WYBERT MensencM.uzen CONVOY CONVOY *%%*r CONVOY U ruikt'I - U- proeft 't! ZWITSARUB Meningen en Commentaren ..Belgische'* boeren leveren niet meer aan de fabriek Keur van West-Vlaams proza AT EEN ONDERLIJKE ERELD MEISJES MET GELD fdr m J RADIO Tekoi 't aan arbeidskrachten Onze defensie Middengroepen Melkkwestie in de Baarle s Voordelen van twee kanten Juist nu! Voortreffelijke samenwerking tussen letterkunde en plastiek Gekleurd Verkouden kinderen? TWEEDE BLAB DINSDAG 19 OCTOBER 1954 Het tekort aan arbeidskrachten is aanwezig en wordt zeer sterk ge voeld. In het ene soort bedrijf min der dan in het andere en niet in elke streek even sterk. Het zijn niet alleen de cijfers van de statistiek, waarbij vastgesteld is of wordt, dat er een tekort is. In verschillende metaalbedrijven en in de aannemerswereld 'ondervond men dit tekort al gedurende ge heel 1954. Het tekort aan arbeiders, niet di rect tot de vakbekwamen te reke nen, was en is vooral voelbaar in die bedrijven, waar zwaar werk gedaan moet worden. Angst voor hard werken? Het tekort aan vakbekwamen blijft, omdat het natuurlijk niet mogelijk is, door een spoedoplei ding vakbekwaamheid aan te kwe ken. Degenen echter die blijk ge ven, aanleg te hebben, krijgen nu de kans in enige jaren in de rij der vakbekwamen opgenomen te wor den. Het „proletariaat" der witte boor den blijft groeien. Verwacht men gemakkelijk werk te vinden, waar bij geen zweet gelaten wordt? „Men" heeft er tegen geschreven, maar dat helpt niet, want allerlei regeringsbureaux en ook wel de ge meenten beconcurreren elkaar bij de aanwerving van jonge boorden- krachten, die jammer genoeg voor hen, in hun latere jaren zullen merken, dat zij langs deze weg zich slechts een slecht betaalde levens baan hebben gekozen. Maar het is merkwaardig ook de werkkrachten met de witte boord zoeken de gemakkelijkste weg om aan een eerste levens-in- komste te komen. Er melden zich niet voldoende „werknemers", die als onderwijzer, leraar, onderofficier en officier in het leven willen treden. Voor deze functies moet immers gestudeerd worden. En dat bekomt blijkbaar weinigen. Hiervoor zijn te weinig sollicitanten, voor wie het oud-Ne derlands gezegde: „de cost gaet voor de baet uit" een levende en sprekende waarheid is. Waterstaat klaagt over een te weinig aan „civiele ingenieurs", nodig als het grote werk van de Afsluitdijk zal beginnen, techni sche bedrijven vragen nu weer M.T.S.-ers. Enige jaren geleden was men bang voor een teveel aan dok ters, nu blijken bijvoorbeeld in het militaire kamp onvoldoende re serve-officieren van gezondheid aanwezig te zijn. En zo gaat dat maar door: het ge vraag naar arbeidskrachten in alle sectoren van ons dagelijks leven. Men vraagt zich af, hoe dat zal af lopen. Men is er nieuwsgierig naar, omdat men het onbegrijpelijk vindt. Hier is het voor de gehele maat schappij voorlopig verbazende en in het voorjaar van 1955 misschien aansprekende verschijnsel van een tekort, dat de indruk geeft een of meer jaren blijvend te zullen zijn. We moeten afwachten, tot de win tertijd voorbij is, de suikerbieten campagne ten einde is en in de wa- tersnoodgebieden de spoedwerk- zaamheden afgelopen, hoe het ver schijnsel zich dan vertoont. Voor spellingen op dit gebied (optimis tisch of pessimistisch) lijken mij geen nuttig effect te hebben. Gelukkig zal het Nederlandse volk zich wel een beetje aanpassen aan het verschijnsel. Zo, bijvoor beeld: er worden meer dan voor heen studiebeurzen verschaft in de uithoeken van het land, om daar door meer studenten te krijgen voor Universiteit of Middelbaar Technische School. Een ander voor beeld: Allerwegen zijn er bedrijfs- cursussen om lichamelijke en zwak- geestelijke onvolwaardige arbeids krachten aan lichte, maar overigens noodzakelijke, arbeid te helpen. Vele besturen zoeken, overigens noodzakelijke, lichte arbeid op te dragen aan oudere min of meer in valide of in allen gevalle onge schoolde arbeiders. Het tekort aan arbeiders dwingt menige industrie tot de invoering van moderne machinale arbeids- methoden, waarbij „dure" mense lijke arbeid gespaard kan worden. Er is hier en daar al een trek aanwezig bij openbare lichamen van bestuur om hun personeel eens wat te gaan inkrimpen als een eer ste begin van bezuiniging op de uitgaven. Allemaal zaken, die men in el- kaars verband moet zien, voor wat betreft hun invloed op het Neder lands arbeidsbestand. Vóór 1940 droegen duizenden stu dies en statistieken over de werk loosheid er weinig toe bij om deze op te heffen, te verzachten of te bestrijden, terwijl ze plotseling verdween of sterk inkromp. Even min zal het nu plaats hebbende ver- schijnse' voldoende duidelijk zijn om een redelijke methode te vinden voor het voorkomen van nieuwe schommelingen. Ook thans weet men niet of het tekort aan arbeids krachten kort zal duren of plotse ling weer zal ophouden. Het lijkt wel dat in het bijzon der voor dit verschijnsel geldt: de men wikt en God beschikt. Maar hoe het zij, het mag best eens onze aandacht hebben. B. o. Z. Ir. J. De militaire medewerker van de Nieuwe Rotterd. Crt. geeft het ver haal van de verbitterde strijd om de Schcldemonding, nu tien jaar ge leden. En hij voegt daaraan deze opmerking toe: „Het is buitenge woon belangwekkend en instructief om te zien, hoe ster'' n - 4 landse dijk- en kanaalstellingen zijn en welke moeite en offers het aan de toch uitmuntende en geharde Canadese troepen kostte om deze stelling te veroveren. Wij betwijfelen of dit door onze militaire leiding in voldoende mate wordt ingezien en vrezen dat uit dit onjuiste en door de krijgsgeschie denis weerlegde inzicht o.m. de hui vering voortspruit om onze Noord oostelijke provinciën te verdedigen" De militaire medewerker citeert een boek van Stacey over de strijd der Canadezen in de wereldorolog. Deze noemt het volgens Neder landse begrippen zeer smalle en on betekenende kanaal Antwerpen- Turnhout, „de volgende formidabele hindernis" na het Albertkanaal. Wel nu, dergelijke kanalen telt men in ons land bij tientallen, o.m. in Gro ningen, Friesland en Drente! Wat hebben degenen, die onze Noordelijke provincies thans on verdedigbaar achten, hiertegenover te zeggen? Bekend is, dat de K.V.P. binnen kort met een vierde rapport over de situatie van de middengroepen voor de dag zal komen. Het wordt na het stellen van de diagnose en het op stellen van een verbeteringspro gram in de voorgaande rapporten van belang nu eens na te gaan, hoe we er precies met dit vraagstuk voor staan na enige jaren van actie. We menen een voorafschaduwing van dit nieuwe rapport te mogen bespeuren in een enkele opmerking welke Prof. Romme tijdens de al gemene beschouwingen betoogde: Ik zou met aandrang aan de Rege ring willen vragen om naast de toe passing van de 6-percentsverhoging op haar eigen personeel tevens na der te overwegen een wat verder gaande verhoging voor de midden groepen". De minister-president heeft hier op geantwoord: „De vraag of in ze kere zin las van de 6 procent-ver hoging andere maatregelen nodig zijn op grond van een vroeger bij de stijging gemaakt verschil tussen hoger en lager peroneel, zal van wege de Minster van Binnenland se Zaken bij zijn begroting kunnen worden behandeld". Men ziet: dat klinkt nu niet direct afwijzend. En mocht de re gering straks bevestigend antwoor den op prof. Rommes vraag, dan komt meteen de kwestie aan de or de, of en hoe dit regeringsvoorbeeld ook voor de middengroepen buiten de ambtelijke wereld kan worden doorgevoerd. Er zit wel „muziek" in. We hoorden al fluisteren over een percentage van 9 procent voor de achtergebleven groepen. Binnen kort zullen w e er wel meer van vernemen. jl 0 De boeren in Baarle-Hertog leveren niet meer aan de Neder landse zuivelfabriek. Ze hebben, sinds enkele weken, hun lid maatschap van de coöperatie opgezegd en gaan nu hun melk ineens aan de Belgische afnemers verkopen. Dan krijgen ze er meer voor. Een logisch besluit, zult U zeggen. Zaken zijn zaken.... Maar zo eenvoudig is het toch niet. De boeren namelijk, die hun huis op Belgisch grondgebied hebben staan, rekenen zich uit hoofde hiervan tot de gemeenschap van onze Zuiderburen. De meesten echter hebben de Nederlandse nationaliteit en van hun grond is maar een klein deel Belgisch. De directie van de coöperatieve is ontstemd. De mensen, zegt zij, die nu hun lidmaatschap hebben opgezegd, profiteren van alle zorgen die de Nederlandse boeren genieten. De kostprijs van hun melk is even hoog als die van hun Nederlandse collega's. Hierom gaat het in feite. Voor de oorlog, toen de prijzen in Nederland hoger lagen, dachten de Belgische vee houders er niet aan, het gezicht naar Advertentie) Nu zoveel mensen om U heen ver kouden zijn, mag U vooral Uw keel niet verwaarlozen. Geef de bacillen geen kans, gebruik J-JET TWEEMAANDELIJKS tijdschrift „West-Vlaanderen" van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond (Beheer Polenpiein 5, Roe- selaere). is met een lijvig September-nummer uitgekomen, geheel ge wijd aan het hedendaagse West-Vlaamse proza. Deze novellenbundel kreeg als titelpagina een reproductie van De Lezer naar een genoeglijk schilderij van Adriaen van Ostade. 22 DEELNEMERS ^JIET MINDER DAN 62 schrijvers hebben aan de samenstelling van deze regionale bloemlezing deel genomen. Zoals een der redacteuren, dr Albert Smeets, in een woord verklaart. werd niemand prin cipieel uitgesloten om het overzicht zo objectief mogelijk te maken. We gens plaatsgebrek moest men auteurs, die zich op meer speciale genres toe leggen, zoals het jeugd- en kinder boek. het reisverhaal en het essay la ten vallen. Ook de toneelschrijvers ontbreken, met uitzondering van de uiterst productieve Jos Janssen, wiens Wonderdoktoor ook buiten Vlaanderen veel bijval verwierf. De aflevering opent met een frag ment i]it „Onze Streek" van Stijn Streuvels, ere-deken van het C.V.K.V. Het uitzonderlijk fraaie handschrift is in fascimile afgedrukt. Andere, ook in Noord-Nederland bekende, figuren zijn Raymond Bru- lez, die een sprookje bijdroeg; André Demedts met een geestig voorval uit een dokterspractijk; Jean du Pare (Willem Putman), onlangs overleden en in dit nummer herdacht met een levensbeschrijving en een weergave van de lijkrede, uitgesproken bij de begrafenis te Waregem; Marcel Mat- thijs, bekend om zijn „Een spook op zolder" en hier vertegenwoordigd met een der beste verhalen, namelijk „De diplomaat en de galg" en ten slotte Lia Timmermans, die een charmant boekje schreef over haar vader en die hier een gedeelte afstond uit haar nieuw werk „Uit het kleine Album van Martha", dat dezer dagen van de pers kwam. Van de schrijvers, die naar de in leider meent, door al te grote be scheidenheid tot du toe onvoldoende erkenning verwierven, moge nog ge noemd worden Marcel Boey. Deze droeg een vertelling bij, die speelt in Indonesië. Ook Arthur Verthe liet zich inspireren door de tropen. Zijn fascinerend verhaal ,,Een eenzame avond" speelt in Kongo. Het ligt in de lijn der verwachtingen, dat de bij- Advertentie) drage van F. R. Boschvogel zich op historisch ge bied beweegt. Hij toont zich ook hier in een boeiend relaas de man van het vak. Daarentegen is Jan Schepens met zijn „Schoolreis" niet boven het niveau van een jon gensopstel uitgekomen. Het proza van Leo Devloo in zijn sprookje „Van Prins Joris en Prinses Johanna" was voor ons een openbaring. „De Groene Glaskogel" van Gaston Duribreux is fantastisch en boeiend zoals al zijn pennevruchten. DE ILLUSTRATIES. TTET SPREEKT vanzelf, dat niet alle novellen even waardevol zijn,, maar over het geheel genomen mogen we zeggen, dat hier een bloemlezing is tot stand gebracht, die een goed beeld geeft van het proza, dat West- Vlaanderen kan opbrengen. We ho pen, dat deze bundel ook in Noord- Nederland de aandacht zal trekken, want tal van schrijvers verdienen een bredere erkenning dan alleen die van streekgenoten. Het was een voortreffelijke ge dachte alle verhalen door West- Vlaamse kunstenaars te doen illustre ren,waar door de samenwerking tus sen letterkunde en plastiek op geluk kige wijze in de hand werd gewerkt. Ook hier komt men voor tal van ver rassingen te staan, daar de meeste tekenaars boven de Belgische Noord grens volkomen onbekend zijn. De documentaire waarde van deze uitgave wordt aanzienlijk vergroot door de bio- en bibliografische bij zonderheden, die de ijverige redac teur-secretaris Fernand Bonneure ver strekt. Van elke schrijver is boven dien een foto opgenomen. Het November-December-nummer zal weer een speciale aflevering zijn, ge wijd aan het ideaal wonen. Het zal een kijkje geven in de moderne bouw stijl van verschillende Europese lan den en de Nieuwe Wereld. Voor de volgende jaargang wordt een nummer over Frans Vlaanderen aangekondigd. W. v. d. V. het Zuiden te keren. Ze leverden hun melk aan Nederland en kregen er goed geld voor. De laatste jaren echter betaalt Bel gië meer. De boeren bleven niettemin hun melk naar de coöperatie brengen. De fabriek mocht uit hoofde hiervan een kwantum, gelijk aan de door Bel gische boeren geleverde hoeveelheid, over de grens voeren. Dat leverde een extra-winst op die dan gelijkelijk on der alle aangesloten boeren, zowel Ne derlandse als Belgische werd verdeeld. Als de Belgische boeren inderdaad op België waren aangewezen, zou hun besluit te billijken zijn. Wie meer be taalt voor zijn levensonderhoud, moet meer verdienen, om de eindjes aan el kaar te kunnen knopen. In feite ech ter genieten de mensen in kwestie van alle Nederlandse voordelen. De toe vallige omstandigheid, dat zij hun woonhuis op Belgisch grondgebied hebben staan, geeft hun echter aan leiding, zich tot de Belgen te reke nen. VOORDELEN De boeren zelf beweren: we geven er op toe. En de toestand in de Baarle's is wel zo ingewikkeld, dat men niet nauwkeurig kan controleren, in hoe verre kost en baat van hun bedrijf af wijkt van de Nederlandse omstandig heden. Het is echter een feit, dat uitgestrek te landerijen, die bij een „Belgisch" be drijf horen, op Nederlands grondge bied liggen en de overheid er nooit aan gedacht heeft, de eigenaars ervan als Belgen t. behandelen. Zij profiteer den van de rundveebestrijding, zoals die in Nederland wordt aangepakt, ze kregen de gebruikelijke steun voor hun beestjes en ga zo maar door Nu gaat de melk. die zij aan de co öperatie plachten te leveren, dus recht streeks naar België. Maar dat betekont tevens, dat er weinig controle meer is en dat de verleiding ook voor anderen wei eens groot kon worden om hun melk naar de beter betalende Belgi- gische huisvrouwen te brengen. Dit zou de goede verstandhouding, zoals die tot nu toe altijd heeft bestaan, nog méér afbreuk doen. Men kan de Belgische boeren be zwaarlijk verplichten, hun melk aan de coöperatie te leveren. En evenmin is het goed denkbaar, dat men de grens in Baarle helemaal open zou stellen. Dit kon de Nederlandse boeren geliike voordelen geven als hun colle ga's die toevallig hun hofstee1 hebben op een van die Belgische eilandjes, die tesamen de enclave van Baarle Hertog vormen. De Belgische overheid zou er weinig bezwaar tegen maken, maar honderden tonnen boter zouden op die manier, zonder een regeringsheffing, die het prijsverschil nivelleert, de grens overgaan. Van Nederlandse zijde zou men dus wel op tegenstand mogen rekenen. In elk geval zit men met de melk kwestie een beetje in de maag. Het is weer eens een van de vele onaangena me gevolgen van een onmogelijke toe stand, die blijkbaar onmogelijk kan worden opgelost. De directie van de zuivelfabriek die 35 van de 280 leden zag vertrekken .heeft terecht haar be zwaren. En de boeren zullen inderdaad wel ongelijk hebben. Aan de andere ka at echter moet men bedenken, dat zij van twee walletjes kunnen eten, om dat er nooit iemand is geweest, die de walletjes zo wist te leggen, dat het water ertussen diep genoeg werd. De verleiding blijft nu eenmaal be staan. De mijnbouwmaatschuppij Iiibernia te Heme in West- falen overweegt haar depu- taatkolen, de voor gebruik door mijnwerkers bestemde kolen te kleuren, teneinde de ontoelaatbare verkoop er van aan derden te voorkomen. Evenals dit in de Ver. Staten reeds gebeurt, zullen de ko len met een kleurstof bespoten worden. In laatstgenoemd land past men deze methode toe om kolen van bepaalde kwa liteit duidelijk kenbaar te maken. l\ieuw Geleerden, die het congres van de Standard Oil Development in Atlan tic City bijwoonden, hebben voor bet eerst kennis gemaakt' met een nieuw middel, dat lange redevoe ringen voorkomt. Wanneer ie tijd van de spreker bijna om was ging er een geel licht branden, dat rood werd als de laatste seconde was verstreken. Trok een van de geleer den zich niettemin niets aan van waarschuwende tekenen dan ont plofte er een rookbom, die hem van het spreekgestoelte verdreef. Risico In Trenton hield mevrouw Law rence Kelly zoveel van paarden, dat zij op een gegeven moment suiker klontjes ging voederen aan het rij dier van een bereden agent. Het beest at de suiker op, maar toen mevrouw opstapte, gaf het haar een trap, waar 'oor zij gewond werd. Nu wilde mevrouw Kelly opeens schadevergoeding van de gemeente hebben, maar de rechter heeft reeds verklaard, dat men op eigen risico's paarden voert en trappen maar op de koop toe moet nemen. Mevrouw eet de suikerklontjes voortaan zelf maar op. Raadsel Wetenschapsmensen zijn een onderzoek begonnen naar het vreemde gedrag, dat de elanden in de buurt van het Zweedse plaatsje Aelsvborg ontplooien. Zij rennen de laatste tijd op ieder mensenkind af en likken dat teder in het gezicht. De elanden hebben dat vroeger nooit gedaan. Men wil zien of het de dieren af te leren is. Haast Tot schrik van de toeschouwers holde een olifant, waarop kinderen ritjes kunnen maken in de dieren tuin van Johannesburg, plotseling in grootse vaart naar zijn stal. Er zaten acht jongens op zijn rug, die gelukkig ongedeerd konden afstap pen. De oorzaak was, dat het beest een vrouwtjes-olifant, zekere Mona, waarnam. Twee jaar geleden deed Mona van haar kant hetzelfde en toen heeft het ook in de krant ge staan. Lijfrente Poes Dusky in Londen be hoeft zich haar gehele leven geen zorgen meer te maken- Haar onlangs overleden bazin liet haar poes een lijfrente van vijf gulden in de week na en dat is genoeg om kattebrood en melk te betalen. Waarschijnlijk houdt poes Dusky er nog wel een klein zakcentje van over ook. Oog Het „grote oog" zal weer maar eens een keer de hemel afzoeken. Het is een enorme telescoopcamera, die bij San Diego in Californië staat en waarmee men al eerder geheimen in het zwerk heeft ontdekt. Het oog kan 19.ooo.ooo.ooo.ooo.ooo.ooo.ooo kilometer ver kijken, hetgeen nogal wat is om te lopen. Schoolmeisje Een schoolmeisje van 17 jaar zal misschien keizerin van Japan wor den. Volgens een Japans blad, dat wü steeds nauwgezet lezen, is zij verloofd met de kroonprins. Het meisje, Hatsuko, is van adel. Haar vader sneuvelde in 1937 tijdens een gevecht met Russische schepen. De familie verloor haar titels en is thans geheel verarmd. Pijpen Juffrouw Marie Quackenbush in New York heeft verklaard, dat mannen weg zijn van vrouwen, die pijp roken. Zij kan het weten, want zij heeft een zaak in rookartikelen, met als specialiteit damespijpen. De verkoop daarvan is na haar uit spraak geweldig gestegen, dus Marie kan in haar handen wrijven. Zij op haar beurt is namelijk weer meer weg van winst. Honkvast In Rambouillet, in het goede Frankrijk, is mevrouw Angeline Philip-Dalbiez gestorven. Zij werd 102 jaar oud. Haar hele leven heeft ze geen stap buiten haar dorpje gezet. t— 6tA Ctl „Ze hebben geen rode stikzijde, daarom heb ik maar een ijsje gekocht!" Geïmporteerd door: N.V. CIGARETTES IMPORT CY - A.J. BLOK^ SCHEVLNINGEN WOENSDAG 20 OCTOBER 1954 HILVERSUM I. 402 m. 7.00 Nws; 7.10 Gewijde muziek; 7.45 'n Woord voor de dag; 8.00 Nieuws en weerber.- 8.15 Gram; 9.00 Voor de zieken; 9.30 Voor de vrouw; 9.35 Waterstanden; 9.40 Gram; 10.30 Mor gendienst; 11.00 Gram.; 11.20 „Neem de lantaarn, Pierre", hoorspel; 12.00 Gram; 12.30 Land- en tuinb. meded.; 12.33 Vo caal ens.; 12.53 Gram; evt act.; 13.00 Nieuws: 13.15 Prot. Interkerkelijk Thuis front; 13.20 „Boris Godounov" opera (ac- tes 2, 3 en 4); 15.05 Gram; 18.00 Voor de Jeugd; 17.20 Gram. of act.; 17.30 Orgel- conc.; 18.00 Mil. caus.; 18.10 Gram; 18.30 Cello en orgel; 18.45 Spectrum v. h. Chr. organisatie- en verenigingsleven; 19.00 Nieuws en weerber.; 19.10 Muz. caus.; 19.30 Buitenl. overz.; 19.50 Gram; 20.00 Radiokrant; 20.20 Radio Philharm. ork. en soliste; 21.25 „Augustinus", caus; 21.45 Pianoduo; 22.10 Internat, evangelisch comm.; 22.20 Kerkkoor en orgel; 22.45 Avondoverdenking; 23.00 Nieuws en SOS- ber.; 23.15 „Man en vrouw", caus; 23.45 24.00 Gram. HILVERSUM II 298 m. 7.00 Nieuws; 7.10 Gram.; 7.15 Gym.; 7.30 Gram.; 7.45 Even opkrikken!; 7.50 Gram.; 8.00 Nieuws 8.18 Gram.; 8.50 Voor de huisvr.; 9.00 Gym.; voor de vrouw; 9.10 Gram.; 10.00 Schoolradio; 10.20 Voor de vrouw; 11.00 Gram.; 12.00 Orgel en zang; 12.30 Land en tuinb. meded.; 12.33 Voor het platte land; 12.38 Gevar. muz.; 13.00 Nieuws; 13.15 Tentoonstellingsagenda; 13.18 Dans- muz. 13.50 Gram.; 14.00Medische kron.; 14.10 Voor de jeugd; 16.00 Voor de zieken; 16.30 Gram.; 17.15 Accord, ork. en solist; 17.50 Regeringsuitz.: Dr. E. van Raalte: Rijksdelen Overzee; De Rijksdelen Over zee en d Staten-Generaal"; 18.00 Nieuws en comm.; 18.20 Orgelsp.; 18.35 Act.; 18.45 Gitaarens en solist; 19.00 Voor de jeugd; 19.10 „Niet met de mond vol tanden, caus.; 19.25 Vara-Varia; 19.30 Voor de jeugd; 20.00 Nieuws; 20.05 Pol. comm.; 20.15 Voor de militairen; 20.50 De diefstal" hoorspel; 21.25 Promenade ork. en sol.; 22.25 Weersverwachting; 22.40 Joods progr; 23.00 Nieuws; 23.15 Socialistisch nieuws jn Esperanto; 23.00 Lichte muziek; 23.40 24.00 Gram. BRUSSEL 324 m. 11.45 Gram; 12.00 Idem; 12.30 Weerber.; 12.34 Gram; 13.00 Nieuws; 13.15 en 14.10 Gram.; 14.15 Ork. Gram.; 14.00 Schoolradio; 15.45 Kamer- muz.; 16.00 Koersen; 16.03 Omr. ork.; 17.00 Nieuws; 17.10 Fagot en piano; 17.50 Boekbespr.; 18.00 Vlaamse dichters in woord en melodie; 18.30 Voor de solda ten; 19.00 Nieuws: 19.40 Volkszang; 20.00 ..Die Lustige Witwe", operette; 22.00 Nws 22.15 Gram.; 22.45 Idem; 22.5523.00 Nws. BRUSSEL. 484 m, 12.00 Gram; 13.00 Niews; 13.15 en 1* 10 Gram.; 14.15 Ork. concert; 15.00 Gram; 16.05 Lichte muz.; 17.00 Nieuws; 17.15 Gram.; 17.30 Viool recital; 17.55 18,33 en 19.15 Gram.; 19.28 Idem.; 19.30 Nieuws; 20.00 Ork. concert.; 21.45 Gram.; 22.00 Nieuws; 22.15 Lichte muz.; 22.55 Niuws. (Advertentie) Genezende warmte door wrijven met: een Zwitsal preparaat door Louis Joseph Vange 28) „Dat weet ik", antwoordde Nat droog „maar wel weet ik toevallig, dat je een Project om gas uit ruwe olie te ma- onderhanden hebt en als mijnheer Graham naar mijn raad luistert, zal jij z'J.n patent niet krijgen, voordat ik met mijn vriend Kellog overlegd heb." „Kellogg!" „Ja! Die van L. J Bartlett Co." ™et zlin wijsvinger gaf hij, dit zeg- ini' n h a m een stoot in de borst, z°ais nij het de Sheriff met zoveel succes gedaan had. Burnham sprong had a'S°' ee" s'ang 'lem Sebeten „Goed: Als u hier Kellogg vertegen woordigt" Mm paste wel op dit te gen te spreken „dan trek ik mij te rug. Alleen kan ik me niet begrijpen, waarom hij u hierheen gezonden heeft" „Ik zou me schamen om het te zeg- 8™zei Duncan eerlijk en lachend „G deert beter het hem te vragen." Burnham deed een laatste poging 9m Nat schaakmat te zetten. „Dat zal rs ,Zf,ke' doen. mijnheel Hoe Heet u Ook A „et li' 1 or hetzelfde ogenblik, dat ik hem zie Daar kunt u een wed denschap op aangaan!" „Nee, dat kan ik niet!" merkte Nat onnozel op. „Ik mag namelijk niet wedden." Deze vondst verbijsterde Burnham. Op hetzelfde ogenblik, dat hij zijn ne derlaag moest erkennen, verloor hij zijn zelfbeheersing. Kwaad draaide hij zich om. „Met jou is helemaal niet te praten." „Inderdaad niet!" gaf Nat volmon dig toe. „Ik spreek u nog wel eens, mijnheer Graham!" „Maar niet onder vier ogen, als ik er wat aan doen kan", zei Duncan ho ningzoet. „Neemt u van mij een goede raad aao", vervolgde Burnham, Nat's op merking straal negerend, „doet u met die vent niet langer zaken alvorens u eerst eens precies weet, wie hij is." Toen was hij met een woedend „Goe dendag" de winkel uit. „JEn mijnheer Graham?" Duncan wendde zich een beetje ongerust tot de uitvinder. Die straalde echter van een welhaast zalige voldoening. Met de ogen half dicht, de mond kramp achtig gesloten en de vingertoppen te gen elkaar, terwijl zijn gestalte zacht jes schommelde. „Zo spral- Margaret soms" zei hij. .Ze was de beste vrouw van heel de wereld. Ze zorgde altijd voor me en maakte, dat ik geen gekke dingen /leed.... net als jij nu gedaan hebt. beste jongen." Duncan zweeg enige ogenblikken, uit eerbied voor de herinneringen van de oude man en zich klein voelend door de vergelijking, die hij gemaakt had. Toen zei hij: „Ik ben bang, dat wat ik zeggen ga, u misschien erg vreemd zal klinken.... ik ben hier niet om u uw uitvinding afhandig te maken „Niets op de wereld zou mij dat ooit kunnen doen geloven", zei Graham, zijn hand op Nat's arm leg- >nd. „Maar met vijfhonderd dollar had ik je terug kunnen betalen voor het overnemen van die wissel enen had ik Betty een nieuwe japon kunnen kopen voor dat partijtje. Maar ik ben er zeker van, dat je het beste hebt gedaan wat mo gelijk was. Jij bent nu eenmaal een za kenman!" „Zeg dat niet!", smeekte Nat bijna woest. „Dat heeft men mij dc aatste tijd zo dikwijls gezegd, dat ik het niet meer horen kan." VEERTIENDE HOOFDSTUK. Sam Graham zei mij diezelfde avond „Ik kan mij naar niet voorstellen, dat er in zo korte tijd zoveel dingen ge beurd zijn. Ik kan me nauwelijks voor stellen, dat het maar een paar dagen geleden is, dat Duncan hier om werk kwam vragen. Het is ongelooflijk, wat hij al een verandering teweeg heeft gebracht." Hij maakte een veelbetekenend handgebaar en de geheel vernieuwde winkel rondkijkend, moest ik het met hem eens zijn. Alles zag er even net jes en keurig uit. bijzonder aantrek kelijk. De kasten stonden vol keurig gearrangeerde patentgeneesmiddelen tubes, flacons, enz. en nergens waren onuitgepakte voorraden in kisten of grote dozen te zien. „Je moest hem eens zien werken! Niet te geloven, Homer! Hij zei, dat hij vroeg thuis wou zijn om een brief te schrijven aan een vriend in New- York, een zekere mijnheer Kellogg. Over mijn uitvinding. Maar eerst wil de hij de hele winkel weer tip-top voor morgen in orde hebben. Kijk maar eens rond!" „Maar ik dacht, dat Roland Barnet te.merkte ik listig op. Natuurlijk had ik klanken opgevangen van wat er gebeurd was zoals zowat ieder een in het stadje en hoe Roland en zijn vriend, mijnheer Burnham, van het hotel zogenaamd naar het station gaande, eerst nog weer bij Graham waren geweest. Maar het fijne van de zaak wist niemand. En ik wilde graag het naadje van de kous weten, zoals we dat in Radville zeggen. Dus was ik op weg van kantoor naar huis even bij Graham aangelopen om een babbeltje te maken en een pijp te roken, iets wat ik zelden doe, maar dat toch zijn nut heeft om mijn ge dachten wat tot rust te laten komen na al dat denken en schrijven voor de couran. Sam was juist bezig de zaak te sluiten. Hij was alleen in de winkel, daar Duncan een uurtje vroeger dan gew -inlijk was weggegaan en Bet'y was boven daar het al half negen was terwijl de rest van Radville een paar lieden, die in het hotel rond de bar hingen, uitgezonderd - bezig was de avond door te suffen tot- 1 dat het gelukkig tijd zou zijn om te gaan slapen. Na negenen was het in de stad zo rustig als op een kerkhof. Als journalist, gewoon om uit ieder een elke druppel nieuws te pompen en zonder enige barmhartigheid op dit gebied, wist ik natuurlijk binnen het uur van ouwe Sam precies wat er die dag gebeurd was. Toen ik hem een uur later goedenavond zei, liet ik hem moe maar gelukkig achter, terwijl ik zelf door zijn opgewektheid een heel stuk opgeknapt was en genoeglijk naar huis wandelde onder het half-duister van het bladerdak der bomen in Main Street. Na enige tijd merkte ik, dat iemand achter mij aankwam en bleef staan, denkende dat het een mijner gewone kennissen zou zijn. Maar aan de haas tige voetstappen van de naderbij ko mende bemerkte ik aldra, dat het nie mand van Radville kon zijn. Het was net licht genoeg om een herkenning mogelijk te maken en dus groette ik hartelijk met een: „Goede avond, mijnheer Duncan." Hij bleef direct staan en staarde door het halfduister. „Goede avond! hé! mijnheer Littlejhon Een genoegen u te zien." Hij kwam naast me lopen en geza menlijk gingen we naar huis, terwij] hij wat langzamer doorstapte uit res pect voor mijn leeftijd. „Is u niet laat?" „Een beetje", gaf ik toe. „Ik heb wat gebabbeld met Sam Graham. „Zo....?" „U is zelf ook laat, mijnheer Dun can. tenminste voor iemand van zo geregelde levensgewoonten, om niet te zeggen ongewoon geregelde." Hij lachte zachtjes. „Ja, ik had een brief die met de eerste ochtendtrein mee moest." „Dan heeft u belangen bij die bran der van Sam?" „Ik hoop van niet, maar ik hoop anderen er voor te interesseren.... Ja. mijnheer Graham heeft u natuur- 'ijk een en ander verteld.... het viel mij op. dat een man als Burnham er vijfhonderd dollar aan wou wagen: hij zag er blijkbaar een kansje in, dat ik voor mij net zo graag aan mijnheer Graham zou gunnen. Daarom heb ik een gedetailleerde beschrijving van het ding aan een vriend van mij in New-York doen toekomen, die van die dingen verstand heeft, om dat voor mij eens na te zien." Daarna zweeg hij even. Opeens vroeg hij echter: „Wat is kolonel Bohun voor iemand?" „Waarom vraagt u dat?" „Ik zag hem vanavond. Hij kwam bij ons voorbij en bleef stil staan om naar binnen te kijken, alsof hij de zaak haatte. Hij bleef zolang staan, dat ik er bijna zenuwachtig van werd en aan Miss Lockwood vroeg die net nog even een glas limonade kwam drinken of hij een anarchist was of een inbreker in ruzie. Zij zal mij wie hij was, maar bleef verder onmenselijk gereserveerd". „En da' is voor Josie wel heel on gewoon als het over anderen gaat", merkte ik lachend op. Maar daar ging Duncan niet op in en dus deed ik hem het verhaal aangaande de meest vooraanstaande familie van Radville. „Het verhaal gaat, dat de Bohuns een van die planterfamilies waren, die ziek waren van het houden van slaven, de hunne in vrijheid stel den en naar het Noorden trokken, waarbij zij zich in Radville neerlie ten. Ik geloof, dat zij ergens vanuit de buurt van Lynchburg kwamen, maar dat is een paar geslachten ge leden. Toen de burgeroorlog uitbrak, kon de oude kolonel daar" ik maakte een vaag gebaar in de rich ting van zijn woning „niet onzij dig blijven, maar hij kon ook niet vechten aan de zijde van de Noorde lijken en dus vocht hij voor het Zui den. Toen de oorlog eindelijk voorbij was, kwam hij thuis om te horen, dat zijn zoon later bij de Radville- vrijwilligers getekend had en nooit was thuis gekomen vermist voor Gettysburg. Dat deed hem bijna de dood aan, hoewel hij nog jong was. Hij was er gevoelig op het punt van eer en beschouwde zijn zoon als een „verrader". „En dat heeft hem zo verbitterd gemaakt tegen de hele wereld?" „Dat niet alleen. Hij had ook nog een dochter, Margaret. Ze was het mooiste meisje van de wereld.... Ik geloof, dat mijn stem hier even beef de bij de herinnering aan de overle dene. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 5