
„Dat niet alleen. Hij had ook nog
een dochter, Margaret. Ze was het
mooiste meisje van de wereld.... Ik
geloof, dat mijn stem hier even beef
de bij de herinnering aan de overle
dene.
(Wordt vervolgd)