Roosendaal door de spoorwegen van dorp lot stad 21854n' De eerste officiële trein op het station Roosendaal dankt haar bloei aan „het spoor" De wet van Koning Willem III, de vlucht der inwoners, de rieken van de boeren, het gepuf van een boemeltje, de burgervader van 6200 zielen en het mooie slot 7 DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 22 JUNI 1954 DE autoriteiten zagen zo bleek als HET VERZET KONINKLIJK BESLUIT DE onderhandelingen werden voort gezet. Op de 21e Juli 1852 had de heer L. Gihoul uit Brussel de defi nitieve concessie gekregen een spoor weg aan te leggen. Hij deed die over aan de N.V. Antwerpen-Rotterdamse SPOORSTAD Grootste wèrkgever van de gemeente DUIZEND TELEFOONTJES EN KILO'S PAPIER A. M. F. FREIJTERS SPOORDORP Het grote werk werd aangepakt met een koninklijk, goedkeurend knikje. Roosendaal werdspoor was hij er waarschijnlijk nooit mee klaar gekomen. Hij heelt echter een bekwame zoon, Sjaak, die met admi nistratie en alles wat daarmee ver band houdt, aardig weg weet Hij as sisteerde zijn vader en samen brach ten zij „Spoorstad" tot een goed ein de. „Ik geloof niet", aldus de secreta ris, „dat er in ons goede dal der ro zen ooit een feest is gevierd, dat zo- veel voorbereiding vereiste als dit. Ik heb drie Waroubi's rneegemaakt, dat zijn uitgebreide exposities, maar ik heb nog nooit een festijn mee op touw gezet, dat zo omvangrijk en zo groots was. Evenals de andere comité leden heb ik de moed kunnen op brengen deze feesten mede te orga niseren .Ik wil daarmee niets in miin eigen voordeel zeggen, maar ik wil er toch wel uitdrukkelijk op wijzen, dat de medewerking die van de zijde van de stadgenoten is geboden, geweldi" is geweest. Ik kan geen enkele ver enigmg opnoemen, die weigerde om medewerking te geven. Ik ben voo deze feesten tegen een enthousiasnv aangelopen, dat me zelf enthousias maakte. Kortom, er is gewerkt en not eens gewerkt. Ik geloof, dat de orga- nisatoren, die een gedurfde opzet heb ben gerealiseerd, verdienen, dat Roo sendaal zal uitpuilen van de mensen' Wethouder Van Beek had nauwe lijks de tijd om deze zin af te maken want opnieuw rinkelde de telefoon Het was een kermisgast, die hem in lichtingen kwam vragen over ziir juiste standplaats. De hoorn lag geen seconde op de haak van het toestel, want onmiddellijk na de kermisklant belde iemand, die het een en ander wilde weten over het festival Ik treur om al deze drukte niet" vervolgde de heer Van Beek „Ik mac dat zo wel". Daarmee bevestigde de secretaris van het comité nogmaals zijn grote befde tot de stad. in het bijzonder tol de spoorstad Roosendaal. Dagen, we ken en maanden hebben deze figuur gevangen gehouden in de organisatie van de feesten. Hij doet dit alles pro Deo, maar met de vaste overtuiging op deze wijze zün stadgenoten te die nen. Dat daarbij de wethouder ook zijn zoon Sjaak inschakelt is een be moedigend teken, want zo vader is zo is de zoon. TOEN OP 26 JUNI 1854 de zon hoog aan de hemel stond en de kranten letterlijk en figuurlijk in de hitte uit het luchtruim vielen, scho ten de Roosendaalse vrouwen en mannen hun beste kleren aan en groepeerden zij zich achter een voor bijtrekkende muziekvereniging, die nooit tevoren hogere noten had aangeslagen en op deze dag alle re cords in de productie van geluiden aan diggelen toe terde. Dit alles was niet zonder reden, want op deze Maandag zou de eerste trein van het gereed gekomen traject Antwerpen-Roosendaal binnendraven en om dit feestelijk te vieren had de gehele dorpsgemeen schap naar allerhande dingen gegrepen, die de schoonheid en grootheid van deze uren luister kon den bijzetten. De stoet bewoog zich in de richting van het station in de Oude Vughtstraat en tot ver bazing van allen waren daar reeds een groot aantal stedelijke autoriteiten bijeen, in afwachting van de eerste trein welke vanaf Hulsdonk zou komen opstomen. een laken, stonden tegen elkaar aangeleund, maar toen het voertuig eenmaal via een onbehoorlijke hoest bui tot stilstand was gekomen en er een zekere meneer L. Gihoul uitstapte met een brede, echt Belgische glim lach, kende de vreugde na zoveel angst geen grenzen meer en bewoog zich de Roosendaalse burgervader op het voorplan om uit naam van al zijn wel of niet gevluchtte gemeentenaren mee te delen erg verheugd te zijn over de komst van hét gevaarte, dat zoveel hoogwaardigheidsbekleders met zich meevoerde en dat dan toch maar heelhuids vanuit Antwerpen tot in Roosendaal was „gestoten". De bur gervader, bekomen van de schrik, stelde de aanwezige commissaris van de koningin aan de hoge heren voor, schudde iedereen, die hij tegen kwam de hand en nodigde daarna de menigte uit op zijn minst één verfrissing te nemen, want het stond naar zijn me ning nu wel vast, dat Roosendaal een flinke plaats ging worden, want het was tenslotte wat, dat er dagelijks enkele treinen op bezoek zouden ko men in een gemeente, die maar juist 6000 zielen telde. De burgervader klonk en schonk en met een moed-van-alle-tijdcn stapte hij met enkele van zijn stadgenoten in de uit zeventien diligences bestaan de trein om zich naar het einde van de spoorbaan te laten rijden, waar nieuwe en meer gezonde verfrissin gen werden overhandigd. Spoedig echter werd een nieuw vertreksignaal gegeven en keerden de heren terug naar het Roosendaalse station, ver sierd met de wapens van Nederland. België en Engeland. De Belgische minister van Openbare Werken, de gouverneur en burgemees ter van de stad Antwerpen, verschil lende generaals, senatoren en gedepu teerden, de heer L. Gihoul, admini- Hoofdstationschef J. van Heuven expediteurs en een zeer nauw I ill tPAlflDfl "nnp /iO(T tact met de posterijen. AtlU LI uJ.IIuIl [JUL Uaii is werkelijk van alles te beleven. -L O kriigen de afreis van de Lourdes' Ik noem de enorme hoeveelheid ma teriaal, maar ook allerlei slag mensen treft men in Roosendaal aan. Er zijn 1 1 1 1 Nederlandse en Belgische douanen. UPTHirlrlP rl 70 W^t °p het station zetelen de marechaus- VyJiiJ-utvlUAixi u\j TT lAV See's. Er is een nauw contact met de expediteurs en een zeer nauw con- Er Wij krijgen de afreis van de Lourdestrei- L^IJK EENS, ik kan U feitelijk niet nen te verzorgen en daarnaast ver- ,,rSk veel van de geschiedenis van schijnen er jaarlijks tienduizenden dui- Roosendaal vertellen, want op de di- ven". verse Nederlandse stations worden Natuurlijk repte de heer van Heu- geen archieven aangelegd. In Utrecht ven ook over ziJn verwachtingen om- weten ze talrijke détails, maar in gro- trent de spoorstadfeesten. Hij zeide: „Ik geloof, dat Roosendaal terecht de ze spoorstadfeesten omvangrijk heeft gemaakt. Ach, mijn bijdrage in de or ganisatie van de festiviteiten is niet zo belangrijk. Ik ben blij mee te mo gen helpen. Ik geloof, dat de feesten een succes zullen zijn. Een groot succes zelfs. Roosendaal is immers een spoorstad.... strateur van de spoorwegmaatschap pij, ingenieurs, de commissaris van de koning, de burgemeester en schepenen van Roosendaal en een groot aantal ..aanzienlijke" dames en heren wan delden van het station naar de Markt en zij zagen talrijke spandoeken en erepoorten met opschriften als „Hulde aan de Spoorwegmaatschappij" en „Leve de heer Gihoul"' en zy namen kennis van vele borden, de initialen vermeldend van de vorsten van Bel gië en Nederland, Willem en Leopold. F)E boeren waren niet blij met de spoorlijn.... Zij zaten zo onge veer in zak en as, toen zij vernamen, dat er ijzeren treinen over hun lan derijen gingen bollen. In de jaren 1850, 1851 hoorden zij in de verte over een spoorwegverbinding van Antwerpen naar Roosendaal spreken, maar zij geloofden niet in de techniek en zij konden zich niet voorstellen, dat er ooit iets zou gebeuren, wat hen kon verontrusten. Maar de berichten ble ven komen. De onderhandelingen tus sen de Nederlandse en Belgische re gering duurden voort. Het leek er op, dat er geen aceoord zou komen, maar eindelijk, op de 9e Juli 1852 ver bonden zich de beide regeringen we derkerig „om te voorzien in het zo spoedig mogelijk daarstellen van een ijzeren spoorweg, die aanvangende aan het station van Antwerpen via de wegen van de Belgische staat zou lopen naar het Hollandsch Diep, al waar de weg diende uit te komen bij de Rode Vaart of bij de Moerdijk: een weg, gaande over Roosendaal of Breda." Het werd Roosendaal. te trekken kan ik natuurlijk toch wel het een en ander in het midden bren gen over „ons station", zo sprak de heer J. A. van Heuven, hoofdstation- chef en lid van het topcomité van de feesten „Honderd Jaar Spoortstad". „Misschien mag ik even in de her innering brengen, dat het eerste sta tion te Roosendaal in de vijftiger ja ren van de vorige eeuw werd ge bouwd. Het werd in elk geval in 1954 in gebruik genomen. Spoedig bleek, dat Roosendaal als spoorstad goed was gekozen, want in 1907 werd het nieuwe station gebouwd, waarvan het grootste gedeelte is blijven staan tijdens de tweede wereldoorlog. Het. middenschip verdween, maar dank zij een knappe architectuur werd op de le Maart 1949 een punt gezet onder een uiterst geslaagde restauratie. Ik geloof hiermee wel de hoogtepunten van de stationsgebouwen naar voren te hebben gehaald. Er zijn namelijk nog andere hoogtepunten. U zult zich misschien afvragen hoeveel personen- en goederentreinen per dag Roosen daal aandoen. Ik heb een kleine bere kening gemaakt en ik kom tot de con clusie. dat er per dag gemiddeld 110 personentreinen arriveren en vertrek ken, plus nog ongeveer veertig goede rentreinen. Bij deze 150 reken ik niet de extra treinen, die vooral in de bieten-, aardappelen-, vlas-, en drui- ventijd een hoop arbeid vergen." De hoofdstations-chef sloeg een boekje open en vertelde: „Ik geloof niet. dat er bij de Spoorwegen dingen bestaan, welke Roosendaal niet bezit. Het is merkwaardig, maar hier is nu letterlijk en figuurlijk alles te vinden. Stations-chef te Roosendaal J. A. VAN HEUVEN Spoorwegmaatschappij, gevestigd te Brussel, beschikkend over een kapi taal van ruim 12 millioen francs. Het duurde niet lang meer of de trajecten werden tot stand gebracht. Daarvoor was echter nodig een ko ninklijk besluit, dat Koning Willem III het licht deed zien. Het luidde o.m.: WIJ> Koning Willem III, in over weging genomen hebbende, dat de aanleg van een spoorweg van de Belgische grenzen in de rig- ting van Antwerpen en strekkende langs Roosendaal tot Roodevaart bij den Moerdijk, met een zijtak van Roosendaal tot Breda, in het algemeen belang noodig is en dat die aanleg moet worden tot stand gebracht door de naamloze vennootschap, de maatschappij der Spoorwegen van Antwerpen naar Rotterdam, te Brussel gevestigd, aan welke daartoe de concessie is verleend: ENIG ARTIKEL verklaren, dat het algemeen nut de onteigening vordert, ten name van de naamloze vennoot schap der Spoorwegen van Antwer pen naar Rotterdam, te Brussel ge vestigd, van de eigendommen noo dig: le. Tot aanleg van den spoorweg van de Belgische grenzen in de rig- ting van Antwerpen tot het Hol landsch Diep bij Roodevaart, aan vangende aan de grenzen tusschen Nederland en België tot aan den Zeedijk, bij Roodevaart: 2e. Tot aanleg van een zijtak van dien spoorweg tusschen Roosendaal en Breda, aanvangende in de ge meente Roosendaal aan den hoofd weg in de weilanden in den Vught tot Breda. DOOSEND AAL schóót omhoog. Zon der dat de inwoners zich het zelf goed bewust waren, groeide het dorp uit tot een stad. Bij de opening van de lijn in 1854 bestonden er op de hele wereld niet meer dan 6200 Roosen- dalertjes. De spoorwegen brachten be weging, drukte en handel met zich weging, drukte en handel met zich mee Er vestigden zich zakenlieden in 't dal vestigden zich zakenlieden in het dal der rozen vele spoorwegmensen en in 1900 was het dorp een klein stadje geworden met 13.000 inwoners. De ge leerden maakten berekeningen en de den voorspellingen. Zij verkondigden zo deskundig mogelijk, dat Roosen daal in 1960 circa 30.000 burgers zou tellen. Zij misrekenden zich deerlijk, 'want in 1920 waren er 20.000 perso nen in het grensstadjp te vinden. In 1934 werd het aantal 25.000 bereikt en thans hebben zich 34.300 personen in Roosendaal genesteld. Vandaar het feestbetoon en vreugde. De glimlach om wat in 1854 is gebeurd. Toen werd de grondslag gelegd, waarop het latere Roosendaal werd op getrokken. In dat jaar kwam de eerste trein van Antwerpen het volslagen onbelangrijke dorp binnentorren. De inwoners van 1854 hadden gelijk achter de harmonie aan te huppelen en minstens één glaasje te ledigen op de goede afloop van de rit. Zij hadden gelijk met het aan schieten van hun beste kleren, de hitte van een Afrikaanse zon te verdragen. Want in 1854 werd Roosendaal- Spoorstad geboren. Toen stonden er met recht en reden honderden den nenboompjes, hingen er spandoeken en waren er erepoorten Deze ztfn er ook nu, want het feest van 1854 wordt overgedaan door an dere Roosendalers die dit jaar zo graag de waterwegverbinding Ant werpenRoosendaalMoerdijk had den ingeluid. Maar dat is een nieuw hoofdstuk. Het chapiter van.... Roosen daal.... Kanaalstad! Voorlopig is het echter SPOOR- stad.... Geachte Redactie, J^AAR aanleiding van het her- denken van het feit, dat het op 23 Juni 100 jaar is gele den, dat de spoorlijn van Ant werpen naar Roosendaal in ge bruik werd gesteld, gaat Roo sendaal op een grootse wijze dit jubileum vieren. Het ge beurt onder het motto: ROOSENDAAL HONDERD JAAR SPOORSTAD p^oosendaal heeft aan de spoorwegen zeer veel te danken. Ware deze aanleg niet via Roosendaal geschied, dan was onze stad vermoede lijk een agrarisch dorp geble ven. De komende feesten zijn dan ook bedoeld als een uiting van dankbaarheid aan de di recties van de Nederlandse en Belgische Spoorwegen en wij willen dit doen op een manier, welke in overeenstemming is met de grote belangrijkheid van het bestaan van deze hoofdverkeersader BelgiëNederland. Een select comité is samen gesteld uit personen uit alle lagen van de be volking en speciaal ook uit de spoorwegkringen en aanverwante bedrijven. Volle medewerking wordt verleend door de hoofden van de douane en marechaussée, de expediteurs en vele andere zaken, bedrijven en personen. [)e directies van de Belgische en Nederlandse Spoorwegen verlenen op grote schaal hun medewerking en zij plaatsen de festiviteiten op een werkelijk hoog plan. De consul van België, de heer Th. Tiebackx, actief medewerker, geeft J. C. J. RADEMAKERS Voorzitter van Spoorstad een extra internationaal ca- chet hieraan. Trouwens de ge- hele feestviering is op interna tionale leest geschoeid. Het programma toont dit duidelijk. Een bezoek aan de stad tijdens de feesten zal ieder zeker gro te voldoening schenken. Qok de Roosendaalse indu striëlen en de gehele be volking hebben het comité medewerking en steun gege ven. Dit is nog nimmer in onze stad zo voorgekomen. De uitbreiding van de festi viteiten geleek op een sneeuw bal. De lijst bekijkende komt iedereen tot de overtuiging, dat er in Roosendaal van 23 Juni tot en met 5 Juli iets ge weldigs staat te gebeuren. Vele tienduizenden zullen met ons komen meefeesten. Vooral de invasie van onze Zuiderburen zal geweldig zijn. Het wordt een echt Benelux- feest! £)aarnaast moet nog bijzonder de aandacht worden gevraagd voor de grote feestver lichting. Alle openbare gebouwen en de voor naamste straten staan in een gloed van licht. Ik moet eindigen. Ik zou de gehele krant gemakkelijk kunnen volschrijven. Roosendaal heeft zich grandioos maakt. opge- toe Een hartelijk welkom roepen wij u allen Namens Comité „Spoorstad" JOS. C. J. RADEMAKERS Wethouder L. van Beek: TK WEET ALLEEN nog, dat het in "A December 1953 begon en dat er sindsdien geen dag is voorbijgegaan of er moest iets worden gedaan voor de feesten „Honderd Jaar Spoorstad" Ik ben de tel kwijt geraakt, maar ik heb aan deze feesten minstens dui zend telefoontjes gespendeerd en ik zou niet graag een volledig overzicht geven van de tientallen en nog eens tientallen kilogrammen papier, die er nodig zijn geweest om deze hele zaak administratief op te trekken", zo sprak wethouder L. van Beek. de beste secretaris, die zich een Spoor- stadcomité kan voorstellen. De weth. was eerlijk. Als hij al het werk geheel alleen had moeten doen L. H. VAN BEEK Wethouder van Roosendaal. door burgemeester RELDEN heeft Roosendaal zich opgemaakt om een zo groots feest te vieren als dat, hetwelk voor 1954 op het programma staat. Zelden is er ook voor een dergelijk feest zo'n aanleiding geweest als die. welke zich thans voordoet: de herdenking van het feit, dat een eeuw geleden de internationale spoorverbin ding Roosendaal - Antwerpen - Brussel tot stand kwam. HET ten—11 van onze gemeentelij ke geschiedenis is nog niet geheel ontgonnen, maar vast staat, dat in het panorama der eeuwen het jaartal 1854 voor Roosendaal van enorme, misschien wel van alles overtreffende betekenis is geweest. In dat jaar im mers werd in feite beslist, hoe het beeld van Roosendaal er in de toe komst zou uitzien. Van een landelijk dorp werd het 'n verkeerscentrum, het zag zijn bevolking langzamerhand toenemen, het zag fabrieken verrij zen, het ontwikkelde zich. kortom, ge leidelijk van dorp tot stad. Wat Roo sendaal nu is een dynamische in dustriestad met een bevolkingscijfer, dat sprongsgewijze omhoog gaat - is het in feite geworden dank zij zijn nu honderdjarige verbintenis met de spoorwegen. Het is immers zo. dat industriëlen streven naar efficiency, naar een zo vlot en modern mogelijke werkwijze en dat zij daarom zoeken naar kansen om vlug grondstoffen aangevoerd te krijgen en om de producten zo snel mogelijk te verzenden. Daarom is de aantrekkingskracht, die Roosen daal van oudsher op industrieën pleegt uit te oefenen en die na de tweede wereldoorlog zo sterk werd, dat de uitgroei van de stad nauwelijks bij te houden was, in hoofdzaak te verkla ren uit het feit, dat Roosendaal cen traal gelegen is in een net van spoor wegen. ALLES wordt beheerst door wetten van oorzaak en gevolg: in de fa briek worden .mensen tewerkgesteld, deze moeten wonen en hebben be hoefte aan ontspanning en zo zijn tal loze aspecten van het gemeentelijk leven; ons stabiel vestigingsoverschot, onze woningbouw (ongeveer 2000 hui zen na de bevrijding!), onze recreatie ve instellingen en zoveel meer te her leiden tot de nu 100-jarige hoe- Burgemeester van Roosendaal. A. M. F. FREIJTERS danigheid van Roosendaal als spoor stad. Roosendaal heeft het ver heugt mij, dat ik het hier eens kan vaststellen zijn bloei aan de spoorwegen te danken. Er zouden nog verscheidene zaken te vermelden zijn. Ik denk nu ook aan het feit. dat de N.V. Nederlandse Spoorwegen ook nog altijd de groot ste werkgever in de gemeente is en dat de „mannen" van het „spoor" een voorbeeldige, ijverige en onmisbare bevolkingsgroep vormen, die haar in komen ook weer grotendeels in Roo sendaal besteedt. Ik denk ook hieraan, dat de naam van het grensstation Roosendaal dagelijks in talrijke trei nen, reisbureaux, inlichtingenkanto ren en waar al niet op veler lippen is, wat aan de goodwill van de stad alleen maar ten goede kan komen. Ik overweeg, dat Roosendaal, dank zij zijn befaamd en uniek station, een van de grootste uitvoerhavens van Nederland is én de drempel tot ons land tevens. Ik denk aan de enorme schade, die het station en dat empla cement in de tweede wereldoorlog op liepen en aan het snelle, van zoveel onverwoestbare energie getuigende herstel daarvan, waarbij zo duidelijk bleek, welk een magnifiek effect een bekwaam architect weet te bereiken, zelfs als zijn fantasie door materiaal gebrek wordt' geremd. GROOTS MU gaat Roosendaal dan een groots en prachtig feest vieren :een feest, dat een internationaal karakter draagt en dat aan de Beneluxgedach- te dienstbaar zal zijn. Is het nog nodig te zeggen, dat ik daarvoor de aller grootste sympathie gevoel? Eindelijk, na honderd jaar, vinden wij nu eens de gelgenheid om te tonen, dat wij dankbaar zijn voor de ontwikkeling, die onze stad aan haar relatie met de spoorwegen te danken heeft. Ik ben het wakkere comité, dat dit feest met overwinning van talloze en grote moeilijkheden heeft georgani seerd. buitengewoon erkentelijk voor de voortreffelijke wijze, waarop het dat heeft gedaan. Het heeft immers begrepen, dat hier iets bijzonders moest gebeuren, dat hier een feest moest worden gevierd, dat in de an nalen van Roosendaal als een luister rijke gebeurtenis zal worden ver meld en waaraan nog lange tijd zal worden teruggedacht. Ik prijs mij gelukkig, dat in Roo sendaal mannen worden gevonden, die zo iets groots, zo iets riskants dur ven ondernemen en tot een goed einde weten te brengen. Bij voorbaat wens ik hun alle mogelijke successen. Ik hoop, dat tallozen uit binnen- en buitenland in de periode van 23 Juni tot en met 5 Juli aanstaande de weg naar Roosendaal zullen vinden en dat zij en ook de bewoners zich op uit stekende wijze zullen vermaken. Moge dit een feest worden, zoals wij er nog nooit een hebben ge vierd. FNE achtenswaardige inwoners van Roosendaal inclusief de boeren, j vielen van de ene harde verbazing in I de andere. Op de 23ste Mei 1854 strompelde het eerste spoortrein- tje van Roosendaal tot Etten, een goe de maand later volgde de grote ver- binding van Antwei-pen met Roosen daal en op het einde van het jaar was het reeds zover, dat er ook een boe- 1 meltje liep van Oudenbosch naar Ze- i venbergen. De aanlegwoede was daar mee niet afgekoeld want voordat 1855 gepasseerd was reed een treintje 't Zevenbergse polderland in en stampte er een locomotief op Moerdijk. Het j vergde jaren voordat Breda en Tilburg I met elkaar verbonden waren, maar i evenals de lijn RoosendaalBergen op Zoom kwamen de reizigers per spoor in 1863 op de onderscheidene stations voor de eerste maal aan. De boeren hadden de dood gezworen aan deze lijnen en zij verzetten zich tot het uiterste. In de nabyheid van het gehucht „De Greef" zat een iand- i houwer, die de spoorwegarbeiders met een riek trachtte te verjagen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 7