TEX HARDING viel
avontuur in-het
van het
andere
ene
door
Achtervolgd
snellers
en
haaien, koppen
Otto Skorzeny
OI. VROUW VAN DE BERG CARMEL
Radiosonde doet 20 kilometer hoo;
haar werk
Hoe wordt de DUITSE BONDS
PRESIDENT1 eekozen?
Oostenrijk heeft een mysterieuze
gevangene
Reddende honger
Ons kort verhaal
Het begon in
Zuid-Amerika
PUBLIEKE TRIBUNE
Verkiezing van Heuss is verzekerd
DERDE BLAD
VRIJDAG 16 JULI 1954
Ten dienste van het weerbericht
Slechts één candidaat voor het presidentschap
TAE man die zich Tex Harding noemt en die
1J on(]er deze naam een hele reeks boeken
heeft gepubliceerd, gold tot voor kort als Oos
tenrijks' geheimzinnigste gevangene. Zeven
maanden lang hield de politie te Graz zich be
zig met het opsporen van het avontuurlijk ver
leden van Tex Harding. Uitgevers uit de gehele
wereld spraken met de gevangene in zijn cel;
ze waren er van overtuigd, dat Tex Harding's
volgende avonturenroman een best-seller zou
/"XP EEN LEEFTIJD dat andere kna-
V pen nog op de schoolbanken zit
ten, begon Heini zijn loopbaan als glo
betrotter. Hij liet zich aanmonsteren
op een vrachtschip en geraakte zo in
Zuid-Amerika waar hij in het gezel
schap verkeerde van pelsjagers en
gouddelvers. Hier noemde de kleine
Oostenrijker zich Harry Brown.
HET GEZONKEN YACHT
worden. Wat hij in de loop van het onderzoek
over zijn verleden had verteld, klonk zo onge
woon, zo fantastisch, dat men best begrijpen
kan, dat de overheid niets onbenut liet om na te
gaan of deze avonturen al dan niet verzonnen
waren. Met zijn ware naam zou Tex Harding
Heinrich Pescoller heten. Hij werd in 1902 als
zoon van Stiermarken-ouders in Boedapest ge
boren.
gaat fijn gekleed en rijdt in een Buick.
Dan doet er zich iets vreemds voor:
hij geraakt in conflict met zijn hospita
en hij wordt wegens het aanbrengen
van lichamelijk letsel gevangen geno
men. Een zekere Capalleos Valdes
wordt op de koop toe nog door de Cu
baanse politie gezocht. Er verloopt
veel tijd tot de onschuld van Tex in
deze zaak wordt bewezen. De over
heid interesseert zich voor de her
komst van het vele geld dat Tex be
zit. Verder wordt Tex ervan beschul
digd met twee vrouwen tegelijk ge
trouwd te zijn. Harding kan echter
aantonen dat hij de tweede maal huw
de, in de mening dat zijn eerste vrouw
'dood was. Er bleef dus nog de aan
klacht wegens het toebrengen van sla
gen aan zijn hospita over. Maar daar
de zogezegd mishandelde vrouw niets
kon bewijzen, sprak het gerecht Tex
Harding vrij. De zeven maanden dat
hij in de cel zat opgesloten liet hij niet
onbenut. Hij schreef in de gevangenis
twee boeken die weidra zullen ver
schijnen onder de veelzeggende titels:
„Achtervolgd door de Spionnagedien-
sten" en „Achter de tralies geschre
ven". Het zullen wel best-sellers wor
den
TEX HARDING vertelt als volgt:
I „Destijds haalde ik met drie ande
re jongens eens een gezonken yacht
naar boven. Wij monteerden de boot
en maakten er een mooi schip van dat
in de haven van Guyayaquil voor an
ker lag. De goedgezinde stadsoverheid
voorzag ons van proviand en zo begon
zekere dag onze zeereis van zeshon
derd mijl. Wij zeilden zonder sextan
ten naar de Galapages-eilanden. Wat
wij daar beleefden, hoe twee van ons
er de dood vonden, dat alles vormt de
inhoud van mijn boek „Die Haifisch-
bucht".
Zijn volgende beroep was circusar-
tist, en daarna werd hij hoofdman bij
een Zuid-Amerikaanse revolutiegroep.
Generaal Murgilla, de aanvoerder van
de opstandelingen, wordt voor het
portaal van de kathedraal in Durango
neergeschoten. Datzelfde lot wachtte
de gevangen officieren. De minister
van Oorlog van de regeringstroepen
monstert de gevangenen, merkt de
jonge hoofdman op, die enkele dagen
voordien met een handsvol man een
bergplaats ad verdedigd en liet hem
in leven. „Dat was typisch voor deze
Zuidamerikaan, meent Tex Harding.
„Hij wist de mensen voor zich in te
netnen en van dit ogenblik af aan
hield ik veel van deze man. Twee
maanden nadien was ik zijn adjudant.
Te'paard of in een grijze limousine
reed ik toen in mijn majoorsuniform
rond".
OP ZOEK NAAR FAWCETT
TN 1925 onderneemt majoor Brown
een stoutmoedige tocht; drie jaren
trekt hij door het wilde bergland van
Midden- en Zuid-Amerika tot Rio de
Janeiro. Deze tocht maakt hem be
roemd. Onderweg leert hij de Brazi
liaanse revolutie-aanvoerder, generaal
da Cunha, kennen. Deze stelt hem
voor als generaal in zijn dienst te tre
den.
Een koortsaanval verhindert Har
ding deze carrière te volgen. Maar er
daagt reeds een nieuw avontuur op.
Met Youn Surnes trek hij het beruch
te koppensnellersgebied tussen de Sin-
gu- en de Tapajozstromen binnen, om
daar naar de verdwenen ontdekkings
reiziger Fawcett te zoeken.
Deze avontuurlijke vliegtochtexpe
ditie verhaalde hij in een boek dat
verscheen onder de titel „Verschollen"
en dat in zeventien talen werd ver
taald.
SKORZENY ALS ACHTER
VOLGER
TEX HARDING stond tijdens de
1 tweede wereldoorlog met de Duit
se spionnagediensten in verbinding. In
1943 kreeg hij tot opdracht naar Ame
rika te trekken en daar voor de
Duitse spionnage te werken. Terwijl
hij met een gecharterd zeiljacht in
Tanger op geld uit Berlijn wacht,
verneemt hij van Duitse vrienden dat
een kommando van de Gestapo onder
het bevel van Otto Skorzeny tot taak
heeft hem, Tex Harding, nog voor de
afvaart te liquideren.
In ieder geval worden er meerdere
aanslagen tegen hem gepleegd waar
bij drie mannen werden gewond. Ach
teraf zouden de geallieerden, toen hij
in Spanje vertoefde, via de Ameri
kaanse ambassade in Madrid hebben
getracht van hem geheim materiaal te
krijgen. Toen hij weigerde dit te ge
ven zou hij in Spanje gevangen gezet
zijn. Hij slaagde er echter in te ont
snappen.
In Tanger kocht hij voor 500 dollar
een zeilboot. Met een oud vliegtuig
kompas als enig navigatie-instrument
zeilde hij in 45 dagen over de Atlanti
sche Oceaan en landde in 1947 in Ha
vanna, de hoofdstad van Cuba.
Op Cuba liet hij zich een Adolph
Menjoubaardje groeien en nam hij de
naam aan van Oscar Capallees Valdes.
Hij trok naar New York en meende
van daar uit opnieuw naar Europa te
kunnen reizen. In Koenigstein wacht
ten zijn vrouw en zijn kind op hem.
Hij werd er door de Amerikanen ge
vangen genomen en tegen een borg
som van 5000 dollar vrijgelaten. Hij
trok de grens over, enige dagen later
zou hü in Zuerich met de moeder van
de Perzische keizerin Soraya hebben
gedanst. De volgende maanden werd
hij een vreedzaam hengelaar op de
Kanarische eilanden.
VALS BESCHULDIGD
DOORBRAAK
DéBACLE?
OF
pEN TIJDLANG hoort men niets
1-4 meer van Tex Harding; in Sep
tember 1953 duikt hij plots in Graz op.
Hij ziet er uit als een welgesteld
man, beschikt over een massa geld,
Tot de demagogische hoogtepunten van
de onlangs te Utrecht opgevoerde Na
tionale Socialistische Kaderdag behoor
de ongetwijfeld de~e méér dan dubbel
zinnige uitlating van professor Scher-
merhorn:
„Ik heb er geen behoefte aan, de niet-
bewijsbare stelling te hanteren, dat er
een oorzakelijk band zou bestaan
tussen sociale achterlijkheid en '""t
overwegend rooms-katholiek zijn van
een volk"....
Inderdaad: Een zo al niet bijzonder
hoffelijke, dan toch correct-cynische, ge-
raffineerd-berekende schimpscheut, van
die typisch-humanistische glibberigheid,
welke zelfs de bij de openingsrede door
ir. Vos nog juist zo smadelijk in de an-
ti-clericale hoek gedrukte communisten
toch wel weer als een gulp onvervalst-
marxistische wonder-olie in de g^krenk'
te moscovitische zielen moet zijn ge
vloeid.
Doch laten wij de C.P.N. als gewoon
lijk voor wat ze schijnt te zijn, en trach
ten wij ons vooralsnog te bepalen tot
een min of meer redekunstige analyse
van de hierboven geciteerde karakteris-
tiek-Schermerhorniaanse delicatesse.
1. Afgezien van de onloochenbare om
standigheid, dat deze tamelijk-sociaal-
democratische kaderdag, in zijn onmis
kenbare hoedanigheid van anti—bis
schoppelijke demonstratie, een uitgespro
ken anti-papistisch karakter droeg,
kameraad Schermerhorn zich daar
Utrecht dus herhaaldelijk het applaus
moest laten wegvallen van een uiter
aard overwegend anti-clericalistisch-ge-
oriënteerd publiek, mag men het nog
wel uitgesloten achten, dat de professor
het nodig had geoordeeld, in het open
baar voor het forum van het Neder
landse volk, nu juist die „niet-bewijs-
bare stelling" te hanteren, indien hij er
geen zéér dringende behoefte aan zou
hebben gehad. Anders zou hij toch deze,
of een gelijkwaardige instantie op elk
willekeurig „historisch ogenblik" in de
vaderlandse geschiedenis na 1945 hebben
kunnen plaatsen? Houden we hierbij re
kening met de onwaarschijnlijkheid, dat
dit speciale „bon mof' de oud-minister-
president eerst na de verschijning van
Mandement is ingevallen.
2. Waar nu een doorgewinterde god
loochenaar hier zo kennelijk zijn toe
vlucht bleek te moeten nemen tot het
schermen met onbewijsbare stellingen,
mocht zulks niet alleen voor katholieken
en protestanten, doch ook voor hindoe's,
boedhisten en mohammedanen en allen
ter wereld, die zich nog bewust zijn van
het bestaan van een Bovennatuurlijke
Macht, een duidelijke aanwijzing bete
kenen, dat dat hele imposante atheïsti
sche arsenaal van concrete „argumenten'
en sophistische „feitelijkheden" toch bij
lange na niet zo rijk- en deugdelijk-ge-
outilleerd is als men gemeenlijk wel
pleegt te veronderstellen.
3. Wanneer dus zelfs een hooggeleerde
socialist als professor Schermerhorn nog
niet in staat is een oorzakelijk verband
aan te tonen tussen sociale achterlijk
heid en het overwegend room-katholiek
zijn van een volk, hoe zou ik het dan
kunnen, verondersteld, dat ik daar behoef
te aan had?.... Aangenomen, dat ik een
perfecte socialistische organisatie van de
massa evenzeer op prijs zou stellen als
een totale morele ineenstorting van het
gros der enkelingen, diende ik dan, ter-
wille van de duidelijkheid, het Neder
landse volk toch wel allereerst de socia
le vooruitgang ten voorbeeld te stellen
van die landen, waar het socialistische
staatsideaal zich tot in zijn uiterste con
sequenties heeft laten verwezenlijken
d.w.z. de Sovjet-Unie en haar geknevel
de aanhang. Zo lang er in een of ander
land zelfs nog maar sprake kan zijn van
gewetensvrijheid en verantwoordelijk
heid ten opzichte van een Bovennatuur
lijke Macht, zo lang is dat land n.l. be
slist nog niet typisch-socialistisch te
noemen. Dat is althans in Nederland de
zer dagen wel duidelijk gebleken.
4. Evenmin als professor Schermer
horn zou ik zo maar ronduit en botweg
durven vaststellen, dat specifiek-katho
lieke landen het monopolie bezitten van
sociale achterlijkheid. Het Indonesië van
vandaag b.v. wordt wel practisch gere
geerd door machtige en monsterachtige
socialistische doorbraakorganisaties, doch
van werkelijke sociale vooruitgang schijnt
men vooralsnog weinig te bespeuren. In
tegendeelOf ook de Nederlandse so
cialistische pers zou mij daaromtrent
verkeert hebben ingelicht.
Tenslotte: Ik voor mij heb er niet de
minste behoefte aan, hier nog eens een
oorzakelijk verband uit te dokteren tus
sen de sociale achterlijkheid van Italië
en de doelstellingen van Karl Marx. Het
ligt er m.i. duimendik bovenop.
L. PISON.
Lang lieeft de legende standge
houden, dat de orde der Carmelie-
ten reeds in de tijd der Apostelen
zou ontstaan zijn en op de berg
Carmel in Klein Azië een kerkje
gehad zou hebben, dat aan O. L.
Vrouw was toegewijd en dat zij
daar haar zetel zou hebben gehad.
De Carmelietermonniken leefden
er als kluizenaars, totdat zij in de
tijd der Saracenen werden verdre
ven en naar Europa verhuisden.
De kruisvaarder Berthold her
vormde de orde naar Westers mo
del en overal waar zij kwam bleef
zij steeds op een bijzondere wijze
de godsvrucht tot O. L. Vrouw
verspreiden en stond ook onder
Haar bescherming. In de nacht
voor de lfi Juli van het jaar 1225
vroeg de H. Maagd aan Paus Ho-
norius III, dat hij de Orde der
Carmelieten zou bevestigen.
Toch had de orde nog steeds
zeer te lijden en daarom smeekte
de zesde generaal der orde, de H.
Simon Stock wederom op 16 Juli
O. L. Vrouw om een teken van
Haar bescherming en Deze toonde
hem toen het scapulier, een schou
derkleed als het bijzondere bewijs
van haar moederlijke liefde s
de Haar toegewijde ordelingen.
Paus Sixtus V vond in 1587 goed,
dat de 16de Juli als een feest voor
de Carmelieten zou gelden en
weer later, in 1726, breidde Paus
Benedictus XIII dit tot de gehele
H. Kerk uit. Bij de gelovigen is
het meer bekend onder de naam
van Scapulier feest, een titel, die
het reeds spoedig na de verbrei
ding van het scapulier heeft ge
kregen. Aanvankelijk droegen al
leen de Carmelieten het schou
derkleed (scapulier), dat de H.
Maagd aan de H. Simon Stock ge
toond had. maar later were dit
door talrijke andere orden, reli
gieuzen en leken overgenomen. De
H. Maagd had aan de H. Simon
Stock beloofd, dat wie dit kleed
droeg, onder Haar bijzondere be
scherming zou staan. Met goed
keuring van de Paus verbreidden
de Carmelieten de gewoonte, dat
de gelovigen een verkleind schou
derkleed (tegenwoordig een sca
pulier medaille) zouden dragen en
zij preekten, dat degenen, die dit
droegen, in Gods liefde zouden
sterven. In de z.g. Bulla Sabbatina,
die aan Paus Joannes XXII wordt
toegeschreven, wordt het privilege
van de Zaterdag gepropageerd: de
zielen, die in Gods liefde uit deze
wereld scheiden, zullen spoedig
terwille van het dragen van het
scapulier uit het vagevuur worden
bevrijd, vooral op Zaterdag. Ook
latere Pausen hebben dit beves
tigd, o.a. Paus Paulus V in 1613
en het laatst Paus Pius X in 1908.
Aan dit grote voorrecht zijn even
wel nogal strenge verplichtingen
verbonden: het dagelijks bidden
van het Officie van O. L. Vrouw,
het onderhouden van de kerkelij
ke vasten en het zich onthouden
van vleesspijzen op Woensdag en
Zaterdag.
Meer verbreid dan dit Zaterdags
privilege is het geloof, dat zij, die
het scapulier dragen, onder Ma
ria's bijzondere bescherming staan.
Zoals soms pieuse ouders hun kin
deren gedurende de eerste levens
jaren ter ere van de Moeder Gods
in het blauw kleden en ervan
overtuigd zijn, dat Maria daarom
met speciale zorg deze kleinen zal
omgeven, zo gelooft de katholiek,
dat alwie Maria's kleed draagt of
door de z.g. scapulier medaille
erkent, zich aan M ria toe te wij
den, ook onder de bijzondere
schutse staat der Moeder Gods.
Zeer dikwijls gebeur', het in het
leven, dat katholieken, wanneer
ze ouder zijn geworden, er „niet
veel meer aan doen", doch mis
schien als een laatste restje van
het geloof hunner kinderjaren
het scapulier blijven dragen en
dan plotseling ondervinden, hoe
Maria hen bijzondere bescherming
deed geworden als hun leven in
gevaar was.
Overtalrijk zijn de voorbeelden,
die dit bevestigen. We kunnen de
feestdag van O. L. Vrouw van de
berg Carmel of het feest van het
Scapulier op 16 Juli als een uit
drukking en erkenning van dit
geloof beschouwen, het rotsvast
vertrouwen, dat Maria de Haar
toegewijden niet verlaat, aar bij
zonder in ogenblikken van gevaar
Haar wijde moederlijke mantel
om hen heen spreidt.
In samenwerking met het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Insti
tuut te De Bilt heeft Philips een nieuw type radiosonde ontwikkeld.
Alle metingen hiermee geschieden namelijk langs electronische weg. De
radiosonde is een apparaat, dat tweemaal per dag door het K.N.M.I. te De
Bilt aan een ballonnetje wordt opgelaten en bij het opstijgen in de at
mosfeer de druk, de temperatuur en de vochtigheid van de lucht meet.
Ze staan bij de hondenslee en vloeken. De gren
zeloze witheid van Groenland omringt hen, terwijl
hijgende hondenbekken dampen. Vermoeid zien ze
er uit, de drie mannen in de sneeuw, en, de hon
ger gaapt in hun holle oogkassen.
„Een maand geleden konden wij nog terug, toen
heb ik gewaarschuwd. Nu is het te laat: straks
begint de poolnacht enHogson zwijgt plot
seling en staart even naar de honden voor de slee,
die jankend aan hun riemen trekken. „Vervloekt".
Zijn zware schoen trapt naar de magere lijven en
onmiddellijk wordt het weer stil. Er hangen slijm-
araden uit de open bekken en de dunne poten
staan trillend in de sneeuw; de riemen naar de
slee zijn strak gespannen en het lijkt wel of de
beesten ieder ogenblik verder willen gaan, het lan
ge spoor achter zich rekkend tot ze voedsel zullen
vinden. „Laat ze nog eens gaan, Hogson; misschien
ruiken ze wild." „Ach wat, we hebben de gehele
dag rondgezworven; niets, niets kan hier nog le
ven."
Wanhopig heft hij zijn handen omhoog en laat ze
öan, weer slap langs zijn lichaam vallen met een
zucht.De twee anderen beginnen zwijgend de
tent van de slee te laden en proberen voor even
nun honger te vergeten. Iedere dag, ieder uur
schreeuwt Hogson hun dezelfde woorden toe; hij
heeft gewaarschuwd, nu is het te laat. Ze geven
hem geen antwoord meer.
v exPeditie was zo mooi begonnen; drie
krachtige .mannen trokken er op uit om een ver
ongelukt verkenningsvliegtuig op te sporen. Ze
waren overmoedig na het afleggen van de eerste
kilometers. Met de bemanning van het vliegtuig
spraken ze geregeld door de radio en het zou niet
lang meer duren of
Maar op een avond zweeg de luidspreker; geen
contact, en Hogson was driftig geworden.
„Slapen die lui soms? Ze weten toch dat we ze
2°^den roepen? Hallo, waar zitten jullie?? Hal-
Geen geluid, alleen een droog zoemen uit het
kleine toestel dat op de slee stond. Verbijsterd ke-
*en ze elkaar aan en er werden veronderstellingen
wrw! Wellicht was daar iemand zwaar ziek ge-
fn w n en stond het ontvangtoestel nu vergeten
n# sneeuw. Er waren immers ook gewonden?
ui zouden hun accu's het begeven hebben?
Gisteren drong de commandant op grotere spoed
aan; de ongelukkige vliegers konden hun redders
niet tegemoet komen, want hun enige beschutting
tegen de felkoude wind was het vliegtuigwrak, dat
bovendien nog een baken was in deze onmetelheid
,e Pfoviand slonk met het uur en ze hadden toch
al zo weinig.
De reddingploeg had het begrepen en was vast
beraden verder getrokken, maar 's avonds kwam
§®en antwoord uit de radio.... De stemming
daalce; teleurgesteld werd de tocht voortgezet. Bij
iedere rust knielde Hogson naast de slee en stemde
het ontvangtoestel weer af.
„Hallo, hier Hogson; hallo, hier Hogson. Over."
Weer mets en driftig schreeuwde hij dan: Hallo..
Waar zitten die ellendelingen?? Hallo?"
Hij beet de woorden' af met schorre stem en de
aderen op zijn voorhoofd zwollen. Met een beangst
gezicht tuurde hij over de sneeuwvlakte, draaide
zich plotseling om naar de anderen en zei: „Als we
morgen niets horen, gaan we terug. Ik ben niet
van plan.
„Kom kom, Hogson. Niet zo gauw de moed ia-
ten zakken. Waarom zouden wij terug moeten
gaan? Wij weten toch de plaats waar het toestel
ligtOver drie dagen kunhen we er zijn". En een
ruwe vinger wees op de kaart de afstand aan; een
rood kruisje, het toestel, nog drie dagen
Maar dagen werden weken van oproepen zonder
antwoord, want op de bewuste plaats
wrakniets; zelfs geen voetspoor.
De vliegers, vertrouwend op hun misschien be
schadigde instrumenten, hadden wellicht een ver
keerde plaats aangeduid in hun S.O.S.-berichten,
dus: verder zoeken in steeds wijdere kringen
Vermoeid staan ze nu bij de slee en de half-opge-
slagen tent, terwijl de honden hun tong uit de bek
laten hangen. Op zo een tocht was niet gerekend;
ook hun voorraad proviand is uitgeput. Hogson
kijkt om zich heen, zijn lippen trillen hevig. Weer
voelt hij zijn onmacht tegenover deze zwijgende
vlakte en driftig trapt hij in de sneeuw.
„Waarom zijn wij niet teruggegaan? Waarom
hebben jullie niet naar me geluisterd?? Waarom....
Waarom??"
Twee nog krachtige handen dwingen hem te zit
ten op de slee, even later is hij als versuft. Zwij
gend luisteren de anderen naar zijn gestamel.
„We zijn verdwaald; ook hier is geen vliegtuig....
Laten wij terug gaan.... terugik heb hon
gerHoe laat is het?"
Bezorgd kijken zijn vrienden hem aan. Zover is
het nu met hem gekomen; Hogson is overspannen.
„Ik moet mijn geweer hebben.... Waar is mijn
geweer? Ik moet eten hebben. Snel grijpt hij het
wapen en voordat de anderen begrijpen wat hij
wil. richt hij op een der honden.
„Hogson". Maar een korte knal doet het magere
beest reeds door de poten zakken.
„Daar". Met wilde ogen gooit hij zijn geweer in
de sneeuw; een dof vallen en de andere dieren
deinzen terug als hij neerknielt en het cadaver los
maakt uit de riemen. Zenuwachtig trekt hij het
dier aan de slappe voorpoten naar zich toe en gaat
op de slee zitten. Hij voelt aan zijn riem en merkt
dat de messchede leeg is.
„Geef mijn dolkmes terug".
„Nee".
„Geef hier zeg ik je".
„Maar je wilt toch niet
„Geef op dat mes".
„Luister eens Hogson. Je moet geen waanzin in
je hoofd halen. Wij hebben ook honger, maar de
honden neerschieten staat gelijk met zelfmoord.
Hoe moeten wij terug zonder trekdieren?"
„We hebben er nog vijf; geef mijn mes terug of
ik...." Bliksemsnel grijpt hij zijn geweer uit de
sneeuw en dreigend richt hij het op de man die
voor hem staat.
„Doe dat geweer weg en hou je kalm. Hogson
Durf je mij alleen zo maar te dwingen, heb je geen
vuisten meer?"
„Ik heb honger. Geef mijn mes terug".
„Nee."
Hij neemt zijn tegenstander besluiteloos op en
dan.
Plotseling beginnen de honden luid te janken,
terwijl Hogson naar de kleine stip in de verte
staart. Hij laat zijn geweer zakken en geeft een van
de honden een trap in de lendenen.
„Vooruit jullie."
Schor blaffend trekken de dieren de slee voort,
waarop nu Hogson zit, die niet let op de twee an
deren; zij rennen hem na. want dat stipje is leven
het beweegt langzaam. Voor Hogson neemt hei
reeds de gestalte aan waarop hij gehoopt heeft; een
ijsbeer, voedsel voor twee dagen
In zijn hand houdt hij de zweep, die hij onbarm
hartig over de golvende hondenruggen laat gaan.
Hij voelt de snerpende kou in zijn gezicht door de
vliegende vaart, maar sneller wil hij, steeds snel
ler weg honger; leven, leven.
geen Als hij de beer dicht genoeg genaderd is houdt hij
de honden in en springt van de slee af. Even wei
felt hij, als hij omkijkt en de twee anderen nog ver
achter zich ziet kleine gestalten, die moeizaam
naderbij komen. De honden staan met opgeheven
snuit en janken zachtjes.
Hogson schuifelt nu voorzichtig verder, zijn ge
weer in de aanslag. Strak houdt hij zijn ogen ge
richt op de wiegelende kop die hem met open bek
aankijkt. Nu legt hij aan, maar juist als hij zijn
vinger om de trekker legt. heft de beer zich op de
achterpoten; met een snelle sprong zijwaarts weet
Hogson te ontkomen aan de verpletterende klauw...
Vaag dringt het tot hem door dat de honden
luid-jankend wegvluchten.
Vlug nu. Maar ineens klinkt er achter Hogson
een schot en de beer heft zijn voorpoten weer om
hoog. Dan zakt hij in elkaar, log en met stuiptrek
kende poten.
„Dank je", zegt Hogson zachtjes, als hij een dun
rookspiraaltje op ziet stijgen uit het geweer van
de schutter. Het is de man die hij kort geleden ge
dreigd heeft.
Nog twee korte knallen; de beer is nu zeker le
venloos; langzaam druipt helrood bloed in de
sneeuw, die het als een groot vloeiblad inzuigt.
Nu krijgt Hogson zijn mes terug en met bevende
handen steekt hij het in de huid; Vlees, Vlees....
Koortsachtig worden de eerste stukken uitgesne
den, ze zijn nog warm druipend van het bloed in
de sneeuw.
„Je kwam mooi op tijd", zegt Hogson, maar
krijgt geen antwoord. „We zullen teruggaan en on
ze tenten hier neerzetten. Morgen
„Hogson kijk hier eens. Wat is dat?"
Verbaasd buigen ze zich over de pels, waar een
brede zwarte streep vettig glimt in het late zon
licht.
„Smeerolie", fluistert Hogson en spring op.
„We moeten zijn spoor volgen, dat is van het
vliegtuig".
Snel lopen ze naar de honden die vers bloed ge
roken hebben en aarzelend teruggekomen zijn. On
willekeurig trekken ze de slee langs het logge li
chaam en Hogson trapt driftig naar de magere die
ren.
Opschieten, sneller.
„Ze zijn uitgeput, Hogson. Laten we verder gaan
lopen en
„IK zie het.daar".
Slechts even staren ze naar de omhoogstekende
resten op een vijfhonderd meter afstand. Dan ke
ren de honden alleen terug; hun meesters hollen
naar het wrak, moeizaam en hijgend.
SIGNALEN
LIET APPARAAT bevat een radio-
1 1 zendertje, dat de resultaten van
deze metingen uitzendt, zodat de me
teoroloog op aarde ze kan ontvangen
om ze te gebruiken bij het samenstel
len van weerberichten. Niet alleen
voor de luchtvaartdiensten zijn waar
nemingen, afkomstig van radiosonden,
van grote betekenis, doch tevens voor
landbouw en algemene voorspelling.
Het opvangen van de gegevens van
de radiosonde moet men zich vooral
niet voorstellen als het luisteren naar
de weerberichten voor de radio. Van
de radiosonde krijgt men namelijk al
leen maar signalen te horen, signalen,
die de meteoroloog op de grond eerst
nog moet ontcijferen voor zij beteke
nis krijgen. Maar dit ontcijferen doet
hij met even grote vaardigheid als de
telegrafist die morsetekens in ver
staanbare taal omzet.
LICHT EN TOCH ROBUUST
Rond de stalen brokstukken blijft alles doodstil;
de sneeuw is platgetrapt en een vaag sleespoor
voert naar het Zuiden, de horizon met deze onge
luksplaats verbindend
Hogson wil gaan roepen, maar dan zien ze he'.
blad papier, dat aan een kromme propeller hangt
te wiegen, haastig beschreven en vastgebonden. Ze
lezen tegelijk:
Dappere Hogson-expeditie,
Als U deze plaats ontdekken zult God geve
het zijn de slachtoffers van het vliegongeluk
reeds gered door een tweede ploeg die uitgerukt is
na de vreselijke gewaarwording, dat Uw ontvang
toestel defect scheen te zijn. Wij hebben Uw op
roepen steeds gehoord, doch U onze antwoorden
niet. Ook de bewoonde wereld heeft geen contact
met U kunnen vinden.
Excuseer de foutieve plaatsaanduiding, gevolg
van beschadigde instrumenten.
Keer terug; wij blijven U zoeken, God zegene en
oelone U.
Zwijgend verlaten Hogson en de anderen het
wrak. Ginds ligt de dode beer, hun redding, en bij
de tent nu onzichtbaar door de grote afstand
staat bet ontvangtoestel, hun ongeluk....
Traag valt nu de schemer. Keer terug-terug-
terug
J-JET ballonnetje, gevuld met wa
terstof, d.i. het lichtste van alle
gassen, schiet na het loslaten, dank
zij het geringe gewicht van de radio-
sone, met een vrijwel constante snel
heid van ongeveer 18 kilometer per
uur omhoog. In de hogere en ijlere
luchtlagen zwelt het op, totdat het op
circa 15 a 25 kilometer hoogte uit el
kaar springt en naar beneden valt. Er
ontplooit zich dan een parachuutje,
dat de vaart remt en er voor zorgt
dat de radiosonde met zijn kwetsbare
inhoud niet met al te grote snelheid
op de grond terecht komt. Niettemin
moeten de onderdelen van
sonde toch vrij robuust zijn uitge
voerd, willen zij bij de val op de
grond niet te veel beschadigd wor
den.
Behalve licht en toch robuust moet
de radiosonde ook g- dkoop zijn,
want van alle radiosonn die in De
Bilt worden opgelaten, wordt slechts
50 pet. teruggevonden. Na het terug
zenden waarvoor een beloning van
vijf gulden wordt gegeven worden
zjj gereviseerd en eventueel gerepa
reerd en kunnen dan opnieuw dienst
doen. In andere landen gaat echter
meestal meer dan 50 pet. verloren, ter
wijl van de weerschepen, die in de
oceaan gestationneerd liggen om me
teorologische waarnemingen te ver
richten, geen enkele der opgelat i ra
diosonden wordt teruggevonden.
De opneemapparaten in de radio
sonde moeten betrouwbaar zijn en bo
vendien zeer gevoelig. Want bij het
opstijgen in de atmosfeer veranderd
de druk van circa 1050 milibar tot 70
millibar (1000 millibar is gelijk aan 75
centimeter kwikdruk) en de tempera
tuur van ongeveer 20 graden boven
nul tot soms 70 graden onder nul. De
instrumenten moeten dit nauwkeurig
opnemen, de temperatuur tot op een
halve graad nauwkeurig en de druk
tot op 5 millibar nauwkeurig.
THERMOMETER EN
BAROMETER
ratuur wordt namelijk gemeten met
behulp van een N.T.C.-weerstandje,
een staafje „halfgeleider" van onge
veer een centimeter lengte en een
halve millimeter middellijn. Dit
maakt deel uit van een z.g, R.C. oscil-
latorketen, die het zendertje een toon
doet uitzenden, waarvan de hoogte af
hangt van de grootte van de weer
stand in de keten.
Het meten van de luchtdruk ge
schiedt eveneens door middel van een
N.T.C.-weerstandje, doch langs een
nogal gecompliceerde weg. Het N.T.C.-
weerstandje meet namelijk de tempe
ratuur van een vloeistof terwijl deze
kookt. Om geen extra moeite behoe
ven te doen de vloeistof aan de kook
te houden, heeft men als vloeistof
freon gekozen. Dit heeft zo'n laag
kookpunt dat het „vanzelf" kookt, ook
als de temperatuur in de hogere lagen
van de atmosfeer tot -70 gr. C. daalt.
De relatieve vochtigheid van de
lucht wordt gemeten met behulp vr->-
een dierlijk vlies, dat evenris touw
de eigenschap heeft dat het bij ver
andering van de vochtigheid rekt of
krimpt. Deze verandering van lengte
wordt rechtstreeks omgezet een
verandering van de zelfinductie van
een spoeltje, dat in een L. C. oscilla-
torkring is opgenomen, zodat ook de
verandering van vochtigheid als een
verandering in toonhoogte wordt ge
hoord.
„HARMONIE DER SFEREN"
("NP DE GROND vangt men dus drie
verschillende tonen op, die echter
voldoende ver uit elkaar liggen om ze
in het ontvangtoestel te ku ïen schei
den en er de gegevens omtrent druk,
temperatuur en vochtigheid ui1: te ha
len.
De drukmetingen geschieden met
minstens even grote nauwkeurigheid
als in andere bekende radiosonden;
de temperatuurmeting met een nauw
keurigheid die ongeveer tweemaal zo
groot is. De N.T.C.-weerstandjes heb
ben bovendien het voordeel dat zij
veel sneller op veranderingen van de
temperatuur reageren dan andere ther
mometers.
ENE instrumenten in de radiosonde,
die de luchtdruk en de tempera
tuur opnemen, lijken niet het minst
meer op de barometer en de thermo-
radio- meter uit onze huiskamer. De tempe-
DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK wordt door een
uitsluitend voor deze gelegenheid, bijeengeroepen Nationale
Vergadering gekozen. De Nationale Vergadering bestaat uit de
leden van het parlement en een gelijk aantal leden, die dooi
de volksvertegenwoordigingen der Bondslanden volgens het
principe der evenredige verkiezingen worden aangewezen. In
tegenstelling dus tot de gewoonten in de republiek van Weimar,
dus voor 1953, wordt de president niet door een volksstemming,
maar door een Nationale Vergadering gekozen.
spreken, zij kunnen dit doen in eigen
kring en tenslc besluiten een be
paalde candidaat te stellen.
GEEN REPLIEK
De Nationale Vergadering komt
eenmaal in de vijf jaar bijeen, tenzij
dat een bondspresident komt te over
lijden, in dat geval wordt een bijzon
dere vergadering belegd.
De Nationale Vergadering bestaat
ditmaal uit 1018 leden en kan dus met
enig recht een massa-vergadering wor
den genoemd. Op deze massa-vergade-
ring zal het niet to; lange disputen
komen, met nadruk in de grondwet
vastgesteld, dat de Nationale Verga
dering de president verkiest, maar
niet zijn kwaliteiten of gebreken in
het geding brengt. Dat kan allemaal
vóór de tijd van de verkiezing gebeu
ren. De verschillende partijen hebben
alle gelegenheid de candidaat te be-
Tijdens de verkiezing is er geen ge
legenheid meer voor het afleggen van
politieke verklaringen; dus ook geer
repliek; eenvoudig een simpele ver
kiezingshandeling.
Ditmaal zal het voor de verkiezing
van de nieuwe president iv eenvou
diger toegaan dan de eerste maal.
Destijds verkreeg Theodor Heuss, door
de liberalen voorgesteld, niet direct de
vereiste meerderheid van stemmen
Toen kreeg Heuss er 377. de door de
sociaal-democraten voorg -telde dr.
Schumacher 311 en de door het katho
lieke Centrum voorgestelde dr. Ame-
lunxen 288 stemmen.
Interessant is nog dat er toen 6
stemmen werdei. aigegeven voor
Schlange-Schöningen, één voor Karl
Arnold, één voor Joseph Miiller en
één voor Alfred Loritz. Bij de tweede
verkiezingsronde verkreeg Heuss de
absolute meerderheid.
Thans staat er slechts één candidaat
voor het presidentschap. Het is de
oude president en het feit, dat er
slechts één partij pogingen heeft on
dernomen om een andere candidaat te
stellen, pleit voor het beleid, ..at
Heuss in die vijf jaren van zijn ambts
uitoefening heeft gevoerd.
Die ene partij was overigens de
communistische partij, die na de laat
ste nederlaag bij de verkiezingen niet
meer in het parlement is vertegen
woordigd, en thans aan de sociaal-de
mocraten heeft voorgesteld een ge
meenschappelijke candidaat tegen
Heuss op te stellen. De sociaal-der. o-
craten hebben het echter laten afwe
ten. zij voelen altijd nog meer voor
Heuss, dan voor de favorieten van de
communisten. In tegenstelling tot de
eerste presidentsverkiezing heblen de
sociaal-democraten nu geen candidaat
van de eigen partij, zij hebben een
candidaat en deze heet Theodor Heuss.
De verkiezing van Heuss op 17 Juli
a.s. tot president van de Bondsrepu
bliek, nu voor de tweede maal. is ver
zekerd en z I cr in hoge mate toe bij
dragen, dat het aanzien van de Bonds
republiek in de wereld toeneemt.