NIEMAND KAN IETS GEVEN,
ALS HIJ ZELF NIETS BEZIT
Eeo tekort aan jeugdleiders
Jeugdzorg en gezinswerk moeten sterk samengaan
MODERNE Kruistocht voor INDIA
Door het jeugdwerk
toekomst gebouwd
wordt de
Er is ruimte nodig
Jeugdwerk staat of valt met zijn leiders
Danny Kay filmt voor hongerende kinderen
Wettelijke regeling op komst
SCHRIKBARENDE CIJFERS
Wij leven niet op eilandjes
Het is zomer: °ok op tafel
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1934
De bedrijven zullen het hunne moeten doen
TRANEN IN DE OGEN |,de regering van India wil bijstaan in
ALLER STEUN
IS NODIG
„TAIE JEUGD van tegenwoordighoren
we zo dikwijls en dat gaat dan vergezeld
van een misprijzend hoofdschudden. En als we
dan nog langer luisteren, krijgen we de zwarte
verhalen te horen, rijk opgesmukt met recente
voorbeelden over het vandalisme van die jeugd
de jeugdcriminaliteit, zedenverwildering en wat
al niet meer.
Niemand zal willen beweren, dat die verhalen
alleen maar ontstaan in de breinen van zwart
kijkers en mensen die van de jeugd niets kunnen
velen. Het is helaas maar al te waar dat het ge
drag van de jeugd vaak te wensen overlaat. We
komen hiervan dagelijks voorbeelden tegen.
TAE GROTE STEDEN vooral worden zo vol huizen gebouwd, dat er
alleen maar ruimte In de hoogte overblijft. Er ontstaan kunstma
tige speelruimten, waarin geen plaats meer is voor initiatief en die al
leen een beperkt aantal kinderen kunnen herbergen. De jeugd, die wèl
initiatief wil nemen blijft weg uit de ombakende speelruimten en zoekt
zelf avontuur en romantiek. Is het wonder dat dit dan dikwijls ontaardt
in straatschenderij, omdat de jonge mensen nu eenmaal nog geen vorm
kunnen vinden waarin zij zich voldoende kunnen uitleven en ont
plooien?
kinderen richten vernielingen aan, kinderen ver
grijpen zich aan andermans bezit. In het klein
ziet ieder het in eigen omgeving gebeuren. Ve
len willen dit gekenmerkt zten als een over
blijfsel uit de oorlog. Toen mocht immers alles,
en wat niet mocht, passeerde onder het mom
van: in het belang van het vaderland, de gowe-
tensbeugel. Goede vaderlanders gingen hierin
voor en waarom zou dan de jeugd niet volgen?
Of „die jeugd van tegenwoordig" in werkelijk
heid nog iets met de oorlog te maken heeft?
Feit is in ieder geval, dat er altijd wel jeugd -
van - na - de - oorlog is geweest.
REGERING ZIET DE
NOODZAAK
En dit geldt dan niet speciaal voor
het verwaarloosde kind of een kind
uit een minder gunstig opvoedingsmi
lieu. Het is ook en juist de van - huis
uit - goede jeugd die met haar tijd
geen raad weet. Nu het vacantie pro
gramma afgewerkt wordt, zien we
juist deze goede jeugd in groepjes van
twee of drie op trektocht, vaak naar
onbekende bestemmingen, het avon
tuur tegemoet. Natuurlijk is het niet
zo, dat deze jonge mensen naar hun
ongeluk toe trekken. Het zal allemaal
nog al meevallen en meestal komen
ze met veel nieuwe en gezonde erva
ringen van hun zwerftocht terug.
Maar het kan ook anders. Het kan
ook zijn, dat ze op hun tocht met zo
veel verkeerde invloeden in aanraking
komen, dat zij hiertegen niet voldoen
de gehard blijken te zijn. Dit dragen
zij hun hele leven mee. Dit zouden we
moeten voorkomen. En dit kan alleen
met voldoende voorlichting en leiding.
Op de eerste plaats komen hiervoor
natuurlijk de ouders in aanmerking.
Zij zijn degenen die het dichtst bij
hun eigen kinderen staan. Daarnaast
staat de school als officieel opvoe
dingsinstituut, die, in overleg met de
ouders, naast het leerprogramma ook
de opvoeding van de kinderen behar
tigt. Ook de Kerk steunt de ouders
bij hun opvoedende taak.
DE LEIDERS
Er is nóg een opvoedingsmilieu bij
uitstek: de jeugdbeweging. Vlak na de
oorlog ontstond er bij de jonge mensen
een felle ren naar deze vorm van ont
spanning. Al die jaren was er geen ge
legenheid geweest zich op een gezonde
manier te ontspannen. Nu wilde ieder
lid worden van een of andere jeugd
beweging. Inmiddels is deze ren wel
gestuit. Het eerste enthousiasmte is
over en er zijn al weer zovele vormen
van ontspanning dat de jeugdbeweging
op verhaal zou kunnen komen als
Ja als.
Het is nu eenmaal nog steeds zo,
dat er schreeuwend gebrek blijft aan
goede jeugdleiders. De jeugd, die zich
uit eigen initiatief aangetrokken voelt
tot een of andere vorm van jeugdbe
weging, kan vaak niet eens opgevan
gen worden. Andere jonge mensen we
ten bij ervaring, dat er voor hen toch
geen plaats is. Van alle kanten wordt
de noodzakelijkheid gevoeld om juist
deze jeugd te bereiken. Ook de rege
ring heeft haar bijzondere belangstel
ling reeds getoond door de oprichting
van een aparte afdeling „Vorming
Buiten Schoolverband" in het mini
sterie van Onderwijs.
INTERESSE
Het probleem van gebrek aan jeugd
leiders werd er echter niet door op
gelost. De oudere jeugd interesseert
zich niet voor de jeugdbeweging', met
het noodzakelijke gevolg, dat zij er
ook bitter weinig van weten. Of moe
ten wij dit anders stellen? Interesseren
zij er zich zo weinig voor, omdat zij
er niets van weten? Op gezette tijden
treedt de jeugdbeweging naar buiten:
een tocht met volle bepakking, een
spel, een ouderavond. Maar dat is niet
het essentiele van de jeugdbeweging.
De eerste taak van een jeugdleider
is jeugdvorming, karaktervorming,
waarbij hij zich dan noodzakelijker
wijs moet bedienen van hulpmiddelen
om die jeugd te trekken, er belang
stelling voor te kweken. Waar de
school als primaire taak heeft het aan
kweken van kennis bij de leerlingen,
waarnaast dan ongetwijfeld ook het
karakter van de leerlingen wordt ge
vormd, heeft de jeugdbeweging als
vastomlijnd doel, de karaktervorming
van het kind, waarbij dan als hulpmid
delen het bijbrengen van kennis en
vaardigheden geldt.
KARAKTERVORMING
Het spreekt vanzelf, dat niet ieder
een geschikt is om leiding te geven
aan de jeugd. Hij moet op de allereer
ste plaats een persoonlijkheid zijn,
die door zijn voorbeeld en idealisme
de jeugd weet op te trekken. Het is
dus pertinent niet iemand die met zijn
eigen vrije tijd geen raad weet en
daarom maar wat met kinderen op
trekt. Hij moet immers op de eerste
plaats zelf hebben wat hij aan de kin
deren wenst door te geven. In het rap
port van de commissie - Cals over
het jeugdleiders - brevet staat letter
lijk: „Aan een jeugdleider moeten dus
vooral eisen gesteld worden die zijn
gehele persoonlijkheid betreffen.
Men kan een geschikt en ver
dienstelijk jeugdleider zijn, of
schoon algemene ontwikkeling
en voor de jeugdleiding nuttige
vaardigheden (b.v. kampeer-
techniek) eigenlijk onvoldoende
zijn. Een onderwijzer, die de
vakken welke hij moet geven,
niet beheerst, faalt zeker. Een
jeugdleider kan, wanneer ande
re eigenschappen dat gemis
compenseren, nog goed werk
doen".
Het komt er dus vooral op aan, dat
de jeugdleider zelf de karaktereigen
schappen bezit, r.odig om het kind te
helpen, bij de karaktervorming. Te
helpen, want het kind is zelf zijn eigen
opvoeder, hierbij geleid en gediend
door de jeugdleider.
De jeugd roept om geholpen te
worden. Ieder meisje en iedere jonge
man met ruggegraat, die een dienende
taak op de schouders wil nemen, kan
zich als leidster of leider opgeven
bij het bureau van de Katholieke
jeugdbewegingen in het eigen district.
Wacht daar niet te lang mee. Doe het
nu. De jeugd heeft U zo hard nodig.
In het spel toont het kind zich, zo
als het werkelijk is. Het kind te la
ten spelen is daarom ook een be
langrijke voorwaarde voor een goe
de opvoeding. En evenzeer geldt dit
voor het jeugdwerk.
ORGANISATIE IS
NOODZAKELIJK
Tot het Diocesaan georganiseerde so
ciaal-charitatieve werk behoort ook de
jeugdzorg, gesplitst in het jeugdwerk
voor jongens en meisjes. Onder jeugd
zorg verstaat men het werk van ziel
zorg, sociaal apostolaat en jeugdopvoe-
ding, verricht onder dat deel van de
jeugd, waarvan de godsdienstig zede
lijke en maatschappelijke opvoeding
verwaarloosd of belemmerd wordt.
Uiteraard wordt hierdoor het karak
ter en de aard van de jeugdzorg on
derscheiden van aard cn karakter van
de z.g. vrije jeugdvorming, die zich bij
voorkeur richt tot de jongens en meis
jes uit normale milieus.
Het jeugdzorgwerk komt hoe langer
hoe meer tot de conclusie, dat jeugd
zorg en gezinswerk heel sterk moeten
samengaan, wil het jeugdzorgwerk
effectief zijn.
Het wijkwerk biedt hiervoor de
vorm.
Het jeugdzorgwerk van de meisjes is
in ons bisdom daar waar wijkwerk is,
een onderdeel van het éne wijkwerk.
terwijl tussen het wijkwerk en de jon
gensjeugdzorg de vorm gezocht wordt
voor een sterker samengaan van het
jongenswerk in de wijk en het overige
werk, gericht op het gezin als één or
ganisch geheel.
Sommige parochies kennen voor wat
het meisjes jeugdzorgwerk betreft, ei
gen parochiële werken.
In het meisjes-jeugdzorgwerk is nog
geen diocesane eenheid bereikt. Voor
de meisjes-jeugdzorg, als onderdeelkenweg 275, Breda.
van het wijkwerk is het Secretariaat
gevestigd op Bosstraat 35, Breda.
Voor de jongens bestaat het „Dioce
saan Verband van instellingen voor
jeugdzorg-jongens in het Bisdom Bre
da" dat alle bestaande werken in fe
deratief verband verenigt, en waarbij
krachtens bisschoppelijke bepaling, al
le nieuw op te richten werken en in
stellingen voor jongensjeugdzorg zich
moeten aansluiten.
Voorzitter van dit Diocesaan Ver
band is aalmoezenier J. Klep, Ginne-
IJ EN ASPECT van het jeugdprobleem heeft kort geleden in ons parle-
J ment grote aandacht gehad. Het ging hier over een verbod van
bedrijfsarbeid voor 14-jarige meisjes. Afgevaardigden van de meest
uiteenlopende groepen waren het er over eens, dat het feit dat jonge
kinderen in het gevaarlijke fabrieksmileu terecht kunnen komen, droe
vig is. In het algemeen kwam dan ook de suggestie naar voren, dat men
het verbod minstens moest uitbreiden tot 14-jarige jongens en dat de
leeftijdgrens eigenlijk zou moeten worden gesteld op 16 jaar.
(Van onze correspondent).
^LS we allemaal een beetje helpen kunnen we in India mil-
lioenen kinderen redden. Als we allemaal onze plicht doen
kan de jeugd van dat grote land opgroeien tot een sterke, gezon
de natie en als we met de handen in de schoot blijven zitten ma
ken we ons schuldig .aan een zeer grote zonde", aldus zei ons de
zer dagen de bekende, Amerikaanse filmster Danny Kay. Danny
meende wat hij zei. Indien er voor liefdadige doeleinden film
sterren worden gezocht laat hij nooit verstek gaan. Zeer terecht
voelt hij zich verplicht te helpen, waar hij helpen kan.
haar felle strijd tegen ziekte en dood.
Ook in New Dehly is hij nu om te|°an"y door d.% "ij
helpen. Hij treedt geheel gratis op in j ^n lachten l?é camera draaide Vrou-
een film, die momenteel wordt opge- i It?™ 21 +11/J?"
nomen door de Unicef en die hiermee 'wellJke artsen en tientallen knappe
„NETTE MEISJES
GEVRAAGD9
Maar met een verbod van fabrieks
arbeid is men er niet. Men zou een
grote categorie scheppen, die ofwel
gaat leeglopen, ofwel op een andere
manier wordt geëxploiteerd.
Men moet naast het verbod van
fabrieksarbeid minstens een vor
mingsplicht stellen. Enkele grote be
drijven, w.o. de Staatsmijnen hebben dit
al lange tijd geleden begrepen en zij
hebben de vorming op de onderne
ming ingevoerd. De mijnschool is een
goed voorbeeld. Hier krijgen de jon
gens volop gelegenheid om hun per
soonlijkheid zover te ontplooien, dat
zij straks werkelijk als jonge man aan
het werk kunnen gaan. Tevens worden
zij voorbereid op hun taak in het be
drijf zij krijgen dus een vakscho
ling. Er wordt veel aan lichamelijke
opvoeding gedaan. Er is een belangrij
ke plaats ingeruimd voor Godsdienst
onderricht, algemene ontwikkeling,
terwijl vooral de vrijetijds-besteding.
b.v. door het animeren van hobbies, de
aandacht heeft.
ZELF-BETALEND
Meer en meer bedrijven volgen dit
voorbeeld en daarmee bewijzen hun
directies, dat zij met open ogen in hun
tijd staan.
Bovendien zijn zij zakelijk. Een so
ciale maatregel betaalt gewoonlijk
zichzelf. Door de bedrijfsscholing
wordt er in de eerste plaats een kern
van bekwame krachten gevormd, dat
alles binnen de mogelijkheden van de
eigen onderneming. De mensen wor
den aan het bedrijf gebonden en dit
alles is voor de leiding van een onder
neming reeds voldoende om te besef
fen, dat de bedrijfsschool op de duur
geld oplevert. Ook in fabrieken, waar
de arbeid vaak zo eenvoudig is dat de
arbeider geen scholing nodig heeft,
wordt tegenwoordig vaak aan de vor
ming van de jeugdige werknemers ge
dacht.
Hier berust het onderwijs
louter op persoonlijkheidsvor
ming, want wederom zit de be
doeling voor niet alleen een aan
tal arbeiders te krijgen, maar
om een aantal GOEDE arbeiders
te krijgen. De bekende kanke
raars in de fabrieken, de lui
aards, de handige „drukkers"
zijn in vele gevallen de produc
ten van hun jeugdjaren. Zij kun
nen de geest in een onderneming
ziek maken.
EXPERIMENT
Daarom is het niet genoeg toe te jui
chen, dat deze zaak nu op parlemen
tair niveau wordt besproken.
MééR NODIG
Wat er met een verbod van bedrijfs
arbeid bereikt wordt, is evenwel niet
voldoende. Goed, er is straks een wet
telijke norm. Kinder-exploitatie wordt
goeddeels onmogelijk gemaakt, maar
het feit alleen, dat een sociale maatre
gel als deze aan een dwangvoorschrift
moet worden gebonden, toont aan dat
het aan begrip voor deze zaak nog
mangelt.
Er er zijn een ruime visie en een
oprechte mensenliefde nodig om een
bedrijf zodanig te reorganiseren, dat
er voor de jongeren waarlijk plaats
wordt gemaakt. Ideaal zou de toe
stand zijn indien dit alles vrijwillig
kon gaan, maar zelfs wanneer men
door wettelijke voorschriften zover
zou komen, zou er een groot goed
veroverd zijn. Het ligt voor de
hand, dat met de toekomstige, an
dere ontwikkeling, het jeugdwerk
gelijke tred zal moeten houden.
Als het even kan zoeken zij het spel, waarin het avontuurlijke schuilt en
dat lijkt op de grote-mensen-werkelijkheid. Hengelen is de vreedzaamste
vorm van het jagen: het kind kan er vele driften in bevredigen. Bij de
jeugdbeweging is die jachtdrang dikuhjls gecultiveerd. Het jachtspel werd
geschapen.
Een gezonde geest in een gezond
lichaam. Door allerlei medische
maatregelen, waartoe men ook kan
rekenen de school-melk-dienst,
wordt het jonge kind ook buiten
het gezin zo goed mogelijk uoorbe-
reid. Maar daarna?
Een groot bedrijf ih de Zaanstreek,
dat berucht was door zijn personeel,
heeft eens een sanering doorgevoerd.
De „rotte plekken" werden verwijderd
en men trok daarvoor in de plaats
mensen van beter gehalte aan. Men
ging zich positief richten op verbete
ring van de sfeer.
Het sterkste bewijs voor het welsla
gen van dit experiment wordt iciere
keer weer geleverd, wanneer deze fa
briek een advertentie plaatst voor
„nette meisjes". Nu kómen er ook wer
kelijk nette meisjes. Vroeger leek het
wel of na iedere oproep voor perso
neel in de krant, de sloppen werden
geleegd voor de fabriekspoort. De pro
ductie dus ook de winst van de
ze fabriek, steeg.
We leven in een periode van kente
ring. Door toegenomen bewustwording
van de arbeidersklasse (verfoeilijk
woortkt gaat men steeds meer achter
de starre schema's en achter strikt
economische maatregelen, de mens
zien. Men gaat beseffen, dat wy vol
wassenen de wereld van morgen in
onze hand hebben, dóór de Jeugd.
HET PROBLEEM, dat wij vandaag aan de orde stellen is niet af te doen
met een pagina in de krant, zomin als met een boek of een hele serie
boeken. Het jeugdvraagstuk (en het IS een vraagstuk) ontmoeten we
overal, ieder uur, iedere dag. Heus, het jeugdvandalxsme, waarover we
tegenwoordig zo vaak horen spreken, is niet „het jeugdprobleem", even
min als de vroegrijpheid van de jeugd dat is. Hieje toont het probleem
zich aan de buitenkant en voetje voor voetje kan men langs deze uiter
lijke verschijningsvormen van een onaangepast-zijn van de jeugd, de
kern van de kwestie benaderen.
Deze is in diepste wezen, dat ieder
individu op een gegeven moment dient
te groeien naar de gemeenschap van
mensen waarin hij moet leven. Reeds
in zijn vroegste jeugd wordt het kind
geleerd, dat het een deel is van het ge
zin. Dat het daarin rechten en plichten
heeft en dat elk lid van het gezin
wil dat als geheel goed kunnen zijn
zich voor een flink deel zal moeten in
stellen op de anderen.
Daarna komt de periode van het
schoolgaan. Het kan een heerlijke „jd
zijn, wanneer het kind erin slaagt
ook al weer gesteund door de goodwill
van zijn klas- of schoolgenoten op
te gaan in het geheel, zonder natuur
lijk zichzelf te verliezen.
Er is nog de fase van het leerling
zijn, in kantoor of fabriek, waarna
men het kind „volwassen" noemt, en
gereed om zelf een kleine gemeen
schap een gezin te gaan stichten.
LEVENDE MENSEN
Dat wordt hier heel eenvoudig in en
kele woorden gezegd, alsof het een re
cept gold. Maar het gaat over levende
mensen, die staan in een levende tijd.
Daarom is er ook nog een apart pro-
bleen, dat van het wanbegrip. Onder
ling begrip is de enige basis voor het
gelukkig-zijn der maatschappij.
In dit artikel willen wij echter
slechts schetsen, dat het jeugdwerk,
waaraan deze pagina is gewijd, een
onmisbaar iets is.
Als „Jeugdwerk" kan men de ver
kennerij zien, een kampeerclub of een
voetbalvereniging. In zijn ruimste be
tekenis is „Jeugdwerk" echter alles,
waarin het jeugdige individu (een
verschrikkelijk woord om het voor
kinderen te gebruiken) leert opgaan
in een groter geheel: buiten zichzelf
leert treden. Met een geleerd woord,
waarin niets aantrekkelijks ligt, hoe
wel dat niet zo bedoeld is: integratie.
Bereid zijn met een gedeelte van je
zelf een grotere groep te helpen vor
men: desnoods uit zelfbehoud.
„MASSAJEUGD"
Een ander al even koud woord
dat tegenwoordig opgang maakt, is
„massajeugd". Daarmee wordt de
jeugd bedoeld die als gemeenschap
geen vorm bezit. Hij is een product
van deze tijd. De één rekent daar al
le kinderen toe, doch wanneer men de
term gebruikt in verband met het
jeugdprobleem, dan ^doelt men voor
al die jeugd, die na de lagere school
tijd, of op zijn best de enkele jaren
VGLO, vrijwel zonder steun in de
maatschappij wordt geplaatst.
Eén uit de massajeugd is de
„fabrieksjongen", die het tussen
veel oudere kameraden en in een
sfeer waar de algemene moraal
vaak bedenkelijk is, die maar
moet klaren. Die in zijn moeilij
ke puberteitsjaren geneigd is,
die „maats" een groter gezag toe
te kennen dan zijn ouders en
die daardoor het enige wat hem
nog zou kunnen steunen op zijn
weg naar de volwassenheid, los
laat.
Hieraan valt niet te ontkomen. Ie-
mand die niet zwemmen kan moet uit
de buurt van het water blijven. Valt
hij er tóch in, dan is er natuurlijk een
kans dat hij óp het droge krabbelt,
maar zijn natte pak cn een eventuele
verkoudheid zijn niet meer goed te
maken. Jeugdwerk nu, kan men zich
voorstellen als een organisatie, die de
jongeren leert zwemmen en die bij tijd
en wijle als redder optreedt.
DE MISLUKTEN
Het is afdoende gebleken dat dege
nen wier aanpassing aan de gemeen
schap van mensen en heel vaak ook
hun aanpassing in huwelijksverband
is mislukt, behoren tot die groep
van de te vroeg-losgelatencn. Kinde
ren die na hun lagere schooltijd „door
leren" blijken beter te zijn voorbereid
op het leven dan hun leeftijdgenoten,
die het zonder verdere studie moesten
stellen. Dit is niet een kwestie van
„ontwikkeling", maar doodeenvoudig
van een langer beschut-zijn.
Voor de groep welks aanpassing af
hangt van het toeval, is er het jeugd
werk. Hier geldt ook inderdaad, dat
wie de jeugd heeft, ook de toekomst
bezit. Een goede jeugd zal op de duur
een goede maatschappij vormen. Har
monisch gevormde mensen zullen har
monische gezinnen het aanzijn geven.
Zonder zich dagelüks hierop te be
zinnen, strijdt het jeugdwerk in het
algemeen voor de toekomst. Hij, die
als jeugdleider een uur geeft voor het
kind, heeft voor het nageslacht een et
maal verdiend. Wat t hemzelf geeft
is zonder meer een geweldige voldoe
ning door de wetenschap, dat hij
bouwt in een tijd, dat het project nog
vorm kan worden geschonken. Het
jeugdwerk heeft recht op de steun van
ieder mens.
verpleegsters drentelden rond hem
heen. Maar Danny had geen tijd voor
autogrammen. Aan deze film is hem
namelijk veel gelegen. Hij wil er een
groot succes van maken, omdat de we
reld begrijpen moet, dat India hulp
nodig heeft.
Na de eerste opnamen ontving hij de
journalisten. „Ik hoop, dat we ook op
jullie medewerking kunnen rekenen,
fellows. Een'aardig verhaaltje van jul
lie kan duizenden kinderlevens red
den. Danny sprak eenvoudig. Hij had
geen papier nodig, want de meest vre
selijke cijfers schudde hij zo uit zijn
mouw. Van de grappenmaker was nu
niet veel overgebleven.
Eenmaal zelfs kreeg hy onder het
praten de tranen in de ogen. Kort en
bondig kwamen zijn gegevens op het
volgende neer: 160 van de 1000 kinde
ren sterven bij hun geboorte. De
kraamvrouwensterfte is 20 maal hoger
als in de U.S.A. Vijftig percent van de
kinderen wordt niet ouder dan 16 ja
ren. Een kwart van het totaal aantal
doden betreft steeds kinderen van
minder dan vijf jaren. 48% der doden
is jonger dan tien jaar. In Europa en
Amerika schommelt de gemiddelde
leeftijd rond 70 jaar.
Hier rond de dertig jaren. Mijn taak
hier is bekendheid geven aan het
werk van de Unicef, het internationale
kindernoodfonds van de Verenigde
Naties. Geloof me, boys, hier moeten
we allemaal helpen. Het is onze plicht.
Oorzaken van al dat leed: voedselge
brek, slechte hygiënische voorzienin
gen, gebrekkige drinkwatervoorzie
ning en te weinig medische hulp. De
calorieënwaarde van het voedselpak
ket ligt dertig percent lager dan wij
minimaal noodzakelijk achten. Wist
U, dat nog pas zes van de honderd In
diase steden hier een redelijke drink
watervoorziening hebben? Ongeveer
honderd millioen personen lijden hier
aan malaria. Er sterven ongeveer
2.000.000 personen per jaar aan deze
gevreesde ziekte. Het tekort aan art
sen is vreselijk; dat aan vroedvrouwen
schrikbarend. Een half millioen In
diërs sterft ieder jaar aan tuberculose.
Ook andere ziektes, vooral pest, cho
lera, lepra enz. eisen zware offers. In
dien „onze" gezondheidsplannen voor
India slagen zal het sterftecijfer met
drie millioen per jaar dalen.
HULP VAN ALLEN
Zelfs indien deze plannen niet sla
gen en het sterftecijfer zo schrikba
rend hoog blijft, krijgt India jaarlijks
4.5 millioen mensen meer te voeden.
In 1960 moet het jaarlijkse voedselte
kort dan 27 millioen ton bedragen.
Slagen de plannen, dan zal het
voedseltekort nog groter worden.
Maar met hulp van allen kan een ge
zonde economie, een juiste distributie
en een doelmatige productie voor
voedsel zorgen, ook voor de kleine
peuters van India.
Als ik zie hoe de zaken er by staan,
schaam ik me, ik schaam me, omdat
onze generatie dit alles te lang zonder
meer heeft aangezien. Al veel te lang
hebben we ons niets of te weinig aan
getrokken van de kommer van onze
evennaasten.
Maar, fellows, omdat wij, zoals we
hier zitten, behoren tot de bevoorrech
te volkeren, hetgeen piet onze eigen
verdienste is moeten we des te eer
der gereed staan onze hongerende
broeders in andere landen te nelpen.
Zij, die het niet doen verspelen het
dubbele recht zich christen te noemen
enmens!
Tot zover Danny Kaye, de grappen
maker van* het witte doek. Wij heb
ben er helemaal niets meer aan toe te
voegen. Hij sprak zijn kopy als het
ware persklaar.
Wantrouwend,
r\E politie verbaasde zich over de
schuilplaats, die X. Rogers te
Kansas City voor zijn gestolen geld
had uitgekozen. Hy had het in zijn
rechter-schoenzool weggestopt. „Ik
was bang, dat ik zou worden be
roofd", verklaarde hü desgevraagd.
Ons lichaam heeft in de warmte minder be
hoefte aan levensmiddelen, die de lichaamstem
peratuur op peil houden: ook de eetlust vermin
dert enigszins. De vraag naar b.v. zetmeel en vet
zal afnemen. En het is dan ook helemaal niet no
dig, dat de portie brood en aardappelen, die er in
de winter met graagte inging, ten koste van alles
gehandhaafd blijft. Dit geldt zowel voor volwas
senen als kinderen.
Wat echter nooit ver
minderd mag worden, is
de hoeVeelheid voedings
middelen, die bescher
mende stoffen bevatten.
Zulke voedingsmiddelen
zijn melk, kaas, ei .vlees
en vis, groenten en
vruchten. Geef hiervan
de gebruikelijke hoeveel
heden, ja .liefst wat
meer!
Er is geen bezwaar te
gen, de melk, als die
niet zó gewaardeerd
wordt, af en toe te ver
vangen door karnemelk
of yoghurt, waaraan U
ter verhoging van het
succes een scheutje li
monade kunt toevoegen.
Laat de eetlust in de
warme dagen te wensen
over, dan is die te sti
muleren op de bekende
manier: geeft Uw maal
tijden een zomers tintje
door koel, licht voedsel
op te dienen, b.v. rauwe
groenten koud vlees en
slaatjes. U dient dan de
eetlust en tevens uw ge
mak.
„TUSSEN-
HAPJES"
Niet altijd echter laat
de eetlust te wensen o-
ver. Moeders van vacan-
tievierende kinderen
merken hiervan bij hun
lievelingen meestal niet
veel. Ook sportliefheb
bers hebben met gebrek
aan eetlust niet te kam
pen.
De extra activiteit, het
verhoogde gebruik van
spieren, veroorzaken een
dusdanige verhoging
van de lichaamstempe
ratuur, dat er warmte
aan de omgeving verlo
ren gaat. Dit vaak aan
zienlijke warmteverlies
moet aangevuld worden
't Lichaam vraagt meer
voedsel en de eetlust
vermeerdert.
Geef gerust toe aan die
vergrote behoefte aan
voedsel en maak b.v. uw
kinderen blij met tus
sendoor een boterham of
beschuit met kaas. yog
hurt of fruit. Stil hun
honger niet met ijsjes en
snoep.
Een groep, die even
eens zeer door honger
geplaagd wordt, zijn de
kampeerders en zij die
er een dag op uit trek
ken. Laten zij vooral
voldoende voedsel mee
nemen of althans ge
noeg geld om te kopen
waar hun maag naar
vraagt.
Tenslotte nog iets o-
ver hen, die in het be
gin van hun vacantie
buiten de woonplaats 'n
deel van hun genoegen
vergald zien door inge
wandstoornissen. Oor
zaak daarvan kan zijn
de vreemde omgeving.
Hoewel aan deze narig
heid na enige dagen
toch wel een eind pleegt
te komen, kunnen zij 't
proces verhaasten door
bij constipatie veel fruit
en rauwe groenten te e-
ten en in het tegenover
gestelde geval het ge
bruik hiervan juist te
beperken.
Zij zijn ingeschakeld in het productieproces van de huishouding. Doch
wanneer deze arbeid niet wordt gezien als één van de middelen tot vor
ming van het kind, is er iets mis. Een jong kind mag niet werken om de
arbeid. Het heeft er recht op. dat men zijn arbeid beschouwt als middel
tot het doel: ontplooiing der persoonlijkheid. Laat juist een kind meewer
ken in de huishouding of op het eigen bedrijf, leert hem de vreugde van
de arbeid kennen, maar laat dit niet ontaarden in exploitatie.