ZOET en BITTER in de INLANDSE KEUKEN een waskom vol jenever eten is belangrijk 4 De oogst vergt heel wat van de mensen w Over smaak valt niet te twisten Als de boeren naar 't hagelkruis trekken Tot slot: pannekoek (met spek) Ir J. D. H. VAN DER TOORN directeur-generaal der P.T.T. Sterk wisselend koersverloop 2 15 Chefarine „4' God zegene.... De Schatkamer der Legenden De zilveren schoengespen 5 EN: EEN t j beroemde geneesmiddelen in 1 tablet doen wonderen! Hoge politiek Wallstreet blijft optimistisch Profanatie? VAN MIERLfl en ZOONu DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 5 AUGUSTUS 1954 en de energie staan de weten- eling in de weg." Krasnyy Mayak it in liet gebied de Oostkust van het nummer van hten van rituele de bron van tal assen van ikonen, ik gebruik van ilerdoinpeling van >ud water, de be en Mohammeda- id Eszak Magyar- arije) beschuldigt ken van „dat zij 1 gebruik maken 1 te bevorderen, .t van razernij in er het bewind op r van verderf te Sowjet vakbewe- achter de jongste agne van het •net de eis dat de waaraan de Rus- racht toeschrijven, oten. Het blad n gelovigen Glin- zoeken om zich te heilige water noe- l/ertrouw' teint en 'almolive oe. Blijf bekoor* inde rzorglng fi EXCUSEER MUL lezers en vooral lezeres* «en. da' <'itniaal als keukenpiet moet treden. Ja? een mens kan wat meemaken! Clukkig kan ik U meedelen dat ook op dit schijnbaar prozaïsch terrein veel opvallen de snufjes kunnen worden vermeld, die zelfs voor de Heren-lezers interessant zul len zijn. Eerstens ga ik wat babbelen over enkele algemene toestanden om dan later een greep te doen in bijzonderheden. rr -nisrhe algemene feiten: Het dagelijkse maal is voor de eenvoudige 1'e Oosterling van de Archipel een zeer gewichtig werk. Wij. Westerlin- prsmaden ook niet het klokje van ons middagmaal. Sins Paulus drukte f" sterker uit en sprak van de buik, die sommigen tot hun god maakten, ,r voor de Oosterling is dit dubbel het geval. In alle geval is het dagelijkse voor hen, meer misschien dan voor de meesten van ons, een zeer belang- maar voor I niaal voor rijk »erk. Mogelijk stelt uw fantasie zich dus een gastmaal voor, waarover we wel eens hoorden bijvoorbeeld als w la zen over koning Salomon of andere grootheden, die hun gasten onthaalden on een schotel pauwentongen. Eigen- i aardig genoeg is de dagelijkse tafel van de gewone man juist het tegen- 0vergestelde! Feitelijk heeft de Oos- I teriing geen smaak om rijk verzorgde gastmaaltijden te kunnen appreciëren! Smaak is een vreemd ding en wordt I als alle andere zintuigen verfijnd door allerlei omstandigheden, waarbij kli maat. cultuur en vooruitgang, mode en aanleg een grote rol spelen. Ook wij vonden als kinderen roken iets akeligs en een slokje brandewijn na men we soms om ook eens als grote mensen te poseren, maar rekker? De doorgaans eenvoudige, ongekun stelde Oosterling kent alleen de smaak van ZOET wat iets lekkers bete kent en BITTER, dat ieder veraf schuwt. Een paar andere smaken als zuur, wrang enz. worden sporadisch gebruikt. Alleen zout behoort ook tot de gewenste, maar op zichzelf niet lek kere smaken. Een spijs is dus zoet of bitter en daarmee basta! Hieruit volgt dat een eigenlijke kok en keuken niet bestaan. De vrouwen koken en als het moet is iedereen, ook mannen, instaat alles klaar te maken. Ook geldt hier met recht het pittig oude spreukje: „Non multum, sed multa", m.a.w.: „Geen I qualiteit, maar, quantiteit!" In het ver- re Oosten bestaan geen vetgemeste kalveren. Men zou zich hoogst ver baasd afvragen, waarom men het klei ne kalf niet liet groeien tot een grote koe van dubbel gewicht. Een ander uitvloeisel van de keuze van hoeveel heid boven kwaliteit is de typische ge woon te, om een drank in één teug te drinken. Dit is niet slechts het geval met water, maar geldt voor alle dran ken, ook de arak of inlandse rijst je never, die in veel grotere hoeveelhe den wordt uitgeschonken dan bij ons, en veelal eert flinke drinkbeker vult. U zult het niet geloven, wat mij per- i soonlijk eens overkwam, dat nl. de I njsttoddy mij werd aangeboden in een waskom'. De beleefdheid vereist ook, dat men alles ledigt „ad fundum!" en daar dit te machtig was, liet ik een groot deel der ongewenste massa langs de kin naar beneden verdwijnen. Nog een gevolg van de hoeveelheidsidee is, dat bij feesten alle eetwaren moeten worden weggewerkt. Hier speelt ook de Oosterse gastvrijheid haar parten. Gaat men op jacht ver van huis en wordt een groot stuk wild bemachtigd, dan roostert men het monster boven een vuur en dan begint een smulpartij, die tenslotte eindigt met de complete yerzadigmg der jagers. Dezen leigen zich te ruste en slapen soms een gehe le dag door, totdat de maag weer tot normale afmetingen is gedaald U zult begrijpen, dat dit wel tot de uitzonde- ringen behoort. Het gewone plattt normale tijden van eten, maar toch biedt het bosle- ven zoveel gelegenheid om en passant wat te bemachtigen en op te knabbe len, dat vooral de kinderen steens met zogenaamde „potbellies rondlopen, dus met uitstekende dikke buikjes, die meer van veelheid dan smaak ge tuigen. Ja, Oost is Oost en West is West! met de vingers als: „Doe je best" flink eten!! En nu een paar grepen over: VREEMDSOORTIG VOEDSEL Plaatsgebrek noodzaakt mij tot een beknopte opsomming. Het Oosten is een visland en daarom bepaalt zich het eenvoudig maal tot rijst en gezou ten vis, die even in een pan wordt ge roosterd. Bladjan of vispastei wordt veel ge bruikt. Het is een bijspijs voor armen die toch iets „hartigs" willen hebben. De lucht is ondragelijk en de kwaliteit onbetrouwbaar. Ook figuurlijk staat het Bladjan" in slechte geur, want het woord dient als algemeen bekend scheldwoord. Jonge blaadjes van aller lei wild groeiende gewassen vormen veelal de goedkope groenten. Alle groenten worden eenvoudig in water gekookt zonder meer. Wat werkelijk een smakelijke groente vormt zijn de toppen van sommige palmen, als de kokospalm en de sagopalm. Ze hebben iets weg van onze bloemkool. Melk en zuivelproducten als kaas zijn onbegeerde artikelen en de na tuurmens heeft zelfs een geweldige af keer ervan, behalve wanneer hij bij de Chinese „koffiewinkel" gewoon is een kop koffie te drinken. Deze koffie is rijkelijk gemengd met gecondenseerde blikkenmelk met suiker. Houtwormen, die in zekere bomen worden gekweekt en bij een lengte van een decimeter worden gerookt, zijn een delicatesse en werkelijk sma ken ze als rookvlees, in tegenstelling met hun neven, de dikke sagowormen, die als gekookte bijspijs mij nooit kon den bekoren. Iets voor de spaarzame huismoeder is misschien vruchtenjam, die zonder suiker eenvoudig als een worst -wordt gerookt. Dit smaakt werkelijk heel goed. Tenslotte nog dit: Wist U, dat de Oosterse vrouwen soms onder elkaar een kleidineetje ge bruiken. Klei: Neen geen zetfout voor brij, maar echte stukjes zware vette klei! Het gebruik van klei is verbreid over Oceanic. India en ook in Afrika. Ja, smaken verschillen! NARRATORIëNS (Advertentie) TEGEN PIJNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN t 85 c» OPVOLGER VAN DE HEER L. NEHER Tr. J. D. H. van der Toorn, hoofddirecteur algemene za ken en radio van het Staats bedrijf der P.T.T., is met ingang van 1 October a.s. benoemd tot directeur-generaal der P.T.T. De heer van der Toorn volgt de heer L. Neher op, die met pen sioen gaat. De heer v. d. Toorn is op 8 April 1894 te Den Haag geboren. Na zijn studies aan de H.B.S. aldaar en aan de T.H.S. te Delft, heeft hij als electro- technisch ingenieur zeer verdienste lijk werk verricht bij de automatise ring van het telefoonnet in Nederland In 1922 ging hij over naar het parti culiere bedrijfsleven, waar hij zich vooral veel ervaring verwierf op het gebied der tele-communicatie. Tijdens de oorlog werkte hij voor de Nederlandse fabriek van de „Inter national Standard Electric Company". Omstreeks 1942 heeft hij mede de di rectie van dit bedrijf gevoerd. In Mei 1945 nodigde Dr Ir Damme de heer van Doorn uit, bij het Staats bedrijf der P.T.T. terug te keren, daar vooraanstaande figuren door de dood aan het bedrijf waren ontvallen. Hij werd hoofddirecteur telefonie en tele grafie en in 1950 hoofddirecteur van algemene zaken en radio. De heer v. d. Toorn heeft zich na de oorlog in de gehele wereld een grote naam verschaft als deskundige op het gebied van de tele-communi catie. Hij is Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Commandeur in de Orde van Wasa van Zweden. Het grote verschil met ons Wester lingen komt ook sterk uit door de manieren. Ik moet hier de Chinezen uitzonderen, maar de gewone maaltij den der inheemsen worden in schalen of potten op matten geplaatst en daar hurkt men neer om het maal te ge bruiken. Meestal heeft men borden van allerlei vorm en ieder helpt zich met de spijzen, die hier en daar gereed staan. De mannen eten gezamenlijk en apart en eveneens zo de vrouwen. Vóór het maal reinigt ieder de vingers in een bakje water en dan neemt men met de vingers de rijst en de bijspijs. Vorken, lepels of messen worden niet gebruikt. Ook de Chinezen eten zon der ons tafelgerei, doch zij nemen het voedsel tot zich met behulp van stok jes, waarmee men zeer behendig om springt en die evenals ons tafelzilver in vaak prachtige kunstvormen wor den vervaardigd. Nu vangt voor de in lander het grote werk aan. Dit is geen tijd voor veel conversa tie en nog minder voor ernstige ge sprekken, ofschoon men wel de nodige opmerkingen maakt of een kort gees- tigheidje met succes kan lanceren. Maar de maaltijd blijft een hoogst ernstige bezigheid, en wee degene, die het waagt deze plechtigheid te verstoren. De honden des huizes, die soms hun neus te dicht wagen bij deze gewich tige bezigheid, ondervinden dan ook de straf voor hun overmoed en hun wordt dan met een stuk hout terdege de les gelezen. Rijst en bijspijs (lauki Daar de smaak tot zulk een kleine omvang is beperkt, zult U dus aanstonds begrij pen, dat. althans bij de inlander, er geen sprake is van verschillende ge rechten of schotels. Ontbijt, middag maal en avondmaal zijn gelijk en rijst vormt altijd de hoofdschotel. Daarbij hoort noodzakelijk een „bijspijs", niet zozeer om alles smakelijk te maken, als wel om de rijst gemakkelijker te slikken. Bij-spijs vormt dan ook voor de Oosterling een heel voornaam aanvul sel. De etikette vereist, dat de vrouw des huizes enige keren de gasten toe roept: „Er is geen bijspijs!" (t'ada lauki). Deze uitroep is bedoeld als een betoon van nederigheid, om de gast te eren met de verontschuldiging, dat voor hem een beter menu gepast zou zijn. Maar de gast mag ook niet nala ten openlijk te laten blijken, dat het maal werkelijk heerlijk is en dat is weer een pluim op de hoed van de gastvrouw. Geregeld hoort men uit roepen asie asie, wat zoveel betekent T' o landsleven kent vflsripii fint* 1 jwflslan,„« i In sommige kleine buurtschappen taarien ^oor net d eisiagen was het voor kort nog gebruik dat de IE WEET BETER dan de boer, dat God Zijn zegen moet geven aan de arbeid, die anders een verloren arbeid zon kunnen zijn. Hij heeft bet menselijk-mogelijke gedaan bij bet bouwen der akkers, het eggen, het ploegen, het zaaien, maar God heeft liet laatste woord. In de weken, dat het ko ren rijpt, kan hij slechts bidden en hopen, dat het graan veilig in de schuren geborgen zal worden. Dan treedt er in het leven op het land een stilte in, een rust, die de stedeling wel dadig aandoet. Het zijn de weken van be zinning, waarin de bede- (Advertentie) van de worden. Drie dingen, zegt men in Vlaanderen, kun je niet tegenhoudeneen oude schuur, die in brand staat, een koster, die gaat lui den en een boer, die een processievaan draagt. De oogstprocessies trekken door de velden en langs de akkers naar een bepaald punt en keren vandaar weer. In Vlaanderen, waar deze ommegan gen de eeuwen door ongestoord kon den plaats vinden en de processieweg steeds dezelfde is gebleven, zal bij na vraag blijken dat het eindpunt onder de naam 't Hagelkruis of de Hagel kruisakker bekend staat. Slechts op enkele plaatsen zijn de oude hagelkruisen nog in het land te vinden, zoals te Ekeren in Vlaanderen in de wijde poldervlakte en bij Wehl, in Gelderland, aan de zoom van het Stille Wald. Te Wehl trekt men naar het hagel kruis op de eerste Zondag in Septem ber in dankprocessie. Wanneer de boer zijn handen vouwt om te danken dat de oogst binnen is, en de boerin een kruiske slaat over het baksel, dat in de oven steekt, en daarbij zegt: „God zegene dit brood en allen die er van zullen eten", dan hebben ze de zwaarste tijd van het jaar achter de rug: de oogsttijd. gehouden I oudste inwoners de dag bepaalden, s waarop geoogst moest worden. Zij toch hadden al zo vele oogsten meegemaakt, dat ze alles afwisten van te natte en te droge zomers, van de roest in de rogge, van de hagelslag in de velden, en van zo veie andere te genslagen, waarmee het bedrijf te kampen heeft. Aan hen kon men met een gerust hart de beslissing overla ten. Tegen het vallen van de avond zag men dan die gebogen gestalten, met bedachtzame tred, langs de velden gaan. om te keuren of de zware kor rels al rijp genoeg waren om geoogst te worden. Ook de vogels, die in het koren zit ten, wisten hoe het er voor stond met de oogst. Zoveel malen als de kwartel slaat, Zoveel vat uit de vim zegt men [in Limburg. Zoveel malen als de kwakkel ([kwartel) slaat, Zoveel gulden is de boekent (boek weit) waard, heet het in Brabant. Eindelijk, op het einde van Juli, is het lang verwachte ogenblik daar. Met Sint Jacob (25 Juli) en Sint An [(26 Juli) Dan maait alle man, Dan moet de rog in schuur en ban. OOGSTKLEDING en de jongens met de witte pofbroek aan. De laatste schuit is versierd met een prachtige, bloeiende, paardedistel. Dat is de „oogstmei". Elders ziet men die mei op de laatste oogstwagen, die als een groot, log insect voortkruipt over de smalle dijkwegen. In elke streek is het weer een andere plant, die tussen de laatste schoven wordt gestoken, en als het ware zinnebeeld is van de blij vende vruchtbaarheid van de aarde, van dé groeikracht van het gewas: in de frisse wouden is het een lijsterbes vol helrode bessen, in Zeeland een wuivende wilgetak. FEEST! Daarna begon het feest, in Brabant „de gooi" geheten, waaraan allen, die hadden meegeholpen, deel mochten nemen. Pannekoeken, al of niet met spek toebereid, vormden de hoofdschotel bij dit feestmaal, en in de oogstliede ren werd de boerin dan ook aange maand, om de koekepan alvast op het vuur te zetten, bij het naderen van de laatste wagen. Moer, moer, de pan over 't vuur! Hier hê we de leste gerven; Boven -in de bergen, Boven in de toppen; Wanneer selle we soppe? Soppe wij vanavond niet Dan soppe we 't hele jaar niet, zongen ze in de Bildtdorpen in Fries land. Zodra de rogge binnen was gehaald, werd er in Brabant alvast wat van de oogst gedorst en gemalen. Daarvan werden de oogstkoeken gebakken, die men aan vrienden en bekenden cadeau gaf. Later geraakte die gewoonte in onbruik, en gaf men aan de armen oogstkoekengeld. Ook op Walcheren bakte men tot voor kort nog oogstkoe ken: ze waren hartvormig en werden met vijven tegelijk gebakken, zodat ze dan één geheel vormden. Op de oogst volgt liet arenlezen. De armen hebben nog steeds een onge schreven recht op alle aren. die op de akker zjjn achtergebleven. Alleen gie rige duvels onttrekken zich daaraan door het planten van een staak met een „vredewis" er aan, een bundel stro, als een teken, dat niemand hun land betreden mag. JACQUES R. W. SINNINGHE. QAAT CHURCHILL toch met Ma- lenkow praten en dan alleer? Een Amenkaans tijdschrift noemt het waarschijnlijk en wel om de volgende reden: Het beste acht de Britse premier een bijeenkomst van Malenkow, Eisenhower, Mendès France en hemzelf. De Russen wil len er dan echter in ieder geval ook Tsjoe-en-lai bij hebben. Maar dan doet Eisenhower niet mee. Churchill wil in ieder geval van een weige ring door Eisenhower echter ook niet praten met Tsjoe-en-lai. De Russen willen de Chinees echter niet laten vallen, als Mendès-Fran- ce dan toch zou meedoen. Blijven tenslotte oveiChurchill en Malen- kow. Begrijpt U het? Dat is nu ho ge politiek. De oogst vergt heel wat van de mensen, die vaak in de brandende zo merhitte een groot deel van de dag in de schaduwloze velden werken „dat de damp er af slaat", „dat ze smoren van het zweet", zoals men in Brabant zegt. Vandaar dat men er in vele stre ken van ons land een speciale witte oogstkleding op na hield, daar die kleur de zonnestralen terugkaatst. In Twente kan men nog wel eens meisjes zien in de zogenaamde Sint Jaopiksdracht, die voor deze weken uit de tuugkiste is gehaald, 't Staat flatteus: de witte muts met omgebogen randen, de kleine halsdoek, en het witte gesteven jak. Op Marken, dat merkwaardige eiland, waar men zo aan zijn overge ërfd bezit is gehecht, dat men er niets weg kan doen, heeft zich hoe kan het haast anders! ook een oogst- dracht gehandhaafd. Wanneer de hooioogst op het eiland wordt binnengehaald, en de schuiten door de nauwe sloten worden gepun terd naar de Hevenbuurt, waar het hooi zal worden gewogen op de grote, ouderwetse weegschalen, ziet men er de meisjes met het witte schort voor M 467 JN HET „Kerkblad", officieel or gaan van de Gereformeerde Ker ken in Nederland, wordt iets ge zegd over de bewondering, waar mede Woutje Wagtmans wordt om geven. In een café in Breda, aldus de schrijver, moet een grote foto van Woutje hangen, met bloemen djhkranst. Er onder staat: heilige Woutje! Misschien, zo lezen we ver der. wordt het straks wel een be devaartplaats. Dat zou de waard overigens geen windeieren leggen. Als het waar zou zijn wat hier verteld wordt, dan zal de schrijver van ieder weldenkende bijval krij gen bij zijn scherpe afkeuring. Het ware een afschuwelijke profanatie. Maar is het waar? is de schrijver biet het slachtoffer van een dwaas praatje? Wij voor ons kunnen het niet fijn noemen, dat de schrijver zinspeelt op de mogelijkheid, dat er wel eens een bedevaartplaa s zou kunnen ontstaan. Bedevaartsplaatsen zijn ons inderdaad heilig omdat ze steeds verband houden met iemand, dm we als heilige beschouwen. Dat moest de schrijver toch weten. Of zijn opmerking nu ernstig of spot tend bedoeld is, misplaatst is ze in ieder geval. In de afgelopen verslagperiode heeft het koersverloop van de aandelen een i*,rk wisselend verloop gehad, wanneer men tracht hierin een vaste ln te ontdekken, dan zou men kunnen zeggen, dat de stemming voor de in ternationale hoofdfondsen nog niet zo ongunstig ,s. Wel waren er, vooral op rijdag j.l. voor alle belangrijke fond sen lagere koersen te noteren, maar op vele dagen was de stemming prijshou dend tot vast, hierdoor konden bande len als: Kon. Petroleum, AKI] en Uni lever, die op Vrijdag een koers noteer den van resp. 419, 229 en 356 zich her stellen tot resp. 427, 331 en 361. Na dit herstel vertoonden A.K.U. en Unilever nog een daling en is Kon. Petroleum vrijwel onveranderd gebleven, verge leken bij de vorige verslagperiode. De aandelen Philips vertoonden een iets krachtigere tegenstand tegen de druk op de koersen en konden met een ge ringe koerswinst afsluiten. Voor de meer lokale fondsen was de beursstemming over het algemeen iets flauwer dan voor de hoofdfondsen. Ook het herstel, dat zich in het begin van deze week inzette voor aandelen als A.K.U., Unilever en Kon. Petro leum gold niet voor het merendeel der lokale fondsen. Voor sommige van de ze fondsen was hiervoor een speciale reden. Reeds in het vorige verslag is mel ding gemaakt van de sterke belang stelling voor de aandelen Nationale Handelsbank, in verband met fusie-ge- (Advertentie) ruchten. De koers kon Donderdag j.l. zelfs nog even oplopen tot 183 3/4, maar hiermede was ook het einde ge komen aan de speculatieve verwach ting. In de aandeelhoudersvergadering van Vrijdag j.l. zijn alle geruchten over fusie e.d. definitief nar.r sprook jesland verwezen. Op sarcastische toon ontleedde de voorzitter de bronnen van de geruchten en ontkende hiervan iedere grond van waarheid, hoe fraai de geruchten ook op papier mochten zijn gesteld. In de 'nop van 2 beursda- gen tuimelden de aandelen Nationale Handelsbank dan ook naar beneden tot 157 waardoor dit fonds weer in het gareel is gekomen. TELEURSTELLING Bankier» Anno 1 884 BELEGGINGSADVIEZEN Een teleurstelling was voor de beurs net bericht, dat de Indonesische rege ring uitvluchten zoekt om de naas tingssommen, die door een internatio nale bemiddelingscommissie voor eni ge te nationaliseren bedrijven van de Overzeesche Gas en Electriciteits Mij. waren vastgesteld, aan te tasten. De i-?oeri 4,e .MaandaS Jd. van 150 tot 139 /o. Het is betreurenswaardig en tragisch om steeds opnieuw te moeten constateren hoe weinig gevoel de In donesische regering heeft voor de in ternationale financiële verhoudingen Hoe meent men in dat kapitaalarme land de potentioneel-onbeperkte moge lijkheden tot ontwikkeling te brengen, als men niets anders doet dan interna tionaal wantrouwen aan te wakkeren? 't Tegengesteld verloop met de hoofd fondsen kwam vooral sterk tot uiting bij aandelen als Kon. Nederl. Hoog ovens, Van Gelder Papier en Ngombe- zi. Merkwaardig was de scherpe koers- reactie voor de cert. H covens. Na vrijwel gedurende een maand te zijn gestegen van 187 tot 240 is er in 2 beursdagen tijd weer 20 punten afge gaan Op Dinsdag j.l. was weei een gedeeltelijk herstel van het koersver lies. Bij van Gelder Zonen heeft geduren de het weekeinde een brand gewoed, waardoor in Velzen een van de 4 ma chines voor krantenpapier geheel is vernield. De koers van de aandelen van Gelder Zonen vertoonde reeds eni ge dagen tevoren een daling, die zich in het begin van deze week heeft voortgezet. Aldus gezien heeft de brand geen bijzondere koersreactie te weeggebracht. Bij slot van rekening kan men veronderstellen, dat een der gelijk bedrijf zowel voor de brand, als voor bedrijfsschade behoorlijk verze kerd is. De koers gew. aand. Van Gel der Zonen liep in de verslagperiode da gelijks met 2 a 3 punten naar beneden, zodat zij van 244 tot 230 is gedaald. De aandelen Ngombezi zijn flauw op de vooruitzichten; de directie heeft medegedeeld, dat de beste dagen voor bij zijn. Het fraai verslag en de dividenduit kering van de Cult. M. ..De Oostkust" heeft niet die gunstige reactie opge roepen, die men zou verwachten. Ver hoging van het dividend van 9,8 tot 18 heeft na een aanvankelijke stij ging tot 143 uiteindelijk op het koers verloop geen invloed gehad. De koers vinden wij terug op het uitgangspunt 138. BOLS OP DE BEURS Een gerenommeerde naam is er op de beurs verschenen. De aandelen Er ven Lucas Bols zijn ter beurze ge- introduceerd en genoten een goede ontvangst, men bleek bereid om voor dit fonds, dat zich laat aanzien als een beleggingsaandeel van prima standing, 215 te betalen, waarbij niet aan de gehele vraag kon worden voldaan. De New Yorkse beurs blijft nog steeds vastgestemd en de koersstijgin gen zetten zich voort. De resultaten over het le halfjaar van 1954 vallen, voor zover reeds bekend, wel mee. Het aantal winstdalingen weegt ongeveer op tegen het aantal winststijgingen. Maar ook de winstdalingen zullen de dividendvooruitzichten waarschijnlijk niet schaden. De afschaffing sinds 1.1.54 van de buitengewone winstbelas ting geeft voor de aandeelhouders in sommige gevallen zelfs een reële kans tot dividendstijging. Er heerst momenteel in Amerika een zekere conjunctuur-optimisme waar door zelfs bij ondernemingen, die met een lagere winst afkomen, stijging van de koersnoteringen voor hun aandelen zijn te constateren. Dit optimisme wordt veroorzaakt doordat de terug slag, die zich in het najaar van 1954 inzette, voorbij is. Of dit optimisme geheel verantwoord is dient te worden afgewacht. De industriële productie blijft wel op peil, maar de binnenko mende orders zijn niet gestegen; inte gendeel, de orderportefeuilles krimpen nog steeds. OBLIGATIES 27/7 '54 3 Ned. '62-'64 100 5 8 3-3i/sTo Ned. '47 99 3 4 3 Ned. '47 doll.l. 95 1/8 3 Ned. '37 97 3 16 3 Ned. Inv. cert. 100 1/8 3 Gr.b.obl. '46 98 11 16 3 Ned.-Ind. '37 A 97 1 2 3»/i% Ned. '53 103 7/16 AANDELEN A'damsche Bank 213 R'damsche Bank 193 Twentsche Bank 196 1/2 Nat. Handelsbank 171 Ned. Handel-Mij 190 12 Alg. Kunstz. Unie 239 v. d. Bergh's Jurgens 297 1/2 Machinefabr. ,,Bx*eda" 152 1 2 Van Gelder Zonen 244 Unilever 366 3 4 H.K.I. 112 1 4 Ned. Kabelfabriek 227 G. B. v. A. Philips 275 Kon. Ned. Hoogovens 232 Wilton Fijenoord 213 Int. Gew. Betonbouw 140 Internatio 147-14 Billiton Mij II 295 Kon. Petroleum 427 Rubb. C. Mij „A'dam" 93 1 2 Bandar Rubb. Mij. 128 Ho 11. Am. Lijn 167 K.N.S.M. Nat. Bez. 143 1 2 Ned. Scheepv. Unie 146 3,4 R'damsche Lloyd 135 K. Jav.-Ch. Paketv. 134 1 2 Ver. Vorstenl. C. Mij. 20 1 2 Handelsver. „A'dam" 123 3 8 Ned. Ind. Suiker Unie 70 Ver. Deli-Mijen 129 1 2 Senembah 109 AMERIKAANSE FONDSEN (eert. v. aand.) Anaconda Copper M. C. 38 1/4 Bethleh. Steel Corp. 75 5 8 General Motors 79 1 2 Internat. Nickel 43 1 16 Rep. Steel Corp. 60 United States Steel C. 53 3 8 Cities Service Comp. 95 1,2 Shell Union Oil C. 93 Tide Water Ass. Oil C. 19 1/2 Southern Pac. Comp. 43 3,16 3 8 54 101 99 7/8 95 1 8 97 3 16 100 5 16 98 5/8 98 18 103 5,16 211 189 1/2 194 3 4 157 14 188 231 3 8 299 143 230 361 3 4 112 218 277 3 4 229 1 2 212 140 145 1,4 286 427 93 1 2 132 1/2 167 142 144 133 1/2 134 1/2 20 1 4 125 14 71 126 1,4 105 3 4 39 1/8 81 80 7/8 44 5 8 60 5 8 55 1 4 96 95 19 3 4 43 12 Met een schuwe blik keek grootvader terzijde naar het geraamte, dat toch zo vrien delijk een hand uitstak naar ieder, die bij de beul van den Bosch over de drempel stap te. Met schrik zag hij hoe bij elke pas die hij deed de onderkaak van het skelet op en neer bewoog, als wilde 't hem een klappertandend welkom toeroepen. „Meester!" wilde hij schreeu wen. Zijn stem fluisterde schor. Maar de meester scheen het toch gehoord te hebben. De deur ging open en een hand wenkte hem om te naderen. Grootvader trad binnen in een laag en somber vertrek; het aarze lend zonlicht van de klare winter middag daarbuiten schampte af op het gekleurde in lood gevatte glas. Op een kolenvuur broebelde dampend in een roodkoperen ke tel een naar hars en kruiden geu rend vocht. Langs de wanden strekten zich houten rekken uit, waarop potten in allerlei vormen en grootten zich reiden. In de schaduwhoeken lagen vreemd ge vormde retorten; glas-dode ge zichten met lange neuzen en bui zen zig-zag geblazen in vele kron kels. Aan de balken van de zoldering, zo laag dat grootvader zich buk ken moest om de aanraking ervan te ontgaan, hing met uitgespreide poten, zijn lippen weggetrokken tot een eeuwige grijns, een sala mander uit de Indiën, die de ele menten vuur en water in zich bindt; een kaaiman of krokodil. De meester, lang en mager, in het zwart, zoals het een rechter betaamt, ook al oordeelt hjj niet maar recht enkel met het scherpe, zat rechtop in zijn leunstoel; hij wenkte grootvader tegenover hem te gaan zitten op een driepoot en sprak: „Je bent vanmorgen vroeg uit Vught weggegaan, niet waar? En je hecht wel veel aan wat je ont stolen is, om zo maar naar mij toe te komen. Vertel maar alles wat je weet." En grootvader vertelde. „Twee zilveren schoengespen, nog van ons grootvader: op een Zondag voor de Hoogmis waren ze weg en ik denk dat ik weet...." „Wacht!" de meester hief zijn hand op. „Wacht! Als je even wacht, zal ik je vertellen wie het deed. Het is iemand uit de buurt, ja, hij kan niet dichterbij wonen. ,Maar het zal moeilijk zijn om de gespen terug te krijgen, gespen van zwaar zilver. Er zijn mensen, die liever stervan dan dat weerom te geven, wat ze zich hebben toe geëigend. De beul stond op en zijn hand tastte ach^r de potten op een der rekken en vond wat hij zocht; een tinnen busje. Voorzichtig tikte hij wat poeder uit het busje op een papier en vouwde dat dicht. Dat herhaalde hij nog twee maal en steeds nam hij andere busjes van het rek. „Ik zal je nu deze poeders ge ven, boer", zei de scherprechter tegen grootvader. „Het eerste moet je vannacht in de klooster- wiel gooien en dan moet je af wachten wat er gebeurd. Als de gespen nog niet terug zijn, moet je de volgende nacht het tweede poe der op het haardvuur verbranden. Als er dan nog niets geschied is, neem dan in de derde nacht het laatste poeder en begraaf het on der een boom in je tuin. Dan móet er iets gebeuren." Die nacht, toen de schaduw van de kloostermuur over 't lei-grijze water van de diepe wiel viel, wierp grootvader het poeder in de rivier. In de deemster zag hij hoe trillende draaikolk het een poeder meetrok in de diepte. De volgende morgen trof hij zijn buurman bij de haag, die hun erven scheidde, en de buurman was helemaal overstuur. „Wat een nacht! Wat een nacht!" zuchtte hij. „Ik heb van mijn le ven nog niet zo'n verschrikkelijke nacht meegemaakt. Dat bonsde maar, dat bonsde maar in mijn hoofd, en als ik even mijn ogen sloot, was het mjj als viel ik naar beneden in een aarde-donkere kuil en dan schokte ik weer wakker. Nee, zo'n nacht hoop ik nooit meer te beleven." Maar al met al waren de zilve ren gespen nog niet terug. De tweede nacht, toen allen sliepen, stond grootvader op, wak kerde het vuur aan in de herd en wierp het tweede poeder in de vlammen. Knesperend en knette rend brandde het met gele en paarse vlammen, ja het brandde als de hel. De andere morgen al heel vroeg sloop de buurman om het huis, in zich zelf mompelend met een bleek vertrokken gezicht. Toen hij de stal wilde binnengaan, kwam de meid van onder de koe met iiï iedere hand een van geel koper glanzende emmer. Hij schrok toen hij haar zag en haastte zich terug naar zijn hoeve. Al met al waren de zilveren gespen nog niet terug. De derde nacht stak grootvader het laatste poeder in zijn zak, nam een nagelnieuwe spa en groef aan de voet van een oude, knoestige appelboom een diep smal gat, liet het poeder er in vallen, plempte het gat weer dicht en stampte de aarde aan. De dag nadien was een Zondag. Om vijf uur tampte de klok al voor de vroegmis in het klooster. Buurman was op. Ze zagen hem door de tuin sluipen naar de oude appelboom. Telkens verschrikt op kijkend, wroette hij daar met zijn handen de aarde weg, maar het poeder lag veel te diep en alsmaar riep de klok! Ten laatste ging hij heen, met opgetrokken schouders en gebogen rug, als een heel oud man. Toen ze gingen kijken vonden ze de zilveren gespen onder de boom. Een paar morgens later hing er een vreemde vrucht aan de ap pelaar: buurman had zich ver daan. God hebbe zijn ziel! Grootvader heeft zich later wel eens afgevraagd; Had het poeder niet zo diep in de aarde begraven moeten wor den? Had de meester te veel kwaad in dat toverpoeder bezworen? Maar wie kan dat nu na zovele jaren nog zeggen? JACQUES R. W. SINNINGHE

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 5