TEX HARDING viel avontuur in-het van het andere ene door Achtervolgd snellers en haaien, koppen Otto Skorzeny OI. VROUW VAN DE BERG CARMEL Radiosonde doet 20 kilometer hoo; haar werk Hoe wordt de DUITSE BONDS PRESIDENT1 eekozen? Oostenrijk heeft een mysterieuze gevangene Reddende honger Ons kort verhaal Het begon in Zuid-Amerika PUBLIEKE TRIBUNE Verkiezing van Heuss is verzekerd DERDE BLAD VRIJDAG 16 JULI 1954 Ten dienste van het weerbericht Slechts één candidaat voor het presidentschap TAE man die zich Tex Harding noemt en die 1J on(]er deze naam een hele reeks boeken heeft gepubliceerd, gold tot voor kort als Oos tenrijks' geheimzinnigste gevangene. Zeven maanden lang hield de politie te Graz zich be zig met het opsporen van het avontuurlijk ver leden van Tex Harding. Uitgevers uit de gehele wereld spraken met de gevangene in zijn cel; ze waren er van overtuigd, dat Tex Harding's volgende avonturenroman een best-seller zou /"XP EEN LEEFTIJD dat andere kna- V pen nog op de schoolbanken zit ten, begon Heini zijn loopbaan als glo betrotter. Hij liet zich aanmonsteren op een vrachtschip en geraakte zo in Zuid-Amerika waar hij in het gezel schap verkeerde van pelsjagers en gouddelvers. Hier noemde de kleine Oostenrijker zich Harry Brown. HET GEZONKEN YACHT worden. Wat hij in de loop van het onderzoek over zijn verleden had verteld, klonk zo onge woon, zo fantastisch, dat men best begrijpen kan, dat de overheid niets onbenut liet om na te gaan of deze avonturen al dan niet verzonnen waren. Met zijn ware naam zou Tex Harding Heinrich Pescoller heten. Hij werd in 1902 als zoon van Stiermarken-ouders in Boedapest ge boren. gaat fijn gekleed en rijdt in een Buick. Dan doet er zich iets vreemds voor: hij geraakt in conflict met zijn hospita en hij wordt wegens het aanbrengen van lichamelijk letsel gevangen geno men. Een zekere Capalleos Valdes wordt op de koop toe nog door de Cu baanse politie gezocht. Er verloopt veel tijd tot de onschuld van Tex in deze zaak wordt bewezen. De over heid interesseert zich voor de her komst van het vele geld dat Tex be zit. Verder wordt Tex ervan beschul digd met twee vrouwen tegelijk ge trouwd te zijn. Harding kan echter aantonen dat hij de tweede maal huw de, in de mening dat zijn eerste vrouw 'dood was. Er bleef dus nog de aan klacht wegens het toebrengen van sla gen aan zijn hospita over. Maar daar de zogezegd mishandelde vrouw niets kon bewijzen, sprak het gerecht Tex Harding vrij. De zeven maanden dat hij in de cel zat opgesloten liet hij niet onbenut. Hij schreef in de gevangenis twee boeken die weidra zullen ver schijnen onder de veelzeggende titels: „Achtervolgd door de Spionnagedien- sten" en „Achter de tralies geschre ven". Het zullen wel best-sellers wor den TEX HARDING vertelt als volgt: I „Destijds haalde ik met drie ande re jongens eens een gezonken yacht naar boven. Wij monteerden de boot en maakten er een mooi schip van dat in de haven van Guyayaquil voor an ker lag. De goedgezinde stadsoverheid voorzag ons van proviand en zo begon zekere dag onze zeereis van zeshon derd mijl. Wij zeilden zonder sextan ten naar de Galapages-eilanden. Wat wij daar beleefden, hoe twee van ons er de dood vonden, dat alles vormt de inhoud van mijn boek „Die Haifisch- bucht". Zijn volgende beroep was circusar- tist, en daarna werd hij hoofdman bij een Zuid-Amerikaanse revolutiegroep. Generaal Murgilla, de aanvoerder van de opstandelingen, wordt voor het portaal van de kathedraal in Durango neergeschoten. Datzelfde lot wachtte de gevangen officieren. De minister van Oorlog van de regeringstroepen monstert de gevangenen, merkt de jonge hoofdman op, die enkele dagen voordien met een handsvol man een bergplaats ad verdedigd en liet hem in leven. „Dat was typisch voor deze Zuidamerikaan, meent Tex Harding. „Hij wist de mensen voor zich in te netnen en van dit ogenblik af aan hield ik veel van deze man. Twee maanden nadien was ik zijn adjudant. Te'paard of in een grijze limousine reed ik toen in mijn majoorsuniform rond". OP ZOEK NAAR FAWCETT TN 1925 onderneemt majoor Brown een stoutmoedige tocht; drie jaren trekt hij door het wilde bergland van Midden- en Zuid-Amerika tot Rio de Janeiro. Deze tocht maakt hem be roemd. Onderweg leert hij de Brazi liaanse revolutie-aanvoerder, generaal da Cunha, kennen. Deze stelt hem voor als generaal in zijn dienst te tre den. Een koortsaanval verhindert Har ding deze carrière te volgen. Maar er daagt reeds een nieuw avontuur op. Met Youn Surnes trek hij het beruch te koppensnellersgebied tussen de Sin- gu- en de Tapajozstromen binnen, om daar naar de verdwenen ontdekkings reiziger Fawcett te zoeken. Deze avontuurlijke vliegtochtexpe ditie verhaalde hij in een boek dat verscheen onder de titel „Verschollen" en dat in zeventien talen werd ver taald. SKORZENY ALS ACHTER VOLGER TEX HARDING stond tijdens de 1 tweede wereldoorlog met de Duit se spionnagediensten in verbinding. In 1943 kreeg hij tot opdracht naar Ame rika te trekken en daar voor de Duitse spionnage te werken. Terwijl hij met een gecharterd zeiljacht in Tanger op geld uit Berlijn wacht, verneemt hij van Duitse vrienden dat een kommando van de Gestapo onder het bevel van Otto Skorzeny tot taak heeft hem, Tex Harding, nog voor de afvaart te liquideren. In ieder geval worden er meerdere aanslagen tegen hem gepleegd waar bij drie mannen werden gewond. Ach teraf zouden de geallieerden, toen hij in Spanje vertoefde, via de Ameri kaanse ambassade in Madrid hebben getracht van hem geheim materiaal te krijgen. Toen hij weigerde dit te ge ven zou hij in Spanje gevangen gezet zijn. Hij slaagde er echter in te ont snappen. In Tanger kocht hij voor 500 dollar een zeilboot. Met een oud vliegtuig kompas als enig navigatie-instrument zeilde hij in 45 dagen over de Atlanti sche Oceaan en landde in 1947 in Ha vanna, de hoofdstad van Cuba. Op Cuba liet hij zich een Adolph Menjoubaardje groeien en nam hij de naam aan van Oscar Capallees Valdes. Hij trok naar New York en meende van daar uit opnieuw naar Europa te kunnen reizen. In Koenigstein wacht ten zijn vrouw en zijn kind op hem. Hij werd er door de Amerikanen ge vangen genomen en tegen een borg som van 5000 dollar vrijgelaten. Hij trok de grens over, enige dagen later zou hü in Zuerich met de moeder van de Perzische keizerin Soraya hebben gedanst. De volgende maanden werd hij een vreedzaam hengelaar op de Kanarische eilanden. VALS BESCHULDIGD DOORBRAAK DéBACLE? OF pEN TIJDLANG hoort men niets 1-4 meer van Tex Harding; in Sep tember 1953 duikt hij plots in Graz op. Hij ziet er uit als een welgesteld man, beschikt over een massa geld, Tot de demagogische hoogtepunten van de onlangs te Utrecht opgevoerde Na tionale Socialistische Kaderdag behoor de ongetwijfeld de~e méér dan dubbel zinnige uitlating van professor Scher- merhorn: „Ik heb er geen behoefte aan, de niet- bewijsbare stelling te hanteren, dat er een oorzakelijk band zou bestaan tussen sociale achterlijkheid en '""t overwegend rooms-katholiek zijn van een volk".... Inderdaad: Een zo al niet bijzonder hoffelijke, dan toch correct-cynische, ge- raffineerd-berekende schimpscheut, van die typisch-humanistische glibberigheid, welke zelfs de bij de openingsrede door ir. Vos nog juist zo smadelijk in de an- ti-clericale hoek gedrukte communisten toch wel weer als een gulp onvervalst- marxistische wonder-olie in de g^krenk' te moscovitische zielen moet zijn ge vloeid. Doch laten wij de C.P.N. als gewoon lijk voor wat ze schijnt te zijn, en trach ten wij ons vooralsnog te bepalen tot een min of meer redekunstige analyse van de hierboven geciteerde karakteris- tiek-Schermerhorniaanse delicatesse. 1. Afgezien van de onloochenbare om standigheid, dat deze tamelijk-sociaal- democratische kaderdag, in zijn onmis kenbare hoedanigheid van anti—bis schoppelijke demonstratie, een uitgespro ken anti-papistisch karakter droeg, kameraad Schermerhorn zich daar Utrecht dus herhaaldelijk het applaus moest laten wegvallen van een uiter aard overwegend anti-clericalistisch-ge- oriënteerd publiek, mag men het nog wel uitgesloten achten, dat de professor het nodig had geoordeeld, in het open baar voor het forum van het Neder landse volk, nu juist die „niet-bewijs- bare stelling" te hanteren, indien hij er geen zéér dringende behoefte aan zou hebben gehad. Anders zou hij toch deze, of een gelijkwaardige instantie op elk willekeurig „historisch ogenblik" in de vaderlandse geschiedenis na 1945 hebben kunnen plaatsen? Houden we hierbij re kening met de onwaarschijnlijkheid, dat dit speciale „bon mof' de oud-minister- president eerst na de verschijning van Mandement is ingevallen. 2. Waar nu een doorgewinterde god loochenaar hier zo kennelijk zijn toe vlucht bleek te moeten nemen tot het schermen met onbewijsbare stellingen, mocht zulks niet alleen voor katholieken en protestanten, doch ook voor hindoe's, boedhisten en mohammedanen en allen ter wereld, die zich nog bewust zijn van het bestaan van een Bovennatuurlijke Macht, een duidelijke aanwijzing bete kenen, dat dat hele imposante atheïsti sche arsenaal van concrete „argumenten' en sophistische „feitelijkheden" toch bij lange na niet zo rijk- en deugdelijk-ge- outilleerd is als men gemeenlijk wel pleegt te veronderstellen. 3. Wanneer dus zelfs een hooggeleerde socialist als professor Schermerhorn nog niet in staat is een oorzakelijk verband aan te tonen tussen sociale achterlijk heid en het overwegend room-katholiek zijn van een volk, hoe zou ik het dan kunnen, verondersteld, dat ik daar behoef te aan had?.... Aangenomen, dat ik een perfecte socialistische organisatie van de massa evenzeer op prijs zou stellen als een totale morele ineenstorting van het gros der enkelingen, diende ik dan, ter- wille van de duidelijkheid, het Neder landse volk toch wel allereerst de socia le vooruitgang ten voorbeeld te stellen van die landen, waar het socialistische staatsideaal zich tot in zijn uiterste con sequenties heeft laten verwezenlijken d.w.z. de Sovjet-Unie en haar geknevel de aanhang. Zo lang er in een of ander land zelfs nog maar sprake kan zijn van gewetensvrijheid en verantwoordelijk heid ten opzichte van een Bovennatuur lijke Macht, zo lang is dat land n.l. be slist nog niet typisch-socialistisch te noemen. Dat is althans in Nederland de zer dagen wel duidelijk gebleken. 4. Evenmin als professor Schermer horn zou ik zo maar ronduit en botweg durven vaststellen, dat specifiek-katho lieke landen het monopolie bezitten van sociale achterlijkheid. Het Indonesië van vandaag b.v. wordt wel practisch gere geerd door machtige en monsterachtige socialistische doorbraakorganisaties, doch van werkelijke sociale vooruitgang schijnt men vooralsnog weinig te bespeuren. In tegendeelOf ook de Nederlandse so cialistische pers zou mij daaromtrent verkeert hebben ingelicht. Tenslotte: Ik voor mij heb er niet de minste behoefte aan, hier nog eens een oorzakelijk verband uit te dokteren tus sen de sociale achterlijkheid van Italië en de doelstellingen van Karl Marx. Het ligt er m.i. duimendik bovenop. L. PISON. Lang lieeft de legende standge houden, dat de orde der Carmelie- ten reeds in de tijd der Apostelen zou ontstaan zijn en op de berg Carmel in Klein Azië een kerkje gehad zou hebben, dat aan O. L. Vrouw was toegewijd en dat zij daar haar zetel zou hebben gehad. De Carmelietermonniken leefden er als kluizenaars, totdat zij in de tijd der Saracenen werden verdre ven en naar Europa verhuisden. De kruisvaarder Berthold her vormde de orde naar Westers mo del en overal waar zij kwam bleef zij steeds op een bijzondere wijze de godsvrucht tot O. L. Vrouw verspreiden en stond ook onder Haar bescherming. In de nacht voor de lfi Juli van het jaar 1225 vroeg de H. Maagd aan Paus Ho- norius III, dat hij de Orde der Carmelieten zou bevestigen. Toch had de orde nog steeds zeer te lijden en daarom smeekte de zesde generaal der orde, de H. Simon Stock wederom op 16 Juli O. L. Vrouw om een teken van Haar bescherming en Deze toonde hem toen het scapulier, een schou derkleed als het bijzondere bewijs van haar moederlijke liefde s de Haar toegewijde ordelingen. Paus Sixtus V vond in 1587 goed, dat de 16de Juli als een feest voor de Carmelieten zou gelden en weer later, in 1726, breidde Paus Benedictus XIII dit tot de gehele H. Kerk uit. Bij de gelovigen is het meer bekend onder de naam van Scapulier feest, een titel, die het reeds spoedig na de verbrei ding van het scapulier heeft ge kregen. Aanvankelijk droegen al leen de Carmelieten het schou derkleed (scapulier), dat de H. Maagd aan de H. Simon Stock ge toond had. maar later were dit door talrijke andere orden, reli gieuzen en leken overgenomen. De H. Maagd had aan de H. Simon Stock beloofd, dat wie dit kleed droeg, onder Haar bijzondere be scherming zou staan. Met goed keuring van de Paus verbreidden de Carmelieten de gewoonte, dat de gelovigen een verkleind schou derkleed (tegenwoordig een sca pulier medaille) zouden dragen en zij preekten, dat degenen, die dit droegen, in Gods liefde zouden sterven. In de z.g. Bulla Sabbatina, die aan Paus Joannes XXII wordt toegeschreven, wordt het privilege van de Zaterdag gepropageerd: de zielen, die in Gods liefde uit deze wereld scheiden, zullen spoedig terwille van het dragen van het scapulier uit het vagevuur worden bevrijd, vooral op Zaterdag. Ook latere Pausen hebben dit beves tigd, o.a. Paus Paulus V in 1613 en het laatst Paus Pius X in 1908. Aan dit grote voorrecht zijn even wel nogal strenge verplichtingen verbonden: het dagelijks bidden van het Officie van O. L. Vrouw, het onderhouden van de kerkelij ke vasten en het zich onthouden van vleesspijzen op Woensdag en Zaterdag. Meer verbreid dan dit Zaterdags privilege is het geloof, dat zij, die het scapulier dragen, onder Ma ria's bijzondere bescherming staan. Zoals soms pieuse ouders hun kin deren gedurende de eerste levens jaren ter ere van de Moeder Gods in het blauw kleden en ervan overtuigd zijn, dat Maria daarom met speciale zorg deze kleinen zal omgeven, zo gelooft de katholiek, dat alwie Maria's kleed draagt of door de z.g. scapulier medaille erkent, zich aan M ria toe te wij den, ook onder de bijzondere schutse staat der Moeder Gods. Zeer dikwijls gebeur', het in het leven, dat katholieken, wanneer ze ouder zijn geworden, er „niet veel meer aan doen", doch mis schien als een laatste restje van het geloof hunner kinderjaren het scapulier blijven dragen en dan plotseling ondervinden, hoe Maria hen bijzondere bescherming deed geworden als hun leven in gevaar was. Overtalrijk zijn de voorbeelden, die dit bevestigen. We kunnen de feestdag van O. L. Vrouw van de berg Carmel of het feest van het Scapulier op 16 Juli als een uit drukking en erkenning van dit geloof beschouwen, het rotsvast vertrouwen, dat Maria de Haar toegewijden niet verlaat, aar bij zonder in ogenblikken van gevaar Haar wijde moederlijke mantel om hen heen spreidt. In samenwerking met het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Insti tuut te De Bilt heeft Philips een nieuw type radiosonde ontwikkeld. Alle metingen hiermee geschieden namelijk langs electronische weg. De radiosonde is een apparaat, dat tweemaal per dag door het K.N.M.I. te De Bilt aan een ballonnetje wordt opgelaten en bij het opstijgen in de at mosfeer de druk, de temperatuur en de vochtigheid van de lucht meet. Ze staan bij de hondenslee en vloeken. De gren zeloze witheid van Groenland omringt hen, terwijl hijgende hondenbekken dampen. Vermoeid zien ze er uit, de drie mannen in de sneeuw, en, de hon ger gaapt in hun holle oogkassen. „Een maand geleden konden wij nog terug, toen heb ik gewaarschuwd. Nu is het te laat: straks begint de poolnacht enHogson zwijgt plot seling en staart even naar de honden voor de slee, die jankend aan hun riemen trekken. „Vervloekt". Zijn zware schoen trapt naar de magere lijven en onmiddellijk wordt het weer stil. Er hangen slijm- araden uit de open bekken en de dunne poten staan trillend in de sneeuw; de riemen naar de slee zijn strak gespannen en het lijkt wel of de beesten ieder ogenblik verder willen gaan, het lan ge spoor achter zich rekkend tot ze voedsel zullen vinden. „Laat ze nog eens gaan, Hogson; misschien ruiken ze wild." „Ach wat, we hebben de gehele dag rondgezworven; niets, niets kan hier nog le ven." Wanhopig heft hij zijn handen omhoog en laat ze öan, weer slap langs zijn lichaam vallen met een zucht.De twee anderen beginnen zwijgend de tent van de slee te laden en proberen voor even nun honger te vergeten. Iedere dag, ieder uur schreeuwt Hogson hun dezelfde woorden toe; hij heeft gewaarschuwd, nu is het te laat. Ze geven hem geen antwoord meer. v exPeditie was zo mooi begonnen; drie krachtige .mannen trokken er op uit om een ver ongelukt verkenningsvliegtuig op te sporen. Ze waren overmoedig na het afleggen van de eerste kilometers. Met de bemanning van het vliegtuig spraken ze geregeld door de radio en het zou niet lang meer duren of Maar op een avond zweeg de luidspreker; geen contact, en Hogson was driftig geworden. „Slapen die lui soms? Ze weten toch dat we ze 2°^den roepen? Hallo, waar zitten jullie?? Hal- Geen geluid, alleen een droog zoemen uit het kleine toestel dat op de slee stond. Verbijsterd ke- *en ze elkaar aan en er werden veronderstellingen wrw! Wellicht was daar iemand zwaar ziek ge- fn w n en stond het ontvangtoestel nu vergeten n# sneeuw. Er waren immers ook gewonden? ui zouden hun accu's het begeven hebben? Gisteren drong de commandant op grotere spoed aan; de ongelukkige vliegers konden hun redders niet tegemoet komen, want hun enige beschutting tegen de felkoude wind was het vliegtuigwrak, dat bovendien nog een baken was in deze onmetelheid ,e Pfoviand slonk met het uur en ze hadden toch al zo weinig. De reddingploeg had het begrepen en was vast beraden verder getrokken, maar 's avonds kwam §®en antwoord uit de radio.... De stemming daalce; teleurgesteld werd de tocht voortgezet. Bij iedere rust knielde Hogson naast de slee en stemde het ontvangtoestel weer af. „Hallo, hier Hogson; hallo, hier Hogson. Over." Weer mets en driftig schreeuwde hij dan: Hallo.. Waar zitten die ellendelingen?? Hallo?" Hij beet de woorden' af met schorre stem en de aderen op zijn voorhoofd zwollen. Met een beangst gezicht tuurde hij over de sneeuwvlakte, draaide zich plotseling om naar de anderen en zei: „Als we morgen niets horen, gaan we terug. Ik ben niet van plan. „Kom kom, Hogson. Niet zo gauw de moed ia- ten zakken. Waarom zouden wij terug moeten gaan? Wij weten toch de plaats waar het toestel ligtOver drie dagen kunhen we er zijn". En een ruwe vinger wees op de kaart de afstand aan; een rood kruisje, het toestel, nog drie dagen Maar dagen werden weken van oproepen zonder antwoord, want op de bewuste plaats wrakniets; zelfs geen voetspoor. De vliegers, vertrouwend op hun misschien be schadigde instrumenten, hadden wellicht een ver keerde plaats aangeduid in hun S.O.S.-berichten, dus: verder zoeken in steeds wijdere kringen Vermoeid staan ze nu bij de slee en de half-opge- slagen tent, terwijl de honden hun tong uit de bek laten hangen. Op zo een tocht was niet gerekend; ook hun voorraad proviand is uitgeput. Hogson kijkt om zich heen, zijn lippen trillen hevig. Weer voelt hij zijn onmacht tegenover deze zwijgende vlakte en driftig trapt hij in de sneeuw. „Waarom zijn wij niet teruggegaan? Waarom hebben jullie niet naar me geluisterd?? Waarom.... Waarom??" Twee nog krachtige handen dwingen hem te zit ten op de slee, even later is hij als versuft. Zwij gend luisteren de anderen naar zijn gestamel. „We zijn verdwaald; ook hier is geen vliegtuig.... Laten wij terug gaan.... terugik heb hon gerHoe laat is het?" Bezorgd kijken zijn vrienden hem aan. Zover is het nu met hem gekomen; Hogson is overspannen. „Ik moet mijn geweer hebben.... Waar is mijn geweer? Ik moet eten hebben. Snel grijpt hij het wapen en voordat de anderen begrijpen wat hij wil. richt hij op een der honden. „Hogson". Maar een korte knal doet het magere beest reeds door de poten zakken. „Daar". Met wilde ogen gooit hij zijn geweer in de sneeuw; een dof vallen en de andere dieren deinzen terug als hij neerknielt en het cadaver los maakt uit de riemen. Zenuwachtig trekt hij het dier aan de slappe voorpoten naar zich toe en gaat op de slee zitten. Hij voelt aan zijn riem en merkt dat de messchede leeg is. „Geef mijn dolkmes terug". „Nee". „Geef hier zeg ik je". „Maar je wilt toch niet „Geef op dat mes". „Luister eens Hogson. Je moet geen waanzin in je hoofd halen. Wij hebben ook honger, maar de honden neerschieten staat gelijk met zelfmoord. Hoe moeten wij terug zonder trekdieren?" „We hebben er nog vijf; geef mijn mes terug of ik...." Bliksemsnel grijpt hij zijn geweer uit de sneeuw en dreigend richt hij het op de man die voor hem staat. „Doe dat geweer weg en hou je kalm. Hogson Durf je mij alleen zo maar te dwingen, heb je geen vuisten meer?" „Ik heb honger. Geef mijn mes terug". „Nee." Hij neemt zijn tegenstander besluiteloos op en dan. Plotseling beginnen de honden luid te janken, terwijl Hogson naar de kleine stip in de verte staart. Hij laat zijn geweer zakken en geeft een van de honden een trap in de lendenen. „Vooruit jullie." Schor blaffend trekken de dieren de slee voort, waarop nu Hogson zit, die niet let op de twee an deren; zij rennen hem na. want dat stipje is leven het beweegt langzaam. Voor Hogson neemt hei reeds de gestalte aan waarop hij gehoopt heeft; een ijsbeer, voedsel voor twee dagen In zijn hand houdt hij de zweep, die hij onbarm hartig over de golvende hondenruggen laat gaan. Hij voelt de snerpende kou in zijn gezicht door de vliegende vaart, maar sneller wil hij, steeds snel ler weg honger; leven, leven. geen Als hij de beer dicht genoeg genaderd is houdt hij de honden in en springt van de slee af. Even wei felt hij, als hij omkijkt en de twee anderen nog ver achter zich ziet kleine gestalten, die moeizaam naderbij komen. De honden staan met opgeheven snuit en janken zachtjes. Hogson schuifelt nu voorzichtig verder, zijn ge weer in de aanslag. Strak houdt hij zijn ogen ge richt op de wiegelende kop die hem met open bek aankijkt. Nu legt hij aan, maar juist als hij zijn vinger om de trekker legt. heft de beer zich op de achterpoten; met een snelle sprong zijwaarts weet Hogson te ontkomen aan de verpletterende klauw... Vaag dringt het tot hem door dat de honden luid-jankend wegvluchten. Vlug nu. Maar ineens klinkt er achter Hogson een schot en de beer heft zijn voorpoten weer om hoog. Dan zakt hij in elkaar, log en met stuiptrek kende poten. „Dank je", zegt Hogson zachtjes, als hij een dun rookspiraaltje op ziet stijgen uit het geweer van de schutter. Het is de man die hij kort geleden ge dreigd heeft. Nog twee korte knallen; de beer is nu zeker le venloos; langzaam druipt helrood bloed in de sneeuw, die het als een groot vloeiblad inzuigt. Nu krijgt Hogson zijn mes terug en met bevende handen steekt hij het in de huid; Vlees, Vlees.... Koortsachtig worden de eerste stukken uitgesne den, ze zijn nog warm druipend van het bloed in de sneeuw. „Je kwam mooi op tijd", zegt Hogson, maar krijgt geen antwoord. „We zullen teruggaan en on ze tenten hier neerzetten. Morgen „Hogson kijk hier eens. Wat is dat?" Verbaasd buigen ze zich over de pels, waar een brede zwarte streep vettig glimt in het late zon licht. „Smeerolie", fluistert Hogson en spring op. „We moeten zijn spoor volgen, dat is van het vliegtuig". Snel lopen ze naar de honden die vers bloed ge roken hebben en aarzelend teruggekomen zijn. On willekeurig trekken ze de slee langs het logge li chaam en Hogson trapt driftig naar de magere die ren. Opschieten, sneller. „Ze zijn uitgeput, Hogson. Laten we verder gaan lopen en „IK zie het.daar". Slechts even staren ze naar de omhoogstekende resten op een vijfhonderd meter afstand. Dan ke ren de honden alleen terug; hun meesters hollen naar het wrak, moeizaam en hijgend. SIGNALEN LIET APPARAAT bevat een radio- 1 1 zendertje, dat de resultaten van deze metingen uitzendt, zodat de me teoroloog op aarde ze kan ontvangen om ze te gebruiken bij het samenstel len van weerberichten. Niet alleen voor de luchtvaartdiensten zijn waar nemingen, afkomstig van radiosonden, van grote betekenis, doch tevens voor landbouw en algemene voorspelling. Het opvangen van de gegevens van de radiosonde moet men zich vooral niet voorstellen als het luisteren naar de weerberichten voor de radio. Van de radiosonde krijgt men namelijk al leen maar signalen te horen, signalen, die de meteoroloog op de grond eerst nog moet ontcijferen voor zij beteke nis krijgen. Maar dit ontcijferen doet hij met even grote vaardigheid als de telegrafist die morsetekens in ver staanbare taal omzet. LICHT EN TOCH ROBUUST Rond de stalen brokstukken blijft alles doodstil; de sneeuw is platgetrapt en een vaag sleespoor voert naar het Zuiden, de horizon met deze onge luksplaats verbindend Hogson wil gaan roepen, maar dan zien ze he'. blad papier, dat aan een kromme propeller hangt te wiegen, haastig beschreven en vastgebonden. Ze lezen tegelijk: Dappere Hogson-expeditie, Als U deze plaats ontdekken zult God geve het zijn de slachtoffers van het vliegongeluk reeds gered door een tweede ploeg die uitgerukt is na de vreselijke gewaarwording, dat Uw ontvang toestel defect scheen te zijn. Wij hebben Uw op roepen steeds gehoord, doch U onze antwoorden niet. Ook de bewoonde wereld heeft geen contact met U kunnen vinden. Excuseer de foutieve plaatsaanduiding, gevolg van beschadigde instrumenten. Keer terug; wij blijven U zoeken, God zegene en oelone U. Zwijgend verlaten Hogson en de anderen het wrak. Ginds ligt de dode beer, hun redding, en bij de tent nu onzichtbaar door de grote afstand staat bet ontvangtoestel, hun ongeluk.... Traag valt nu de schemer. Keer terug-terug- terug J-JET ballonnetje, gevuld met wa terstof, d.i. het lichtste van alle gassen, schiet na het loslaten, dank zij het geringe gewicht van de radio- sone, met een vrijwel constante snel heid van ongeveer 18 kilometer per uur omhoog. In de hogere en ijlere luchtlagen zwelt het op, totdat het op circa 15 a 25 kilometer hoogte uit el kaar springt en naar beneden valt. Er ontplooit zich dan een parachuutje, dat de vaart remt en er voor zorgt dat de radiosonde met zijn kwetsbare inhoud niet met al te grote snelheid op de grond terecht komt. Niettemin moeten de onderdelen van sonde toch vrij robuust zijn uitge voerd, willen zij bij de val op de grond niet te veel beschadigd wor den. Behalve licht en toch robuust moet de radiosonde ook g- dkoop zijn, want van alle radiosonn die in De Bilt worden opgelaten, wordt slechts 50 pet. teruggevonden. Na het terug zenden waarvoor een beloning van vijf gulden wordt gegeven worden zjj gereviseerd en eventueel gerepa reerd en kunnen dan opnieuw dienst doen. In andere landen gaat echter meestal meer dan 50 pet. verloren, ter wijl van de weerschepen, die in de oceaan gestationneerd liggen om me teorologische waarnemingen te ver richten, geen enkele der opgelat i ra diosonden wordt teruggevonden. De opneemapparaten in de radio sonde moeten betrouwbaar zijn en bo vendien zeer gevoelig. Want bij het opstijgen in de atmosfeer veranderd de druk van circa 1050 milibar tot 70 millibar (1000 millibar is gelijk aan 75 centimeter kwikdruk) en de tempera tuur van ongeveer 20 graden boven nul tot soms 70 graden onder nul. De instrumenten moeten dit nauwkeurig opnemen, de temperatuur tot op een halve graad nauwkeurig en de druk tot op 5 millibar nauwkeurig. THERMOMETER EN BAROMETER ratuur wordt namelijk gemeten met behulp van een N.T.C.-weerstandje, een staafje „halfgeleider" van onge veer een centimeter lengte en een halve millimeter middellijn. Dit maakt deel uit van een z.g, R.C. oscil- latorketen, die het zendertje een toon doet uitzenden, waarvan de hoogte af hangt van de grootte van de weer stand in de keten. Het meten van de luchtdruk ge schiedt eveneens door middel van een N.T.C.-weerstandje, doch langs een nogal gecompliceerde weg. Het N.T.C.- weerstandje meet namelijk de tempe ratuur van een vloeistof terwijl deze kookt. Om geen extra moeite behoe ven te doen de vloeistof aan de kook te houden, heeft men als vloeistof freon gekozen. Dit heeft zo'n laag kookpunt dat het „vanzelf" kookt, ook als de temperatuur in de hogere lagen van de atmosfeer tot -70 gr. C. daalt. De relatieve vochtigheid van de lucht wordt gemeten met behulp vr->- een dierlijk vlies, dat evenris touw de eigenschap heeft dat het bij ver andering van de vochtigheid rekt of krimpt. Deze verandering van lengte wordt rechtstreeks omgezet een verandering van de zelfinductie van een spoeltje, dat in een L. C. oscilla- torkring is opgenomen, zodat ook de verandering van vochtigheid als een verandering in toonhoogte wordt ge hoord. „HARMONIE DER SFEREN" ("NP DE GROND vangt men dus drie verschillende tonen op, die echter voldoende ver uit elkaar liggen om ze in het ontvangtoestel te ku ïen schei den en er de gegevens omtrent druk, temperatuur en vochtigheid ui1: te ha len. De drukmetingen geschieden met minstens even grote nauwkeurigheid als in andere bekende radiosonden; de temperatuurmeting met een nauw keurigheid die ongeveer tweemaal zo groot is. De N.T.C.-weerstandjes heb ben bovendien het voordeel dat zij veel sneller op veranderingen van de temperatuur reageren dan andere ther mometers. ENE instrumenten in de radiosonde, die de luchtdruk en de tempera tuur opnemen, lijken niet het minst meer op de barometer en de thermo- radio- meter uit onze huiskamer. De tempe- DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK wordt door een uitsluitend voor deze gelegenheid, bijeengeroepen Nationale Vergadering gekozen. De Nationale Vergadering bestaat uit de leden van het parlement en een gelijk aantal leden, die dooi de volksvertegenwoordigingen der Bondslanden volgens het principe der evenredige verkiezingen worden aangewezen. In tegenstelling dus tot de gewoonten in de republiek van Weimar, dus voor 1953, wordt de president niet door een volksstemming, maar door een Nationale Vergadering gekozen. spreken, zij kunnen dit doen in eigen kring en tenslc besluiten een be paalde candidaat te stellen. GEEN REPLIEK De Nationale Vergadering komt eenmaal in de vijf jaar bijeen, tenzij dat een bondspresident komt te over lijden, in dat geval wordt een bijzon dere vergadering belegd. De Nationale Vergadering bestaat ditmaal uit 1018 leden en kan dus met enig recht een massa-vergadering wor den genoemd. Op deze massa-vergade- ring zal het niet to; lange disputen komen, met nadruk in de grondwet vastgesteld, dat de Nationale Verga dering de president verkiest, maar niet zijn kwaliteiten of gebreken in het geding brengt. Dat kan allemaal vóór de tijd van de verkiezing gebeu ren. De verschillende partijen hebben alle gelegenheid de candidaat te be- Tijdens de verkiezing is er geen ge legenheid meer voor het afleggen van politieke verklaringen; dus ook geer repliek; eenvoudig een simpele ver kiezingshandeling. Ditmaal zal het voor de verkiezing van de nieuwe president iv eenvou diger toegaan dan de eerste maal. Destijds verkreeg Theodor Heuss, door de liberalen voorgesteld, niet direct de vereiste meerderheid van stemmen Toen kreeg Heuss er 377. de door de sociaal-democraten voorg -telde dr. Schumacher 311 en de door het katho lieke Centrum voorgestelde dr. Ame- lunxen 288 stemmen. Interessant is nog dat er toen 6 stemmen werdei. aigegeven voor Schlange-Schöningen, één voor Karl Arnold, één voor Joseph Miiller en één voor Alfred Loritz. Bij de tweede verkiezingsronde verkreeg Heuss de absolute meerderheid. Thans staat er slechts één candidaat voor het presidentschap. Het is de oude president en het feit, dat er slechts één partij pogingen heeft on dernomen om een andere candidaat te stellen, pleit voor het beleid, ..at Heuss in die vijf jaren van zijn ambts uitoefening heeft gevoerd. Die ene partij was overigens de communistische partij, die na de laat ste nederlaag bij de verkiezingen niet meer in het parlement is vertegen woordigd, en thans aan de sociaal-de mocraten heeft voorgesteld een ge meenschappelijke candidaat tegen Heuss op te stellen. De sociaal-der. o- craten hebben het echter laten afwe ten. zij voelen altijd nog meer voor Heuss, dan voor de favorieten van de communisten. In tegenstelling tot de eerste presidentsverkiezing heblen de sociaal-democraten nu geen candidaat van de eigen partij, zij hebben een candidaat en deze heet Theodor Heuss. De verkiezing van Heuss op 17 Juli a.s. tot president van de Bondsrepu bliek, nu voor de tweede maal. is ver zekerd en z I cr in hoge mate toe bij dragen, dat het aanzien van de Bonds republiek in de wereld toeneemt.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 5