is
West Zeeuwsch Vlaanderen betfint zijn lijdensweg.
Vijf weken onder moordend vuur
„FLATTEN OUT OOSTBURG VILLAGE!"
DAGBOEK VAN EEN VEEARTS....
Redding uit de ellende
Ook Sluis werd een puinhoop
r
ers
Ongeduldig geworden Canadezen
•^1 zetten invasie bij Biervliet op touw
8
60.000 Granaten
Tonnen gloeiend staal beukten
een stad tot puinhoop
Zware tanks en vlammenwerpers
Er vielen 100 slachtoffers
DE LAATSTE PUIHOOP
11 September 1944
i.
■k. reeds
Itor f 950
Verprad-
le-import
It5
f
ER STEER
111111
J
In de eerste dagen van de strijd en daarna hield veearts H. A. M. v. d. Vijver te
Biervliet een dagboek bij. Door zijn welwillende medewerking kunnen tvij een
gedeelte uit dat bewogen relaas hier weergeven.
De weerstand van de bezetter, sa
mengetrokken op een linie ten Zuiden
van Breskens, moest gebroken wor-
l2e?VDus kregen de bommenwerpers
I net bevel „flatten out Oostburg villa-
ge veeg Oostburg van de kaart. En
I dan dat laconieke „they did": ..Het ge-
beurde".
Ja, het gebeurde. En hoe! Met 60.000
igranaten en 500 bommen. Een granaat
fop iedere 10 vierkante meter. In iede-
|re straat tientallen bommen. Van 23
■September tot 18 October werden ton-
Inen gloeiend staal op de huizen van
het ongelukkige Oostburg, de laatste
■dagen practisch slechts puinhopen
■treffend.
1 Het zag er zo hoopgevend uit: op
de derde September vertrok de Orts-
iKommandantur en op Dolle Dinsdag
|nam alles wat nog aan Nazi-gezinden
in de stads was, de benen. De Cana-
Idezen dicht bij! Oostburg en het ge-
[hele district waande zich al bevrijd.
|0p Zondag 10 September nam men,
zonder dat de Duitsers ook maar iets
vermoeden konden, nog een gewonde
[Engelse piloot in het ziekenhuis op.
|«et leek zo mooi.
1 Maar toen Bresken's noodlotsdag
I }Vas a?ngebroken en de Oostburgers
I hun lijdende buren moesten gaan hel-
Pen werd langzamerhand iets duide-
1 h)k van de situatie: de Duitsers had-
I oen Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen verlo-
*en, maar om Vlissingen en daarmee
oe controle op de Wester-Schelde te
I w den' maakten ze ijlings van het
esten een zo sterk mogelijke linie.
GEK MAKENDE SPANNING.
'bu?Kdhpnrt Spptember was het Oost-
lïlwfpn In eerste raketbommen
J fioegen in en een stuk van het hart
^/IE HET HERREZEN OOSTBURG vergelijkt met wat het vroeger was, staat
verbaas over de geweldige veranderingen, welke de op puinhopen her
bouwde stad heeft ondergaan. Maar als men bedenkt, dat er tijdens de beschie
tingen en bombardementen 60.000 - anaten op Oostburg afgevuurd rijn en dat
er 500 bommen op geworpen zijn, moet rich nog meer verbaasd afvragen, hoe
het mogelijk is dat er nog iets van het oude Oostburg is blijven staan.
De Canadezen hebben hun werk grondig gedaan. Nonchalant vertelden re
later hoe groot het aantal op Oostburg gerichte granaten waè.
van de stad werd in puin gelegd. Toen
twee dagen later het secretarie-perso
neel mensen moest aanwijzen om
verdedigingswerken te helpen aanleg
gen, gingen de ambtenaren mèt 't
bevolkingsregister naar huis.
Op de 29e en de 30e September re
gende het opnieuw bommen en grana
ten op Oostburg, maar het was tot nog
toe slechts een voorproefje geweest.
In de nacht van 6 October, om kwart
over drie, barstte een moordend ar
tillerievuur op de stad los. Uren aan
een stuk beukten duizende fluitende
granaten op de huizen en overal vie
len slachtoffers. In de kelders hoopten
de mensen opeen en zij die het niet
meer konden uithouden en de straat
op liepen, moesten hun uit overspan
ning voortkomende onvoorzichtigheid
met rfe dood bekopen. De dood waar
de uitzinnig rond door de straten.
Zo ging het twee dagen achtereen
door, met slechts enkele uren tussen
pozen, welke zo mogelijk nog ver
schrikkelijker waren. Toen in de late
avond van de 10e October een in he
vigheid ten top gevoerde beschieting
losbrandde (waarbij het ziekenhuis
zwaar werd getroffen en onder de pa-
tienten vele doden vielen) en op de
daarop volgende dag een zwaar vlieg-
tuigbombardement volgde dacht ieder
een „nu zijn ze zo hier". Maar er ver
streken dagen van stilte, van beklem
mende spanning en van rouw. In de
gepasseerde dagen waren tientallen en
tientallen Oostburgers omgekomen,
ook in de tegen de granaten bescher
ming biedende kelders, waarin men
zich echter niet tegen de zware vlieg
tuigbommen kon dekken.
14, 16, 17 en 18 October: weer beuk
ten de projectielen en de bommen op
het murw geslagen Oostburg. dat pas
sief zijn verschrikkelijk lot onderging
en slechts kon bidden of dit eindelijk
ooit eens afgelopen raakte. Als in Sta
lingrad verdedigden de Duitsers, niet
veel in getal meer, de puinho
pen en toen op 24 October de greep
van het Canadese leger om de stad
knelde, werd de bevrijding van Oost
burg een kwestie van straatgevechten
GEEN BLIJDE BEVRIJDING
Ook toen bleven de slachtoffers on
der de bevolking duren, maar met
een bewonderenswaardige moed door
stond Oostburg deze laatste beproe
vingen. Want al vlogen nu in plaats
van granaten de mitrailleurkogels van
vriend en vijand door de stad, de be
slissing kon niet lang meer uitblij
ven. En ondanks het zware offer van
talrijke mensenlevens voelden de
Oostburgers zich verheugd om de be
vrijding die op 26 October, eindelijk
een feit werd.
Een amateur knipte deze zeld
zame foto van de terugtocht
der Duitse troepenOver de
Oostburgse Markt trekken de
gevorderde boerenwagens en
tilbury's richting Breskens. Een
rammelend en verward over
schot van een eens zo machtig
leger
ZO'N invasie is voorwaar geen pretje. Als
je vroeger in een oude lage boerenwo
ning kwam, was het steeds maar „buk je!"
Nu was het steeds maar „leg je" en dat wel
zo diep mogelijk, als het kon IN de grond in
plaats van er op!
Arme stakkers van dieren, voor wie
„buk je" of „leg je" onbekende begrippen wa
ren. Zij hebben de prijs betaald zoals er nog
zelden een is betaald door zulk een domme
wezens.'Het kon ook niet anders. Het gebrul,
gegier, gefluit, gekraak, gesis en al wat er
meer te horen is bij zo'n granatenlawine was
alleen al genoeg om de redeloze wezens gek
te maken van angst.
We waren zelf niet veel beter. En in die angst en
razernij renden ze als bezeten overal heen en ner
gens heen van de ontploffing af. Maar waar moes
ten ze dan heen als er overal rondom niets dan
gekraak en ontploffing was? Omheiningen bestonden
niet meer, die liepen ze finaal omver of sprongen er
overheen. Maar de zeis maaide vooral onder de
dieren in de weiden.
Hier kon je een paard zien rennen met een door de
granaten opengereten buik de ingewanden hingen
uit het lichaam en bij een prikkeldraadomheining was
een deel der darmen afgesneden en achtergebleven.
Arme merrie wat heb je geleden; een Duitser pro
beerde je nog door de kop te schieten, maar het eerste
schot ketste en tot het tweede was hij niet meer in
staat.
Kost dan het doden van een mens minder moeite
dan het dod"'i van een paard?
Daar weer -gen vier koeien tezamen de een de
kop verbrijzeld, de ander totaal verscheurd de rest
even weerzinwekkend om te zien. En alle de buik dik
gezwollen door te lang liggen.
Vier, neen. tientallen waren er zo. honderd, tot
duizenden toe. En dan volgden de gewonde dieren.
Brullend van pijn van verre reeds te horen. Som
mige dieren zochten de mensen op, in de hoop ver
lichting van hun pijn te verkrijgen.
Hoopten ja, als die ellendige granaten maar weg
bleven. De velden waren bezaaid met alle soorten die
ren die dood of levend of gewond waren. Allen suf,
doof, angstig, net als de mensen die, na een tijdje rust.
boven de grond kwamen gekropen! En toen de gehate
Duitser weg was of krijgsgevangen, kwam pas de tijd
voor de mensen om zich te herinneren, dat er nog vele
dingen waren die zorg behoefden nadat zij zichzelf
hadden gered.
Allereerst het gewonde vee! Lieve Heer, hoe daar
aan begonnen?
De dierenarts heeft een motor opgesnord. Maar
waar beginnen? Zijn deur wordt belegerd door boeren
die allen eerst aan bod willen komen.
Hij gaat zijn eigen gang, systematisch. Hij hoeft geen
pnkele boerderij over te slaan en waar hij eenmaal be
gint is hij niet spoedig meer weg. Vrijwel alle dieren
zijn patiënten. Heel vroeg in de morgen vertrekt hij.
Onderweg ontmoet hij groepjes mensen terugkeren
de evacué's die hem aanhouden.
Hoe is het daar leeft die nog hoe maakt die
het? De mensen zien er allen verwilderd uit. Niet te
verwonderen na zo veel dagen in greppels en riolen
te hebben gezeten. Diepe plooien op het gelaat een
baard van centimeters waaraan kaf en vuil hangt. Ze
ruiken, nee. ze stinken naar modder en andere vieze
luchtjes. Ze hebben hun bagage neer gezet want ze
zijn uitgeput. De laatste dagen waren appels hun
hoofdvoedsel. Slapen hebben zij practisch de hele
week niet gedaan, daarom lijken het ook slaapwande-
laars.
De meesten van hen moeien zich ook niet in het ge
sprek, zitten apatisch, maar als ergens een Duitse gra
naat inslaat, vliegt ineens alles automatisch plat ter
aarde alleen de veearts staat nog overeind. Is hij
niet bang. of is het bluf? Wie zal het zeggen, misschien
heeft hij dat al geleerd van de Canadezen, die hierin
zeer sterk zijn.
Hij beantwoordt de vragen. Ja, er zijn veel gewon
den en veel doden. Wie? ja, die en die. Waar is
mijn zoon? Die is gewond overgebracht naar Sluiskil.
En mijn vrouw? Ik ben ze kwijt geraakt! Als hij niet
vlug antwoord krijgt, herhaalt hij zijn vraag en zegt
„ze, is dood hè! Ik zie het aan je gezicht!" En het ver
moeid akelig trekkende gezicht wordt nog witter, als
de veearts langzaam ja knikt. Helaas. Heeft ze veel
geleden? Hij zegt natuurlijk neen! Vloeker; klinken in
het rond vervloekingen voor hen die ons dit aan
dedenvervloekingen voor het noodlot maar nu
begint de massa zich te roeren. Vloek niet zo! zeggen
ze je lippen zijn nog warm van het bidden. Je leeft
zelf toch nog en je kunt dus voor je kinderen zorgen.
De vloeker buigt het hoofd zwijgt en weent, dat de
tranen over zijn wangen rollen.
Grote God, wat een tijd zegt iemand. Zie, overal
in het rond brandt het. Het maakt geen indruk meer.
Ze weten allen: het wordt een totaal opnieuw begin
nen, maak dus dat je heel blijft om die taak uit te
voeren. We zijn los geworden van alles en deze ge
dachte is een troost, evenals elke getroffen familie
zich troost met het weten, dat het bij die of die nog
erger is.
Zijn de doden al begraven? vraagt er een. Dit ge
beurt vandaag, is het antwoord. Ook die reeds een
week geleden stierven? Ja, het was onmogelijk tjjd te
vinden tussen de granatenregen om onze doden te be
graven. Ze staan opgebaard in de kerk.
Je kunt de pastoor vragen hoe ze daar gekomen zijn.
Zonder ophouden is de pastoor vanaf de eerste inva
siedag in de weer geweest. Wellicht iets bang, maar
wie was dat niet? Wat betekent angst als een sterven
de om een priester roept? Dat heeft onze pastoor aan
gevoeld en op zijn klompen is hij gegaan waar hij
nodig was steeds bedreigd door granaten die overal
en onophoudelijk insloegen, en achtervolgd door de
typhoons de raketbommen vielen soms angstig
dichtbij, naast hem. Maar overal was hij present waar
iemand gewond was en het moet hem een troost zijn
geweest dat alle slachtoffers in vrede en rust konden
sterven. Vaak was het op het nippertje, een keer zelfs
was een kleine gestorven enkele minuten nadat ze de
H. Sacramenten kreeg toegediendmaar op tijd was-
ie nog! En als er dan soms enige tijd rust voor hem
kwam, was er nog de zorg om zijn vluchtelingen in
zijn kelder, ruim 70 in getal, van het nodige te voor
zien. Een priester in zulke ogenblikken, hoe kunnen
we zo iemand genoeg waarderen. En tussen de bedrij
ven door: wist hij nog de gestorven slachtoffers allen
in de kerk samen te doen brengen hoe dat mogelijk
was bij zo'n lawine van granaten, is een raadsel.
Weken van gek makende spanning,
van zenuwen-vernielende beproevin
gen waren geëindigd. Vijf weken had
Oostburg onder het meest moordende j
vuur gelegen en het resultaat was een
bijna geheel vernielde stad, een puin-
hoop, die nog de dode lichamen ver
borg van velen..
kinderen, omdat de wereld gek is.
Daar sneuvelen mannen, omdat ze on
danks eigen lijden en dat van hun ge
zinnen, nog de geestelijke kracht vin
den te helpen of zelfs de bevrijders te
benaderen om hen inlichtingen te ge
ven.
NOG ALTIJD
VANZELFSPREKEND hebben wij geen poging aangewend om
Weet6en minut'eus overzicht te geven van de gehele slag om
ove j8Uwsch"^'a.anderen- Over iedere plaats, het kleinste dorpje,
ierd le, e straat. ja. over het leed en zelfs over de ervaringen van
dat d ,c'eze meernaakte, zou zo oneindig veel te zeggen zijn,
niet nZS ebeid,e,n herinnering aan wat tien jaar geleden gebeurde,
drnpvi*eer ls,dan ppn wo°rd van een lang verhaal. Een heel lang. heel
Wo(ipriV dat voor velerl nog niet eens gelukkig eindigde,
tent" n" c" rï"?ta zeggen weinig, maar merigeen zal toch nog eens
rhrnnni en denken^an die dagen en daarom laten we tenslotte een
7.oom ,y? overzicht volgen van de data waarop de West
in (w w nInH' steHprl rn dornen werden bevrijd
'hike is77 t h0WpaT' 11 °ctnbcr: Biervliet. 17 October: JJzen-
St Kruis k d °ctober: Aardenburg. Waterlandkerkje,
her Oosthurtr ?a'7l7 resbons-2'! October: Schnondijke. 26 Octo-
thenient «nntt, e. Groede 29 October: Zuidzande, Retran-
ement. 30 October: Cadzand, Nieuwvliet. 1 November: Sluis.
|__JET DRAMA VAN SLUIS begon heel lachwekkend en hoopvol. Al in
Augustus trokken vluchtende Duitsers door het stadje en hun overtollige
bagage, welke hun vlucht belemmerde, probeerden ze kwyt te raken. De toe
stand was toen nog niet zo chaotisch als een goede maand later en daarom
trachtten de militairen hun spullen op een geregelde wyze van de hand te
doen.
Op het kerkplein stalden ze de voorwerpen (waar in Europa ook gestolen)
uit en hielden ze „verkoping". De belangstelling was groottenminste van
de kykers. Kopers waren er natuurlijk niet. En later hebben de vluchtende
Duitsers hun radio's en andere luxe voorwerpen in Breskens in het water
gesmeten.
De Sluissenaren waren heel verstan
dig om niets te kopen, ofschoon pas
later bleek om welke reden. Er zou
toch niets van heel gebleven zijn,
want Sluis is afdoende kapot gescho
ten door de Canadezen.
Doch op dat moment verkeerde men
nog in een uiterst hoopvolle stem
ming. Een politieman die op de fiets
naar St. Anna ter Muiden reed, de ki
lometers lange rij van vluchtende sol
daten passerend, bemerkte niets toen
zijn tas los ging en een lang oranje
lint achter hem aan wapperde. En ook
de Duitsers merkten niets, althans ze
deden of zeiden niets, want ze dach
ten evenals de burgers dat het wel af
gelopen was.
Maar dat oranjelint had men voor
lopig nog niet nodig. Na Breskens en
Oostburg werd ook Sluis murw ge
beukt; op 6 October regende een plot
selinge granatenvloed op het arme
oude stadje neer, toen de Canadese
troepen al bijna een maand lang dicht
in de buurt zaten. Bij „Molentjes-
brug" werd voor half September al
gevochten en al die tijd bleef de strijd
aanhouden. Totdat de Canadezen het
geduld verloren en ook Sluis de volle
laag gaven.
De mensen in de stad verwonderden
zich over de hevige beschieting, die
door meerdere gevolgd werd, alhoe
wel later weinig meer dan het puin
te raken was. Er zaten bijna geen
Duitsers meer in Sluis; alleen de Wal
werd nog verdedigd, maar het hand
jevol bezetters vormde toch geen re
den om een gehele stad in stukken te
schieten.
BESCHIETING GING VOORT
Ook nu weer toonde de bevolking,
evenals overal elders, dat ze in de
grootste verschrikking het hoofd niet
verloor. Om de Canadezen in te lich
ten trokken meermalen koeriers door
de linies. Ze vroegen hen de artille
riebombardementen te staken, omdat
die paar Duitsers niet alleen zo veel
granaten waard waren, maar bovenals
omdat een stad nodeloos werd ver
woest en onder de burgers slachtoffers
vielen.
De Canadezen waren vriendelijke
Heden, die de koeriers beleefd ver
welkomden. Maar van het staken der
beschieting kon niets komen. Het was
nu eenmaal oorlog en dan moet er ge
schoten worden. Dus troffen nog tal
loze granaten doel; een weerloos doel
helaas. En bijna honderd Sluissenaren
stierven onder het vuur.
Als laatste gemeente van West
Zeeuwsch-Vlaanderen werd Sluis op
Allerheiligen 1944 bevrijd; opnieuw
wapperde op een puinhoop de drie
kleur. Geheel West Zeeuwsch-Vlaan
deren, door de Duitsers wanhopig ver
dedigd omdat het de grendel op de
Wester-Schelde was, was toen bevrijd.
En geheel West Zeeuwsch-Vlaanderen
was toen een puinhoop, waartussen
maar weinig mensen rondliepen die
in hun familie geen slachtoffers tel
den.
1 November 1944 kon men
weer verlicht adem halen in het
eens zo mooie landje van Cad
zanden kon men de droeve
balans opmaken- Bijna 900 do
den. De vrijheid is elke prijs
waard: die uitspraak is geen
holle phrase. Maar voor hen die
achterbleven, treurend, is de
prijs van elk individueel men
senleven te hoog geweest
]^E STORM VAN ENTHOUSIASME welke in Augustus 1944 het Zuiden (en
aanvankelijk ook het Noorden) van Nederland beroerde, was een logisch
gevolg van de bliksemsnelle doorstoot van de geallieerde legers door België.
Zeeuwsch-Vlaanderen waande zich bevrijd. Hoe lang kon het nog duren?
Nog hoogstens enkele dagen, twee weken misschien. Maar dan zouden ze
er zijn, de Tommies. Iedereen sprak van Tommies. Dat er geen Engelsman
aan te pas gekomen is, ervoer men later pas. Veel later.
„We are Canadians" zeiden de khaki-mannen, toen ze de dorpen binnen-
j trokken. Het was toen de mensen om liet even; of nu de Tommies of de „Ca
nadians" je huis en je dorp in puin schieten
ISABELLASLV1S
MISLUKTE
Maar de Duitsers, die eerst in pa- j
niek kwamen, toen de geallieerde
tanks alsmaar doorrolden, dwars door
België, zagen in, dat zo'n ongewoon
snelle opmars de stevigheid mist van
de ravitaillering: de ruggegraat van
een vechtend leger.
En achter de kanalen in Noord-Bel-
gië vingen zij de oprukkende legers
op. Nog zag men de plotseling veran
derde situatie niet donker in, maar
toen generaal Modi met strenge hand
aan het reorganiseren sloeg, wist men
dat er een zware strijd moest volgen.
De Polen, in Oost Zeeuwsch-Vlaande
ren, konden na St. Niklaas en Lokeren
doorstoten; daar profiteerden zij nog
juist van de verwarde toestand.
Maar de deur op de Wester-Schelde
zwaaide dicht voor de neuzen der Ca
nadezen en de Duitse hiel plantte zich
des te steviger in de bodem van „het
vierde". De geallieerden probeerden
het langs de grens; toen via de nauwe
opening van Isabellasluis. Maar deze
enge pas, tussen het water van Braak
man en inundaties, was een muizen
val. De tanks werden opgevangen
door het zware Duitse geschut.
Toen zetten de Canadezen de aan
val in via het door de Polen bevrijde
Oost Zeeuwsch-Vlaanderen. Maar con
sequent als ze waren beukten ze het
te veroveren gebied eerst murw zodat,
iedere Duitser die dan al niet buiten
gevecht gesteld zou worden, toch dc
schrik te pakken zou hebben. Op 7
October staken de Canadezen de
Braakman over. Dat kostte Biervliet
een zwaar offer aan mensenlevens en
huizen. Ook Hoofdplaat leed onder
Typhoon-beschirtingen.
Zware gevechten volgden, eerst
rond, toen in Biervliet. Tanks en
vlammenwerpers baanden de weg.
Veel Duitsers waren er niet meer,
maar ze vochten tot de laatste man.
Bij Biervliet bleef in de polder een
„sniper" zitten, die iedere nacht een
boerderij in brand schoot. Toen hij
zich verrast zag door een patrouille
van de Canadezen, door de boeren te
hulp geroepen, liet de fanatiekeling
zich in de laatste door hem in brand
gestoken hooiberg levend verbranden.
Diezelfde geest onder de verdwaasde
verdedigers maakten de bombarde
menten op Aardenburg, IJzendijke,
Schoondjjke en andere gemeenten
noodzakelijk.
De doorstoot via Biervliet bracht de
bevrijding; de actie gelukte. Zo moet
men het uit militair oogpunt zien.
Maar het bracht het noodlot over
West Zeeuwsch-Vlaanderen. Tussen
twee zich als furiën werende mach
ten van vuur en staal, die een wedloop
houden in strategische handigheid en
uithoudingsvermogen, die toestoten en
pareren, aanvallen en verweren, zet
en tegenzet organiseren en elkaar
trachten lam te slaan en met donde
rend geweld eikaars positie trachten
murw te beuken, daartussen zit een
opgejaagde, lijdende en bloedende be
volking. Daar sterven vrouwen en
Kon daarom West Zeeuwsch-Vlaan
deren, gekneusd en lam geslagen, ver
doofd en gebroken, een bevolking van
wezen, weduwen en treurende nabe
staanden, enthousiast zijn toen de
weerstand van de bezetter geslagen
was? De kracht, welke men gedurende
de strijd had getoond, was geforceerd;
het was de kracht van de uitzinnig
gemaakte mens die zijn hoofd wel bij
elkaar moet houden. Maar toen de
laatste granaat ontploft was, zeeg men
geestelijk ineen.
En nog altjjd treuren vele honder
den over het verlies van dierbaren.
Tien jaar is een hele tjjd, vooral te
genwoordig. Misschien zal iemand, die
dit leest, zeggen „ja, zo was het, ik
was het haast vergeten". Doch wie zijn
gezinsleden heeft zien sterven In een
kelder vol stof en rook, of wie zijn
meest geliefde familieleden door de
helse kracht van een projectiel on
herkenbaar verminkt weet, voor hem
is de tjjd in dat najaar van 1944 bljj-
ven stilstaan. Voor hem is de bevrij
ding niet gekomen.
Op deze pagina tuas helaas
geen ruimte om nog meer ge
meenten een aandeel in deze
herinneringen te geven. Elders
wijden we nog een artikel aan
Breskens.
V.
Star, bijna beschuldigend, heeft
de klok van de tore i der Her
vormde kerk in Oostburg nog
lange tijd zijn eigen doodsuur
aangewezc De houten spits
r'onderde tijdens het bombarde
ment neer in de ruïnes van de
ketk.