ONGELIJKE STUKJES „Opoe" verdiende haar kostje met ijsbreken Het leven bestaat uit niets dan rampen In de binnenlanden van Calabrië en Lucanië De risico's zijn niet geheel denkbeeldig Bittere armoe Eén dag verloren tussen de versteende chaos Lieve woordjes, anders doet ze 't niet tjlSTAS^jD HET LIJKT OP EEN WRANGE GRAP.... Is een automatiekhal een winkel of een mechanisch restaurant Principiële kwestie voor het Bossche Hof Raadsel D Prozaïsche activiteit BRILLEGLAZEN i yfOOR het Bossche Gerechtshof diende een voor de circa 1500 automa tiekhouders in ons land uiterst belangrijke principiële zaak tegen de 60-jarige bakker H. M. R. uit Tilburg, die door de Economische Poli- •tierechter te Breda was veroordeeld tot twee maal een boete van f 255, subs, twee maal 51 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar, terzake dat hij zijn winkelbedrijf na de wettelijk voorgeschreven sluitingstijd voor het publiek had opengesteld. |_Jet onderhavige „winkelbedrijf" be- trof hier n.l. een hal, waarin ver schillende automaten mét croquetten, nierbroodjes, worstjes, banket, choco lade e.d. stonden opgesteld en die, zo nodig, van binnenuit door verd wer den bijgevuld om hongerige bioscoop- gangers in de gelegenheid te stellen des avonds een hartig hapje te nutti gen. R. was nu van dat vonnis in hoger beroep gekomen, omdat hij er van uit ging geen winkel, doch een automa tisch restaurant te exploiteren. Hij verklaarde dan ook er ten behoeve van zijn clientèle een bank in te heb ben gezet, maar had dit meubelstuk later weer verwijderd, omdat het her haaldelijk was voorgekomen, dat be schonken lieden er hun roes op gin gen uitslapen. De Procureur-Generaal was in zijn requisitoir van oordeel, dat het hier in feite ging om een verlicht portiek met automaten, waarin het restau- rantcomfort volkomen ontbvak. Daar om kan men z.i. niet spreken van een restaurantbedrijf, maar had mem te doen met een winkel, zodat verd. on der de winkelsluitingswet viel De overtredingen bewezen achtende, eiste hij tweemaal f 50.boete subs, twee maal 25 dagen hechtenis. Verd.'s advocaat, Mr. Derks, kon zich met deze zienswijze niet vereni gen. Immers, als men artikelen ver koopt om ter plaatse te nuttigen, dan heeft men niet met een winkel, doch met een mechanisch restaurant te ma ken, aldus pleiter, te méér, omdat er ook een bepaalde service wordt ver leend door het verstrekken van mos terd, zout en peper aan de klanten. De principiële vraag, op beantwoor ding waarvan 1500 automatiekhouders zitten te wachten, is: „Hoe moet een automatiek worden ingericht om als mechanisch restaurant te kunnen worden aangemerkt?' Nadat de raads man nog had gememoreerd, dat het Gerechtshof te Arnhem onlangs in een analoog geval de verd. had vrijge sproken, verzocht hij het Hof ook in deze kwestie te willen besluiten tot vrijspraak subs, tot het opleggen van een zo klein mogelijke boete Over 14 dagen zal het Hof uitspraak doen. Deze straat in een Zuid-Italiaanse stad geelt ons een duidelijk beeld u<m de dagelijkse zonnige (en zorgelijke) gang van zaken in sommige delen van de „Laars vol rozen"- I Advertentie) TA AT Italië een arm en achterlijk land zou zijn, weet ik wel beter. Hypermoderne treinen voeren de rei ziger waarheen hij wil. Tegen de flatgebouwen van Rome moeten die van Rotterdam het afleggen. De so ciale verzekeringen zijn"' beter dan de Nederlandse. Maar voor één gebied zijn de graag vertelde fabeltjes juist: voor de binnenlanden van Calabrië en van Lucanië vooral. Hier heeft 40 pet der gemeenten geen electriciteit, 96 pet. geen gas en 20 pet geen druppel drinkwater. Hier wordt 45 pet. der Italiaanse misdrijven gepleegd, maar is slechts 18 pet. van het aantal radio aansluitingen. Per 1000 mensen staan twee ziekenhuisbedden ter beschik king, tegen 10 in de rest van Italië. De zomers zijn er heet tempera turen tot 50o C en zéér droog. Vrouwen maken dan queue voor de stadspomp. Daarna gaat het regenen, inderdaad, maar in zulke hoeveelhe den. dat hele dorpen wegspoelen. We hebben zojuist weer de balans opge maakt; kerk 40 cm gezakt, acht huizen omgespoeld, het politiebureau 80 cm naar beneden gegleden; nog honderd zulke balansen en Zuid- Italië is de Sahara gelijk. Nodig is dus een politiek van herbebossing en daarnaast de aanleg van acquaducten om het water te reserveren voor de zomer. Reeds werd het Apulisch acquaduct voltooid: 3500 km lang (nee er staat géén nul teveel), dat 2 millioen mensen van water voorziet. Bovendien zullen 20 duizend bronnen worden aangeboord, 50 duizend boer derijen gebouwd en 20 duizend km weg worden aangelegd. Als kralen van een rozenkrans zullen zich nog 43 andere acquaducten gaan uitspreiden over het land. In drie jaar tijds is door het orgaan dat de leiding over deze werken heeft al 62 maal méér geld uitgegeven aan agrarische her vormingen in vooroorlogse waarde dan het fascisme deed in 15 jaar tijds.... Helaas echter heeft de de mocratie minder handigheid in het maken van propaganda en reclame! NU NOG NIET Aan de golf van Napels is het goed dromen! Men zou daar gemakke- kelijk alle droeve'problemen kun nen vergeten, die een deel van het Italiaanse volk in de ware zin van het woord teisteren. les van hen gedaan krijgen en als de rechtsgezinde landeigenaar hen er op wijst, dat de letters der neo-fascis- tische partij (M.S.I.) de afkortingen zyn van Maria Santissima Immacu- Iata (O. L. Vrouw Onbevlekt Ont vangen) slikken zij dit bedrog direct en stemmen allen neo-fascistisch! Te verwachten is echter, dat straks deze mensen zich meer bewust gaan wor den van zichzelf en communist zullen worden. Tenzij: in zeer snel tempo drasti - sche hervormingen worden doorge voerd. Welnu, een zg, landhervorming is bezig zich te voltrekken. Reeds eer der heb ik daarover in dit blad ge schreven en ik kan volstaan met er aan te herinneren, dat op grote schaal wordt onteigend en dat de nieuwe eigenaren van alle mogelijke advie zen worden voorzien. Veroorloof mij op te merken, dat wij als adviseurs 't niet eenvoudig hebben. Dat ligt nog niet zozeer aan het pionierskarakter van deze arbeid, dan wel hieraan, dat het probleem van zuid-Italië ver bo ven de economische orde uitstijgt. Het vraagstuk heeft veel meer facetten dan uit bovenstaande lijkt. De zede lijkheidsopvattingen der bevolking bv. zijn ons volkomen vreemd. Elk contact met een vrouwspersoon maakt u onmiddellijk verdacht. En ander zijds sprak ik een meisje, dat met toe stemming van ouders en verloofde naar Napels was gegaan om daar haar uitzet te verdienen op een wijze, die ik hier niet behoef te beschrijven. Op moreel terrein heerst hier de grootst mogelijke chaos. ALS UITZICHTLOOS DA;Al reden wij op de fiets. Want onze auto was kapot, zouden wij kunnen zeggen, wanneer wij niet zo herhaald om onze onkreukbaarheid wa ren geprezen. Op de fiets door het barre weer. En dachten aan redacteuren, die met de rug stevig te gen de centrale verwar ming gedrukt gdwèiaigé stukken zaten te schrijven en nuchter bleven bij het doorvorsen van vredes conferenties, politieke om wentelingen en beenbreu ken te A. Maar geen weet hadden van de woeste wind. die ons tegen woei en suisde. En geen weet van de fietser achter ons. Een Raadsel. Een Ondoor grondelijke figuur met een Pet op. Een fietsend en psychisch complex. TN het begin vielen zijn afwijkingen niet buiten gewoon op. Hij floot krachtige wijsjes, waarin onvervalst sprake was van huwelijkskansen en getem perd maanlicht. En zong liederen, waarin soortge lijke dingen te berde wer den gebracht. Maar daar had men het reeds. Daar laaide zijn verstoorde geest op in het nachtelijk duister. Daar tobde hij opeens met zijn beschadigde inslag, waar van zelfs onderlegde psy chiaters steil zouden ach terover slaan. Want de man sprak hardop tegen zichzelf. Wat een weer, wat een weer, merkte hij op en blikte onderzoekend in het zwerk om te zien of zich daar- wellicht féitén voordeden, die in tegen spraak waren met zijn oewering. Allemachtig, en een wind. Zo'n echte forse vind. Wil je wel geloven, dat ik er een hele berg spieren tegen aan moet gooien om niet terug te waaien?" \Y/U keken schichtig om. Wellicht wilde hij ons van deze omstandigheid beschuldigen. Men kan dit bij deze mensen niet ken nen. In het geheel niet. Zó spreken ze je doorvoed en tevreden toe en zó draaien ze je een been uit. Men moet daar steeds reke ning mee houden. Men moet dat soms heel smal zien. En de benen goed in het oog houden. En on danks die benen in het oog toch ook al weer goed uit kijken. Met vriend Jan is het helemaal mis", zei de man achter ons. „Ei ei, wat ziet die kerel er de laatste tijd uit. Nog twee dagen een windje uit deze hoek en ik moet op de broodjes met kaas." Nu kenden wij, dat wer pen we er ter oriëntatie even tussen door, zeer toe vallig ook iemand, die Jan heette en er slecht uitzag. Wij dachten dus, dat de man ót> de fiets helemaal geen complexen had, maar integendeel ernstig poogde met ons in gesprek te ko men. Wij wendden ons dus geschrokken om en riepen: „O jee." De man verschoof na denkend zijn pet en hulde zich in een verwonderlijk stilzwijgen. Deze reactie scheen nieuw voor hem en misschien dacht hij bij toe val tegen een man met af wijkende principes te zijn aangelopen. Ik ben vrachtrijder", mompelde hij tenslotte." En als zodanig ben ik reeds viermaal met kar en paard het kanaal in gereden. Maar zo zout als nu, heb ik het nog nooit gegeten." Hij verslikte zich plotse ling in een oer-instict en riep strijdbaar: „Ik heb het helemral niet tegen jou, halve zachte." Wij zetten een stapje bij en hielden onze benen in het oog. De complexen bor relden. Nog één misstap en er zouden mensen in rouw worden gedompeld. De man met de pet bleef pal achter ons en betrok alle gebeurtenissen uit de verre omtrek in zijn al leenspraak. Ga je mee een biertje drinken in ginds café?" vroeg hij plotseling. ,,Of twee biertjes, naargelang het uitkomt?" Maar daar hingen wij reeds over het stuur en sprongen als tijgers weg. En wierpen alle beschik bare calorieën het bloed in om Het Raadsel te ontkomen. Wij keken schichtig om, zoals men sen doen, wanneer ze te maken krijgen met na tuurkrachten. De man reed de weg af, de inrijlaan naar het drankhuis in. Wij zagen hem dus van op zij. Een wijle. Een flitsende ston de. En stapten onmiddel lijk van de fiets af om de sigaret op te steken, die ons tijdens het vraagge sprek met de heer Z. te C. was onthouden. Het gevaar was gewe ken. Het raadsel ontward. De alleenspraken ver klaard. Want er zat iemand bij de man achterop. tast. aarnaast moet ook de structuur van het grondbezit worden aange- De grote landerijen worden nl. op schandelijke voorwaarden doorver- pacht aan kleine pachters, wier toe stand ten hemel schreiend is. Revolu tionair zijn deze mensen nóg niet. Zij zijn aan liet communisme nog niet toe. Hun houding is er een van onderwor penheid en berusting. Zij kussen mijn hand als ze iets willen vragen. Zij staan op van de caféstoeltjes en nachten tot de vreemdeling gezeten is. Men kan al- pn nog andere facetten van 't vraag- stuk zijn er. In alle huisjes han gen naast het bed twee platen: een met de Madonna erop en een met president Roosevelt. Dat is zo in de grote stad Matera, waar de huizen in de rotsen zijn uitgehouwen. Dat is ook zo in de aarden hutten van het binnenland, waar de mensen 's avonds direct naar bed gaan .omdat zij geen geld hebben voor kaarsen. Roosevelt is alom tegenwoordig. Elk gezin im mers heeft verwanten naar Amerika zien emigreren. Maar en hier ligt het probleem de slapsten zijn ge bleven En tot dezen behoren ook de notaris, de arts en de kruidenier; al moet ge al deze woorden tussen aanhalingstekens zetten. Deze men sen strijden de strijd om het bestaan aan de betonning, de peilraaien, de (Van onze speciale verslaggever). AAN BOORD VAN HET s.s. DENEMARKEN. QPOE HEEFT HAAR KOSTJE voor deze dag, in casu Sli ton steenkool, royaal verdiend. Het pittige bootje, verloren in de versteende chaos van de Nieuwe Merwcde bij Moerdijk, heeft de strijd tegen het oppermachtige ijs voortgezet. De wind zat finaal in de verkeerde hoek, het ijs blééf in onafzienbare stormpas aanrollen en vormde onophoudelijk meters dikke barrières. Maar de „Denemarken" heeft het met negen andere brekers best gerooid. Het scheepje, met zijn 62 jaren in normale doen de oudste sleep boot in de Rotterdamse havens en daarom zeer terecht opoe genoemd, beuk te uren aan één stuk en met nauwelijks vijf minuten tijd voor het boter hammetje op de grauwe muren. Het trok moeizame voren door de massa's, had het lak aan sneeuwjachten en plotselinge opdoffers en dééd zijn brood nodige werk. Want Opoe har er zin in deze dag. Zjj had wellicht een bor reltje op. kribbakens en niet te vergeten de kribben zelf. En om helemaal maar te zwijgen cn nooit meer te praten over de kapitale Moerdijkbruggen, die op een gegeven moment in Engeland over de Theems staan, wanneer men het ijs zijn gang laat gaan. Kees spreekt opoe lieve woordjes toe. want anders is het besje niet meer te genaken. Hij is juist het ha ventje van Moerdijk uitgestoomd. Het dorpje verdwijnt in de nevelen van ochtend-mist en stoom. De voor steven rammeit de eerste schotsen. Maar opoe twijfelt niet. Zij steekt de neus in de ranzige boter en breekt, dat het barst. 9 UUR VOLLE DRUK PJEZE laatste suggestie is van kapi- tein Kees van der Velden, een breedgeschouderde forse man, zoals men die in echte zeemansboeken te genkomt. Alleen was Kees bezig aan een meer prozaïsche activiteit. Want het gevecht tegen het ijs is geen lol letje. Wij zijn de meerducdalven voor bij gevaren, die als veertjes tegen de grond waren gedrukt door de mil- lioenen kilo's ijs, die de natuur en de afgaande stroom als een geweldig verniclings-commando hadden inge zet. Op zulke momenten keek haven meester v. d. Noort. de technische lei der van de vloot IJsbrekers, met een somber gezicht naar buiten. „Per stuk f 6000 naar de haaien" schatte hij. Om nog maar te zwijgen van de schade de Denemarken een extra stoker ge kregen. Dorus ziet zo zwart als de bieten. De kapitein boven in de stuur hut zegt van hem. dat hij ook op de wal het ijs behoorlijk kan breken en dat hij voor de rest nog groot aan zien onder de sleepboot-bemanningen heeft, omdat hij het meeste eet van allemaal. Maar Dorus zorgt, dat er steeds stoom is. Een groot ding voor opoe, die het van de lange adem moet heb ben om niet vast te darren in het ijs. In de rode spookgloed van de vuren tobben deze mannen, terwijl onder en naast hen de ijsblokken angstwek kend tegen de wanden beuken en het schip in een onberekenbare, stotende dans door het water ploegt. In het binnenste bevindt zich voorts mees ter Tuk, die zich in hogere kringen ook wel machinist laat noemen en die het aanzienlijke vermogen bezit van de motor gaande te houden, zelfs al zouden ze op de bodem liggen. Meester Tuk praat over zijn zoon, die een gezond stel hersens heeft en het in de scheepvaart reeds een be hoorlijk eind heeft geschopt. „Het zit zo'n beetje in de familie", meent Tuk en hij buigt zich over de ratelende machine. 350 P.K., mijnheer. 350 P.K. Zij kunnen dwars door het land naar Breda varen en je daar voor de krant afzetten. (Zeggen ze). GEEN SCHEMA TN de machinekamer staat Dorus met zijn maat. Want voor dit zware werk negen uren aan een stuk volle druk op de schroef heeft TN werkelijkheid gaat het niet zo ge makkelijk. De mobilofoon in de stuurhut brengt de berichten over an dere ijsbrekers binnen. „Hier de Spanje" klinkt het. „Wij zitten één kilometer in de Kil tussen zwaar ijs. Over". „Hier de Noorwegen", sist het. „De meerducdalven in onze buurt staan op barsten". Havenmeester van de Noort trekt een bedenkelijk gezicht. Soms roept de schrille fluit van de Denemarken enkele boten op een klusje. Dan is er weer een onderonsje, waarin de ge zagvoerders nadere instructies krij gen. Want volgens een bepaald schema wordt hier niet gewerkt. De zaken worden ter plaatse bekeken en daar naar handelt men. En de zaken ter plaatse zijn beroerd. Ondanks de snel le eb. die met een beetje geluk heel wat ijsschotsen naar zee afvoert, blijft het bedenkelijk vol en gesloten voor de bruggen. De schotsen hopen zich op en houden hun gemak, omdat de wind uit zee hen op de plaats houdt en omdat een enorme ijsplaat van een of andere mysterieuze plaats is ko men afzakken en zich thans heeft genesteld tussen twee peilers. Uren duurt de aanval. Met koene stoten boort opoe haar neus in het ijs en met stukken en brokken raakt dat op drift, de kant van de zee op. Wan neer het daar eenmaal komt is er veel gewonnen, want schattingen heb ben uitgemaakt, dat er, wanneer de vloed weer opkomt, slechts één derde deel terugdrijft. BORRELTJE VOOR DE SCHRIK F)ES MIDDAGS om twaalf uur is er wat lucht gekomen in de nabij heid van de peilers. Er zijn grote stukken blank water en het ijs is klein gevaren. Kapitein Kees geeft opoe een onversneden complimentje, duikt onder en haalt vanuit een ge heime bergplaats een kruik jenever te voorschijn. Best goedje voor de kou, maar gevaarlijk tevens. Het moet eens gebeurd zijn, dat de be manning de flessen ontdekte cn waar achtig ook wist wat er in zat. En toen de nood aan de man kwam kon de kapitein aan de thee. (Die er ove rigens door de goede zorgen van keu kenkoning Daan óók mag zijn). Daan heeft het eens een keer ge presteerd om vlees zo te bakken, dat men er elkaar mee kon dood gooien. (Advertentie) yf DE VERBETERDE PUNCTUAL CORRECTED Hij heeft het recept moeten prijsge ven, want de mannen houden van een lolletje, maar hun eten moet goed zijn. Evenals hun humeur trouwens, zo dat Daan begint te zingen. Uit het duister van de stookplaats komt de stem van Dorus via de spreekbuis. „Riep U?" vraag de stem nadruk kelijk. „Nee, jongen", zegt Kees met een glimlach. De stilte duurt enkele seconden. „Riep U?" vraagt Dorus opnieuw. „Nee, jongen?" „Dan zie ik het spoken. Ik kom maar gauw een borreltje drinken voor de schrik". Dat is Scheepvaart politiek. ZES STOTEN HET houdt bovendien de sfeer ge zellig. Want in hun diepste bin nenste houden de mannen nog altijd rekening met de kans, dat ze worden lek gestoten of opengereten. En onbewust zijn hun oren steeds gespitst op de signalen van de kop groep, ver vóór ons. Wanneer daar zes lange stoten weerklinken bete kent dat „Terugtocht". Varen als de duivel, want er nadert een water golf, die ver achter een ijsbarrière is losgebroken. Een haven of kreek zien binnen te lopen en maar hopen, dat de rommel je niet in het oog krijgt. Het is niet gebeurt deze dag. De kans is ook niet zo bijster groot, hoe wel stellig ook niet theoretisch of om de spanning erin te houden. Want spanning is er toch al ge noeg. Een buitenstaander schrikt zich duizendmaal lam. wanneer hij het schijnbaar ongelijkwaard'g duel tus sen staal en ijzer mag meemaken. En 's avonds, moegeschud en licht in het hoofd van de emoties, hoopt hij er het beste van. Van de strijd tegen het verrader lijke ijs. Van opoe, die een mannetjesputter is. Van de mannen, die haar bevaren en leiden bovenal. Van havenmeester v. d. Noort, kap. van der Velden, .meester Tuk, Dorus met zijn maat en Daan-van-de- koffie-en-de-thee. Bedankt, jongens. WAANNEER de treinreiziger tussen Sicilië en Napels de vijf duizend jaar oude Griekse tempels van Paestum gepasseerd is, hoort hij aan het station Battipaglia omroepen, dat hij daar moet overstappen voor Eboli. Het ge beurde mij de eerste maal echter dat ik nog terugdenkend aan Paestum's wonderen dóór- reisde. Toen mijn medereizigers mijn vergissing bemerkten, vergoelijkten zij haar door op te merken, dat zelfs Christus aan Eboli voorbij was gegaan Maar toch kwam ik waar ik zijn moest: in Arcangelo. De naam is een wrange grap, want welke engel zal hier ooit zijn tenten hebben ge bouwd? Het Italiaanse groen-wit-rood waait op een of ander openbaar gebouw, maar ook dat groen is beslist een grap: voor zover het oog reikt, is het de enige groene kleur die ik zie. Verder is er niets dan één golvende grijswitte aarde als de kleur van het stopverf, waarmee ik vroeger op de bewaarschool speelde. Ik loop het plaatsje in, waar de huisjes dezelfde kleur hebben als de aarde. Die huisjes blijken drie verdiepingen te hebben: onder het bed, het bed zelf en boven het bed. Onder het bed ligt het vee en scharrelen de kippen. Boven het bed schommelt in een luch'twieg de baby. En op het bed liggen op elk uur van de dag de mannen, vrouwen en kinderen. Hun wachtwoord is blijk baar „niks"'. Vraag ik: wat voer je uit? Niks. "Wat heb je vandaag gegeten? Niks. Wat is er aan de toestand hier te doen? Niks. Er is voor deze mensen niks. O ja toch: er zijn bergstor- tingen, er is de felle zon, er is de Staat, er zijn „die van Rome". Dat is alles waaruit het leven bestaat. Het bestaat uit niets dan rampen, „die van Rome" behoren daar ook toe. boven de hoofden der pachters uit. Zij vragen van hun cliënten het maxi male of laten hen kreperen. Elke loonsverhoging zou zodoende in de zakken van deze middenstanders te recht komen. Natuurlijk moet hier. worden ingegrepen, maar waar en hoe? Het schijnt soms uitzichtloos. „Zalig de buik die u gedragen heeft", zo groeten de dorpsbewoners mij op hun manier. Ik wandel naar 't pleintje, waar een gigantisch bouw werk staat, daar neergezet door het fascisme. Ge raadt nooit was het is. Ik verklap u dus. dat het een urinoir is. Het is het grootste bouwwerk van Arcangelo. Maar niemand maakt er gebruik van. Niemand, behalve ik: uit heimwee. Elke avond reizen we terug naar Napels of Potenza, naar dat andere Italië van de wit marmeren stations en de chique geklede mensen. Het is haast onvoorstelbaar, dat dit andere Italië tot dezelfde staat behoort als ons werkterrein. In Napels j rijden de luxe auto's, de scoo ters en de bussen in een onbe schrijfelijk lawaai langs en naast elkaar. De stations der ondergrondse treinen spuiten de mensen uit, als een redenaar die rapper wil spreken dan hij kan. Op datzelfde moment pas seren aan de spoorlijn tussen Napels en Sicilië treinreizigers de vijf duizend jaar oude Griekse tempels van Paestum. Zij zullen wel vergeten om over te stappen naar Eboli, waar im mers Christus zelf aan- voorbij ging.... DR L. VAN EGERAAT

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1954 | | pagina 4