DE KRIBBE ONTBREEKT
IN HET FRANSE GEZIN
z
DE VROUW EN HAAR DOMEIN
Moeders hebben slapeloze nachten
Een eetbaar Kerstvuur op tafel
Père Noël" speelt voor late St.
Prijzen vliegen omhoog
Kerstliedje
Kandelaartjes
E
D
Ontvangen
en geven
Klein Kerstmenu
f HET WAS EEN WÏTKERSTMIS
Een nieuwe ster aan
de textielhemel
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 24 DECEMBER 1953
De Nachtmis
stuk Kerstfolklore
Geen kribbe
St. Sylvester
MARIE KOENEN.
6
6
LS KERSTMIS NADERT krijgt de Franse
huisvrouw het druk. Bedrijvig rent en
,,metro't" ze heen en weer en als ze tijd heeft
om even op adem te komen neemt ze potlood
en papier om opnieuw aan het rekenen te
gaan. Honderd keer probeert ze om van tien
biljetten het dubbele te maken, honderd keer
moet ze constateren dat ze zulks evenmin kan
als haar Nederlandse zusters. Verstandigen
schrappen dan op het lijstje een aantal bood
schappen door. Onverstandigen en die zijn
er helaas velen slaan een gat in de volgende
maand met alle gevolgen van dien.
Al jaren voordat Frank
rijk en Spanje zulke
slechte buren werden,
heeft Marianne de oude
Sinterklaas ingeruild
voor Père Noël, een
waardige heer met witte
baard en rode mantel,
die in de Kerstnacht ge
schenken door de schoor-
steen gooit. Al begin De
cember zit hij in de gro
te warenhuizen de ver
langlijst van de kinde
ren in ontvangst te ne
men. Maar kleine mens
jes hebben talloze wens-
jes en omdat „Maman''
haar kindje nu eenmaal
graag gelukkig ziet en
omdat het manneke bij
iedere Noël dusdanig
verwend werd, dat er nu
weer meer en weer duur
der speelgoed moet ko
men, heeft zijn moeder
slapeloze nachten. Het
gebruik eist bovendien,
dat er direct va de nacht
mis een uitvoerig diner
wordt geserveerd met
oesters, champignons en
champagne.
r
TN deze tijd van het jaar vliegen de
prijzen van speelgoed, dranken
kerstbomen, oesters en andere dingen
omhoog. Champagne ls nu al gemid
deld 100 fr. per fles duurder. En aan
gezien een Kerstnacht zonder cham
pagne even weinig waarde heeft als
een Oudejaarsavond zonder twaalf
slagen, betekent dit weer een extra
belasting van het toch al topzware
budget.
'TEVERGEEFS zoekt men de kribbe.
Zelfs in uitgesproken katholieke
huisgezinnen ziet men geen „stalle
tje" waarvoor de kinderen bij ons hun
gebedje opzeggen. Wei staat op vele
plaatsen een prachtige kerstboom,
rijk versierd met alle soorten glinste
rend spul. De afstand tussen het wa
re Kerstfeest en de persiflage, die
men er in Frankrijk van maakt, is
bijna onoverbrugbaar, in feite begint
het feest al om tien uur 's avonds als
de een de ander gaat afhalen voor
de Nachtmis. Er moet n.l. alcohol bij
zijn om de kou te verdrijven en de
..stemming" ruimte te geven. Tijdens
de Nachtmis zitten alle kerken
stampvol, maar negentig procent der
„gelovigen" gaat anders nooit naar de
kerk.
Men kijkt nieuwsgierig en weinig
ingetogen naar de ceremonie die door
velen beschouwd wordt als een aardig
stukje kerstfoiklore. Na de plechtig
heid gaat men huiswaarts om een
smul- en drinkparten aan te richten,
zodat velen de hele Eerste Kerstdag
nodig hebben om hun roes uit te sla
pen. In de grote steden gaat men di
rect na de Nachtmis naar een restau
rant, daarna naar cabaret en bar. Dat
noemt men de Reveillon.
Ook sommige katholieken, die iede
re Zondag naar de kerk gaan vinden
de Reveillon in bar en cabaret niets
uitzonderlijks
's Lands wijs. 's lands eer.
A LS de Kerstdagen dan voorbij zijn,
is de drukte voor de Franse huis
vrouw nog niet voorbij, want dan
staat Saint-Sylvester voor de deur.
Ook het oude jaar moet met eenzelf
de Reveillon uitgeleide worden ge
daan. Als dan tenslotte het nieuwe
jaar begint is men moe van het fees
ten. Men mist de kracht om zich te
verheugen over het lengen der dagen;
men mist ook de kracht om nieuwe
plannen te maken...
Toch zijn in feite Januari en Fe
bruari de moeilijkste maanden, want
hetgeen manlief in deze twee eerste
maanden hoopt te verdienen is vaak
al lang aan Père Noël en St. Sylves
ter afgestaan. En daarom is zelfs het
begin niet goed.
\jrODS Engelen met donzen wieken, ze daalden neer,
die Kerstmis-nacht,
en hebben 't lieve Kindje Jezus daar in een krib
vol hooi gebracht.
We hebben hiervoor nodig een klein
blikje ananas, 4 rechte bananen, een
half ons geconfijte vruchtjes, een hal
ve liter slagroom, een half ons sui
ker, sucade en een schijfje citroen.
Leg plakjes ananas op schoteltjes.
De bananen pellen, recht afsnijden en
bestrijken met citroensap anders wor
den ze bruin). In het midden van de
schrijf ananas zetten we een recht
afgesneden banaan. Een klein stukje
sucade, dat er van boven ingestoken
wordt, doet denken aan het kaars
pitje. De ananas wordt versierd met
geconfijte vruchtjes en er omheen
komt de (met suiker) stijfgeklopte
slagroom.
Voor het opdoen de pudding op een
natgemaakte schotel storten, een deel
van de saus er omheen schenken en
de rest apart er bij geven.
IJN Moeder heeft met zachte handen, Hem warme
windsels aangedaan
Een os, een ezel, heel verwonderd, die ademden
wat zoelte aan.
OEN kwamen alle herders bidden, begroet door
Jozef voor-en-na.
Maria liet hun 't Kindje kijken, Gods Engelen
zongen Gloria
EN grote Ster stond aan de hemel, haar stralen
schenen overal,
Drie Koningen met gouden kronen kwamen dan
ook al in die stal
AT was een vreugd en een gefluister, dat ivas op aard
een Hemelfeest
Ach, waren gij en ik en allen heel stil en blij
daarbij geweest
(Uit: „Vrouwenleven").
gINT NICOLAAS is een dag van
cadeautjes, maar Kerstmis' is
een dag van géven, in de volle, wa
re zin van het woord. God gaf op
de dag. die wij nu vieren, Zijn Zoon
aan de wereld en het kindje in de
kribbe was voorbestemd om
het recht op de hemel te geven.
Is het om deze redenen, dat wij
met Kerstmis zo graag iets voor
onze medemensen doen? Er zijn
tientallen comité's, grote en kleine
verenigingen, die zich op deze dag
beijverden hun medemensen te hel
pen. Er wordt gedacht aan de zie
ken, aan de armen en aan alle
maatschappelijk misdeelden, ja
zelfs aan de gevangenen. Al dit goe
de geeft aan ons eigen Kerstfeest
glans en diepte.
Maar helaas, zo vaak moeten wij
nog ervaren, dat velen de kunst
van het geven niet verstaan! Ik be
doel hier de mensen, die in neer
buigende barmhartigheid en zich
bewust van eigen zielegrootheid,
„goed-doen". Heus, zij zijn er nog
en hun aantal is groter dan we ver
moeden. Wie van oné geeft er g
heel oprecht, zonder een enkele g<
heime intentie? Wie kan er geven,
zonder zich vaag bewust te zijn van
zijn goedheid? We zien het aan
hen, die ontvangen, aan hun soms
bijna slaafse dankbaarheid, die de
gever streelt en die hem ertoe
brengt méér „goed te doen". Hoe
vaak horen we niet: het is zo'n
dankbaar werk, dat helpen van zie
ken en armen? In een oud boekje
las ik eens de woorden: „ziet toe,
dat ge waard zijt een gever te zijn!
Want wie waardig bevonden is te
drinken uit de grote stroom des le
vens, hij zou zijn drinknap niet mo
gen vullen aan uw kleine stroom?"
Dit legt ons een zware last on.
Het vraagt van ons 't vanzelfspre
kende geven, ook zonder dat we er
dankbaarheid voor ondervinden. Het
geven, zoals God het bedoelde, toen
hij Zijn Zoon offerde aan de men
sen. Het eenvoudige, hemelse ge
ven, zowel aardse als geestelijke za
ken. Wie zó weet te geven, kan zich
gelukkig en dankbaar achten, want
op zijn gaven verheffen zich gever
en ontvanger beide tot de bron van
alle goedheid.
LIESBETH
(van f 4.50 voor
4 personen)
Sneetjes gebakken brood met
kaasragoüt
Runderrollade van 500 g (rest
wordt als koud vlees gegeten)
gesnipperde winterwortel met
erwtjes uit blik, of bevroren
erwtjes.
Aardappelen
Appelpudding met vanillesaus.
Sneetjes brood met kaasragoüt
8 dunne sneedjes wittebrood zonder
korstjes van 4-6 cm., 40 g margarine
of boter, 2 dl melk, 25 g bloem, 120 g
kaas (gedeeltelijk geraspt, gedeeltelijk
in blokjes), peper, zout, peterselie.
De bloem aanmengen met een deel
van de koude melk, de rest van de
melk aan de kook brengen en met
de aangemengde bloem binden tot
een dikke saus. De geraspte kaas toe
voegen en op het laatst de blokjes
kaas. De ragout op smaak afmaken
met peper, zout en zeer fijn gehakte
peterselie. De sneetjes brood in de
koekenpan in juist gesmolten boter
of margarine goudbruin bakken, op
een warme schaal leggen en bedek
ken met de ragout.
Appelpudding met vanillesaus.
3 dl appelsap, 1/2 dl citroensap (1
citroen), 1 1/2 dl water, 2 grote zacht-
zure appelen, 75 g suiker, 15 g gelatine
(5 blaadjes wit, 2 blaadjes rood).
Voor de saus: 3 dl melk, 10 g cus-
tardpoeder, 15 g suiker, pakje vanille
suiker.
De gelatine weken in ruim water.
De 1/2 dl water met de suiker en de
zeer dun afgesneden schil van de ci
troen aan de kook brengen. De appe
len schillen en in blokjes snijden. De
ze even in het kokende water leggen
tot ze juist zacht zijn; ze daarna met
een schuimspaan uit het water ne
men. De citroenschil uit het water
nemen. In het hete water de geweekte
gelatine oplossen. Hierbij het appelsap
voegen en de blokjes appel. De mas
sa, wanneer hij lobbig begint te wor
den, overdoen in een met water om
gespoelde puddingvorm.
Voor de saus het custardpoeder
aanmengen met een deel van de kou
de melk. De rest van de melk aan de
kook brengen en binden met het aan
gemengde custardpoeder. De suiker
en de vanillesuiker toevoegen.
Qp een gegeven ogenblik hadden wij allemaal een
grondige hekel aan Bing Crosby. Het kwam door
de liefhebberijen, die de Amerikanen naast ons er
op na hielden. Geschikte knapen en puike soldaten,
die de ritsen onderscheidingen op hun trotse borsten
niet met sterke verhalen vertellen alleen hadden ver
diend, maar met een onverdroten belangstelling voor
muziek. Strikt genomen konden we alleen aanstoot
nemen aan de gramofoon in hun bivak. Dit had John
weten mee te smokkelen vanuit Japan, waar hij twee
weken verlof had genoten. Het is niet bepaald een
pijntje lang in Korea te vechten en zijn Nederlandse
collega's hadden hem de vacantie graag gegund. Als
hij de vervloekte gramofoon maar niet had meege
bracht....
Het ding bleek bovendien onverslijtbaar. Voeg daar-
.ij, dat hij slechts vier plaatjes op de kop had kunnen
tikken, waarvan er in de loop der tijd drie waren ge
broken en U zult begrijpen, dat het plan om een hand
granaat naar het onding te werpen in grote ernst werd
overwogen. Tot op dat moment werden we echter elk
uur van de dag vergast op het stemgeluid van die
Bing Crosby, die de geneugten van een White Christmas
bezong. In het eerst had het simpele liedje over een
witte Kerstmis ons geroerd, al durfde dat niemand zeg
gen. Het liep ten slotte tegen Kerstmis en zelfs de
wildste jongens van de hap bewaarden in hun hart her
inneringen aan dit stemmige feest.
Bing versleet evenmin en de Amerikanen groepten
sentimenteel rond het zenuwending. Later werd de
attractie nog verhoogd, doordat ze de tekst gingen n _e-
zingen in de toonaard, die hen zelf het best schikte.
Zelfs het onaandoenlijk gezicht van Fi- en Lai vertrok
even als onze buren, voor de zoveelste maal met hun
programma begonnen.
TAie gramofoon heeft eigenlijk niets met het verhaal te
maken. Maar hij schiet me telkens te binnen, wan
neer ik aan de kleine Fi-en Lai denk. En dat is elke
keer, wanneer ik weer terug in het vaderland een
van de jongens tegenkom, of wanneer de radio het heeft
over hoe erg het toch wel is in Korea. Fi-en Lai ver
tegenwoordigde voor de IJederlandse soldaten, die in
zijn land hebben gevochten en die hem hebben mee
gemaakt het erbarmelijke en geslagen Korea. Zijn ar
moe was als die van al zijn landgenoten en zijn onuitge
sproken leed hetzelfde, dat leefde in al die matte men
sen, die we er hebben gezien. Wellicht kan een ge*leerde
knaap uitleggen, dat er niets klopt van deze filosofie,
maar hij zal die ons toch niet meer uit het hoofd praten.
„Het is veel te mooi verzonnen", zou Kees zeggen, wan
neer hij er niet was gesneuveld.
Fi-en Lai was als al die andere duizenden. We zagen
hen in de dorpjes, die we gedurende onze opmars door
trokken. Ze groepten rond onze wagens, omdat ze op
de een of andere manier hadden ontdekt, dat we Ne
derlanders waren. De Nederlandse soldaten stonden in
een goed blaadje. Ze waren meestal te moe om nog
gauw een zwarte handel met de Koreanen op poten te
zetten, zoals de Amerikanen deden, ze keken niet zo
fanatiek als de Turken, waarvan het gehele Oosten als
de dood zo bang bleek en waren royaal met eten en
drinken. Dat laatste zal wel het belangrijkste zijn ge
weest, want de dorpelingen zagen er hongerig en on
dervoed uit.
Mu we de eerste Dacron overhemden
in de Sinterklaasétalages hebben
gezien, en de Europese mode-centra
dit materiaal verwerken ter vervaar
diging van overhemden, lingerie en
japonnen, vraagt men zich af, wat ts
Dacron en is het beter, dan Nylon of
Orion?
Dacron is een derivaat van water,
lucht, steenkool en petroleum even
als Orion. Maar toch heeft de Dacron
voordelen boven de Orion.
De „toucher" van Dacron is pretti
ger en zijde-achtiger dan dat van Or
ion, zonder echter specifiek vrouwe
lijk te worden. Hebben Nylon en Or
ion de eigenschap vlug vuil te worden.
Dacron blijft langer schoon, waardoor
het uiteraard minder gewassen zal
worden en dus minder gauw aan slij
tage onderhevig is.
Wij zagen de eerste Dacron artike
len en constateerden dat het mate
riaal meer body heeft en minder
kreukt.
LODEW1JK VAN BOUVIGNE
I^ERSTMIS IS HET FEEST van de vreugde, ook
in het gezin. En waar vreugde heerst, daar
wil de goede huisvrouw niet achterblijven. Juist zij
zal proberen de sfeer in huis, waar de diepere
vreugde van het beleven van de Kerstnacht be
zinkt, zo goed mogelijk te doen zijn. En hoe kan
het eigenlijk anders? daarbij denken wij het
eerst aan ons kerstdiner. Dat wordt een eerste (ma
terieel) hoogtepunt van de dag en het verdient
daarom, dat we er alle zorg aan besteden. We heb
ben voor deze keer geen geheel menu samengesteld,
ook al met het oog op de huishoudportemonnaie.
Neen. we kozen een nagerecht, maar dan ook één,
dat het gehele gezin zal doen denken, dat dit na
gerecht de hoofdschotel is. Het is plumpudding met
rumsaus.
Voor de pudding ne
men we een ons kalfs-
niervet. Verder een hal)
pond bloem, een half
pond krenten, drie ons
rozijnen, anderhalf ons
sucade. vier zure appe
len. vijf eieren. 150 gram
oud brood (ongeveer vier
sneedjes), een theelepel
zout, een half pond brui
ne suiker, een half ons
oranjesnippers, 2 maat
jes rum, de geraspte schil
van één citroen, een halve
nootmuskaat.
Voor de rumsaus heb
ben we nodig: 3 eier
dooiers. een eetlepel maï
zena, een ons suiker
1 1/2 theekopje water,
het sap van 1 citroen,
1 1/2 maatje rum.
PLUMPUDDING. Ver
wijder de velletjes van
het vet en hak dit in de
gezeefde bloem heel fijn-
Was hierin de krenten en
rozijnen en laat ze dro
gen. De sucade en de ap
pelen worden fijn ge
snipperd en al deze in
grediënten worden goed
door elkaar gemengd.
Roer de losjes geklopte
eieren er door en voeg
dan het verkruimelde
brood, het zout, de sui
ker. de oranjesnippers,
de helft van de rum. et
citroensap cn de neraspte
citroenschil toe. Dit alles
wordt flink gekneed.
De pudding koken we
au bain Marie in een
(natuurlijk) vuurvaste
vorm. Dit koken duurt
zes uur. Laat de pudding
in de vorm koud worden.
Pas kort voor het opdie
nen zetten we de pud
dingvorm in een pan met
kokend water, zodat ze
warm wordt. Nu wordt
de pudding op een scho
tel omgekeerd en de
overgehouden rum wordt
er overheen gegoten. Dit
is het plechtige moment,
waarop we de pudding
„in brand steken". Altijd
een groot ogenblik. Even
een lucifer bij de rum en
we dienen eetbaar kerst
vuur op!
De rumsaus wordt
apart opgediend. Roer
hiervoor de eierdooiers
met de maïzena en de
suiker. Voeg het water
en het citroensap toe en
verwarm dit alles onder
goed roeren tot het ge
bonden is. Op het laatste
moment wordt de rum er
doorheen geroerd.
In het dorpje van Fi-en Lai hadden de Turken wel
gevochten. Het was bij verrassing gebeurd en zodoende
waren alle bewoners noodgedwongen getuige geweest
van het bloedbad, dat de Turkse soldaten met hun ba
jonetten onder wat Chinese troepen hadden aangericht.
Onze groep trok mee op in het tweede front. Toen we
het dorpje voorzichtig binnentrokken, was er al geen
Turk meer te zien. Die liepen steeds net zo lang. tot er
geen Chinees of Noord-Koreaan in de verste omtrek
meer was te zien.
Fi-en Lai woonde in het midden van het plaatsje. We
stopten vlak voor zijn deurtje en gingen zitten wachten
op de keukenwagen. Wanneer ze die niet aan flarden
hadden geschoten onderweg, zou hij binnen een kwar
tier hier zijn. De jongens van onze groep begonnen
met chocolade te gooien naar het kleine grut, dat met
grote staarogen naar ons stond te gluren. Niet eentje
waagde het echter iets op te rapen.
Ze geloven niet in het kerstmannetje, veronderstel
ik", zei Gerrit Gommers. We beseften op dat ogenblik
niet, dat de kleine mensjes anders tegen de doden langs
en op de weg aankeken dan wij.
Opeens stortte zich toch een figuur op straat, die als
een bezetene de tabletten vergaarde en toen zijn huisje
binnen vluchtte. Het ging zo vlug, dat we het amper in
de gaten hadden.
Die suggestie van het Kerstmannetje was onjuist",
zei Gerrit. „Ze houden hier niet van chocola op dat ene
mannetje na en die moet zich plotseling heel vlug heb
ben gevoeld." Hij stond op en wandelde nieuwsgierig het
woninkje binnen. Gerrit kennende, hadden we bij voor
baat reeds medelijden met het Zuid-Koreaantje. Het kon
zo gek niet gaan, of Gerrit vond wel een manier om zijn
misnoegen kenbaar te maken.
Door de dunne wanden hoorden we af en toe zijn zwa
re stemgeluid. Bij de deur had hij het reeds over „Hand-
granaatje, boem-hoem, bloedje bloedje", en we vroegen
ons af, wat hij allemaal nog meer zou verzinnen om de
man zijn inhaligheid af te leren. Tot onze verbazing
was hij uitgepraat, toen hij weer tevoorschijn kwam.
Hij deed onder de maaltijd zijn mond ook niet meer
open en daarom poneerde ik de stelling, dat het man
netje hem op zijn donder had gegeven. Gerrit reageerde
niet. Niet op de manier tenminste, zoals wij het van hem
gewoon waren.
Wij sjouwen door dit land heen zonder de talloze tra
gedies in de gaten te hebben, die op enkele meters van
ons vandaan gebeuren", begon hij. Het was allemaal
nogal beroerd ook. Vroeger had de man hier gewoond
met vrouw en kinderen. Gelukkig, denk ik. Toen was
de oorlog gekomen. Vrouw dood, kinderen dood, dezelf
de misselijk makende geschiedenis, zoals Europa die in
de voorgaande jaren bij duizenden had opgeleverd. Eén
dochtertje had Fi-en Lai mogen behouden. Hij had het
onder de hoede van zijn moeder gesteld en met hun
drietjes zaten ze nu op de hongerdood te wachten. Die
chocola betekende weer een kans.
Het kan allemaal sentimenteel klinken", vond Gom
mers, „maar de eerste de beste, die er om durft te la
chen, trim ik de hersens in elkaar". Dat was mannen
taal. Voor de rest probeerden we het te vergeten, omdat
immers alles hier in de ellende zat. Toen we vertrokken,
lieten drie van de jongens hun rantsoen achter. De rest
ratste wat uit de keukenwagen en jopte het eveneens
in de buurt van het huisje.
Hiermee zou het verhaal zijn afgelopen. Maar toen
we een eind op weg waren, ontdekte de groepscomman
dant, dat Fi-en Lai geduldig achter ons aan liep. Hij
torste een kist munitie op zijn smalle schouders en
keek alsof hij er eigenlijk nog best vier bij zou willen.
Hii zal toch niet van plan zijn dat spul ook op te
eten", zei iemand.
Het bleek eenvoudiger. Hij wilde ons helpen met dra
gen. Voor zover wij uit zijn taaltje wijs konden worden
bij wijze van wederdienst. We dreigden met geweren en
handgranaten, maar het kereltje was niet van gedachten
te veranderen. Sedertdien was Fi-en Lai een der onzen.
T~)e kleine Zuid-Koreaan maakte spoedig kennis met
alles, waarmee we onze dagen vulden,, tot aan
de gramofoon van onze Amerikaanse buren toe. Hij
veroverde met één slag onze goodwill door uit eige
ner beweging voor te stellen het mechaniek in het
geheim te vernietigen. We dachten, dat het een grapje
was, maar reeds de volgende nacht snorden de Ame
rikanen hem in hun bivak. We hadden twee uur
nodig om zijn aanwezigheid daar bij benadering te
verklaren. Fi-en Lai werd vrijgelaten en de bezitters
van de gramofoon stelden een extra-post in om her
haling te voorkomen. I
Wij kregen hoe langer hoe meer de indruk, dat Fi-en
Lai geen grapjes kon maken. Hij deed alles in dodelijk»
ernst. De meest gevaarlijke opdrachten volbracht hij
met een ijzeren gezicht, waarop geen enkele aandoening
van angst of afgrijzen was te lezen. Zijn functie in onze
groep bestond in het dragen van munitie, wanneer wij
op pad moesten. Bij stormaanvallen was hij steeds het
eerst boven. Als wij dan hijgend en vloekend van angst
ook de top bereikten, stond hij te wachten met een. te
vreden uiterlijk. Als beloning gaven we hem overvloe
dig te eten. Overigens was Fi-en Lai meer in het vuur
dan wij, want om de dag vertrok hij 's nachts stilletjes
voor een geheime tocht. Niemand die wist,- wat hij dan
uitvoerde. Ik weet niet hoe het uitkwam, maar nu weet
ik, dat hij bij dergelijke gelegenheden zijn opgespaard
voedsel naar zijn dochtertje en moeder in het dorpje
ging brengen.
Het grootste wonder blijft voor ons nog altijd, hoe ons
hulpje er levend van af is gekomen. Het was misschien
zijn ontembare levensdrang. Maar dat zal wel niet,
want er sneuvelden soldaten bij bosjes en die hadden
ook steeds zin gehad in het leven.
"A ls klap op de vuurpijl kregen we een grootscheepse
aanval naar het Noorden. We waren op- en terug
getrokken en we vermoedden, dat ze bij de staf hadden
geredeneerd, dat het welletjes was. Niemand wist meer,
waar hij ergens was. behalve Fi-en Lai. want die ver
dween nog stipt om de dag naar zijn huisje.
De staf wenst U allen zalig Kerstfeest en of U maar
wilt aanvallen", zeiden de jongens toen de opdracht af
kwam.
Vlak voor we vertrokken, kwam de aalmoezenier pra
ten over het feest, dat aanstaande was. We legden hem
uit, dat het „Vrede op aarde" dit jaar niet voor ons zou
gelden. „Dan vechten jullie er in ieder geval voor. Het
ls onder gegeven omstandigheden moeilijk uit te leggen,
maar jullie moeten me begrijpen", zei hij. We wilden
hem niet begrijpen en daarom voegde hij er aan toe:
Er zal deze nacht één ogenblik zijn, dat jullie niet
schieten en geen doden maken." We vonden het sterk
gezegd. Toen ten minste. We waren ongeveer half weg,
toen de woorden van de aalmoezenier werkelijkheid
schenen te worden. Voor ons lag een klein dorpje in
een dal. We konden ons niet voorstellen het ooit eerder
te hebben gezien, maar dat kon best wèl het geval zijn,
omdat de plaatsjes daar allemaal op elkaar lijken.
Bert Degree keek een hele tijd wantrouwend naar de
onheilspellende rust in de straatjes en besloot een schep
mortiervuur uit te delen, omdat alle huizen best vol
Chinezen konden zitten. Bert was royaal met zulke ver
moedens sinds ze hem eens in precies zo'n dorp van
alle kanten vuur hadden gegeven. De mortierschutters
hadden opeens zin, want ze hadden al drie granaten
verschoten, voordat Bert had uitgelegd, waar ze op
moesten richten. Zijn geoefende ogen hadden licht ge
zien. Een schamel streepje. Het kwam uit een hutje
midden in het dorp.
Daar", zei Bert. „En niet eerder dan op mijn com
mando."
Op dat moment smeet de kleine Fi-en Lai zijn munitie-
kisten tegen de grond en kwam heftig gebaren tegen de
jongens bij hun mortieren. Hij slikte van de machteloos
heid om zich verstaanbaar te maken.
Leeg', dat was het enige, dat we konden thuisbrengen
Hoe is het in hemelsnaam mogelijk", spotte er een
tje. „Hij weet, dat de jeneverflessen leeg zijn,"
Het ventje bleef roepen. Hij kronkelde zich voor de
vuurmond en van zijn onafgebroken flegma was geen
greintje meer over. Niemand kon er meer wijs uit wor
den. Plotseling greep hij mijn helm, griste een geweer
weg en begon roepend en schreeuwend in de richting
van het dorpje te rennen. De jongens keken hem pein
zend na. Medelijden ook, want hij was niet de eerste, die
malende was geworden van al die rotzooi. Na een kwar
tier kwam Fi-en Lai
terughollen. Hij had
het nog steeds over
„Leeg".
Bert Degree dacht
lang na.
We zullen het er
op wagen", zei hij
eindelijk. „Fi-en Lai
bedoelt, dat het dorp
je leeg is. Hij heeft
het bewijs .daarvan
willen 'everen".
"jljet dorp was leeg.
Op het hutje in
het plaatsje na. Daar
woonden nog het
dochtertje en de moe
der van Fi-en Lai.
Het kind stond onder
de zweren en ik kan
me niet voorstellen,
ooit zo'n lelijke vrouw
te hebben gezien als
in die hut. Maar we
waren allen even uit
zinnig van vreugde.
Bing Crosby zong
de volgende dag weer
zijn „White Christ
mas". Het klonk die
ene keer niet afge
zaagd. Het WAS een
witte Kerstmis ge
worden met meiers
sneeuw en enkele se
conden het gevoel van
volmaakte vrede.
De handgranaat heb
ben we pas de vol
gende dag gegooid,
toen niemand in de
buurt van de gramo
foon was.
JAN NOLLEN