ZOET en BITTER in de INLANDSE KEUKEN
een waskom vol jenever
eten is belangrijk
4
De oogst vergt heel wat van de mensen
w
Over smaak valt niet te twisten
Als de boeren naar 't hagelkruis trekken
Tot slot: pannekoek (met spek)
Ir J. D. H. VAN DER TOORN
directeur-generaal der P.T.T.
Sterk wisselend koersverloop
2
15
Chefarine „4'
God zegene....
De Schatkamer der Legenden
De zilveren schoengespen
5
EN:
EEN
t
j
beroemde
geneesmiddelen
in 1 tablet
doen wonderen!
Hoge politiek
Wallstreet blijft optimistisch
Profanatie?
VAN MIERLfl en ZOONu
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 5 AUGUSTUS 1954
en de energie
staan de weten-
eling in de weg."
Krasnyy Mayak
it in liet gebied
de Oostkust van
het nummer van
hten van rituele
de bron van tal
assen van ikonen,
ik gebruik van
ilerdoinpeling van
>ud water, de be
en Mohammeda-
id Eszak Magyar-
arije) beschuldigt
ken van „dat zij
1 gebruik maken
1 te bevorderen,
.t van razernij in
er het bewind op
r van verderf te
Sowjet vakbewe-
achter de jongste
agne van het
•net de eis dat de
waaraan de Rus-
racht toeschrijven,
oten. Het blad
n gelovigen Glin-
zoeken om zich te
heilige water noe-
l/ertrouw'
teint en
'almolive
oe. Blijf
bekoor*
inde
rzorglng
fi
EXCUSEER MUL lezers en vooral lezeres*
«en. da' <'itniaal als keukenpiet moet
treden. Ja? een mens kan wat meemaken!
Clukkig kan ik U meedelen dat ook op dit
schijnbaar prozaïsch terrein veel opvallen
de snufjes kunnen worden vermeld, die
zelfs voor de Heren-lezers interessant zul
len zijn. Eerstens ga ik wat babbelen over
enkele algemene toestanden om dan later
een greep te doen in bijzonderheden.
rr -nisrhe algemene feiten: Het dagelijkse maal is voor de eenvoudige
1'e Oosterling van de Archipel een zeer gewichtig werk. Wij. Westerlin-
prsmaden ook niet het klokje van ons middagmaal. Sins Paulus drukte
f" sterker uit en sprak van de buik, die sommigen tot hun god maakten,
,r voor de Oosterling is dit dubbel het geval. In alle geval is het dagelijkse
voor hen, meer misschien dan voor de meesten van ons, een zeer belang-
maar voor
I niaal voor
rijk »erk.
Mogelijk stelt uw fantasie zich dus
een gastmaal voor, waarover we wel
eens hoorden bijvoorbeeld als w la
zen over koning Salomon of andere
grootheden, die hun gasten onthaalden
on een schotel pauwentongen. Eigen-
i aardig genoeg is de dagelijkse tafel
van de gewone man juist het tegen-
0vergestelde! Feitelijk heeft de Oos-
I teriing geen smaak om rijk verzorgde
gastmaaltijden te kunnen appreciëren!
Smaak is een vreemd ding en wordt
I als alle andere zintuigen verfijnd door
allerlei omstandigheden, waarbij kli
maat. cultuur en vooruitgang, mode
en aanleg een grote rol spelen. Ook
wij vonden als kinderen roken iets
akeligs en een slokje brandewijn na
men we soms om ook eens als grote
mensen te poseren, maar rekker?
De doorgaans eenvoudige, ongekun
stelde Oosterling kent alleen de smaak
van ZOET wat iets lekkers bete
kent en BITTER, dat ieder veraf
schuwt. Een paar andere smaken als
zuur, wrang enz. worden sporadisch
gebruikt. Alleen zout behoort ook tot
de gewenste, maar op zichzelf niet lek
kere smaken. Een spijs is dus zoet of
bitter en daarmee basta! Hieruit volgt
dat een eigenlijke kok en keuken niet
bestaan.
De vrouwen koken en als het moet
is iedereen, ook mannen, instaat alles
klaar te maken. Ook geldt hier met
recht het pittig oude spreukje: „Non
multum, sed multa", m.a.w.: „Geen
I qualiteit, maar, quantiteit!" In het ver-
re Oosten bestaan geen vetgemeste
kalveren. Men zou zich hoogst ver
baasd afvragen, waarom men het klei
ne kalf niet liet groeien tot een grote
koe van dubbel gewicht. Een ander
uitvloeisel van de keuze van hoeveel
heid boven kwaliteit is de typische ge
woon te, om een drank in één teug te
drinken. Dit is niet slechts het geval
met water, maar geldt voor alle dran
ken, ook de arak of inlandse rijst je
never, die in veel grotere hoeveelhe
den wordt uitgeschonken dan bij ons,
en veelal eert flinke drinkbeker vult.
U zult het niet geloven, wat mij per-
i soonlijk eens overkwam, dat nl. de
I njsttoddy mij werd aangeboden in een
waskom'. De beleefdheid vereist
ook, dat men alles ledigt „ad fundum!"
en daar dit te machtig was, liet ik een
groot deel der ongewenste massa langs
de kin naar beneden verdwijnen. Nog
een gevolg van de hoeveelheidsidee is,
dat bij feesten alle eetwaren moeten
worden weggewerkt. Hier speelt ook
de Oosterse gastvrijheid haar parten.
Gaat men op jacht ver van huis en
wordt een groot stuk wild bemachtigd,
dan roostert men het monster boven
een vuur en dan begint een smulpartij,
die tenslotte eindigt met de complete
yerzadigmg der jagers. Dezen leigen
zich te ruste en slapen soms een gehe
le dag door, totdat de maag weer tot
normale afmetingen is gedaald U zult
begrijpen, dat dit wel tot de uitzonde-
ringen behoort. Het gewone plattt
normale tijden
van eten, maar toch biedt het bosle-
ven zoveel gelegenheid om en passant
wat te bemachtigen en op te knabbe
len, dat vooral de kinderen steens met
zogenaamde „potbellies rondlopen,
dus met uitstekende dikke buikjes,
die meer van veelheid dan smaak ge
tuigen. Ja, Oost is Oost en West is
West!
met de vingers
als: „Doe je best" flink eten!! En nu
een paar grepen over:
VREEMDSOORTIG VOEDSEL
Plaatsgebrek noodzaakt mij tot een
beknopte opsomming. Het Oosten is
een visland en daarom bepaalt zich
het eenvoudig maal tot rijst en gezou
ten vis, die even in een pan wordt ge
roosterd.
Bladjan of vispastei wordt veel ge
bruikt. Het is een bijspijs voor armen
die toch iets „hartigs" willen hebben.
De lucht is ondragelijk en de kwaliteit
onbetrouwbaar. Ook figuurlijk staat
het Bladjan" in slechte geur, want
het woord dient als algemeen bekend
scheldwoord. Jonge blaadjes van aller
lei wild groeiende gewassen vormen
veelal de goedkope groenten. Alle
groenten worden eenvoudig in water
gekookt zonder meer. Wat werkelijk
een smakelijke groente vormt zijn de
toppen van sommige palmen, als de
kokospalm en de sagopalm. Ze hebben
iets weg van onze bloemkool.
Melk en zuivelproducten als kaas
zijn onbegeerde artikelen en de na
tuurmens heeft zelfs een geweldige af
keer ervan, behalve wanneer hij bij de
Chinese „koffiewinkel" gewoon is een
kop koffie te drinken. Deze koffie is
rijkelijk gemengd met gecondenseerde
blikkenmelk met suiker.
Houtwormen, die in zekere bomen
worden gekweekt en bij een lengte
van een decimeter worden gerookt,
zijn een delicatesse en werkelijk sma
ken ze als rookvlees, in tegenstelling
met hun neven, de dikke sagowormen,
die als gekookte bijspijs mij nooit kon
den bekoren.
Iets voor de spaarzame huismoeder
is misschien vruchtenjam, die zonder
suiker eenvoudig als een worst -wordt
gerookt. Dit smaakt werkelijk heel
goed. Tenslotte nog dit:
Wist U, dat de Oosterse vrouwen
soms onder elkaar een kleidineetje ge
bruiken. Klei: Neen geen zetfout voor
brij, maar echte stukjes zware vette
klei!
Het gebruik van klei is verbreid
over Oceanic. India en ook in Afrika.
Ja, smaken verschillen!
NARRATORIëNS
(Advertentie)
TEGEN PIJNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN t 85 c»
OPVOLGER VAN DE HEER
L. NEHER
Tr. J. D. H. van der Toorn,
hoofddirecteur algemene za
ken en radio van het Staats
bedrijf der P.T.T., is met ingang
van 1 October a.s. benoemd tot
directeur-generaal der P.T.T.
De heer van der Toorn volgt de
heer L. Neher op, die met pen
sioen gaat.
De heer v. d. Toorn is op 8 April
1894 te Den Haag geboren. Na zijn
studies aan de H.B.S. aldaar en aan de
T.H.S. te Delft, heeft hij als electro-
technisch ingenieur zeer verdienste
lijk werk verricht bij de automatise
ring van het telefoonnet in Nederland
In 1922 ging hij over naar het parti
culiere bedrijfsleven, waar hij zich
vooral veel ervaring verwierf op het
gebied der tele-communicatie.
Tijdens de oorlog werkte hij voor
de Nederlandse fabriek van de „Inter
national Standard Electric Company".
Omstreeks 1942 heeft hij mede de di
rectie van dit bedrijf gevoerd.
In Mei 1945 nodigde Dr Ir Damme
de heer van Doorn uit, bij het Staats
bedrijf der P.T.T. terug te keren, daar
vooraanstaande figuren door de dood
aan het bedrijf waren ontvallen. Hij
werd hoofddirecteur telefonie en tele
grafie en in 1950 hoofddirecteur van
algemene zaken en radio.
De heer v. d. Toorn heeft zich na
de oorlog in de gehele wereld een
grote naam verschaft als deskundige
op het gebied van de tele-communi
catie. Hij is Ridder in de Orde van de
Nederlandse Leeuw en Commandeur
in de Orde van Wasa van Zweden.
Het grote verschil met ons Wester
lingen komt ook sterk uit door de
manieren. Ik moet hier de Chinezen
uitzonderen, maar de gewone maaltij
den der inheemsen worden in schalen
of potten op matten geplaatst en daar
hurkt men neer om het maal te ge
bruiken. Meestal heeft men borden
van allerlei vorm en ieder helpt zich
met de spijzen, die hier en daar gereed
staan. De mannen eten gezamenlijk en
apart en eveneens zo de vrouwen.
Vóór het maal reinigt ieder de vingers
in een bakje water en dan neemt men
met de vingers de rijst en de bijspijs.
Vorken, lepels of messen worden niet
gebruikt. Ook de Chinezen eten zon
der ons tafelgerei, doch zij nemen het
voedsel tot zich met behulp van stok
jes, waarmee men zeer behendig om
springt en die evenals ons tafelzilver
in vaak prachtige kunstvormen wor
den vervaardigd. Nu vangt voor de in
lander het grote werk aan.
Dit is geen tijd voor veel conversa
tie en nog minder voor ernstige ge
sprekken, ofschoon men wel de nodige
opmerkingen maakt of een kort gees-
tigheidje met succes kan lanceren. Maar
de maaltijd blijft een hoogst ernstige
bezigheid, en wee degene, die het
waagt deze plechtigheid te verstoren.
De honden des huizes, die soms hun
neus te dicht wagen bij deze gewich
tige bezigheid, ondervinden dan ook
de straf voor hun overmoed en hun
wordt dan met een stuk hout terdege
de les gelezen.
Rijst en bijspijs (lauki Daar de
smaak tot zulk een kleine omvang is
beperkt, zult U dus aanstonds begrij
pen, dat. althans bij de inlander, er
geen sprake is van verschillende ge
rechten of schotels. Ontbijt, middag
maal en avondmaal zijn gelijk en rijst
vormt altijd de hoofdschotel. Daarbij
hoort noodzakelijk een „bijspijs", niet
zozeer om alles smakelijk te maken,
als wel om de rijst gemakkelijker te
slikken.
Bij-spijs vormt dan ook voor de
Oosterling een heel voornaam aanvul
sel. De etikette vereist, dat de vrouw
des huizes enige keren de gasten toe
roept: „Er is geen bijspijs!" (t'ada
lauki). Deze uitroep is bedoeld als een
betoon van nederigheid, om de gast te
eren met de verontschuldiging, dat
voor hem een beter menu gepast zou
zijn. Maar de gast mag ook niet nala
ten openlijk te laten blijken, dat het
maal werkelijk heerlijk is en dat is
weer een pluim op de hoed van de
gastvrouw. Geregeld hoort men uit
roepen asie asie, wat zoveel betekent
T' o
landsleven kent
vflsripii fint* 1 jwflslan,„« i In sommige kleine buurtschappen
taarien ^oor net d eisiagen was het voor kort nog gebruik dat de
IE WEET BETER dan
de boer, dat God
Zijn zegen moet geven
aan de arbeid, die anders
een verloren arbeid zon
kunnen zijn. Hij heeft
bet menselijk-mogelijke
gedaan bij bet bouwen
der akkers, het eggen, het
ploegen, het zaaien, maar
God heeft liet laatste
woord.
In de weken, dat het ko
ren rijpt, kan hij slechts
bidden en hopen, dat het
graan veilig in de schuren
geborgen zal worden. Dan
treedt er in het leven op
het land een stilte in, een
rust, die de stedeling wel
dadig aandoet.
Het zijn de weken van be
zinning, waarin de bede-
(Advertentie)
van de
worden.
Drie dingen, zegt men in
Vlaanderen, kun je niet
tegenhoudeneen oude
schuur, die in brand staat,
een koster, die gaat lui
den en een boer, die een
processievaan draagt.
De oogstprocessies trekken door de
velden en langs de akkers naar een
bepaald punt en keren vandaar weer.
In Vlaanderen, waar deze ommegan
gen de eeuwen door ongestoord kon
den plaats vinden en de processieweg
steeds dezelfde is gebleven, zal bij na
vraag blijken dat het eindpunt onder
de naam 't Hagelkruis of de Hagel
kruisakker bekend staat.
Slechts op enkele plaatsen zijn de
oude hagelkruisen nog in het land te
vinden, zoals te Ekeren in Vlaanderen
in de wijde poldervlakte en bij Wehl,
in Gelderland, aan de zoom van het
Stille Wald.
Te Wehl trekt men naar het hagel
kruis op de eerste Zondag in Septem
ber in dankprocessie.
Wanneer de boer zijn handen vouwt
om te danken dat de oogst binnen is,
en de boerin een kruiske slaat over
het baksel, dat in de oven steekt, en
daarbij zegt: „God zegene dit brood
en allen die er van zullen eten", dan
hebben ze de zwaarste tijd van het
jaar achter de rug: de oogsttijd.
gehouden I oudste inwoners de dag bepaalden,
s waarop geoogst moest worden.
Zij toch hadden al zo vele oogsten
meegemaakt, dat ze alles afwisten van
te natte en te droge zomers, van de
roest in de rogge, van de hagelslag in
de velden, en van zo veie andere te
genslagen, waarmee het bedrijf te
kampen heeft. Aan hen kon men met
een gerust hart de beslissing overla
ten.
Tegen het vallen van de avond zag
men dan die gebogen gestalten, met
bedachtzame tred, langs de velden
gaan. om te keuren of de zware kor
rels al rijp genoeg waren om geoogst
te worden.
Ook de vogels, die in het koren zit
ten, wisten hoe het er voor stond met
de oogst.
Zoveel malen als de kwartel slaat,
Zoveel vat uit de vim zegt men
[in Limburg.
Zoveel malen als de kwakkel
([kwartel) slaat,
Zoveel gulden is de boekent (boek
weit) waard, heet het in Brabant.
Eindelijk, op het einde van Juli, is het
lang verwachte ogenblik daar.
Met Sint Jacob (25 Juli) en Sint An
[(26 Juli)
Dan maait alle man,
Dan moet de rog in schuur en ban.
OOGSTKLEDING
en de jongens met de witte pofbroek
aan.
De laatste schuit is versierd met een
prachtige, bloeiende, paardedistel. Dat
is de „oogstmei". Elders ziet men die
mei op de laatste oogstwagen, die als
een groot, log insect voortkruipt over
de smalle dijkwegen. In elke streek is
het weer een andere plant, die tussen
de laatste schoven wordt gestoken, en
als het ware zinnebeeld is van de blij
vende vruchtbaarheid van de aarde,
van dé groeikracht van het gewas: in
de frisse wouden is het een lijsterbes
vol helrode bessen, in Zeeland een
wuivende wilgetak.
FEEST!
Daarna begon het feest, in Brabant
„de gooi" geheten, waaraan allen, die
hadden meegeholpen, deel mochten
nemen.
Pannekoeken, al of niet met spek
toebereid, vormden de hoofdschotel
bij dit feestmaal, en in de oogstliede
ren werd de boerin dan ook aange
maand, om de koekepan alvast op het
vuur te zetten, bij het naderen van
de laatste wagen.
Moer, moer, de pan over 't vuur!
Hier hê we de leste gerven;
Boven -in de bergen,
Boven in de toppen;
Wanneer selle we soppe?
Soppe wij vanavond niet
Dan soppe we 't hele jaar niet,
zongen ze in de Bildtdorpen in Fries
land.
Zodra de rogge binnen was gehaald,
werd er in Brabant alvast wat van de
oogst gedorst en gemalen. Daarvan
werden de oogstkoeken gebakken, die
men aan vrienden en bekenden cadeau
gaf. Later geraakte die gewoonte in
onbruik, en gaf men aan de armen
oogstkoekengeld. Ook op Walcheren
bakte men tot voor kort nog oogstkoe
ken: ze waren hartvormig en werden
met vijven tegelijk gebakken, zodat ze
dan één geheel vormden.
Op de oogst volgt liet arenlezen. De
armen hebben nog steeds een onge
schreven recht op alle aren. die op de
akker zjjn achtergebleven. Alleen gie
rige duvels onttrekken zich daaraan
door het planten van een staak met
een „vredewis" er aan, een bundel
stro, als een teken, dat niemand hun
land betreden mag.
JACQUES R. W. SINNINGHE.
QAAT CHURCHILL toch met Ma-
lenkow praten en dan alleer?
Een Amenkaans tijdschrift noemt
het waarschijnlijk en wel om de
volgende reden: Het beste acht de
Britse premier een bijeenkomst van
Malenkow, Eisenhower, Mendès
France en hemzelf. De Russen wil
len er dan echter in ieder geval ook
Tsjoe-en-lai bij hebben. Maar dan
doet Eisenhower niet mee. Churchill
wil in ieder geval van een weige
ring door Eisenhower echter ook
niet praten met Tsjoe-en-lai. De
Russen willen de Chinees echter
niet laten vallen, als Mendès-Fran-
ce dan toch zou meedoen. Blijven
tenslotte oveiChurchill en Malen-
kow. Begrijpt U het? Dat is nu ho
ge politiek.
De oogst vergt heel wat van de
mensen, die vaak in de brandende zo
merhitte een groot deel van de dag in
de schaduwloze velden werken „dat de
damp er af slaat", „dat ze smoren van
het zweet", zoals men in Brabant zegt.
Vandaar dat men er in vele stre
ken van ons land een speciale witte
oogstkleding op na hield, daar die
kleur de zonnestralen terugkaatst.
In Twente kan men nog wel eens
meisjes zien in de zogenaamde Sint
Jaopiksdracht, die voor deze weken
uit de tuugkiste is gehaald, 't Staat
flatteus: de witte muts met omgebogen
randen, de kleine halsdoek, en het
witte gesteven jak.
Op Marken, dat merkwaardige
eiland, waar men zo aan zijn overge
ërfd bezit is gehecht, dat men er niets
weg kan doen, heeft zich hoe kan
het haast anders! ook een oogst-
dracht gehandhaafd.
Wanneer de hooioogst op het eiland
wordt binnengehaald, en de schuiten
door de nauwe sloten worden gepun
terd naar de Hevenbuurt, waar het
hooi zal worden gewogen op de grote,
ouderwetse weegschalen, ziet men er
de meisjes met het witte schort voor
M 467
JN HET „Kerkblad", officieel or
gaan van de Gereformeerde Ker
ken in Nederland, wordt iets ge
zegd over de bewondering, waar
mede Woutje Wagtmans wordt om
geven. In een café in Breda, aldus
de schrijver, moet een grote foto
van Woutje hangen, met bloemen
djhkranst. Er onder staat: heilige
Woutje! Misschien, zo lezen we ver
der. wordt het straks wel een be
devaartplaats. Dat zou de waard
overigens geen windeieren leggen.
Als het waar zou zijn wat hier
verteld wordt, dan zal de schrijver
van ieder weldenkende bijval krij
gen bij zijn scherpe afkeuring. Het
ware een afschuwelijke profanatie.
Maar is het waar? is de schrijver
biet het slachtoffer van een dwaas
praatje?
Wij voor ons kunnen het niet fijn
noemen, dat de schrijver zinspeelt
op de mogelijkheid, dat er wel eens
een bedevaartplaa s zou kunnen
ontstaan. Bedevaartsplaatsen zijn
ons inderdaad heilig omdat ze
steeds verband houden met iemand,
dm we als heilige beschouwen. Dat
moest de schrijver toch weten. Of
zijn opmerking nu ernstig of spot
tend bedoeld is, misplaatst is ze in
ieder geval.
In de afgelopen verslagperiode heeft
het koersverloop van de aandelen een
i*,rk wisselend verloop gehad,
wanneer men tracht hierin een vaste
ln te ontdekken, dan zou men kunnen
zeggen, dat de stemming voor de in
ternationale hoofdfondsen nog niet zo
ongunstig ,s. Wel waren er, vooral op
rijdag j.l. voor alle belangrijke fond
sen lagere koersen te noteren, maar op
vele dagen was de stemming prijshou
dend tot vast, hierdoor konden bande
len als: Kon. Petroleum, AKI] en Uni
lever, die op Vrijdag een koers noteer
den van resp. 419, 229 en 356 zich her
stellen tot resp. 427, 331 en 361. Na dit
herstel vertoonden A.K.U. en Unilever
nog een daling en is Kon. Petroleum
vrijwel onveranderd gebleven, verge
leken bij de vorige verslagperiode. De
aandelen Philips vertoonden een iets
krachtigere tegenstand tegen de druk
op de koersen en konden met een ge
ringe koerswinst afsluiten.
Voor de meer lokale fondsen was de
beursstemming over het algemeen iets
flauwer dan voor de hoofdfondsen.
Ook het herstel, dat zich in het begin
van deze week inzette voor aandelen
als A.K.U., Unilever en Kon. Petro
leum gold niet voor het merendeel der
lokale fondsen. Voor sommige van de
ze fondsen was hiervoor een speciale
reden.
Reeds in het vorige verslag is mel
ding gemaakt van de sterke belang
stelling voor de aandelen Nationale
Handelsbank, in verband met fusie-ge-
(Advertentie)
ruchten. De koers kon Donderdag j.l.
zelfs nog even oplopen tot 183 3/4,
maar hiermede was ook het einde ge
komen aan de speculatieve verwach
ting. In de aandeelhoudersvergadering
van Vrijdag j.l. zijn alle geruchten
over fusie e.d. definitief nar.r sprook
jesland verwezen. Op sarcastische toon
ontleedde de voorzitter de bronnen
van de geruchten en ontkende hiervan
iedere grond van waarheid, hoe fraai
de geruchten ook op papier mochten
zijn gesteld. In de 'nop van 2 beursda-
gen tuimelden de aandelen Nationale
Handelsbank dan ook naar beneden
tot 157 waardoor dit fonds weer in
het gareel is gekomen.
TELEURSTELLING
Bankier» Anno 1 884
BELEGGINGSADVIEZEN
Een teleurstelling was voor de beurs
net bericht, dat de Indonesische rege
ring uitvluchten zoekt om de naas
tingssommen, die door een internatio
nale bemiddelingscommissie voor eni
ge te nationaliseren bedrijven van de
Overzeesche Gas en Electriciteits Mij.
waren vastgesteld, aan te tasten. De
i-?oeri 4,e .MaandaS Jd. van 150 tot
139 /o. Het is betreurenswaardig en
tragisch om steeds opnieuw te moeten
constateren hoe weinig gevoel de In
donesische regering heeft voor de in
ternationale financiële verhoudingen
Hoe meent men in dat kapitaalarme
land de potentioneel-onbeperkte moge
lijkheden tot ontwikkeling te brengen,
als men niets anders doet dan interna
tionaal wantrouwen aan te wakkeren?
't Tegengesteld verloop met de hoofd
fondsen kwam vooral sterk tot uiting
bij aandelen als Kon. Nederl. Hoog
ovens, Van Gelder Papier en Ngombe-
zi. Merkwaardig was de scherpe koers-
reactie voor de cert. H covens. Na
vrijwel gedurende een maand te zijn
gestegen van 187 tot 240 is er in 2
beursdagen tijd weer 20 punten afge
gaan Op Dinsdag j.l. was weei een
gedeeltelijk herstel van het koersver
lies.
Bij van Gelder Zonen heeft geduren
de het weekeinde een brand gewoed,
waardoor in Velzen een van de 4 ma
chines voor krantenpapier geheel is
vernield. De koers van de aandelen
van Gelder Zonen vertoonde reeds eni
ge dagen tevoren een daling, die zich
in het begin van deze week heeft
voortgezet. Aldus gezien heeft de
brand geen bijzondere koersreactie te
weeggebracht. Bij slot van rekening
kan men veronderstellen, dat een der
gelijk bedrijf zowel voor de brand, als
voor bedrijfsschade behoorlijk verze
kerd is. De koers gew. aand. Van Gel
der Zonen liep in de verslagperiode da
gelijks met 2 a 3 punten naar beneden,
zodat zij van 244 tot 230 is gedaald.
De aandelen Ngombezi zijn flauw op
de vooruitzichten; de directie heeft
medegedeeld, dat de beste dagen voor
bij zijn.
Het fraai verslag en de dividenduit
kering van de Cult. M. ..De Oostkust"
heeft niet die gunstige reactie opge
roepen, die men zou verwachten. Ver
hoging van het dividend van 9,8 tot
18 heeft na een aanvankelijke stij
ging tot 143 uiteindelijk op het koers
verloop geen invloed gehad. De koers
vinden wij terug op het uitgangspunt
138.
BOLS OP DE BEURS
Een gerenommeerde naam is er op
de beurs verschenen. De aandelen Er
ven Lucas Bols zijn ter beurze ge-
introduceerd en genoten een goede
ontvangst, men bleek bereid om voor
dit fonds, dat zich laat aanzien als een
beleggingsaandeel van prima standing,
215 te betalen, waarbij niet aan de
gehele vraag kon worden voldaan.
De New Yorkse beurs blijft nog
steeds vastgestemd en de koersstijgin
gen zetten zich voort. De resultaten
over het le halfjaar van 1954 vallen,
voor zover reeds bekend, wel mee. Het
aantal winstdalingen weegt ongeveer
op tegen het aantal winststijgingen.
Maar ook de winstdalingen zullen de
dividendvooruitzichten waarschijnlijk
niet schaden. De afschaffing sinds
1.1.54 van de buitengewone winstbelas
ting geeft voor de aandeelhouders in
sommige gevallen zelfs een reële kans
tot dividendstijging.
Er heerst momenteel in Amerika een
zekere conjunctuur-optimisme waar
door zelfs bij ondernemingen, die met
een lagere winst afkomen, stijging van
de koersnoteringen voor hun aandelen
zijn te constateren. Dit optimisme
wordt veroorzaakt doordat de terug
slag, die zich in het najaar van 1954
inzette, voorbij is. Of dit optimisme
geheel verantwoord is dient te worden
afgewacht. De industriële productie
blijft wel op peil, maar de binnenko
mende orders zijn niet gestegen; inte
gendeel, de orderportefeuilles krimpen
nog steeds.
OBLIGATIES 27/7 '54
3 Ned. '62-'64 100 5 8
3-3i/sTo Ned. '47 99 3 4
3 Ned. '47 doll.l. 95 1/8
3 Ned. '37 97 3 16
3 Ned. Inv. cert. 100 1/8
3 Gr.b.obl. '46 98 11 16
3 Ned.-Ind. '37 A 97 1 2
3»/i% Ned. '53 103 7/16
AANDELEN
A'damsche Bank 213
R'damsche Bank 193
Twentsche Bank 196 1/2
Nat. Handelsbank 171
Ned. Handel-Mij 190 12
Alg. Kunstz. Unie 239
v. d. Bergh's Jurgens 297 1/2
Machinefabr. ,,Bx*eda" 152 1 2
Van Gelder Zonen 244
Unilever 366 3 4
H.K.I. 112 1 4
Ned. Kabelfabriek 227
G. B. v. A. Philips 275
Kon. Ned. Hoogovens 232
Wilton Fijenoord 213
Int. Gew. Betonbouw 140
Internatio 147-14
Billiton Mij II 295
Kon. Petroleum 427
Rubb. C. Mij „A'dam" 93 1 2
Bandar Rubb. Mij. 128
Ho 11. Am. Lijn 167
K.N.S.M. Nat. Bez. 143 1 2
Ned. Scheepv. Unie 146 3,4
R'damsche Lloyd 135
K. Jav.-Ch. Paketv. 134 1 2
Ver. Vorstenl. C. Mij. 20 1 2
Handelsver. „A'dam" 123 3 8
Ned. Ind. Suiker Unie 70
Ver. Deli-Mijen 129 1 2
Senembah 109
AMERIKAANSE FONDSEN
(eert. v. aand.)
Anaconda Copper M. C. 38 1/4
Bethleh. Steel Corp. 75 5 8
General Motors 79 1 2
Internat. Nickel 43 1 16
Rep. Steel Corp. 60
United States Steel C. 53 3 8
Cities Service Comp. 95 1,2
Shell Union Oil C. 93
Tide Water Ass. Oil C. 19 1/2
Southern Pac. Comp. 43 3,16
3 8 54
101
99 7/8
95 1 8
97 3 16
100 5 16
98 5/8
98 18
103 5,16
211
189 1/2
194 3 4
157 14
188
231 3 8
299
143
230
361 3 4
112
218
277 3 4
229 1 2
212
140
145 1,4
286
427
93 1 2
132 1/2
167
142
144
133 1/2
134 1/2
20 1 4
125 14
71
126 1,4
105 3 4
39 1/8
81
80 7/8
44 5 8
60 5 8
55 1 4
96
95
19 3 4
43 12
Met een schuwe blik keek
grootvader terzijde naar het
geraamte, dat toch zo vrien
delijk een hand uitstak naar
ieder, die bij de beul van den
Bosch over de drempel stap
te. Met schrik zag hij hoe
bij elke pas die hij deed de
onderkaak van het skelet op
en neer bewoog, als wilde 't
hem een klappertandend
welkom toeroepen.
„Meester!" wilde hij schreeu
wen. Zijn stem fluisterde schor.
Maar de meester scheen het toch
gehoord te hebben. De deur ging
open en een hand wenkte hem om
te naderen.
Grootvader trad binnen in een
laag en somber vertrek; het aarze
lend zonlicht van de klare winter
middag daarbuiten schampte af op
het gekleurde in lood gevatte glas.
Op een kolenvuur broebelde
dampend in een roodkoperen ke
tel een naar hars en kruiden geu
rend vocht. Langs de wanden
strekten zich houten rekken uit,
waarop potten in allerlei vormen
en grootten zich reiden. In de
schaduwhoeken lagen vreemd ge
vormde retorten; glas-dode ge
zichten met lange neuzen en bui
zen zig-zag geblazen in vele kron
kels.
Aan de balken van de zoldering,
zo laag dat grootvader zich buk
ken moest om de aanraking ervan
te ontgaan, hing met uitgespreide
poten, zijn lippen weggetrokken
tot een eeuwige grijns, een sala
mander uit de Indiën, die de ele
menten vuur en water in zich
bindt; een kaaiman of krokodil.
De meester, lang en mager, in
het zwart, zoals het een rechter
betaamt, ook al oordeelt hjj niet
maar recht enkel met het scherpe,
zat rechtop in zijn leunstoel; hij
wenkte grootvader tegenover hem
te gaan zitten op een driepoot en
sprak:
„Je bent vanmorgen vroeg uit
Vught weggegaan, niet waar? En
je hecht wel veel aan wat je ont
stolen is, om zo maar naar mij toe
te komen. Vertel maar alles wat
je weet."
En grootvader vertelde.
„Twee zilveren schoengespen,
nog van ons grootvader: op een
Zondag voor de Hoogmis waren
ze weg en ik denk dat ik weet...."
„Wacht!" de meester hief zijn
hand op.
„Wacht! Als je even wacht, zal
ik je vertellen wie het deed. Het
is iemand uit de buurt, ja, hij kan
niet dichterbij wonen.
,Maar het zal moeilijk zijn om
de gespen terug te krijgen, gespen
van zwaar zilver. Er zijn mensen,
die liever stervan dan dat weerom
te geven, wat ze zich hebben toe
geëigend.
De beul stond op en zijn hand
tastte ach^r de potten op een der
rekken en vond wat hij zocht; een
tinnen busje. Voorzichtig tikte hij
wat poeder uit het busje op een
papier en vouwde dat dicht.
Dat herhaalde hij nog twee maal
en steeds nam hij andere busjes
van het rek.
„Ik zal je nu deze poeders ge
ven, boer", zei de scherprechter
tegen grootvader. „Het eerste
moet je vannacht in de klooster-
wiel gooien en dan moet je af
wachten wat er gebeurd. Als de
gespen nog niet terug zijn, moet je
de volgende nacht het tweede poe
der op het haardvuur verbranden.
Als er dan nog niets geschied is,
neem dan in de derde nacht het
laatste poeder en begraaf het on
der een boom in je tuin. Dan móet
er iets gebeuren."
Die nacht, toen de schaduw van
de kloostermuur over 't lei-grijze
water van de diepe wiel viel,
wierp grootvader het poeder in de
rivier.
In de deemster zag hij hoe
trillende draaikolk het
een
poeder
meetrok in de diepte.
De volgende morgen trof hij
zijn buurman bij de haag, die hun
erven scheidde, en de buurman
was helemaal overstuur.
„Wat een nacht! Wat een nacht!"
zuchtte hij. „Ik heb van mijn le
ven nog niet zo'n verschrikkelijke
nacht meegemaakt. Dat bonsde
maar, dat bonsde maar in mijn
hoofd, en als ik even mijn ogen
sloot, was het mjj als viel ik naar
beneden in een aarde-donkere kuil
en dan schokte ik weer wakker.
Nee, zo'n nacht hoop ik nooit
meer te beleven."
Maar al met al waren de zilve
ren gespen nog niet terug.
De tweede nacht, toen allen
sliepen, stond grootvader op, wak
kerde het vuur aan in de herd en
wierp het tweede poeder in de
vlammen. Knesperend en knette
rend brandde het met gele en
paarse vlammen, ja het brandde
als de hel.
De andere morgen al heel vroeg
sloop de buurman om het huis, in
zich zelf mompelend met een
bleek vertrokken gezicht. Toen hij
de stal wilde binnengaan, kwam
de meid van onder de koe met iiï
iedere hand een van geel koper
glanzende emmer. Hij schrok toen
hij haar zag en haastte zich terug
naar zijn hoeve.
Al met al waren de zilveren
gespen nog niet terug.
De derde nacht stak grootvader
het laatste poeder in zijn zak, nam
een nagelnieuwe spa en groef aan
de voet van een oude, knoestige
appelboom een diep smal gat, liet
het poeder er in vallen, plempte
het gat weer dicht en stampte de
aarde aan.
De dag nadien was een Zondag.
Om vijf uur tampte de klok al
voor de vroegmis in het klooster.
Buurman was op. Ze zagen hem
door de tuin sluipen naar de oude
appelboom. Telkens verschrikt op
kijkend, wroette hij daar met zijn
handen de aarde weg, maar het
poeder lag veel te diep en alsmaar
riep de klok! Ten laatste ging hij
heen, met opgetrokken schouders
en gebogen rug, als een heel oud
man.
Toen ze gingen kijken vonden
ze de zilveren gespen onder de
boom.
Een paar morgens later hing er
een vreemde vrucht aan de ap
pelaar: buurman had zich ver
daan. God hebbe zijn ziel!
Grootvader heeft zich later wel
eens afgevraagd;
Had het poeder niet zo diep in
de aarde begraven moeten wor
den?
Had de meester te veel kwaad
in dat toverpoeder bezworen?
Maar wie kan dat nu na zovele
jaren nog zeggen?
JACQUES R. W. SINNINGHE