DE KRIBBE ONTBREEKT IN HET FRANSE GEZIN z DE VROUW EN HAAR DOMEIN Moeders hebben slapeloze nachten Een eetbaar Kerstvuur op tafel Père Noël" speelt voor late St. Prijzen vliegen omhoog Kerstliedje Kandelaartjes E D Ontvangen en geven Klein Kerstmenu f HET WAS EEN WÏTKERSTMIS Een nieuwe ster aan de textielhemel DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 24 DECEMBER 1953 De Nachtmis stuk Kerstfolklore Geen kribbe St. Sylvester MARIE KOENEN. 6 6 LS KERSTMIS NADERT krijgt de Franse huisvrouw het druk. Bedrijvig rent en ,,metro't" ze heen en weer en als ze tijd heeft om even op adem te komen neemt ze potlood en papier om opnieuw aan het rekenen te gaan. Honderd keer probeert ze om van tien biljetten het dubbele te maken, honderd keer moet ze constateren dat ze zulks evenmin kan als haar Nederlandse zusters. Verstandigen schrappen dan op het lijstje een aantal bood schappen door. Onverstandigen en die zijn er helaas velen slaan een gat in de volgende maand met alle gevolgen van dien. Al jaren voordat Frank rijk en Spanje zulke slechte buren werden, heeft Marianne de oude Sinterklaas ingeruild voor Père Noël, een waardige heer met witte baard en rode mantel, die in de Kerstnacht ge schenken door de schoor- steen gooit. Al begin De cember zit hij in de gro te warenhuizen de ver langlijst van de kinde ren in ontvangst te ne men. Maar kleine mens jes hebben talloze wens- jes en omdat „Maman'' haar kindje nu eenmaal graag gelukkig ziet en omdat het manneke bij iedere Noël dusdanig verwend werd, dat er nu weer meer en weer duur der speelgoed moet ko men, heeft zijn moeder slapeloze nachten. Het gebruik eist bovendien, dat er direct va de nacht mis een uitvoerig diner wordt geserveerd met oesters, champignons en champagne. r TN deze tijd van het jaar vliegen de prijzen van speelgoed, dranken kerstbomen, oesters en andere dingen omhoog. Champagne ls nu al gemid deld 100 fr. per fles duurder. En aan gezien een Kerstnacht zonder cham pagne even weinig waarde heeft als een Oudejaarsavond zonder twaalf slagen, betekent dit weer een extra belasting van het toch al topzware budget. 'TEVERGEEFS zoekt men de kribbe. Zelfs in uitgesproken katholieke huisgezinnen ziet men geen „stalle tje" waarvoor de kinderen bij ons hun gebedje opzeggen. Wei staat op vele plaatsen een prachtige kerstboom, rijk versierd met alle soorten glinste rend spul. De afstand tussen het wa re Kerstfeest en de persiflage, die men er in Frankrijk van maakt, is bijna onoverbrugbaar, in feite begint het feest al om tien uur 's avonds als de een de ander gaat afhalen voor de Nachtmis. Er moet n.l. alcohol bij zijn om de kou te verdrijven en de ..stemming" ruimte te geven. Tijdens de Nachtmis zitten alle kerken stampvol, maar negentig procent der „gelovigen" gaat anders nooit naar de kerk. Men kijkt nieuwsgierig en weinig ingetogen naar de ceremonie die door velen beschouwd wordt als een aardig stukje kerstfoiklore. Na de plechtig heid gaat men huiswaarts om een smul- en drinkparten aan te richten, zodat velen de hele Eerste Kerstdag nodig hebben om hun roes uit te sla pen. In de grote steden gaat men di rect na de Nachtmis naar een restau rant, daarna naar cabaret en bar. Dat noemt men de Reveillon. Ook sommige katholieken, die iede re Zondag naar de kerk gaan vinden de Reveillon in bar en cabaret niets uitzonderlijks 's Lands wijs. 's lands eer. A LS de Kerstdagen dan voorbij zijn, is de drukte voor de Franse huis vrouw nog niet voorbij, want dan staat Saint-Sylvester voor de deur. Ook het oude jaar moet met eenzelf de Reveillon uitgeleide worden ge daan. Als dan tenslotte het nieuwe jaar begint is men moe van het fees ten. Men mist de kracht om zich te verheugen over het lengen der dagen; men mist ook de kracht om nieuwe plannen te maken... Toch zijn in feite Januari en Fe bruari de moeilijkste maanden, want hetgeen manlief in deze twee eerste maanden hoopt te verdienen is vaak al lang aan Père Noël en St. Sylves ter afgestaan. En daarom is zelfs het begin niet goed. \jrODS Engelen met donzen wieken, ze daalden neer, die Kerstmis-nacht, en hebben 't lieve Kindje Jezus daar in een krib vol hooi gebracht. We hebben hiervoor nodig een klein blikje ananas, 4 rechte bananen, een half ons geconfijte vruchtjes, een hal ve liter slagroom, een half ons sui ker, sucade en een schijfje citroen. Leg plakjes ananas op schoteltjes. De bananen pellen, recht afsnijden en bestrijken met citroensap anders wor den ze bruin). In het midden van de schrijf ananas zetten we een recht afgesneden banaan. Een klein stukje sucade, dat er van boven ingestoken wordt, doet denken aan het kaars pitje. De ananas wordt versierd met geconfijte vruchtjes en er omheen komt de (met suiker) stijfgeklopte slagroom. Voor het opdoen de pudding op een natgemaakte schotel storten, een deel van de saus er omheen schenken en de rest apart er bij geven. IJN Moeder heeft met zachte handen, Hem warme windsels aangedaan Een os, een ezel, heel verwonderd, die ademden wat zoelte aan. OEN kwamen alle herders bidden, begroet door Jozef voor-en-na. Maria liet hun 't Kindje kijken, Gods Engelen zongen Gloria EN grote Ster stond aan de hemel, haar stralen schenen overal, Drie Koningen met gouden kronen kwamen dan ook al in die stal AT was een vreugd en een gefluister, dat ivas op aard een Hemelfeest Ach, waren gij en ik en allen heel stil en blij daarbij geweest (Uit: „Vrouwenleven"). gINT NICOLAAS is een dag van cadeautjes, maar Kerstmis' is een dag van géven, in de volle, wa re zin van het woord. God gaf op de dag. die wij nu vieren, Zijn Zoon aan de wereld en het kindje in de kribbe was voorbestemd om het recht op de hemel te geven. Is het om deze redenen, dat wij met Kerstmis zo graag iets voor onze medemensen doen? Er zijn tientallen comité's, grote en kleine verenigingen, die zich op deze dag beijverden hun medemensen te hel pen. Er wordt gedacht aan de zie ken, aan de armen en aan alle maatschappelijk misdeelden, ja zelfs aan de gevangenen. Al dit goe de geeft aan ons eigen Kerstfeest glans en diepte. Maar helaas, zo vaak moeten wij nog ervaren, dat velen de kunst van het geven niet verstaan! Ik be doel hier de mensen, die in neer buigende barmhartigheid en zich bewust van eigen zielegrootheid, „goed-doen". Heus, zij zijn er nog en hun aantal is groter dan we ver moeden. Wie van oné geeft er g heel oprecht, zonder een enkele g< heime intentie? Wie kan er geven, zonder zich vaag bewust te zijn van zijn goedheid? We zien het aan hen, die ontvangen, aan hun soms bijna slaafse dankbaarheid, die de gever streelt en die hem ertoe brengt méér „goed te doen". Hoe vaak horen we niet: het is zo'n dankbaar werk, dat helpen van zie ken en armen? In een oud boekje las ik eens de woorden: „ziet toe, dat ge waard zijt een gever te zijn! Want wie waardig bevonden is te drinken uit de grote stroom des le vens, hij zou zijn drinknap niet mo gen vullen aan uw kleine stroom?" Dit legt ons een zware last on. Het vraagt van ons 't vanzelfspre kende geven, ook zonder dat we er dankbaarheid voor ondervinden. Het geven, zoals God het bedoelde, toen hij Zijn Zoon offerde aan de men sen. Het eenvoudige, hemelse ge ven, zowel aardse als geestelijke za ken. Wie zó weet te geven, kan zich gelukkig en dankbaar achten, want op zijn gaven verheffen zich gever en ontvanger beide tot de bron van alle goedheid. LIESBETH (van f 4.50 voor 4 personen) Sneetjes gebakken brood met kaasragoüt Runderrollade van 500 g (rest wordt als koud vlees gegeten) gesnipperde winterwortel met erwtjes uit blik, of bevroren erwtjes. Aardappelen Appelpudding met vanillesaus. Sneetjes brood met kaasragoüt 8 dunne sneedjes wittebrood zonder korstjes van 4-6 cm., 40 g margarine of boter, 2 dl melk, 25 g bloem, 120 g kaas (gedeeltelijk geraspt, gedeeltelijk in blokjes), peper, zout, peterselie. De bloem aanmengen met een deel van de koude melk, de rest van de melk aan de kook brengen en met de aangemengde bloem binden tot een dikke saus. De geraspte kaas toe voegen en op het laatst de blokjes kaas. De ragout op smaak afmaken met peper, zout en zeer fijn gehakte peterselie. De sneetjes brood in de koekenpan in juist gesmolten boter of margarine goudbruin bakken, op een warme schaal leggen en bedek ken met de ragout. Appelpudding met vanillesaus. 3 dl appelsap, 1/2 dl citroensap (1 citroen), 1 1/2 dl water, 2 grote zacht- zure appelen, 75 g suiker, 15 g gelatine (5 blaadjes wit, 2 blaadjes rood). Voor de saus: 3 dl melk, 10 g cus- tardpoeder, 15 g suiker, pakje vanille suiker. De gelatine weken in ruim water. De 1/2 dl water met de suiker en de zeer dun afgesneden schil van de ci troen aan de kook brengen. De appe len schillen en in blokjes snijden. De ze even in het kokende water leggen tot ze juist zacht zijn; ze daarna met een schuimspaan uit het water ne men. De citroenschil uit het water nemen. In het hete water de geweekte gelatine oplossen. Hierbij het appelsap voegen en de blokjes appel. De mas sa, wanneer hij lobbig begint te wor den, overdoen in een met water om gespoelde puddingvorm. Voor de saus het custardpoeder aanmengen met een deel van de kou de melk. De rest van de melk aan de kook brengen en binden met het aan gemengde custardpoeder. De suiker en de vanillesuiker toevoegen. Qp een gegeven ogenblik hadden wij allemaal een grondige hekel aan Bing Crosby. Het kwam door de liefhebberijen, die de Amerikanen naast ons er op na hielden. Geschikte knapen en puike soldaten, die de ritsen onderscheidingen op hun trotse borsten niet met sterke verhalen vertellen alleen hadden ver diend, maar met een onverdroten belangstelling voor muziek. Strikt genomen konden we alleen aanstoot nemen aan de gramofoon in hun bivak. Dit had John weten mee te smokkelen vanuit Japan, waar hij twee weken verlof had genoten. Het is niet bepaald een pijntje lang in Korea te vechten en zijn Nederlandse collega's hadden hem de vacantie graag gegund. Als hij de vervloekte gramofoon maar niet had meege bracht.... Het ding bleek bovendien onverslijtbaar. Voeg daar- .ij, dat hij slechts vier plaatjes op de kop had kunnen tikken, waarvan er in de loop der tijd drie waren ge broken en U zult begrijpen, dat het plan om een hand granaat naar het onding te werpen in grote ernst werd overwogen. Tot op dat moment werden we echter elk uur van de dag vergast op het stemgeluid van die Bing Crosby, die de geneugten van een White Christmas bezong. In het eerst had het simpele liedje over een witte Kerstmis ons geroerd, al durfde dat niemand zeg gen. Het liep ten slotte tegen Kerstmis en zelfs de wildste jongens van de hap bewaarden in hun hart her inneringen aan dit stemmige feest. Bing versleet evenmin en de Amerikanen groepten sentimenteel rond het zenuwending. Later werd de attractie nog verhoogd, doordat ze de tekst gingen n _e- zingen in de toonaard, die hen zelf het best schikte. Zelfs het onaandoenlijk gezicht van Fi- en Lai vertrok even als onze buren, voor de zoveelste maal met hun programma begonnen. TAie gramofoon heeft eigenlijk niets met het verhaal te maken. Maar hij schiet me telkens te binnen, wan neer ik aan de kleine Fi-en Lai denk. En dat is elke keer, wanneer ik weer terug in het vaderland een van de jongens tegenkom, of wanneer de radio het heeft over hoe erg het toch wel is in Korea. Fi-en Lai ver tegenwoordigde voor de IJederlandse soldaten, die in zijn land hebben gevochten en die hem hebben mee gemaakt het erbarmelijke en geslagen Korea. Zijn ar moe was als die van al zijn landgenoten en zijn onuitge sproken leed hetzelfde, dat leefde in al die matte men sen, die we er hebben gezien. Wellicht kan een ge*leerde knaap uitleggen, dat er niets klopt van deze filosofie, maar hij zal die ons toch niet meer uit het hoofd praten. „Het is veel te mooi verzonnen", zou Kees zeggen, wan neer hij er niet was gesneuveld. Fi-en Lai was als al die andere duizenden. We zagen hen in de dorpjes, die we gedurende onze opmars door trokken. Ze groepten rond onze wagens, omdat ze op de een of andere manier hadden ontdekt, dat we Ne derlanders waren. De Nederlandse soldaten stonden in een goed blaadje. Ze waren meestal te moe om nog gauw een zwarte handel met de Koreanen op poten te zetten, zoals de Amerikanen deden, ze keken niet zo fanatiek als de Turken, waarvan het gehele Oosten als de dood zo bang bleek en waren royaal met eten en drinken. Dat laatste zal wel het belangrijkste zijn ge weest, want de dorpelingen zagen er hongerig en on dervoed uit. Mu we de eerste Dacron overhemden in de Sinterklaasétalages hebben gezien, en de Europese mode-centra dit materiaal verwerken ter vervaar diging van overhemden, lingerie en japonnen, vraagt men zich af, wat ts Dacron en is het beter, dan Nylon of Orion? Dacron is een derivaat van water, lucht, steenkool en petroleum even als Orion. Maar toch heeft de Dacron voordelen boven de Orion. De „toucher" van Dacron is pretti ger en zijde-achtiger dan dat van Or ion, zonder echter specifiek vrouwe lijk te worden. Hebben Nylon en Or ion de eigenschap vlug vuil te worden. Dacron blijft langer schoon, waardoor het uiteraard minder gewassen zal worden en dus minder gauw aan slij tage onderhevig is. Wij zagen de eerste Dacron artike len en constateerden dat het mate riaal meer body heeft en minder kreukt. LODEW1JK VAN BOUVIGNE I^ERSTMIS IS HET FEEST van de vreugde, ook in het gezin. En waar vreugde heerst, daar wil de goede huisvrouw niet achterblijven. Juist zij zal proberen de sfeer in huis, waar de diepere vreugde van het beleven van de Kerstnacht be zinkt, zo goed mogelijk te doen zijn. En hoe kan het eigenlijk anders? daarbij denken wij het eerst aan ons kerstdiner. Dat wordt een eerste (ma terieel) hoogtepunt van de dag en het verdient daarom, dat we er alle zorg aan besteden. We heb ben voor deze keer geen geheel menu samengesteld, ook al met het oog op de huishoudportemonnaie. Neen. we kozen een nagerecht, maar dan ook één, dat het gehele gezin zal doen denken, dat dit na gerecht de hoofdschotel is. Het is plumpudding met rumsaus. Voor de pudding ne men we een ons kalfs- niervet. Verder een hal) pond bloem, een half pond krenten, drie ons rozijnen, anderhalf ons sucade. vier zure appe len. vijf eieren. 150 gram oud brood (ongeveer vier sneedjes), een theelepel zout, een half pond brui ne suiker, een half ons oranjesnippers, 2 maat jes rum, de geraspte schil van één citroen, een halve nootmuskaat. Voor de rumsaus heb ben we nodig: 3 eier dooiers. een eetlepel maï zena, een ons suiker 1 1/2 theekopje water, het sap van 1 citroen, 1 1/2 maatje rum. PLUMPUDDING. Ver wijder de velletjes van het vet en hak dit in de gezeefde bloem heel fijn- Was hierin de krenten en rozijnen en laat ze dro gen. De sucade en de ap pelen worden fijn ge snipperd en al deze in grediënten worden goed door elkaar gemengd. Roer de losjes geklopte eieren er door en voeg dan het verkruimelde brood, het zout, de sui ker. de oranjesnippers, de helft van de rum. et citroensap cn de neraspte citroenschil toe. Dit alles wordt flink gekneed. De pudding koken we au bain Marie in een (natuurlijk) vuurvaste vorm. Dit koken duurt zes uur. Laat de pudding in de vorm koud worden. Pas kort voor het opdie nen zetten we de pud dingvorm in een pan met kokend water, zodat ze warm wordt. Nu wordt de pudding op een scho tel omgekeerd en de overgehouden rum wordt er overheen gegoten. Dit is het plechtige moment, waarop we de pudding „in brand steken". Altijd een groot ogenblik. Even een lucifer bij de rum en we dienen eetbaar kerst vuur op! De rumsaus wordt apart opgediend. Roer hiervoor de eierdooiers met de maïzena en de suiker. Voeg het water en het citroensap toe en verwarm dit alles onder goed roeren tot het ge bonden is. Op het laatste moment wordt de rum er doorheen geroerd. In het dorpje van Fi-en Lai hadden de Turken wel gevochten. Het was bij verrassing gebeurd en zodoende waren alle bewoners noodgedwongen getuige geweest van het bloedbad, dat de Turkse soldaten met hun ba jonetten onder wat Chinese troepen hadden aangericht. Onze groep trok mee op in het tweede front. Toen we het dorpje voorzichtig binnentrokken, was er al geen Turk meer te zien. Die liepen steeds net zo lang. tot er geen Chinees of Noord-Koreaan in de verste omtrek meer was te zien. Fi-en Lai woonde in het midden van het plaatsje. We stopten vlak voor zijn deurtje en gingen zitten wachten op de keukenwagen. Wanneer ze die niet aan flarden hadden geschoten onderweg, zou hij binnen een kwar tier hier zijn. De jongens van onze groep begonnen met chocolade te gooien naar het kleine grut, dat met grote staarogen naar ons stond te gluren. Niet eentje waagde het echter iets op te rapen. Ze geloven niet in het kerstmannetje, veronderstel ik", zei Gerrit Gommers. We beseften op dat ogenblik niet, dat de kleine mensjes anders tegen de doden langs en op de weg aankeken dan wij. Opeens stortte zich toch een figuur op straat, die als een bezetene de tabletten vergaarde en toen zijn huisje binnen vluchtte. Het ging zo vlug, dat we het amper in de gaten hadden. Die suggestie van het Kerstmannetje was onjuist", zei Gerrit. „Ze houden hier niet van chocola op dat ene mannetje na en die moet zich plotseling heel vlug heb ben gevoeld." Hij stond op en wandelde nieuwsgierig het woninkje binnen. Gerrit kennende, hadden we bij voor baat reeds medelijden met het Zuid-Koreaantje. Het kon zo gek niet gaan, of Gerrit vond wel een manier om zijn misnoegen kenbaar te maken. Door de dunne wanden hoorden we af en toe zijn zwa re stemgeluid. Bij de deur had hij het reeds over „Hand- granaatje, boem-hoem, bloedje bloedje", en we vroegen ons af, wat hij allemaal nog meer zou verzinnen om de man zijn inhaligheid af te leren. Tot onze verbazing was hij uitgepraat, toen hij weer tevoorschijn kwam. Hij deed onder de maaltijd zijn mond ook niet meer open en daarom poneerde ik de stelling, dat het man netje hem op zijn donder had gegeven. Gerrit reageerde niet. Niet op de manier tenminste, zoals wij het van hem gewoon waren. Wij sjouwen door dit land heen zonder de talloze tra gedies in de gaten te hebben, die op enkele meters van ons vandaan gebeuren", begon hij. Het was allemaal nogal beroerd ook. Vroeger had de man hier gewoond met vrouw en kinderen. Gelukkig, denk ik. Toen was de oorlog gekomen. Vrouw dood, kinderen dood, dezelf de misselijk makende geschiedenis, zoals Europa die in de voorgaande jaren bij duizenden had opgeleverd. Eén dochtertje had Fi-en Lai mogen behouden. Hij had het onder de hoede van zijn moeder gesteld en met hun drietjes zaten ze nu op de hongerdood te wachten. Die chocola betekende weer een kans. Het kan allemaal sentimenteel klinken", vond Gom mers, „maar de eerste de beste, die er om durft te la chen, trim ik de hersens in elkaar". Dat was mannen taal. Voor de rest probeerden we het te vergeten, omdat immers alles hier in de ellende zat. Toen we vertrokken, lieten drie van de jongens hun rantsoen achter. De rest ratste wat uit de keukenwagen en jopte het eveneens in de buurt van het huisje. Hiermee zou het verhaal zijn afgelopen. Maar toen we een eind op weg waren, ontdekte de groepscomman dant, dat Fi-en Lai geduldig achter ons aan liep. Hij torste een kist munitie op zijn smalle schouders en keek alsof hij er eigenlijk nog best vier bij zou willen. Hii zal toch niet van plan zijn dat spul ook op te eten", zei iemand. Het bleek eenvoudiger. Hij wilde ons helpen met dra gen. Voor zover wij uit zijn taaltje wijs konden worden bij wijze van wederdienst. We dreigden met geweren en handgranaten, maar het kereltje was niet van gedachten te veranderen. Sedertdien was Fi-en Lai een der onzen. T~)e kleine Zuid-Koreaan maakte spoedig kennis met alles, waarmee we onze dagen vulden,, tot aan de gramofoon van onze Amerikaanse buren toe. Hij veroverde met één slag onze goodwill door uit eige ner beweging voor te stellen het mechaniek in het geheim te vernietigen. We dachten, dat het een grapje was, maar reeds de volgende nacht snorden de Ame rikanen hem in hun bivak. We hadden twee uur nodig om zijn aanwezigheid daar bij benadering te verklaren. Fi-en Lai werd vrijgelaten en de bezitters van de gramofoon stelden een extra-post in om her haling te voorkomen. I Wij kregen hoe langer hoe meer de indruk, dat Fi-en Lai geen grapjes kon maken. Hij deed alles in dodelijk» ernst. De meest gevaarlijke opdrachten volbracht hij met een ijzeren gezicht, waarop geen enkele aandoening van angst of afgrijzen was te lezen. Zijn functie in onze groep bestond in het dragen van munitie, wanneer wij op pad moesten. Bij stormaanvallen was hij steeds het eerst boven. Als wij dan hijgend en vloekend van angst ook de top bereikten, stond hij te wachten met een. te vreden uiterlijk. Als beloning gaven we hem overvloe dig te eten. Overigens was Fi-en Lai meer in het vuur dan wij, want om de dag vertrok hij 's nachts stilletjes voor een geheime tocht. Niemand die wist,- wat hij dan uitvoerde. Ik weet niet hoe het uitkwam, maar nu weet ik, dat hij bij dergelijke gelegenheden zijn opgespaard voedsel naar zijn dochtertje en moeder in het dorpje ging brengen. Het grootste wonder blijft voor ons nog altijd, hoe ons hulpje er levend van af is gekomen. Het was misschien zijn ontembare levensdrang. Maar dat zal wel niet, want er sneuvelden soldaten bij bosjes en die hadden ook steeds zin gehad in het leven. "A ls klap op de vuurpijl kregen we een grootscheepse aanval naar het Noorden. We waren op- en terug getrokken en we vermoedden, dat ze bij de staf hadden geredeneerd, dat het welletjes was. Niemand wist meer, waar hij ergens was. behalve Fi-en Lai. want die ver dween nog stipt om de dag naar zijn huisje. De staf wenst U allen zalig Kerstfeest en of U maar wilt aanvallen", zeiden de jongens toen de opdracht af kwam. Vlak voor we vertrokken, kwam de aalmoezenier pra ten over het feest, dat aanstaande was. We legden hem uit, dat het „Vrede op aarde" dit jaar niet voor ons zou gelden. „Dan vechten jullie er in ieder geval voor. Het ls onder gegeven omstandigheden moeilijk uit te leggen, maar jullie moeten me begrijpen", zei hij. We wilden hem niet begrijpen en daarom voegde hij er aan toe: Er zal deze nacht één ogenblik zijn, dat jullie niet schieten en geen doden maken." We vonden het sterk gezegd. Toen ten minste. We waren ongeveer half weg, toen de woorden van de aalmoezenier werkelijkheid schenen te worden. Voor ons lag een klein dorpje in een dal. We konden ons niet voorstellen het ooit eerder te hebben gezien, maar dat kon best wèl het geval zijn, omdat de plaatsjes daar allemaal op elkaar lijken. Bert Degree keek een hele tijd wantrouwend naar de onheilspellende rust in de straatjes en besloot een schep mortiervuur uit te delen, omdat alle huizen best vol Chinezen konden zitten. Bert was royaal met zulke ver moedens sinds ze hem eens in precies zo'n dorp van alle kanten vuur hadden gegeven. De mortierschutters hadden opeens zin, want ze hadden al drie granaten verschoten, voordat Bert had uitgelegd, waar ze op moesten richten. Zijn geoefende ogen hadden licht ge zien. Een schamel streepje. Het kwam uit een hutje midden in het dorp. Daar", zei Bert. „En niet eerder dan op mijn com mando." Op dat moment smeet de kleine Fi-en Lai zijn munitie- kisten tegen de grond en kwam heftig gebaren tegen de jongens bij hun mortieren. Hij slikte van de machteloos heid om zich verstaanbaar te maken. Leeg', dat was het enige, dat we konden thuisbrengen Hoe is het in hemelsnaam mogelijk", spotte er een tje. „Hij weet, dat de jeneverflessen leeg zijn," Het ventje bleef roepen. Hij kronkelde zich voor de vuurmond en van zijn onafgebroken flegma was geen greintje meer over. Niemand kon er meer wijs uit wor den. Plotseling greep hij mijn helm, griste een geweer weg en begon roepend en schreeuwend in de richting van het dorpje te rennen. De jongens keken hem pein zend na. Medelijden ook, want hij was niet de eerste, die malende was geworden van al die rotzooi. Na een kwar tier kwam Fi-en Lai terughollen. Hij had het nog steeds over „Leeg". Bert Degree dacht lang na. We zullen het er op wagen", zei hij eindelijk. „Fi-en Lai bedoelt, dat het dorp je leeg is. Hij heeft het bewijs .daarvan willen 'everen". "jljet dorp was leeg. Op het hutje in het plaatsje na. Daar woonden nog het dochtertje en de moe der van Fi-en Lai. Het kind stond onder de zweren en ik kan me niet voorstellen, ooit zo'n lelijke vrouw te hebben gezien als in die hut. Maar we waren allen even uit zinnig van vreugde. Bing Crosby zong de volgende dag weer zijn „White Christ mas". Het klonk die ene keer niet afge zaagd. Het WAS een witte Kerstmis ge worden met meiers sneeuw en enkele se conden het gevoel van volmaakte vrede. De handgranaat heb ben we pas de vol gende dag gegooid, toen niemand in de buurt van de gramo foon was. JAN NOLLEN

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1953 | | pagina 6