KLAAS KOCHT EEN AUTO, DIE GEEN LUXE WAS
i
Ben ik mijn broeders hoeder-ook nu nog actueel
Zij ontvangen kinderlijk-blij de
Koning der Koningen
FONSJE EN TREESJE HOREN IN SCHOOL
Ook voor hen: cle fabriek
Een zandtapijt door het kamp
Vrijheid is het
hoogste goed
Maastricht loste het probleem radicaal op
i De weg naar de gemeenschap
ZIJ MOGEN GEEN PARIA'S WORDEN
Hier mocht het
geld kosten!
Activiteit
DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 5 FEBRUARI 1954
*el
Klaas otto woont met vrouw en
WL hoeven er geen doekjes om te
winden. Het woonwagenkamp in
Bergen op Zoom, dat nu gaat verhui-
de
ten-
ge-
zijn
I ring.
|l be-
nog
liitge-
|e re-
I allien
laat
li van
luiten
Izullen
|auto's
van
Jegen.
van
|daar-
het
Lijk is
jin de
In.
ht
u al
»g
die
lcia.
iten,
iart
elf kinderen in een woonwagen. En
hij vindt dat niet vreemd. Hij ziet dat niet
als een woningnoodgeval. Thuis is hij nooit
anders gewend geweest en hij heeft een le
ven achter de rug, waarin het woord ontbe
ring een even gemeenzame klank had als
Hij heeft er zich altijd wèl bij gevoeld, Klaas Otto. Maai
de tijden zijn veranderd. De nering, die vroeger een redelijke
boterham gaf, is een bedrijf dat zijn tijd gehad heeft. De gemoe
delijkheid van de plattelandsbewoner was levensvoorwaarde
van de marskramer. En die gemoedelijkheid, in 'n zekere „ouder
wetse"' betekenis is verdwenen, omdat de geest van het snelle
en zakelijke ook de dorpen in zijn greep heeft gekregen.
„Onze kinderen zullen naar de fabrieken moeten
het woord brood. Toen hij indertijd een
wagen kreeg, beschouwde hij dat als een
zekere luxe. Want vader en grootvader, «lie
met „breekwaar" de boer opgingen, slie
pen in schuren en waren afhankelijk van
«le gunst van zon en buitenmensen.
Klaas Otto spreekt die gedachte
als terloops uit, terwijl hij de forse
armen strekt naar het bollige pot
kacheltje, dat de wagen behaaglijk
warm maakt. Maar wat hij zegt,
raakt het maatschappelijke probleem
van de woonwagenmensen in de kern.
„Wij willen wel werken, maar als in
de lente de vogels gaan fluiten
Inderdaad: het valt niet mee. een
groot brok vrijheid te ruilen voor
een stukje sociale zekerheid. En al
zou men het willen, de maatschappij
stelt haar voorwaarden. Men moet in
ieder vak een behoorlijke scholing
hebben gehad, om wat te bereiken.
De meeste wagenbewoners heb
ben geen of maar weinig onderwijs ge
noten. Al hun levensvreugde hebben
ze bovendien, in het verleden, uit de
natuur geput. De cultuur was voor
ben een overbodig en te verwaarlozen
verschijnsel.
De mensen spreken van armoe op
dit moment. Niet alleen omdat de kou
hen tot werkeloosheid doemt, of om
dat de gemeente maar een zeer karige
ondersteuning geeft; nee, eerst en
vooral omdat een dubbeltje zijn waar
de van vroeger heeft verloren en de
handel in lompen en schroot slechts
weinigen een redelijk bestaan geeft.
Vroeger geen wagens
deel scharenslijpers, stoelenmat-
ters en bezemmakers. En koop
lui natuurlijk. Ze hadden geen
woonwagens, maar gingen met
een karretje de boer op. Van de
boerin kregen ze een kop kof
fie en in sommige schuren lag
het bedje voor hen gespreid.
Kleren kochten ze nooit en in
d§ klompenmakerijen kregen
ze de afgekeurde exemplaren.
Ze hadden meer te eten, maar
ze vroegen minder „luxe".
Ook in het kamp heeft de roman
tiek plaats gemaakt voor de nuchtere
zakelijkheid. De enkele muzikanten
moeten toegeven, dat de muziek niet
meer loont.
Paardjes zijn verdwenen
jyjet radio en pick-up is een stuk
troubadours-romantiek gemechani
seerd. Een ander nadeel voor sommi
ge kampmensen. Enkelen zullen hun
leven lang ondanks alles blijven zwe
ren bij guitaar en harmonica, maar
de meesten zijn in de handel. Oud
ijzer en lompen. Ze hebben ook hun
paardjes aan de kant gedaan en rijden
auto. In die motordingen zien veel
buitenstaanders een aanleiding tot
critiek. ,.Ze hebben het toch zo slecht
nog niet", zegt men dan. Maar de
duurste auto van het kamp. heeft ze
ker niet meer dan tweehonderd gul
den gekost en iedere avond, na ge
dane dagtaak, moet het vehikel wor-
vraagstuk betere kansen krijgt van 'n
oplossing. Nu de mensen beter bijeen
blijven, kan men ze beter bewerken.
Het schoolprobleem.... Door ge
meenschappelijk samengaan van de
grote steden kon het worden aange
pakt. In ieder kamp een schooltje en
„ontwikkelingskaarten" voor de kin
deren ,die de school bezoeken. Als ze
van de ene stad naar de andere ver
huizen, zou de schoolovergang geen
moeilijkheden meer geven. Wie dit
idee opperde? Klaas Otto, de man met
11 kinderen!
De moeders zouden het er wel mee
eens zijn. Was het niet uit ideële over
wegingen, dan toch altijd om de prac-
tische reden, dat men de jeugd beter
in school dan op de vloer kan hebben.
Misschien dat de kinderen op de pa
rochiescholen wel zouden worden aan
genomen, maar.... enfin, U weet ook
hoe dat gaat. Er is geen vijandschap
tussen burgerij en woonwagenmensen,
maar ook geen contact. Althans niet
in een mate, die vruchtbare, onder
linge verstandhouding mogelijk maakt
Moeder v.d. Velden, in de wagen
naast die van Otto, heeft vier kinde
ren. Ze zien er gezond uit en hun
kleding wijst er op, dat moeder alles
doet om haar kroost te geven, was
het toekomt. De twee grootsten zouden
naar school moeten, maar het gaat nu
eenmaal niet. „Ik kan ze toch niet
naar het andere eind van de stad stu-
Recht op een toekomst
PhlT laatste klinkt misschien niet erg
overtuigend. Maar men moet de
ondertoon van die uitlating verstaan.
Rinus Otto, een broer van Klaas,
spreekt het eerlijk uit: „Wij zijn erg
zuinig op onze kinderen. Een buiten
staander is geneigd het hoofd te
schudden en er aan toe te voegen:
„Té zuinig misschien". Maar de na
tuurlijke ietwat sentimenteel aan
doende verhouding tussen ouders en
kinderen, vindt zijn verklaring in de
psyche van de woonwagenbewoners.
Ze moeten het hier en nu goed heb
ben, de kleintjes. Het is hun enige
bezit. Wat morgen komt, zien ze dan
weer wel. Al begint velen, hoe langer
hoe meer, de zorg om de toekomst te
kwellen.
Treesje v.d. Velden heeft een fijn,
lief gezichtje. En Liesbetje, de klein
ste, ziet er stralend uit. Ze verdienen
beter, deze mensjes, dan neergedwon
gen te worden in dezelfde kommervol
le omstandigheden, waarin hun ouders
geraken. Voor hen zal het genot van
de vrijheid niet meer opwegen tegen
de ontberingen van het buitenleven.
Want die ontberingen zullen te groot
Moeder vd. Velden met Treesje,
Fons, Toontje en LiesbethDe twee
grootste zouden naar school moe
ten
hen auto's geschonken en bioscopen
en een waterleiding. En in ruil voor
die dingen en nog meer goeds, vraagt
ze nu een stuk van hun vrijheid. ..We
willen U opnemen in ons midden,
maar voeg V dan naar onze maat
schappelijke wetten
En dat kunnen ze nu zo moeilijk.
Zich voegen in de gemeenschap be
tekent: bij een baas gaan werken,
een stropdas aanschaffen en alles op
tijd en regel. En het kampleven kent
regel noch tijd. Het kent vriend
schap en medegevoel en «opofferings
gezindheid, maar niet de.diyang van
kunstmatige wetten. -T
Met veel geduld.
TVE weg naar de gemeenschap. Ze
willen hem wel gaan, maar er lig-
OOOOOÖOOOOOOOOQOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOeOOOOOOOi
'OOOOÖQOOOOOOOQOQOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOQOÊ
O
f~)NDER de rook van
Maastricht bij
de ijsbaan in Heugem
ligt een woonwagen
kamp. Door de mensen
in de omtrek wordt de
ze verzamelplaats van
woonwagens, „het nieu
we kamp" genoemd en
in velerlei opzichten
draagt het deze naam
met recht! In vergelij
king met het vroeger
kamp dat aan de
Bloemenweg was gele
gen is hier veel ver
nieuwd en verbeterd.
Brede, verharde banen
lopen om het geheel
omrasterde terrein,
waarop de wagens in
carré - vorm staan. Er
zijn keurig - nette ge
bouwen met toiletten
onder waterspoeling en
bovendien fraaie com
plexen die een kerk,
fröbelschool, ontspan
ningslokaal, en een drie
klassigc school bevatten
die ontworpen zijn door
de Maastrichtse archi
tect Harry Koene.
ten en beter geoutilleerd wordt,
Heeft jarenlang te weinig aandacht
gekregen. Misschien dat er met goed
georganiseerd sociaal werk door de
gemeente gesteund al wat bereikt
Jad kunnen worden. Maar er is geen
kerkje en er is geen school. En omdat
He accornodatie voor het jeugdwerk
ontbreekt, kan men de kinderen ook
Wot In ander verband bijeenbrengen,
het wil toch wel iets zeggen, dat de
vaders en moeders zelf hierover kla
gen. Ze hebben met hun wagens in
andere steden gestaan en daar kon
den ze hun kinderen wél naar school
sturen. „Wij zijn niet geleerd," zeg
gen ze, „Maar het is niet goed, dit
zu niet lezen en schrijven kunnen"
En dan wijzen ze op hun aankomende!
zoons en dochters, die wat nutteloos
rond de kachel hangen. „Ze halen
niets dan kattekwaad uit...." Klaas
Otto heeft een intelligente kop. En hij
weet ook zijn weetje. De mannen uit
het kamp horen hem graag praten.
Onze vaders en grootvaders,
ïegt hij, waren voor 't meren-
Geen nieuwe wagen, zegt Klaas
Otto, maar het rijdt en dat is het
voornaamste....
den bijgespijkerd. Er komt geen mon
teur aan te pas. Als de wagen van
Otto kapot is, sjouwt hij met zijn
vrienden zo lang, tot het ding weer
loopt. Een soort stilzwijgende over
eenkomst van onderlinge bijstand,
houdt de wagens op de been; of be
ter, op het wiel.
Ze worden ook niet voor de luxe
gekocht, die wagentjes. Binnen een
klein gebied kan de woonwagenbewo
ner zijn kost niet meer verdienen. H«j
moet grotere afstanden afleggen dan
vroeger.
En met meerdere verdiensten kap
dan belasting en benzinegeld worden
opgebracht. Toen alles nog met het
paard werd gedaan, konden de mensen
ook minder honkvast zijn. Tegenwoor
dig staan ze vaak maandenlang en wel
licht jarenlang in een en dezelfde stad.
Maar daarin ligt dan ook een aan
duiding. dat het woonwagen
zijn. Treesje zou naar school moeten,
en Fonsje, de tweede, eveneens.
Een goed geordende stadsgemeen
schap kan zich natuurlijk afvragen,
of zij dan de hoedster moet zijn van
een ander, minder goed geordend ge
meenschapje, dat zich altijd angstval
lig van haar heeft afgewend. Maar die
vraag veroordeelt zichzelf, om de
eenvoudige reden, dat de naastenlief
de nog altijd het eerste en grootste
gebod is.
Dierbare vrijheid
jy^isschien is het een gedurfde uit
spraak, maar de kampmensen
vragen om opneming in de stads
gemeenschap. Sommigen werken al in
de fabriek. Langzaam en misschien
onbewust capituleren ze voor een
maatschappelijke dwang. Onze maat
schappij heeft geen plaats meer voor
troubadours en marskramers; des te
erger voor de maatschappij misschien,
maar het is nu eenmaal zo.
Bovendien waarderen de woonwa
genmensen de gemakken van deze
eeuw. Als ze naar de bioscoop gaan,
komt een van de auto's voor. En nu
en dan kan men ook zo'n luidruch
tig stuk techniek op wielen met vol
gepropte laadbak naar de stad zien
afzakken. De halve volwassenheid
van het kamp is er in geborgen.
Want aan solidariteit ontbreekt het
haar niet.
De kampmensen gaan de dingen
waarderen, die rustiger werkende ge-
neratie's met trots en moeite verwor
ven hebben. De maatschappij heeft
i f)E ZORG voor woonwagen-
beiooners is in ons land, na
t de oorlog, meer en meer in het
middelpunt der overheidsbe-
I langstelling komen te staan.
Tengevolge van de woningnood
en de kinderrijke gezinnen van
i ~~e categorie, is het vraagstuk
t ban huisvesting en vestigingf
i van deze mensen zelfs tot een
maa^chappelijk probleem uit-
I Begroeid!
t h 1919, by bet in werking
7» 6,1 van de Woonwagen- en
i ''"enschepenwet, telde Neder-
i ar"I ongeveer 700 woonwagen-
i Bezinnen. Nu is dat aantal ge-
i groeid tot meer dan 2600 wa-
i ®ens met evenzoveel gezinnen,
die ongeveer 12000 personen
1 omvatten!
i
EEN gemiddelde rijkdom
van zes kinderen in deze
J gezinnen, zal over 20 jaar dc
i groep woonwagenbewoners in
ons land met 300 pet. zijn toe-
i genomen en vormt dit aantal
i dan een zielencijfer van een
i flinke stad! Het is geen won-
j der, dat bij het afzakken van
de maatschappelijke positie der
I oorspronkelijke kermisexploi-
i tanten tot kleine, ongeregelde
i handelaren, de woonwagenbe
tvoners langzamerhand uitgesto-
i tenen der geregelde samen-
J leving gingen worden.
QOK DE overheid beschouwde
dergelijke gezinnen vaak
als een sociale last, waarvan
men zich op vaak weinig mens
lievende wijze wilde afmaken....
Negentig procent der
woonwagenbewoners,
die vrijwel uitsluitend
uit zuidelijke streken
stammen, zijn katholiek
Het wekt daarom geen
verwondering, dat de
katholieke liefdadig
heid in deze groep men
sen, een terrein voor
charitatieve hulp vond.
ff ET R.K. Woonwagenwerk,
dat over het hele land met
veel ambitie en toewijding
wordt beoefend, richt zich nu,
meer dan vroeger, zowel naar
de geestelijke als maatschappe
lijke verheffing der woonwa
genbewoners. Niet met giften
en gaven zonder meer, maar
door positieve hulp van voor
lichting op vader- en moeder-
avonden, werkt het R-K. Woon
wagenwerk thans in deze kam
pen. Huisbezoek van voor het
werk geïnteresseerde priesters,
sociale verzorgers (sters) en
het contact met dames van een
speciale St. Vincentius-confe-
rentie, zorgen thans voor de
geestelijke verheffing, voor be
ter godsdienstonderricht, on
derwijs en viering van kerkelij
ke feesten.
gen obstakels op die weg. En het is
aan ons, niet aan hén, die op te rui
men. Ze zullen er alleen aan moeten
meewerken, de kampmensen. Maar de
gemeenschap moet de middelen aan
brengen.
Wil men het in Bergen op
Zoom en andere steden het
woonwagenvraagstuk tot een
goede oplossing brengen, dan
moet men de gezinnen van het
kamp een eindweegs tegemoet
gaan. Dan moeten er kerkjes
komen en scholen en clubhui
zen. En natuurlijk een maat
schappelijke werkster en jeugd
werkers, die kinderen en vol
wassenheid leren wat zij tot nu
toe niet hebben geleerd. Die
hun de overtuiging bijbrengen
dat er beter en zelfs prettiger
dingen zijn dan de voetbal en de
wekelijkse bioscoopgang. Die
haar ook leren begrijpen, dat 't
goed is, een deel van de dier
bare „vrijheid" prijs te geven
voor andere kostbare zaken.
Dat is niet gemakkelijk. Een tradi
tie van jaren vormt het karakter en
wil men de traditie veranderen dan
moet ook het karakter veranderd
worden. Anders maakt men brokken.
Zin voor orde en regelmaat, spaarzin,
belangstelling voor wat buiten het
eigen milieu waardering verdient en
nog zoveel andere eigenschappen...,,
zij zullen met de jaren moeten worden
aangekweekt.
De jeugd het eerst!
•MUI
kan er toch niets mee begin
nen," is een uitspraak die men
maar al te veel hoort. Men kan er
wel jets mee beginnen. Dat hebben
we begrepen tijdens dat gesprek met
Klaas Otto en met Moeder v.d. Vel
den en met Rinus Otto en de vele
anderen, die in het kamp leven. En
ook de gedragingen van de mensen
zeggen wel iets. Die moeder daar, met
het verweerde gezicht, koestert haar
baby met evenveel liefde als iedere
andere moeder en dat joch daar kan
van het spel met zijn hondje maar
niet genoeg krijgen. De bolsters zijn
ruw, maar de kernen goed. Men hoeft
zich niet te verbeelden, dat het maat
schappelijk werk binnen enkele ja
ren van het kamp een voorbeeldige
gemeenschap zal maken, maar men
kan, met geduld en liefde, de kiem
leggen voor een plant die later
wellicht veel later met dezelfde be
dachtzame zorg verder kan worden
opgekweekt.
Vader Otto zal niet zo gemakkelijk
meer te buigen zjjn. Maar de opge
schoten knaap, die aan een auto staat
te prutsen, zou een bruikbare kracht
kunnen worden in dc fabriek. En
Liesbet v.d. Velden die nog twee
jaar moet worden, zal misschien eens
de trots van haar ouders zijn. Als men
maar inziet, wat het kamp en de
mensen vragen en het werk, dat in
derdaad ook in Bergen op Zoom aan
dacht gaat krijgen, met wijze tact
aanvat.
Niet alleen in materieel en hygiënisch opzicht is veel ver
anderd. Ook op sociaal, godsdienstig en paedagogisch gebied, zijn
grote verbeteringen aangebracht, waardoor het kamp met recht
de naam van „Modelkamp" draagt. De tijdelijke of permanente
bewoners zijn niet uit hun eigen milieu gerukt en leven nog
steeds in de aparte sfeer, die hen zo eigen is. Het is een gerust
gestelde en tevreden gemeenschap geworden, die bovendien op
maatschappelijk verantwoorde wijze kan leven, werken en
wonen
7ATERDAG, 6 Juni 1953, werd dit
nieuwe kamp door de Bisschop
van Roermond, Mgr. Lemmens inge
zegend en officieel in gebruik geno
men. Voor de aanleg voteerde de ge
meente een bedrag van 95:000 gulden
en de verzekering keerde 60.000 gul
den uit. voor de door brand verniel
de kapel en school op 24 Juni 1952
in het thans verlaten kamp. Deze
bedragen waren echter lang niet vol
doende om de nieuwe complexen te
bouwen maar, met giften en gaven
van Katholiek Maastricht, is de ver
wezenlijking van dit fraaie kamp
toch nog een feit geworden. Vanzelf
sprekend heeft het Maastrichtse woon
wagenkamp waarvan pater J. Belt
S.C.J. de bezielende stuwer is nog
dagelijks financieel nijpende zorgen te
dragen. De gemeente subsidieert wel
met f. 3.000.per jaar en de woon
wagenbewoners betalen zelf hun ver
bruik aan licht en water, maar daar
naast blijven er nog heel wat andere
uitgaven, welke het Katholiek Woon
wagenwerk bjjeen moet brengen, en
de steun van Katholiek Maastricht
blijft onmisbaar, om de vooi'beeldige
menselijke zorg voor dit nieuwe woon
wagenkamp, in stand te houden.
Godsdienstzin
TN het Maastrichtse woonwagenkamp
hebben in 1952 en 1953 vrij
wel alle bewoners hun Pasen gehou
den, een resultaat waarop heel wat
Maastrichtse parochies ijverzuchtig
kunnen zijn!
Bovendien wordt elk jaar geduren
de de zomer in het kamp een processie
gehouden, waarvoor van de zijde der
kampbewoners een godvi'uchtige en
devote belangstelling bestaat.
De woonwagens worden keurig ge
poetst en met een schat van kleurige
bloemen getooid. In de deuropening
wordt op 't beste vloerkleedje tus
sen kaarsen en veldbloemen een
crucifix, H. Hart- of Madonnabeeld
geplaatst. Op de weg, die het Aller
heiligste volgt, is door artistieke
kampbewoners een kleurig zandtapijt
met zorg uitgelegd en de ingang van
het kamp feestelijk versierd. Alles
is primitief en kinderlijk naief aange
bracht, maar dit manifesteert juist op
sprekende wijze, de diepe godsdienst
zin van deze mensen, die op de dag
der processie de beste kleren hebben
aangetrokken om de „Koning der Ko
ningen" waardig te ontvangen.
Geen priester heeft een dankbaar
der en oprechter „parochiegemeen
schap" dan die van een woonwagen
kamp, ook al worden deze mensen
vaak nog als „dieven, brandstichters,
oplichters, en moordenaars" betiteld.
Jongens en meisjes uit het Maas
trichtse kamp, gaan in kleinere par
ticuliere bedi-ijven en in ateliers een
behoorlijk en gei'egeld bestaan vinden.
Het werk van de sociale verzorgster
alsmede het contact met het algemeen
R.K. Woonwagenliefdewerk, ressorte
rende onder het Departement voor
Maatschappelijke Werken in Limburg,
leveren op verschillend terrein, veel
resultaat op. Het Maastrichtse kamp,
beschikt sedert twee jaar over een
fröbelschool, welke nu geregeld 40
kinderen telt.
Als het Allerheiligste komteen
crucifix tussen veldbloemen en
kaarsen. Christus zou hier binnen
gaan, want Hij is er welkom. Mo
gen wij ons dan van deze mensen
afkeren?
Het onderwijs
TN September is hier tevens een drie-
klassige school geopend. Maas
tricht verkreeg daardoor de eerste
kampschool in Limburg. Uiteraard
moet dit onderwijs sterk individueel
gericht zijn, omdat normaal slechts de
helft der kinderen geregeld naar
school blijft gaan. Ongeveer 30 pro
cent trekt in de zomermaanden met
de ouders er op uit, en 20 procent
blijft hoogstens enkele weken in een
bepaald kamp. Naast vorming van
kinderclubs voor ontspanning en het
organiseren van uitstapjes voor gro
teren, is de aandacht van het Woon
wagenwerk in belangrijke mate ook
gericht op gezinshygiëne.
Gtezinshygiëne
WROl'WEN volgen kookcursussen op
een huishoudschool, met zoveel
succes, dat meerdere cursussen nodig
waren, er zijn kledingdemonstraties
gehouden en de meisjes volgden naai
en huishoudcursussen. In het nieuwe
kamp houdt een Groene Kruis zuster
wekelijks een middag zitting ter voor-
lichting: van de moeders over baby-
en kleuterzorg. Voorts staan een
kraam- en gezinsverzorgster ter be
schikking, die hun werk uitsluitend
in het kamp verrichten. Het Maas
trichtse modelkamp, dat alle kampen
tot een lichtend voorbeeld wil zijn, is
deze bijzondere zorgen volkomen
waard.
Eenieder is vrij in dit kamp en een
strenge kampleiding is dan ook over
bodig en ondenkbaar. De bewoners
zijn blij en gelukkig, een veilige en
goede rustplaats gevonden te hebben.
Dank zij regeringssubsidie, toege
kend door het ministerie voor Maat
schappelijk Werk, zal de 53 afdelin
gen tellende Katholieke Vereniging
van Woonwagen werken in Nederland,
acht jaar na haar oprichting in 1946,
thans een grote activiteit kunnen
gaan ontplooien in de byna 200 grote
en kleine woonwagenkampen in ons
land.
Welke deze activiteiten zullen zijn,
hangt mede af van de resultaten der
werkcommissie, ingesteld door het
zelfde ministerie en samengesteld uit
vertegenwoordigers der overheid
Na de inzegening van het Maastrichtse woonwagenkamp, bezocht Mgr op"
Lemmens de mensen in hun wagens. Deze foto op de achtergrond het dracht op korte termijn rapport uit
sierlijke kerkje zegt meer dan duizend woorden. verbeteringen? t0t £Und te bren'