ONGELIJKE STUKJES
„Opoe" verdiende haar kostje
met ijsbreken
Het leven bestaat uit niets dan rampen
In de binnenlanden van Calabrië en Lucanië
De risico's zijn niet geheel denkbeeldig
Bittere armoe
Eén dag verloren tussen de versteende chaos
Lieve woordjes, anders doet ze 't niet
tjlSTAS^jD
HET LIJKT OP EEN WRANGE GRAP....
Is een automatiekhal een winkel
of een mechanisch restaurant
Principiële kwestie voor het Bossche Hof
Raadsel
D
Prozaïsche activiteit
BRILLEGLAZEN
i yfOOR het Bossche Gerechtshof diende een voor de circa 1500 automa
tiekhouders in ons land uiterst belangrijke principiële zaak tegen
de 60-jarige bakker H. M. R. uit Tilburg, die door de Economische Poli-
•tierechter te Breda was veroordeeld tot twee maal een boete van f 255,
subs, twee maal 51 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van
1 jaar, terzake dat hij zijn winkelbedrijf na de wettelijk voorgeschreven
sluitingstijd voor het publiek had opengesteld.
|_Jet onderhavige „winkelbedrijf" be-
trof hier n.l. een hal, waarin ver
schillende automaten mét croquetten,
nierbroodjes, worstjes, banket, choco
lade e.d. stonden opgesteld en die, zo
nodig, van binnenuit door verd wer
den bijgevuld om hongerige bioscoop-
gangers in de gelegenheid te stellen
des avonds een hartig hapje te nutti
gen.
R. was nu van dat vonnis in hoger
beroep gekomen, omdat hij er van uit
ging geen winkel, doch een automa
tisch restaurant te exploiteren. Hij
verklaarde dan ook er ten behoeve
van zijn clientèle een bank in te heb
ben gezet, maar had dit meubelstuk
later weer verwijderd, omdat het her
haaldelijk was voorgekomen, dat be
schonken lieden er hun roes op gin
gen uitslapen.
De Procureur-Generaal was in zijn
requisitoir van oordeel, dat het hier in
feite ging om een verlicht portiek
met automaten, waarin het restau-
rantcomfort volkomen ontbvak. Daar
om kan men z.i. niet spreken van een
restaurantbedrijf, maar had mem te
doen met een winkel, zodat verd. on
der de winkelsluitingswet viel De
overtredingen bewezen achtende, eiste
hij tweemaal f 50.boete subs, twee
maal 25 dagen hechtenis.
Verd.'s advocaat, Mr. Derks, kon
zich met deze zienswijze niet vereni
gen. Immers, als men artikelen ver
koopt om ter plaatse te nuttigen, dan
heeft men niet met een winkel, doch
met een mechanisch restaurant te ma
ken, aldus pleiter, te méér, omdat er
ook een bepaalde service wordt ver
leend door het verstrekken van mos
terd, zout en peper aan de klanten.
De principiële vraag, op beantwoor
ding waarvan 1500 automatiekhouders
zitten te wachten, is: „Hoe moet een
automatiek worden ingericht om als
mechanisch restaurant te kunnen
worden aangemerkt?' Nadat de raads
man nog had gememoreerd, dat het
Gerechtshof te Arnhem onlangs in
een analoog geval de verd. had vrijge
sproken, verzocht hij het Hof ook in
deze kwestie te willen besluiten tot
vrijspraak subs, tot het opleggen van
een zo klein mogelijke boete
Over 14 dagen zal het Hof uitspraak
doen.
Deze straat in een Zuid-Italiaanse stad geelt ons een duidelijk beeld u<m
de dagelijkse zonnige (en zorgelijke) gang van zaken in sommige delen
van de „Laars vol rozen"- I
Advertentie)
TA AT Italië een arm en achterlijk
land zou zijn, weet ik wel beter.
Hypermoderne treinen voeren de rei
ziger waarheen hij wil. Tegen de
flatgebouwen van Rome moeten die
van Rotterdam het afleggen. De so
ciale verzekeringen zijn"' beter dan de
Nederlandse. Maar voor één gebied
zijn de graag vertelde fabeltjes juist:
voor de binnenlanden van Calabrië en
van Lucanië vooral. Hier heeft 40 pet
der gemeenten geen electriciteit, 96
pet. geen gas en 20 pet geen druppel
drinkwater. Hier wordt 45 pet. der
Italiaanse misdrijven gepleegd, maar
is slechts 18 pet. van het aantal radio
aansluitingen. Per 1000 mensen staan
twee ziekenhuisbedden ter beschik
king, tegen 10 in de rest van Italië.
De zomers zijn er heet tempera
turen tot 50o C en zéér droog.
Vrouwen maken dan queue voor de
stadspomp. Daarna gaat het regenen,
inderdaad, maar in zulke hoeveelhe
den. dat hele dorpen wegspoelen. We
hebben zojuist weer de balans opge
maakt; kerk 40 cm gezakt, acht
huizen omgespoeld, het politiebureau
80 cm naar beneden gegleden; nog
honderd zulke balansen en Zuid-
Italië is de Sahara gelijk. Nodig is
dus een politiek van herbebossing en
daarnaast de aanleg van acquaducten
om het water te reserveren voor de
zomer. Reeds werd het Apulisch
acquaduct voltooid: 3500 km lang
(nee er staat géén nul teveel), dat 2
millioen mensen van water voorziet.
Bovendien zullen 20 duizend bronnen
worden aangeboord, 50 duizend boer
derijen gebouwd en 20 duizend km
weg worden aangelegd. Als kralen
van een rozenkrans zullen zich nog 43
andere acquaducten gaan uitspreiden
over het land. In drie jaar tijds is
door het orgaan dat de leiding over
deze werken heeft al 62 maal méér
geld uitgegeven aan agrarische her
vormingen in vooroorlogse waarde
dan het fascisme deed in 15 jaar
tijds.... Helaas echter heeft de de
mocratie minder handigheid in het
maken van propaganda en reclame!
NU NOG NIET
Aan de golf van Napels is het goed
dromen! Men zou daar gemakke-
kelijk alle droeve'problemen kun
nen vergeten, die een deel van het
Italiaanse volk in de ware zin van
het woord teisteren.
les van hen gedaan krijgen en als de
rechtsgezinde landeigenaar hen er op
wijst, dat de letters der neo-fascis-
tische partij (M.S.I.) de afkortingen
zyn van Maria Santissima Immacu-
Iata (O. L. Vrouw Onbevlekt Ont
vangen) slikken zij dit bedrog direct
en stemmen allen neo-fascistisch! Te
verwachten is echter, dat straks deze
mensen zich meer bewust gaan wor
den van zichzelf en communist zullen
worden.
Tenzij: in zeer snel tempo drasti -
sche hervormingen worden doorge
voerd. Welnu, een zg, landhervorming
is bezig zich te voltrekken. Reeds eer
der heb ik daarover in dit blad ge
schreven en ik kan volstaan met er
aan te herinneren, dat op grote schaal
wordt onteigend en dat de nieuwe
eigenaren van alle mogelijke advie
zen worden voorzien. Veroorloof mij
op te merken, dat wij als adviseurs 't
niet eenvoudig hebben. Dat ligt nog
niet zozeer aan het pionierskarakter
van deze arbeid, dan wel hieraan, dat
het probleem van zuid-Italië ver bo
ven de economische orde uitstijgt. Het
vraagstuk heeft veel meer facetten
dan uit bovenstaande lijkt. De zede
lijkheidsopvattingen der bevolking
bv. zijn ons volkomen vreemd. Elk
contact met een vrouwspersoon maakt
u onmiddellijk verdacht. En ander
zijds sprak ik een meisje, dat met toe
stemming van ouders en verloofde
naar Napels was gegaan om daar haar
uitzet te verdienen op een wijze, die
ik hier niet behoef te beschrijven. Op
moreel terrein heerst hier de grootst
mogelijke chaos.
ALS UITZICHTLOOS
DA;Al reden wij op de
fiets. Want onze auto
was kapot, zouden wij
kunnen zeggen, wanneer
wij niet zo herhaald om
onze onkreukbaarheid wa
ren geprezen. Op de fiets
door het barre weer. En
dachten aan redacteuren,
die met de rug stevig te
gen de centrale verwar
ming gedrukt gdwèiaigé
stukken zaten te schrijven
en nuchter bleven bij het
doorvorsen van vredes
conferenties, politieke om
wentelingen en beenbreu
ken te A. Maar geen weet
hadden van de woeste
wind. die ons tegen woei
en suisde. En geen weet
van de fietser achter ons.
Een Raadsel. Een Ondoor
grondelijke figuur met een
Pet op. Een fietsend en
psychisch complex.
TN het begin vielen zijn
afwijkingen niet buiten
gewoon op. Hij floot
krachtige wijsjes, waarin
onvervalst sprake was van
huwelijkskansen en getem
perd maanlicht. En zong
liederen, waarin soortge
lijke dingen te berde wer
den gebracht.
Maar daar had men het
reeds. Daar laaide zijn
verstoorde geest op in het
nachtelijk duister. Daar
tobde hij opeens met zijn
beschadigde inslag, waar
van zelfs onderlegde psy
chiaters steil zouden ach
terover slaan. Want de
man sprak hardop tegen
zichzelf.
Wat een weer, wat
een weer, merkte hij op
en blikte onderzoekend in
het zwerk om te zien of
zich daar- wellicht féitén
voordeden, die in tegen
spraak waren met zijn
oewering.
Allemachtig, en een
wind. Zo'n echte forse
vind. Wil je wel geloven,
dat ik er een hele berg
spieren tegen aan moet
gooien om niet terug te
waaien?"
\Y/U keken schichtig om.
Wellicht wilde hij ons
van deze omstandigheid
beschuldigen. Men kan dit
bij deze mensen niet ken
nen. In het geheel niet. Zó
spreken ze je doorvoed en
tevreden toe en zó draaien
ze je een been uit. Men
moet daar steeds reke
ning mee houden. Men
moet dat soms heel smal
zien. En de benen goed in
het oog houden. En on
danks die benen in het oog
toch ook al weer goed uit
kijken.
Met vriend Jan is het
helemaal mis", zei de man
achter ons. „Ei ei, wat ziet
die kerel er de laatste tijd
uit. Nog twee dagen een
windje uit deze hoek en ik
moet op de broodjes met
kaas."
Nu kenden wij, dat wer
pen we er ter oriëntatie
even tussen door, zeer toe
vallig ook iemand, die Jan
heette en er slecht uitzag.
Wij dachten dus, dat de
man ót> de fiets helemaal
geen complexen had, maar
integendeel ernstig poogde
met ons in gesprek te ko
men. Wij wendden ons dus
geschrokken om en riepen:
„O jee."
De man verschoof na
denkend zijn pet en hulde
zich in een verwonderlijk
stilzwijgen. Deze reactie
scheen nieuw voor hem en
misschien dacht hij bij toe
val tegen een man met af
wijkende principes te zijn
aangelopen.
Ik ben vrachtrijder",
mompelde hij tenslotte."
En als zodanig ben ik reeds
viermaal met kar en paard
het kanaal in gereden.
Maar zo zout als nu, heb
ik het nog nooit gegeten."
Hij verslikte zich plotse
ling in een oer-instict en
riep strijdbaar: „Ik heb
het helemral niet tegen
jou, halve zachte."
Wij zetten een stapje bij
en hielden onze benen in
het oog. De complexen bor
relden. Nog één misstap
en er zouden mensen in
rouw worden gedompeld.
De man met de pet bleef
pal achter ons en betrok
alle gebeurtenissen uit de
verre omtrek in zijn al
leenspraak.
Ga je mee een biertje
drinken in ginds café?"
vroeg hij plotseling. ,,Of
twee biertjes, naargelang
het uitkomt?"
Maar daar hingen wij
reeds over het stuur en
sprongen als tijgers weg.
En wierpen alle beschik
bare calorieën het bloed
in om Het Raadsel te
ontkomen. Wij keken
schichtig om, zoals men
sen doen, wanneer ze te
maken krijgen met na
tuurkrachten.
De man reed de weg af,
de inrijlaan naar het
drankhuis in. Wij zagen
hem dus van op zij. Een
wijle. Een flitsende ston
de. En stapten onmiddel
lijk van de fiets af om de
sigaret op te steken, die
ons tijdens het vraagge
sprek met de heer Z. te C.
was onthouden.
Het gevaar was gewe
ken. Het raadsel ontward.
De alleenspraken ver
klaard.
Want er zat iemand bij
de man achterop.
tast.
aarnaast moet ook de structuur
van het grondbezit worden aange-
De grote landerijen worden nl.
op schandelijke voorwaarden doorver-
pacht aan kleine pachters, wier toe
stand ten hemel schreiend is. Revolu
tionair zijn deze mensen nóg niet. Zij
zijn aan liet communisme nog niet toe.
Hun houding is er een van onderwor
penheid en berusting.
Zij kussen mijn hand als ze iets
willen vragen. Zij staan op van de
caféstoeltjes en nachten tot de
vreemdeling gezeten is. Men kan al-
pn nog andere facetten van 't vraag-
stuk zijn er. In alle huisjes han
gen naast het bed twee platen: een
met de Madonna erop en een met
president Roosevelt. Dat is zo in de
grote stad Matera, waar de huizen in
de rotsen zijn uitgehouwen. Dat is
ook zo in de aarden hutten van het
binnenland, waar de mensen 's avonds
direct naar bed gaan .omdat zij geen
geld hebben voor kaarsen. Roosevelt
is alom tegenwoordig. Elk gezin im
mers heeft verwanten naar Amerika
zien emigreren. Maar en hier ligt
het probleem de slapsten zijn ge
bleven En tot dezen behoren ook de
notaris, de arts en de kruidenier;
al moet ge al deze woorden tussen
aanhalingstekens zetten. Deze men
sen strijden de strijd om het bestaan aan de betonning, de peilraaien, de
(Van onze speciale verslaggever).
AAN BOORD VAN HET s.s. DENEMARKEN.
QPOE HEEFT HAAR KOSTJE voor deze dag, in casu Sli ton steenkool,
royaal verdiend. Het pittige bootje, verloren in de versteende chaos van
de Nieuwe Merwcde bij Moerdijk, heeft de strijd tegen het oppermachtige
ijs voortgezet. De wind zat finaal in de verkeerde hoek, het ijs blééf in
onafzienbare stormpas aanrollen en vormde onophoudelijk meters dikke
barrières. Maar de „Denemarken" heeft het met negen andere brekers best
gerooid. Het scheepje, met zijn 62 jaren in normale doen de oudste sleep
boot in de Rotterdamse havens en daarom zeer terecht opoe genoemd, beuk
te uren aan één stuk en met nauwelijks vijf minuten tijd voor het boter
hammetje op de grauwe muren. Het trok moeizame voren door de massa's,
had het lak aan sneeuwjachten en plotselinge opdoffers en dééd zijn brood
nodige werk. Want Opoe har er zin in deze dag. Zjj had wellicht een bor
reltje op.
kribbakens en niet te vergeten de
kribben zelf. En om helemaal maar
te zwijgen cn nooit meer te praten
over de kapitale Moerdijkbruggen, die
op een gegeven moment in Engeland
over de Theems staan, wanneer men
het ijs zijn gang laat gaan.
Kees spreekt opoe lieve woordjes
toe. want anders is het besje niet
meer te genaken. Hij is juist het ha
ventje van Moerdijk uitgestoomd.
Het dorpje verdwijnt in de nevelen
van ochtend-mist en stoom. De voor
steven rammeit de eerste schotsen.
Maar opoe twijfelt niet. Zij steekt de
neus in de ranzige boter en breekt,
dat het barst.
9 UUR VOLLE DRUK
PJEZE laatste suggestie is van kapi-
tein Kees van der Velden, een
breedgeschouderde forse man, zoals
men die in echte zeemansboeken te
genkomt. Alleen was Kees bezig aan
een meer prozaïsche activiteit. Want
het gevecht tegen het ijs is geen lol
letje. Wij zijn de meerducdalven voor
bij gevaren, die als veertjes tegen de
grond waren gedrukt door de mil-
lioenen kilo's ijs, die de natuur en
de afgaande stroom als een geweldig
verniclings-commando hadden inge
zet. Op zulke momenten keek haven
meester v. d. Noort. de technische lei
der van de vloot IJsbrekers, met een
somber gezicht naar buiten. „Per stuk
f 6000 naar de haaien" schatte hij. Om
nog maar te zwijgen van de schade
de Denemarken een extra stoker ge
kregen. Dorus ziet zo zwart als de
bieten. De kapitein boven in de stuur
hut zegt van hem. dat hij ook op de
wal het ijs behoorlijk kan breken en
dat hij voor de rest nog groot aan
zien onder de sleepboot-bemanningen
heeft, omdat hij het meeste eet van
allemaal.
Maar Dorus zorgt, dat er steeds
stoom is. Een groot ding voor opoe,
die het van de lange adem moet heb
ben om niet vast te darren in het ijs.
In de rode spookgloed van de vuren
tobben deze mannen, terwijl onder en
naast hen de ijsblokken angstwek
kend tegen de wanden beuken en het
schip in een onberekenbare, stotende
dans door het water ploegt. In het
binnenste bevindt zich voorts mees
ter Tuk, die zich in hogere kringen
ook wel machinist laat noemen en
die het aanzienlijke vermogen bezit
van de motor gaande te houden, zelfs
al zouden ze op de bodem liggen.
Meester Tuk praat over zijn zoon,
die een gezond stel hersens heeft en
het in de scheepvaart reeds een be
hoorlijk eind heeft geschopt. „Het zit
zo'n beetje in de familie", meent Tuk
en hij buigt zich over de ratelende
machine. 350 P.K., mijnheer. 350 P.K.
Zij kunnen dwars door het land naar
Breda varen en je daar voor de krant
afzetten. (Zeggen ze).
GEEN SCHEMA
TN de machinekamer staat Dorus met
zijn maat. Want voor dit zware
werk negen uren aan een stuk
volle druk op de schroef heeft
TN werkelijkheid gaat het niet zo ge
makkelijk. De mobilofoon in de
stuurhut brengt de berichten over an
dere ijsbrekers binnen.
„Hier de Spanje" klinkt het. „Wij
zitten één kilometer in de Kil tussen
zwaar ijs. Over".
„Hier de Noorwegen", sist het. „De
meerducdalven in onze buurt staan
op barsten".
Havenmeester van de Noort trekt
een bedenkelijk gezicht. Soms roept
de schrille fluit van de Denemarken
enkele boten op een klusje. Dan is er
weer een onderonsje, waarin de ge
zagvoerders nadere instructies krij
gen.
Want volgens een bepaald schema
wordt hier niet gewerkt. De zaken
worden ter plaatse bekeken en daar
naar handelt men. En de zaken ter
plaatse zijn beroerd. Ondanks de snel
le eb. die met een beetje geluk heel
wat ijsschotsen naar zee afvoert, blijft
het bedenkelijk vol en gesloten voor
de bruggen. De schotsen hopen zich
op en houden hun gemak, omdat de
wind uit zee hen op de plaats houdt
en omdat een enorme ijsplaat van een
of andere mysterieuze plaats is ko
men afzakken en zich thans heeft
genesteld tussen twee peilers.
Uren duurt de aanval. Met koene
stoten boort opoe haar neus in het ijs
en met stukken en brokken raakt dat
op drift, de kant van de zee op. Wan
neer het daar eenmaal komt is er
veel gewonnen, want schattingen heb
ben uitgemaakt, dat er, wanneer de
vloed weer opkomt, slechts één derde
deel terugdrijft.
BORRELTJE VOOR DE
SCHRIK
F)ES MIDDAGS om twaalf uur is er
wat lucht gekomen in de nabij
heid van de peilers. Er zijn grote
stukken blank water en het ijs is
klein gevaren. Kapitein Kees geeft
opoe een onversneden complimentje,
duikt onder en haalt vanuit een ge
heime bergplaats een kruik jenever
te voorschijn. Best goedje voor de
kou, maar gevaarlijk tevens. Het
moet eens gebeurd zijn, dat de be
manning de flessen ontdekte cn waar
achtig ook wist wat er in zat. En
toen de nood aan de man kwam kon
de kapitein aan de thee. (Die er ove
rigens door de goede zorgen van keu
kenkoning Daan óók mag zijn).
Daan heeft het eens een keer ge
presteerd om vlees zo te bakken, dat
men er elkaar mee kon dood gooien.
(Advertentie)
yf DE VERBETERDE
PUNCTUAL CORRECTED
Hij heeft het recept moeten prijsge
ven, want de mannen houden van een
lolletje, maar hun eten moet goed zijn.
Evenals hun humeur trouwens, zo
dat Daan begint te zingen.
Uit het duister van de stookplaats
komt de stem van Dorus via de
spreekbuis.
„Riep U?" vraag de stem nadruk
kelijk.
„Nee, jongen", zegt Kees met een
glimlach.
De stilte duurt enkele seconden.
„Riep U?" vraagt Dorus opnieuw.
„Nee, jongen?"
„Dan zie ik het spoken. Ik kom
maar gauw een borreltje drinken voor
de schrik".
Dat is Scheepvaart politiek.
ZES STOTEN
HET houdt bovendien de sfeer ge
zellig. Want in hun diepste bin
nenste houden de mannen nog altijd
rekening met de kans, dat ze worden
lek gestoten of opengereten.
En onbewust zijn hun oren steeds
gespitst op de signalen van de kop
groep, ver vóór ons. Wanneer daar
zes lange stoten weerklinken bete
kent dat „Terugtocht". Varen als de
duivel, want er nadert een water
golf, die ver achter een ijsbarrière is
losgebroken. Een haven of kreek zien
binnen te lopen en maar hopen, dat
de rommel je niet in het oog krijgt.
Het is niet gebeurt deze dag. De
kans is ook niet zo bijster groot, hoe
wel stellig ook niet theoretisch of om
de spanning erin te houden.
Want spanning is er toch al ge
noeg. Een buitenstaander schrikt zich
duizendmaal lam. wanneer hij het
schijnbaar ongelijkwaard'g duel tus
sen staal en ijzer mag meemaken.
En 's avonds, moegeschud en licht
in het hoofd van de emoties, hoopt hij
er het beste van.
Van de strijd tegen het verrader
lijke ijs.
Van opoe, die een mannetjesputter
is.
Van de mannen, die haar bevaren
en leiden bovenal.
Van havenmeester v. d. Noort,
kap. van der Velden, .meester Tuk,
Dorus met zijn maat en Daan-van-de-
koffie-en-de-thee.
Bedankt, jongens.
WAANNEER de treinreiziger tussen Sicilië en
Napels de vijf duizend jaar oude Griekse
tempels van Paestum gepasseerd is, hoort hij
aan het station Battipaglia omroepen, dat hij
daar moet overstappen voor Eboli. Het ge
beurde mij de eerste maal echter dat ik nog
terugdenkend aan Paestum's wonderen dóór-
reisde. Toen mijn medereizigers mijn vergissing
bemerkten, vergoelijkten zij haar door op te
merken, dat zelfs Christus aan Eboli voorbij was
gegaan
Maar toch kwam ik waar ik zijn moest: in
Arcangelo. De naam is een wrange grap, want
welke engel zal hier ooit zijn tenten hebben ge
bouwd? Het Italiaanse groen-wit-rood waait op
een of ander openbaar gebouw, maar ook dat
groen is beslist een grap: voor zover het oog
reikt, is het de enige groene kleur die ik zie.
Verder is er niets dan één golvende grijswitte
aarde als de kleur van het stopverf, waarmee ik
vroeger op de bewaarschool speelde. Ik loop
het plaatsje in, waar de huisjes dezelfde kleur
hebben als de aarde. Die huisjes blijken drie
verdiepingen te hebben: onder het bed, het bed
zelf en boven het bed. Onder het bed ligt het
vee en scharrelen de kippen. Boven het bed
schommelt in een luch'twieg de baby. En op het
bed liggen op elk uur van de dag de mannen,
vrouwen en kinderen. Hun wachtwoord is blijk
baar „niks"'. Vraag ik: wat voer je uit? Niks.
"Wat heb je vandaag gegeten? Niks. Wat is er
aan de toestand hier te doen? Niks. Er is voor
deze mensen niks. O ja toch: er zijn bergstor-
tingen, er is de felle zon, er is de Staat, er zijn
„die van Rome". Dat is alles waaruit het leven
bestaat. Het bestaat uit niets dan rampen, „die
van Rome" behoren daar ook toe.
boven de hoofden der pachters uit.
Zij vragen van hun cliënten het maxi
male of laten hen kreperen. Elke
loonsverhoging zou zodoende in de
zakken van deze middenstanders te
recht komen. Natuurlijk moet hier.
worden ingegrepen, maar waar en
hoe? Het schijnt soms uitzichtloos.
„Zalig de buik die u gedragen
heeft", zo groeten de dorpsbewoners
mij op hun manier. Ik wandel naar 't
pleintje, waar een gigantisch bouw
werk staat, daar neergezet door het
fascisme. Ge raadt nooit was het is.
Ik verklap u dus. dat het een urinoir
is. Het is het grootste bouwwerk van
Arcangelo. Maar niemand maakt er
gebruik van. Niemand, behalve ik: uit
heimwee.
Elke avond reizen we terug
naar Napels of Potenza, naar
dat andere Italië van de wit
marmeren stations en de chique
geklede mensen. Het is haast
onvoorstelbaar, dat dit andere
Italië tot dezelfde staat behoort
als ons werkterrein. In Napels j
rijden de luxe auto's, de scoo
ters en de bussen in een onbe
schrijfelijk lawaai langs en
naast elkaar. De stations der
ondergrondse treinen spuiten
de mensen uit, als een redenaar
die rapper wil spreken dan hij
kan. Op datzelfde moment pas
seren aan de spoorlijn tussen
Napels en Sicilië treinreizigers
de vijf duizend jaar oude
Griekse tempels van Paestum.
Zij zullen wel vergeten om over
te stappen naar Eboli, waar im
mers Christus zelf aan- voorbij
ging....
DR L. VAN EGERAAT