landstreken een ander in Italië kregen gezicht De ZWARTE DOOD waarde door Brabant en Zeeland Gaat tot de mieren, gij luiaards.... MORPHINE anderen eüeland jen igen Amerikanen zijn een jaar lang gast van Nederland RADIO rRIJD OOST LAANDEREN ing te Hulst :nda DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 30 AUGUSTUS 1954 Landhervormingen ontmoeten critiekmaar ook waardering „Van de gesel der pest, verlos ons Heer Het rode kruis op alle deuren STEDENBOUW likdoorns Boekenplank K. CECIL-THURSTON istkring „Van tien >rganiscerde teken- lingcn der scholen ri - Vlaanderen is je week worden de leugd geëxposeerd, ot en met Woens- >nstelling geopend; in de gymnastiek- senius Lyceum te 3 uur zal de wnd. Hulst, de heer P. inaars van de wed- utreiken. De teke- eeld door een jury eren H. Metsers te i burgemeester van ,en, leraar tekenen school te Hulst en lilder te Middel- Jlen velen willen jeuwsch - Vlaamse gebied wel pres- at dan ook op een e tentoonstelling. gst. De Vlaamse instrumentenfonds iheid Eendracht, le- vinst op van maar het aan de R. K. on Bosco te Am- examen behaalde Th, A. Kindt het lamheid voor het beperking. .,IEP BRAND DEN OP ntje van de familie pan kokende melk groot deel over 't ,vam. Het liep hier- brandwonden op, t Antonius Zieken- rioest worden over- and van het ventje nd. IEVEN GESNAPT van het achterste Stierskreek, hadden malen bemerkt, ir regelmatig waren dagen gingen de n de vroege mor- n netten kijken en op heterdaad twee direct aan de haal. iter nog worden ge- binnen twee we- 1 het net te hebben hij uit Sluis afkom- feit zich op Sluis' fgespeeld werd hij ar overgeleverd. De ongeveer 10-jarige sagde er in met de jen op de fiets te chting van het Bel- ïeure. ,RT NAAR NPOLDER 2 auto's met onge- 7TB reed de 's-Hee- eef af naar O. L. lder, te Vrouwen eerste keer. dat een ital boeren ter be- iedevaart stond on- e heer Duyvestijn, der LTB. ?rke VOOR RAADS- TEL ture, ontstaan door de heer P. de Jon- eorzien door de be er A. de Jonge, zoon r hem waren de he ek aangewezen, die den accepteren. VTEN WORDEN GRAVEN :n begonnen met t offelijke overschot- gesneuvelde mili- og zijn hier 46 ge- algemene begraaf- De stoffelijke over- 'ervoerd naar IJs- ze worden her- ÏRING 1 heeft besloten in >orstel van de heer in zijn pand Kerk- pand Wiingaardstr. van f. 3500.—. Daar Kerkplein 2 onder- rd worden is het de pand van te maken sluiten op de rooi- 'e gedeelte. De wo- lat zal worden af- ettertijd een zaken- ema Van Dijck 3 en ■ver Azië. ipgebnuw 8 uur: Het dr Gerbrand. aaibolling bij J. Col- Schieting op staande el 8 uur: Sousa de Gaaibolling bij P. f. Olympia 8 uur: De Aixor 8 uurHappy ruin 8 uur: Alraune. jebouw 8 uur: Heim- - Olympia 8 uur: Luxor 8 uur: Pony ÜE ROMEINSE legioensoldaat, vertrouwd met de Via Aurelia en de automobilist, die slechts drie jaar geleden over de Via Cassia reed, zouden beiden verbaasd opkijken, wanneer zij thans de streek tussen Rome en Florence bezochten. Het tot voor kort troosteloos verlaten landschap is bezaaid met kleine, witgekalkte tjerderijtjes, kennelijk van standaardtype, en uitgestrekte ont ginningen, bieden alom een beeld van grote bedrijvigheid- Weg wijzers geven de richting aan naar afdelingen van de „Ente Ma- remma", terwijl aanplakborden de bezoeker duidelijk maken, dat het ministerie van landbouw hier aan landhervorming werkt. ONTEIGENING OP GROTE voorbereidend werk: ontginning:, drai nage, huizenbouw, wegenaanleg. De SCHAAL I De Ente Maremma is een der acht I regeringsinstanties. welke in dertien gebieden, van de Povlakte tot Sicilië, agrarische hervormingen onder han den hebben. Aan het initiatief en door zettingsvermogen van wijlen premier De Gasperie heeft Italië het te danken dat in 1950 twee wetten tot land-her vorming werden aangenomen tenein de het landbouwareaal billijker te verdelen. Indien men weet, dat 18 mil- lioen Italianen op het land leven en een kleine groep van ruim 500 groot grondbezitters niet minder dan 0.8 mil- lioen ha. in haar bezit had, behoeft het geen nader betoog welke nijpende sociale en agrarische problemen om een oplossing vroegen. In het Zuiden bv. kon de doorsnee-landarbeider zich gelukkig prijzen, wanneer hij 180 da gen van het jaar werk had en tien gul den per week verdiende. De twee wetten zijn van toepassing op twee-vijfde deel van de 20 millioen ha., welke zich in particuliere handen bevinden. Hiervan komen alle bezit tingen, groter dan 300 ha. of een jaar- lijks inkomen van meer dan 190 gul den per ha. opleverend, in aanmerking voor onteigening. Tot nu toe zijn ruim 0.6 millioen ha. onteigend tegen een gemiddelde schadevergoeding van 170 gulden per ha. De uitkering hiervan ondervindt vertraging en zal boven dien in staatsleningen plaats vinden, zodat de vroegere eigenaars reden tot klagen hebben. PROEFTIJD Behalve over de onteigende 0.6 mill. ha. beschikt de regering over bijna 0.36 mill. ha. waarvan naar men zegt, vrij willig afstand is gedaan, in totaal dus 0.96 mill. ha. Dit areaal wordt gelei delijk verdeeld aan zorgvuldig geselec teerde landarbeiders en personen, die anderszins agrarisch georiënteerd zijn. Momenteel zijn reeds 0.4 mill. ha. toe gewezen aan 70.000 nieuwe eigenaars. Hun wacht een proeftijd van drie jaar, terwijl zij in een tijdsverloop van 30 jaar de onteigeningskosten moeten afbetalen benevens 45 van de bouw kosten der nieuwe boerderij. De overi ge 55 komen ten laste van de staats kas. Alvorens de nieuwe boeren arrive ren, verricht de Ente Maremma veel omvang van de boerderijen varieert regionaal en bedraagt in de Maremma, tussen Rome en Florence doorgaans 12 ha. Het huis bevat hier twee slaapka mers, een keuken, provisiekamer etc. een paleis vergeleken bij de primi tieve behuizing, waarmede de landar beiders vroeger genoegen moesten ne men. In het Zuiden en op Sicilië ont vangen zij gewoonlijk slechts 3.6 ha., omdat daar niet voldoende vruchtbare grond beschikbaar is. De landhervorming ontmoet critiek, zowel van de zijde der oppositie als uit het regeringskamp. De kosten zijn hoog en zullen in 1962 totaal 2.2 mil liard gulden belopen: De huidige her verdeling heeft slechts op 5 van het landbouwareaal betrekking en brengt verbetering in de positie van één op de twintig Italianen, die hun levens onderhoud in de landbouw vinden. In dien de landhervorming niet aanzien lijk sneller ten uitvoer wordt gelegd, blijft Italië dus laboreren aan de twee fundamentele problemen van werk loosheid en overbevolking «jaarlijkse toename: 350.000!). Critiek wordt voorts uitgeoefend 9P de wijze, waar op de regering de invloedrijke groot grondbezitters aanpakt en van zich vervreemdt, terwijl het maar al te vaak de communisten zijn, die met de eer van de lAidhervorming gaan strij ken. Hun propaganda doet het voorko men alsof de regering onder pressie van de communistische partij tot d< bitter noodzakelijke hervorming is overgegaan. Er zijn de laatste tijd ech ter tekenen, dat de officiële voorlich ting meer activiteit gaat ontplooien, in samenwerking met de Ente en het ml nisterie van landbouw. Tenslotte ver dient vermelding, dat men soms hoort klagen over het grote aantal ex-fascis ten, die bij de landhervorming werk zaam zouden zijn. Hierin zit een kern van waarheid: er moesten ervaren krachten gevonden worden en deze hebben hun ervaring vaak opgedaan bij Mussolini's kolonisatie-acties, over zee en in het land zelf. De critiek moge in sommige opzich ten gerechtvaardigd zijn. het valt niet te ontkennen, dat de Italiaanse rege ring met de landhervorming bijzonder heilzaam werk verricht. Na lange ja ren van passiviteit ten aanzien van het agrarische vraagstuk worden eindelijk effectieve maatregelen getroffen om de Italiaanse boeren een meer menswaar dig bestaan te verschaffen. De landhervorming bevindt zich eerst in haar beginphase, waarvan nog niet de helft is vol tooid ondanks onvermijdelij ke kinderziekten, kan thaiu reeds worden vastgesteld, dat dit grootste agrarisch experi ment van democratisch Europa een goed begin heeft gemaakt en op lange termijn gezien, veel sociaal effect zal sorteren- Faillissementen De faillissementen van P. Houtman, textielhandelaar te Sluis en S. Dooren- bosch te Den Bosch zijn opgeheven we gens gebrek aan actief. Het faillissement van H. Abbink, h/o Fa. H. Abbink en Zn., te Etten, is geëindigd door het verbindend worden van de enige uitdelingslijst met een uitkering van 15.94 Het geestelijk testament van de overleden Italiaanse premier, Alci- de de Gasperi, bevat aanzienlijke land-hervormingen. IN de nachten was de lucht roodgekleurd, want er brandden altijd vuren voor de poorten en op de pleinen der steden en in de kom der dorpen. Vroeger zou men dat nooit hebben toegestaan, maar de vrees voor deze geheimzinnige ziekte, deze Zwarte Dood, was groter dan die voor brand. ÏVat kwam het er nog op aan of de houten huizen in vlammen zouden opgaan en het vuur door de smalle straten zou loeien. Overal op de deu ren stond het gevreesde teken, het rode kruis van de pest. Hoevelen hadden hun huis en hof niet in de steek gelaten, om met pak en zak beladen weg te trekken uit de steden van de dood. Meestal waren ze niet ver gekomen, want ongezien en ongemerkt was de stille versteke ling, de dood, met hen meegereisd, op het schip of in de wagen en had hen tot het bittere einde niet meer verlaten. Uitwisseling. 1\/TAANDAG 30 Augustus zullen vijf en zestig Amerikaanse leerkrach ten en studenten zestien professoren, zestien leraren van middelbare scho len en drie en dertig studenten die zo juist uit de V.S. zijn aangekomen, de eerste lezing bijwonen van een oriëntatiecursus die ten doel heeft hun een betere kennis over ons land bij te brengen. Deze eerste van de lezingen onder auspiciën van de Amerikaanse Stichting voor het Onderwijs in Ne derland wordt gehouden in Hotel Hol lander in Noordwijk aan Zee. Elk jaar steekt in het kader van de Fulbright Wet, die in 1949 in werking trad, een aantal professoren, leraren en studenten van Amerikaanse colleges en universiteiten de Atlantische Oceaan over om hier colleges te hou den, onderwijs te geven en te studeren ingevolge een uitwisselingsprogram ma krachtens hetwelk thans voor het zesde achtereenvolgende jaar se dert 1949 ook een gelijk aantal per sonen uit ons land voor hetzelfde doel naar de Verenigde Staten gaan. Gedurende de vijf jaar dat het pro gramma thans in werking is zijn 266 Amerikanen en 347 Nederlanders voor een toelage op uitwisselingsbasis in aanmerking gekomen. De Fulbright Wet waarin deze uit wisseling van personen geregeld wordt is genoemd naar Sen. Fulbright die het initiatief genomen heeft tot dit programma dat gedurende een periode van 20 jaar zal worden voortgezet. Het algemeen doel van het Fulbright programma in Nederland is in het kort „betere betrekkingen en een beter we derzijds begrip tussen Nederland en de Verenigde Staten te bevorderen door middel van een jaarlijkse uitwis seling van personen en voorlichting op verschillende gebieden van het onder wijs". Met deze formule worden inderdaad alle activiteiten gedekt die betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van het programma en wordt een uiteen zetting gegeven van de taak die is ge steld voor een geselecteerde groep van professoren en studenten, die voor een dergelijke onderscheiding in aanmer king komen en van wie mag worden verwacht dat zij een maximaal nut zul len trekken uit hun werk aan onder wijsinstellingen, in het belang van de beide landen. De oriëntatie-cursus van twee weken in Noordwijk aan Zee is zo ingericht dat de Amerikaanse gasten in de korte tijd die daarvoor beschikbaar is een zodanige feitenkennis wordt bijge bracht dat zij in staat zullen zijn in de loop van het jaar dat zij hier ver blijven zich een toereikend algemeen beeld te vormen van de ontwikkeling en de resultaten op 't gebied van ge schiedenis, staathuishoudkunde, het culturele leven en het onderwijs in ons land. De lezingen, die waar nodig mei filmvoorstellingen zullen worden ge ïllustreerd, omvatten een grote ver scheidenheid van onderwerpen en zul len gehouden worden door bekende ge leerden op het gebied van geschiede nis, staathuishoudkunde en onderwijs, door directeuren van musea en voor aanstaande journalisten. GROOTSE DADEN VAN NAASTENLIEFDE Wanneer de avond viel maakten zich uit de sloppen en stegen donkere ge stalten los, die op roof uitgingen in de verlaten huizen en rijk met buit bela den terugkeerden, om na de wilde vreugde van één nacht, waarin het geld niet meer te tellen was, in de springvloed van het onverhoopte goud hulpeloos te sterven. Zoals in de steden de ziekte onzicht baar voortwoekerde, van straat tot straat, de rij der huizen langs, zo ging het ook in de dorpen, en in de gehuch ten. In dorp na dorp begonnen de doodsklokken te beieren: „Heden ik, morgen gij!" schenen zij te roepen, tot geen hand meer bij machte was om de zware touwen heen en weer te bewe gen en de doden onbegraven bleven liggen. Ten laatste week de Zwarte Dood, nadat gehele streken vrijwel onbevolkt waren. In de volgende eeuwen kwam de pest nog vaak terug, maar zij had nooit meer zo'n grote haast: het ziektever loop was anders, het besmettingsge vaar minder groot, en de mensen, die aangetast waren konden soms genezen, dank zij hun sterk gestel, of door an dere oorzaken, die men niet vatten kon. De pestlijders werden In de meesle Zeeuwse en Hollandse steden, zoals Heusden en Geertruidenberg, verzorgd en verpleegd door de leden van „Sint Antonius broederschap van de Crepe- len", een merkwaardige lekenorde waartoe alleen kreupelen, lammen en verminkten behoorden. Velen van hen zullen die lichaams gebreken, die het hen onmogelijk maakten om in de geregelde maat schappij te werken en te leven, wel gekregen hebben in de oorlogen, die de hertogen van Bourgondië voerden. Het is daarom te begrijpen, dat deze „crepelen" de bescherming genoten van Karei de Stoute en van vele ede len, zoals de heer van Breda. Toen de pest in 1529 heftig woedde in Breda van 1515 tot 1539 was vrij wel elk jaar een pestjaar zond de heer van Breda dan ook „eene Adriaen Zo is Italië, pittoresk, maar tegelijkertijd uiterst arm. De landhervor- mingsplannen beogen de noodlijdende boeren een nieuwe toekomst te Eleven en tegelijk aan het communisme, dat nu eenmaal het beste tiert i* poelen, letterlijk het gras voor de voeten weg te maaien. VIET hun werken enwordt wijs"'t Is niet bepaald no dig. lui te zijn om de mieren te kunnen bewonderen, 'n Ongeloof lijke, dat men vroeger van de mieren vertelde, staat nu onloo chenbaar vast. 't Zijn optima for- ma-landbouwers. Deze „oogstmie- ren" zoeken met hun kameraden 'n geschikte zonnige plek, gaan die volkomen effen maken en min of meer plaveien. Alle planten, 'n zeer bepaalde grassoort uitgezon derd. worden afgeknaagd en ver wijderd. De hele ruimte van eni ge voeten middellijn wordt om heind en daarin bouwen ze 'n aantal nesten, hoop- of schijfvor mig. Dat is de mierenstad. De van de halmen afvallende rijpe zaadkorels worden vlug sa mengebracht en in 't nest gedra gen, Er is vast gesteld dat men de zaadjes - en alleen de rijpe - boven van de stengels afhaalt. Voor ze in het nest worden ge dragen, spreidt men ze in de zon uit. om ze goed te drogen. Als 't gaat regenen worden ze vlug in veiligheid gebracht. Met deze gras-zaadjes worden de voorraad schuren voor de winter of de re gentijd gevuld. Ze zorgen echter 'n voldoende voorraad over te houden, om die op de geschikte tijd te kunnen uitzaaien. Klinkt 't niet als 'n sprookje? Dat de mier zich met veeteelt bezig houden is bekend. Ze hou den namelijk bladluizen, die 'n zoet sap als melk geven, dat haar door de mieren regelmatig wordt afgemolken. Maar nog andere dieren worden als huisdieren ge vangen gehouden, gevoed en in overeenstemming met de levens wijze van die gevangenen, goed verzorgd. Maar minder bekend is, dat zekere mieren voor dit doel stallen bouwen. Geen dier - ook niet van hogere orde - bestaat er, dat z'n jongen met zoveel liefde en oplettendheid verzorgt en er zich zoveel moeite voor getroost als de mier. Zij wijden aan de zorg en de opvoeding van het na geslacht zeker de helft van haar leven, dat meestal niet ver over 't jaar gaat. Toch heeft men met volle zekerheid gevallen waarge nomen, waarin vruchtbare wijf jes, koninginnen, tot zeven jaar oud werden. Terwijl er veel dieren zijn, die zieke of verongelukte individuen van hun soort kortweg aanval len, vernietigen of aan hun lot overlaten komt 'n mier haar zieke zuster steeds te hulp, legt haar te bed (nest) en verpleegt haar tot ze weer in stcrt is te werken, maar langer ook niet. Men vindt in geen enkel nest niets-doende werksters, of.... ze moeten ziek of gebrekkig zijn. Maar, er is ook bekend, dat de mier elke andere, die niet tot haar nest behoort, dadelijk als 'n vijandin aangrijpt, ofer voor uit de weg gaat, als haar dit raadzamer voorkomt, Dikwijls wordt er 'n bloedige strijd tussen naburige volken ge streden, waarin de mier haar le ven blindelings op 't spel zet. Zij voelen haar kracht in de getal sterkte. Vaak volgt op die gevechten de vrede en gaan partijen dan rus tig huns weegs. De natuurkundige Torel heeft eens opgemerkt, toen hij zelf 'n strijd op z'n tafel had gaande gemaakt, dat een van de mieren haar vijandin niet wilde loslaten en er in slaagde haar tot de rand van de tafel te slepen waar ze haar overboord smeet. Torel bracht haar op de tafel te rug, maar de tegenstandster merk te haar onder de andere op en wierp haar tot tweemaal toe van de tafel. Ze kon haar nu eenmaal niet uitstaan, 'n Amerikaans mie renkenner heeft 'n strijd tussen twéé koninginnen waargenomen, die elf dagen duurde, tot de zwak kere het leven had verloren. De mieren schijnen in monoga mie te leven, althans gewoonlijk ziet mén hetzelfde paar bijeen. Men merkte op, dat zulk 'n paar drie maanden trouw bij elkaar bleef en de zorg samen deelde: het mannetje wachtte als het vrouwtje uit was. Toen het man netje stierf, gebeurde iets dat veel weg heeft van 'n sprookje. Het wijfje legde eieren, op het lijk van haar levensgezel en zette zich er zó op, dat mond en mond elkander aanraakten. Verwijderde de waarnemer het lijk en de eitjes dan rustte het wijfje niet of het moest alles weer in de vorige toestand hebben hersteld. Gelijke waarnemingen werden ook vroe ger reeds gedaan. Naar uiterlijke tekenen was het 'n rouw over de afgestorvene. De Amerikaanse mierenkenner. Wheeler, 'n natuur vorser van erkend gezag, verhaalt hoe 'n aantal oudere mieren bij eenkwamen en 'n kring sloten, zodat hun koppen elkander raak ten ('n soort ronde-tafelconferen tie). Zo stonden zij daar uren lang, terwijl zij hun voelhorens en ach terlichamen voortdurend als met dartele gesticulatie l.een en weer bewogen. Toen gingen ze plotse ling uit elkaar, haalden in 't ene geval 'n mier uit haar nest, in het andere geval was de beraad slaging dat zo'n oudere mier aan stukken werd gescheurd. Is dat alles toeval? Het toeval is altijd 'n wrijfpaal geweest, waartegen men tracht zich van iets af te maken, als het onverstand zich niet te redden weet. 't Valt ons zwaar, onze oeroude middelpun tigheid te laten varen. En daarom zeggen ook wij: nou is 't uit met dat „gemier". ende eene gcselle genaempt Pauwels van Haestrecht". Deze beide crepelen stonden dag en nacht de zieken bij en ontvingen slechts weinig loon: vandaar dat deze stad hen respectievelijk twaalf en tien rijnsgulden uitkeerde, toen zij afscheid namen. OOK TOEN.... Naast deze ongelukkigen. die voor hun medemensen deden wat in hun vermogen was, bestond er ook een re- ligieuse vereniging „de héren" drie maal onderstreept „van Sint Anto nius". Zij kwamen zo nu en dan bijeen om te vergaderen en wat zij verder voor het heil der mensheid deden, heeft niemand ooit kunnen ontdekken. In elk geval waren het vermogende en aanzienlijke heren, die over de nodige connecties beschikten.Toen zij dan ook voor het Hof van Holland in Den Haag een proces begonnen tegen de arme gebrekkigen, kregen zij in alle opzich ten hun zin. De Crepelsorde werd in geheel Zeeland en Holland verboden en de heren kondeh daardoor de pove re bezittingen der orde in de wacht slepen.... zo dachten zij althans. Er stak evenwel zulk een storm van verontwaardiging op, dat het Hof op zijn beslissing terug moest komen en alles by het oude bleef. De Crepelen zorgden verder voor de pestlijders en de Antoniusheren zetten hun doelloze vergaderingen voort. Ook de Cellezusters en de Cellebroe- ders, die in Bergen op Zoom hun klooster hadden in de Lange Nieuw straat (de latere Korenbeursstraat) bij de Wouwse Poort, en de „swerte sus- teren" van Breda verpleegden de zie ken. Tot diep in de zeventiende eeuw bra ken er telkens weer epidemieën uit en steden als Middelburg en Zierikzee, Aardenburg en Breda benoemden dan telkens weer een of meer doctoren, die voor een vastgestelde beloning allen, die aan „de heete sieckte van pestilen- cie" leden, moesten bijstaan. De armen behoefden voor een consult niets te be talen en ook de visites aan beter gesi tueerden brachten deze pestdokters niet veel op. Vandaar dat Mr. Peeteren te Breda, Mr. Francois Snijders van Brussel te Middelburg, Mr. Jan de Schrevel te Sluis en zo vele anderen als „cyrurgijn meester vand nyeuwer (nieuwe) ziekten" een salaris van twaalf pond van het stadsbestuur kre gen, met een extra-beloning van twin tig pond, wanneer zij zelf ziek werden, een uitkering die meestal de erfgena men ten goede kwam PESTHUIZEN Tijdelijk werd er dan een pesthuis ingericht, waar de zieken en de be smetten geïsoleerd werden. Zo is er te Breda in 1519 sprake van „een huys met zekere erven staend' aen de buer- stedensche heyde", terwijl men om streeks dertig jaar later de lijders on derbracht in houten, met riet bedekte keten in de Zandbergen of op het „Gasthuysvelt buyten het gasthuyseyn- de". In 1580 ging men er toe over om de „beyerd" waaraan nog een straatnaam herinnert achter het gasthuis, waar eens zwervers waren geherbergd, als pesthuis in te richten. Negen jaar later werden daar nog „ses nieuwe huyskens" bijgetimmerd, ter wijl terzelfdertijd de „capelle van 't gasthuys", die als kazerne dienst deed, door de soldaten werd ontruimd, ter wille van de pestlijders. Het Middelburgse pesthuis stond in 1556 achter het klooster der Augustij nen, terwijl Sluis in 1604 zo'n huis had buiten de Oostpoort; toen daar echter zestig jaar later een nieuwe epidemie „van de haestige sieckte" uitbrak, moest men zich in allerijl behelpen mei een soldatenkwartier in het Bol werk, achter het Schuttershof. Daar men hoegenaamd niets wist over de oorzaken van de pest, en het snelle om zich heen grijpen van de ziekte al evenmin kon verklaren, was het ook onmogelijk om afdoende maat regelen te treffen. De sloten en andere stilstaande wa ters werden uitgebaggerd, een verbod van het storten van vuilnis werd afge kondigd, en men mocht geen krengen van katten of honden, konijnen of kip pen meer op straat werpen. De huizen, waar een lijder werd verpleegd, en die duidelijk kenbaar moesten zijn aan een strowis, gebonden met drie banden, „eenen goeden arm dicke", moesten na zijn dood een tijd lang, gesloten blijven, ook als er een winkel in was gevestigd. Opdat de be smette lucht niet naar buiten zou stro men, was ook het openen van deuren en vensters nog wekenlang verboden. De andere bewoners van het besmette huis, die in geen geval contact moch ten nemen met hun medeburgers, kon den zich alleen op straat begeven met een witte stok in de hand. De dokters gingen rond, gaven de zieken een aftreksel van laurierbessen te drinken, bestreken de zweren en builen met zalf, en verrichtten ader latingen. Daarna kwam de pestbezoe- ker of ziekentrooster om de patiënt voor te bereiden op de komst van de beide pestdragers, die hem naar het kerkhof moesten brengen. Geen wonder, dat men bij de laatste grote epidemie van het jaar 1666 in de oude stad Sluis teruggreep naar de bestrijdingsmethode van weleer. Alle bewoners werden aangemaand om vóór hun huizen vuren te branden van eikenhout met teer besmeerd, daar de lucht „geïnfecteerd was door het vier der pestilentie." JACQUES R. W. SINNINGHE (Advertentie). Weg met onhandige Ukdoornringen en? gevaarlijke scheermesjes. Een nieuw? vloeibaar middel. NOXACORN. neemt de pijn weg in 60 seconden. Eeltplekken en eksterogen verschrompelen met wor tel en al. Bevat gezuiverde wonderolie. Jodium en het pijnstillende benzo- caine. Een flesje NOXACORN, Antisep tisch Likdoornmiddel van f. 1.35 be spaart U veel ellende. DE ZEVEN SACRAMENTEN Het aantrekkelijk door de uitgeve rij „Helmond" verzorgde boekje „De zeven sacramenten" doet in de titel denken aan een „frisse catechismus", zij het dan met zeer beperkte inhoud. Toch hebben Piet Broos en pater Gau- dentius Moolenaar o.f.m. dat hele maal niet bedoeld. Niet alleen blijkt dat uit de korte inleiding, doch even zeer en méér nog zelfs uit de inhoud. Tal van prachtige foto's leggen be langrijke momenten vast van het ont vangen of toedienen van een der Sac ramenten, Daardoor wordt 'n hoofdbe standdeel van wat we aan catechis mus-kennis vergaarden voldoende aanschouwelijk voorgesteld om ons de diepere zin blijvend in de herinnering te griffen. Daarbij helpt de tekst, prettig ge schreven in verhaaltrant en geheel afgestemd op „de gemiddelde lezer" op uitstekende wijze. TerwiIIe van de platen kan men dit boekje met vrucht een kind in handen geven, terwille van tekst en platen samen zal het een kostbaar onderdeel vormen van de boekenkast in ieder katholiek ge zin. Van ganser harte aanbevolen. DINSDAG, 31 AUGUSTUS 1954 HILVERSUM I. 402 m. AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.20 Idem. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Morgenwijding. 9.15 Geestelijke lie deren. 9.30 V. d. huisvr. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.50 V. d. kleuters. 11.00 V. d. zieken. 11.30 Pianorecital. 12.00 - Lichte muz. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 V. h. platteland. 12.40 Pianospel. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Prome- nade-ork. 14.00 Caus. over Amerika, met muz. 14.30 Gram. 14.45 „Scheepswerk „De Kroonprinces", hoorsp. 16.05 Wereld muziekconcours te Kerkrade. 16.30 V. d. jeugd. 17.00 Instr. kwart. 17.20 Rep. en gram. 17.45 Europese zwemkampioen- schappen te Turijn. 18.00 Nws. 18.15 Pia nospel. 18.30 RVU: Prof. Dr. C. A. van Peursen: „Filosophie: van bezinning tot systeem". 19.00 Orgelconc. 19.30 „Paris vous parle". 19.35 Lichte muz. Nationaal progr. t.g.v. de verjaardag v. H.K.H. Prinses Wilhelmina. 20.00 Nws. 20.05 Radio Philharm. ork. en solist. 20.55 „Gravin van Buren", klankb. 21.15 Vocaal dubbel- kwart. 21.30 „Vrouwen uit het Huis van Oranje", caus. 21.45 „Zo was het voor vijftig jaar..", klankb. 22.20 „Het Ko ningin Wilhelmina-Fonds", toespr. 22.30 Kon. Mil. Kapel. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.50-24.00 Dagsluiting. HILVERSUM II. 298 m. KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00 Nws en weerber. 8.15 Gram. 9.00 V. d. huisvr. 9.40 Lichtbaken. 10.00 V. d. kleuters. 10.15 Gram. 10.30 Gram. of v. d. jeugd. 11.00 V. d. vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Als 'de Ziele luistert. 12.00 Angelus. 12.03 Gram. (12.30-12.33 Land- en tuinb.meded.), 12.50 Europese Zwemkamp. te Turijn. 13.00 Nws. en Kath. nws. 13.20 Amus. ork. en solist. 13.45 Gram. 14.00 Wereldmuz. concours Kerkrade. 14.30 Metropole-ork. 15.00 Gram. of v. d. jeugd. 15.30 Ben je zestig? 16.00 V. d. zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 V. d. jeugd. 17.45 Regeringsuitz.: Nederland en de wereld: „Het Neder landse bibliotheekwezen en de wereld", door G. A. van Riemsdijk. 18.00 Lichte muz. 18.20 Sportpraatje. 18.30 V. d. jeugd 18 52 Act. 19.00 Nws. 19.10 Gram. 19.15 Uit het boek der boeken. 19.30 Gram. 20.00 Nat. progr. Zie Hilversum I. BRUSSEL 324 m. 11.45 Gram. 12.30 Weerber. 12.34 Gram. 12.50 Koersen. 12.55 Gram. 13.00 Nws. 13.15, 14.00, 14.30 en 15.00 Gram. 15.30 Orgelspel. 16.00 Gram. 16.15 Orgelspel. 16.45 Gram. 17.00 Nws. 17.10 Gram. 17.50 Boekbespr. 18.00 Symph. ork. 18.30 V. d. sold. 19.00 Nws. 19.40 Gram. 19.50 Syndicale kron. 20.00 Verz. progr. 20.15 V. d. vrouw. 21.00 Omr. ork. en soliste. 22.00 Nws. 22.15 Sopr. en piano 22.55-23.00 Nws. BRUSSEL 484 m. 12.00 Gram. 13.00 Nws. 13.20, 14.00 Gram. 15.00 Ork.conc. 15.30 Gram. 16.05 Lichte muz. 17.00 Nws. 18.30 Gram. 19.30 Nws. 20.00 Siegfried", opera (2e acte). 21.25 Gram. 21.30 „Sieg fried", opera (3e acte). 23.05 Nws. 21) door zweeg, verlegen en bedroefd. -waarom moest het zo zijn? Waarom noest alles veranderen?" j, ",,e vei'geet, dat ik geen tovenaar oen zeide hij op zachte toon. ,,'t Is me niet duidelijk, waarover je spreekt." -Zeg je dat in ernst?", vroeg zij. ..Ja, in ernst", antwoordde hij op vaste toon. "'-Jan ral ik ook ernstig en openlijk Haar stem trilde even en net bloed schoot haar naar de wangen, ■naar haar hand, die nog op de stoel leuning lag. was rustig. "bedert meer dan vier jaar heb ik geweten, dat je morphine neemt se- oert meer dan vier jaar heb ik berust 'n ie bedrog." Haar ontroering was zo groot, dat ^aar begaf. Er heerste een ogenblik diepe stilte. Toen kwam Lo er een paar passen naar voren. ^et a' sedert vier jaar?". .,,0 "'J langzaam. Voor het eerst op dacht hij aan Chilcote met voorbijzien van zichzelf. niï»aL .wist het. Misschien had ik heimat!?1? ^vijgen, toen ik het ge- al ??*dekte; maar dat ligt nu alles is daar achter ons- bat 't nutteloos u nog verder over te denken. Ik vermoed, dat het lot het nu eenmaal zo beschikt had. Ik was toen nog zo jong. je waart zo ongenaakbaar en er bestond niet die liefde tussen ons, die me 't spreken gemakkelijker ge maakt kon hebben." Een ogenblik wendde zij haar ogen af. „De ontgoo cheling van een vrouw is een droevig schouwspel; niemand moest dat ooit kunnen zien." Zij lachte enigszins bit ter. „Ik zag al de uitvluchten, al het bedrog, al de leugens." Zij zeide deze laatste woorden op vaste toon terwijl ze hem aankeek. Opnieuw dacht hij aan Chilcote, maar zijn gezicht verbleekte. „Ik zag het alles", vervolgde zij. „Ik was er eerst bitter ongelukkig onder, maar langzamerhand werd ik hard en onverschillig, totdat ik eindelijk even geredelijk genoegen nam met je „ze nuwen" als de overige wereld, die geen verdenking koesterde, er niets van wist". Weer lachte zij zenuwachtig. Ik dacht, dat die onverschilligheid al tijd zou blijven voortduren. En alles m me was versteend, toen mijnheer Frai- de me die avond over je sprak en me vroeg om mijn invloed^ aan te wenden Toen, op die avond „Die avond vond je me veranderd. „Veranderd en toch ook weer niet veranderd," Zij zeide dit als met te genzin en met afgewend hoofd. „En wat dacht je?" „Ik dacht", begon ze, „het scheen... Opnieuw zweeg ze; ze was niet zeker van haar eigen gevoel. „Ik weet niet. waarom, t me van avond een behoefte is te spreken zei de zij eindelijk, bij wijze van zelf-recht vaardiging, „maar een zonderling, een onbegrijpelijk gevoel dwingt me er toe. Hetzelfde gevoel ,dat die middag over me kwam, toen we samen theedron ken; het gevoel dat me dat me bijna deed geloven. Zij keerde zich half naar hem toe. „Dat er een wonder was gebeurd; dat je de kracht had gevonden om om..." „Geen morphine meer te nemen?" „Ja". Hij trad op Eve toe, die nog altijd bij de haard stond. „Het was, zoals je dacht", zeide hij. „Gedurende al die dagen, vanaf de avond dat je me over Fraide had ge sproken, tot de dag dat we hier in de ze kamer samen thee dronken heb ik geen morphine gebruikt." Zij keerde zich plotseling naar hem onr. „John zeide zij op onvaste toon, „je.... ik.... ik.... weet, dat je me m andere dingen bedrogen hebt." Zij sloeg haar ogen op. „Zie me aan", zeide hij half beve lend. „Geloof je nu, dat ik de waarheid spreek?" Zij zocht zijn ogen nog altijd sprak er twijfel en aarzeling uit haar trek ken. „Maar de laatste drie weken?" zeide zij, en 't was of 't haar moeite kostte, deze woorden te uiten. „Hoe kun je me vragen in je te geloven?" „Ik kan niet verder in de zaak door dringen. Ik kan evenmin als jij een uitlegging geven; alleen kan ik je zeg gen. dat ik op de dag. dat we samen in deze kamer spraken, volkomen me zelf was in 't volle bezit van mijn verstand en van mijn vermogens. De man, die je de laatste drie weken ge kend hebt, de man van de laatste vier jaren, is een schaduw een zwakte verschijnsel in mensengestalte. Er is een nieuwe Chilcote als je hem maar zien wilt." Eve stond op, toen hij ophield met spreken bevende voor hem; haar wan gen gloeiden, haar ogen schitterden. Uit alles bleek duidelijk haar ontroe ring. „Maar de oude Chilcote?" „Je moet geduld hebben." Hij staar de in het vuur. „Tijden als de laatste drie weken zullen terugkomen moe ten terugkomen dat is onvermijde lijk. Als dat gebeurt, moet je je ogen sluiten. Je moet ze en mij eveneens uit je leven wegdenken. Zullen we die overeenkomst aangaan?" Hij ver meed haar blik bij die woorden. Zij keek hem aan. „Ja als je dat wenst", zei ze bijna fluisterend. Er volgde een stilte nadat zij deze woorden had gezegd. Maar toen kwam voor hem de laatste verrassing van die dag vol verrassingen. Eve kwam naar hem toe en legde haar hand in de zijne. HOOFDSTUK 18. Het was een bevredigende oplossing en hij stond de volgende morgen op met het gevoel, dat alles zich wel zou schikken. Maar soms doet het toeval onze mooiste plannen mislukken. Hij kleedde zich. ging naar beneden en zette zich aan zijn eenzaam ontbijt neer met het geruststellende gevoel een nieuwe bladzijde te beginnen en wat op de vorige stond, afgesloten te hebben. Maar nauwelijks had hij de drie brieven gelezen, die de ochtend post gebracht had, nauwelijks had hij de courant ingezien, of het werd hem geopenbaard, dat het nieuwe blad reeds omgeslagen was en niet door hem, maar door een hand oneindig machtiger dan de zijne. Het werd hem na enige ogenblikken duidelijk, dat de uren van zijn tijd, waar Eve aanspraak op zou kunnen maken, de uren, die hij aan haar zou hebben willen wij den. niet langer zijn eigendom waren, maar reeds van hem waren opgeëist. Want de eerste trilling van de poli tieke aardbeving, die het land zou doen schokken, werd gevoeld op die morgen van de zevenentwintigste Maart, toen het bericht zich door En geland verspreidde, dat. met het oog op de desorganisatie van het Perzische leger en de onmacht van de Shah om de opstand van de grensbewoners in de Noord-Oostelijke districten van Meshed te onderdrukken, Rusland met een groot vertoon van edelmoedigheid zijn nabuur te hulp was gekomen en een grote gewapende macht van zijn militaire post te Merv naar de plaats der ongeregeldheden had gezonden. Door de gelederen van de oppositie, van Fraide af, tot de laatste man toe, deed het een rilling van verwachting gaan, die eigenaardige profetische sensatie, die elk politicus wel eens op een ogenblik van zijn loopbaan heeft ondervonden. En bij geen enkel lid van de partij der oppositie was deze sensatie groter dan bij Loder. Zijn leven lang had hij zich voor Oosterse quaesties geïnte resseerd en zijn grote kennis van za ken op dit gebied gaf hem een helder inzicht in de toestand. Hij las het nieuws en herlas, be schouwd van de verschillende politieke standpunten, een paar uur later kwam een telefonisch bericht van de „St. George's Gazette", dat hem dringend verzocht op Lakeiey's bureau te ko men. Het was nog geen twaalf uur, toen hij het grote'gebouw naderde. Lakeley keek even op, toen Loder binnenkwam, maar ging daarop on middellijk voort met het werk, waar mee hij bezig was, de avond-edities na te kijken, die om hem heen lagen, en er paragrafen in aan te schrappen. Hij had zijn jas uitgetrokken en op een stoel naast hem gegooid en rookte met zulk een ijver, dat hij in een grijze wolk gehuld zat. „Ben je daar? Mooi zo!", zeide hij op laconieke toon. „Ga zitten; ik ben da delijk klaar nog even de „St. Stephens" doorkijken." Die begroeting deed Loder aange naam aan. Hij knikte Lakeley verge noegd toe en liep naar het heldere vuur, dat in de grote haard brandde. Eindelijk schoof hij de courant weg met een gebaar van voldoening en leunde achterover in zijn stoel. „Wat zeg je ervan?", vroeg hij Loder wendde zich naar hem toe. „Me dunkt" zeide hij rustig, „dat we 't in geen geval kunnen overschatten." Lakeley lachte en deed een lange haal aan zijn sigaar. „En we moeten er niet bang voor zijn, het Sefborough en zijn partij terdege te laten merken, hè?" Lakeley keek hem een ogenblik aandachtig aan. Toen kwam hij vlug overeind uit zijn stoel, leunde met zjjn ellebogen op zijn schrijftafel en zeide met iets gewichtigs in zijn stem: „Het zal voor jou iets meer dan ver beelding zijn, Chilcote. Het wordt wel degelijk besliste realiteit, dat zeg ik je!" Hij sprak snel en op overtuigende toon; toen zweeg hij om de uitwerking van zijn. woorden te zien. Loder bestudeerde nog steeds de op geplakte courant. Bij deze laatste zin keerde hij zich om; iets in Lakeiey's stem, in zijn manier van doen, trof hem. Er kwam plotseling enige kleur op zijn wangen. „Werkelijkheid?", vroeg hij. „Wat bedoel je?" Een ogenblik keek Lakeley hem scherp aan; toen schoof hij met een snelle beweging zijn stoel achteruit. „Ja", zeide hij half tegen Loder, half tegen zichzelf, „ja, de oude Fraide ver gist zich niet licht. Hij heeft groot ge lijk; jij bent de man!" „Zou je me ook willen zeggen, wat je bedoelt?" vroeg Loder op zijn ge wone lakonieke toon. Lakeley nam hem nog steeds op met kennelijke voldoening; toen wierp hij zijn sigaar weg en zeide: „Beste kerel, er zal een bres ergens komen en Fraide zegt, dat jij de man bent, die er in zal stappen en ze zal vullen! (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 3